Extra informatiebrief

Nieuwe UDD-maatregel per 1 maart 2014
Sinds 1 maart 2014 is de UDD-regeling in werking getreden. De UDD maatregel is
opgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en geldt voor alle veehouders met
meer dan 5 stuks melkkoeien of jongvee, meer dan 5 vleesvarkens of meer dan 5
vleeskalveren. De maatregel houdt in dat in principe alleen de dierenarts antibiotica mag
toedienen. Uitzondering hierop is dat veehouders ook antibiotica mogen toedienen, maar
alleen wanneer er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. Er is een 1-op-1 overeenkomst tussen veehouder en dierenarts aanwezig
2. Er is op het bedrijf een specifiek Bedrijfsbehandelplan (BBP) en
Bedrijfsgezondheidsplan (BGP) aanwezig
3. Het bedrijf wordt regelmatig door een dierenarts bezocht, voor melkvee geldt
eenmaal per drie maanden voor een periodiek bedrijfsbezoek (PBB) of voor
KoeKompas, twee maal per jaar.
4. Er is een jaarlijkse evaluatie van het Bedrijfsbehandelplan (BBP) en
Bedrijfsgezondheidsplan (BGP) waarbij specifiek aandacht wordt gegeven aan het
antibioticaverbruik.
5. Antibiotica wordt toegediend volgens het Bedrijfsbehandelplan en volgens het
behandeladvies van de dierenarts.
Verder gelden onderstaande regels:
Veehouders mogen een eerste keuze middel op voorraad hebben voor maximaal
15% van de aanwezige dieren.
Dit geldt ook voor tweede keuze antibiotica ter behandeling van mastitis
(mastitisinjectoren).
Een 2de keus middel mag worden ingezet nadat de dierenarts een diagnose heeft
gesteld op het bedrijf.
Belangrijk hierbij is dat:
- De dierenarts schriftelijk de behandeling heeft onderbouwd inclusief het diernummer
- Het 2de keus middel mag voor maximaal 14 dagen op het bedrijf aanwezig zijn
- Alle antibiotica die na een kuur zijn overgebleven moet de veehouder verwijderen
volgens de gemeentelijke milieuverordening.
In sommige speciale gevallen mag er onder voorwaarden voor een beperkte periode een
2e keus droogzetter (Super Mastidol of Nafpenzal) worden ingezet. Dit kan alleen
wanneer dit wordt onderbouwd met melkmonsters en er ook aanvullende management
maatregelen worden genomen.
We raden u dan ook aan om van koeien met mastitis in de droogstand of in de eerste
100 dagen van de lactatie standaard een melkmonster te nemen. U kunt dit monster
direct insturen of invriezen om later in te sturen. Mocht u het monster niet nodig hebben
kunt u het altijd nog weggooien. Alsnog een monster nemen wanneer de koe al
behandeld is heeft geen zin.
U zult gezien hebben dat er voor melkveebedrijven eigenlijk niet veel verandert in
vergelijking met afgelopen jaar. Waar u wel op moet letten is dat uw voorraad niet
groter wordt dan 15%. Met onze wekelijkse bezorgservice hoeft u geen grote voorraden
meer op te bouwen. U kunt de bezorgservice tevens gebruiken om melkmonsters voor
bacteriologisch onderzoek of celgetalbepaling mee te geven naar de praktijk.
De folder over de UDD-maatregel die door Economische Zaken is gemaakt kunt u vinden
op onze website. (www.ulp.nu)
Wanneer u nog vragen heeft bespreekt u die dan met uw dierenarts of neem contact op
met de praktijk.