Schoolondersteuningsprofiel Januari 2014 Shelly Geurtsen, RPCZ Rodrik & Shelly Postbus 2033 | 3800 CA Amersfoort | Utrechtseweg 29-G | 3811 NA Amersfoort T 033 – 46 22 717 | F 084 – 83 93 616 | [email protected] | www.inschool.nl 2 Inhoud 1.Inleiding .......................................................................................... 5 2.Algemene gegevens ............................................................................. 6 2.1.Algemene gegevens van de school ...................................................... 6 2.2.Onderwijsvisie / schoolconcept ......................................................... 6 2.3.Kengetallen leerlingenpopulatie van de afgelopen schooljaren.................... 7 2.3.1.Leerling aantallen .................................................................... 7 2.3.2.Gewicht leerlingen ................................................................... 8 2.3.3.Aanmeldingen ZAT, multidisciplinair overleg of bovenschools zorgteam .... 8 2.3.4.Aanmeldingen PCL en verwijzingen SBO .......................................... 9 2.3.5.Aantal terugplaatsingen vanuit het SBO .......................................... 9 2.3.6.Leerlingen met verwijzingen SO of een rugzakje.............................. 10 2.3.7.Aantal dyslexieverklaringen, gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met dyscalculie ................................................................ 11 3.Basisondersteuning............................................................................ 13 3.1.Basiskwaliteit ............................................................................. 13 3.2.Ondersteuningsstructuur en planmatig werken ..................................... 13 3.2.1.Standaarden van de inspectie .................................................... 13 3.2.2.Standaarden handelingsgericht werken ......................................... 15 3.2.3.Aandacht en tijd .................................................................... 16 3.2.4.Voorzieningen ....................................................................... 17 3.2.5.Ruimtelijke omgeving .............................................................. 18 3.2.6.Samenwerking ....................................................................... 18 3.3.Preventieve en licht curatieve interventies ......................................... 19 3.3.1.Aanwezige deskundigheid ......................................................... 19 4.Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ..................................................................................................... 21 4.1. Leren en ontwikkeling .................................................................. 22 4.2. Fysiek en Medisch ....................................................................... 24 4.3. Sociaal-emotioneel en gedrag......................................................... 25 4.4. Werkhouding ............................................................................. 26 4.5. Thuissituatie ............................................................................. 28 5.Conclusie ....................................................................................... 29 6.Bijlagen: Prints van de team enquete ..................................................... 31 3 4 1.Inleiding In dit schoolondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden, grenzen en ambities die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Uit dit document blijkt of de school voldoet aan de basisondersteuning die door het schoolbestuur en het samenwerkingsverband is vastgesteld of nog wordt vastgesteld. Bovendien wordt aangegeven voor welke leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het team een arrangement heeft. Dit schoolondersteuningsprofiel geeft ook de ambities van het team weer. Deze ambities staan geformuleerd in concrete doelen van het schoolbeleid. Op basis van dit document kan de school een goede gesprekspartner zijn voor bestuur, ouders, het samenwerkingsverband, het speciaal onderwijs en organisaties voor welzijn en zorg. De optelsom van de gegevens van meerdere scholen van het samenwerkingsverband geven een beeld van het onderwijszorg continuüm op het niveau van het schoolbestuur, de gemeente en het samenwerkingsverband. Op basis van dit overzicht kan het samenwerkingsverband bepalen voor welke kinderen op welke plek voorzieningen en lesplaatsen worden ingericht. Het schoolbestuur en het samenwerkingsverband kunnen vervolgens beleid ontwikkelen om te voldoen aan de zorgplicht voor het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen uit de regio. Zo vormen de schoolondersteuningsprofielen van alle scholen samen een belangrijke bouwsteen voor het ontwikkelen van beleid op onder andere de ondersteuningstoewijzing, de verdeling van middelen en het arrangeren van een goed antwoord op de behoeften van leerlingen. Het schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld door een adviseur van RPCZ, op basis van de ingevulde facts& findings, de competentiescan van het team en de teamworkshop. Naar aanleiding hiervan is door RPCZ een concept rapportage opgesteld welke aan de school is voorgelegd om te checken op feitelijke onjuistheden. Ook is gevraagd aan de school de concept rapportage te completeren waar het de ambities betreft ten aanzien van onderwijs(ondersteunings-) arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze aanvullingen zijn meegenomen in de definitieve schoolrapportage van dit schoolondersteuningsprofiel. 5 2.Algemene gegevens 2.1.Algemene gegevens van de school School: Tweemaster-Kameleon BRIN: 15AU Directeur: John Eckhardt IB-er(s): Eva Lobbezoo Aantal teamleden per 1 augustus 2012: 23 Formatie per 1 aug. 2012 (aantal fte's): 17.24 Schoolbestuur: Archipelscholen Samenwerkingsverband: Walcheren 2.2.Onderwijsvisie / schoolconcept De Tweemaster-Kameleon is een openbare basisschool waarbij de drie pedagogische ankerpunten van het Daltononderwijs centraal staan (zelfstandigheid, samenwerken en eigen verantwoordelijkheid). Zelfreflectie met kinderen over het leren en de persoonlijke ontwikkeling is hiertoe essentieel. Daarnaast is er een keuze gemaakt om in de onderbouw te concentreren op de basisvaardigheden en vanaf de bovenbouw ook specifieke aandacht te besteden aan digitale en multimediale vaardigheden van de kinderen. Tot slot is er binnen de school veel kennis aanwezig met betrekking tot meer- en of hoogbegaafde leerlingen, daar er een afdeling is binnen de school waar fulltime begaafden onderwijs wordt geboden. 6 2.3.Kengetallen leerlingenpopulatie van de afgelopen schooljaren 2.3.1.Leerling aantallen Leerling aantallen per 1 okt. 2008 per 1 okt. 2009 per 1 okt. 2010 per 1 okt. 2011 245 246 303 276 Bovenstaand figuur laat zien dat het leerlingenaantal vanaf 2010 aanzienlijk is gegroeid t.o.v. de jaren ervoor. Dit komt allereerst door het verkrijgen van de Dalton certificaten en daarna ook door de opstart van het hoogbegaafdheidsonderwijs binnen de school. Na een piek in 2010 is er weer sprake van een daling waarbij er momenteel (2013) weer een vergelijkbaar aantal leerlingen zijn als in 2008. De directie van de school geeft aan dat de verwachting is dat het leerlingenaantal gelijk zal blijven. Dit is te zien in onderstaand figuur. Verwachte leerling aantallen per 1 okt. 2012 per 1 okt. 2013 per 1 okt. 2014 273 249 249 Naast De Tweemaster-Kameleon zijn er nog drie scholen gevestigd in Oost-Souburg. Dit zijn PCBS De Burcht-Rietheim, het Kompas (beide scholen op christelijke grondslag) en OBS Het Mozaiek. En ook De Houttuyn-Vlieger in Vlissingen is een nabij gelegen school. Twee van bovengenoemde scholen hebben sinds korte tijd een nieuw gebouw gekregen met een brede school faciliteit. Dit heeft een aanzuigende werking. Verder hebben scholen wel een relatief eigen populatie en vormen ze geen directe concurrentie. Lang is er een contact geweest tussen de Souburgse scholen in verband met het opzetten van een brede school waarin gezamenlijk zaken zouden worden opgezet. Momenteel is dit verwaterd. Wel zijn er nog contacten met andere openbare scholen 7 via het netwerk voor Ib-ers en ook voor taal, reken en ICT coördinatoren/specialisten zijn er overlegmomenten. Per school één persoon die dit vertegenwoordigt. Ook zijn er overlegstructuren voor de directeuren in de gemeente Vlissingen. 2.3.2.Gewicht leerlingen Aantal gewichtleerlingen 0,3 Aantal gewichtleerlingen 1,2 per 1 okt. 2008 17 15 per 1 okt. 2009 22 18 per 1 okt. 2010 23 11 per 1 okt. 2011 16 9 Bovenstaand figuur laat het aantal leerlingen met een schoolgewicht zien van 2011 en de afgelopen drie jaar. In 2011 zijn er 16 kinderen met een schoolgewicht 0,3. Dat komt overeen met 5,8% van de schoolpopulatie; landelijk gemiddelde daarvan is 7,3% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, leerlinggewichten 2010-2011) en 9 kinderen met een schoolgewicht 1,2. Dat komt overeen met 3,3% van de schoolpopulatie; landelijk gemiddelde daarvan is 5,5% (bron: idem). Het aantal leerlingen met een schoolgewicht is afgenomen. Op De Tweemaster-Kameleon wordt uitgegaan van de visie van handelingsgericht werken, dat betekent dat de onderwijsbehoeften van de leerling het uitgangspunt vormen voor de ondersteuning. Soms heeft dit betrekking op een leerling met schoolgewicht maar zeer regelmatig ook niet. De ervaring van de school is dat er geen rechtstreekse koppeling zit tussen de onderwijsbehoeften van leerlingen en hun schoolgewicht. Er is dus ook geen aparte aanpak geformuleerd voor deze leerlingen. Wat betreft de ouderpopulatie geeft de school aan dat deze gemêleerd is. Vanuit de buurtfunctie trekt de school veel kinderen van ouders met een laag SES. Daarnaast is er een groep ouders die weloverwogen een keuze maakt voor het dalton onderwijs. Dit zijn vaak ouders met een relatief hoog opleidingsniveau. 2.3.3.Aanmeldingen ZAT, multidisciplinair overleg of bovenschools zorgteam De school zou mogen werken met een multidisciplinair zorgadviesteam (voorheen consultatieteam). Hier worden leerlingen besproken wanneer de school vastloopt in haar aanpak. Echter vanwege problemen binnen de gemeente met de opzet van dit team is er nog geen sprake van een ZAT team. Afgelopen vier jaar zijn er door de school dan ook geen leerlingen aangemeld. 8 Op schoolniveau is er echter wel sprake van een multidisciplinair zorgteam. School heeft rechtstreekse contacten met SMWO, GGD en Portos. En daarnaast is er de mogelijkheid een orthopedagoog/psycholoog te consulteren van praktijk van Waterschoot, die zich voor een deel van de tijd huisvest binnen de school. 2.3.4.Aanmeldingen PCL en verwijzingen SBO Aantal aanmeldingen PCL Aantal verwijzingen SBO 2007-2008 0 1 2008-2009 0 3 2009-2010 0 5 2010-2011 0 0 Van 2007 tot 2011 meldde de school geen leerlingen aan bij het PCL en verwees de school 9 kinderen naar het SBO. Dat komt overeen met een verwijzingspercentage van 0,21% per jaar en dat is minder dan het landelijk gemiddelde dat 0,51% bedraagt (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, aantal leerlingen verwezen naar het zelfde of een ander samenwerkingsverband 2010-2011). De school geeft aan dat voornaamste reden om leerlingen door te verwijzen is het welzijn van de leerling. Leerlingen die ondanks afstemming van de leerstof niet meer goed in hun vel zitten vanwege de verschillen tussen hen en de andere leerlingen. Daarnaast is het voorgekomen dat er leerlingen zijn doorverwezen vanwege overvraging op schoolniveau waardoor er gedragsproblemen ontstonden in de thuissituatie. Ondanks pogingen om leerstof aan te passen en af te stemmen is er geen balans gevonden. 2.3.5.Aantal terugplaatsingen vanuit het SBO De school heeft sinds 2007 één leerling teruggeplaatst gekregen uit het Speciaal Basisonderwijs (SBO). Dit meisje kon onvoldoende geholpen worden op het SBO waardoor toch gekozen is voor een terugplaatsing in het BAO. 9 2.3.6.Leerlingen met verwijzingen SO of een rugzakje Verwijzingen SO Verwijzingen SO Verwijzingen SO Verwijzingen SO cluster 1 cluster 2 cluster 3 cluster 4 1 oktober 2008 0 0 0 0 1 oktober 2009 0 0 0 0 1 oktober 2010 0 0 0 0 1 oktober 2011 0 2 0 0 De school verwees volgens opgave van de directie sinds 2008 twee leerlingen naar het Speciaal Onderwijs (SO), naar cluster 2. Aantal rugzakjes cluster 1 Aantal rugzakjes cluster 2 Aantal rugzakjes cluster 3 Aantal rugzakjes cluster 4 1 oktober 2008 0 0 0 2 1 oktober 2009 0 0 0 2 1 oktober 2010 0 0 0 2 1 oktober 2011 0 1 0 5 Er zijn in 2011 zes kinderen met een indicatie (rugzakje); vijf van cluster 4 en één van cluster 2. Dit komt neer op 2,1% van de schoolpopulatie. Het landelijk gemiddelde van kinderen met een rugzakje in het basisonderwijs is 1,4% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, totaal aantal leerlingen met een rugzak, zowel op het BO als SBO, schooljaar 2010-2011). De doorslag bij toelating bij het cluster is de handelingsverlegenheid van de school. De school maakt vooraf een inschatting of het tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van deze leerling met ondersteuning vanuit het cluster. Zo niet, dan wordt besloten tot overplaatsing. In het OKR en de opgestelde handelingsplannen wordt aangetoond dat de geboden hulp onvoldoende is om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling. Bij de leerlingen die een rugzak hebben binnen cluster 4 is er bij het merendeel van de leerlingen sprake van ondersteuningsbehoefte op het vlak van interactie met andere leerlingen en de leerkracht en ernstige leerproblemen. De school is voldoende tot goed in staat om met hulp hierop in te spelen. 10 Als gevolg van de indicaties en de ambulante begeleiding van uit de clusterscholen heeft het team kennis opgedaan over een aantal gedragsstoornissen en hun uitingsvormen. Ook hebben de betreffende leerkrachten hun handelingsrepertoire vergroot waardoor ze leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften beter en sneller kunnen ondersteunen. Dit ligt met name op het gebied van omgaan met gedrag en het structureren van de omgeving middels schema’s en kastopstellingen. De ervaring van de school is wel dat veel van de aanpakken zoals deze vanuit het cluster worden voorgesteld dicht liggen tegen de principes van het Dalton onderwijs, waardoor ze relatief gemakkelijk over te nemen zijn door de leerkracht en goed passen binnen het type onderwijs dat wordt geboden. In het kader van passend onderwijs tracht de school leerlingen die zijn aangemeld op de school te behouden en te ondersteunen. Uit het verleden blijkt dat de school redelijk goed in staat is in te spelen op specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen mits ze hierbij de nodige expertise, deskundigheid en ondersteuning krijgen. De school geeft aan dat rugzakleerlingen van cluster 4 in principe opvangbaar zijn mits ze passen binnen de groep en er voldoende financiële ondersteuning is. Wel voorziet de school een risico in de draagkracht/draaglast verhouding bij de leerkracht. Doordat leerkrachten steeds meer kunnen en zelf ondervangen wordt de taak die ze vervullen steeds zwaarder. Mogelijk komt hierdoor het welzijn in het gedrang. 2.3.7.Aantal dyslexieverklaringen, gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met dyscalculie Aantal dyslexieverklaringen Aantal gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen Aantal gediagnosticeerde leerlingen met dyscalculie/ rekenstoornis 1 oktober 2008 0 1 oktober 2009 0 1 oktober 2010 0 1 oktober 2011 11 3 16 64 54 0 0 0 1 Op de school zitten in 2011 in totaal elf leerlingen met een dyslexieverklaring en één leerling met een verklaring voor dyscalculie. Dit schooljaar 2012-2013 zijn er nog twee leerlingen gediagnosticeerd. Leerlingen met vermoedens van dyslexie worden gevolgd volgens het dyslexieprotocol. Vanaf de kleuters worden signalen genoteerd en bij uitval op de herfstsignalering in groep 3 wordt direct gestart met Connect lezen (3x per week 20 min). Vanaf dat moment start het traject waarin de leerling intensieve zorg krijgt voor lezen en/of spelling en er per meetmoment wordt nagegaan wat de vorderingen zijn. Zodra de leerling voldoet aan de criteria om vergoed dyslexieonderzoek aan te 11 vragen wordt dit gedaan. Bij een diagnose dyslexie is er een mogelijkheid van behandeling op school, door Praktijk van Waterschoot. De RT begeleiding binnen school en de behandeling worden dan op elkaar afgestemd. Een vastomlijnde aanpak voor leerlingen met dyscalculie is momenteel nog niet op de school aanwezig. Tot nog toe is hiervan nog niet zoveel sprake geweest op school en daarnaast is de variëteit in problemen bij leerlingen met dyscalculie uiteenlopender dan bij dyslexie waardoor lastiger een standaardaanpak gehanteerd kan worden. Leerlingen die momenteel gediagnosticeerd zijn met dyscalculie kunnen, mits ouders dit regelen, door Praktijk van Waterschoot worden begeleid onder schooltijd. Vragen over hoe het beste met deze leerlingen kan worden omgegaan in de klas kunnen ook worden kortgesloten met een psycholoog/orthopedagoog van Praktijk van Waterschoot. Daarnaast is voor leerlingen die motorische problemen hebben om onder schooltijd fysiotherapeutische behandeling te krijgen van een kinderfysiotherapeut die zich binnen de school heeft gevestigd. De school heeft in 2011 in totaal 54 leerlingen met een diagnose hoogbegaafdheid en daarnaast nog een aantal leerlingen waarvan wel vermoedens zijn, maar die (nog) niet onderzocht zijn. Deze leerlingen krijgen specifiek onderwijs binnen de klassen voor het begaafdheidsonderwijs. Door de verbondenheid met Leonardo in de beginjaren en het aantal jaren waarop dit nu draait is er een grote schat aan kennis en ervaring in de school aanwezig op dit vlak. Regelmatig is er bij hoogbegaafde leerlingen sprake van een co-morbiditeit. Ook hierin heeft de school dus veel ervaring op gedaan. In het kader van passend onderwijs geeft de school aan dat leerlingen aan de bovenzijde van de zorg (zowel hoog- als meerbegaafd), leerlingen met dyslexie en met dyscalculie opvangbaar zijn binnen de school. Hierbij wordt wel een beroep gedaan op de bereidheid van ouders zorg te organiseren voor hun kind, dat vervolgens op school kan worden uitgevoerd. Daarnaast wordt specifiek aangegeven dat leerlingen die hun kracht hebben liggen op ICT gebied of hiermee een onderwijsbehoefte wordt vervuld opvangbaar zijn binnen de school. 12 3.Basisondersteuning De basisondersteuning geeft het niveau van ondersteuning weer, waaraan alle scholen in het samenwerkingsverband (gaan) voldoen. Mede op basis van de schoolondersteuningsprofielen van alle deelnemende scholen stelt het samenwerkingsverband het niveau van basisondersteuning vast. De basisondersteuning omvat vier aspecten: - basiskwaliteit (het oordeel van de inspectie over de school); onderwijsondersteuningsstructuur (goede afspraken over de organisatie binnen de school en samenwerking met specialisten); planmatig werken (het volgen van de resultaten van de leerlingen en het inrichten van het onderwijs op basis daarvan) en preventieve en licht curatieve interventies (zoals een aanpak voor pesten of dyslexie). In de vragenlijst die voor deze rapportage is gebruikt, zijn deze vier aspecten van basisondersteuning bevraagd. De school heeft kunnen aangeven wat het meest recente oordeel van de inspectie was over de basiskwaliteit van de school. De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur en het planmatig werken is in beeld gebracht aan de hand van een aantal standaarden. Deze standaarden zijn voor een deel ontleend aan de standaarden die de inspectie hanteert, en voor een ander deel hebben ze betrekking op de mate waarin de school het handelingsgericht werken beheerst. De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur en het planmatig werken is verder in beeld gebracht door gegevens over de groepsgrootte (aandacht/tijd), voorzieningen, mogelijkheden van het gebouw en samenwerkingsrelaties van de school weer te geven. Vervolgens heeft de school kunnen aangeven welke preventieve en licht curatieve interventies zij aanbiedt. Om de kwaliteit van deze interventies verder in te vullen is ook gevraagd welke (gecertificeerde) deskundigen in het team aanwezig zijn. 3.1.Basiskwaliteit De Inspectie heeft de basiskwaliteit van de school tijdens haar laatste oordeel (2012) akkoord bevonden. 3.2.Ondersteuningsstructuur en planmatig werken 3.2.1.Standaarden van de inspectie Onderstaand schema geeft aan hoe de school zichzelf beoordeelt op een aantal standaarden uit het toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs. 13 Zwak Voldoende 1.1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden * 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden * 2.4 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerling-gewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand * Goed 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school * 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen * 4.5/6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school * 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan * 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen * 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen * 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen * 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen * 7.1 De school gebruikt een samenhangend systeem genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen * 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen * 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben * 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen * 8.3 De school voert de zorg planmatig uit * 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg * Excellent 8.5 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerling-populatie * * 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen * 9.3 De school evalueert regelmatig het leerproces * 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten * 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces * 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit * Directie en IB beoordelen de school op elf van de 24 bovenstaande inspectie indicatoren als voldoende, op twaalf als goed en op één als excellent. Hiermee geeft men aan dat men vindt dat de basisondersteuning wel in orde is. 14 De excellente beoordeling op het punt ‘ structurele samenwerking met ketenpartners die haar eigen kerntaak overschrijden’ , uit zich in de school door verschillende instanties die zich voor dagdelen of dagen gevestigd hebben in de school om van hieruit zorg te bieden. Hierbij is er sprake van een overeenkomst met Praktijk van Waterschoot, welke zowel diagnostiek als behandeling kan bieden aan leerlingen met uiteenlopende problematieken zoals o.a. dyslexie, dyscalculie en gedragsproblemen. Daarnaast is er een overeenkomst met een kinderfysiotherapeute die leerlingen met motorische problematiek kan begeleiden. De systematische cyclus van evaluatie van leerling-prestaties, zorg en begeleiding wordt vormgegeven vanuit het gedachtegoed van HGW . Opbrengsten worden geanalyseerd, besproken en op grond daarvan worden handelingsaanpakken opgesteld voor verbetering of handhaving. 3.2.2.Standaarden handelingsgericht werken Onderstaand schema geeft weer in hoeverre de school zichzelf op dit moment beoordeelt betreffende de ontwikkeling van handelingsgericht werken (HGW). Zwak Voldoende Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen * Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen * Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega’s * Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben * Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam * Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen * Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak * Leerkrachten benoemen hoge, reële SMARTI-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s * Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven * Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider * De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer * Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt * 15 Goed Excellent De school beoordeelt zichzelf op elf van de twaalf standaarden van handelingsgericht werken als voldoende en op één standaard als zwak. Goed onderwijs vanuit de visie van handelingsgericht werken staat centraal. Hierdoor is de school voldoende in staat om leerlingen met extra onderwijsbehoeften te signaleren en bij te sturen in het handelen. Daarnaast biedt de dalton structuur mogelijkheden voor leerkrachten om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Een slag is echter nog wel te slaan op het gebied van documentatie. De school ervaart de administratieve last als groot. Er wordt gezocht naar een balans tussen kwalitatief goed lesgeven en administreren. 3.2.3.Aandacht en tijd De gemiddelde groepsgrootte is 28 leerlingen. Hierbij staat er één leerkracht tegelijkertijd voor de groep, waarbij er vaak wel sprake is van duo-leerkrachten die een groep draaien. In principe wordt er zoveel mogelijk gewerkt met enkele groepen. Wanneer dit qua leerlingaantal niet mogelijk is wordt er gewerkt met combinatiegroepen. Ondersteuning vindt voornamelijk plaats binnen de klas. Beperkte tijd is beschikbaar om buiten de klas ondersteuning te bieden. niet aanwezig Orthopedagoog * Psycholoog * Schoolmaatschappelijk werker * wel aanwezig geen formatie 0,1 0,2 Remedial teacher Motorische remedial teacher 0,4 0,5 > 0,5 > 1 > 2 * * Intern begeleider * Taal/leesspecialist * Reken/wiskundespecialist * Gedragsspecialist * Sociale vaardigheden specialist * Hoogbegaafdheid specialist * Coaching en video interactie specialist * Speltherapeut * Dyslexiespecialist * Anders (vul in welke deskundigheid nog meer aanwezig en beschikbaar is bij het veld toelichting) * 16 0,3 Voor de mogelijkheden van passend onderwijs betekent dit dat de school ervaart relatief veel kennis binnen school te hebben, maar weinig mogelijkheden om deze ook op structurele wijze in te zetten binnen de groep. Kennis kan wel onderling met elkaar uitgewisseld worden wanneer er onduidelijkheden zijn met betrekking tot onderwijsbehoeften van leerlingen. Ook in de toekomst zal formatie leidend blijven in de keuzes die gemaakt worden mbt groepsgrootte, zorg enz.. Het is dus onduidelijk wat er in de toekomst mogelijk is, gezien de bezuinigingen die momenteel aan de orde zijn binnen het regulier basisonderwijs. Er worden zelfs vraagtekens gesteld bij de hoeveelheid zorg die geboden kan blijven worden nu de formatie steeds verder terug loopt. Kunnen we dan ook voor de huidige zittende leerlingen de opvang blijven garanderen ? 3.2.4.Voorzieningen n.v.t. 0 15 Ambulante begeleiding door een van de clusters * Preventieve ambulante begeleiding door een van de clusters * Observatiegroep 510 1015 1520 * Schakelklas * Hoogbegaafdengroep/plusklas * Ambulante begeleiding door de SBO school * Voorschool/vroegschool * Sovatraining (indien aanwezig) * Zomerschool/verlengde schooltijd/OTV * Het leescentrum/ de leesconsulent (Bevelanden/Tholen) * Het observatiecentrum voor jonge kinderen (Bevelanden) * De observatiegroep (Walcheren) * In bovenstaande tabel is zichtbaar hoeveel leerlingen in het schooljaar 2010-2011 gebruik hebben gemaakt van de voorzieningen of aanpakken (georganiseerd op school, binnen het bestuur of op samenwerkingsverband niveau). Daarnaast maakt de school gebruik van de volgende voorzieningen/aanpakken: SMWO, loket Porthos, vergoede dyslexiebehandeling, Praktijk van Waterschoot, kinderfysiotherapeut, particuliere praktijken, Ithaka. 17 > 20 3.2.5.Ruimtelijke omgeving Er is ruimte in de groep voor één-op-één begeleiding Er is ruimte op de gang voor één-op-één begeleiding Er is een prikkelarme werkplek * Er is ruimte voor een time-out * De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings- en leerbehoeften (fysiotherapie, schooltuin, enzovoort) Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten * Anders (vul in bij Toelichting) Slecht Matig Zijn de werkruimten afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen? * Is de inrichting van de lokalen afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen? * Voldoende Goed Zeer goed In bovenstaande tabel wordt weergegeven wat de mogelijkheden zijn van het schoolgebouw om tegemoet te komen aan speciale onderwijsbehoeften van leerlingen. Bovengenoemde mogelijkheden verschillen per locatie (kleuter of hoofdgebouw) en zijn afhankelijk van de groepsgrootte. 3.2.6.Samenwerking De school geeft aan dat ze structureel samenwerkt met WSNS als onderwijspartner en daarnaast een structurele samenwerking heeft met de volgende externe instanties: RPCZ, Gemeente, SMWO, Leerplicht. Wat betreft de school zijn hier nog uitbreidingsmogelijkheden. 18 3.3.Preventieve en licht curatieve interventies De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyslexie. De school heeft geen aanbod voor leerlingen met dyscalculie. De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie. Dit verschilt echter per individu en waar nodig wordt dit in een ontwikkelingsperspectief geplaatst. De school volgt het protocol voor medische handelingen van de GGD. De school biedt fysieke toegankelijkheid en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudige) lichamelijke handicap. Dit verschilt per locatie. De locatie voor de onderbouw is gelijkvloers en daarmee begaanbaar, echter de locatie voor de bovenbouw heeft een verdieping maar geen lift. De school heeft een fulltime onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie. 3.3.1.Aanwezige deskundigheid Onderstaande deskundigheid is in de school aanwezig. aanwezig zonder diploma Orthopedagoog aanwezig met diploma niet aanwezig * Psycholoog * Schoolmaatschappelijk werker * Remedial teacher * Motorische Remedial Teaching * Intern Begeleider Taal/leesspecialist * * Reken/wiskundespecialist * Gedragsspecialist (in opleiding) * Sociale vaardigheden specialist * Hoogbegaafdheid specialist * Coaching en Video Interactie Begeleiding * Speltherapeut * Dyslexie specialist * Kinderfysiotherapeut * Er is binnen de school sprake van een grote teamdeskundigheid, waarbij de kennis verdeeld is over de verschillende leerkrachten. Middels overleg wordt de aanwezige 19 kennis zo veel mogelijk toegepast binnen de dagelijkse praktijk. Naast bovengenoemde specialisten is er kennis in huis met betrekking tot coöperatief leren en kan iemand Kanjertrainingen verzorgen. Wel zijn er onderlinge verschillen tussen leerkrachten en is er onvoldoende formatie beschikbaar om de verschillende deskundigheid ook structureel in te zetten en te verbreden. Het team heeft de afgelopen jaren vooral geïnvesteerd in deskundigheidsbevordering op het gebied van Hoogbegaafdheid, Dalton (Zelfstandigheid, samenwerken), coöperatief leren en HGW. Dit zal de aankomende jaren verder worden uitgebouwd. Onderstaande deskundigheid is op bestuursniveau aanwezig. aanwezig zonder diploma aanwezig met diploma niet aanwezig Orthopedagoog * Psycholoog * Schoolmaatschappelijk werker * Remedial Teacher * Motorisch Remedial Teacher * Intern Begeleider * Taal/leesspecialist * Reken/Wiskundespecialist * Gedragsspecialist * Sociale vaardigheden specialist * Coaching en video interactie Begeleider * Speltherapeut Dyslexiespecialist 20 * * 4.Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Tip voor adviseur: Deze gegevens worden verzameld via de opdracht in de teamworkshop en het interview met directie en IB. In het volgende hoofdstuk wordt in kaart gebracht in hoeverre de school in staat is een aanbod te hebben voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze behoeften kunnen betrekking hebben op: - leer- en ontwikkelingskenmerken; werkhouding; fysieke en medische kenmerken; sociaal-emotionele en gedragsmatige kenmerken en de thuissituatie. Eerst wordt beschreven of het team zich competent acht voor een aanpak op het aandachtsgebied. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van de informatie uit de teamenquete en de workshop van het hele team. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen vier dimensies: - Relatie: de mate van betrokkenheid op en verbondenheid met de leraar en medeleerlingen. Welbevinden: de mate waarin de leerling zich vrij, sociaal-emotioneel veilig en plezierig voelt in de schoolomgeving. Ontwikkeling: de mate waarin de leerling voortgang maakt in leer- en ontwikkelingstaken. Veiligheid: de mate van fysieke veiligheid van de leerling zelf, de medeleerlingen en de leraar. Voor een uitgebreidere omschrijving van de betekenis van deze competentiegebieden (dimensies) wordt verwezen naar de bijlage. Vervolgens wordt beschreven welke aanpak de school heeft voor de verschillende aandachtsgebieden. Voor het beschrijven van deze onderwijsondersteuningsarrangementen is informatie verzameld over: - 21 deskundigheid die de school heeft of binnen handbereik heeft; tijd en aandacht die de school aan leerlingen kan besteden; specifieke materialen of voorzieningen waarover de school beschikt; mogelijkheden van het schoolgebouw en samenwerking met relevante organisaties. 4.1. Leren en ontwikkeling Leer- en ontwikkelingshulpvragen kunnen betrekking hebben op intellectuele hulpvragen, leerachterstand, ontwikkelingshulpvragen, taalhulpvragen (algemeen en specifiek) en ontwikkelingsvoorsprong. Huidige situatie: 1. De school heeft een aanpak voor leerlingen met ondersteuningsbehoeften die betrekking hebben op leerachterstand en taalzwakte: Deskundigheid - Leerkrachten met ervaring. Ervaring met het laten werken op eigen niveau. Ondersteunende RT-er Kennis van de leerlijnen Aandacht en tijd - Grote groepen kinderen en/of combinatiegroepen. Gemiddelde groepsgrootte is 28 lln. M.n. via verlengde/ extra instructie op individueel niveau of in kleine groep RT buiten de groep (beperkt) Gebruik van stagiaires voor creëren extra leertijd Voorzieningen - Remediërende methodes voor verschillende vakgebieden. Differentiatie binnen de reguliere methodes Gebouw - Mogelijkheden op de gang voor creëren werkplek. Ruimte voor RT Samenwerking - HGPD met RPCZ orthopedagoog Praktijk van Waterschoot (particuliere praktijk) Met ambulant begeleiders uit een cluster als het gepaard gaat met een indicatie. Ouders Ambities Wat is nodig? - - Blijven voldoen aan de behoeftes 22 Facilitering (tijd en geld om met de leerlingen zelf te werken, individueel of in een groepje afgestemd op niveau dmv klassenassistent). 2. De school heeft een aanpak voor leerlingen met ondersteuningsbehoeften die betrekking hebben op een ontwikkelingsvoorsprong: Deskundigheid - Aandacht/tijd - Afstemmen op onderwijsbehoeften moet plaats vinden in de groep Gemiddelde groepsgrootte is 28 lln. Full-time onderwijs mogelijkheid Voorzieningen Gebouw - Beschikking over methodes en materialen Mogelijkheden voor werken op de gang Samenwerking - Ambitie: - Kennis van signalering Ervaring met het laten werken op eigen niveau dmv compacten en verrijken. Ervaringen vanuit het full-time meer-/hoogbegaafden onderwijs. HGPD met RPCZ orthopedagoog Praktijk van Waterschoot (particuliere praktijk) Met ambulant begeleiders uit een cluster als het gepaard gaat met een indicatie. - Ouders Hiervoor is nodig: Het team geeft aan dat ze zich op dit gebied voldoende vaardig voelen om de leerlingen op te vangen, of dat ze leerlingen met dit type behoeftes met extra ondersteuning of ontwikkeling kunnen opvangen. Deze ondersteuning zou vooral zitten in het beschikken over meer tijd of formatie om tegemoet te komen aan de behoeftes van de leerlingen. De onderbouw voelt zich hierin iets competenter dan de bovenbouw. De veelheid aan specifieke onderwijsbehoeften in een groep kan wel een probleem zijn. In dat geval is extra ondersteuning in de groep noodzakelijk. 23 4.2. Fysiek en Medisch Fysieke en medische hulpvragen kunnen betrekking hebben op hulpvragen met het gehoor, gezicht, spraak, motorische problemen en anders (epilepsie). De school heeft ervaring met: gehoorsproblemen (slechthorend), leerling in een rolstoel en suikerziekte. Deskundigheid Aandacht/tijd Voorzieningen Samenwerking Ambitie: Toegerust zijn en blijven voor leerlingen die al op school zitten. Een open houding van teamleden - Opgedane ervaringen team BHV, EHBO, Brand Scholingen mbt tot gehoorsproblemen? Afgestemde individuele aandacht in de groep, maar al snel te weinig tijd i.v.m. de groepsgrootte en de vele behoeftes. Met ouders Externe deskundigen Hiervoor is nodig: - Deskundigheidsbevordering middels scholing als er een kind aan de orde is. Facilitering (tijd en geld om met de leerlingen zelf te werken, individueel of in een groepje afgestemd op niveau dmv klassenassistent). De juiste voorzieningen in het gebouw Het team oriënteert zich nog op een begrenzing bij fysiek-/medische problemen, ze heeft daarin de afgelopen jaren weinig ervaring opgedaan. Om die reden is ondersteuning daarin een voorwaarde. Wel wordt aangegeven dat ze zich vooral willen richten op het onderwijsleerproces en niet op de verzorging van de leerlingen. De ondersteuning zal dan op dit gebied liggen. Leraren voelen zich op dit moment niet competent op dit gebied. Wel zijn ze bereid per leerling die wordt aangemeld na te gaan of ze in staat zijn om aan de onderwijsbehoeften te voldoen, dit zal echter per individu afhankelijk zijn. Gezien de groepsgrootte en de combinatiegroepen is er echter maar beperkte aandacht en tijd voor verzorging en/of medische begeleiding. Een belangrijke voorwaarde is dus een behoorlijke mate van zelfredzaamheid. Bewaakt moet worden dat hier niet zaken als bijv. financiële druk een objectieve afweging in de weg staan. 24 4.3. Sociaal-emotioneel en gedrag Sociaal-emotionele hulpvragen kunnen betrekking hebben op (faal)angst, teruggetrokkenheid, zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie in de groep en contactname (dit zijn leerlingen die emotioneel moeite hebben met het maken en houden van contact, het invoelen van emoties en dit kunnen toepassen). Gedragshulpvragen kunnen betrekking hebben op overactief, impulsief, naar binnen gericht, naar buiten gericht, bizar en storend gedrag. De school heeft onder andere ervaring met: Lichte gedragsproblematiek; (faal)angst; problemen met zelfvertrouwen; ADHD; Autisme. Deskundigheid - Aandacht/tijd Voorzieningen Gebouw Samenwerking Ambitie: Meer afstemmen op specifieke onderwijsbehoeften - ervaring leerkrachten positieve benadering, zelfvertrouwen geven, veel feedback geven, geruststellen. Kennis van de uitingsvorm van de stoornissen Kanjertraining/weerbaarheidstraining Gemiddelde groepsgrootte is 28 lln. - Afstemmen op specifieke ondersteuningsbehoeften binnen de groep - Gebruik van tangels, wiebelkussen, timetimer/kleurenklok, vragenkaartjes - Gehorig gebouw - Ruimte in de lokalen is beperkt - Tafelopstelling onhandig voor concentratieproblemen. - Wel ruimte voor werken op de gang, maar in nieuwbouw zou hier in voorzien moeten zijn met aparte ruimtes. - Met ouders - HGPD met orthopedagoog RPCZ - Praktijk van Waterschoot - SMWO - Met ambulant begeleiders uit een cluster als het gepaard gaat met een indicatie. Hiervoor is nodig: - Specifieke tijd en aandacht voor betreffende leerlingen Meer voorzieningen en ruimte in het gebouw ( nieuw gebouw). Andere vormgeving van de tafelopstellingen in de klassen. Frequente externe begeleiding. Het team geeft aan dat ze op dit terrein ondersteuning nodig hebben om de goed te kunnen inspelen op onderwijsbehoeften van leerlingen. Dit geldt ook in het specifiek voor de onderbouw en bovenbouw. Wanneer de veiligheid en het functioneren van een leerling en/of de groep in het geding is wordt door het team een begrenzing aangegeven. Gezien de groepsgrootte en combinatiegroepen is er maar beperkte tijd voor individuele begeleiding van leerlingen. 25 4.4. Werkhouding Werkhoudingsvragen kunnen betrekking hebben op concentratie, motivatie en taakgerichtheid. De school heeft ervaring met leerlingen met specifieke behoeften op het gebied van concentratie, taakgerichtheid en motivatie. En met een combinatie hiervan. De school is al in staat om met de volgende behoeftes om te kunnen gaan: - Kunnen omgaan met de behoeften van (hyper)actieve kinderen en hun energie positief kunnen inzetten. Hoge verwachtingen hebben ten aanzien van de werkhouding waarderen wat de leerling daarmee bereikt. Feedback geven waarbij succeservaringen benadrukt en toegeschreven worden aan eigen inzet, vaardigheden en prestaties. Deskundigheid - Aandacht/tijd Voorzieningen - Gebouw Samenwerking - Ambitie: Deskundigheid en ervaringen van het team Leerkracht met opleiding HBO Jeugd en Welzijnswerk IB-er met Master SEN opleiding Scholingen zelfstandig werken (o.a. gebruik stoplicht, looproute, vragenkaartje, time-timer enz.) Diverse scholingen collega’s. Gedifferentieerde instructie Bieden van duidelijke structuur Positieve bevestiging, tussendoor feedback Controle op afspraken Routine en regelmaat van het Dalton onderwijs (o.a. zelfstandig werken) Doorgaande constante lijn. Rustige werkplek en/of prikkelarme omgeving, regels en afspraken, kleurenklok/timer mogelijkheden voor kleine ontspanningstaken tussendoor stappenplannen voor werk (o.a. beertjes methode) Gebruik van tangels, wiebelkussen, vragenkaartjes Ouders HGPD met orthopedagoog RPCZ Ambulante begeleiding vanuit cluster wanneer er sprake is van indicatie Praktijk van Waterschoot voor individuele diagnostiek en begeleiding van leerlingen. Hiervoor is nodig: Doorgaande constante lijn voor zelfstandig werken tussen de verschillende groepen. - 26 Weerstand van leerlingen kunnen accepteren en ombuigen naar positieve energie en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Structurerende, ondersteunende begeleiding gericht - Het door de leerkrachten toepassen van de gemaakte afspraken voor zelfstandig werken. Time- - - op het voorkómen van moeilijkheden in plaats van corrigerende begeleiding achteraf. Functionele kennis van leerprocessen om leerlingen te begeleiden, gericht op het vergroten van hun betrokkenheid en zelfsturing bij het leerproces. Leerstof voor leerlingen hanteerbaar en betekenisvol kunnen maken. De betrokkenheid en het leerrendement van de leerlingen kunnen vergroten door het gebruik van relevante motivatietheorieën. Concrete, inhoudelijke doelen met de leerling kunnen formuleren op het gebied van leren en werkhouding en deze kunnen realiseren met uitnodigende. werkvormen en materialen Succeservaringen creëren door haalbare doelen te stellen. Daarbij zorgen dat de lat geleidelijk hoger komt te liggen. Momenten van rust en stilte organiseren voor en met de leerling, zonder de leerling te isoleren van de groep. De sociale en persoonlijke talenten van de leerling kunnen inzetten bij de (samenwerkings-) opdrachten. - - - out plek creëren met toezicht. Rustige werkplekken / losse tafels creëren. Scholing leerkrachten in motivatietheori eën Scholing HGW Dik gedrukt heeft meeste prioriteit Het grootste deel van het team geeft aan dat ze op dit terrein ondersteuning nodig hebben om de goed te kunnen inspelen op onderwijsbehoeften van leerlingen. Dit geldt ook in het specifiek voor de onderbouw en bovenbouw. Een kleiner deel van het team ervaart zichzelf als competent om met dit type ondersteuningsbehoeften om te gaan. 27 4.5. Thuissituatie Bij problemen in de thuissituatie kan het gaan om onderstimulering, pedagogische verwaarlozing en overbescherming. De school heeft ervaring met verschillende problematieken op dit gebied, waaronder: woongroepen, opvoeding door oma vanwege psychiatrische problematieken ouders, scheidingsproblemen, vermoeden mishandeling, zwakbegaafde ouders, overlijden van een ouder en het ontkennen van een gedragsprobleem bij het kind. Deskundigheid - Deskundigheid van IB-er en team Aandacht/tijd - Afstemming op onderwijsbehoeften binnen de groep Gesprekken met leerling, ouders en instanties (buiten schooltijd) Voorzieningen Gebouw - Samenwerking Ambitie: Gebouw/ werkruimte Meer kennis over hoe je kunt omgaan met dit soort zaken. Er zijn ruimtes binnen de school om overleg te voeren met ouders en externen. - Met ouders, - SMW - Huisarts - Loket Porthos (CJG, SMW,Jeugdzorg) - HGPD orthopedagoog RPCZ - Schoolarts - Juvent Hiervoor is nodig: - Deskundigheidsbevordering middels scholing tijd en geld intervisie met collega’s Om en nabij de helft van het team geeft aan dat ze zich voldoende competent voelen om ondersteuningshulpvragen op dit gebied op te vangen en de andere helft van het team geeft aan dit te kunnen met de nodige ondersteuning of deskundigheidsbevordering. 28 5.Conclusie OBS De Tweemaster-Kameleon geeft aan een goede basis te hebben voor het bieden van passend onderwijs. De school heeft voldoende resultaten, streeft naar een goed pedagogisch klimaat in de basis en heeft het klassenmanagement goed ontwikkeld. Binnen het onderwijs staan de zelfstandigheid van de leerlingen, het samenwerken en de eigen verantwoordelijkheid centraal. Het gedachtegoed van het handelingsgericht werken wordt begrepen en in de klassen momenteel voldoende tot goed gehanteerd. De school is goed in staat om leerlingen met extra onderwijsbehoeften te signaleren en bij te sturen in het handelen. Dit is onder andere terug te zien in de hoeveelheid leerlingen met rugzak er nog steeds verblijven op de school. Daarnaast biedt de dalton structuur mogelijkheden voor leerkrachten om tegemoet te komen aan de onderwijsleerbehoeften van de leerlingen, maar is ook dit niet de oplossing om leerlingen onbeperkt op te vangen. Een slag is echter nog wel te slaan in het betrekken van leerlingen bij hun eigen leerproces en de doelen die ze willen/ moeten nastreven. Ook op het administratieve gebied is een zoektocht gaande naar een goede balans tussen kwalitatief goed lesgeven en administreren. De Tweemaster-Kameleon is van mening dat zij voor veel leerlingen mogelijkheden voor een passend aanbod heeft, met name voor leerlingen met ontwikkelingsvoorsprong, hoogbegaafdheid, voor leerlingen met een ontwikkelingsachterstand, leerlingen met problemen in de thuissituatie, leerlingen met sociaal-emotionele problematiek en gedragsproblematiek en voor leerlingen met taalzwakte of dyslexie. Voor verschillende van deze groepen leerlingen werkt de school samen met commerciële aanbieders van zorg, waardoor de behandeling door de zorgverzekeraars wordt bekostigd. Veelal ontbreekt het echter aan de juiste budgeten en gaat dit uiteindelijk ook ten kostte van andere leerlingen. Voor leerlingen met een lichamelijke handicap zijn er wel geringe voorzieningen binnen het gebouw, maar het team voelt op dit vlak wel een begrenzing en heeft in alle gevallen behoefte aan ondersteuning, omdat ze hier nog slechts weinig ervaring mee heeft. Wat betreft de deskundigheid van het team, geeft De Tweemaster-Kameleon aan veel deskundigheid in huis te hebben en het heeft een sterk netwerk van samenwerkingsrelaties. Tegelijkertijd is er wel een behoefte om middels serieuze scholing of samenwerking meer deskundigheid binnen de school te krijgen over hoe om te gaan met werkhoudingsproblematiek en problemen in de thuissituatie. Tijd en extra menskracht wordt hierin ervaren als een gemis. Ook als het om collegiale consultatie gaat ervaart men het gemis aan mogelijkheden en tijd om de consultatie handen en voeten te geven. Tegelijkertijd is de school in ontwikkeling en zal dat in de toekomst blijven. De volgende ontwikkelpunten voor de school kunnen uit het voorgaande worden geformuleerd, ten aanzien van: deskundigheid, aandacht en tijd, voorzieningen, gebouw en samenwerking. 29 Deskundigheid: Nog meer deskundigheid over ontwikkeling en leren van leerlingen Deskundigheid rondom dyscalculie Meer kennis over concentreren, motiveren en taakgerichtheid bevorderen bij leerlingen (werkhoudingproblemen) Meer kennis over hoe er kan worden omgegaan met problemen in de thuissituatie. Doorontwikkelen HGW en puntjes op de i bij kenmerken van Dalton onderwijs. Aandacht en tijd: Het maximale halen uit alle leerlingen en leerkrachten door goed te observeren, signaleren en het onderwijsaanbod en begeleiding af te stemmen op de te behalen doelen. Voldoende tijd om een leerling met een extra behoefte te ondersteunen Extra ondersteuning in de groep bij ernstige stoornissen Stellen van grenzen: waar veiligheid van kinderen of leerkrachten in geding is. Meer ondersteuning voor leerlingen in de groep Voorzieningen: Protocol dyscalculie ontwikkelen of vormgeven (landelijk) Voldoende en duidelijke voorzieningen om een leerling met een extra behoefte te ondersteunen. Duidelijkheid over de budgettering van zorg en –middelen, zodat van te voren al duidelijk is dat een leerling ook daadwerkelijk de juiste zorg en –middelen kan krijgen. Gebruik blijven maken van ambulante begeleiding waar mogelijk Gebouw: Veilige ruimte time-out Rustige werkplek creëren Samenwerking: 30 Korte lijnen blijven houden met het netwerk dat rondom de school is vergaard en zo mogelijk of noodzakelijk dit netwerk verder uitbreiden. 6.Bijlagen: Prints van de team enquête Perspectief team Perspectief onderbouw 31 Perspectief bovenbouw Perspectief management 32
© Copyright 2024 ExpyDoc