Samenvatting 3 - IFMSA-NL

BOVENSTE EXTREMITEITEN
Spiergroep
Spiernaam
Extensoren
bovenarm
* dorsaal gelegen
Flexoren bovenarm
* ventraal gelegen
Flexoren onderarm
* ventraal gelegen
Aanhechtingsplaats
proximaal
Aanhechtingsplaats
distaal
Innervatie
Functie
* m. biceps brachii
* short head: eind van coracoid van
scapula
* long head: supraglenoid deel scapula
* Radius en fascia van
de voorarm dmv
bicipitaal aponeurose
Geinnerveerd door n.
musculocutaneous
(C5 en C6)
* Flexie bovenarm
* m. brachialis
* halverwege voorkant humerus
* Ulna
* m. deltoideus
* scapula
* humerus
* n. axillaris
(C5 en C6)
* m. triceps brachii
* long head: scapula
* lateral head: posterior humures,
superior radiale groeve
* medial head: posterior humures,
inferior radiale groeve
* knobbel die je aan binnenkant elleboog
voelt. (Medial epicondyle)
* proximale eind
olecranon (in de buurt
van telefoonbotje) van
de ulna
* n. radialis
(C6, C7 en C8)
* middelste handbotjes
* n. medianus
(C6 en C7)
* extensie bovenarm
lange kop van deze
spier stabiliseert kop
van geabducteerde
humerus
* flexie pols,
abductie hand
* m. flexor carpi ulnaris
* humerale kop: medial epicondyle
* polsbotje
* n. ulnaris
(C7 en C8)
* flexie pols,
adductie hand.
* m. flexor digitorum
superficialis
* medial epicondyle, coronoid procss,
bovenste deel anterior ulna
* voorlaastse kootjes
van de vier vingers
* n. medianus
(C7, C8 en T1)
* flexie hand
* m. flexor digitorum
profundus
* bovenste driekwart van de ulna
* laatste kootjes van de
vier vingers
* mediaal: n. ulnaris
lateraal: n medialis
(C8 en T1)
* helpt met flexie hand
* m. flexor carpi radialis
© Birgit Nienhaus, 2007
* Flexie bovenarm in
alle posities
* anterior: flexie en
mediaal draaien arm
middle: abductie
posterior: extensie en
laterale rotatie arm
Extensoren
onderarm
* dorsaal gelegen
* m. extensor digitorum
* laterale epicondyle (arm strekken,
handpalm naar boven, li. botuitsteeksel
elleboog)
* Rugzijde
vingerkootjes
* m. extensor carpi
ulnaris
* laterale epicondyle en posterior deel
ulna
* basis van de pink
* m. extensor pollicis
* posterior opp van middelste deel ulna
en membrana interossa
* proximale tweederde deel laterale kant
humerus
* basis van de
wijsvinger
* laterale opp van
distale eind radius
* laterale epicondyle
* basis middelvinger
Extensoren onderarm * m. brachioradialis
* radiaal gelegen
* m. extensor carpi
radialis brevis
*n. interossa (tak van
de n. radialis; C7 en
C8)
* n. interossa posterior
(C7 en C8)
© Birgit Nienhaus, 2007
* extensie vingers en
hand (ter hoogte van
pols)
* extensie en adductie
hand op polshoogte
* abductie duim
* n. radialis
(C5, C6 en C7)
* flexie bovenarm
* diepe tak n. radialis
(C7 en C8)
* extensie en abductie
hand op pols
ONDERSTE EXTREMITEITEN
Spiergroep
Spiernaam
Flexoren bovenbeen
* ventraal gelegen
(extensoren
kniegewricht)
Extensoren
bovenbeen
* dorsaal gelegen
(flexoren
kniegewricht)
Aanhechtingsplaats
proximaal
Aanhechtingsplaats
distaal
Innervatie
Functie
* m. biceps femoris
(long en short head)
* long head: ischial ‘tuberosity’
* short head: lineas aspera
* laterale kant kop
fibula, pees gespleten
door fibullair collateraal
ligament van de knie
* long: tibiale divisie
n. sciatus (L5, S1 en
S2)
short: gewone
fibulaire tak divisie n.
sciaticus (L5, S1 en
S2)
* flexie been, laterale
rotatie, extensie
dijbeen (bij lopen
bijvoorbeeld)
* semitendinosus
* ischial ‘tuberosity’
* mediale deel superior
part tibia
* tabiale verdeling van
n. sciaticus (L5, S1 en
S2)
* semimenbranosus
* m. vastus medialis
* ischial ‘tuberosity’
* mediaal onder heupkop
* medaile condyle
* extensie dijbeen,
flexie been, mediale
rotatie, (trunk
extensie)
* m. vastus lateralis
* lateraal onder heupkop
* basis van de patella,
en bij patellair ligament
aan de tibia (geldt voor
de gehele m.
quadriceps)
* n. femoralis
(L2, L3 en L4)
* Extensie been op
kniehoogte, rectus
femoris stabiliseert
heupgewricht en
strakke flexie
iliopsoas
* bovenste deel mediale
opp tibia
* n. femoralis
(L2 en L3)
* flexie, abductie en
laterale rotatie
heupgewricht, flexie
been op kniehoogte
* m. vastus
intermediaris
* anterior en lateraal deel femur
* m. rectus femoris
* anterior inferior iliac spine
* m. sartorius
* anterior superior iliac spine
© Birgit Nienhaus, 2007
Adductoren
bovenbeen
* mediaal gelegen
(adductoren
heupgewricht)
Plantairflexoren
onderbeen
* dorsaal gelegen
(oppervlakkig,
flexoren
enkelgewricht)
Plantairflexoren
onderbeen
* dorsaal gelegen
(diep, flexoren tenen +
enkel)
* m. adductor longus
* lichaam van de pubis
* middelste derde deel
femur
*n. obturator anterior
(L2, L3 en L4)
* adductie dijbeen
* m. adductor magnus
* inferior ramus pubis en ischium
* linea aspera (loopt
over femur)
* adductor deel: n.
obturator (L2, L3 en
L4); hamstring deel:
tibiale deel van n.
sciaticus (L4)
* adductie dijbeen,
flexie been, mediale
rotatie
* m. gracilis
* inferior ramus pubis
* bovenste deel mediale
opp tibia
* n. obturator
(L2 en L3)
* adductie dijbeen,
flexie been, mediale
rotatie
* m. gastrocnemius
* laterale en mediale condyle (bobbels
net onder je knie op tibia)
* posterior opp
calcaneus (hielbeen)
* n. tibialis (S1 en S2)
* m. soleus
* kop fibula en mediale kant tibia
* posterior opp
calcaneus (hielbeen)
* n. tibialis (S1 en S2)
* m. plantaris
* laterale inferior kop van de femur
* posterior opp
calcaneus (hielbeen)
* n. tibialis (S1 en S2)
* m. tibialis posterior
* membrana interossae, posterior
oppervlak tibia en fibula
* basis 2de, 3de en 4de
teen
* n. tibialis
(L4 en L5)
* m. flexor hallucis
longus
* onderste deel posterior kant fibula
* basis grote teen
* n. tibilais
(S2 en S3)
* flexie grote teen
alle kootjes +
plantairflex enkel.
* m. flexor digitorum
longus
* mediale deel posterior kant tibia
* basis laterale vier
tenen
* n. tibilais
(S2 en S3)
* flexie alle vier de
tenen + plantairflex
enkel
© Birgit Nienhaus, 2007
* plantairflexie enkel,
hiel omhoog tijdens
lopen, flexie been ter
hoogte van knie
* helpt gastrocnemius
een klein beetje bij
flexie knie
* Plantairflex enkel
en invertie voet
Dorsiflexoren
onderbeen
(extensoren)
* ventraal gelegen
(extensoren enkel +
tenen)
Eversiespieren
* lateraal gelegen
(voor eversie)
Dorsiflexie
Plantairflex
Inversie
Eversie
Flexie
Abductie
Adductie
* m. tibialis anterior
* bovenste deel laterale kant tibia,
onderkant femur
* voetbotjes en basis
grote teen
* n. fibularis (diep)
(L4 en L5)
* dorsiflex enkel,
keren van voet
* m. extensor hallucis
longus
* middelste deel fibula en membrana
interossae.
* eindkootje grote teen
* n. fibularis (diep)
(L5 en S1)
* dorsiflex enkel,
extensie grote teen
* m. extensor hallucis
brevis
* calcaneus
* 2e teenkootje grote
teen
* n. fibularis (diep)
(L5 en S1)
* dorsiflex enkel,
extensie grote teen
* m. extensor digitorum
longus
* bovenste driekwart laterale zijde tibia,
mediale zijde fibula en interosseous
membraan
* middelste en distale
teenkootjes 4 laterale
tenen
* n. fibularis (diep)
(L5 en S1)
* dorsiflex enkel,
extensie laterale
tenen
* m. extensor digitorum
brevis
* calcaneus
* middelste en distale
teenkootjes 4 laterale
tenen
* n. fibularis (diep)
(L5 en S1)
* m. peroneus longus
* kop en tweederde laterale deel fibula
* basis grote teen en het
botje daarvoor
* n. fibularis
superfiscialis (L5, S1
en S2)
* m. peroneus brevis
* inferior tweederde deel laterale deel
fibual
* basis kleine teen
* n. fibularis
superfiscialis (L5, S1
en S2)
Voet omhoog bewegen (omhoog tillen)
Voet naar beneden bewegen (op de grond zetten)
Voet naar binnen toe omhoog brengen (kantelen als het ware)
Voet naar buiten toe omhoog brengen (kantelen als het ware)
Buigen
Bewegen van lichaam af
Bewegen naar lichaam toe
© Birgit Nienhaus, 2007
* dorsiflex enkel,
extensie laterale
tenen
* evertie voet, beetje
plantairreflex enkel
* evertie voet, beetje
plantairreflex enkel