Download presentatie

Instroomkenmerken in het eerste
jaar secundair onderwijs
Jonas Dockx, Eef Stevens & Bieke De Fraine
www.steunpuntSSL.be
Inleiding
Vaststelling 1: leerlingen verschillen
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
2
Inleiding
Vaststelling 2: klassen verschillen
Klassen trekken verschillende leerlingen aan.
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
3
Inleiding
Vaststelling 3: scholen verschillen
Scholen trekken verschillende leerlingen aan.
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
4
Inleiding
Verschillen tussen leerlingen op 3 niveaus
-> Kenmerken van leerlingen bij start SO zijn
instroomkenmerken
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
5
LiSO-project
• LiSO-project= Project Loopbanen in het
Secundair Onderwijs
• Doel: verschillen in loopbanen van
leerlingen beschrijven en verklaren
• Cohorte van 6.500 leerlingen doorheen SO
vanaf 1ste jaar SO in 51 scholen
• Ruime regio Aarschot-Mechelen-Vilvoorde
• onderzoek eerste jaar SO afgerond
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
6
LiSO-project
• Ervaringen eerste onderzoeksjaar:
– Toetsen voor sommige klassen/scholen te moeilijk
– Toetsresultaten tonen grote verschillen
– Leerlingen verschillen in sociale achtergrond
• Dit leidt tot de vraag: waar bevinden zich
deze verschillen?
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
7
Onderzoeksvraag 1
• Hoe groot zijn de verschillen in
instroomkenmerken tussen leerlingen,
klassen en scholen in het 1ste jaar SO ?
– Prestaties
– Niet-cognitieve uitkomsten
– Leerlingkenmerken
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
8
Onderzoeksvraag 1: Methode
• Welke methode om verschillen tussen
leerlingen, klassen en scholen te
beschrijven?
– Hiërarchische structuur onderwijs
– Verschillen beschrijven
– De ‘relatieve’ grootte van een verschil
-> Multiniveaumodel
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
9
Onderzoeksvraag 1: Methode
• Multiniveaumodel heeft 3 niveaus:
– Niveau 1: leerlingen
– Niveau 2: klassen
– Niveau 3: scholen
• Hoeveel variantie per niveau
– Uitgedrukt in % per niveau over 3 niveaus
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
10
Onderzoeksvraag 1: Instrumenten
Gegevens september 2013:
• Prestaties: wiskunde & begrijpend lezen
• Niet-cognitieve uitkomsten: welbevinden en
motivatie uit leerlingenvragenlijst
• Leerlingkenmerken:
onderwijskansarmoede-indicator (OKI)
–
–
–
–
Laag opleidingsniveau moeder
Gezinstaal niet Nederlands
Buurt met hoge mate van schoolse vertraging
Schooltoelage
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
11
Onderzoeksvraag 1: Prestaties
Nulmodel
Wiskunde
Nulmodel
Begrijpend
Lezen
Intercept
103
49
Niveau 1: Leerlingvariantie
68
61
Niveau 2: Klasvariantie
77
15
Niveau 3: Schoolvariantie
46
14
199
90
Niveau 1: Leerlingvariantie %
24,04%
68,10%
Niveau 2: Klasvariantie %
40,34%
16,24%
Niveau 3: Schoolvariantie %
35,62%
15,65%
Totale variantie
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
12
Onderzoeksvraag 1: Wiskunde
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
13
Onderzoeksvraag 1: Wiskunde
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
14
Onderzoeksvraag 1: Prestaties
• Echter: is het zinvol om voor alle leerlingen
één multiniveaumodel op te stellen?
• Wat met onderscheid 1A en 1B (stroom)?
• Daarom nemen we ‘stroom’ op als variabele
in ons model.
• Hoeveel variantie zou ‘stroom’ verklaren
per niveau?
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
15
Onderzoeksvraag 1: Prestaties
Intercept
Nulmodel
wiskunde
Model met
stroom
wiskunde
103
109
Stroom
-23
Reductie
Niveau 1: Leerlingvariantie
68
68
0%
Niveau 2: Klasvariantie
77
21
-73,24%
Niveau 3: Schoolvariantie
46
14
-69,54%
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
16
Onderzoeksvraag 1: Prestaties
Intercept
Nulmodel
begrijpend lezen
Model met stroom
begrijpend lezen
49
50
Stroom
-5
Reductie
Niveau 1:
Leerlingvariantie
61
61
0%
Niveau 2: Klasvariantie
15
13
-9,43%
Niveau 3:
Schoolvariantie
14
10
-31,58%
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
17
Conclusie onderzoeksvraag 1
prestaties
• Er zijn grote verschillen in wiskunde tussen
klassen en scholen bij instroom.
– Een groot deel van deze verschillen wordt
verklaard door ‘stroom’ (1A-1B).
• Er zijn kleinere verschillen in begrijpend
lezen tussen klassen en scholen bij instroom.
– Deze verschillen in scholen wordt gedeeltelijk
verklaard door ‘stroom’ (1A-1B).
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
18
Onderzoeksvraag 1: niet-cognitieve
uitkomsten en leerlingkenmerken
• Gelden deze resultaten ook voor:
– Niet-cognitieve uitkomsten: welbevinden en
motivatie
– Leerlingkenmerken: OKI
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
19
Onderzoeksvraag 1: niet-cognitieve
uitkomsten en leerlingkenmerken
Motivatie
Welbevin
den
OKI
Intercept
15,66
36,40
0,91
Niveau 1:
Leerlingvariantie
7,58
26,97
0,78
Niveau 2: Klasvariantie
0,32
1,49
0,08
Niveau 3:
Schoolvariantie
0,06
0,26
0,36
Totale variantie
7,96
28,72
1,22
Niveau 1:
Leerlingvariantie %
95,18%
93,89%
64,08%
Niveau 2:
Klasvariantie %
4,03%
5,19%
6,33%
Niveau 3:
Schoolvariantie %
0,79%
0,92%
29,59%
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
20
Onderzoeksvraag 1: Niet cognitieve
uitkomsten en leerlingkenmerken
Model met
stroom
Motivatie
Model met
stroom
Welbevinden
Model met
stroom OKI
Intercept
15,65
36,54
0,77
Stroom
0,12
-0,36
0,71
Reductie
Reductie
Reductie
Niveau 1: Leerlingvariantie
0%
0%
-0,17%
Niveau 2: Klasvariantie
0%
0%
-55,22%
-0,95%
-8,08%
-19,73%
Niveau 3: Schoolvariantie
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
21
Conclusie Onderzoeksvraag 1: niet
cognitieve uitkomsten & llkenmerken
• Voor schoolwelbevinden en motivatie zijn er
weinig verschillen tussen klassen en scholen.
• Voor de OKI zijn er verschillen tussen scholen
en kleine verschillen tussen klassen.
• De verschillen in de OKI tussen klassen worden
grotendeels verklaard door ‘stroom’ (1A-1B).
• De verschillen in de OKI tussen scholen worden
gedeeltelijk verklaard door ‘stroom’ (1A-1B).
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
22
Onderzoeksvraag 2
• In hoeverre worden de verschillen in
prestaties en niet-cognitieve uitkomsten aan
de start van het SO verklaard door
leerlingkenmerken bovenop stroom?
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
23
Onderzoeksvraag 2
• Leerlingkenmerken opnemen als
verklarende variabele in multiniveaumodel
bovenop ‘stroom’.
• OKI is nu geen uitkomst maar een
verklarende variabele.
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
24
Onderzoeksvraag 2
Wiskunde
Begrijpend
Lezen
Motivatie
Welbevinden
Intercept
109,97
51,11
15,47
36,48
Stroom
-21,77
-3,76
-0,11
-0,32
OKI
-1,72
-1,57
0,25
-0,04
Reductie door OKI bovenop stroom
Niveau 1: Leerlingvariantie
-3%
-3%
-1 %
0%
Niveau 2: Klasvariantie
-8%
-8%
0%
0%
Niveau 3: Schoolvariantie
-20%
-14%
-46%
0%
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
25
Conclusie Onderzoeksvraag 2
• De OKI verklaart een significante
hoeveelheid van prestaties bij de start van
het SO bovenop stroom (1A-1B).
– Meer voor scholen dan voor klassen
• Tussen niet cognitieve uitkomsten en de OKI
wordt geen duidelijke relatie gevonden bij de
start van het SO.
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
26
Algemene conclusie
• Hoewel er grote verschillen zijn tussen klassen en
scholen bij instroom voor wiskunde zijn deze
merkbaar kleiner voor begrijpend lezen.
• Stroom verklaart een groot gedeelte van de
verschillen in prestaties tussen klassen en scholen,
maar niet alles.
• De verschillen tussen klassen en scholen in OKI zijn
deels toe te schrijven aan stroom.
• De OKI verklaart een deel van de verschillen tussen
scholen en klassen voor prestaties bovenop stroom
aan de start van het SO.
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
27
• Bedankt voor uw aandacht.
• Info: www.lisoproject.be
• Contact:
– [email protected][email protected]
18‐09‐2014
Instroomkenmerken in het 1ste jaar SO
28