Ga naar het artikel - ISB

18 //
vlaams tijdschrift voor sportbeheer / 2014 / n° 243
Een leerlijn zwemmen,
safe and simple
De nieuwe leerlijn zwemmen is een onderbouwde leidraad om het
zwemonderricht in al zijn aspecten in zwembaden te coördineren
en stroomlijnen. Deze leerlijn is geen complexe wetenschappelijke
studie, maar een praktische houvast voor een efficiënter aanbod van
watergewenning, leren zwemmen tot zwemsport. In dit artikel legt
zwemexpert Filip Roelandt de belangrijkste principes uit.
Drie jaar geleden voelde Filip
Roelandt de nood aan meer uniformiteit in de manier waarop
Vlaanderen leert zwemmen. Zijn
voorkeur van aanpak ging onmiddellijk uit naar een breed gedragen
project met samenwerking tussen
alle stakeholders. Om deze ambitie
te verwezenlijken, werd een ronde-
Filip Roelandt
Baan 4
David Nassen (kaderstuk)
directeur ISB
[email protected]
tafelgroep van alle betrokken actoren in de Vlaamse zweminstructie
opgericht, het zogenaamde leerlijnplatform. ISB faciliteert het overleg
als netwerk van publieke zwembaden - het actieterrein van alle zwembadactoren - en investeerde in een
handleiding met praktische vertaalslag van de leerlijn.
Kunnen zwemmen, wat
betekent dat?
Een van de eerste acties was een
rondvraag bij alle actoren waarom
wij onze kinderen leren zwemmen
en hoe ze die opdracht realiseren.
Wat is voor iedere aanbieder van
zwemonderricht de definitie van
zwemmen? Hoe meten we vandaag
of iemand kan zwemmen? Al snel
bleken er veel retorische vragen
met weinig pasklare antwoorden te
bestaan en er was geen sprake van
uniformiteit. De zoektocht naar een
definitie voor zwemmen is gegroeid
vanuit het perspectief om een consensus te vinden binnen het leerlijnplatform en op die manier alle partners aan de gesprekstafel te houden.
Samenwerken biedt immers meer
perspectieven dan wanneer iedere
organisatie op eigen kracht verder
werkt. Zwemmen kan vanuit drie
perspectieven worden bekeken:
• als een competitiesport;
• als gezonde en levenslange beweging;
• als vorm van veiligheid in en aan
het water.
Veel Vlaamse organisaties bestempelen ‘water safety’ als een belang-
Z W E M B AD
rijke drijfveer voor het organiseren
van zwemlessen en beschouwen het
ook als een belangrijke maatschappelijke opdracht. Ook internationaal wordt Health and Safety een
belangrijke drijfveer in het organiseren van zwemlessen. Maar volstaat
‘kinderen leren zwemmen’ om niet
te verdrinken? Of moeten we hen
‘leren zwemmen plus …’? Dat brengt
ons tot de vraag wat water safety
inhoudt. Water safety omschrijven
blijkt een zeer moeilijke opdracht.
Water safety bevat immers naast de
zwemmende vaardigheden ook de
info waar en wanneer je mag zwemmen. Het geeft je kennis over bepaalde gevaren en leert je potentiële
gevaarlijke situaties inschatten. Het
leerproces stopt nooit. Inhoudelijk
moet je water safety beschouwen als
‘a neverending story’.
Een leerlijn zwemmen
bevat een bruidstaart
De onderzoekers hebben de leerlijn
vooral methodisch en pragmatisch
aangepakt. Hoe complex het verhaal
ook moge zijn, lesgevers moeten uiteindelijk op een eenvoudige en praktische leerlijn kunnen terugvallen,
of het verhaal loopt mis. We symboliseren de leerlijn als een zandloper, waarbij het onderste deel eruit
ziet als een bruidstaart bestaande
uit drie verdiepingen: waterwennen,
leren overleven en leren zwemmen
(figuur 1).
3 bouwstenen van
watergewenning
Om een goede basis voor het leerproces te krijgen, moeten kinderen
de juiste ervaringen in het water
opdoen. Deze aanpassingen situeren zich op drie domeinen. Omdat
het fundamentele onderdelen zijn,
worden ze bouwstenen genoemd.
Voor de beschrijving van onze leerlijn moeten bouwstenen eenvoudig, duidelijk en bruikbaar zijn. Het
leren onderdompelen van het hoofd,
de romp of de ledematen vormt de
basis. Het zijn de drie bouwstenen
van de watergewenning en staan in
de onderste, grootste schijf van de
bruidstaart.
// 19
Is verdrinken een falen van de
technieken of een falen van de lesgever?
leren
zwemmen
leren overleven
waterwennen
FIGUUR 1 // De ‘bruidstaart’ van de leerlijn zwemmen in drie verdiepingen
HET HOOFD // De ademhalingscontrole en de gebrekkige visuele
oriëntering zijn belangrijke onderwerpen die aan bod komen bij de
onderdompeling van het hoofd.
Inademen onder water gaat immers
niet. In een eerste reflex sluiten kinderen de mond. Later wordt de mond
onder water geleidelijk geopend om
uit te ademen.
De ogen geven een troebel beeld
onder water. In een eerste reactie
knijpt men de ogen dicht.
Maar uiteindelijk kan je wel kijken
onder water. Het ziet er allemaal
anders uit, het voelt raar maar het
kan.
De oren lopen vol water. Veel zwemmers denken er niet meer aan dat er
Meer over water safety
In nummers 232 en 233 van dit tijdschrift verscheen al een tweedelig artikel
over water safety en het onderzoek naar de zwemvaardigheid van leerlingen uit ons lager onderwijs.
Je kan het artikel ‘Klassieke zwemtest versus water safety test’ lezen via de
ISB-Kennisbank op www.isbkennisbank.be.
vlaams tijdschrift voor sportbeheer / 2014 / n° 243
ver
pla
ats
en
der
do HOO
mp FD
e l in
g
1ste focus
tie
na
rdi
coö
on
lichaamsevenwicht
n
MP are
RO erv
en
cht
kra
er v
are
n
20 //
LEDEMATEN
stuwing ervaren
FIGUUR 2 // De ‘bruidstaart’ van de leerlijn zwemmen in bovenaanzicht
opwaartse kracht vormt samen met
de zwaartekracht een krachtenmoment dat bij de zwemmer een onstabiele situatie oplevert. Hierdoor zijn
rotaties in het water altijd aanwezig
en moeten zwemmers constant hun
evenwicht bijstellen. Om efficiënt te
leren zwemmen moet de romp ook
gestroomlijnd zijn. Daarom wordt
een horizontale positie van de romp
aanbevolen. Ook dit is voor een kind
niet altijd evident.
DE LEDEMATEN // Op het droge
gebruiken de ledematen een vast
contactoppervlak om het lichaam
in beweging te krijgen. In het water
reageert het lichaam ook op bewegende ledematen, zonder contact
met een vaste ondergrond. Tevens
kunnen zowel de armen als de benen
voor stuwing zorgen en bestaat ook
hier nog een verdere keuze in stuwvlakken.
3 vaardigheden voor water
safety
FIGUUR 3 // Een gecombineerde zwemtest (Soons et al. 2013)
water in de oren komt. In een beginstadium houden heel wat kindjes,
wanneer ze het hoofd in het water
leggen, de oren angstvallig boven
water.
DE ROMP // De weerstand en de
opwaartse kracht die het lichaam
ondervindt bij onderdompeling zijn
voor de mens nieuwe ervaringen. De
Een ervaren lesgever merkt al gauw
dat de bouwstenen eenvoudige oefeningen bevatten. Dit komt omdat
elke bouwsteen geïsoleerd aan bod
komt. Hierdoor is er in de nieuwe
leerlijn een snelle overgang naar een
hogere schijf. In de tweede schijf
leert het kind namelijk twee bouwstenen combineren. Op die manier
ontstaan evenwicht, verplaatsen en
coördinatie. Op het overlegplatform
werd gekozen om de vaardigheden
te kaderen in functie van de water
safety en een motorische verbreding.
Maar vaardigheden kunnen ook in
functie staan van de zwemcompetitie. In de VTS-opleidingen worden
deze ‘basisvaardigheden’ genoemd.
Zij leggen een basis voor alle zwemslagen van onze competitie en zijn
sterk gericht op het verbeteren en
perfectioneren (verdiepen).
Er bestaan vijf basisvaardigheden:
evenwicht, stroomlijnen, stuwen
met de armen, stuwen met de benen
en ademen. Vaardigheden kunnen
dus ofwel verbredend ofwel verdiepend zijn. Vandaag ontbreekt hiervoor een passende nomenclatuur
en begripsafbakening. Binnen deze
tekst bespreken we alleen de vaar-
Z W E M B AD
digheden water safety waarvoor het
overlegplatform heeft gekozen.
EVENWICHT // Wanneer een kind
de bouwstenen hoofd en romp
beheerst, kunnen oefeningen rond
drijven aangebracht worden door
het lichaam en het hoofd samen in
het water te leggen. In het begin
eenvoudig en ter plaatse drijven,
uiteindelijk ook in beweging en in
combinatie met ademhaling. De
ledematen stuwen nog niet maar
helpen geleidelijk aan wel met
stroomlijnen.
VERPLAATSEN // Wanneer een
kind de bouwstenen romp en ledematen beheerst, kunnen verplaatsingen ontstaan. Eenvoudige verplaatsingen op de rug of bijvoorbeeld in hondjesslag, waarbij het
lichaam horizontaler komt te liggen
en de ledematen stuwen.
// 21
COÖRDINATIE // Wanneer een
kind de bouwstenen hoofd en ledematen beheerst, kan coördinatie
ontstaan. De armen helpen het
hoofd om boven te komen om te
ademen, arm- en beenbewegingen
kunnen geoefend worden in combinatie met ademhaling. De romp
wordt hierbij voorlopig nog vaak
ondersteund met drijfmiddelen.
Doelmatig bewegen in het
water
Terwijl in de onderste schijf slechts
één bouwsteen wordt geoefend,
in de middelste twee bouwstenen
worden gecombineerd, komt in de
derde en hoogste schijf van onze
bruidstaart oefenstof waarbij de drie
bouwstenen samen aan bod komen.
Vanaf dan bereiken we een eerste
vorm van zwemmen. Het wordt
onze 1ste focus.
FIGUUR 4 // Het zandlopermodel van de leerlijn zwemmen
Ontwikkeling van motorische vaardigheden bij kinderen
Aquatische vaardigheden
4
Anders
zwemmen
(verbreding)
2
Leren
overleven
1
Water
wennen
0
Baby-peuter
wennen
doelmatig voortbewegen in het water
= 1ste focus*
Bewegen i/h water
3
Leren
zwemmen
Zwemmen
2de Focus: bewegingsrijkdom
Proces van zwemmend leren
Sporten
3de Focus: wedstrijdsport
Proces van leren
zwemmen
5
Beter
zwemmen
(verdieping)
Wat
Geen
leren
Niveaus
22 //
vlaams tijdschrift voor sportbeheer / 2014 / n° 243
Deze 1ste focus kan slechts de
gemeenschappelijke focus zijn als ze
wordt opgebouwd uit alle onderdelen van de watergewenning (onderste schijf) én het leren overleven
(middelste schijf). Deze opvatting
brengt ons tot een definitie van het
leren zwemmen. We kunnen pas
over zwemmen spreken als men
gebruikt maakt van de bouwstenen
hoofd, romp en ledematen en de
vaardigheden evenwicht, verplaatsing en coördinatie aan bod komen.
Het wordt ook ‘doelmatig voortbewegen in het water’ genoemd.
Vanuit een bovenaanzicht kan onze
bruidstaart voorgesteld worden als
drie concentrische cirkels. Een buitenste cirkel bevat de drie bouw-
stenen van de watergewenning, een
binnenste de drie vaardigheden en
het centrum de 1ste focus (figuur
2). Iemand die sporttechnisch een
bepaalde zwemslag goed kan zwemmen, zal ongetwijfeld de 1ste focus
beheersen. Maar ook iemand die een
andere zwemslag kan zwemmen, of
iemand die veel overlevingsvaardigheden heeft, of iemand die vaak
in het water vertoeft, zal dit kunnen. Het opdringen van één zwemslag zou het ruime model heel eng
maken.
Het al dan niet ‘doelmatig kunnen
bewegen in het water’ moet ook
getest worden. Door te ontbinden in
factoren en elk van deze factoren te
meten, evalueren we wie zich doel-
6 misvattingen over de leerlijn zwemmen
Eind september was er heel wat
media-aandacht voor de leerlijn
zwemmen. De leerlijn is voor het
grote publiek geen eenvoudige
materie. Gezien het maatschappelijk belang van zwemmen roept de
kwestie ook nog eens veel reacties
op. ISB is heel tevreden met die
media-aandacht. Naar jullie, ons
vakpubliek, willen we echter wel
enkele zaken verduidelijken aangaande enkele ‘populaire’ titels en
uit de context gehaalde citaten in de
berichtgeving.
1. Is ‘niet verdrinken’ de
basis?
Neen. De centrale en 1ste focus van
de leerlijn is ‘je doelmatig kunnen
verplaatsen in het water met het
oog op waterveiligheid’. Dit is dan
ook de nieuwe definitie van ‘kunnen
zwemmen’ in de leerlijn. Deze definitie houdt in dat je de drie vaardigheden ‘evenwicht’, ‘verplaatsen’ en
‘coördinatie’ samen kan toepassen
in het water. ‘Kunnen zwemmen’ is
zodoende de basis voor verdere verbreding (naar andere zwemsporten)
of verdieping (verder verfijning van
de gestructureerde zwemslagen in
de zwemsport).
2. Is ‘hondjesslag’ voldoende om van ‘kunnen zwem-
men’ te spreken?
Neen. Een ‘hondjesslag’ is geen slag
die past in de definitie ‘je doelmatig
kunnen verplaatsen in het water’,
omdat deze slag niet doelmatig en
efficiënt is.
Momenteel wordt gewerkt aan een
test om ‘kunnen zwemmen’ te beoordelen. Deze test zal een gecombineerde proef zijn waarbij je je onder
andere buikwaarts en rugwaarts
moet kunnen verplaatsen, rond je
as moet kunnen draaien, aquatische
ademhalingen moet kunnen uitvoeren enz. Bij het deel buikwaarts verplaatsen over 12,5 m zal bijvoorbeeld
zeker het hoofd onder water moeten
gaan. Een hondjesslag voldoet niet
aan deze voorwaarden en zal ook
niet efficiënt zijn over de gevraagde
afstand. Schoolslag met het hoofd
boven water voldoet evenmin aan
die voorwaarden.
3. Ligt de focus nu op ‘leren
overleven’?
Neen. De leerlijn bestaat uit 5 fases naast een 0-fase die zich thuis in bad
of onder de douche afspeelt. ‘Leren
overleven’ is de fase vóór het ‘leren
zwemmen’. De aandacht voor de
fase ‘leren overleven’ kan wel nieuw
genoemd worden. In deze fase wor-
den de bouwstenen ‘romp’, ‘hoofd’
en ‘ledematen’ gecombineerd tot
één of twee vaardigheden: ‘evenwicht’, ‘verplaatsen’ en ‘coördinatie’.
‘Hondjesslag’, ‘schoolslag met hoofd
boven’ ... kunnen voorbeelden zijn
van oefeningen voor de vaardigheid
‘verplaatsen’ in de fase leren overleven. Ook een oefening als: ‘je in het
diepe verplaatsen, terwijl je je aan de
kant vasthoudt, kan een voorbeeldoefening zijn van deze fase. Deze
fase vormt een brug tussen de fases
watergewenning en leren zwemmen, waar in het verleden vaak een
grote kloof was.
4. Is de leerlijn zwemmen
vanaf volgend schooljaar
verplicht in het onderwijs?
Neen. Het gaat hier bovendien over
‘een’ leerlijn zwemmen, niet dé leerlijn zwemmen. We maken de vergelijking met leren lezen. In de eindtermen van het lager onderwijs staat
dat elk kind moet kunnen lezen
(dat is ‘verplicht’). Volgens welke
methode een school de kinderen
leert lezen is de vrijheid van elke
school. Om te leren lezen bestaan er
dan ook verschillende methodes en
handboeken. Hetzelfde geldt voor
deze leerlijn zwemmen.
We kunnen echter wel meegeven
dat de drie onderwijsnetten positief
Z W E M B AD
matig kan voortbewegen. Figuur 3
toont een mogelijk voorbeeld. Het
is een gecombineerde zwemtest ontwikkeld aan de VUB op basis van een
Noors model. Deze zwemtest zal
op korte termijn verwerkt worden
tot haalbare tests op verschillende
niveaus.
Een leerlijn zwemmen ziet
eruit als een zandloper
De leerlijn als zandloper (figuur 4)
laat duidelijk zien dat de bruidstaart
zich onderaan de zandloper bevindt
en helemaal geen eindfase is. Het is
een punt waar iedereen passeert op
weg naar een 2de en 3de focus. Deze
tweede focus bevat tal van mogelijkheden. Het kan een gestructureerde
staan t.o.v. deze leerlijn die goed
aansluit bij de eindtermen rond
zwemmen. De leerlijn wil een kapstok en houvast zijn voor iedereen
die betrokken is bij het zwemonderricht in het zwembad (van watergewenning, over scholen, tot zwemclubs) en is dus per definitie geen
verplichting.
Dit najaar worden coördinatoren
(zwembadcoördinatoren, sportdiensten, directies, vakleerkrachten,
clubcoördinatoren, zwemschoolcoördinatoren ...) geïnformeerd over
deze leerlijn. Nog dit najaar en voorjaar 2015 volgen heel wat bijscholingen voor leerkrachten en lesgevers
door diverse actoren. Zij die dit wensen kunnen dus volgend schooljaar
aan de slag.
5. Wordt het nu allemaal
makkelijker en zullen er
minder zwemlessen nodig
zijn?
Tweemaal neen. Een ‘hondjesslag’
voldoet niet aan de voorwaarden
om te ‘kunnen zwemmen’ en kunnen overleven is nog iets anders dan
‘kunnen zwemmen’. Het wordt dus
zeker niet gemakkelijker.
Deze leerlijn zwemmen heeft een
centrale focus op ‘kunnen zwemmen’ met waterveiligheid als doel.
Zo willen we de aandacht vestigen
// 23
Het spreekt voor zich dat niet één
zwemslag kan opgedrongen worden
zwemslag zijn of waterpolo, triatlon of reddingstechnieken of langere afstanden gezwommen met een
hogere efficiëntie. Iedere organisatie
legt eigen accenten en heeft specifieke doelstellingen.
Leerlijn met vijf fasen
Samengevat omvat de leerlijn zwemmen vijf fasen, van waterwennen
op het maatschappelijk belang dat
ieder kind, iedereen, moet kunnen
zwemmen. De leerlijn wil geen integendeel zelfs - versterkende factor zijn voor scholen om minder te
komen zwemmen, wat momenteel
dreigt te gebeuren door besparingen
of de maximumfactuur. De nieuwe
definitie van ‘kunnen zwemmen’
met de aandacht voor waterveiligheid wil ook voor duidelijkheid zorgen, niet het minst bij het grote
publiek. Deze definitie sluit aan bij
de eindtermen in het onderwijs en
onderstreept het belang dat alle
kinderen (ook kinderen uit minder
kansrijke gezinnen) deze basis moeten hebben.
De definitie en leerlijn stelt ook
scherp dat ‘een hondjesslag om te
overleven’ maar ook ‘25 meter schoolslag met het hoofd boven water’ niet
voldoende is om te kunnen spreken
van ‘kunnen zwemmen’. Bovendien
waardeert de leerlijn zo ook de waarde van de genormeerde zwemslagen
uit het competitiezwemmen in de
verbredings- en verdiepingsfase. In
zwemclubs, maar ook in scholen
die een uitgebreid zwemonderricht
hebben zal deze verfijning ongetwijfeld zijn plaats behouden.
6. Is deze leerlijn zwemmen enkel van toepassing
op het onderwijs?
Neen. De leerlijn wil een leidraad
zijn om het zwemonderricht door
diverse actoren in een zwembad op
mekaar af te stemmen en gecoördineerd aan te pakken. Zwemmen
is zowel een sport als een levensbelangrijke vaardigheid, naast een
gezonde vrijetijdsbesteding. Deze
leerlijn wil een leidraad zijn om in
een zwembad efficiënt iedere actor
zijn doelstellingen te laten bereiken: van gezinssport met als doel
watergewenning, over onderwijs of
zwemscholen met als doel ‘leren
zwemmen’, tot zwemclubs met als
doel plezier en sportieve resultaten
in de zwemsport. Dit uit zich ook
in de 5 fases die in leerlijn genoemd
worden.
‘Iedere actor in het zwembad zijn
doelstellingen laten bereiken’ is ook
een belangrijke reden waarom ISB
als netwerk van zwembadbeheerders investeert in (via een handleiding met een praktische vertaalslag) en steun geeft aan deze leerlijn.
Deze leerlijn, ontwikkeld door Baan
Vier, een netwerk van zwemdeskundigen, wordt zodoende ook opgevolgd door een Platform Leerlijn
Zwemmen met vertegenwoordigers
van alle actoren in het zwemlandschap (sportfederaties, onderwijsnetten, opleidingsinstituten, VTS,
ISB ...).
Z W E M B AD
tot anders en beter zwemmen. Het
waterwennen (fase 1) kan ontleed
worden in drie bouwstenen: hoofd,
romp en ledematen. Oefeningen van
waterwennen werken slechts aan één
bouwsteen. Door twee bouwstenen
van fase 1 te combineren met elkaar
worden nieuwe oefeningen gemaakt.
Deze vaardigheden (evenwicht, verplaatsen en coördinatie) behoren tot
fase 2: ‘het leren overleven’. Doordat
alle oefeningen aan twee bouwstenen tegelijk werken, hebben ze een
hogere moeilijkheidsgraad. Fase
3, het eindpunt van de bruidstaart
leidt tot de 1ste focus in de leerlijn,
namelijk het ‘doelmatig voortbewegen in het water’. In deze fase
moeten de vaardigheden evenwicht,
verplaatsen en coördinatie efficiënt
met elkaar worden gecombineerd.
De 1ste focus moet een oefening worden waarbij alle bouwstenen tegelijk
aan bod komen. Uiteraard zijn er
meerdere oplossingen.
Vanuit deze 1ste focus kan er op verschillende manieren worden verder
gewerkt. Een 2de focus kan verbredend werken. Enerzijds door op een
andere manier te leren zwemmen,
anderzijds door een divers aanbod
van aquatische activiteiten die ook
deel uitmaken van deze brede leerlijn. Dankzij een degelijke onderbouw zijn de nodige fundamenten aanwezig om te verdiepen en
te specialiseren in een tak van de
zwemsport. Een combinatie van verbreden en verdiepen kan ook. De
organisator van het zwemonderricht
maakt hier zijn eigen keuzes.
// 25
Handleiding: leerlijn zwemmen anno 2014
ISB ontwikkelde deze handleiding voor zwembadbeheerders, zwemschoolcoördinatoren, clubcoördinatoren, vakleerkrachten LO ... die de
verschillende actoren in het zwembad of in hun school samen willen
laten nadenken over deze nieuwe aanpak van het ‘leren zwemmen’. De
handleiding bevat o.m. een praktische toelichting over de nieuwe leerlijn en een stappenplan en vragenlijst om tot een samenwerking met alle
actoren te komen.
Bestel de handleiding via www.isbvzw.be > Webshop.
Door eerst anders te leren zwemmen
(fase 4) en dan pas beter te leren
zwemmen (fase 5), ligt het accent
van de leerlijn eerst op verbreden en
dan pas op verbeteren of verdiepen.
Een leerlijn zwemmen, safe and
simple wil een gebruiksvriendelijke
methodiek voorstellen om kinderen
op een veilige en doelmatige manier
te leren bewegen in het water. Elke
organisatie die zwemonderricht
aanbiedt, van gezinssportfederatie, lagere school tot competitieve
zwemclub kan in dit model eigen
accenten leggen en leerlijnen uitzetten naar verbreding en of verdieping, beantwoordend aan de
doelstellingen van de organisatie.
Het uniformiseren van deze leerlijn
biedt talrijke opportuniteiten naar
het efficiënter organiseren van het
zwemonderricht. //
Volg een didactische opleiding
In de didactische opleidingen krijgen lesgevers de nodige info om zelf aan
de slag te gaan met de nieuwe leerlijn. Na een uiteenzetting van de leerlijn
zelf, wordt er ingegaan op de concrete oefenstof en de praktische aspecten
voor de aanpak in het zwembad.
De opleidingen vinden plaats op 10 en 20 november en 1 december. Meer
info en inschrijven op www.isbvzw.be.
KENN
i n f o r m e r e n d
•
ANK
i n s p i r e r e n d
Meer lezen over dit onderwerp?
Zoek in de ISB-Kennisbank met de trefwoorden
leerlijn zwemmen
Referentie: Roelandt F., Soons B., Van Schuylenbergh R., Van Gerven P. (2014); Een leerlijn
zwemmen, safe and simple, Acco: Leuven.