Immaterieel maar niet ongrijpbaar Het gevoel vasth Waarom ‘voelt’ een oud gebouw toch altijd anders aan dan een nieuw gebouw? Ik werd mij als kind voor het eerst bewust van dat gevoel in het huis van mijn opa en oma en het heeft mij altijd gefascineerd. Nu houd ik mij als restauratiearchitect dagelijks bezig met de vraag of je dat gevoel, die immateriële waarde, op de één of andere manier kunt vangen, zodat het behoud ervan kan worden Overzicht van het café interieur met links op de voorgrond de originele porseleinen bierpomp. (foto: Vera Franken) Analyse van de materialisering van de oppervlakte. sporen van de Analyse . ik ru geb van het Analyse van het vakmanschap. 2 monumenten 6/7-2014 verzekerd. Het huis van mijn opa en oma Mijn opa en oma woonden om de hoek van het huis waar ik ben opgegroeid, in een huis dat mij mateloos fascineerde. Het was oud en vervallen, maar ook vol karakter en onvervulde potentie. Aan de straatkant van het huis bevond zich een heel bijzondere ruimte: een volledig gaaf bewaard café-interieur in neorenaissancestijl. Het was in gebruik als bergruimte, maar toch voelde het alsof de stam gasten nog maar net de bar hadden verlaten. Maar niet alleen het oude café was bijzonder. Het hele huis bezat een bijzondere belevingswaarde. Als het licht langs de wanden van de gang streek, zag je de oneffenheden die het gevolg waren van jaren van gebruik en slijtage en de verschillende afwerklagen die over elkaar heen waren aangebracht. Het afstapje van de gang naar de keuken, waar de vloer lager was dan in de rest van het huis, vormde een prachtige plek om te zitten. De, overduidelijk zeer oude, amateurtekeningen in zwarte inkt op de houten spanten deden je afvragen wie ze had gemaakt. Aan de manier waarop de oude houten trap was uitgesleten, kon je 100 jaar gebruik aflezen. Onder de bedstee ouden Foto links: Overzicht van het café interieur met zicht op de tapkast. Foto rechts: Apart van de gelag kamer bevindt zich de zogenaamde heren kamer. Foto linksonder: De kelder onder het café is voorzien van een tongewelf. Foto rechtsonder: zicht vanuit de herenkamer naar de gelagkamer. bevond zich een klein keldertje waarvan niemand wist waarvoor het ooit was bedoeld. De trap naar de kelder onder het café, waarvan de bakstenen treden waren afgerond en de plavuizen onderaan de trap verbrijzeld, gaven je het gevoel dat er elk moment een biervat naar beneden kon komen rollen. Het bijzondere zicht vanuit het keukenraam, de diepe achtertuin in, met achter de fruitbomen een klein, vervallen houten theehuisje, gaf je een gevoel alsof je in Frankrijk was. Ik wist toen nog niet precies waarom en zeker nog niet hoe, maar ik wist wel zeker dat ik de bijzondere kwaliteit van het gebouw, die beleving, wilde bewaren, beschermen en misschien wel vergroten en dat ik daarom restauratiearchitect wilde worden. Pas veel later, toen ik op datzelfde huis afstudeerde als architect aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft, leerde ik de geschiedenis van het gebouw kennen en begon ik te begrijpen hoe het zo geworden was. Alhoewel die kennis de waarde van het huis voor mij nog verder vergrootte, was de wetenschap dat het gebouw in 1866 was gebouwd, of dat het café een interieur in neorenaissancestijl bevatte, dus niet noodzakelijk voor de bijzondere belevingswaarde ervan. Het gebouw leren begrijpen Ik kreeg de kans om te proberen dat gevoel te vangen toen mijn oma naar een verzorgingstehuis moest verhuizen en mijn broer het huis kocht. Al tijdens mijn studie was ik gaan werken bij het in restauratie gespecialiseerde architectenbureau TAK architecten, waar ik leerde om gebouwen beter te bekijken, te analyseren en te begrijpen. Ik ging dus op zoek naar een manier waarop ik een gebouw kon analyseren op juist de immateriële eigenschappen, zodat ik kon begrijpen waardoor die bijzondere belevingswaarde werd gevormd. ‘sense of history’ In mijn zoektocht kwam ik uit bij de in de stedenbouwkunde en omgevingspsychologie zeer gangbare term ‘sense of place’ of ‘genius loci’. Ik heb dit begrip vertaald naar de historische context en de schaal van het gebouw, door de ‘sense of history’ en de fysieke eigenschappen die het karak- monumenten 6/7-2014 3 THEMA Immaterieel erfgoed Tekst Vera Franken | beeld Fred Franken en Vera Franken Foto linksboven: Door het daklicht in de veranda voor het café zijn de dakkapel len te zien. Foto rechtsboven: Muurschilderingen gemaakt door café-baas A.A. Laros uit 1914. Foto linksonder: Vanuit het keuken raam kun je de diepe tuin in kijken Foto midden: Deurknop met slijtage. Foto rechtsonder: Detail van een venster sluiting met slijtage. 4 ter van het gebouw bepalen in te delen in vijf categorieën. 1ruimtelijke eigenschappen De ruimtelijke eigenschappen, de hoogte en breedte van een kamer bijvoorbeeld, beïnvloeden de manier waarop de ruimte wordt ervaren. Maar niet alleen de afmetingen en verhoudingen van de ruimte zelf, juist ook de relaties met omliggende ruimtes zijn zeer van belang voor de beleving van de ruimte. 2vakmanschap Veel studies tonen aan dat mensen zichtbaar vakmanschap waarderen en dat ze het ook waarderen op een esthetisch niveau. Het vakmanschap is een zichtbare en tastbare verbinding met de persoon die het heeft gemaakt, en dit is iets waar mensen zich aan kunnen hechten. Wanneer de hand van de vakman – het kan ook de hand van de ontwerper zijn - zichtbaar is heeft dit een belangrijke invloed op de beleving van de ruimte. 3materialisering van de oppervlakte De materialisering van de oppervlaktes bepaalt sterk de manier waarop een ruimte wordt ervaren, door het gebruikte materiaal zelf, verschillende afwerklagen over elkaar heen, de manier waarop het materiaal is verouderd of versleten door gebruik. 4binnenklimaat Het binnenklimaat van een gebouw is vaak heel karakteristiek voor een pand: is het er koud of juist warm? Komt er veel licht binnen of is het juist een donkere ruimte? Het klimaat (licht, temperatuur, luchtcirculatie, luchtvochtigheid, akoestiek) beïnvloedt de manier waarop het gebouw wordt ervaren. 5sporen van gebruik Oude gebouwen dragen de sporen van het jarenlange gebruik. Deze sporen bepalen voor een monumenten 6/7-2014 belangrijk deel de belevingswaarde omdat ze een directe verbinding vormen de mensen die het gebouw gebruikten. Het zijn kleine stukjes van het verhaal dat het gebouw vertelt. Waardestelling Deze verschillende eigenschappen kunnen vervolgens ook worden gewaardeerd op de mate waarin ze bijdragen aan de totale ‘sense of history’ van een ruimte of object. Hiervoor kunnen de categorieën worden gebruikt uit de richtlijnen bouwhistorisch onderzoek: hoge, positieve en indifferente monumentenwaarde, weergegeven met respectievelijk een blauwe, groene of gele kleur. Alhoewel de ‘sense of history’ en de beschreven operationalisatie ervan nog geen sluitend antwoord geven op het vraagstuk van het behoud van immateriële waarden, dragen ze er wel aan bij dat juist deze waarden niet worden afgedaan als ongrijpbaar, maar expliciet kunnen worden gemaakt om zo een vaste plaats te verwerven in het restauratieproces. Vera Franken is restauratiearchitect bij TAK Architecten, deed onderzoek aan de TU Delft voor Livinggreen.eu en werkte als zelfstandig architect aan Café Laros. Voorzijde van het café aan de Jeruzalem in Velp met de veranda voor de restauratie en de hoge haag, speciaal voor de stiekeme drinker. (foto: Philip Mannaerts)
© Copyright 2024 ExpyDoc