SAMENLEVING | PANEL PSYCHISCH GEZIEN Panel Psychisch Gezien: mensen met aanhoudende psychische aandoeningen in beeld Door: Caroline Place, Harry Michon, Lex Hulsbosch & Hans Kroon Beleidsmakers, hulpverleners en onderzoekers spreken voortdurend over behandeling, begeleiding en maatschappelijke participatie van psychiatrische patiënten. Maar hoe denken mensen met langdurige psychische problemen hier eigenlijk zelf over? Het Panel Psychisch Gezien vraagt het hen. Met het arbeidsrehabilitatieprogramma Individuele Plaatsing en Steun (IPS) komen mensen met ernstige psychische problemen vaker aan het werk dan met de gebruikelijke manier van begeleiden.1 Maar hoeveel mensen met aanhoudende psychische problemen hebben eigenlijk I Het panel Psychisch Gezien wordt (g)een baan? Wat zijn hun wensen op dat gebied? Zijn ze tevreden met de ondersteuning die gefinancierd door het ministerie van ze krijgen? Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kunnen mensen met Volksgezondheid Welzijn en Sport en een psychische beperking vanaf 2007 een beroep doen op ondersteuning en voorzieningen van uitgevoerd door het Trimbos-instituut de gemeente. Zijn zij op de hoogte van deze mogelijkheden van de Wmo? Maken ze er gebruik in samenwerking met de programma- van? commissieleden van het NIVEL, het Kenniscentrum Phrenos, het Sociaal en Met het panel Psychisch GezienI proberen we antwoord te krijgen op dergelijke vragen. Cultureel Planbureau, HEE, Zorgverzeker- Het panel bestaat uit ruim zevenhonderd mensen met langdurige psychische problemen, die aars Nederland, GGZ Nederland en het ons een beter beeld geven van hun leven, deelname aan de samenleving en ontwikkelingen Landelijk Platform GGZ. daarin. In enquêtes wordt hen gevraagd naar hun situatie. Daarnaast vragen we panelleden naar hun opvattingen, wensen en behoeften over bijvoorbeeld participatie en de zorg die zij krijgen. Psychisch Gezien is namelijk ook gestart om mensen met ernstige psychische proble- 1 Michon H, Busschbach J van, Vugt M van et al. men een (duidelijkere) stem te geven in discussies over ggz-gerelateerde onderwerpen. In dit De effectiviteit van Individuele Plaatsing artikel bespreken we de opzet van het panel Psychisch Gezien en gaan we in op de representa- en Steun. tiviteit van het panel. We sluiten af met enkele bevindingen over onderwerpen die in het panel In: Busschbach J van, Rooijen S van, Weeghel aan de orde zijn gesteld en zoomen daarbij in op eenzaamheid, steun, dwangtoepassingen en betaald werk. 35 J van (red). Psychiatrische rehabilitatie. Jaarboek 2013-2014. Amsterdam: Uitgeverij SWP; 2013. p. 175-186. MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | november 2014 OPZET VAN HET PANEL PSYCHISCH GEZIEN Het panel Psychisch Gezien is bedoeld voor volwassenen in Nederland met ernstige psychische aandoeningen. Het gaat om mensen die kampen met een psychische stoornis van langere duur en met beperkingen in het sociaal-maatschappelijk functioneren als gevolg. Deze groep wordt doorgaans beschreven als mensen met ‘ernstige psychische aandoeningen’. Zowel mensen die ambulant of intramuraal in zorg zijn als mensen die geen formele zorg ontvangen, kunnen deelnemen aan het panel. Panelleden worden gevolgd over de grenzen van instituten: als panelleden uit zorg gaan, kunnen zij lid blijven, en omgekeerd kunnen degenen die na aanmelding in zorg komen, ook lid blijven. Met het panel wordt − voor langere tijd − informatie verzameld over mensen met aanhoudende psychische problemen. De panelleden worden periodiek bevraagd over verschillende thema’s. Maatschappelijke participatie en herstel zijn de hoofddomeinen. In een focusgroep is aan panelleden de vraag voorgelegd welke onderwerpen zij belangrijk vinden. De thema’s en bijbehorende vragenlijsten worden vastgesteld in nauwe samenspraak met de programmacommissie van het panel. (tabel 1) Hoofdthema’s en het aantal respondenten per peiling Nr. Startdatum peiling Hoofdthema Aantal respondenten Respons* 1 Oktober 2010 Maatschappelijke participatie 602 80% 2 Februari 2012 Sociale participatie en steun** 598 71% 3 December 2012 Dwangtoepassing in de ggz 528 63% 4 Oktober 2013 Maatschappelijke participatie 574 68% 5 April 2014 E-mental health 415 55%*** 6 Najaar 2014 Sociale participatie en steun - - * Respons betekent hier alle vragenlijsten die op tijd zijn teruggestuurd en bruikbare gegevens bevatten. Vragenlijsten waarbij bijvoorbeeld alleen de eerste vraag is ingevuld, de antwoorden opvallend inconsistent zijn of vragenlijsten die na de start van de analyse- en rapportagefase binnenkomen, worden gezien als non-respons. ** De begrippen maatschappelijke participatie en sociale participatie liggen dicht bij elkaar. De peiling over maatschappelijke participatie richt zich op de brede range van participatie met de nadruk op (betaald) werk. De peiling over sociale participatie richt zich eveneens op de brede range van participatie maar met de nadruk op sociale contacten. *** Deze peiling wijkt af van de peilingen die tot dan toe aan het panel zijn voorgelegd: zowel de lengte van de vragenlijst als de responstijd is aanzienlijk korter. De doorlooptijd was anderhalve week in plaats van de gebruikelijke twee maanden. Het doel was om op een betrekkelijk snelle manier de mening van panelleden over een bepaald thema boven tafel te krijgen. 36 SAMENLEVING | PANEL PSYCHISCH GEZIEN In 2010 startte het panel Psychisch Gezien met de eerste peiling over hoe mensen met een ernstige psychische aandoening deelnemen aan de samenleving. De panelleden kregen een enquête opgestuurd met vragen over hoe zij wonen, werken en leven. Tot dusver zijn er vijf peilingen geweest met een gemiddelde respons van 67% (zie tabel 1). Hoofdthema’s zijn onder meer sociale participatie, ondersteuning (formele en informele zorg) en dwangmaatregelen. Eind 2013 vond een herhaling van de eerste peiling plaats om eventuele veranderingen in kaart te brengen. In deze peiling waar participatie centraal staat, zijn ook vragen voorgelegd aan panelleden over hun kwaliteit van leven, eigen kracht en gevoelens van discriminatie en stigma. Naast de enquêtes zijn er tot nu toe ook twee focusgroepen georganiseerd. In een daarvan is het thema zorg en ondersteuning in een klein verband verder uitgediept. Bij de start van het panel zijn mensen op twee manieren benaderd. De eerste wervingsmethode was systematisch en vond plaats bij tien zorginstellingen verspreid in het land (ggz en RIBW). Van de langdurige zorgdivisies (zowel intramuraal als ambulant) is naar elke vijfde cliënt een brief en instroomvragenlijst gestuurd. In totaal zijn 3190 cliënten uitgenodigd om deel te nemen aan het panel. Hiervan heeft 16% zich daadwerkelijk aangemeld. Omdat we weten dat een deel van de mensen met langdurige psychische problemen niet in zorg is, is het panel ook via persberichten, posters en websites onder de publieke aandacht gebracht − de zogenoemde vrije werving. Deze oproepen richtten zich expliciet op volwassenen met aanhoudende psychische problemen. Afgezien van de leeftijd en beheersing van de Nederlandse taal (de vragenlijsten zijn alleen in het Nederlands beschikbaar) zijn er geen voorwaarden voor deelname gesteld. Iemand wordt lid door een instroomvragenlijst in te vullen. Panelleden kunnen de vragen digitaal of op papier beantwoorden. Deelname aan het panel is op vrijwillige basis, maar in principe wel voor langere tijd. Via de website www.psychischgezien.nl, de nieuwsbrieven en factsheets worden de leden en andere belangstellenden op de hoogte gebracht van de stand van zaken en de uitkomsten van de peilingen en focusgroepen. In 2014 is − onder andere in het kader van de monitor ambulantisering − een nieuwe wervingsronde gestart, waarbij potentiële panelleden via de media dan wel via deelnemende instellingen benaderd zijn. REPRESENTATIVITEIT VAN DE UITKOMSTEN In hoeverre gelden de uitkomsten van het panel voor alle mensen met aanhoudende psychische problemen in Nederland? Om meer zicht te krijgen op de representativiteit hebben we drie verschillende acties gedaan. (Zie Place et al., 2014 voor het uitgebreide verslag).2 Vergelijkbare gegevens Ten eerste is gezocht naar publicaties waarin onderzoek is gedaan in Nederland over mensen met ernstige psychische aandoeningen om te achterhalen in hoeverre de panelleden op sociodemografische kenmerken overeenkomen met andere mensen met ernstige/langdurige psychische 2 problemen. Van de twintig gevonden studies waren dertien studies gedeeltelijk bruikbaar. Geen Place C, Hulsbosch, L, Michon H. enkele studie is volledig bruikbaar, dat wil zeggen de complete doelgroep betreffend, landelijk Notitie panel Psychisch Gezien. van karakter en (dezelfde) sociodemografische kenmerken metend. In veel gevallen werd de Representativiteit van het panel. Utrecht: studie niet als volledig bruikbaar beoordeeld voor de vergelijking vanwege het lokale of regionale karakter en omdat de studie niet de hele groep van mensen met ernstige psychische 37 Trimbos-instituut; 2014. Te downloaden via www.psychischgezien. nl/factsheets-en-downloads MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | november 2014 aandoeningen betrof zoals voor het panel gedefinieerd (bijvoorbeeld alleen cliënten met psychiatrische thuiszorg of bezoekers van een dagactiviteitencentrum). Deze review leert dat geen studies beschikbaar zijn die van voldoende relevantie en kwaliteit zijn om te kunnen dienen als solide raamwerk voor duidelijke uitspraken over de representativiteit van het panel. Non-respons Daarnaast is een non-responsanalyse uitgevoerd voor een deel van de leden die systematisch geworven zijn bij de zorginstellingen (zie tabel 2). Deze analyse leert dat de panelleden verII Voor de non-responsanalyse zijn chikwadraat- en Mann-Whitney U-toetsen uitgevoerd. De genoemde verschillen zijn geleken met de steekproef iets ouder zijn (49 versus 47 jaar) en vaker vrouw zijn (51% versus 44%). Afgezien van twee diagnoses is er een vrijwel gelijke verdeling van diagnoses in de groep significant bevonden op basis van een panelleden en de groep mensen die niet lid zijn geworden. Respondenten blijken minder vaak p-waarde lager dan 0,05 (ontwikkelings- een diagnose in het schizofrenie-psychosespectrum te hebben (41% versus 50%) en vaker een stoornis) of 0,01 (overige verschillen). ontwikkelingsstoornis (8% versus 5%).II (tabel 2) DIAGNOSE VAN RESPONDENTEN EN NON-RESPONDENTEN DiagnoseRespons n=333Non-respons n=1600 aantal % aantal % Schizofrenie/psychotische stoornissen 138 41,4 802 50,1 Stemmingsstoornissen: (waarbinnen) 80 24,0 343 21,4 Depressieve stoornis 47 14,1 223 13,9 32 9,6 113 7,1 28 8,4 108 6,8 Stoornissen in de ontwikkeling 26 7,8 72 4,5 Aan middelen gebonden stoornissen 13 3,9 85 5,3 Angststoornissen 23 6,9 75 4,7 Overige stoornissen 25 7,5 115 7,2 Bipolaire stoornis Persoonlijkheidsstoornissen Bereik beoogde groep Tot slot is gekeken of er met de werving de groep mensen met ernstige psychische aandoeningen is bereikt. Twee belangrijke criteria, ‘beperkingen door psychische problemen’ en ‘langdurige psychische problemen’, hebben we als volgt geoperationaliseerd: op minimaal één levensgebied beperkingen ervaren en langer dan twee jaar psychische klachten hebben. De meeste panelleden voldoen aan deze beide criteria (89%). De overige leden voldoen aan één criterium (10%) en bij veertien leden (2%) zijn geen van de genoemde kenmerken aanwezig. Dit wil 38 SAMENLEVING | PANEL PSYCHISCH GEZIEN niet zeggen dat bij deze mensen geen sprake is van langdurige beperkende psychische aandoeningen. Bij het merendeel van hen zijn hiervoor namelijk andere (indirecte) aanwijzingen, zoals verblijf in een RIBW. Al met al heeft het panel Psychisch Gezien grotendeels de beoogde doelgroep bereikt. Representatie De vraag was: Is het panel representatief voor de mensen met aanhoudende psychische problemen in Nederland? Ondanks een deels selectieve respons bij de systematische werving zien wij het panel Psychisch Gezien als de beste referentiegroep die momenteel voor handen is. Het panel richt zich op mensen woonachtig in heel Nederland met uiteenlopende langdurige psychische problemen ongeacht hun zorgstatus. ENKELE BEVINDINGEN VAN HET PANEL Volgens de ingevulde instroomvragenlijsten III gaat het om een groep kwetsbare mensen die veelal zelfstandig wonen en ondersteuning krijgen vanwege hun psychische klachten. Het panel bestaat voor 61% uit vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 48 jaar. De panelgroep bestaat voor 83% uit autochtonen volgens de CBS-definitie.IV Een kwart van de panelleden is getrouwd of heeft een geregistreerd partnerschap en een vijfde is gescheiden. De meeste panelleden (46%) zijn niet gehuwd (geweest). Het merendeel (81%) woont ten tijde van aanmelding voor het III De gegevens hebben betrekking op de 854 panelleden die op 8 juli 2013 lid zijn van het panel Psychisch Gezien. De 105 uitgeschreven panelleden zijn buiten beschouwing gelaten. IV De definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek voor allochtoon is: een persoon die in Nederland woonachtig is panel zelfstandig, al dan niet met partner en/of kind(eren); 15% verblijft in een regionale en van wie ten minste één ouder in het instelling voor beschermd wonen of in een psychiatrische instelling. buitenland is geboren. Iemand die zelf in Bijna de helft (47%) zegt meerdere psychische klachten te hebben. De meerderheid (95%) geeft ten tijde van de aanmelding aan dat zij hiervan al langer dan twee jaar last hebben. Veel het buitenland is geboren, maar twee in Nederland geboren ouders heeft, wordt tot de groep autochtonen gerekend. panelleden (91%) gebruiken medicijnen om hun psychische klachten te verminderen of onder controle te houden. In het jaar voorafgaand aan de aanmelding heeft 88% hulp gezocht vanwege deze klachten; zowel bij familie en vrienden als bij professionals. Het overgrote deel (91%) ervaart beperkingen op het gebied van werken/leren, wonen, sociale contacten of op een ander gebied. Eenzaamheid en discriminatie Driekwart van de panelleden voelt zich matig tot heel erg eenzaam, zie tabel 3. In de algemene bevolking ervaart ‘slechts’ 30% enige mate van eenzaamheid.3 Ruim de helft mist een goede vriend(in) en bijna een derde heeft behoefte aan lotgenotencontact (resp. 53% en 32%). Er is volgens de leden ook sprake van discriminatie: 32% voelt zich in het voorgaande jaar gediscrimineerd vanwege zijn of haar psychische problemen. Ondersteuning bij participatie Veel panelleden (76%) krijgen ondersteuning op het gebied van participatie, zowel door familie en vrienden als door een hulpverlener. Bijna een kwart (24%) ontvangt echter geen (in)formele steun. Verder blijkt dat een op de vijf panelleden niet bekend is met de ondersteuningsmoge- 3 lijkheden en voorzieningen die de gemeente biedt. De overige leden zijn (gedeeltelijk) op de Tilburg TG van, Jong Gierveld J de. hoogte van de Wmo-voorzieningen. Ruim een vijfde (22%) maakt daadwerkelijk gebruik van de Wmo. 39 Zicht op eenzaamheid. Achtergronden, oorzaken en aanpak. Assen: Koninklijke Van Gorcum; 2007. MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | november 2014 Dwangmaatregelen Op verzoek van kernbetrokkenen is een aparte peiling gewijd aan het onderwerp dwang. Bijna de helft van de panelleden heeft wel eens met een dwangmaatregel te maken gehad. Het gaat dan vooral om gedwongen opnames, separaties en dwangmedicatie. De laatst opgelegde dwangmaatregel werd door bijna de helft als (heel) negatief bestempeld. Een grote groep heeft behoefte aan meer contactmomenten met het personeel gedurende de periode van dwang. Voor ruim een derde (35%) geldt dat ze vaker contact wilden met familie of naastbetrokkenen. Voor bijna een op de vijf is de meest recente dwangmaatregel een positieve ervaring geweest. Veel panelleden met een dwangervaring (83%) zien dat de dwangmaatregel naast nadelen ook voordelen heeft gehad; het was bijvoorbeeld voor hun eigen veiligheid en om tot rust te komen. Tot slot is er volgens 42% van de panelleden de laatste jaren niets veranderd in de toepassing van dwang in de ggz. De overige panelleden merken wel veranderingen; 8% ziet verslechteringen en 51% verbeteringen. Zo vindt 40% dat de persoonlijke bejegening is verbeterd (21% vindt van niet; 40% heeft geen mening). (tabel 3) UITKOMSTEN PEILINGEN PSYCHISCH GEZIEN Uitkomst (in %) Peiling 2013 Eenzaamheid 74 Gediscrimineerd afgelopen 12 maanden 32 Betaald werk 21 >12 uur betaald werk (15-65 jaar) 19 Wens voor betaald werk 29 Tevreden met werk 68 Wens tot verandering(en) in huidig werk 54 Vrijwilligerswerk 46 Peiling eind 2012/begin 2013 40 Ervaring met dwangmaatregel 46 Laatste dwangervaring: (zeer) negatief 47 Laatste dwangervaring: (zeer) positief 18 Wens meer contact personeel tijdens dwang 57 Wens meer contact familie tijdens dwang 35 SAMENLEVING | PANEL PSYCHISCH GEZIEN Betaald werk Relatief weinig mensen met langdurige psychische problemen hebben een baan. Zo heeft 19% van de leden eind 2013 betaald werk volgens de definitie van het CBSv en 66% van de algemene bevolking.4 De panelleden doen daarentegen relatief vaak vrijwilligerswerk (46% versus 22%).5 Bijna een derde van de panelleden zonder baan zou komend jaar graag aan het werk willen. Verder zijn de meeste panelleden tevreden met hun werk. Desondanks heeft ook ruim de helft van de werkenden behoefte aan verandering in hun werksituatie, variërend van meer/minder uren werken en meer verdienen tot meer ondersteuning/aanpassingen, uitdagender werk of juist minder belastend werk. De helft (53%) van het panel heeft de afgelopen vier weken minder tijd aan werk en andere bezigheden kunnen besteden als gevolg van emotionele problemen. E-mental health Van de panelleden gebruikt 41% een vorm van e-mental health. Veel panelleden (78%) denken dat e-mental health kan bijdragen aan hun herstelproces. De meeste leden (61%) zijn van mening dat face-to-facecontact met een hulpverlener/begeleider beter is dan contact op afstand. De helft vindt het echter (ook) een goed idee om de face-to-facecontacten soms te vervangen 4 door contact via telefoon, e-mail, Skype of chat. Centraal Bureau voor de Statistiek. Beroepsbevolking; geslacht en leeftijd 21 februari 2014. Den Haag/Heerlen: CBS; 2014. Geraadpleegd MISSIE GESLAAGD Alles overziend lijken de panelgegevens – ondanks selectieve respons bij de systematische werving op enkele kenmerken – representatief voor een inzicht in de groep mensen met ernstige op 4 april 2014 via www.statline.cbs.nl. 5 Centraal Bureau voor de Statistiek. psychische aandoeningen in Nederland. Het panel is landelijk en richt zich op de brede range Vrijwilligers; soort organisaties en van psychische stoornissen. Bovendien is het panel opgezet voor langere tijd en kan het daar- vrijwilligerswerk in uren per week mee steeds voor actuele gegevens op een aantal kernelementen zorgen. Verder heeft de werving zowel via instellingen plaatsgevonden als via vrije werving. Hierdoor is ook een groep niet-ggz Verslagperiode: 2001 – 2009. Den Haag/Heerlen: CBS; 2011. Geraadpleegd op 4 april 2014 via www.statline.cbs.nl. cliënten (25%) bereikt, een resultaat dat in lijn is met de verhouding zoals die vermoedelijk in de gehele populatie bestaat.6 Het panel Psychisch Gezien lijkt in zijn missie te zijn geslaagd. De leef- en werksituaties 6 Delespaul PAE, Haan L de, Hoof F van, et al. van de doelgroep zijn op verschillende momenten in kaart gebracht. Met het panel kunnen Consensus over de definitie van mensen de opvattingen van een relatief grote groep mensen met aanhoudende psychische aandoenin- met een ernstige psychische aandoening gen onder de aandacht worden gebracht. Panelleden hebben hun mening en ervaringen over onder meer (in)formele steun en dwangtoepassing gedeeld. Tevens hebben zij hun wensen en (EPA) en hun aantal in Nederland. Tijdschrift voor Psychiatrie 2013; 55(6): 427-437. behoeften op deze gebieden geuit. Daarnaast kunnen we met het panel mensen voor langere tijd volgen. Recentelijk is nagegaan of er tussen 2010 en 2013 veranderingen hebben plaatsgevonden in de arbeidsparticipatie en de wensen ten aanzien van werk (zie7). 7 Place C, Hulsbosch L, Michon H (2014). Factsheet panel Psychisch Gezien. Werk, Het panel kan op verschillende manieren en domeinen een bijdrage leveren.vi De panelge- eenzaamheid en stigma. gevens zijn verwerkt in presentaties op verschillende (in)formele bijeenkomsten. De informatie Utrecht: Trimbos-instituut; 2014. is gebruikt ter verdieping, inspiratie of als achtergrondkader. Ook is samenwerking met (collega)instellingen ontstaan. Zo zijn gegevens van het panel aangeleverd voor de Trendrapportage VI GGZ 2012 en zal het NIVEL de participatie van de leden van Psychisch Gezien afzetten tegen zijn verschillende notities beschikbaar de groep mensen met lichamelijke beperkingen van het Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandicapten. Net zoals het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport een beroep 41 Op de website www.psychischgezien.nl van het panel. Voor opmerkingen, suggesties of vragen kunt u zich richten tot [email protected] MGV | Jaargang 69 | nummer 06 | november 2014 doet op het panel, is het eveneens voor andere organisaties mogelijk hun vragen aan het panel voor te leggen. Bovendien zou actuele kennis over de visie en de situatie van mensen met langdurige psychische aandoeningen een belangrijke(re) plaats kunnen innemen in debatten of nieuwsprogramma’s. Het is ons inziens zinvol als beleidmakers, kenniswerkers en belangenorganisaties voor uiteenlopende vragen en kennis een beroep kunnen doen op een grote groep mensen met langdurige psychische problemen. De ggz maakt al jaren een hectische tijd door van zorgvernieuwing, fusies, vermaatschappelijking van de zorg en invoering van effectief bewezen interventies. Ook de voor de ggz relevante wet- en regelgeving is de afgelopen jaren drastisch veranderd. Al deze veranderingen dienen de cliënten van de ggz ten goede te komen, maar tot nog toe is veelal onbekend hoe mensen met aanhoudende psychische aandoeningen al deze ontwikkelingen ervaren. Hun opvattingen en ideeën kunnen belangrijke input leveren voor het vormen en bijstellen van beleid. Wat zijn de ondersteuningsbehoeften bij de veranderende omstandigheden en wat is de uitwerking van het beleid in de praktijk? Dergelijke kennis is onontbeerlijk om (beleids)veranderingen op hun waarde te beoordelen. Ook in de toekomst hopen we (snel) in te kunnen inspringen op actuele ontwikkelingen, vanuit het perspectief van de doelgroep. samenvatting In het landelijke panel Psychisch Gezien worden mensen met een C. Place is criminoloog en wetenschappelijk medewerker bij het aanhoudende psychische aandoening langere tijd gevolgd. Het panel is programma Reïntegratie van het Trimbos-instituut in 2010 opgezet om meer zicht te krijgen op hoe zij gedurende de jaren [email protected] wonen, leven en meedoen in de samenleving. Daarnaast beoogt het pa- H. Michon is psycholoog en senior wetenschappelijk medewerker bij nel mensen met ernstige psychische problemen een duidelijkere stem te het programma Reïntegratie van het Trimbos-instituut. geven door hen te vragen naar hun ervaringen, wensen en opvattingen L. Hulsbosch is psycholoog en wetenschappelijk medewerker bij het over kwesties in de ggz. Inmiddels heeft vijf maal een peiling plaatsge- programma Reïntegratie van het Trimbos-instituut. vonden. Gemiddeld nemen vijfhonderd mensen deel. Hiermee krijgen H. Kroon is psycholoog en programmahoofd van het programma we een beter beeld van onder meer de eenzaamheid, (behoeften aan) Reïntegratie van het Trimbos-instituut. ondersteuning, ervaringen met dwang en participatie van deze groep. 42
© Copyright 2024 ExpyDoc