U kan hier onze reactie lezen op deze studie en de aanval op de

Hoger opgeleide verpleegkundigen = minder overlijdens in ziekenhuizen? ACV‐Openbare Diensten heeft sterke vragen bij sloganeske taal van de KU Leuven Jan Mortier “Meer en hoger opgeleide verpleegkundigen betekent minder overlijdens in ziekenhuizen” schrijft de KU Leuven bovenaan haar persbericht naar aanleiding van een internationaal onderzoek in Europese algemene ziekenhuizen onder leiding van professor Walter Sermeus. Als een verpleegkundige een extra patiënt toegewezen krijgt, stijgt het overlijdensrisico van patiënten na een routinematige heelkundige ingreep met 7 %. De studie zou daarenboven uitwijzen dat het risico op overlijden met 7 % daalt bij 10 % meer verpleegkundigen met een bachelordiploma. Eens te meer wordt dit laatste aangegrepen om de HBO5‐opleiding verpleegkunde in vraag te stellen. Voor ACV‐Openbare Diensten zijn beide opleidingen volwaardige verpleegkundige opleidingen en moeten deze worden behouden. ACV‐Openbare Diensten eist al jaren dat de overheid meer financiële middelen zou vrijmaken om bijkomend verpleegkundig en verzorgend personeel aan te trekken binnen de zorginstellingen. Een verhoogde financiering moet resulteren in extra jobs. Het is daarbij noodzakelijk dat aan de instellingen striktere regels worden opgelegd zodat het minimum aantal verpleeg‐ en zorgkundigen per shift en per dienst kan worden gegarandeerd. Naast correcte loon‐ en arbeidsvoorwaarden moet ook worden ingezet op de kwaliteit van de zorg. Aan (zorg)medewerkers dienen o.a. faciliteiten te worden toegekend om een haalbare combinatie van arbeid en gezin mogelijk te maken, zijn ruime mogelijkheden voor vorming en opleiding aangewezen, moeten onregelmatige prestaties degelijk worden vergoed en zullen er op het vlak van ergonomie bijkomende inspanningen nodig zijn. Wij stellen echter vast dat pas na veel aandringen heel sporadisch maatregelen worden genomen die aan onze eisen wat tegemoet komen. De werkdruk binnen de instellingen blijft zeer hoog en nog te veel verpleegkundigen en verzorgenden verlaten vroegtijdig de sector. Pas afgestudeerde verpleegkundigen kiezen dan weer niet altijd voor een instelling. De overheid moet ook binnen de zorgsector een aantrekkelijke werkgever willen zijn. Al onderschrijft de federale regering dit misschien wel, toch blijft ze talmen met de uitvoering van bepaalde dossiers. Zo is bijv. de invoering van de tweede pensioenpijler voor het contractueel personeel van de publieke zorgsector nog steeds niet geregeld hoewel de middelen werden vrijgemaakt. Dit zint ACV‐Openbare Diensten helemaal niet. Er kan geen sprake zijn van een nieuwe aanval op de HBO5‐opleiding In Vlaanderen, net zoals in heel wat andere Europese landen, zijn er twee verpleegkundige opleidingen: de HBO5‐opleiding die ondergebracht werd bij het hoger beroepsonderwijs (de vroegere A2‐opleiding) en de bacheloropleiding in het hoger onderwijs (vroegere A1‐opleiding). Beide diploma’s geven volwaardige toegang tot het verpleegkundig beroep en dat is maar goed ook. Volgens de studie zou er niet alleen een oorzakelijk verband zijn tussen het overlijden van patiënten en het aantal patiënten per verpleegkundige maar zou het daarenboven een rol spelen of de verpleeggkundigen ee
en bachelor of HBO5‐oplleiding genotten. Als doorr professor SSermeus dan nog eens wo
ordt gesteld d
dat vanuit heet perspectieef van patiën
ntveiligheid e
een grondig d
debat over d
de structuu
ur van het ve
erpleegkundig onderwijs zich opdringgt, dan weten
n wij eens te
e meer hoe laaat het is. CV‐Openbaree Diensten is het onaanvaaardbaar datt deze studie
e (die trouweens op dit vlaak sterk Voor AC
moet wo
orden genuaanceerd) worrdt aangegreepen om opn
nieuw het de
ebat te voereen over de HBO5‐
opleiding. Wij weten
n dat het voo
or sommigen
n helemaal niet gaat om de inhoud off de kwaliteit van de zorg maar wel om eeen finaliteit, m.n. de afscchaffing van de HBO5‐op
pleiding. Blijkkbaar een oude droom d
die af en toe terug opflakkkert. Maar heet is vooral een ziekelijkee droom. ACV
V‐Openbare Diensten me
eent dat er andere prioriteiten zijn in dee zorgsector. Het valt nu eenmaal nie
et te betwistten dat beidee opleidingen
n competentte verpleeggkundigen op
pleiden en de praktijk wiijst uit dat dee twee opleid
dingsvormen
n noodzakeliijk zijn. De HBO5
5‐opleiding w
werd in Vlaanderen daarrenboven gro
ondig hervorrmd om aan de Europesee eisen te voldo
oen. Maar er is meer. De grafiek hiero
onder toont duidelijk aan
n dat beide o
opleidingen o
ook succesvo
ol zijn. Het aand
deel van de bacheloropleeiding bedraaagt gemiddeeld ongeveerr 57 %, los vaan heel sterkke regionalle verschillen
n (78 % in Brussel versus 38 % in Limb
burg). En zelfs met de toename van h
het aantal sttudenten in het verpleeggkundig bero
oep blijft het voor sommige instellinggen hard zoeken naar verpleeggkundigen. D
De HBO5‐opleiding schrappen, zou paas nefast zijn
n voor de kw
waliteit van dee zorg. Het is niet omdat beeide opleidingen toegangg geven tot d
de uitoefenin
ng van het ve
erpleegkundiig beroep d
dat er op de werkvloer ggeen verschillen zijn. De jobinhoud, d
de verloning en de verantw
woordelijkhed
den zijn meeestal verschillend. Zo werrden bijv. de bijzondere b
beroepstitelss voorbeh
houden voor de bachelorrs. Maar de zzorg aan het bed en het ssociaal contaact met de paatiënt of de bewo
oner blijft ee
en cruciaal on
nderdeel van
n kwaliteitsvo
olle zorg en hier scoren d
de HBO5‐
verpleeggkundigen ze
eer goed. Veel bachelors kunnen dan
n weer doorggroeien naar verantwoorrdelijke functies binnen de zorg (afdelinggsverantwoo
ordelijke, direecteur woon
nzorgcentrum
m, dagverzo
orgingscentrrum…). Ook in het kaderr van erkenning van ziekeenhuisafdelin
ngen, zorgproggramma’s… w
worden funccties specifieek voorbehou
uden voor baachelors. Alle verp
pleegkundiggen zijn nodig om kwalite
eitsvolle zorrg te waarbo
orgen Het is aan de instellingen om in overleg met het personeel na te gaan hoe een verpleegkundige het best kan worden ingezet zodat efficiënte kwalitatieve zorg kan worden geboden. Het moet maar eens stoppen om steeds opnieuw verpleegkundigen, die dagelijks het beste van zichzelf geven en die bereid zijn gedurende hun ganse loopbaan bijscholing te volgen, te viseren. Een zorginstelling is een complex raderwerk waar elke functie bijdraagt tot zorgkwaliteit. Pas door een beleid te ontwikkelen dat teambevorderend is, kan de beste zorg gewaarborgd worden. Bakkeleien over de opleiding is momenteel niet aan de orde en het helpt de sector helemaal niet vooruit. Als men dan toch iets nuttigs wil doen, dat men dan eens zoekt naar de juiste maatregelen om het verplegend en verzorgend personeel dat de sector heeft verlaten of er nooit is gestart terug te winnen. Ook voor hen is er nog plaats.