18 // vlaams tijdschrift voor sportbeheer / 2014 / n° 243 Een leerlijn zwemmen, safe and simple De nieuwe leerlijn zwemmen is een onderbouwde leidraad om het zwemonderricht in al zijn aspecten in zwembaden te coördineren en stroomlijnen. Deze leerlijn is geen complexe wetenschappelijke studie, maar een praktische houvast voor een efficiënter aanbod van watergewenning, leren zwemmen tot zwemsport. In dit artikel legt zwemexpert Filip Roelandt de belangrijkste principes uit. Drie jaar geleden voelde Filip Roelandt de nood aan meer uniformiteit in de manier waarop Vlaanderen leert zwemmen. Zijn voorkeur van aanpak ging onmiddellijk uit naar een breed gedragen project met samenwerking tussen alle stakeholders. Om deze ambitie te verwezenlijken, werd een ronde- Filip Roelandt Baan 4 David Nassen (kaderstuk) directeur ISB [email protected] tafelgroep van alle betrokken actoren in de Vlaamse zweminstructie opgericht, het zogenaamde leerlijnplatform. ISB faciliteert het overleg als netwerk van publieke zwembaden - het actieterrein van alle zwembadactoren - en investeerde in een handleiding met praktische vertaalslag van de leerlijn. Kunnen zwemmen, wat betekent dat? Een van de eerste acties was een rondvraag bij alle actoren waarom wij onze kinderen leren zwemmen en hoe ze die opdracht realiseren. Wat is voor iedere aanbieder van zwemonderricht de definitie van zwemmen? Hoe meten we vandaag of iemand kan zwemmen? Al snel bleken er veel retorische vragen met weinig pasklare antwoorden te bestaan en er was geen sprake van uniformiteit. De zoektocht naar een definitie voor zwemmen is gegroeid vanuit het perspectief om een consensus te vinden binnen het leerlijnplatform en op die manier alle partners aan de gesprekstafel te houden. Samenwerken biedt immers meer perspectieven dan wanneer iedere organisatie op eigen kracht verder werkt. Zwemmen kan vanuit drie perspectieven worden bekeken: • als een competitiesport; • als gezonde en levenslange beweging; • als vorm van veiligheid in en aan het water. Veel Vlaamse organisaties bestempelen ‘water safety’ als een belang- Z W E M B AD rijke drijfveer voor het organiseren van zwemlessen en beschouwen het ook als een belangrijke maatschappelijke opdracht. Ook internationaal wordt Health and Safety een belangrijke drijfveer in het organiseren van zwemlessen. Maar volstaat ‘kinderen leren zwemmen’ om niet te verdrinken? Of moeten we hen ‘leren zwemmen plus …’? Dat brengt ons tot de vraag wat water safety inhoudt. Water safety omschrijven blijkt een zeer moeilijke opdracht. Water safety bevat immers naast de zwemmende vaardigheden ook de info waar en wanneer je mag zwemmen. Het geeft je kennis over bepaalde gevaren en leert je potentiële gevaarlijke situaties inschatten. Het leerproces stopt nooit. Inhoudelijk moet je water safety beschouwen als ‘a neverending story’. Een leerlijn zwemmen bevat een bruidstaart De onderzoekers hebben de leerlijn vooral methodisch en pragmatisch aangepakt. Hoe complex het verhaal ook moge zijn, lesgevers moeten uiteindelijk op een eenvoudige en praktische leerlijn kunnen terugvallen, of het verhaal loopt mis. We symboliseren de leerlijn als een zandloper, waarbij het onderste deel eruit ziet als een bruidstaart bestaande uit drie verdiepingen: waterwennen, leren overleven en leren zwemmen (figuur 1). 3 bouwstenen van watergewenning Om een goede basis voor het leerproces te krijgen, moeten kinderen de juiste ervaringen in het water opdoen. Deze aanpassingen situeren zich op drie domeinen. Omdat het fundamentele onderdelen zijn, worden ze bouwstenen genoemd. Voor de beschrijving van onze leerlijn moeten bouwstenen eenvoudig, duidelijk en bruikbaar zijn. Het leren onderdompelen van het hoofd, de romp of de ledematen vormt de basis. Het zijn de drie bouwstenen van de watergewenning en staan in de onderste, grootste schijf van de bruidstaart. // 19 Is verdrinken een falen van de technieken of een falen van de lesgever? leren zwemmen leren overleven waterwennen FIGUUR 1 // De ‘bruidstaart’ van de leerlijn zwemmen in drie verdiepingen HET HOOFD // De ademhalingscontrole en de gebrekkige visuele oriëntering zijn belangrijke onderwerpen die aan bod komen bij de onderdompeling van het hoofd. Inademen onder water gaat immers niet. In een eerste reflex sluiten kinderen de mond. Later wordt de mond onder water geleidelijk geopend om uit te ademen. De ogen geven een troebel beeld onder water. In een eerste reactie knijpt men de ogen dicht. Maar uiteindelijk kan je wel kijken onder water. Het ziet er allemaal anders uit, het voelt raar maar het kan. De oren lopen vol water. Veel zwemmers denken er niet meer aan dat er Meer over water safety In nummers 232 en 233 van dit tijdschrift verscheen al een tweedelig artikel over water safety en het onderzoek naar de zwemvaardigheid van leerlingen uit ons lager onderwijs. Je kan het artikel ‘Klassieke zwemtest versus water safety test’ lezen via de ISB-Kennisbank op www.isbkennisbank.be. vlaams tijdschrift voor sportbeheer / 2014 / n° 243 ver pla ats en der do HOO mp FD e l in g 1ste focus tie na rdi coö on lichaamsevenwicht n MP are RO erv en cht kra er v are n 20 // LEDEMATEN stuwing ervaren FIGUUR 2 // De ‘bruidstaart’ van de leerlijn zwemmen in bovenaanzicht opwaartse kracht vormt samen met de zwaartekracht een krachtenmoment dat bij de zwemmer een onstabiele situatie oplevert. Hierdoor zijn rotaties in het water altijd aanwezig en moeten zwemmers constant hun evenwicht bijstellen. Om efficiënt te leren zwemmen moet de romp ook gestroomlijnd zijn. Daarom wordt een horizontale positie van de romp aanbevolen. Ook dit is voor een kind niet altijd evident. DE LEDEMATEN // Op het droge gebruiken de ledematen een vast contactoppervlak om het lichaam in beweging te krijgen. In het water reageert het lichaam ook op bewegende ledematen, zonder contact met een vaste ondergrond. Tevens kunnen zowel de armen als de benen voor stuwing zorgen en bestaat ook hier nog een verdere keuze in stuwvlakken. 3 vaardigheden voor water safety FIGUUR 3 // Een gecombineerde zwemtest (Soons et al. 2013) water in de oren komt. In een beginstadium houden heel wat kindjes, wanneer ze het hoofd in het water leggen, de oren angstvallig boven water. DE ROMP // De weerstand en de opwaartse kracht die het lichaam ondervindt bij onderdompeling zijn voor de mens nieuwe ervaringen. De Een ervaren lesgever merkt al gauw dat de bouwstenen eenvoudige oefeningen bevatten. Dit komt omdat elke bouwsteen geïsoleerd aan bod komt. Hierdoor is er in de nieuwe leerlijn een snelle overgang naar een hogere schijf. In de tweede schijf leert het kind namelijk twee bouwstenen combineren. Op die manier ontstaan evenwicht, verplaatsen en coördinatie. Op het overlegplatform werd gekozen om de vaardigheden te kaderen in functie van de water safety en een motorische verbreding. Maar vaardigheden kunnen ook in functie staan van de zwemcompetitie. In de VTS-opleidingen worden deze ‘basisvaardigheden’ genoemd. Zij leggen een basis voor alle zwemslagen van onze competitie en zijn sterk gericht op het verbeteren en perfectioneren (verdiepen). Er bestaan vijf basisvaardigheden: evenwicht, stroomlijnen, stuwen met de armen, stuwen met de benen en ademen. Vaardigheden kunnen dus ofwel verbredend ofwel verdiepend zijn. Vandaag ontbreekt hiervoor een passende nomenclatuur en begripsafbakening. Binnen deze tekst bespreken we alleen de vaar- Z W E M B AD digheden water safety waarvoor het overlegplatform heeft gekozen. EVENWICHT // Wanneer een kind de bouwstenen hoofd en romp beheerst, kunnen oefeningen rond drijven aangebracht worden door het lichaam en het hoofd samen in het water te leggen. In het begin eenvoudig en ter plaatse drijven, uiteindelijk ook in beweging en in combinatie met ademhaling. De ledematen stuwen nog niet maar helpen geleidelijk aan wel met stroomlijnen. VERPLAATSEN // Wanneer een kind de bouwstenen romp en ledematen beheerst, kunnen verplaatsingen ontstaan. Eenvoudige verplaatsingen op de rug of bijvoorbeeld in hondjesslag, waarbij het lichaam horizontaler komt te liggen en de ledematen stuwen. // 21 COÖRDINATIE // Wanneer een kind de bouwstenen hoofd en ledematen beheerst, kan coördinatie ontstaan. De armen helpen het hoofd om boven te komen om te ademen, arm- en beenbewegingen kunnen geoefend worden in combinatie met ademhaling. De romp wordt hierbij voorlopig nog vaak ondersteund met drijfmiddelen. Doelmatig bewegen in het water Terwijl in de onderste schijf slechts één bouwsteen wordt geoefend, in de middelste twee bouwstenen worden gecombineerd, komt in de derde en hoogste schijf van onze bruidstaart oefenstof waarbij de drie bouwstenen samen aan bod komen. Vanaf dan bereiken we een eerste vorm van zwemmen. Het wordt onze 1ste focus. FIGUUR 4 // Het zandlopermodel van de leerlijn zwemmen Ontwikkeling van motorische vaardigheden bij kinderen Aquatische vaardigheden 4 Anders zwemmen (verbreding) 2 Leren overleven 1 Water wennen 0 Baby-peuter wennen doelmatig voortbewegen in het water = 1ste focus* Bewegen i/h water 3 Leren zwemmen Zwemmen 2de Focus: bewegingsrijkdom Proces van zwemmend leren Sporten 3de Focus: wedstrijdsport Proces van leren zwemmen 5 Beter zwemmen (verdieping) Wat Geen leren Niveaus 22 // vlaams tijdschrift voor sportbeheer / 2014 / n° 243 Deze 1ste focus kan slechts de gemeenschappelijke focus zijn als ze wordt opgebouwd uit alle onderdelen van de watergewenning (onderste schijf) én het leren overleven (middelste schijf). Deze opvatting brengt ons tot een definitie van het leren zwemmen. We kunnen pas over zwemmen spreken als men gebruikt maakt van de bouwstenen hoofd, romp en ledematen en de vaardigheden evenwicht, verplaatsing en coördinatie aan bod komen. Het wordt ook ‘doelmatig voortbewegen in het water’ genoemd. Vanuit een bovenaanzicht kan onze bruidstaart voorgesteld worden als drie concentrische cirkels. Een buitenste cirkel bevat de drie bouw- stenen van de watergewenning, een binnenste de drie vaardigheden en het centrum de 1ste focus (figuur 2). Iemand die sporttechnisch een bepaalde zwemslag goed kan zwemmen, zal ongetwijfeld de 1ste focus beheersen. Maar ook iemand die een andere zwemslag kan zwemmen, of iemand die veel overlevingsvaardigheden heeft, of iemand die vaak in het water vertoeft, zal dit kunnen. Het opdringen van één zwemslag zou het ruime model heel eng maken. Het al dan niet ‘doelmatig kunnen bewegen in het water’ moet ook getest worden. Door te ontbinden in factoren en elk van deze factoren te meten, evalueren we wie zich doel- 6 misvattingen over de leerlijn zwemmen Eind september was er heel wat media-aandacht voor de leerlijn zwemmen. De leerlijn is voor het grote publiek geen eenvoudige materie. Gezien het maatschappelijk belang van zwemmen roept de kwestie ook nog eens veel reacties op. ISB is heel tevreden met die media-aandacht. Naar jullie, ons vakpubliek, willen we echter wel enkele zaken verduidelijken aangaande enkele ‘populaire’ titels en uit de context gehaalde citaten in de berichtgeving. 1. Is ‘niet verdrinken’ de basis? Neen. De centrale en 1ste focus van de leerlijn is ‘je doelmatig kunnen verplaatsen in het water met het oog op waterveiligheid’. Dit is dan ook de nieuwe definitie van ‘kunnen zwemmen’ in de leerlijn. Deze definitie houdt in dat je de drie vaardigheden ‘evenwicht’, ‘verplaatsen’ en ‘coördinatie’ samen kan toepassen in het water. ‘Kunnen zwemmen’ is zodoende de basis voor verdere verbreding (naar andere zwemsporten) of verdieping (verder verfijning van de gestructureerde zwemslagen in de zwemsport). 2. Is ‘hondjesslag’ voldoende om van ‘kunnen zwem- men’ te spreken? Neen. Een ‘hondjesslag’ is geen slag die past in de definitie ‘je doelmatig kunnen verplaatsen in het water’, omdat deze slag niet doelmatig en efficiënt is. Momenteel wordt gewerkt aan een test om ‘kunnen zwemmen’ te beoordelen. Deze test zal een gecombineerde proef zijn waarbij je je onder andere buikwaarts en rugwaarts moet kunnen verplaatsen, rond je as moet kunnen draaien, aquatische ademhalingen moet kunnen uitvoeren enz. Bij het deel buikwaarts verplaatsen over 12,5 m zal bijvoorbeeld zeker het hoofd onder water moeten gaan. Een hondjesslag voldoet niet aan deze voorwaarden en zal ook niet efficiënt zijn over de gevraagde afstand. Schoolslag met het hoofd boven water voldoet evenmin aan die voorwaarden. 3. Ligt de focus nu op ‘leren overleven’? Neen. De leerlijn bestaat uit 5 fases naast een 0-fase die zich thuis in bad of onder de douche afspeelt. ‘Leren overleven’ is de fase vóór het ‘leren zwemmen’. De aandacht voor de fase ‘leren overleven’ kan wel nieuw genoemd worden. In deze fase wor- den de bouwstenen ‘romp’, ‘hoofd’ en ‘ledematen’ gecombineerd tot één of twee vaardigheden: ‘evenwicht’, ‘verplaatsen’ en ‘coördinatie’. ‘Hondjesslag’, ‘schoolslag met hoofd boven’ ... kunnen voorbeelden zijn van oefeningen voor de vaardigheid ‘verplaatsen’ in de fase leren overleven. Ook een oefening als: ‘je in het diepe verplaatsen, terwijl je je aan de kant vasthoudt, kan een voorbeeldoefening zijn van deze fase. Deze fase vormt een brug tussen de fases watergewenning en leren zwemmen, waar in het verleden vaak een grote kloof was. 4. Is de leerlijn zwemmen vanaf volgend schooljaar verplicht in het onderwijs? Neen. Het gaat hier bovendien over ‘een’ leerlijn zwemmen, niet dé leerlijn zwemmen. We maken de vergelijking met leren lezen. In de eindtermen van het lager onderwijs staat dat elk kind moet kunnen lezen (dat is ‘verplicht’). Volgens welke methode een school de kinderen leert lezen is de vrijheid van elke school. Om te leren lezen bestaan er dan ook verschillende methodes en handboeken. Hetzelfde geldt voor deze leerlijn zwemmen. We kunnen echter wel meegeven dat de drie onderwijsnetten positief Z W E M B AD matig kan voortbewegen. Figuur 3 toont een mogelijk voorbeeld. Het is een gecombineerde zwemtest ontwikkeld aan de VUB op basis van een Noors model. Deze zwemtest zal op korte termijn verwerkt worden tot haalbare tests op verschillende niveaus. Een leerlijn zwemmen ziet eruit als een zandloper De leerlijn als zandloper (figuur 4) laat duidelijk zien dat de bruidstaart zich onderaan de zandloper bevindt en helemaal geen eindfase is. Het is een punt waar iedereen passeert op weg naar een 2de en 3de focus. Deze tweede focus bevat tal van mogelijkheden. Het kan een gestructureerde staan t.o.v. deze leerlijn die goed aansluit bij de eindtermen rond zwemmen. De leerlijn wil een kapstok en houvast zijn voor iedereen die betrokken is bij het zwemonderricht in het zwembad (van watergewenning, over scholen, tot zwemclubs) en is dus per definitie geen verplichting. Dit najaar worden coördinatoren (zwembadcoördinatoren, sportdiensten, directies, vakleerkrachten, clubcoördinatoren, zwemschoolcoördinatoren ...) geïnformeerd over deze leerlijn. Nog dit najaar en voorjaar 2015 volgen heel wat bijscholingen voor leerkrachten en lesgevers door diverse actoren. Zij die dit wensen kunnen dus volgend schooljaar aan de slag. 5. Wordt het nu allemaal makkelijker en zullen er minder zwemlessen nodig zijn? Tweemaal neen. Een ‘hondjesslag’ voldoet niet aan de voorwaarden om te ‘kunnen zwemmen’ en kunnen overleven is nog iets anders dan ‘kunnen zwemmen’. Het wordt dus zeker niet gemakkelijker. Deze leerlijn zwemmen heeft een centrale focus op ‘kunnen zwemmen’ met waterveiligheid als doel. Zo willen we de aandacht vestigen // 23 Het spreekt voor zich dat niet één zwemslag kan opgedrongen worden zwemslag zijn of waterpolo, triatlon of reddingstechnieken of langere afstanden gezwommen met een hogere efficiëntie. Iedere organisatie legt eigen accenten en heeft specifieke doelstellingen. Leerlijn met vijf fasen Samengevat omvat de leerlijn zwemmen vijf fasen, van waterwennen op het maatschappelijk belang dat ieder kind, iedereen, moet kunnen zwemmen. De leerlijn wil geen integendeel zelfs - versterkende factor zijn voor scholen om minder te komen zwemmen, wat momenteel dreigt te gebeuren door besparingen of de maximumfactuur. De nieuwe definitie van ‘kunnen zwemmen’ met de aandacht voor waterveiligheid wil ook voor duidelijkheid zorgen, niet het minst bij het grote publiek. Deze definitie sluit aan bij de eindtermen in het onderwijs en onderstreept het belang dat alle kinderen (ook kinderen uit minder kansrijke gezinnen) deze basis moeten hebben. De definitie en leerlijn stelt ook scherp dat ‘een hondjesslag om te overleven’ maar ook ‘25 meter schoolslag met het hoofd boven water’ niet voldoende is om te kunnen spreken van ‘kunnen zwemmen’. Bovendien waardeert de leerlijn zo ook de waarde van de genormeerde zwemslagen uit het competitiezwemmen in de verbredings- en verdiepingsfase. In zwemclubs, maar ook in scholen die een uitgebreid zwemonderricht hebben zal deze verfijning ongetwijfeld zijn plaats behouden. 6. Is deze leerlijn zwemmen enkel van toepassing op het onderwijs? Neen. De leerlijn wil een leidraad zijn om het zwemonderricht door diverse actoren in een zwembad op mekaar af te stemmen en gecoördineerd aan te pakken. Zwemmen is zowel een sport als een levensbelangrijke vaardigheid, naast een gezonde vrijetijdsbesteding. Deze leerlijn wil een leidraad zijn om in een zwembad efficiënt iedere actor zijn doelstellingen te laten bereiken: van gezinssport met als doel watergewenning, over onderwijs of zwemscholen met als doel ‘leren zwemmen’, tot zwemclubs met als doel plezier en sportieve resultaten in de zwemsport. Dit uit zich ook in de 5 fases die in leerlijn genoemd worden. ‘Iedere actor in het zwembad zijn doelstellingen laten bereiken’ is ook een belangrijke reden waarom ISB als netwerk van zwembadbeheerders investeert in (via een handleiding met een praktische vertaalslag) en steun geeft aan deze leerlijn. Deze leerlijn, ontwikkeld door Baan Vier, een netwerk van zwemdeskundigen, wordt zodoende ook opgevolgd door een Platform Leerlijn Zwemmen met vertegenwoordigers van alle actoren in het zwemlandschap (sportfederaties, onderwijsnetten, opleidingsinstituten, VTS, ISB ...). Z W E M B AD tot anders en beter zwemmen. Het waterwennen (fase 1) kan ontleed worden in drie bouwstenen: hoofd, romp en ledematen. Oefeningen van waterwennen werken slechts aan één bouwsteen. Door twee bouwstenen van fase 1 te combineren met elkaar worden nieuwe oefeningen gemaakt. Deze vaardigheden (evenwicht, verplaatsen en coördinatie) behoren tot fase 2: ‘het leren overleven’. Doordat alle oefeningen aan twee bouwstenen tegelijk werken, hebben ze een hogere moeilijkheidsgraad. Fase 3, het eindpunt van de bruidstaart leidt tot de 1ste focus in de leerlijn, namelijk het ‘doelmatig voortbewegen in het water’. In deze fase moeten de vaardigheden evenwicht, verplaatsen en coördinatie efficiënt met elkaar worden gecombineerd. De 1ste focus moet een oefening worden waarbij alle bouwstenen tegelijk aan bod komen. Uiteraard zijn er meerdere oplossingen. Vanuit deze 1ste focus kan er op verschillende manieren worden verder gewerkt. Een 2de focus kan verbredend werken. Enerzijds door op een andere manier te leren zwemmen, anderzijds door een divers aanbod van aquatische activiteiten die ook deel uitmaken van deze brede leerlijn. Dankzij een degelijke onderbouw zijn de nodige fundamenten aanwezig om te verdiepen en te specialiseren in een tak van de zwemsport. Een combinatie van verbreden en verdiepen kan ook. De organisator van het zwemonderricht maakt hier zijn eigen keuzes. // 25 Handleiding: leerlijn zwemmen anno 2014 ISB ontwikkelde deze handleiding voor zwembadbeheerders, zwemschoolcoördinatoren, clubcoördinatoren, vakleerkrachten LO ... die de verschillende actoren in het zwembad of in hun school samen willen laten nadenken over deze nieuwe aanpak van het ‘leren zwemmen’. De handleiding bevat o.m. een praktische toelichting over de nieuwe leerlijn en een stappenplan en vragenlijst om tot een samenwerking met alle actoren te komen. Bestel de handleiding via www.isbvzw.be > Webshop. Door eerst anders te leren zwemmen (fase 4) en dan pas beter te leren zwemmen (fase 5), ligt het accent van de leerlijn eerst op verbreden en dan pas op verbeteren of verdiepen. Een leerlijn zwemmen, safe and simple wil een gebruiksvriendelijke methodiek voorstellen om kinderen op een veilige en doelmatige manier te leren bewegen in het water. Elke organisatie die zwemonderricht aanbiedt, van gezinssportfederatie, lagere school tot competitieve zwemclub kan in dit model eigen accenten leggen en leerlijnen uitzetten naar verbreding en of verdieping, beantwoordend aan de doelstellingen van de organisatie. Het uniformiseren van deze leerlijn biedt talrijke opportuniteiten naar het efficiënter organiseren van het zwemonderricht. // Volg een didactische opleiding In de didactische opleidingen krijgen lesgevers de nodige info om zelf aan de slag te gaan met de nieuwe leerlijn. Na een uiteenzetting van de leerlijn zelf, wordt er ingegaan op de concrete oefenstof en de praktische aspecten voor de aanpak in het zwembad. De opleidingen vinden plaats op 10 en 20 november en 1 december. Meer info en inschrijven op www.isbvzw.be. KENN i n f o r m e r e n d • ANK i n s p i r e r e n d Meer lezen over dit onderwerp? Zoek in de ISB-Kennisbank met de trefwoorden leerlijn zwemmen Referentie: Roelandt F., Soons B., Van Schuylenbergh R., Van Gerven P. (2014); Een leerlijn zwemmen, safe and simple, Acco: Leuven.
© Copyright 2024 ExpyDoc