NOF infoblad verhuizing.indd

Handreiking
inzake verhuizing
van ouderen
naar een andere
woonlocatie.
A. Noodzakelijke verhuizing van ouderen uit ‘hun’ verzorgings- of
verpleeghuis - hoe wordt dit zo goed mogelijk begeleid?
In deze handreiking doen wij voorstellen met betrekking tot de verhuizing van bewoners
naar een andere huisvesting. Onze voorstellen zijn onder meer gebaseerd op signalen
die ouderen, hun kinderen of andere verwanten hebben afgegeven via het meldpunt
Gedwongen Verhuizingen van het Nationaal Ouderenfonds, NPCF en CSO. Deze hand­
reiking is ontwikkeld door het Nationaal Ouderenfonds in samenwerking met ActiZ en
de Nationale ombudsman en is bedoeld als aanvulling op het bestaande draaiboek. Het
is een hulpmiddel om een noodzakelijke verhuizing voor ouderen zo soepel mogelijk te
laten verlopen.
Veel van de meldingen die bij het meldpunt zijn binnengekomen, laten zien dat het
gaat om een kwetsbare doelgroep, die weinig tot niet zelfredzaam is. Deze ouderen
hebben niet de mogelijkheden om ‘hun eigen plan te trekken’. Ze zijn in zeer grote mate
afhankelijk van derden. Bij een verhuizing is daarom zorgvuldigheid geboden.
Samenwerking tussen betrokken partijen zoals zorgorganisaties, zorgkantoren en CIZ
is van belang. Afstemming is nodig om het proces van sluiten van een zorglocatie en de
verhuizing zorgvuldig te laten verlopen en om de nadelige gevolgen voor de ouderen
te beperken.
B. Belangrijkste ervaren knelpunten
Uit het meldpunt komen de volgende knelpunten naar voren:
1. Onzekerheid over de toekomst, wat verdriet en angst bij de ouderen teweeg brengt
en weerstand bij de naasten.
2. Verlies aan directe contacten van buiten het wooncentrum; aangegeven wordt dat
de afstand soms te groot wordt voor familie, vrienden en kennissen die in de buurt
wonen. De ouderen laten als het ware hun verleden achter.
3. Dreigend verlies van contacten binnen het huis.
4. Verlies van onder meer activiteiten, diensten, geloofsbeleving.
5. Bewoners en familie vrezen opnieuw kosten te moeten maken voor het inrichten van
een woning.
De meldingen zijn niet alleen van/namens ouderen die weten dat zij moeten verhuizen,
maar ook van ouderen die bang zijn dat ze op termijn moeten verhuizen.
C. Onze voorstellen
Hoe gaan de overheid en de zorgorganisatie om met deze forse
veranderingen voor de ouderen?
Beide hebben een verschillende, maar ook deels overlappende rol.
Informatie algemeen
Voor ouderen en familie is het belangrijk dat ze goed geïnformeerd worden door de
overheid, waarbij duidelijk wordt waarom deze hervormingen in de zorg nodig zijn en
waarom besluiten genomen worden. Hierbij is het van belang dat de zorgorganisatie
dezelfde boodschap over brengt en goed aan bewoners en familie uit kan leggen waar­
om juist de betreffende locatie gesloten wordt (of van zorgvorm verandert).
Informatie door de zorginstelling
Essentieel is om zo tijdig mogelijk duidelijke, begrijpelijke en volledige mededelingen te
doen van ophanden zijnde veranderingen en hoe dit geregeld wordt. Hierdoor worden
geruchten voorkomen, die onzekerheid, angst en weerstand veroorzaken. Soms is ook
voor de organisatie nog niet alles duidelijk of bekend. Ouderen ervaren het als prettig
als dan wordt aangegeven wanneer er zicht is op duidelijkheid. Ook als de organisatie
de tijd neemt om serieus op vragen in te gaan van bewoners en familie, waarbij de
boodschap aangepast wordt op de (situatie van de) bewoner.
Hierbij is een goed communicatieplan van belang. Hierin kan opgenomen worden:
1. Een bijeenkomst waarin vroegtijdig de verhuizing wordt besproken. Daarnaast wordt
schriftelijke informatie zeer op prijs gesteld.
2.Een paar informatiebijeenkomsten voor bewoners en hun kinderen/verwanten.
Voordeel is dat er meerdere data zijn, zodat er zoveel mogelijk mensen kunnen
komen. Ook zijn dan de bijeenkomsten niet te groot, zodat er ruimte is om op vragen
in te gaan. In grote bijeenkomsten lukt dat meestal niet. Dan kan er een sfeer van
weerstand ontstaan. Dit terwijl het juist de kunst is om te komen tot een gezamenlijk
belang van kinderen, ouderen en van de zorginstelling: samen optrekken om het
proces zo goed mogelijk te laten verlopen.
3. Een aanspreekpunt voor familie en bewoners. Door goede, eenduidige informatie
en begeleiding krijgen bewoners en familie het vertrouwen dat alles goed voor hen
wordt geregeld. Soms kan het handig zijn om een team samen te stellen, waarvan
ieder lid aanspreekpunt is voor een aantal bewoners. Hierbij kunnen ook vrijwilligers
een rol spelen.
4. Bewoners zonder familie of sociaal netwerk hebben vaak extra hulp en begeleiding
nodig. Dat kan afhankelijk van de situatie bijvoorbeeld via maatschappelijk werk,
een vrijwilliger waar een bijzondere band mee is, een mentor voor deze oudere …
5. Mensen die pas in het huis zijn komen wonen, hebben mogelijk extra aandacht nodig.
Vragen als ‘waarom hebben ze mij aangenomen, terwijl de sluiting waarschijn­lijk al
bekend was’, liggen voor de hand. Hierbij kan een aparte bijeenkomst (als het om
meerdere bewoners gaat) uitkomst bieden.
6. Ouderen willen weten wat hun rechten zijn, waar ze een klacht kunnen indienen en wil­
len geïnformeerd en gerustgesteld worden dat klagen geen negatieve ­conse­quenties
heeft.
7. Ook voor bewoners van aanleunwoningen staan er veranderingen op stapel. Tijdens
een aparte informatiebijeenkomst voor deze bewoners en hun familie kan serieus op
hun situatie worden ingegaan.
Als het verzorgingshuis sluit, maar de naastgelegen aanleunwoningen bewoond blij­
ven, is een goede overdracht aan een ander zorgteam en het welzijnswerk belangrijk.
8. Tenslotte is het ook belangrijk om het verhaal goed uit te leggen aan de pers. Een
perscontactpersoon is handig. Voor publicatie mag het bericht gecheckt worden op
feitelijke onjuistheden. Zelf een persbericht opstellen en uitsturen, zorgt voor de ver­
spreiding van correcte informatie.
Familie: tegenstanders of partners?
Het is heel goed te begrijpen dat kinderen of andere verwanten zich verzetten: zij willen
het beste voor de oudere en zijn bang voor een verslechtering van diens toestand. De
verandering is echter onomkeerbaar. Het is de kunst om als management, in samenspel
met uw medewerkers, de kinderen/verwanten bereid te krijgen om mee te helpen de
verhuizing voor hun familielid zo goed mogelijk te laten verlopen. Hun ongenoegen en
verzet zorgen mede voor onzekerheid en angst bij de oudere.
Uw medewerkers en vrijwilligers
Voor uw medewerkers en vrijwilligers is de sluiting ook een ernstige ingreep. Voor
mede­werkers is er misschien onzekerheid over wat er gebeurt met hun baan. Ook zij
hebben behoefte aan ondersteuning, zodat ze de verhuizing voor bewoners zo goed
mogelijk kunnen laten verlopen.
Informatie over de mogelijkheden
Laat zien dat u oog hebt voor de positie van de oudere door zoveel mogelijk alterna­
tieven te geven.
• Naast de locaties van de eigen zorgorganisatie, kunnen ook die van collega’s een moge­
lijkheid zijn. Hierbij kan rekening gehouden worden met de keuze van de oudere.
• Ouderen ontvangen graag informatie en suggesties over mogelijke nieuwe locaties:
karakter van het huis, leefstijl/levens¬overtuiging, de activiteiten en voorzieningen,
openbaar vervoer voor familie/vrienden. Misschien kunnen er rondleidingen georga­
ni­seerd worden zodat mensen zich kunnen inleven.
• Duidelijkheid voor bewoners en naasten over hetgeen de zorgorganisatie betaalt en
regelt, is belangrijk voor ouderen.
• Als de huidige locatie omgezet wordt in zelfstandig wonen met zorg, zou bezien
kunnen worden of dit voor bepaalde bewoners een optie zou kunnen zijn.
• In diverse plaatsen zijn er experimenten met het zgn. ‘virtuele verzorgingshuis’.
Misschien is dit een vorm van ondersteuning die bij bewoners past.
• Als een kind waar een goede band mee is, verder weg woont, dan kan een keuze zijn
naar die plaats te verhuizen.
• Als kinderen aangeven vader of moeder in huis of in een mantelzorgwoning te willen
nemen, kan dit ondersteund worden door adressen van instanties te geven, waar zij
terecht kunnen voor advies.
• Er kan zich de lastige situatie voordoen dat een deel van de bewoners al weg is,
zodat er mensen op een (bijna) lege gang wonen. Afhankelijk van de bewoner en de
situatie kan gekeken worden of een tussenoplossing als tijdelijke huisvesting elders
uitkomst kan bieden. Dit is erg afhankelijk van de persoon, want meermaals ver­
huizen is extra belastend.
Als er individuele gesprekken gevoerd en er formulieren ingevuld worden, wordt zorg­
vuldigheid zeer op prijs gesteld. Verkeerd opgenomen informatie zorgt voor (nieuwe)
verwarring en onzekerheid.
Als de keuze gemaakt is
• Bewoners met een goede band, kunnen het beste bij elkaar blijven.
• De tablet blijkt voor ouderen een toegankelijk apparaat. Skype of een dergelijke beeld­
belverbinding is een optie om contact met familie, vrienden - het oude sociale netwerk te houden. Dan kan het verlies van goede contacten wat ondervangen worden.
• Een kennismakingsbezoek is voor ouderen erg belangrijk.
• Een gezamenlijk afscheid, waar u met elkaar naar toe werkt, is voor zowel de bewoners
als de medewerkers belangrijk.
• In overleg met het management van de nieuwe locatie, zou er bij inhuizing gezorgd
kunnen worden voor een introductie bij de ouderen die er al wonen. Door mede­werkers,
door een vrijwilligersgroep, of een oude bewoner die aan een nieuwe gekoppeld wordt.
• Een welkomstpresentje wordt gewaardeerd.
Praktisch
• Hoe minder administratieve lasten voor een oudere hoe beter.
• Als u zelf contact opneemt met instanties voorkomt u dat de bewoner van het kastje
naar de muur gestuurd wordt.
• Mensen maken zich zorgen over de kosten (uit de meldingen blijkt dat velen niet weten
hoe dit geregeld is). U kunt die zorg vermijden door duidelijk aan te geven wat de zorg­
organisatie voor rekening kan nemen en hoe men hier een beroep op kan doen.
• Als verhuizing nodig is vanwege renovatie, nieuwbouw of sluiting van een locatie
komt de zorgaanbieder de bewoner (naar redelijkheid) tegemoet in de kosten die
deze onvrijwillige verhuizing met zich mee brengt. De compensatie kan in natura of
door een financiële vergoeding te geven. Als de cliënt op eigen verzoek verhuist, zijn
de kosten uiteraard voor de cliënt zelf.
• Als de verhuizing samenhangt met renovatie of nieuwbouw van de locatie, kan de
­
zorgaanbieder (indien het een voormalig verzorgingshuis betreft) op zijn beurt
gecompenseerd worden door het zorgkantoor. Maar in geval van sluiting is dat niet
mogelijk. ActiZ en de OuderenOmbudsman pleiten ervoor om dit ook in geval van
sluiting mogelijk te maken.
• Niet alle ouderen krijgen hulp bij de verhuizing. Zo geeft tijdens de enquête een
kwart aan dat ze niet weten of ze geholpen worden. De zorgorganisatie kan deze
onzekerheid wegnemen door dit in kaart te brengen en tijdig hulp te regelen.
G. Boshuis, Nationaal Ouderenfonds
30 juli 2014