Kort verslag - Regioburgemeesters

Algemeen Overleg Tweede Kamer – Commissie voor Veiligheid en Justitie
Veiligheidsonderwerpen – 26 juni 2014
Bontes (GRBVK), Dijkhoff (VVD), Helder (PVV), Kooiman (SP), Marcouch (PvdA), Van der Staaij (SGP), Van
Toorenburg (CDA)
Op de agenda staan
- Veiligheidsmonitor 2012
- Reactie op het onderzoek ‘Schoon, heel en werkzaam?!’
- Nieuwe aanpak Veiligheid Kleine Bedrijven
- Overleg met branche van geld- en waardetransporteurs inzake de aanpak van overvallen
- Veiligheidsmonitor 2013
- Uitkomsten overleg ‘outlaw motorcycle gangs’ d.d. 9 mei 2014
- Voortgangsrapportage outlaw motorcycle gangs
Toezeggingen minister
1. Het signaal dat OMG leden in detentie geld ontvangen van clubs bij de staatssecretaris neer te leggen en
de Kamer te informeren over mogelijkheden zoals het beperken van maximale bedragen op rekeningen
van gedetineerden en nader onderzoek naar transacties (hoge stortingen)
2. Kamerbrief na het reces te zenden ns. collega’s Blok en Hennis over de mogelijkheid tot het verder
terugdringen van personen in overheidsdienst die lid zijn van een OMG
3. Eind dit jaar de Kamer te informeren over de mogelijkheid van amberalert via cellbroadcasting
4. De onderzoeksuitkomsten t.a.v. straatcoaches te agenderen in het SBV en de Kamer hierover te
informeren voor de begroting (indien nodig vao)
5. Kamer per brief te informeren over de manieren van monitoren van haatcriminaliteit en waarom dit niet
op te nemen in de veiligheidsmonitor
Navolgend wordt - indien van toepassing - per onderwerp de strekking van het overleg, te weten gestelde
vragen en de reactie van de minister, weergegeven. Zie de agendastukken voor de inhoud van betreffende
onderwerpen (desgewenst opvraagbaar).
Outlaw Motorcycle gangs
Dit agendapunt kreeg veruit de meeste aandacht, naar aanleiding van de uitkomsten van het door de minister
gevoerde overleg met burgemeesters en de voortgangsrapportage.
De commissieleden uiten zorg over de ontwikkelingen ten aanzien van OMG’s. Enkelen geven aan signalen te
hebben ontvangen dat er te weinig middelen (te denken aan wetgeving, capaciteit) voor aanpak beschikbaar
zijn. Genoemd wordt dat burgemeesters alleen staan in de aanpak. Door de commissieleden worden specifiek
de volgende aspecten ter verbetering opgemerkt en voorbeelden aangedragen: speciale recherche-eenheid
(België), informatiepositie burgemeester, aanmerken OMG’s als criminele organisatie, civielrechtelijke aanpak,
aanpak van fondsen voor gedetineerde leden, uitstapprogramma’s, hoe er voor te zorgen dat partijen zoals
vastgoed en horeca naar te politie willen/durven te stappen, verder terugdringen ambtenaren met
lidmaatschap OMG, wettelijke mogelijkheden zoals in Duitsland. De commissieleden pleiten voor een
stevige(re) en systematischere aanpak. De minister wordt gevraagd hoe hij een gerichtere en effectiever
aanpak gaat realiseren.
De minister reageert. Hij geeft aan het gevoel te hebben aan dezelfde kant te staan. Hij heeft geen
geruststellende indruk willen maken, niet alles is onder controle. De agendastukken zijn een weergave van
zoals we de aanpak scherp hebben ingezet en het als onaanvaardbaar item hebben benoemd. Hij heeft
gesproken met burgemeesters, OM, partners en Duitse, Belgische en Franse collega's. We moeten als één
overheid acteren.
We moeten niet vluchten achter de roep om instrumentarium, maar als bestuur de maatregelen nemen die we
kunnen nemen. De burgemeesters geven aan hiertoe voldoende middelen te hebben. Niet overal wordt het
bestuurlijk instrumentarium goed gebruikt. Als een regio iets nodig heeft, dan zijn we er. Laat de burgemeester
die meer hulp wil zich melden, dan gaan we in gesprek.
Punt van zorg betreft het gebruik van informatie, we moeten niet alleen reageren maar ook anticiperen. In
reactie op de opmerking van het CDA dat de recherche roept om meer focus, geeft de minister aan dit niet te
herkennen. Het is aan het gezag om prioriteiten te leggen. Er is focus bij recherche, nationaal en regionaal,
maar het signaal pakt hij op en bekijkt of er meer focus nodig is. Individuen die lid zijn en misdrijven plegen
worden aangepakt door het OM, zo ook de OMG indien de club wordt gebruikt door individuen voor strafbare
feiten. Een rechtspersoon kan civielrechtelijk als verboden verklaard aangemerkt worden. Dit versterkt de
strafrechtelijke aanpak. Aanmerking als criminele organisatie vraagt een lange adem.
De wetgeving in Duitsland is anders. Wij kennen een zwaardere bewijslast. Met elkaar moeten we proberen dit
aan te pakken, waarbij we ook de uitstraling hebben dat we werken als één overheid. Er is geen behoefte aan
wetgevingsprocedures of het zoeken naar nieuwe instrumenten.
De Denen kennen een succesvol exitprogramma. Wij gaan dat ook ontwikkelen. Dit is een toevoeging aan de
huidige brede integrale aanpak.
De minister geeft aan het signaal dat OMG leden in detentie geld ontvangen van clubs bij de staatssecretaris
neer te leggen. Aangedragen punten als het beperken van maximale bedragen op rekeningen van
gedetineerden en meer onderzoek naar transacties neemt de minister mee en zegt toe de Kamer te
informeren.
OMG leden in overheidsdienst kunnen niet direct ontslagen worden. Zij worden wel aangesproken. De situatie
is onwenselijk, de uitvoering van de motie loopt. De minister bespreekt de voortgang met collega’s Blok en
Hennis. De VVD vraagt of de Nationale Reserve tevens onder de aanpak valt. De minister zal de Kamer mede
namens zijn collega’s per brief over de voortgang rapporteren, waarbij hij de onverenigbaarheid scherp in
beeld brengt.
De minister benoemt de aanpak voort te zetten met prioriteit voor de integrale aanpak, inzet RIEC en LIEC,
strafrechtelijke vervolging, focus op clubhuizen en evenementen, bestrijden van invloed binnen de horeca,
beveiliging en voetbal (de nieuwe voetbalwet versterkt de aanpak) en de aanpak van windhappers.
Brouwerijen en vastgoed worden betrokken bij de aanpak als één overheid. Hij zal de Kamer volgens afspraak
blijvend over de ontwikkelingen in de aanpak informeren.
Overleg met branche van geld- en waardetransporteurs inzake aanpak overvallen
Het CDA vraagt naar de stand van zaken n.a.v. het overleg, wat heeft het opgeleverd? De PVV vraagt
aanvullend wat de minister naast overleg nog meer in gedachten heeft, zoals het aanscherpen van wet- en
regelgeving? De minister antwoord dat de wetgeving t.b.v. uitgebreidere screening wordt aangepast.
Voortdurend kijken we op het hoogste niveau waar we de aanpak kunnen aanscherpen t.a.v. preventieve en
repressieve mogelijkheden. Het overleg wordt voortgezet, we mogen niet verslappen.
Nieuwe aanpak Veiligheid Kleine Bedrijven
Het CDA vraagt de minister naar de stand van zaken. De minister antwoordt dat er meer leveranciers van
preventieve producten zijn. Dit jaar is er sprake van 500 scans, 1,2 mln. aan maatregelen wordt gesubsidieerd,
het volledige budget zal weer worden benut.
Veiligheidsmonitor
Diverse vragen worden gesteld over de Veiligheidsmonitor. De SGP merkt op dat meer dan de helft van de
respondenten de wijkagent te weinig zichtbaar vindt en vraagt de minister de inzet te bevorderen. Ook de
tevredenheid over het laatste politiecontact moet omhoog. De PVV vraagt de minister wat hij gaat doen om de
jongerenoverlast aan te pakken. De PvdA vindt de uitkomsten zorgelijk en vraagt de minister of hij in beeld
heeft in welke buurten en wijken de politie niet de baas is. Tevens verzoekt de PvdA de onderwerpen
haatcriminaliteit en prestaties strafrechtketen mee te nemen in de Veiligheidsmonitor.
De minister antwoordt dat hij op basis van de cijfers van politie en OM, de jaarverslagen en resultaten op
aanpak HIC en jeugdbendes kan stellen dat Nederland veiliger wordt. De dalende trend zet ook in 2014 door.
Samen met het gezag is de minister bezig om, via de Regioburgemeesters, de veiligheidsagenda met
prioriteiten vast te stellen, met jaarschijven op resultaten die we gaan boeken. Aan de tevredenheid wordt
gewerkt, dit is weerbarstig. De ervaring met aangifte doen en het ontvangen van een terugkoppeling is
belangrijk. Dit gebeurt nu wel en vergroot het vertrouwen. Ook zichtbaarheid is belangrijk. Er komt 1 wijkagent
per 5000 inwoners. De prioriteit binnen de reorganisatie van de politie ligt nu bij de inrichting van de
basiseenheden en districtsrecherches. Daar heeft de burger en het gezag wat aan.
Er zijn geen wijken waar politie niet de baas is. Er is in een situatie wel eens sprake van dreiging of spanning.
Dan wordt er opgetreden. Het opnemen van haatcriminaliteit in de Veiligheidsmonitor is al besproken met
partners. Gezien dit een trendbreuk tot gevolg heeft, is dit niet wenselijk. De minister zegt toe andere
manieren van monitoren van haatcriminaliteit te bespreken en de Kamer hierover per brief te informeren. De
prestaties strafrechtketen passen niet in de Veiligheidsmonitor, dit is een bevolkingsenquête. De minister
verwijst hiertoe naar de jaarlijkse publicatie over criminaliteit en rechtshandhaving.
Reactie op het onderzoek ‘schoon, heel en werkzaam?!’
De PVV merkt naar aanleiding van het rapport op dat veel wat wordt ingezet t.b.v. sociale cohesie niet helpt.
Het wijzen naar de verantwoordelijkheid van lokaal bestuur noemt de PVV wegduiken en vraagt de minister
het nu eens goed aan te pakken. Voer minimumstraffen, wijk- en huisuitzetting en mobiele politieposten in.
VVD, SP, PVV benadrukken bij de minister dat de onderzoeksuitkomsten uitwijzen dat de inzet van
straatcoaches op de lange termijn niet effectief blijkt, de impact op criminaliteit en overlast is twijfelachtig. Zij
dringen aan op een betere inzet van belastinggeld, zoals inzet van meer blauw op straat volgens de SP. De PvdA
reageert dat de inzet van straatcoaches aan lokaal is en in sommige gemeenten wel werkt.
De minister antwoordt kennis te nemen van punt m.b.t. straatcoaches. In reactie op de SP, die de minister
vraagt te adviseren straatcoaches niet in te zetten, geeft de minister aan dat hij dit niet kan en niet wil. Zij
worden ingezet door gemeenten. Dit is een lokale afweging. Het gezag maakt deze keuzes, de minister is geen
gezag. Hij zal wel in alle scherpte het rapport en de signalen van de Kamerleden agenderen voor het SBV. Hij zal
hierover rapporteren voor de begroting en aangeven wat de conclusie is geweest van gemeenten n.a.v. dit
rapport.
De SP merkt n.a.v. dit agendapunt op dat in de VS amberalert snel en goedkoop via cellbroadcasting loopt.
Bovendien ontvangt dan iedereen bericht, niet alleen diegenen die zich hebben aangemeld. Zij vraagt de
minister of dit in Nederland ook kan. De minister antwoordt dat de mogelijkheden worden verkend. Er zitten
technische vragen aan, dit wordt uitgezocht. Eind dit jaar wordt de Kamer per brief geïnformeerd.