Dakopbouwen, zegen of beeldbederf?

6
VA N D E W E R K G R O E P E N
V RI EN D EN VA N D E N H A AG
O N S D EN HA A G 2 0 1 4 - 4
Dakopbouwen, zegen of beeldbederf?
De gemeente stimuleert het maken van dakopbouwen. Veel mensen maken zich druk over bezonning en
parkeernormen, maar in dit artikel kijken we vooral naar stadsbeeld en welstand.
Een dakopbouw is in Den Haag alleen toe­gestaan op platte daken. Als er een kapverdieping
is, mag deze één laag worden opgetild, zodat de
extra bouwlaag als tussenverdieping kan worden
gebouwd. Onderstaande foto geeft hiervan een
voorbeeld. Dakopbouwen met verlegde of verhoogde nok zijn ongewenst.
Dakopbouw met
verlegde nok
Dakopbouw met
verhoogde nok
In de praktijk komt het erop neer dat dakopbouwen hoofdzakelijk worden gebouwd op portiekwoninggebouwen en op eengezinshuizen. Huizen
van vóór 1900 hebben vanouds bijna allemaal
een kap en komen dus niet voor een opbouw in
aanmerking.
Opbouwen als afzonderlijke appartementen, zoals
Weteringkade 34 en 54 en Westeinde 79, worden
niet meer toegestaan.
Samen met de gemeente vinden wij dat een dakopbouw architectonisch moet samenhangen met
het moedergebouw. Een dakopbouw die je in
beginsel op elk plat vlak kunt plaatsen, vinden
we onaanvaardbaar. Hier zijn Haagse voorbeelden van – zie de afbeeldingen – maar gelukkig
doorstaan de meeste dakopbouwen de toets der
kritiek.
De meeste dakopbouwen zijn een zaak van een
enkele woningbezitter of een groep eigenaren.
De eerste dakopbouw op een woningblok staat
meteen model voor volgende en voorkomt wildgroei naar een bonte mengeling van opbouwen.
Aparte toegestane vorm op Harstenhoekweg 32, als het ware
een verdieping bouwen tussen de kap- en de onderliggende
verdieping. Jammer van de grote afstand tussen de ramen van
de 2e verdieping en de daklijst.
Waarom zo veel groter dan bij de huizen links ervan?
De opbouwen mogen geen aparte wooneenheden
meer vormen, maar moeten deel uitmaken van
de direct onderliggende woning en daarmee via
een binnentrap zijn verbonden. Zij moeten aan de
bezonningsnorm en aan welstandseisen voldoen.
Vanwege de bezonningsnorm mag soms maar één
deel van het dakvlak worden benut.
Contrasterende ‘topzware’ en opdringerige dakopbouw,
zowel qua vorm als maatvoering, hoek Loosduinsekade/
Zuiderparklaan
VA N D E W E R K G R O E P E N
Akelige dakopbouw zonder
architec­­tonische samenhang in de
Goudenregenstraat
Sommigen vinden dit
oubollig, fantasieloos
en conventioneel.
Bonte dakopbouwen
geven echter een onrustig straatbeeld. Vaak
ontstaat een rafelige
skyline, die overigens
niet blijvend hoeft te
zijn. Dit nadeel moet
men voor lief nemen.
Er wordt rekening mee
gehouden dat de buren
ook ooit een dakopbouw willen. Daarom
worden zijmuren blind
gehouden.
Er zijn flinke welstandsverschillen te zien tussen
– alweer – het zand en het veen. Op het zand verschijnen veelal doorgemetselde gevels, terwijl op
het veen bouwsels bovenop de daken komen met
behoud van de daklijsten. Soms zijn dit puntdaken, zoals in de Bunschotensestraat (Oostbroek).
Over harmoniserende of contrasterende architectuur denkt men verschillend. Over de Amerikaanse Ambassade zijn de gemoederen na 55 jaar
nog niet bedaard.
Ieder bouwplan moet afzonderlijk worden beoordeeld. Hagenaars, waaronder de Vrienden, zijn
wat conservatiever en verkiezen wat meer de harmonie. Rotterdammers hebben duidelijk minder
moeite met contrasten.
V RI EN D EN VA N D EN HA A G
O N S D EN HA A G 2 0 1 4 -4
Contrasterende opbouwen in de Zonnebloemstraat: we are not
amused
Zeer mooie doorgemetselde en uitwendig gelijke opbouwen in
de Fuchsiastraat
De mooiste dakopbouw vind ik die op Carel
Reinierszkade 61, hoek De Eerensplein.
Mooi geïntegreerde opbouw die recht doet aan de elegante
architectuur van Merkelbach en Karsten uit 1936 in het
‘Plan Molensloot’ (Carel Reinierszkade e.o., Bezuidenhout)
De huiseigenaar had geluk met zeer aantrekkelijke omstandigheden. Een harmonische dakopbouw hoeft dus niet oubollig en fantasieloos te
zijn.
Martin Snuverink, tekst en foto’s
Uniforme puntopbouwen in de Bunschotensestraat
7