Staar (pdf, 96,9 KB)

Staar
Hoffelijke zorg
Wat is staar?
Voor in het oog, vlak achter de pupil, zit de heldere
en doorzichtige ooglens. Naarmate we ouder worden,
wordt deze lens minder helder. Daardoor lijken de dingen die
we zien waziger en grauwer van kleur. Dit troebel worden
van de ooglens wordt ‘staar’ of ‘cataract’ genoemd. Iedereen
die ouder wordt, krijgt daarmee te maken. Maar niet
iedereen heeft er echt last van.
Er zijn verschillende vormen van staar:
1. aangeboren staar
2. staar ontstaan door ziekte of beschadiging van het oog.
3. ouderdomsstaar
Over deze laatste vorm ‘ouderdomsstaar’ gaat deze folder.
Ouderdomsstaar
Ouderdomsstaar is een ‘normaal’ verouderingsproces, net
alshet krijgen van rimpels. Sommige mensen merken al rond
hun veertigste dat hun ooglens troebel wordt. Meestal doen
de eerste verschijnselen van ouderdomsstaar zich echter
pas later voor. Of u het merkt, hangt af van de grootte en de
plek van de troebeling in de ooglens. Zit de troebele plek in
het midden van de lens of daar vlakbij, dan krijgt u al snel
klachten. U gaat bijvoorbeeld wazig zien, dubbelzien, u ziet
kleuren doffer of u krijgt last van licht of schitteringen.
Als u binnen korte tijd opeens veel sterkere brillen­glazen
nodig heeft, kan dat ook wijzen op ouderdoms­staar.
Sterkere brillenglazen kunnen het zicht op den duur niet
meer verbeteren. Doorgaans neemt de staar in de loop van
de tijd toe. Het gezichtsvermogen wordt daarmee steeds
slechter. Een bezoek aan de oogarts is dan noodzakelijk.
Deze lamp geeft een smalle bundel licht, waarmee de
oogarts het voorste deel van het oog kan bekijken. Daar
bevindt zich de ooglens. De oogarts kan met het licht zien of
er troebelingen zijn in de ooglens en zo ja, hoe ver de staar
zich al heeft ontwikkeld. Daarnaast onderzoekt de oogarts
hoeveel u nog kunt zien en of uw ogen verder gezond zijn.
Wanneer behandelen?
Wie nog goed genoeg ziet om zonder problemen
het dagelijkse werk en hobby's te kunnen doen, hoeft
zich (nog) niet te laten behandelen. Een operatie is dan
niet direct noodzakelijk. Het is echter wel realistisch
om rekening te houden met een staaroperatie in
de toekomst. Staar wordt immers nooit minder; het
gezichtsvermogen gaat langzaam maar zeker toch achteruit.
Is (beginnende) staar eenmaal ontdekt, dan is controle nodig
indien de klachten erger worden. Zodra de staar te hinderlijk
wordt, kan uw gezichtsvermogen weer worden hersteld met
een staaroperatie. Wanneer dit moet gebeuren, kunt u in
principe zelf bepalen - maar wel in overleg met uw oogarts.
Behandeling
Ouderdomsstaar is goed te behandelen. Een staaroperatie
kan het gezichtsvermogen vrijwel volledig herstellen.
Dit is wel afhankelijk van de conditie van het netvlies.
Tijdens deze operatie verwijdert de oogarts de troebele
lens en vervangt deze door een kunstlensje. De oogarts
opereert altijd maar één oog per keer. Zo kunt u kort na
de operatie alles weer doen, omdat u nog voldoende
zicht heeft door uw nietgeopereerde oog. Staaroperaties
worden heel regelmatig uitgevoerd. In principe is het risico
van complicaties gering maar een bloeding, infectie of
netvliesloslating kan optreden. Ook lukt het soms niet alle
lensresten te verwijderen bij de operatie.
Onderzoek
Om erachter te komen of er inderdaad sprake is van ouder­
doms­staar, bekijkt de oogarts uw ogen met de spleetlamp.
Bij een deel van de patiënten kan zogenaamde nastaar optreden, waarbij een geringe troebeling ontstaat die met
Staar
uitgave: Nr 16 / juni 2014/ Oogheelkunde
pagina: 1 van 3
een laserbehandeling te behandelen is. Ook op zeer hoge
leeftijd is de operatie nog goed te ondergaan. Overigens
is opereren de enige manier om echt iets te doen aan
ouderdomsstaar. Er bestaan geen medicijnen tegen staar.
Voorbereiding op de operatie
Indien de oogarts een staaroperatie adviseert, komt u op
een wachtlijst. Voordat u wordt geopereerd, wordt er door
de optometrist op de poli Oogheelkunde een echografie
van uw oog gemaakt. Dit is een onderzoek waarbij we met
behulp van geluidsgolven berekenen hoe sterk de kunstlens
moet zijn. Tijdens dit voorbereidende onderzoek wordt
tevens uw bloeddruk gemeten. U krijgt hierna een recept
mee voor oogdruppels. Met dit recept gaat u naar de
apotheek en zorgt u dat u de druppels al in huis heeft vóór
de operatie.
Na de operatie moet u de oogdruppels gaan gebruiken,
volgens voorschrift van de arts.
Op de dag van de operatie kunt u gewoon eten en uw
medicijnen innemen zoals u gewend bent. U kunt uw
normale kleding aanhouden tijdens de operatie. Wel is het
verstandig uw sieraden af te doen en thuis te laten. Ook
moet u uw eventuele gehoorapparaat aan de kant van het te
opereren oog uitdoen voor de operatie. Na de operatie kan
het licht erg fel zijn voor uw oog; het is daarom raadzaam
een zonnebril mee te nemen.
In de meeste gevallen kunt u enkele dagen na de operatie gewoon autorijden of fietsen. Uw oogarts overlegt dit met
u. Tot 3 weken na de operatie mag u niet zwaar tillen of
persen.
De operatie
Voor een staaropratie zijn verschillende soorten verdoving mogelijk, namelijk druppelverdoving (topicaal) en infiltratie­
verdoving (subtenonaal). Bij druppelverdoving wordt de
buitenzijde van het oog gedruppeld en verdoofd. Als de
verdoving is ingewerkt kan worden gestart met de operatie.
Het nadeel van deze verdoving is dat de patient het oog nog
wel kan bewegen, dus u moet het oog goed stil houden. Bij
infiltratie wordt uw oog eerst oppervlakkig verdoofd met
een paar druppeltjes. Daarna wordt er met een pincet en
schaartje een klein gaatje in het witte vlies (bindvlies) van
uw oog gemaakt. Door dit gaatje, onder in uw oog aan de
kant van de neus, schuift de oogarts een piepklein buisje.
Vervolgens spuit hij door dit buisje verdovingsvloeistof.
Deze vloeistof komt terecht rond de oogzenuw, waardoor deze tijdelijk verdoofd is. Deze manier van verdoven is
heel veilig. Wel is het oogwit vaak nog wel twee weken na
de operatie rood.
Voor een staaroperatie onder plaatselijke verdoving moet
u in ieder geval in staat zijn om een half uur achter elkaar stil
te liggen.
Tijdens de operatie bent u wakker. Het oog dat
geopereerd wordt, is tijdens de operatie steriel afgedekt
en wordt opengehouden met een spreider. Uw andere oog
is afgedekt, dus u ziet niets van de operatie. De oogarts
verwijdert de troebele lens en vervangt deze door een
kunstlensje. Tot slot krijgt u een verband met een kapje op
uw geopereerde oog.
Dagbehandeling
De operatie zal in de meeste gevallen onder plaatselijke
verdoving in dagbehandeling worden verricht; u kunt dan
op dezelfde dag weer naar huis.
Na de operatie
Na de operatie moet uw oog gedruppeld worden. U
moet zich daarbij houden aan de voorschriften van de
oogarts. U ontvangt ook andere instructies die u kunt
nalezen in de folder 'Richtlijnen na een staaroperatie'.
Nastaar
Na sommige staaroperaties ontstaat er een nieuwe
troebeling (in ± 12% van de ogen). Hierbij ontstaat
er op het achterste deel van het (oude)lenskapsel
(2) opnieuw een troebeling, die geleidelijk weer
gezichtsscherptevermindering geeft. Vaak ontwikkelt deze
vorm van staar zich na langere tijd.
Nastaar van het achterste lenskapsel
Dit is met behulp van de daarvoor speciaal ontwikkelde
YAG laser weg te nemen.
De behandeling is pijnloos: het hoornvlies wordt met
een druppel verdoofd, van de laser zelf merkt u niets dan
alleen een tikkend geluid.
Staar
uitgave: Nr 16 / juni 2014/ Oogheelkunde
pagina: 2 van 3
Na deze behandeling gaat u weer naar huis. Vóór de
ingreep wordt gestart met een ontstekingsremmende
druppel, die helpt voorkomen, dat er in het netvlies na de
behandeling vocht ontstaat. Meestal moet deze druppel een
week worden gebruikt.
Meer informatie
Deze folder geeft in het kort weer wat er aan de hand
is wanneer de oogarts staar bij u heeft geconstateerd. Ook
is aangegeven wat u eraan kunt laten doen. Verdere vragen
kunt u het beste stellen aan uw oogarts.
Deze folder is tot stand gekomen onder redactie van
de commissie Patiëntenvoorlichting Nederlands Oogheel­
kundig Gezelschap. Website: www.oogheelkunde.org.
Controle-afspraak
Bij uw ontslag krijgt u een controle-afspraak mee voor
de polikliniek Oogheelkunde. De oogarts zal tijdens dit
bezoek verdere afspraken met u maken.
Tot slot
Mocht u nog vragen en/of klachten hebben dan
kunt u maandag t/m vrijdag ons telefonisch bereiken
op telefoonnumer 070 - 312 44 42 of u kunt online een
afspraak maken, via www.bronovo.nl.
Polikliniek Oogheelkunde
Locatie Hubertusduin
Postadres: Bronovolaan 5, 2597 AX Den Haag
Telefoon polikliniek Oogheelkunde: 070 - 312 44 42
(op werkdagen van 09.00 - 11.30 uur en 13.30 - 15.30 uur)
Locatie Gezondheidscentrum Wassenaar
Hofcampweg 65, 2241 KE Wassenaar
Telefoon: 070 - 512 72 96 (op werkdagen van 09.00 - 11.30
uur en 13.30 - 15.30 uur)
Bronovo | Bronovolaan 5 | 2597 AX Den Haag | Tel: 070 - 312 41 41 | www.bronovo.nl
Staar
uitgave: Nr 16 / juni 2014/ Oogheelkunde
pagina: 3 van 3