Jaarverslag Dollard College ∆∆2013 Bewust, bekwaam, betekenisvol 1 2 Voorwoord Raad van Toezicht 4 Voorwoord College van Bestuur 6 Hoofdstuk 1 Organisatie 1.1 Dollard College 1.2Organisatie 1.3 Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie 1.4 Organisatie- en managementstructuur 1.5 Strategische beleidsdoelen 1.6Leerlingenaantallen 7 7 8 10 10 10 Hoofdstuk 2 Kwaliteit 2.1 Onderwijsontwikkelingen 2.2 Zorgbeleid 2.3 Onderwijskwaliteit 2.4 Beoordeling 2.5 Samenwerking 11 12 13 14 16 Hoofdstuk 3 Leer- en werkomgeving 3.1 Internationalisering en culturele diversiteit 3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid 3.3 Huisvesting & Facilitair 3.4 Digitalisering 16 17 17 18 Hoofdstuk 4 Medewerkers 4.1 Onze medewerkers 4.2 Professionalisering en OGN-academie 4.3 Gezondheidsmanagement 20 21 22 Hoofdstuk 5 Financiën 5.1 Jaarrekening 5.2 Begroting 5.3 Continuïteit 5.4 Treasury 23 24 25 29 Jaarrekening 31 Overige gegevens 55 Bijlagen 60 3 voorwoord>> Raad van Toezicht Wij bieden u hierbij het jaarverslag van 2013 aan van het Dollard College. De jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants N.V. Na vaststelling door het College van Bestuur en advies van de auditcommissie hebben wij op grond van de controleverklaring het besluit van het College van Bestuur goedgekeurd. De Raad van Toezicht bestond in begin 2013 uit vier personen. Na een succesvolle sollicitatieprocedure is op voordracht van de medezeggenschapsorganen een vijfde lid benoemd, waardoor de raad weer voltallig is. De sollicitatiecommissie bestond uit de voorzitters van de vier medezeggenschapsorganen, de voorzitter Raad van Toezicht en de voorzitter College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft vier keer in formele zin en drie keer in informele zin (op vestigingen) vergaderd. In informele zin heeft de Raad van Toezicht in aanwezigheid van het College van Bestuur drie keer met directeuren en vertegenwoordigers van de medezeggenschapsorganen gesproken. Doel van deze gesprekken is ‘enige voeling’ te hebben met het binnenste van de organisatie. De auditcommissie is in aanwezigheid van het College van Bestuur twee keer bijeen geweest. De belangrijkste onderwerpen waren de jaarrekening 2012 en de begroting 2014. De remuneratiecommissie is regelmatig in gesprek geweest met het College van Bestuur. Het HRM gesprek tussen remuneratiecommissie en College van Bestuur wordt in 2014 gevoerd. 4 In 2013 is regelmatig gesproken over ‘good governance’. Om zijn rol als toezichthouder goed te kunnen vervullen wil de Raad van Toezicht meer contact met alle geledingen van de organisatie. Daarom is (een delegatie van) de Raad van Toezicht regelmatig aanwezig geweest bij de informele afsluiting van (personeels)bijeenkomsten in het kader van de transitie van Onderwijsgroep Noord. Ook is in het kader van governance en de Wet Normering Topinkomens gesproken over de vergoeding van de Raad van Toezicht en de beloning van het College van Bestuur. Er is vastgesteld dat de huidige vergoeding/beloning binnen de gestelde norm valt. De Raad van Toezicht heeft zichzelf geëvalueerd aan de hand van een daarvoor ontwikkeld instrument. Na een eerste evaluatie van de gezamenlijke Raad van Toezicht en het College van Bestuur over de Raad van Toezicht als geheel in 2012, was in 2013 de evaluatie van individuele leden van de Raad van Toezicht aan de orde. De conclusie was dat er een goede mix van competenties aanwezig is binnen de Raad van Toezicht. De afgelopen jaren ging veel aandacht uit naar financiële aangelegenheden. De bedrijfsvoering is nu beter op orde. De Raad van Toezicht laat zich goed informeren op alle expertisegebieden van het vastgestelde toezichtkader, zodat de Raad beter in staat is zijn rol als toezichthouder te vervullen. In 2013 is bijvoorbeeld een start gemaakt met presentaties van interne deskundigen over belangrijke ontwikkelingen die grote impact hebben op de organisatie. Zo is de Raad onder andere uitgebreid geïnformeerd over passend onderwijs en de stand van zaken binnen de stichtingen van Onderwijsgroep Noord. In 2014 zal ook de (leerlingen)krimp toegelicht worden. Ook heeft de Raad de onderwijskwaliteit en inspectierapporten continu op de agenda, zodat de Raad zich kan vergewissen van de onderwijskwaliteit. De Raad heeft positieve ontwikkelingen kunnen constateren, maar heeft ook gesignaleerd dat op enkele locaties nog verbeteringen mogelijk zijn. Tevens is afgesproken dat in de verantwoordings rapportages van het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht de ontwikkelingen ten aanzien van bovengenoemde thema’s aan bod komen. Tijdens de vergaderingen en tijdens een aantal extra ingeplande informele bijeenkomsten tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht is regelmatig gesproken over de transitie waarin Onderwijsgroep Noord zich bevindt. Diverse omstandigheden en (toekomstige) ontwikkelingen maken veranderingen in structuur en cultuur noodzakelijk. Het College van Bestuur heeft de Raad van Toezicht geïnformeerd over zijn ideeën voor een nieuwe organisatiestructuur. De Raad van Toezicht staat positief tegenover deze ontwikkelingen en heeft constructief meegedacht. Dit proces is gestart in 2013, maar zal ook in 2014 een belangrijk onderwerp van gesprek blijven. De volgende onderwerpen werden geagendeerd in 2013: - onderwijs: nationaal onderwijsakkoord, landelijke ontwikkelingen zoals passend onderwijs, provinciale ontwikkelingen zoals het Onderwijsmanifest in de provincie Groningen, kwaliteit van de onderwijsinstellingen zoals opbrengsten en inspectie-arrangementen, krimp en de mogelijke gevolgen en risico’s; - bedrijfsvoering: begroting 2013, jaarverslag 2012, begroting 2014, verbetering pdca-cyclus; - huisvesting: sluiting locatie Scheemda Dollard College; - transitie Onderwijsgroep Noord: nieuwe identiteit, besturingsfilosofie en leiderschap, nieuwe organisatiestructuur, (her)ontwerp bestuursbureau; - good governance: Wet Normering Topinkomens, versterking bestuurskracht. Groningen, 20 juni 2014 Namens de Raad van Toezicht, Erik Kuik, voorzitter 5 College van Bestuur Het jaar 2013 was een belangrijk jaar, met veel ontwikkelingen. Bij al die ontwikkelingen stond en staat de leerling centraal. We willen een pedagogisch klimaat creëren waarin onze leerling zijn of haar talenten optimaal kan ontwikkelen en zich veilig voelt. Hoe we dit gedaan hebben en wat de resultaten zijn, kunt u lezen in dit jaarverslag. Om onze leerlingen nog beter te kunnen begeleiden, moet je ook weten wie jezelf bent. Daarom hebben we dit jaar opnieuw gekeken naar onze identiteit: wie zijn we, waar staan we voor en wat beloven we aan onze leerlingen? Het antwoord op deze vragen hebben we in 2013 beschreven in ons identiteitsbewijs. We hebben gekozen voor de kernwaarden ‘gemeenschappelijk versterkend’ en ‘bewust persoonlijk’. Dit identiteitsbewijs vormt de basis voor de nieuwe besturingsfilosofie, waarbij we de verantwoordelijkheden leggen daar waar beïnvloeding plaatsvindt. In het verlengde hiervan hebben we bouwstenen ontwikkeld voor leiderschap op alle niveaus in de organisatie. Wij willen al onze medewerkers toerusten om de belofte aan onze leerlingen te realiseren. Binnen de lerende organisatie die het Dollard College wil zijn. We willen alle mogelijkheden benutten om van elkaar te leren, om alle aanwezige kennis en kunde binnen onze organisatie te delen. Op deze manier zijn identiteit en handelen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Natuurlijk willen we uitvoeren wat verwoord staat in ons identiteitsbewijs en in onze besturingsfilosofie. Hiervoor hebben we onder andere een goede besturings- en managementstructuur nodig. In 2013 hebben we samen met de directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs stappen gezet die leiden tot een nieuw ontwerp van ons besturingsmodel. Het ontwerp managementstructuur krijgt steeds meer vorm en we verwachten dat we in 2014 kunnen starten met de implementatie hiervan. De samenhang van alle ontwikkelingen - identiteit, besturingsfilosofie, leiderschap en besturingsmodel - hebben we omschreven in het zogenaamde masterplan transitie. We moeten ook adequaat kunnen inspelen op landelijke en regionale ontwikkelingen: vraagstukken als krimp, bezuinigingen en opdrachten van de landelijke overheid, zoals Passend Onderwijs en Leraar 2020. Deze ontwikkelingen doen een sterk beroep op het gezamenlijk zoeken naar oplossingen. Onze krachten bundelen en samenwerken. Gemeenschappelijk versterkend. Samenwerking tussen vestigingen van de eigen onderwijsstichting en ook met de andere stichtingen binnen Onderwijsgroep Noord. Het betekent ook samenwerking met onze regionale partners: collega-onderwijsinstellingen, organisaties en bedrijven. 2013, het begin van een nieuwe start en vele uitdagingen. Een nieuwe start vanuit de overtuiging dat dit noodzakelijk is om de komende jaren goed onderwijs te blijven geven. Zodat we onze leerlingen begeleiden om hun doelen te bereiken en om succesvol te zijn in de samenleving, in het vervolgonderwijs en in het beroep van hun keuze. Dit betekent hard werken, maar met veel perspectief. Door gemeenschappelijk versterkend te zijn, kunnen we dit aan. Met dank aan alle collega’s, Groningen, 20 juni 2014 Roel Schilt, voorzitter College van Bestuur en Astrid Berendsen, lid van College van Bestuur >> 6 Hoofdstuk 1 De organisatie 1.1 Dollard College Het Dollard College maakt samen met AOC Terra en rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Het Dollard College is een school voor voortgezet onderwijs in Oost-Groningen voor praktijkonderwijs, vmbo, havo, atheneum en gymnasium. Het Dollard College heeft vestigingen in de plaatsen Bellingwolde, Oude Pekela, Winschoten en Woldendorp. 1.2 De organisatie Raad van Toezicht College van Bestuur Bestuursbureau Vestiging BovenburenDe Flint Vestiging Bellingwedde Vestiging HommespleinStikkerlaan Vestiging Pekela Sluiting vestiging Scheemda Het aantal leerlingen van de vestiging Scheemda werd steeds kleiner. Enerzijds als gevolg van de demografische ontwikkelingen, anderzijds door een verschuivende leerlingenstroom van Scheemda naar Winschoten. In 2012 is de vestiging organisatorisch samengevoegd met de vestigingen Hommesplein en Stikkerlaan. Bovendien zijn de eerstejaars leerlingen basis- en kaderberoepsgerichte leerweg vanuit Scheemda naar Winschoten verplaatst. Het aantal leerlingen per augustus 2013 in het tweede tot en met het vierde leerjaar in Scheemda bleek te klein om goede onderwijskwaliteit en begeleiding te kunnen garanderen. Het College van Bestuur heeft het besluit moeten nemen om Vestiging Scheemda Opgeheven per 1-8- 2013 Vestiging Woldendorp Campus Winschoten de vestiging Scheemda met ingang van 1 augustus 2013 te sluiten. De leerlingen vervolgen hun opleiding in Winschoten. Ook de medewerkers zijn meegegaan naar Winschoten; de sluiting heeft dan ook niet geleid tot gedwongen ontslagen. Om alle leerlingen in Winschoten te kunnen huisvesten, is aan de vestiging Hommesplein een aantal semipermanente lokalen gebouwd. Governance Het Dollard College is een organisatie voor voortgezet onderwijs en daarmee een instelling die publieke taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen met de rijksoverheid heeft het Dollard College een grote mate van autonomie om deze taken uit te voeren. De rijksoverheid is 7 verantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel, de wet- en regelgeving, de kaders en randvoorwaarden. Het Dollard College is als maatschappelijke onderneming verantwoordelijk voor de prestaties met betrekking tot de publieke taken in de regio en de horizontale en verticale verantwoording die daarover moet worden afgelegd. Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden. Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van goed bestuur, intern toezicht en verantwoording. Het interne toezicht wordt bij het Dollard College uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Naarmate de instellingen hun ‘corporate governance’ beter in orde hebben, kan het toezicht vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van een goede balans tussen intern toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht. In de statuten van het Dollard College is rekening gehouden met de bepalingen van de ‘Code goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. In verband hiermee zijn tevens reglementen opgesteld, en door de Raad van Toezicht vastgesteld, voor de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Daarnaast is een regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand, klokkenluidersregeling, vastgesteld. Voorts kent de Raad van Toezicht een remuneratiecommissie en een auditcommissie. Daarmee zijn voor de Raad van Toezicht de belangrijkste randvoorwaarden voor het adequaat uitoefenen van zijn toezichthoudende taak gecreëerd. 8 1.3 Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie Identiteit In 2013 hebben het College van Bestuur, de directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs de identiteit van Onderwijsgroep Noord besproken. Waar en hoe kunnen de onderwijsinstellingen elkaar versterken en wat kunnen we gemeenschappelijk voor onze regio betekenen? Deze discussie is gevoerd op basis van de filosofie van identiteitsmarketing. Dat betekent dat we niet alleen kijken naar wat we doen en hoe we de dingen doen, maar redeneren vanuit het waarom. Deze identiteit is leidend geweest voor de hernieuwde identiteit van het Dollard College. In november 2013 is deze vastgelegd in een identiteitsbewijs. Kort samengevat: - we willen mensen laten ontdekken wat belangrijk en waardevol voor hen is; - we ‘zien’ mensen; - we verbinden ons aan onze belanghebbenden; - we zoeken anderen op en stellen hun belang voorop; - we zijn bewust, bekwaam, betekenisvol; - gemeenschappelijk versterkend: gericht werken aan oplossen van gemeenschappelijke vraagstukken; - bewust persoonlijk: elkaar kennen en erkennen, weten wat je voor elkaar kunt betekenen. Visie Onze visie op de relatie tussen samenleving en onderwijs De school heeft niet per definitie antwoord op elk (nieuw) maatschappelijk vraagstuk. Iedereen moet weten wat ze van onderwijsinstellingen mogen verwachten en wat niet. Wij willen onderwijs zien dat de regie neemt en haar rol duidelijk maakt. Onderwijs dat ambitieus en realistisch tegelijkertijd is. Onderwijs dat anderen aanspreekt op hun deel van de verantwoordelijkheid in het bereiken van gemeenschappelijke doelen. En we willen scholen zien die anticiperen op ontwikkelingen. Om dit te bereiken is een voortdurende open dialoog nodig met onze partners in de regio OostGroningen. Letterlijk de deuren openzetten zodat er wederzijds begrip ontstaat en inzicht in de vraagstukken waarvoor wij gezamenlijk staan. Wij willen van hen leren en ook onze kennis delen. Op deze manier kunnen wij de regio versterken. Het Dollard College en Oost-Groningen horen bij elkaar. Het Dollard College als centrale plaats in de ontwikkeling van mensen in de brede zin van het woord. We begeleiden jongeren en geven hen voldoende bagage mee voor een zinvol bestaan. Dan heeft onderwijs de plek in de samenleving die het in onze ogen verdient en hoort te hebben. Onze visie op onderwijs We willen onderwijs zien dat de toon zet waar het gaat om leren, talentontwikkeling en het vinden van antwoorden op maatschappelijke vraagstukken. Wij willen betekenisvol onderwijs zien, onderwijs dat geen andere grenzen accepteert dan de grenzen van de ambities en talenten van mensen die aan haar worden toevertrouwd. Betekenisvol onderwijs dat (jonge) mensen uitdaagt om te ontdekken waarvoor ze staan, wat hen drijft, waarin ze goed zijn en wat ze waard zijn. Steevast vanuit de overtuiging dat iedereen iets wil en kan betekenen voor anderen. Zo creëert onderwijs mede de voorwaarden voor mensen om waardevol te zijn en te kunnen presteren: in hun persoonlijke leven, in hun professionele leven en als burger in onze samenleving (een leven lang leren). Dat geldt niet alleen voor onze leerlingen, maar ook voor onze medewerkers. Missie Wij helpen jongeren en volwassenen om een waardevol leven te leiden, zowel in hun eigen ogen als in de ogen van anderen. Wij helpen hen om succesvol te zijn in de samenleving, in het vervolgonderwijs en in het beroep van hun keuze. Een belangrijk onderdeel van onze rol is dat wij hen zelf leren ontdekken, keuzes maken en kansen zien. Wij begeleiden hen daarbij en rusten hen zo goed mogelijk toe om hun doelen te bereiken. We zijn trots op onze onderwijstraditie en ervaring. We laten mensen ontdekken en bepalen wat waardevol en belangrijk voor hen is. Het Dollard College neemt geen genoegen met de rol van traditionele (beroeps)opleider, hoe goed we dat ook doen. Onderwijs is meer dan kennis en vaardigheden overbrengen. We dagen jongeren ook uit om betekenisbewust te worden. Hiermee bedoelen we dat leerlingen die afkomstig zijn van het Dollard College bekwame (vak)mensen zijn, die bovendien weten welke bijzondere waarde ze voor anderen kunnen en willen hebben. We drukken deze missie uit in onze merkbelofte: Bij het Dollard College worden mensen bewust, bekwaam en betekenisvol. Positionering Aan de hand van de visie en missie heeft het managementteam in 2013 gesproken over het thema ‘samen sterk’. Wat betekenen de beloften uit het identiteitsbewijs voor de samenwerking tussen de vestigingen. De discussie over positionering wordt uiteraard gevoerd in samenhang met de uitkomsten van het krimptraject (zie 1.6). Besturingsfilosofie Vanuit identiteit is gekeken wat dit betekent voor de besturingsfilosofie. Deze is in juni 2013 vastgesteld. Waar in ons identiteitsbewijs nadrukkelijk de leerling centraal staat, geldt in het verlengde daarvan dat in onze besturingsfilosofie de medewerker centraal staat. Wat hebben onze medewerkers nodig om de belofte aan de leerling waar te maken? - Centraal staat de professional, in zijn betekenis voor leerlingen: medewerkers zijn zich bewust van hun drijfveren, passie en mogelijkheden. - Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie: de medewerker krijgt professionele ruimte om bewust, bekwaam, betekenisvol te handelen. De verantwoordelijkheden worden zo ‘laag’ mogelijk in de organisatie belegd, daar waar de beïnvloeding mogelijk is. - Samen werken = samen sterker. - Inspirerend en coachend leiderschap: het management creëert condities waaronder medewerkers hun verantwoordelijkheid kunnen waarmaken. - Professionaliseren is een verantwoordelijkheid van iedere medewerker. - Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling: centraal wordt het ‘wat’ vastgesteld, decentraal het ‘hoe’. 9 1.4 Organisatie- en managementstructuur In 2013 is Onderwijsgroep Noord en dus ook het Dollard College van start gegaan met aanpassing van de organisatie- en managementstructuur aan het identiteitsbewijs en de besturingsfilosofie van de organisatie. Het bestaande besturingsmodel kan onvoldoende slagvaardig en daadkrachtig inspelen op externe én interne ontwikkelingen. Dit maakt het noodzakelijk om van een sterk centraal gestuurde organisatie te gaan naar een organisatie met meer onderlinge participatie, die de verantwoordelijkheden en het eigenaarschap van problemen laag in de organisatie heeft belegd. In 2013 zijn de kaders en ontwerpcriteria geformuleerd voor de nieuwe organisatie- en management structuur en heeft het College van Bestuur een aantal scenario’s geformuleerd en besproken met het management en de medezeggenschap van het Dollard College. De belangrijkste kaders en ontwerpcriteria zijn: 1. D e leerling en in het verlengde daarvan de medewerker (in zijn professionele rol als begeleider) centraal. 2. Borgen van de kwaliteit van het onderwijs. 3. Stichting als juridische vorm handhaven. 4. Regionale verankering. 5. Meer focus op strategische sturing. 6. Doorlopende leerlijnen. 7. Uniformiteit waar mogelijk, diversiteit waar nodig. 8. Collectief leiderschap, resultaatverantwoordelijkheid en meer zelfsturing. 9. Integraal management (onder andere beheer human resources koppelen aan eenheden van minimaal ongeveer 100 fte). 10. Maximaal twee managementlagen. 11. Inrichting nieuwe managementstructuur kosten neutraal. 1.5 Strategische beleidsdoelen De beleidsdoelen voor de komende jaren zijn verwoord in het strategisch beleidsplan. Deze doelen worden verder uitgewerkt / geconcretiseerd in de vestigingsjaarplannen. De verbindende schakel hierbij is de kaderbrief van het College van Bestuur. Hierin staat wat het College van Bestuur van de vestiging verwacht en wat het zal doen om die verwachtingen te faciliteren. Het strategisch beleidsplan is ambitieus. Gelet op de noodzakelijke bezuinigingen, met name op formatie, is gekeken welke beleidsdoelen wenselijk én haalbaar zijn. Voor 2013-2014 zijn de volgende prioriteiten benoemd: - transitie Onderwijsgroep Noord; - professionalisering en strategisch HRM; - passend onderwijs; - kwaliteitszorg en Planning & Control; - opbrengstgericht werken en taal & rekenen; - onderwijs en ICT. 1.6 Leerlingenaantallen 2012-2013 2013-2014 Leerlingen per opleiding Basisvorming lwoo Basisvorming avo/vmbo lwoo vmbo havo vwo pro 187 1.000 220 564 344 250 186 210 1.061 202 572 353 254 178 Totaal 2.751 2.830 Leerlingen per vestiging 178 Bellingwedde 306 Pekela 130 Scheemda* 12 Bovenburen Hommesplein-Stikkerlaan* 1.279 315 Campus Winschoten 345 Woldendorp 186 De Flint 166 321 15 1.464 299 387 178 2.751 2.830 Totaal * de zittende leerlingen van de vestiging Scheemda zijn per 1-8-2013 overgegaan naar de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan 10 Demografische krimp In 2012 zijn we een project gestart om de gevolgen van de demografische krimp voor het Dollard College te onderzoeken. In samenwerking met Stamm is vervolgens op basis van meerjarige leerlingprognoses een uitgebreide analyse gemaakt van de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen voor het onderwijsaanbod, de financiën, de personeelsformatie en de huisvesting. In maart 2013 is het eindrapport ‘Krimpen met perspectief’ opgeleverd, met daarin een aantal oplossingsrichtingen om de gevolgen van de demografische krimp het hoofd te kunnen bieden. Deze zijn meegenomen in het positioneringstraject van het Dollard College. Hoofdstuk 2 Kwaliteit 2.1 Onderwijsontwikkelingen Overzicht aangeboden onderwijsvormen in 2013 Vestiging Onderwijsvorm Bellingwedde onderbouw, vmbo-theoretische leerweg Bovenburen- leerwegondersteunend De Flint onderwijs, praktijkonderwijs Campus vmbo-beroepsgerichte leerwegen Hommesplein- onderbouw, vmbo, havo, Stikkerlaan vwo, ISK Pekela onderbouw, vmbo theoretische en beroeps- gerichte leerwegen Scheemda onderbouw, vmbo (tot 1-8-2013) theoretische leerweg Woldendorp onderbouw, vmbo theoretische en beroeps- gerichte leerwegen Opbrengstgericht werken Een belangrijke ambitie uit de kaderbrief 2013-2014 is opbrengstgericht werken. Alle vestigingen hebben dit onderwerp opgenomen in hun vestigingsjaarplan en hebben hier in 2013 op ingezet. Doelstelling is de leerling maximaal te laten presteren, passend bij zijn/haar niveau. Er wordt gestreefd dat op alle niveaus (bestuur, schoolleiding, docenten en leerlingen) de uitkomsten van verschillende prestatiemetingen op leerlingniveau en op groepsniveau continu worden bijgehouden en geanalyseerd. Vervolgens worden deze gebruikt om gericht actie te ondernemen (pdca-cyclus). In schooljaar 2013 is het programma Magnaview CumLaude aangeschaft. Alle kwaliteitszorgcoördinatoren van de vestigingen zijn hierin geschoold. Magnaview CumLaude is een dashboard dat alle relevante managementinformatie van het onderwijsproces toont. Vestigingen kunnen deze gegevens gebruiken voor hun eigen analyses. Alle vestigingen nemen de toetsen 0, 1 en 2 van het Cito-volgsysteem af. De resultaten worden onder andere benut in het kader van opbrengstgericht werken. Ook worden de resultaten van de toetsen geïntegreerd in het determinatiebeleid van de scholen. In 2013 is tevens een start gemaakt met het ontwikkelen van Dollardbreed toetsbeleid. Ook heeft op elke vestiging een scholingstraject plaatsgevonden voor ‘omgaan met verschillen’. Taal en rekenen Taal en rekenen is een van de speerpunten uit de kaderbrief. De inspanningen op het gebied van taal en rekenen zijn onverminderd doorgezet. Een van de doelstellingen is om op alle niveaus de leerlingen voldoende voor te bereiden op de (pilot) rekentoets vo. Aanvankelijk was door het Ministerie van OCW aangekondigd dat het cijfer van de rekentoets vanaf het schooljaar 2013-2014 zou meetellen in de zak-slaagregeling. Later is hierover een aanvullende maatregel aangekondigd: de rekentoets wordt wel in 20132014 als officieel onderdeel van het eindexamen in het vo ingevoerd, maar tot het schooljaar 20152016 telt het resultaat nog niet mee in de uitslagbepaling. In 2013 hebben alle vestigingen meegedaan aan de pilot rekentoets. Vanuit het vastgestelde beleidskader taal en rekenen van Onderwijsgroep Noord is bij het Dollard College in verschillende trajecten gewerkt aan verdere implementatie van het taal en rekenbeleid. De stichtingsbrede expertisegroepen taal en rekenen hebben de werkgroepen op de vestigingen verder ondersteund bij de implementatie van het taal en rekenbeleid. Rekenen heeft een vaste plaats op het curriculum van de vestigingen en met behulp van de Cito-volgtoetsen worden de leerlingresultaten in beeld gebracht. Hiermee kunnen scholen ook controleren of de referentieniveaus voor taal en rekenen worden behaald. Vernieuwing vmbo In opdracht van het ministerie van OCW worden in het vmbo de beroepsgerichte examenprogramma’s vernieuwd. Het doel is om aantrekkelijke, herkenbare en overzichtelijke programma’s te 11 ontwikkelen, die beter aansluiten op het vervolgonderwijs en de beroepspraktijk. Er komt een systeem van profiel- en keuzedelen. Vanaf augustus 2015 bestaan de huidige sectoren Economie, Techniek, Zorg & Welzijn en Groen nog steeds, maar zijn deze herschikt in de nieuwe profielen. De huidige intersectorale programma’s worden samengebracht in één nieuw profiel, onder de naam Dienstverlening & Producten. In totaal kent het vmbo beroepsgericht straks tien verschillende profielen. Voor de scholen zijn dit grote veranderingen. In eerste instantie moeten zij kiezen welke profielen en keuzedelen zij willen gaan aanbieden. Vervolgens moet het onderwijsprogramma worden aangepast op de nieuwe examenprogramma’s. Hiervoor is bij het Dollard College in 2013 een traject gestart. 2.2 Zorgbeleid De afgelopen jaren hebben we ons al voorbereid op de consequenties van het wetsvoorstel passend onderwijs. Passend onderwijs is een weerbarstig thema dat in- en extern nogal wat van ons vraagt. Het brengt meerdere veranderingen met zich mee. Van veranderingen op het niveau van samenwerkingsverbanden tot veranderingen in de zorgstructuur binnen de vestigingen. Voor ons staan hierbij nadrukkelijk de leerlingen centraal, en met name voor hen willen wij onze bijdrage aan deze verandering optimaal vormgeven. Passend onderwijs is één van de strategische beleidsdoelen. 12 Zorgplicht Met ingang van 1 augustus 2014 hebben schoolbesturen een zorgplicht. Dit betekent dat zij vanaf dat moment iedere leerling die extra ondersteuning nodig heeft, een passende onderwijsplek moeten bieden. Deze plek kan zich bevinden op de eigen school of, als de leerling daar beter op zijn plaats is, op een andere school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs. Samenwerkingsverband Om de zorgplicht te kunnen waarmaken, werken reguliere scholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs samen in een samenwerkingsverband. Het Dollard College werkt samen in het samenwerkingsverband Groningen Ommelanden. Dit samenwerkingsverband is in 2013 officieel opgericht. De directeuren die bestuurder zijn in het samenwerkingsverband, zijn door het College van Bestuur gemandateerd. De scholen binnen het samenwerkingsverband hebben dit jaar gezamenlijk een ondersteuningsplan opgesteld. In dit plan is vastgelegd welke basisondersteuning alle scholen binnen het samenwerkingsverband bieden, hoe de extra ondersteuning is georganiseerd en hoe ze het geld gaan besteden. Ondersteuning bieden Elke vestiging heeft daarnaast een ondersteunings -profiel opgesteld. Hierin is omschreven welke ondersteuning de school kan bieden. Ook heeft op elke vestiging een traject plaatsgevonden voor differentiatie: leraren worden geschoold in het omgaan met verschillende leerlingen in de klas. Hierdoor kunnen leerlingen 2.3 Onderwijskwaliteit zo veel mogelijk extra ondersteuning in de klas krijgen, in plaats van daarbuiten. Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een herkenbaar inlooppunt waar ouders, jongeren en beroepskrachten terechtkunnen met hun vragen over opvoeden en opgroeien. Uitgangspunt van het CJG is het versterken van de eigen kracht van alle gezinnen. Als er echt iets aan de hand is met een kind, dan is snelle signalering cruciaal. Hulp of ondersteuning moet dan snel en effectief geboden worden. Het Dollard College heeft in 2013 de samenwerking met het CJG geïntensiveerd. Voortijdig schoolverlaten Totaal VSV’s % VSV 2005/06 2010/11 2011/12 2012/13 2.624 34 1.3% 2.494 35 1.4% 2.532 25 1.0% 2.521 12 0.5% Het kabinet Rutte II heeft de doelstelling voor het tegengaan van voortijdige schooluitval aangescherpt. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in 2016 nog maar maximaal 25.000 zijn. Voor de periode 2012-2015 zijn daarvoor nieuwe prestatiegerichte convenanten afgesloten. Met ingang van de nieuwe convenanten zijn nieuwe doelstellingen gesteld, is de meetsystematiek aangepast en is de nieuwe bekostigingssystematiek ingevoerd. Zo krijgen scholen een vaste voet (afhankelijk van het aantal leerlingen) en een prestatiedeel. De prestaties worden bekeken aan de hand van landelijke normen. Indien de doelstellingen niet worden behaald, krijgt de instelling alleen de vaste voet. Totaal aantal onderwijsdeelnemers en aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters deelnemers vsv’s % vsv streef-norm prestatie-norm Totaal 2.521 12 0,5% vo onderbouw 1.334 6 0,4% 0,2% 1,0% vmbo bovenbouw 777 5 0,6% 1,5% 4,0% havo/vwo bovenbouw 410 1 0,2% 0,1% 0,5% Meldcode huiselijk geweld en mishandeling In het kalenderjaar 2013 is het project kwaliteitszorg tot een afronding gekomen met de oplevering van het handboek kwaliteitszorg voor Onderwijsgroep Noord. Daarmee is één van de belangrijkste doelstellingen van het project verwezenlijkt. Het College van Bestuur heeft het handboek op 3 juni 2013 in ontvangst genomen uit handen van de projectleider. Het handboek is inmiddels integraal toegankelijk via de portals van de bij Onderwijsgroep Noord aangesloten stichtingen, dus ook voor de medewerkers van het Dollard College. Op basis van het handboek kwaliteitszorg en het door de netwerkgroep beleidscyclus opgestelde beleidscyclusschema is een concept jaarkalender kwaliteitszorg ontwikkeld waarin de beleidscyclus en de kwaliteitscyclus aan elkaar verbonden zijn. Bemensing Vanuit het project kwaliteitszorg zijn op elke vestiging kwaliteitszorgcoördinatoren aangesteld. De meeste van deze coördinatoren hebben een managementfunctie. Bij de afsluiting van het project is de wens uitgesproken de taken van de kwaliteitszorgcoördinatoren structureel te beleggen in de organisatie op het niveau waarop dat ook het geval was tijdens het project. Dit betekent dat in 2013 bij nagenoeg alle vestigingen de kwaliteitszorg belegd was bij een functionaris in het management van de vestiging. Vanuit het bestuursbureau worden activiteiten ondersteund en gecoördineerd door een beleidsmedewerker. Management informatie systeem Een tweede doelstelling uit de kaderbrief betrof het verder ontwikkelen van een management informatiesysteem. Ook deze doelstelling is in zoverre verwezenlijkt dat er voor het Dollard College overgegaan is tot de aanschaf van een aanvullend pakket bij het al in gebruik zijnde leerlingadministratiesysteem SOM. Vanaf augustus 2013 zijn de scholen in staat om met behulp van dit pakket adequaat en gericht de kwaliteit van de ondersteunende processen te verbeteren en het onderwijsproces te optimaliseren. Audits Een derde doelstelling betrof de doorstart van de audits voor het voortgezet onderwijs (vo). Deze doelstelling is in 2013 niet gerealiseerd: de audits voor het vo zijn nog niet weer opgestart. Voor de beoogde pool van auditors is pas in de begroting van 2014 budget gereserveerd. 13 Schoolkompas en Vensters voor Verantwoording Alle vo-vestigingen dragen inmiddels zorg voor structurele vulling en het actueel houden van de Vensters voor verantwoording en het daaraan verbonden Schoolkompas. Hoewel in tegenstelling tot de landelijke trend de belangstelling voor de scholen via Schoolkompas nog tegenvalt, blijft Onderwijsgroep Noord deze digitale manier van transparantie en horizontale verantwoording nadrukkelijk aandacht geven. Klachtenregeling De klachtenregeling van het Dollard College is erop gericht om klachten in eerste instantie op te lossen dicht bij de plek waar ze ontstaan. Als dit niet lukt, kan de klacht bij het College van Bestuur worden neergelegd en vervolgens bij de externe Landelijke Klachtencommissie (LKC). In 2013 bereikten duidelijk minder klachten het College van Bestuur; twee tegen zeven in 2012. Beide klachten werden alsnog door de directeur van de betreffende vestiging naar tevredenheid afgehandeld. 2.4 Beoordeling Examenuitslagen 2013 Vestiging Hommesplein tl Hommesplein havo Hommesplein vwo Pekela kb Pekela tl Scheemda Bellingwedde tl Woldendorp kb Woldendorp tl Campus kb Campus tl Gemiddelde CE Soort Gemiddelde Verschil onderzoek SE-CE CE landelijk Arrangement Slagings% Slagingspercentage landelijk 6,57 6,43 6,39 6,18 6,42 6,60 6,45 6,56 5,98 5,88 5,72 6,3 6,5 6,6 6,2 6,3 6,3 6,3 6,2 6,3 6,2 6,3 100% 86% 85% 91% 92% 96% 100% 100% 89% 86% 85% Gemiddeld CE Cijfer De gemiddelde examencijfers van de afdelingen Hommesplein havo en vwo, Woldendorp tl, Campus kb en Campus tl liggen onder het landelijk gemiddelde. Verschil SE-CE Op alle afdelingen met uitzondering van de afdeling Campus tl ligt het verschil SE-CE binnen de norm van -0,5 en +0,5 14 -0,02 -0,03 0,12 0,35 0,07 0,08 0,26 -0,48 0,38 0,29 0,80 91,4% 88,0% 91,9% 93,1% 91,4% 91,4% 91,4% 93,1% 91,4% 93,1% 91,4% Slagingspercentages De slagingspercentages van de afdelingen Hommesplein havo, Hommesplein vwo, Pekela kb, Woldendorp tl, Campus kb en Campus tl liggen onder het gemiddelde. Met name bij Hommesplein vwo en beide Campus afdelingen is het verschil aanzienlijk. Alle examenuitslagen zijn binnen de vestigingen geanalyseerd. Waar nodig zijn verbeteracties ingezet. Opbrengstenkaart 2013 In de opbrengstenkaart benoemt de inspectie een aantal kwaliteitsaspecten, met name doorstroomgege vens en examenresultaten. Hieronder staan voornoemde aspecten voor het jaar 2013 vermeld. Locatie Leerweg Bellingwedde Campus Hommesplein theoretische leerweg kaderberoepsgerichte leerweg theoretische leerweg havo vwo theoretische leerweg theoretische leerweg kaderberoepsgerichte leerweg theoretische leerweg Pekela Scheemda Woldendorp Rendement onderbouw* % in % van Gemiddeld leerjaar 3 3e leerjaar cijfer zonder naar diploma centraal zittenblijven zonder examen zittenblijven 12/13 - 91 0 0 0 0 0 + + 97 97 97 98 96 100 100 77 64 84 67 67 82 70 71 65 6,6 5,8 6,4 6,4 6,5 6,1 6,6 6,4 6.0 0 = gemiddeld, - = onder gemiddeld, -- = ruim onder gemiddeld, + = bovengemiddeld, ++ = ruim boven gemiddeld. Overzicht arrangementen (eind 2013) Vestiging Leerweg Arrangement Hommesplein tl havo vwo alle leerwegen alle leerwegen Basisarrangement Basisarrangement Basisarrangement Basisarrangement Basisarrangement Basisarrangement Basisarrangement Basisarrangement Basisarrangement Woldendorp Campus Winschoten De Flint Pekela Bellingwedde praktijkonderwijs alle leerwegen alle leerwegen Ingezette acties door de vestigingen naar aanleiding van de arrangementen en opbrengstenoordeel 2013. Binnen het Dollard College wordt breed ingezet op een aantal ontwikkelingen die de onderwijskwaliteit moeten verbeteren. Het gaat hier om beleidsontwikkeling op het terrein van determinatie; toetsbeleid, het inzetten van het leerlingvolgsysteem, kwaliteitszorg en professionalisering van docenten. Deze brede acties leiden tot vervolgstappen op vestigingsniveau. Afstemming met het primair onderwijs via de Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen (SOOOG) is hierbij belangrijk. Deze Dollard-brede ontwikkelingen vallen samen met het positioneringstraject waar het managementteam mee bezig is. Daarnaast vinden specifieke trajecten plaats op vestigingsniveau. Op de vestiging Hommesplein heeft men de afgelopen jaren een intensief traject ‘Alles op groen’ doorlopen. Dit heeft ook daadwerkelijk geleid tot alle opleidingen in het groen (basisarrangement). Campus Winschoten zet sterk in op de teamontwikkeling en kwaliteitszorg. Pekela In het voorjaar van 2013 heeft de inspectie een steekproefonderzoek in het kader van het jaarlijkse onderwijsjaarverslag uitgevoerd op de vestiging Pekela. Hieruit bleek dat de opbrengsten voldoende waren. Met name de zorg werd op deze vestiging als goed beoordeeld. De kwaliteitszorg en het differentiëren in de les werden bestempeld als verbeterpunten. 15 2.5. Samenwerking Gesprek met inspectie over het bestuurlijk handelen Het gesprek van de inspectie met het College van Bestuur werd eveneens gevoerd in het kader van het steekproefonderzoek Onderwijsverslag. Het bestuurlijk handelen binnen Onderwijsgroep Noord werd door de inspectie op alle aspecten als voldoende beoordeeld. Een verbeterpunt ligt in het zicht houden op de onderwijskwaliteit op de scholen, ook al is dit aspect als voldoende beoordeeld. Hommesplein In november 2013 heeft de inspectie de tl-afdeling van de vestiging Hommesplein bezocht voor een afsluitend kwaliteitsonderzoek. De inspectie heeft de kwaliteit van het onderwijs als voldoende beoordeeld. De afdeling tl heeft dus weer, net als de havo en het vwo, een basisarrangement. Verbeterpunten liggen op het vlak van kwaliteitszorg en taalbeleid. Binnen de vestiging zijn hier al verbeteracties op ingezet. Woldendorp In december 2013 heeft een gesprek met de inspectie plaatsgevonden in het kader van de opbrengsten 2013, omdat de indicatoren rendement bovenbouw en het gemiddeld CE cijfer onvoldoende waren. Er zijn in dit gesprek een aantal afspraken gemaakt met als doel de opbrengsten weer te verbeteren. De vestiging had een groot deel van deze acties al ingezet en gaat hier mee verder. Onderwijstijd Voor het schooljaar 2012/2013 geldt dat alle vestigingen voldoen aan de gestelde eisen, dat wil zeggen de vestigingen hebben de minimumnormen voor al hun opleidingen gehaald. Het voortgezet onderwijs kent minimumnormen voor onderwijstijd. Alle leerlingen in de onderbouw en de bovenbouw hebben recht op minimaal 1000 klokuren onderwijs per schooljaar. In het examenjaar is de norm 700 uur. Alle vestigingen houden de actuele gerealiseerde onderwijstijd bij en rapporteren dit. Over het algemeen is de gerealiseerde onderwijstijd conform de planning. Daar waar er in de loop van het schooljaar achterstanden ten opzichte van de planning zijn, is in toenemende mate dit bekend, is hier een plausibele reden voor en wordt hierop tijdig geanticipeerd om zo aan het eind van het schooljaar de normen te halen. 16 Het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) Winschoten en omstreken, gesloten tussen de pc en rk scholengemeenschap Ubbo Emmius te Winschoten en het Dollard College, loopt op 31 juli 2014 af. Beide besturen hebben besloten een nieuw RPO op te pakken in het licht van de krimp in de regio en de provinciale ontwikkelingen zoals neergelegd in het Onderwijsmanifest VO Groningen. De eerste verkennende bestuurlijke besprekingen zijn in 2013 van start gegaan en worden in 2014 omgezet in concrete plannen, met als doel gezamenlijk een kwalitatief goed, breed en betaalbaar onderwijsaanbod in deze regio te realiseren. Hoofdstuk 3 Leer- en werkomgeving 3.1 Internationalisering en culturele diversiteit Het Dollard College maakt kennis met andere culturen door reizen, uitwisselingen, de (nieuwe) media en doordat er steeds meer leerlingen uit andere culturen in de klas zitten. De multiculturele samenleving is een gegeven. Wij willen dat onze leerlingen in deze multiculturele samenleving hun grenzen leren verleggen. Dat begint met een open en respectvolle manier van omgaan met mensen uit andere culturen. Internationalisering is daarvoor een uitstekende, aansprekende manier. Het Dollardcollege vindt internationalisering van belang en laat dat zien in verschillende projecten. Er wordt deelgenomen aan internationale debatwedstrijden en er vinden diverse succesvolle uitwisselingen plaats met scholen uit Duitsland, Denemarken, Polen, Italië, Engeland, Tsjechië en - buiten Europa - Japan. De leerlingen van het vijfde jaar van de vestiging Hommesplein doen ieder jaar mee met een uitwisseling met scholen uit Europa en Japan. De uitwisseling is onderdeel van het studieprogramma. De partnerscholen komen uit Italië (Dolo), Polen (Plonsk), Engeland (Londen) en Japan (Sakura). Ook doet de vestiging Hommesplein mee aan Comenius projecten als het art-project genaamd Cultural Heritage and national identity (Spanje, Italië, Finland, Nederland). De vestiging Bovenburen-De Flint weet elk jaar weer subsidie van het Europees Platform binnen te halen voor diverse internationale projecten. Zo heeft de vestiging een schoolpartnerschap met Woodlands Highschool in Cardiff tot 2014. De vestiging Pekela neemt deel aan Committee Europe (culturele uitwisselingen) met tien internationale scholen. Dit jaar was de samenkomst in Valencia, Spanje. Met de partnerschool in Grossefehn lopen de gezamenlijke activiteiten, e-mailcontacten en excursies in binnen- en buitenland voor de eerste, tweede en derde klassen, naar wens. De vestiging Bellingwedde heeft al 24 jaar goede contacten met de Ludgerusschule in Rhede. Ze hebben samen les in de Duitse-Nederlandse spreekvaardigheid en ze sporten met elkaar. Zo bereiken de vestigingen dat al hun leerlingen een keer in contact komen met het buitenland. Al vele jaren heeft de vestiging Woldendorp contacten met een partnerschool in Halberstadt, Duitsland en een partnerschool in Nachod, Tsjechië. Ieder jaar zijn er uitwisselingen met leerlingen van de drie scholen. De bestemming varieert ieder jaar. In het schooljaar 2013–2014 vindt de uitwisseling in Tsjechië plaats. De grote waarde van internationalisering voor onze leerlingen is dat het grensverleggend en horizonverbredend is. Internationalisering geeft een bredere kijk op de wereld, letterlijk, maar zeer zeker figuurlijk. 3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid Na een evaluatie van de arbodienstverlening is het contract met Maetis-Ardyn voor de komende twee jaar gecontinueerd. Extra aandacht zal worden besteed aan het contact tussen bedrijfsarts en de leidinggevende. Waar nodig zal het contact worden geïntensiveerd. Dit geldt eveneens voor het contact tussen College van Bestuur en bedrijfsarts. (seksuele) intimidatie, discriminatie, bedreiging, wapenbezit en ander strafbaar gedrag. Bij het convenant zijn betrokken: het Dollard College, AOC Terra, Noorderpoort, Scholengemeenschap Ubbo Emmius, Politie Ommelanden Oost, Halt, Team Noord-Nederland Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Noord-Nederland en de Gemeente Oldambt. 3.3 Huisvesting & Facilitair Huisvesting Dollard College Het jaar 2013 stond evenals het voorafgaande jaar voor een belangrijk deel in het teken van het financieel herstel van de organisatie. Op het groot onderhoud programma is tot een derde van het geraamde budget bezuinigd. Gezien de staat waarin de gebouwen verkeren was dit eenmalig verantwoord. Het verminderd budget groot onderhoud voor 2013 is niet overschreden. Met ingang van het nieuwe schooljaar is de vestiging in Scheemda gesloten. De leerlingen zijn geplaatst op de vestiging Hommesplein te Winschoten. Om dit mogelijk te maken zijn daar 6 lokalen, 2 kantoren en 2 toiletgroepen bijgeplaatst. Hiervoor is een vijfjarig huurcontract afgesloten met een gespecialiseerd bedrijf in systeembouw. Met dit huurcontract gaan we geen langdurige verplichtingen aan en kunnen we anticiperen op een verwachte krimp van het leerlingenaanbod. In 2013 hebben de vestigingen een vervolg gegeven aan de resterende actiepunten van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). In 2014 zal een nieuwe RI&E worden voorbereid zodat deze in 2015 kan worden herhaald. De uitkomsten hiervan worden vervolgens in het schoolveiligheidsplan verantwoord. Inkoop en aanbesteden In 2013 is een aantal nieuwe contracten afgesloten die hieronder worden weergegeven. Het gaat hierbij voornamelijk om contracten die op basis van de nieuwe aanbestedingswet 2012 door middel van Europese aanbesteding tot stand zijn gekomen. Naast de wettelijke verplichting zijn de belangrijkste redenen om aan te besteden: het verhogen van de kwaliteit, het verlagen van de inkoopkosten en het verbeteren van het contractmanagement door vermindering van het aantal leveranciers. Door het aangaan van een partnership met leveranciers kunnen gunstige prijsafspraken worden gemaakt voor producten van hoogwaardige kwaliteit. Convenant onderwijs en veiligheid In het gemeentehuis van Oldambt is in september een nieuw convenant onderwijs en veiligheid getekend. Het convenant moet ervoor zorgen dat kinderen veilig naar school kunnen en zich daar ook veilig kunnen voelen. De verkoop en/of het gebruik van (soft)drugs en alcohol is verboden, evenals vandalisme, Afgeronde aanbestedingen 2013 - Vanaf 1 januari 2013 tot 1 januari 2017 is Essent onze nieuwe energieleverancier voor elektriciteit en gas. Bij deze aanbesteding werd aangesloten bij een collectief van scholen om een nog groter schaalvoordeel te behalen. - Per 1 augustus 2013 is Startpeople ons nieuwe uitzendbureau en hebben we afscheid genomen 17 van Randstad Uitzendbureau. Startpeople verzorgt de verloning van incidenteel ingehuurde uitzendkrachten. Het contract is voor minimaal drie jaar aangegaan met de mogelijkheid tot een verlenging tot vijf jaar. - Per 1 oktober 2013 is Deli XL onze nieuwe leverancier van groothandelsartikelen, waaronder voeding en dranken. Dit contract is aangegaan voor minimaal twee jaar en maximaal vier jaar en moet ons helpen bij de implementatie van de gezonde school per 2015. Deze aanbesteding is in gezamenlijkheid met het Noorderpoort gedaan. - Per 1 januari 2014 zijn opstal- en inboedelverzekering voor een periode van twee tot maximaal vier jaar ondergebracht bij Amlin en Raetshagen. - Per 1 januari 2014 is het Arbodienstverleningscontract met Maetis-Ardyn verlengd. - In het schooljaar 2012-2013 is de communicatiestrategie, mediaplanning en -inkoop en vormgeving voor alle stichtingen Europees aanbesteed. Wij zochten voor Onderwijsgroep Noord en haar drie onderwijsinstellingen naar één partner. Hiervoor hebben acht bureaus ingeschreven. De commissie, bestaande uit drie medewerkers van de afdeling Marketing & Communicatie en een vestigingsdirecteur hebben de inschrijvingen beoordeeld. Op basis van de score mochten vier 18 bureaus door naar de pitch. In maart is de opdracht gegund aan Groot Haar + Orth in Leeuwarden. - In 2013 is gestart met de voorbereiding van de Europese aanbesteding van multifunctionals voor alle vestigingen ter vervanging van drie aflopende contracten. Een multifunctional combineert meerdere functies in één apparaat. De apparaten kunnen printen, kopiëren en scannen. 3.4 Digitalisering In de huidige maatschappij is informatie en communicatie technologie (ict) niet meer weg te denken. Internet is een basisvoorziening geworden, ’googlen‘ is voor velen een begrip, en het gebruik van computer, laptop, tablet en smartphone is voor jong en oud een vanzelfsprekendheid geworden. Draadloos netwerk De genoemde ontwikkeling vraagt van Onderwijsgroep Noord een degelijke ict-omgeving. Leerlingen komen massaal met eigen smartphone, tablet of laptop op school. Er wordt intensief gebruik gemaakt van het draadloze netwerk dat op alle scholen aanwezig is. De aanwezige draadloze infrastructuur is in 2013 geoptimaliseerd om het gebruik van eigen apparatuur (Bring Your Own Device) en alle draadloze apparatuur van de scholen optimaal te kunnen gebruiken. Metingen laten pieken zien van 5000 draadloze apparaten die gelijktijdig verbonden zijn. Om de toegang tot het WiFi (draadloze) netwerk te optimaliseren is Eduroam in gebruik genomen. Gasten, stagiaires en leerlingen van scholen buiten Onderwijsgroep Noord die aangesloten zijn bij Eduroam kunnen eenvoudig gebruik maken van het draadloze netwerk. Tablets Op een aantal scholen zijn tablets door leerlingen en/of personeelsleden in gebruik genomen. De verwachting is dat het gebruik de komende jaren verder zal toenemen. Het is van belang dat de scholen zich bezighouden met een duidelijke visie op het gebruik van deze ict-middelen, dat er voldoende content (lesmateriaal) beschikbaar is en dat er voldoende vaardigheid is bij de docenten. Daarnaast moet de technische infrastructuur voldoen aan de gestelde eisen. Netwerk Onderwijsgroep Noord Onderwijsgroep Noord biedt de vestigingen alle ict-diensten aan vanuit Groningen. In 2013 is een nieuw contract (glasvezelverbindingen) afgesloten waardoor de bandbreedte tussen de scholen de komende jaren toereikend zal zijn. Om de continuïteit en veiligheid van de ictvoorzieningen te garanderen worden wordt er permanent gewerkt aan beveiliging en voorzieningen om de gevolgen van calamiteiten te minimaliseren. Er is een nieuwe firewall aangeschaft. Daarnaast is de back-up voorziening geoptimaliseerd. Ook worden de ontwikkelingen met betrekking tot internetaanvallen (DDoS) nauwlettend gevolgd en worden preventieve maatregelen onderzocht en waar nodig toegepast. Software Microsoft stopt 8 april 2014 met de ondersteuning van Windows XP. In 2013 zijn als voorbereiding hierop alle softwareprogramma’s aangepast zodat ze werken binnen Windows 7. Tijdens dit traject zijn een groot aantal (niet of weinig gebruikte) programma’s verwijderd. Daarnaast zijn alle voorbereidingen getroffen om naar Windows 7 te kunnen migreren. Inmiddels zijn circa 95% van de pc’s en laptops gemigreerd naar Windows 7. In 2013 is een start gemaakt om te komen tot een duidelijk informatiebeleid waarbij onderzocht wordt op welke wijze de bestaande applicaties meer optimaal kunnen worden gebruikt om te komen tot een optimale informatievoorziening. ELO Op alle scholen wordt gebruik van gemaakt van een elektronische leeromgeving (ELO). In 2013 is de inlog voor de ELO’s voor leerlingen en personeel geautomatiseerd. Portal In 2013 is binnen de portal de functionaliteit teamsite ingericht. Hierdoor is het mogelijk geworden om met collega’s van verschillende vestigingen en instellingen samen te werken. Dat kan het delen van (vergader)stukken zijn, maar ook het samenwerken aan een document zoals jaarplannen. Vanuit de netwerkgroepen is de vraag naar het implementeren van deze mogelijkheid regelmatig gesteld. Afas Sinds 1 januari 2013 werkt Onderwijsgroep Noord met een geïntegreerd salaris- en HR-pakket dat voldoet aan het vooraf gestelde eisen- en wensenpakket. Het is gekoppeld aan bestaande systemen zoals Exact en Synaxion. Voor de invoering van dit pakket, Profit Online van Afas, is een projectorganisatie ingericht met het hoofd van de personeels- en salarisadministratie (PSA) als projectleider. Na de inrichtingsfase is de conversie vanuit het bestaande salarisverwerkingspakket gestart. In 2012 is een volledige schaduwadministratie gevoerd, zodat uitvoerig getest en gewerkt kon worden aan de uniformering van de werkprocessen en het genereren van stuurinformatie. Met ingang van 1 januari 2013 is Onderwijsgroep Noord daadwerkelijk live gegaan met Profit Online als salarisverwerkingspakket. Inmiddels zijn afgerond: 1. de conversie waarbij het resultaat van het voormalige salarisverwerkingspakket is geëvenaard; 2. zicht op de begrote formatie en de daadwerkelijke uitputting daarvan; 3. eenduidige managementinformatie; 4. een koppeling met de arbodienst voor de zieken herstelmeldingen; 5. de journalisering naar het financiële pakket Exact. De medewerkers van de afdeling PSA zijn opgeleid door Afas en hebben nu voldoende kennis om de maandelijkse verloningen tot een goed resultaat te leiden. Het verwerken van mutaties gebeurt nu op een uniforme werkwijze voor alle stichtingen binnen Onderwijsgroep Noord. Vanuit Profit Online worden documenten gegenereerd en opgeslagen in het digitale personeelsdossier van de betreffende medewerker. 19 Hoofdstuk 4 Medewerkers 4.1 Onze medewerkers Samenstelling personeelsbestand Hieronder de verdeling van de verhouding per vestiging, uitgesplitst in man en vrouw Vestiging Aantal van medewerkers Man Vrouw in % Man Vrouw Totaal aantal medewerkers Bellingwedde 10 6 62,50% 37,50% 16 Bovenburen 3 2 60,00% 40,00% 5 21 29 42,00% 58,00% 50 1 3 25,00% 75,00% 4 De Flint 13 17 43,33% 56,67% 30 Hommesplein-Stikkerlaan 70 61 53,44% 46,56% 131 Pekela 12 20 37,50% 62,50% 32 Woldendorp 18 21 46,15% 53,85% 39 148 159 48,21% 51,79% 307 Campus Winschoten Centraal (DC) Totaal Dollard College Hieronder de verdeling van de medewerkers per vestiging naar de diverse leeftijdscohorten Vestiging 0-25 aantal Bellingwedde 25-35 aantal 35-45 aantal 45-55 aantal 55-60 aantal 60+ aantal Totaal aantal 2 2 4 6 2 16 2 3 Bovenburen 7 50 10 12 16 5 Centraal (DC) 1 1 1 1 De Flint 2 6 11 5 6 30 16 26 41 24 22 131 8 5 10 6 3 32 Campus Winschoten Hommesplein-Stikkerlaan 2 Pekela 20 5 4 Woldendorp 1 6 9 11 9 3 39 Totaal Dollard College 3 45 61 96 59 43 307 Hieronder de verdeling van het aantal medewerkers naar bepaalde en onbepaalde tijd Vestiging 0,00% Bellingwedde Bovenburen Campus Winschoten Onbepaalde tijd Bepaalde tijd 16 100,00% 16 1 20,00% 4 80,00% 5 17 34,00% 33 66,00% 50 Centraal (DC) 0,00% 4 100,00% 4 De Flint 0,00% 30 100,00% 30 15 11,45% 116 88,55% 131 Pekela 5 15,63% 27 84,38% 32 Woldendorp 6 15,38% 33 84,62% 39 44 14,33% 263 85,67% 307 Hommesplein-Stikkerlaan Totaal Dollard College Flexibele schil Om te komen tot een beheersing van de uitgaven inzake uitkeringen na ontslag wordt er tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek gekeken naar het risico voor de instroom in de WW en Bovenwettelijk WW. Hierbij wordt gekeken naar het arbeidsverleden. Op grond hiervan komt het voor dat de medewerker niet in eigen dienst wordt genomen, maar dat er gebruik gemaakt wordt van een payrolling via een uitzendbureau. Dit om te voorkomen dat medewerkers instromen in de WW of Bovenwettelijk WW. Daarnaast biedt de werkgever op verzoek van de oud-medewerker ondersteuning bij het vinden van een nieuwe functie. Dit zijn maatwerktrajecten. 4.2 Professionalisering en OGN-academie In het schooljaar 2012/2013 hebben de netwerken de projectgroep Professionalisering gewerkt aan het formuleren van professionaliseringsbeleid voor Onderwijsgroep Noord. De netwerkgroep heeft onder meer een visie op professionaliseren ontwikkeld en de projectgroep een inrichtingsnotitie voor de OGN-academie. Daarnaast zijn de eerste, centraal georganiseerde, opleidingen georganiseerd. Bij aanvang van het schooljaar 2013/2014 is de OGN-academie operationeel geworden. De OGNacademie is een knooppunt binnen de stafdienst Personeel & Organisatie (P&O) die allerlei vragen met betrekking tot professionalisering oppakt. De OGN-academie is gestart met het daadwerkelijk inrichten van de academie inclusief alle werkprocessen, met beleidsontwikkeling en met het organiseren van cursussen en trainingen. De scholingsactiviteiten zijn gebaseerd op de scholingsplannen van de stichtingen. De OGNacademie werkt samen met professionele trainers en docenten. Hiervoor maakt ze niet alleen gebruik van externen, maar ook van collega’s binnen Onderwijsgroep Noord. Het eerste jaar van de OGN-academie staat in het teken van inrichten, opbouwen en groeien. Het uiteindelijke streven is dat de OGN-academie er zal zijn voor elke professionaliseringsvraag binnen Onderwijsgroep Noord: van een training op een vestiging tot individuele loopbaangerichte opleidingen, van workshops tot coaching, van kenniscafé tot leernetwerk. Daarbij geldt: de OGNacademie is er voor iedereen: voor docenten, voor onderwijsondersteunend personeel en voor het management. In 2013 zijn de volgende opleidingsactiviteiten door de OGN-academie georganiseerd: 1. Omgaan met verschillen; 2. Gebruikerstrainingen Magnaview CumLaude; 3. ELO, basis en gevorderden trainingen; 4. Financieel Management; 5. Gebruikerstraining Magister Managementplatform; 6. Gebruikerstraining voor iPads (januari) Bestuursbureau); 7. Opleiding rekenspecialist. 21 4.3 Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement is een strategisch thema binnen het Dollard College. Het ziekteverzuimcijfer is daarbij een belangrijk meetinstrument. Het streefpercentage van 5% is in 2013, met een gemiddeld ziekteverzuimpercentage van 5,6%, niet gehaald. In 2012 was het gemiddeld ziekteverzuimpercentage 7,7%. Ten opzichte van 2012 is er sprake van een behoorlijke daling van het ziekteverzuim. Directeuren van het Dollard College zetten in samenspraak met P&O en de bedrijfsarts adequate interventies in om het ziekteverzuim terug te dringen en/of te voorkomen. Het lijkt erop dat het plan van aanpak terugdringing ziekteverzuim zijn vruchten begint af te werpen. NormDe norm is het geaccepteerde gemiddelde ziekteverzuim in een kalanderjaar. Deze norm is in april 2012 vastgesteld door het College van Bestuur. ZV1Ziekteverzuimpercentage 1 Aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte (GAP) en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100. ZV2Ziekteverzuimpercentage 2 Idem als ZV1 maar exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd. VG Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim op basis van ZV1. 22 Hoofdstuk 5 Financiën 5.1 Jaarrekening 2012 Resultaat Het Dollard College heeft het jaar 2013 afgesloten met een positief financieel resultaat van € 1.221.005 (2012: 568.610). Het exploitatieresultaat over 2013 is als volgt verdeeld: Toevoeging aan de Algemene Reserve Toevoeging aan de Bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig Dollard College’ Toevoeging aan de Bestemmingsreserve ‘Regeling jonge leerkrachten’ Onttrekking aan het Bestemmingsfonds Mediatheek Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve Exploitatieresultaat De totale baten zijn € 1,02 miljoen hoger dan begroot. De rijksbijdragen zijn € 0,86 miljoen hoger als gevolg van de extra subsidies die op grond van het Nationaal Onderwijsakkoord in december 2013 beschikbaar zijn gesteld. Bij de overige overheidsbijdragen- en subsidies zijn de gemeentelijke bijdragen iets lager dan begroot. Door hogere opbrengsten voor excursies en uitwisselingen met het buitenland en ontvangen vergoeding voor loonschade komen de overige baten € 0,19 miljoen hoger uit dan is begroot. Ook de totale lasten zijn hoger dan is begroot, namelijk € 0,21 miljoen. De personeelslasten zijn € 0,10 miljoen lager. Dit is het gevolg van groei van het aantal leerlingen per 1 augustus 2013 en afname van het aantal externe personeelsleden. Er is dan ook sprake van lagere kosten voor personeel niet in loondienst doordat er minder uitzendkrachten, ZZP-ers en overige externe personeelsleden zijn ingezet, zowel voor de reguliere werkzaamheden als voor vervanging bij ziekte. De dotaties aan de personele voorzieningen zijn lager omdat een deel van de voorziening voor wachtgeldverplichtingen vrijvalt. De afschrijvingslasten en huisvestingslasten zijn nagenoeg conform hetgeen hiervoor is begroot. De overige lasten zijn lager dan begroot door lagere kosten van het boekenfonds en van onderwijskundige projecten. 20132012 496.122591.591 538.0000 190.0000 - 521- 19.421 - 2.601- 3.560 1.221.005568.610 Een uitgebreide toelichting op de verschillen tussen realisatie en begroting staat bij de afzonderlijke posten in de jaarrekening. Bestemmingsreserves In de komende jaren krijgt het Dollard College te maken met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige ontwikkelingen zoals de invoering van passend onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee, maar tevens extra onzekerheden en daarmee ook risico’s. Het College van Bestuur stelt zich op het standpunt dat bovenstaande ontwikkelingen moeten worden opgelost binnen de jaarlijkse begroting, maar heeft ook gemeend om vanuit het positieve resultaat een bestemmingsreserve te vormen van waaruit geïnvesteerd kan worden in een toekomstbestendig Dollard College. De mogelijke aanwending van deze bestemmingsreserve zal alleen geschieden vanuit goedkeurende besluitvorming door het College van Bestuur. Gezien de grootte van de toekomstige vraagstukken vinden we het als College van Bestuur gerechtvaardigd hiervoor specifieke middelen te bestemmen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 476.000. 23 De ontvangen subsidie op grond van de ‘Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten’ betreft een ‘kasschuif’ en zal in de jaren 2016 en 2017 terugbetaald moeten worden aan het ministerie. Hiervoor wordt een afzonderlijke bestemmingsreserve gevormd zodat de terugbetaling in 2016 en 2017 geen extra belasting van de exploitaties in die jaren zullen vormen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 166.000. De kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van deze regeling zullen binnen de begroting opgevangen worden. Financiële kengetallen Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende financiële kengetallen worden berekend: Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit 2013 2012 0,70 2,08 5,00 0,64 1,66 2,33 De solvabiliteit (verhouding eigen vermogen/totaal vermogen) is in 2013 verder toegenomen en ligt ruim boven de norm van 0,30. Deze norm is door de Inspectie van het Onderwijs met ingang van 1 januari 2013 verhoogd van 0,20 naar 0,30. De toename van de solvabiliteit is het gevolg van het positieve netto resultaat over 2013. Het eigen vermogen is voldoende groot om bij te sturen in het geval van veranderende omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de exploitatie. De liquiditeit (vlottende activa/vlottende passiva) is eveneens gestegen ten opzichte van 2012 en ligt boven de, door de Inspectie van het Onderwijs gehanteerde, signaleringsgrens van 0,75. Zowel de vlottende activa als de vlottende passiva zijn toegenomen, maar de relatieve toename van de vlottende activa, in het bijzonder de liquide middelen, is hoger. De liquiditeit kan als voldoende worden beschouwd. De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering x 100) is gestegen ten opzichte van 2012. Het resultaat, en daarmee de rentabiliteit, wordt positief beïnvloed door de extra subsidies op grond van het Nationaal Onderwijsakkoord. Ook als deze extra subsidies buiten beschouwing worden gelaten, kan geconcludeerd worden dat de exploitatie op orde is. 5.2 Begroting In juni 2013 is de nieuwe besturingsfilosofie vastgesteld. Eén van de kenmerken van de filosofie is het zo laag mogelijk in de organisatie leggen van de verantwoordelijkheden. Hiermee wordt een belangrijke wijziging ingezet, want het accent lag voorheen op centrale sturing en niet op decentrale sturing. Een consequentie hiervan is het decentraliseren van de budget verantwoordelijkheid. De vestigingen worden zelf verantwoordelijk voor het opstellen en voor de realisatie van de begroting. In 2012 en 2013 is hier al een begin mee gemaakt en in 2014 wordt deze lijn doorgetrokken. Het einddoel is een situatie, waarbij de vestigingen volledig verantwoordelijk zijn voor de eigen financiële huishouding. Het Dollard College zit momenteel volop in deze transitie. Omdat dit proces nog in ontwikkeling is, hebben we op dit moment nog niet de situatie bereikt om tot volledige decentralisatie van de middelen over te gaan. Dit geldt met name voor de personele middelen. Voor de decentralisatie van deze middelen moet eerst aan twee belangrijke voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet het onderwijs hier klaar voor zijn. Decentralisatie van de personele middelen vraagt om een situatie waarbij er sturing plaats kan vinden op een gemiddelde personeelslast. Deze sturing kan alleen als vestigingen over een zekere omvang beschikken. Sturen op personeel kan alleen als de mutatiemomenten aangegrepen worden om de gewenste wijzigingen te realiseren. Momenteel kent het Dollard College nog kleine vestigingen. Binnen deze vestigingen doen zich gewoonlijk te weinig mutatiemomenten voor om daadwerkelijk de factor personeel te beïnvloeden. Kortom, voordat de personele middelen daadwerkelijk gedecentraliseerd kunnen worden, zal hier een oplossing voor gevonden moeten worden. Het vinden van deze oplossing vraagt om een herbezinning van het huidige besturings model. Deze bezinning vindt op het moment van het verschijnen van deze begroting volop plaats. Ten tweede vraagt decentralisatie van de personele middelen om een adequate monitoring van de uitgaven en dus ook om perfecte managementinformatie. Hierin worden de laatste jaren belangrijke stappen voorwaarts gemaakt. De ambities van de organisatie worden jaarlijks uitgewerkt in een jaarplan per vestiging. Daarnaast zijn er ook opdrachten vanuit de overheid. 24 De combinatie van eigen ambities en de rijksopdrachten, vraagt een scherpe prioritering in inzet van de steeds schaarser wordende middelen. Deze tendens wordt versterkt door de krimpsituatie. Het Dollard College wordt de komende jaren geconfronteerd met een daling van het aantal leerlingen van 15%. Deze krimp zal worden meegenomen bij het opstellen van het nieuwe strategische beleidsplan 2015-2019. en de ontwikkeling van de vermogenspositie. Het proces om majeure ontwikkelingen in de nabije toekomst en de gevolgen hiervan voor het resultaat en de vermogenspositie, te identificeren is structureel ingebed in de organisatie van het Dollard College. Hiertoe wordt in de meerjarenbegroting een tijdshorizon gehanteerd die nog vier jaren verder ligt dan de tijdshorizon in deze continuïteitsparagraaf. In de jaarlijkse kaderbrief zijn de prioriteiten nader omschreven. Deze prioriteiten zijn opgesteld in samenspraak met de directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs. Het betreft over het algemeen zaken waarvan we met elkaar vinden dat de focus op moet liggen, tegen de achtergrond van het strategisch beleidsplan. De kaderbrief is vervolgens vertaald naar een begrotingsbrief, om op deze manier te bewerkstelligen dat middelen en ambities worden samengebracht. De begrotingsbrief heeft als uitgangspunt gediend voor de begroting. Kengetallen Prognose leerlingenaantallen Het aantal leerlingen in het voedingsgebied van het Dollard College daalt gestaag. Tussen 2012 en 2019 gaat het om een daling van 130 leerlingen. Dat is een daling van 15,2%. De snelheid en scherpte van deze daling wordt enigszins getemperd door leerlingen die langer dan acht jaren in het basisonderwijs verblijven. In het jaar voor de instroom naar het voortgezet onderwijs, ontstaat zo ieder jaar een beperkt extra potentieel. Op basis hiervan is de begroting door het managementteam van het Dollard College opgesteld, waarin de ambities van de organisatie zijn meegenomen. Omdat de huidige strategische beleidsplannen aflopen in 2014 zijn in de meerjarenbegroting nog geen nieuwe ambities opgenomen, anders dan in de kaderbrief en begrotingsbrief zijn vermeld. 5.3 Continuïteit Deze continuïteitsparagraaf beoogt inzicht te verschaffen in de wijze waarop het College van Bestuur van het Dollard College omgaat met de financiële gevolgen in de jaren 2013 t/m 2016 als gevolg van het gevoerde en te voeren beleid. In deze paragraaf wordt zicht geboden op het verwachte exploitatieresultaat in de komende jaren Het marktaandeel van het Dollard College is in 2013 ten opzichte van het voorgaand schooljaar vrijwel gelijk gebleven. Gelijk blijven van het marktaandeel leidt niet tot een mutatie van het aantal leerlingen in de prognose. De autonome krimp kan zo niet worden opgevangen. De prognoses voor de jaren 2013-2020 staan in onderstaande tabel weergegeven. Prognose Totaal leerlingen Mutatie t.o.v. voorgaand jaar Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar 01-10-2012 01-10-2013 01-10-2014 01-10-2015 01-10-2016 01-10-2017 01-10-2018 01-10-2019 01-10-2020 2.751 2.830 2.750 2.739 2.685 2.595 2.540 2.449 2.357 -9 79 -80 -11 -54 -90 -55 -91 -92 -0,3% 2,9% -2,8% -0,4% -2,0% -3,4% -2,1% -3,6% -3,8% 25 bekostiging, komt deze inzet te vervallen indien de bekostiging in de komende jaren wordt beëindigd. Er wordt geanticipeerd op bezuinigingen op de bekostiging en daarom is bij de inzet van externe medewerkers rekening gehouden met een flexibele schil die voldoende groot is om een teruggang in formatie te kunnen opvangen. Bij een gelijkblijvend marktaandeel zal het aantal leerlingen van het Dollard College in 2014 vrij sterk afnemen. Er is sprake van een jaarlijkse daling van het aantal leerlingen als gevolg van het afnemend aantal leerlingen op de basisscholen in het voedingsgebied. De prognose is realistisch. Groei en daling in het verleden worden geëxtrapoleerd naar de toekomst door uit te gaan van gemiddelde prestaties in het verleden. Prestaties die in het verleden zijn behaald, bieden geen garanties voor de toekomst, maar kunnen wel gehanteerd worden voor het opstellen van prognoses en reële ontwikkelingen. De mutatie van het aantal leerlingen is verwerkt in de meerjarenbegroting, zonder dat hiervoor aanvullende bezuinigingsmaatregelen zijn opgenomen. In 2014 zal sprake zijn van een geringe nog niet opgeloste boventalligheid. De hiermee gemoeide kosten zijn in de begroting meegenomen. Er worden verschillende maatregelen genomen om boventalligheid te beïnvloeden, waaronder loopbaan- en outplacementondersteuning, vacaturebemiddeling en -uitwisseling Onderwijsgroep Noord breed. Er zijn middelen gereserveerd voor wachtgeldverplichtingen. Dit bedrag is bestemd voor nieuwe verplichtingen in 2014. Personele bezetting Voor zover in het schooljaar 2013-2014 sprake is van inzet van formatie op basis van additionele Samenvattend overzicht kengetallen KENGETALLEN stand per 31-12 Onderwijsgevend personeel (fte) Directie en beheerspersoneel (fte) Totale personele bezetting (fte) LWOO BAVO VMBO BB+KB VMBO GL/TL+HAVO+VWO PRO Totaal leerlingen 2013 2014 2015 2016 werkelijk 189,20 41,06 230,26 412 1.061 219 960 178 2.830 begroot prognose prognose 185,77 185 181 42,48 42 42 228,25 227 223 400 398 389 1.031 1.027 1.007 213 212 208 933 930 912 173 172 169 2.750 2.739 2.685 2013 werkelijk 2014 begroot Balans BALANS per 31-12 (x 1.000) ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA 3.679 4.329 4.008 3.722 VLOTTENDE ACTIVA 5.078 4.429 4.477 3.911 TOTAAL ACTIVA 8.758 8.758 8.486 7.632 PASSIVA EIGEN VERMOGEN 6.090 6.090 5.819 4.965 VOORZIENINGEN KORTLOPENDE SCHULDEN 229 2.438 229 2.438 229 2.438 229 2.438 TOTAAL PASSIVA 8.758 8.758 8.486 7.632 2013 0,70 2,08 2014 0,70 1,82 2015 0,69 1,84 2016 0,65 1,60 Balansratio's Solvabiliteit Liquiditeitsratio 26 2015 2016 prognose prognose Gestreefd wordt naar een solvabiliteitratio van minimaal 0,30 per instelling. Dit is nodig om financiële risico’s te kunnen opvangen. Bij de instellingen die niet aan deze minimumnorm van 30% voldoen, gaat de Inspectie onderzoeken of de financiële continuïteit in gevaar komt. De solvabiliteit van het Dollard College bedraagt per ultimo 2013 0,70. Daarmee wordt zowel aan de eigen minimumnorm, zoals verwoord in het Treasurystatuut, als aan de nieuwe solvabiliteitsnorm van de onderwijsinspectie voldaan. De verwachting is dat de solvabiliteit in de komende jaren op een vergelijkbaar niveau blijft. Dat betekent dat verdere versterking van het vermogen vooralsnog niet noodzakelijk is. De liquiditeitspositie van het Dollard College is goed. De liquiditeitsratio bedraagt per ultimo 2013 2,08. De liquide middelen hebben voor de komende jaren het niveau dat voor een normale bedrijfsvoering gewenst is en bieden ook voldoende ruimte voor het uitvoeren van investeringen. Het liquiditeitsniveau zal in de komende jaren echter wel afnemen als gevolg van bezuinigingen in de bekostiging en krimp van de leerlingaantallen. Investeringen In 2014 wordt het meerjarig investeringsbeleid, als onderdeel van het nieuwe strategische beleidsplan, voor het Dollard College opgesteld. De investeringen waarvoor in 2014 middelen zijn gereserveerd, zijn nog niet gebaseerd op een meerjarig investeringsbeleid maar op onderwijskundige of technische noodzaak. Staat van Baten en Lasten Staat van Baten en Lasten (x € 1.000) BATEN Rijksbijdragen Overige Overheidsbijdragen Overige baten TOTAAL BATEN LASTEN Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN Saldo Baten en Lasten Saldo financiële baten en lasten NETTO RESULTAAT 2013 werkelijk 2014 begroot 2015 2016 prognose prognose 22.854 556 946 24.357 22.965 549 936 24.450 23.003 552 928 24.483 22.731 555 943 24.229 18.205 919 1.664 2.399 23.187 19.102 958 1.913 2.529 24.502 19.397 960 1.951 2.506 24.814 19.680 925 1.990 2.547 25.142 1.169 -52 -332 -914 52 52 60 60 -272 -854 1.221 Zoals uit de geprognosticeerde Staat van Baten en Lasten blijkt, is de impact van bezuinigingen door de overheid op de bekostiging, in combinatie met een teruglopend aantal leerlingen, groot. In 2015 is, bij ongewijzigd beleid, sprake van een tekort van circa € 0,3 miljoen, wat in 2016 oploopt tot een tekort van € 0,9 miljoen. Belangrijke aanname is dat het beleid ongewijzigd blijft, wat betekent dat er geen rekening gehouden wordt met vertrek van ouder personeel en vervanging door jonger personeel, wat een positief effect zal hebben. Uit de geprognosticeerde balans blijkt dat ook de voorraad liquide middelen hierdoor geraakt wordt en in de komende jaren afneemt. - De afgelopen jaren is bezuinigd op de materiële exploitatie. In de begroting 2014 is extra ruimte gevonden in de materiële exploitatie. Indien nodig kan in de toekomstige jaren ruimte worden gevonden voor extra bezuinigingen. Hierdoor hoeft voor de begrotingen vanaf 2015 niet noodzakelijkerwijs rekening gehouden worden met verdere bezuinigingen in de formatie. De belangrijkste aandacht zal in de komende jaren uit moeten gaan naar de vaste kosten zoals afschrijvingslasten en huisvestingslasten omdat deze, bij een dalend aantal leerlingen, steeds zwaarder op de exploitatie gaan drukken. 27 Met de mogelijke gevolgen van leerlingendaling en de daarmee verband houdende bezuinigingen op de formatie, zoals toename van boventalligheid en wachtgeldverplichtingen, is in de prognose van de Staat van Baten en Lasten nog geen rekening gehouden. Intern risicobeheersings- en controlesysteem In 2013 is een start gemaakt met risico management. Uitgangspunt is om per waargenomen risicogebied de kans van optreden en de impact te definiëren. Daarna worden er beheersmaatregelen opgesteld om de waargenomen risico’s het hoofd te bieden. Vooruitlopend op een volledige geïmplementeerd risicomanagement zijn in 2013 de meest urgente probleemgebieden onderzocht, te weten de demografische krimp en de introductie van passend onderwijs. Voor beide gebieden is onderzocht welke effecten hiervan uit kunnen gaan op de financiële positie van het Dollard College. De hier waargenomen risico’s worden meegenomen in het positioneringstraject. In 2014 wordt met behulp van een externe partner het risicomanagement verder geïmplementeerd. In de begroting 2014 zijn hiervoor middelen gereserveerd. Belangrijkste risico’s en onzekerheden Voor de komende jaren is rekening gehouden met de financiële impact van de risico’s en bedreigingen die bij het opstellen van de begroting bekend zijn. De belangrijkste risico’s en bedreigingen zijn de bekostiging en de 28 ontwikkeling van het aantal leerlingen. De effecten hiervan zijn meegenomen in de (meerjaren) begroting. Ook de hierdoor ontstane noodzaak tot bezuinigen wordt zichtbaar gemaakt. Dit zal te zijner tijd, in de onderscheiden jaren, nader worden uitgewerkt. In de meerjarenbegroting wordt nog geen rekening gehouden met de wijzigingen in de geldstromen voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs als gevolg van het invoeren van passend onderwijs. Deze ontwikkelingen zijn nog met veel onzekerheden omgeven, waardoor het niet mogelijk is om ze concreet in de begroting in te passen. Wel hebben we separaat aan deze begroting een risicoanalyse opgesteld, waarin verschillende scenario’s worden becijferd. Hierdoor zijn we voldoende voorbereid op de mogelijke effecten. In de werkgroep passend onderwijs wordt deze analyse regelmatig geagendeerd. Rapportage toezichthoudend orgaan Zoals uit het verslag van de Raad van Toezicht blijkt, laat de raad zich informeren door deskundigen over de belangrijke ontwikkelingen en grote beleidsvraagstukken zodat de Raad zijn toezichthoudende rol goed kan vervullen. Bij deze thema’s denkt de Raad van Toezicht mee met het College van Bestuur en geeft tevens adviezen. 5.4 Treasury Het treasurybeleid is onderdeel van het financiële beleid van de Stichting Onderwijsgroep Noord en de daaraan verbonden instellingen en is op de hele groep van toepassing. Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, met kenmerk FEZ/CC2009/150185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010) en het Treasurystatuut Onderwijsgroep Noord van 10 oktober 2011. Bij het aantrekken, respectievelijk uitzetten van alle benodigde, respectievelijk overtollige liquide middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen. De algemene doelstellingen van het treasurybeleid luiden: •het beheren van financiële geldstromen op de korte termijn met als doel op het juiste moment over de juiste hoeveelheid liquide middelen in rekening-courant te kunnen beschikken, zonder dat er sprake is van een overschot of tekort aan liquide middelen in rekening-courant. Essentieel voor het bereiken van deze doelstelling is een korte termijn liquiditeitsplanning. De korte termijn liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf één week tot één jaar vooruit. Bij het uitzetten van overtollige gelden mogen transacties worden afgesloten met de volgende geldnemers: - financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een A-rating, afgegeven door tenminste twee erkende rating agency’s, voor beleggings- en beleningsvormen voor een periode tot en met drie maanden. - financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een AA-minus rating, afgegeven door tenminste twee erkende rating agency’s, voor beleggingsen beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden. Bij het voeren van het treasurybeleid zijn de volgende treasury instrumenten toegestaan: - r ekening courant - spaarrekeningen - deposito’s •de solvabiliteit (verhouding Eigen Vermogen/ Totaal Vermogen) dient minimaal het door de overheid voorgeschreven percentage te zijn (31-12-2013 VO: 0,30) •het minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie) in relatie tot de geld- en kapitaalmarktrente •het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie) •het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie). Het aantrekken van alle voor de instelling benodigde middelen dient plaats te vinden op basis van een actuele prognose van de financierings behoefte en een actuele rentevisie. Bij het aantrekken van langlopende geldleningen worden offertes gevraagd bij minimaal twee partijen. Bovenstaande is een samenvatting en geen limitatieve opsomming. Uit oogpunt van interne controle is bij het uitzetten van overtollige liquide middelen op deposito’s sprake van functiescheiding tussen de front office en back office. In 2011 is het treasurystatuut geactualiseerd en vastgesteld door het College van Bestuur. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie van de instelling. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico’s te beperken. Rapportage over treasury aangelegenheden maakt integraal onderdeel uit van de bestaande managementrapportages. De rentevergoeding op spaarrekeningen is nog steeds hoger dan op fixed-deposits, waar rente op basis van Euribor wordt berekend. De tijdelijk overtollige liquide middelen zijn daarom in 2013 weer weggezet op spaarrekeningen. De rente op de spaarrekeningen is in 2013 met 0,6% gedaald ten opzichte van ultimo 2012. Ondanks deze daling van het rentepercentage zijn de rentebaten op het niveau dat was begroot. Voor zowel de fixed-deposits als de spaarrekeningen geldt dat er geen risico wordt gelopen over de hoofdsom. De rating van de huisbankier is gelijk gebleven in 2013 en voldoet voor wat betreft de korte termijn aan de ratingeisen in artikel 3.3 van de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Voor uitgezet geld langer dan drie maanden is dit niet meer het geval. Het Dollard College heeft overtollige liquide middelen op een spaarrekening staan, waarbij het hele bedrag dagelijks opvraagbaar is. De liquiditeitspositie van het Dollard College is gestegen van € 2,8 miljoen per ultimo 2012 naar € 4,0 miljoen per ultimo 2013. 29 30 De jaarrekening Balans per 31 december 2013 Staat van baten en lasten over 2013 Kasstroomoverzicht over 2013 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Toelichting behorende tot de balans Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Staat van baten en lasten over 2013 Dollard College (20CM) Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Dollard College (20CM) Staat van baten en lasten over 2013 De Flint (19UR) Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten De Flint (19UR) 32 33 34 35 38 42 43 49 50 52 53 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bestemming van het exploitatiesaldo Gebeurtenissen na balansdatum Verbonden partijen Bijlagen Instellingsgegevens (Neven)functies Afkortingen 56 57 58 59 61 63 64 31 Balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 31-12-2013 €€ 1.2 Vaste activa Materiële vaste activa 3.679.327 Totaal vaste activa 1.4 1.5 1.7 2.1 2.2 2.4 32 Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen 31-12-2012 €€ 3.811.731 3.679.327 541.767 500.689 4.035.881 3.811.731 565.588 471.674 2.813.745 Totaal vlottende activa 5.078.337 3.851.007 Totaal activa 8.757.664 7.662.738 Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden 6.090.390 229.409 2.437.865 4.869.385 471.753 2.321.600 Totaal passiva 8.757.664 7.662.738 Staat van baten en lasten over 2013 2013 € 3 3.1 3.2 3.5 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten 22.854.443 556.435 945.882 Totaal baten 4 4.1 4.2 4.3 4.4 Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten 5 Financiële baten en lasten Netto resultaat Begroting 2013 € 2012 € 21.995.000 594.000 752.000 24.356.760 18.205.414 918.678 1.664.007 2.399.309 22.484.463 707.510 1.166.049 23.341.000 18.303.000 915.000 1.677.000 2.498.000 24.358.022 19.041.817 954.910 1.578.032 2.266.406 23.187.408 23.393.000 23.841.165 1.169.352 -52.000 516.857 51.653 52.000 51.753 1.221.005 0 568.610 33 Kasstroomoverzicht over 2013 2013 € 2012 € Kasstroom uit operationele activiteiten 1.169.352 Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: - afschrijvingen - vrijval uit investeringssubsidies - mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - schulden 918.678 -451.218 -242.344 23.821 -22.312 116.265 117.774 954.910 -470.668 158.240 275 401.731 133.101 1.512.242 Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest 225.116 516.857 44.949 0 44.949 535.107 1.694.446 55.711 -10.249 1.557.191 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 642.482 45.462 1.739.908 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Mutatie liquide middelen 34 -364.018 28.963 -335.055 -1.075.943 6.015 -1.069.928 -335.055 -1.069.928 1.222.136 669.980 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Algemeen Rechtspersoon en voornaamste activiteiten Dollard College is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen. Dollard College is een onderwijsinstelling die praktijkonderwijs, VMBO-, HAVO- en VWO-onderwijs aanbiedt op acht vestigingen in Bellingwolde, Pekela, Scheemda, Winschoten en Woldendorp. Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en in overeenstemming met RJ 660 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' van 17 december 2007. Het resultaat over het boekjaar 2013 is reeds in de balans verwerkt conform het voorstel. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Fiscale eenheid Stichting Dollard College vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen. Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten waar mogelijk en voor zover niet anders vermeld. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op hele euro's. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactie-kosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Vorderingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor vorderingen. Geldmiddelen De geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Dollard College maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals rentederivaten. 35 Materiële vaste activa De materiële activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs c.q. taxatiewaarde bij herwaardering verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op: Gebouwen 30 jaar Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie 10 jaar Apparatuur, machines en installaties 4-10 jaar Schoolmeubilair 15 jaar Kantoormeubilair 10 jaar Hard- en software 3 jaar Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om deze reden niet geactiveerd. Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruit ontvangen investeringssubsidies). Voorraden De voorraden betreffen de lesboeken die aan de leerlingen worden verhuurd en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De vorderingen op het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen betreft de periode van declaratiebekostiging. Deze vordering worden verrekend indien het Dollard College ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activa. Voor een deel van de vorderingen op leerlingen en deelnemers is sprake van onzekerheid over de inbaarheid vanwege het vrijwillige karakter. Daarvoor is op balansdatum een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. Eigen vermogen Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen. De publieke bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig Dollard College’ is gevormd vanuit de verdeling van het exploitatieresultaat over het boekjaar 2013. In de komende jaren krijgt het Dollard College te maken met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige ontwikkelingen zoals de invoering van Passend Onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra onzekerheden en daarmee ook risico’s. Voor bovenstaande ontwikkelingen zullen jaarlijks middelen worden gereserveerd binnen de begroting. Het gaat hier echter om meerjarige ontwikkelingen waarbij deze bestemmingsreserve kan worden ingezet om een mismatch in de tijd tussen de inzet van extra middelen en daarmee gerealiseerde besparingen of opbrengsten te kunnen opvangen. De publieke bestemmingsreserve ‘Regeling jonge leerkrachten’ is gevormd vanuit de verdeling van het exploitatieresultaat over het boekjaar 2013 en is gebaseerd op de in 2013 beschikbaar gestelde subsidie op grond van de ‘Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten’. Omdat deze subsidie in de jaren 2016 en 2017 terugbetaald moet worden aan het ministerie, is hiervoor een bestemmingsreserve gevormd zodat de terugbetaling in 2016 en 2017 geen extra belasting voor de exploitaties in die jaren zullen vormden. Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. Het Dollard College heeft op grond hiervan de private bestemmingsfondsen 'Mediatheek' en 'Dr. Bosfonds' als privaat vermogen gerubriceerd. Het private bestemmingsfonds ‘Mediatheek’ is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Voorziening Leer- en Hulpmiddelen en bijzondere activiteiten Dollard College. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat de middelen besteed moeten worden aan het inrichten van mediatheken en computerlokalen en zo ten goede komen aan de leerlingen van het Dollard College. Het private bestemmingsfonds ‘Dr. D. Bosfonds’ is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Dr. D. Bosfonds. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat met deze middelen de stoffelijke belangen moeten worden behartigd van het Lager Beroepsonderwijs, zoals dat werd gegeven aan de Scholengemeenschap voor Beroepsonderwijs Dr. D. Bosschool te Winschoten, inmiddels het VMBO, zoals dat wordt gegeven bij de Onderwijs Campus Winschoten van het Dollard College. Bij de invoering van de lumpsum bekostiging voor De Flint is de daar aanwezige inventaris geïnventariseerd en geactiveerd. Op basis van de vastgestelde waarde van deze inventaris is een publieke herwaarderingsreserve gevormd. De vrijval uit deze herwaarderingsreserve zal geschieden al naar gelang de afschrijving van de betreffende activa. Voorzieningen De personele voorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en voorziening ambtsjubilea. De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van 36 de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 2,235% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2013. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. Er is geen sprake van een onderhoudsvoorziening. De kosten van periodiek onderhoud worden als periodelasten genomen in de exploitatie. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Resultaatbepaling In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Personeelslasten Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft het Dollard College zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd. Pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Segmentatie In dit jaarverslag zijn overeenkomstig de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' afzonderlijke staten van baten en lasten, alsmede de daarbij behorende toelichting, opgenomen per BRIN-nummer. Het betreft hier BRIN-nummer 20CM 'Scholengemeenschap Dollard College voor Lyc Havo Mavo Vbo Lwoo' en BRIN-nummer 19UR 'School voor Praktijkonderwijs De Flint'. Bij de verdeling van de resultatenrekening per segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De directe kosten van de segmenten zijn volledig toegerekend aan het betreffende segment. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. 37 Toelichting behorende tot de balans 1.2 Materiële vaste activa Aanschafprijs Cumulatieve Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschafprijs Cumulatieve Boekwaarde 1 januari 2013 afschrijvingen 1 januari 2013 2013 2013 2013 31 december 2013 afschrijvingen 31 december 2013 1.2.2 1.2.4 1.2.5 1.2.6 Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur In uitvoering en vooruitbetalingen Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa en waardeverminderingen 1 januari 2013 € 1.2.1 en waardeverminderingen € € € € € 31 december 2013 € € 12.397.720 1.311.252 11.086.468 14.587 0 350.808 12.412.306 1.662.059 10.750.247 7.712.716 4.822.386 2.890.330 346.368 28.963 567.870 7.555.587 4.915.721 2.639.866 0 0 0 3.063 0 0 3.063 0 3.063 66.252 0 66.252 0 0 0 66.252 0 66.252 Materiële vaste activa 20.176.688 6.133.638 14.043.050 364.018 28.963 918.678 20.037.208 6.577.780 13.459.428 Vooruitontvangen investeringssubsidies 10.231.319 0 10.231.319 0 0 451.218 9.780.101 0 9.780.101 9.945.369 6.133.638 3.811.731 364.018 28.963 467.460 10.257.107 6.577.780 3.679.327 Materiële vaste activa De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 2012 gedaald met een bedrag van € 0,13 miljoen. In 2012 is voor een netto bedrag van € 0,36 miljoen geïnvesteerd in gebouwen en inventaris. De desinvesteringen bedroegen € 0,03 miljoen en de totale afschrijvingslast bedroeg € 0,95 miljoen. Investeringen in gebouwen vonden plaats bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan en Woldendorp. Investeringen in terreinen hebben niet plaatsgevonden. De investeringen in inventaris hebben een omvang van € 0,35 miljoen. Hiervan heeft € 0,14 miljoen betrekking op ICTapparatuur. Daarnaast is sprake van investeringen voor een bedrag van € 0,12 miljoen in machines en apparatuur. Voor het overige is sprake van investeringen in school- en kantoormeubilair en transportmiddelen. De vrijgevallen investeringssubsidies zijn verantwoord onder de rijksbijdragen, de overige overheidsbijdragen en -subsidies en de overige baten. 1.4 Voorraden 1.4.1 Gebruiksgoederen 541.767 565.588 Voorraden 541.767 565.588 1.4.1.1 1.4.1.3 Stand per 1 januari Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen Af: Waardevermindering Gebruiksgoederen 2013 € 565.588 254.049 277.870 2012 € 541.767 565.863 219.288 219.563 565.588 In 2013 is voor een bedrag van € 0,25 miljoen aan lesboeken aangeschaft. Dit is iets meer dan in 2012. Deze boeken worden gedurende het schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze waardevermindering was in 2013 € 0,28 miljoen. De waardevermindering in 2013 is hoger dan in 2012 omdat de boeken nog geen vier jaar in gebruik zijn. Hierdoor wordt over deze boeken nog jaarlijks de volledige waardevermindering berekend. De waardevermindering van de ingekochte boeken komt hier vervolgens bij. 38 € 1.5 Vorderingen 1.5.1 1.5.3 1.5.5 1.5.6 1.5.7 1.5.8 1.5.9 Debiteuren Groepsmaatschappijen Studenten / deelnemers / cursisten Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Vorderingen 1.5.7.2 Overige Overige vorderingen 2013 € 2012 € 60.838 222.567 132.009 22.697 67.642 50.800 55.864 500.689 67.642 67.642 71.350 288.298 140.078 10.735 0 33.509 72.296 471.674 0 0 2013 € 1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten Overlopende activa 1.5.9.1 1.5.9.2 1.5.9.3 Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid 50.800 2012 € 50.800 33.509 72.296 54.935 38.503 55.864 33.509 20.640 5.151 56.807 72.296 De vorderingen zijn iets gestegen ten opzichte van 2012. De vordering op overige overheden en de overlopende activa zijn toegenomen. Daar tegenover staat echter de daling van het debiteurensaldo, de vordering op groepsmaatschappijen en Studenten / deelnemers / cursisten. De hoogte van de vorderingen is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen. Bij de overige vorderingen is in 2013 sprake van een vordering op de belastingdienst in verband met een gedeeltelijke teruggaaf van de basispremie WAO/WIA naar aanleiding van afspraken in het Belastingplan 2014. De voorziening wegens oninbaarheid is lager, omdat in 2013 de oninbare debiteuren zijn afgeboekt. De vermoedelijk oninbare posten zijn lager dan in 2012. 1.7 Liquide middelen 1.7.1 1.7.2 Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen 2.373 4.033.508 4.382 2.809.363 Liquide middelen 4.035.881 2.813.745 2.1 2013 € Eigen vermogen € 2.1.1 2.1.2 2.1.5 2.1.6 2.1.2 2.1.5 2012 € Saldo Resultaat Overige mutaties Stand per 1 januari 2013 2013 2013 31 december 2013 € € € € € Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsfonds (privaat) Herwaarderingsreserve 4.677.263 0 186.034 6.088 496.127 728.000 -521 -2.601 0 0 0 0 5.173.390 728.000 185.513 3.487 Eigen vermogen 4.869.385 1.221.005 0 6.090.390 538.000 190.000 0 0 538.000 190.000 -521 0 0 0 108.813 76.700 Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig Dollard College' Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten' Bestemmingsreserve (publiek) 0 0 Bestemmingsfonds Mediatheek Bestemmingsfonds Dr. Bosfonds Bestemmingsfonds (privaat) 109.334 76.700 0 186.034 728.000 185.513 Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op € 6,09 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een algemene reserve van € 5,17 miljoen en bestemmingsreserves, bestemmingsfondsen en een herwaarderingsreserve van tezamen € 0,92 miljoen. Het eigen vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij de bestemmingsfondsen van € 0,19 miljoen als privaat worden aangemerkt en de overige reserves van € 5,90 miljoen als publiek vermogen. 2.2 Voorzieningen Stand per Dotaties Onttrekkingen Vrijval Stand per Kortlopende Langlopende 1 januari 2013 2013 2013 2013 31 december 2013 deel < 1 jaar deel > 1 jaar € 2.2.1 € € € € € € Personeelsvoorzieningen 471.753 62.394 161.394 143.344 229.409 100.110 129.299 Voorzieningen 471.753 62.394 161.394 143.344 229.409 100.110 129.299 De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en een voorziening ambtsjubilea. De Voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. 39 2.4 Kortlopende schulden 2013 € 2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.10 Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overlopende passiva Kortlopende schulden 2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3 Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen 2012 € 281.666 767.407 267.124 1.121.668 2.437.865 553.697 2.363 211.347 45.789 86.675 24.135 653.544 13.729 297.796 2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt 2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.8 Overige Overlopende passiva 767.407 1.121.668 365.268 765.771 251.993 938.568 2.321.600 568.933 1.666 195.172 70.810 97.394 32.413 706.340 7.884 23.727 765.771 938.568 De kortlopende schulden zijn gestegen met € 0,1 miljoen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de onder de overlopende passiva opgenomen bijdragen van het samenwerkingsverband. Een deel van de in 2013 ontvangen bijdrage wordt in de toekomst, op basis van besteding, toegerekend aan de exploitatie. De hoogte van de kortlopende schulden is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen. Financiële instrumenten Algemeen Het Dollard College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die het Dollard College blootstellen aan markten/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Het Dollard College handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan het Dollard College verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. rsg de Borgen heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om rentefluctuaties te beheersen. Liquiditeitsrisico Het Dollard College bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor het Dollard College steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen middelen en en kortlopende kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing Omschrijving Kenmerk Totaal 40 Datum Praktijkleren groen onderwijs 490011-1 18-12-2012 Praktijkleren groen onderwijs 404274-2 20-11-2013 Prestatiesubsidie VSV BEK-12/64563M 25-10-2012 Prestatiesubsidie VSV VO vast 567733-1 21-10-2013 Studieverlof 475184-2 20-8-2012 Studieverlof 480138-1 20-9-2012 Studieverlof 488072-1 18-12-2012 Studieverlof 550134-1 20-8-2013 Studieverlof 561970-1 20-9-2013 Studieverlof 563869-1 21-10-2013 Studieverlof 565860-1 20-11-2013 Studieverlof 590960-1 18-12-2013 Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Totale kosten Saldo nog te besteden de toewijzing 2012 t/m 31-12-2013 in 2013 t/m 31-12-2013 ultimo december 2013 € 9.872 7.385 35.000 35.000 43.057 11.304 -4.514 33.656 21.715 -7.448 1.892 -6.306 180.613 € 0 0 28.000 0 22.483 6.594 0 0 0 0 0 0 € 9.872 282 -10.000 34.986 43.057 11.304 -4.514 33.656 21.715 -7.448 1.892 -6.306 57.077 128.496 € 9.872 282 18.000 14.577 22.483 6.594 0 11.199 6.930 0 0 0 89.937 € 9.872 7.385 0 20.409 65.540 17.898 -4.514 11.199 6.930 0 0 0 134.719 € 0 0 0 20.409 0 0 0 22.457 14.785 -7.448 1.892 -6.306 45.789 G2 G2-A Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (Regeling ROS art.13,lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies) Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing Omschrijving Kenmerk Doorontwikkeling praktijkonderwijs 486557-1 Datum 20-11-2012 Totaal G3 Saldo Ontvangen Lasten Totale kosten Saldo nog te besteden 2012 t/m 31-12-2013 in 2013 t/m 31-12-2013 ultimo december 2013 € 14.050 14.050 € 13.733 13.733 € 14.050 14.050 € 13.733 13.733 € 14.050 14.050 € 0 0 Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI Omschrijving Kenmerk Bekostiging personeelskosten 488893-2 20-11-2013 Bekostiging exploitatiekosten 489184-1 18-12-2012 Verrekening uitkeringskosten 490976-2 18-12-2013 Bekostiging lesmateriaal 543421-1 20-6-2013 Bijzondere en aanvullende bekostiging 575542-1 18-12-2013 Maatschappelijke stage 565726-1 20-11-2013 Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten 574807-1 18-12-2013 LGF VO 2012-2013 BEK12-52325 Prestatiebox VO 512114-1 20-3-2013 Bekostiging personeelskosten 488953-3 20-11-2013 Bekostiging exploitatiekosten 489733-2 20-9-2013 Verrekening uitkeringskosten 491198-2 18-12-2013 Bekostiging lesmateriaal 543681-2 20-11-2013 Bijzondere en aanvullende bekostiging 575573-1 18-12-2013 Visueel gehandicapte leerlingen 503052-1 20-2-2013 Nieuwkomers VO BVO-07/7758 M Nieuwkomers VO 488464-3 362572-1/396130- 1e Opvang vreemdelingen Totaal Bedrag van de toewijzing 8-2-2013 20-11-2013 21-11-2011 1e Opvang vreemdelingen 1 467081-1 1e Opvang vreemdelingen 486223-1 1e Opvang vreemdelingen 533593-1 20-5-2013 1e Opvang vreemdelingen 573735-1 20-11-2013 Maatschappelijke stage 565192-1 20-11-2013 Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten 574828-1 18-12-2013 LGF VO 2012-2013 BEK13-56943 17-12-2013 Invoeringskosten gratis lesmateriaal 185125-2 20-10-2009 Prestatiebox VO 512520-1 20-3-2013 21-5-2012 20-11-2012 Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Saldo de toewijzing 2012 in 2013 2013 2013 € 1.907.278 253.248 -27.578 61.222 41.595 9.480 12.899 24.712 27.156 € € 0 0 0 0 0 0 0 0 0 € 1.907.278 253.248 -27.578 61.222 41.595 9.480 12.899 24.712 27.156 € 1.907.278 253.248 -27.578 61.222 41.595 9.480 12.899 24.712 27.156 15.947.165 2.262.247 -231.475 843.941 572.157 6.300 62.816 61.439 96.750 11.250 18.000 18.000 72.000 138.510 177.432 114.630 78.771 392.179 0 0 0 0 0 0 2.144 0 24.250 11.250 18.000 0 0 0 0 0 41.750 0 15.947.165 2.262.247 -231.475 843.941 572.157 6.300 0 61.439 0 0 0 18.000 72.000 138.510 177.432 114.630 0 392.179 15.947.165 2.262.247 -231.475 843.941 572.157 6.300 0 61.439 24.250 11.250 18.000 18.000 9.382 138.510 177.432 114.630 19.837 392.179 0 0 0 0 0 0 2.144 0 0 0 0 0 62.618 0 0 0 21.913 0 22.952.124 97.394 22.684.537 22.695.256 86.675 0 0 0 0 0 0 0 0 0 41 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huren Het jaarbedrag van met derden aangegane huurverplichtingen terzake van onroerend goed bedraagt € 340.000. De huurverplichtingen hebben een looptijd van één tot zevenentwintig jaar. Investeringsverplichtingen Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2013 belopen de geldende verplichtingen € 18.000. Hiervan heeft € 5.000 betrekking op investeringen in gebouwen en € 13.000 betrekking op inventaris en apparatuur. Overige verplichtingen Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken en kantoorartikelen. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan. Garanties Stichting Dollard College heeft aan de ING Bank een compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst en een negative pledge / pari passu en cross default verklaring afgegeven. Deze afgegegeven verklaringen gelden als zekerheid voor de door de ING Bank N.V. verstrekte kredietfaciliteit van € 7.500.000 aan Stichting AOC Terra. Hoofdelijke aansprakelijkheid Statutair is bepaald dat Stichting Dollard College hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting Onderwijsgroep Noord behorende instellingen. Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Stichting Dollard College heeft een vordering van € 1.568.673 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de personeelskosten over het jaar 2005 welke, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het Ministerie zal deze vordering verrekenen indien de Stichting Dollard College ophoudt te bestaan. Europese aanbestedingen Onderstaand een overzicht van het jaarbedrag van met derden aangegane verplichtingen naar aanleiding van Europese aanbestedingen: Contractant Goed of dienst B&C Maetis Van Dijk Educatie Essent via Hellemans Consultancy BV Aanschaf computers Arbo diensten Schoolboeken Elektriciteit Essent via Hellemans Consultancy BV Gas USG People Deli XL Staples Canon Groot Haar + Orth ISS Amlin + Raetshagen Inhuur uitzendkrachten Kantine inkopen Kantoorartikelen Multifunctionals Reclame-activiteiten Schoonmaak Verzekeringen gebouwen Einddatum contract Totale verplichting Verplichting < 1 jaar Verplichting 1-5 jaar 1 maart 2015 31 december 2015 1 juni 2014 1 januari 2017 165.289 56.198 945.455 257.851 41.322 14.050 236.364 64.463 193.388 1 januari 2017 628.099 157.025 471.074 31 juli 2017 1 oktober 2017 1 april 2016 31 december 2012 1 april 2017 31 januari 2016 31 december 2017 694.215 274.380 79.339 206.612 158.678 1.834.711 29.752 173.554 68.595 19.835 51.653 39.669 458.678 7.438 694.215 274.380 39.669 Verplichting > 5 jaar 28.099 119.008 917.355 29.752 Alle bedragen zijn indicatief en exclusief BTW en gebaseerd op het boekjaar 2013 of ander relevant jaar. Het betreft in alle gevallen raamovereenkomsten waarbij geen vaste afname verplichtingen zijn aangegaan. De contracten voor ARBO (Maetis) en kantoorartikelen (Staples) zijn niet meer aanbestedingsplichtig 42 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 3.1 Rijksbijdragen 2013 € 3.1.1 3.1.2 Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW 21.629.800 1.224.643 21.097.000 898.000 21.386.795 1.097.668 Rijksbijdragen 22.854.443 21.995.000 22.484.463 OCW Rijksbijdrage OCW/EZ 21.629.800 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW 103.671 1.065.456 55.516 3.1.1.1 Begroting 2013 € 21.629.800 1.224.643 21.097.000 48.000 796.000 54.000 21.097.000 898.000 2012 € 21.386.795 21.386.795 107.533 929.102 61.033 1.097.668 De rijksbijdrage is gestegen ten opzichte van 2012. Dat is voornamelijk het gevolg van de eenmalige extra bekostiging naar aanleiding van het 'herfst-akkoord' (€ 0,6 miljoen). Het aantal leerlingen is gelijk gebleven, maar de bekosting per leerling is gedaald. Ook de overige subsidies zijn gestegen ten opzichte van 2012. Dit wordt veroorzaakt door de eenmalige extra bekostiging uit het 'herfst-akkoord' voor werkgelegenheid jonge leerkrachten en hogere subsidies voor studieverlof en de prestatiebox. Daarnaast is minder subsidie ontvangen voor prestatiesubsidie VSV, doorontwikkeling PRO, leerlinggebonden financiering en nieuwkomers. De rijksbijdrage is € 0,5 miljoen hoger dan begroot. Dit is het gevolg van het eerder genoemde 'herfst-akkoord'. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden. De overige subsidies komen € 0,3 miljoen hoger uit dan begroot. Ook hier is de oorzaak het eerder genoemde 'herfstakkoord', maar ook een hoger bedrag voor leerlinggebonden financiering en 1e opvang vreemdelingen dan begroot. 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.1 3.2.2 Gemeentelijke bijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen 490.636 65.799 534.000 60.000 641.711 65.799 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 556.435 594.000 707.510 3.2.1.2 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 2013 € 490.636 Begroting 2013 € 490.636 534.000 534.000 2012 € 641.711 641.711 De gemeentelijke bijdragen en subsidies vallen lager uit dan in 2012. Omdat in 2012 sprake was van een eenmalige nabetaling van de Gemeente Delfzijl met betrekking tot de onroerend-zaakbelasting over de afgelopen jaren kwam de gemeentelijke bijdrage in dat jaar hoger uit. De belangrijkste oorzaak voor de lagere gemeentelijke bijdragen ten opzichte van de begroting 2013 is het vervallen van de compensatie van het eigenaars-deel van de onroerend-zaakbelasting voor de vestigingen in de Gemeente Oldambt. Daar staat tegenover dat de gemeente deze belasting ook niet meer in rekening brengt. De post heffingen bij de huisvestingslasten valt in verband daarmee ook lager uit. Tegenover deze daling staat een hogere vrijgevallen gemeentelijke investeringssubsidie. De overige overheidsbijdragen zijn nagenoeg gelijk aan 2012 en begroot. Het betreft de vrijval van de investeringssubsidie van de Provincie Groningen in de Campus Winschoten. Dit bedrag valt jaarlijks, tot en met 2019, vrij ten gunste van de exploitatie. Hier staan voor dezelfde periode afschrijvingslasten tegenover. 43 3.5 Overige baten 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6 Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige 2013 € Begroting 2013 € 4.308 318.950 49 316.013 306.562 5.000 381.000 0 177.000 189.000 Overige baten 945.882 2012 € 34.196 304.898 155 277.291 549.509 752.000 1.166.049 De opbrengsten uit verhuur van lokalen is lager dan in 2012. In 2012 was sprake van een eenmalige hogere opbrengst als gevolg van een nabetaling van huur van een gymlokaal. De opbrengsten uit detachering zijn iets hoger dan in 2012 maar lager dan is begroot. De stijging ten opzichte van 2012 heeft betrekking op de inzet van medewerkers van het Dollard College voor het MBO Winschoten van AOC Terra. In de begroting 2013 is rekening gehouden met detachering van een medewerker naar het regionaal samenwerkingsverband. Deze detachering heeft uiteindelijk niet plaatsgevonden. De stijging, ten opzichte van 2012, bij de ouderbijdragen wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door de bijdragen voor excursies naar het buitenland bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan en Campus Winschoten. Deze excursies vinden één keer per twee jaar plaats waardoor jaarlijks sprake is van een afwijking ten opzichte van het voorgaande jaar. In de begroting is rekening gehouden met een gedeeltelijke ontvangst van de ouderbijdrage. De stijging ten opzichte van de begroting is het gevolg van het feit dat de ouderbijdrage naar alle leerlingen wordt gefactureerd en dat de opbrengst voor het gehele bedrag wordt verantwoord. Omdat het schooljaar 2013-2014 nog niet is afgelopen kan nog niet bepaald worden welk deel uiteindelijk onbetaald blijft. Voor het nog niet ontvangen deel is een voorziening wegens oninbaarheid gevormd (zie 4.4.3. Dotatie overige voorzieningen). De overige baten zijn lager dan in 2012. De overige baten waren in 2012 hoger door een eenmalige bate vanwege de teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011. Verder is sprake van lagere baten van het regionaal samenwerkingsverband. Deze lagere baten worden deels gecompenseerd door hogere baten voor internationale uitwisseling van leerlingen en een ontvangen schadevergoeding voor gemaakte loonkosten van de vervangingskosten van een medewerker. Deze medewerker is, als gevolg van een ongeval, niet in staat om te werken en de loonkosten van de vervanger zijn verhaald op de veroorzaker van het ongeval. Ten opzichte van de begroting is sprake van hogere baten voor internationale uitwisseling van leerlingen en de eerder genoemde schadevergoeding voor gemaakte loonkosten. 44 4.1 Personele lasten 4.1.1 4.1.2 4.1.3 Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen 16.323.955 1.948.965 67.506 15.968.000 2.410.000 75.000 16.408.565 2.752.617 119.365 Personeelslasten 18.205.414 18.303.000 19.041.817 4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3 Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen 4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3 Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten 2013 € 12.523.873 1.734.286 2.065.796 -80.949 1.825.146 204.768 Begroting 2013 € 16.323.955 1.948.965 12.386.000 1.700.000 1.882.000 118.000 2.022.000 270.000 15.968.000 2.410.000 2012 € 12.627.224 1.890.257 1.891.084 314.141 2.230.879 207.597 16.408.565 2.752.617 2013 Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's) 2012 Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel 206,2 47,7 208,0 48,4 Totaal (exclusief inhuur) 253,9 256,4 De personeelslasten zijn fors gedaald ten opzichte van 2012. Het gaat hierbij om een bedrag van € 0,84 miljoen. De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij het Dollard College zijn ten opzichte van 2012, ondanks een toegenomen aantal leerlingen per 1 augustus 2013, gedaald met bijna € 0,09 miljoen. Deze daling wordt veroorzaakt door lagere premies sociale lasten, lagere vervangingskosten en een afgenomen boventalligheid. Er werd in de begroting 2013 rekening gehouden met bescheiden groei van het aantal leerlingen maar deze groei pakte aanmerkelijk hoger uit. Daarnaast stijgen de pensioenpremies in 2013 sterker dan is begroot en is het aantal medewerkers met een aanstelling toegenomen ten kosten van externe personeelsleden. Dit tezamen leidt tot een overschrijding van € 0,36 miljoen bij de lonen en salarissen ten opzichte van de begroting 2013. Met betrekking tot de personele voorzieningen is sprake van vrijval van één van de voorzieningen, namelijk de voorziening voor wachtgeldverplichtingen. De omvang van deze voorziening was te hoog in relatie tot de huidige verplichtingen. Het hier vermelde bedrag betreft de saldering van een vrijval van € 143.344 uit de voorziening wachtgeldverplichtingen en een dotatie van € 62.395 aan de voorziening ambtsjubilea. De kosten van personeel niet in loondienst zijn aanmerkelijk lager dan in 2012. In 2013 is voor ruim € 0,40 miljoen minder gebruik gemaakt van uitzendkrachten, ZZP-ers en overige externe personeelsleden, zowel voor de reguliere werkzaamheden als voor vervanging bij ziekte. De overige personele lasten zijn ten opzichte van 2012 nagenoeg onveranderd gebleven. Ten opzichte van de begroting komen deze lasten lager uit omdat sprake is van lagere opleidingskosten van medewerkers. De uitkeringen uit sociale fondsen zijn zowel ten opzichte van 2012 als ten opzichte van de begroting 2013 lager als gevolg van afgenomen ZW-uitkeringen. Wet Normering Topinkomens De tabel met toelichting is opgenomen na de toelichting op de financiële baten en lasten. Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht ontvangen hun bezoldiging bij de Stichting Onderwijsgroep Noord. In het jaarverslag van deze stichting wordt de bezoldiging verantwoord. Omdat er sprake is van een normatieve bijdrage aan Onderwijsgroep Noord en geen doorbelasting op basis van feitelijke inzet, kan geen aandeel in de bezoldiging van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht worden berekend voor het Dollard College. Bestuurders R. Schilt mw. A.A. Berendsen MBA Raad van Toezicht F. Kuik mw. C.Y.D. van Orden H. Holman F. Migchelbrink mw. E.M. Pastoor-Meuleman (vanaf 23 april 2013) 4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa Afschrijvingen 2013 € Begroting 2013 € 918.678 915.000 918.678 2012 € 954.910 915.000 954.910 De afschrijving op de materiële vaste activa is gedaald ten opzichte van 2012 maar wel iets hoger dan is begroot. De afschrijvingslasten gebouwen zijn nagenoeg onveranderd gebleven ten opzichte van 2012. De afschrijvingslasten inventaris nemen af omdat sprake is van terughoudendheid bij het uitvoeren van investeringen. Daarnaast is de inventaris van de voormalige vestiging Scheemda buiten gebruik gesteld en deels verkocht. 45 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen 2013 € Begroting 2013 € 282.908 8.495 367.480 321.898 500.412 182.814 Huisvestingslasten 247.000 12.000 307.000 394.000 467.000 250.000 1.664.007 2012 € 218.818 13.831 326.928 309.811 428.284 280.360 1.677.000 1.578.032 De huisvestingslasten zijn ten opzichte van 2012 toegenomen met € 0,86 miljoen. Ten opzichte van de begroting 2013 komen de huisvestingslasten iets lager uit. De hogere huur wordt veroorzaakt door uitbreiding met extra lokalen bij de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan. Deze extra lokalen zijn geplaatst in verband met de sluiting van de vestiging in Scheemda. Omdat deze huurkosten niet zijn begroot in 2013 leidt dit tot een overschrijding. De daling bij de kosten voor verzekeringen is het gevolg van het opzeggen van een verzekering in verband met sloop van een gebouw in Winschoten. De kosten van onderhoud zijn lager dan in 2012 en ook hoger dan begroot. De stijging, zowel ten opzichte van 2012 als ten opzichte van de begroting, komt geheel voor rekening van het onderhoud aan de gebouwen van de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan. De kosten voor energie en water zijn iets gestegen ten opzichte van 2012. De kosten voor electriciteit zijn gedaald maar daar staat een stijging van de kosten voor gas tegenover. Ten opzichte van de begroting komen zowel de kosten voor gas als de kosten voor electriciteit lager uit. De schoonmaakkosten zijn zijn hoger dan in 2012. Deze stijging wordt veroorzaakt door hogere kosten voor het schoonmaakbedrijf. Als gevolg van de, begin 2013 overeengekomen, CAO voor de schoonmaakbranche zijn de loonkosten van het schoonmaakpersoneel fors toegenomen. Dit heeft ook gevolgen voor de kosten die het schoonmaakbedrijf in rekening brengt. Daarnaast maken de kosten van de afvalverwerking met ingang van 2013 deel uit van de schoonmaakkosten. Bij de heffingen zijn de kosten voor 2013 lager dan in 2012 en lager dan is begroot. Met ingang van 2013 brengt de Gemeente Oldambt de onroerend-zaakbelasting voor de vestigingen in deze gemeente niet meer in rekening. Daar staat tegenover dat de gemeente hiervoor ook geen subsidie meer beschikbaar stelt. De post gemeentelijke bijdragen en subsidies bij de overige overheidsbijdragen valt daardoor ook lager uit. 4.4 Overige lasten 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige Overige lasten 2013 € Begroting 2013 € 920.839 1.369.442 38.503 70.525 965.000 1.452.000 11.000 70.000 2.399.309 2012 € 806.158 1.320.644 56.807 82.797 2.498.000 De administratie- en beheerslasten komen hoger uit dan in 2012. Deze stijging wordt is voor het merendeel het gevolg van hogere kopieerkosten en hogere kosten voor toelatingsonderzoeken van leerlingen. Bij de kopieerkosten wordt de stijging veroorzaakt door de eindafrekening over 2012 die pas in de zomer van 2013 door de leverancier in rekening is gebracht. Ook ten opzichte van de begroting is sprake van hogere kosten voor toelatingsonderzoeken van zorgleerlingen. Daar staan echter lagere kosten voor PR-activiteiten en een niet gebruikte post voor onvoorziene uitgaven tegenover. De stijging, ten opzichte van 2012, bij de leermiddelen wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door kosten voor excursies naar, en uitwisselingen met, het buitenland bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan en Campus Winschoten. Deze excursies vinden één keer per twee jaar plaats waardoor jaarlijks sprake is van een afwijking ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarnaast komen de kosten voor inventaris en apparatuur hoger uit door afboekingen op buiten gebruik gestelde van inventaris van de voormalige vestiging in Scheemda. Ten opzichte van de begroting vallen de kosten van het boekenfonds en onderwijskundige projecten lager uit. Daar staan hogere kosten voor excursies tegenover maar per saldo is sprake van lagere kosten dan is begroot. 46 2.266.406 De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid van vorderingen op debiteuren, inclusief de oninbare ouderbijdragen. Deze dotatie is iets lager dan in 2012 maar wel fors hoger dan begroot. De vestigingen hebben de omvang van deze post te optimistisch ingeschat bij het opstellen van de begroting. De overige lasten betreffen de inkoopkosten van de kantine. De daling ten opzichte van 2012 komt geheel voor rekening van de vestiging Hommesplien-Stikkerlaan. De lasten in 2013 zijn conform de begroting. Accountant: 4.4.1.1 4.4.1.2 KPMG Accountants N.V. Honorarium controle jaarrekening en bekostiging Honorarium overige controles Accountantslasten 5 Financiële baten en lasten 5.1 5.5 Rentebaten Rentelasten Financiële baten en lasten 2013 € 41.093 2.662 2012 € 15.238 0 43.755 2013 € Begroting 2013 € 51.653 0 52.000 0 51.653 15.238 2012 € 62.029 -10.276 52.000 51.753 De financiële baten en lasten zijn nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van 2012 en ten opzichte van de begroting 2013. De verschillen ten opzichte van 2012 worden, zowel bij de rentebaten als bij de rentelasten veroorzaakt door eenmalige posten in dat jaar. 47 WNT Wet Normering Topinkomens 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Bezoldiging Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Voorzittersclau- Omvang Belastbare vaste Voorzieningen sule van dienst- en variabele beloning wegens Einddatum verband in onkosten- betaalbaar op beëindigen dienstverband FTE vergoedingen termijn dienstverband Voorzittersclau- Belastbare vaste Voorzieningen Uitkeringen sule van en variabele beloning wegens onkosten- betaalbaar op beëindigen termijn dienstverband toepassing Functie College van Bestuur College van Bestuur (J/N) J N Ingangsdatum Naam R. Schilt mw. A.A. Berendsen MBA dienstverband 01-03-2003 01-09-2011 Onbepaald Onbepaald 1,00 1,00 Beloning 163.742 137.285 0 0 28.866 25.112 Uitkeringen 0 0 Vermelding alle toezichthouders toepassing Functie of functies Raad van Toezicht Raad van Toezicht Raad van Toezicht Raad van Toezicht Raad van Toezicht (J/N) J N N N N Naam F. Kuik mw. C.Y.D. van Orden H. Holman F. Migchelbrink mw. E.M. Pastoor-Meuleman Ingangsdatum Einddatum dienstverband dienstverband 30-03-2007 30-03-2007 12-03-2009 12-03-2009 23-04-2013 Beloning 13.650 9.750 9.750 9.750 5.850 vergoedingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht worden bezoldigd door Onderwijsgroep Noord. Zij verrichten echter niet alleen werkzaamheden voor Onderwijsgroep Noord, maar ook voor de drie stichtingen die tot de groep behoren. Hierbij is sprake van twee instellingen voor Voortgezet Onderwijs (Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen) en een instelling die valt onder het Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (Stichting AOC Terra). Met betrekking tot de normering voor de WNT zijn er voor Onderwijsgroep Noord twee sectoren van toepassing. Op basis van de verdeling van het aantal leerlingen is de WNT-norm van het HBO/MBO van toepassing (AOC Terra heeft meer dan 1/3e van het totaal aantal leerlingen). Deze norm bedraagt € 198.279. De doorbelasting vindt echter plaats op basis van de baten van de verschillende instellingen. Ook bij deze toepassing heeft AOC Terra meer dan 50% van de totale baten. Toerekening van de bezoldiging naar de vier instellingen is als volgt: College van Bestuur 6% Onderwijsgroep Noord 21.300 53% AOC Terra 188.153 Dollard College 23% 81.651 rsg de Borgen 18% 63.901 48 Raad van Toezicht 2.925 25.838 11.212 8.775 0 0 0 0 0 Staat van baten en lasten over 2013 Brinnummer: 20CM 2013 € 3 3.1 3.2 3.5 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten 20.527.857 541.538 882.428 Totaal baten 4 4.1 4.2 4.3 4.4 Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten 5 Financiële baten en lasten Netto resultaat Begroting 2013 € 2012 € 19.726.500 580.800 602.200 21.951.823 16.300.743 892.024 1.499.669 2.246.817 20.218.045 691.658 1.007.302 20.909.500 16.470.840 891.542 1.528.400 2.280.890 21.917.005 17.055.912 927.612 1.468.220 2.100.893 20.939.253 21.171.672 21.552.637 1.012.570 -262.172 364.368 51.653 52.000 51.753 1.064.223 -210.172 416.121 49 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Brinnummer: 20CM 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 3.1.2 Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW 19.394.035 1.133.822 18.898.000 828.500 19.206.727 1.011.318 Rijksbijdragen 20.527.857 19.726.500 20.218.045 3.1.1.1 OCW Rijksbijdrage OCW/EZ 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW 2013 € 19.394.035 89.938 991.209 52.675 19.394.035 1.133.822 34.000 740.500 54.000 18.898.000 828.500 19.206.727 19.206.727 80.763 874.193 56.362 1.011.318 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.1 3.2.2 Gemeentelijke bijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen 475.739 65.799 520.800 60.000 625.859 65.799 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 541.538 580.800 691.658 3.5 Overige baten 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6 Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige 2013 € 18.898.000 2012 € 3.2 3.2.1.2 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 475.739 Begroting 2013 € 475.739 2013 € 520.800 520.800 Begroting 2013 € 4.308 318.950 49 309.430 249.691 Overige baten 5.000 267.000 0 169.000 161.200 882.428 2013 € 2012 € 625.859 625.859 2012 € 34.196 304.898 155 268.192 399.861 602.200 1.007.302 4.1 Personele lasten 4.1.1 4.1.2 4.1.3 Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen 14.589.530 1.778.719 67.506 14.285.000 2.260.840 75.000 14.611.269 2.564.008 119.365 Personeelslasten 16.300.743 16.470.840 17.055.912 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Lonen en salarissen 50 Begroting 2013 € 11.194.553 1.553.587 1.841.390 Begroting 2013 € 14.589.530 11.083.000 1.523.000 1.679.000 14.285.000 2012 € 11.235.508 1.691.876 1.683.885 14.611.269 2013 € 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.1.2.3 Overige Overige personele lasten -80.949 1.670.997 188.671 Begroting 2013 € 1.778.719 2013 Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's) 109.000 1.901.000 250.840 182,1 44,9 183,9 45,6 Totaal 227,0 229,5 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa 2013 € Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige lasten 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige 2013 € 1.499.669 Financiële baten en lasten 5.1 5.5 Rentebaten Rentelasten Financiële baten en lasten 2.246.817 2012 € 2.280.890 52.000 0 51.653 1.468.220 780.483 1.180.806 56.807 82.797 Begroting 2013 € 51.653 0 2012 € 1.528.400 943.890 1.266.000 11.000 60.000 2013 € 927.612 210.393 11.706 291.487 294.372 396.395 263.867 Begroting 2013 € 897.953 1.239.836 38.503 70.525 2012 € 891.542 238.200 9.700 261.100 348.600 428.200 242.600 2013 € 2.564.008 927.612 Begroting 2013 € 274.272 7.103 308.508 273.430 464.168 172.188 Overige lasten 5 891.542 892.024 Huisvestingslasten 4.4 Begroting 2013 € 892.024 314.141 2.064.707 185.160 2012 Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel 4.2 2.260.840 2012 € 2.100.893 2012 € 62.029 -10.276 52.000 51.753 51 Staat van baten en lasten over 2013 Brinnummer: 19UR 2013 € 3 3.1 3.2 3.5 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten 2.326.586 14.897 63.454 Totaal baten 4 4.1 4.2 4.3 4.4 Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten 52 Begroting 2013 € 2012 € 2.268.500 13.200 149.800 2.404.937 1.904.671 26.654 164.338 152.492 2.266.418 15.852 158.747 2.431.500 1.832.160 23.458 148.600 217.110 2.441.017 1.985.905 27.298 109.812 165.513 2.248.155 2.221.328 2.288.528 Saldo baten en lasten 156.782 210.172 152.489 Netto resultaat 156.782 210.172 152.489 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Brinnummer: 19UR 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 3.1.2 Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW 2.235.765 90.821 2.199.000 69.500 2.180.068 86.350 Rijksbijdragen 2.326.586 2.268.500 2.266.418 3.1.1.1 OCW Rijksbijdrage OCW/ELI 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW 2013 € 2.235.765 13.733 74.247 2.841 Begroting 2013 € 2.235.765 90.821 14.000 55.500 0 2.199.000 69.500 2.180.068 26.770 54.909 4.671 2.180.068 86.350 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 14.897 13.200 15.852 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 14.897 13.200 15.852 3.2.1.2 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.5 Overige baten 3.5.2 3.5.5 3.5.6 Detachering personeel Ouderbijdragen Overige 2013 € 2.199.000 2012 € 14.897 Begroting 2013 € 14.897 2013 € 13.200 Begroting 2013 € 0 6.583 56.871 Overige baten 13.200 114.000 8.000 27.800 63.454 15.852 15.852 2012 € 0 9.099 149.648 149.800 158.747 4.1 Personele lasten 4.1.1 4.1.2 Lonen en salarissen Overige personele lasten 1.734.425 170.246 1.683.000 149.160 1.797.296 188.609 Personeelslasten 1.904.671 1.832.160 1.985.905 4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3 Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen 4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3 Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten 2013 € 2012 € 1.329.320 180.699 224.406 0 154.149 16.097 Begroting 2013 € 1.734.425 170.246 1.303.000 177.000 203.000 9.000 121.000 19.160 1.683.000 149.160 2012 € 1.391.716 198.381 207.199 0 166.172 22.437 1.797.296 188.609 53 2013 Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's) Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel 24,1 2,8 24,1 2,8 Totaal 26,9 26,9 4.2 Afschrijvingen 4.2.2 Materiële vaste activa 2013 € 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige lasten 4.4.1 4.4.2 4.4.4 Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige Overige lasten 23.458 26.654 2013 € 23.458 8.800 2.300 45.900 45.400 38.800 7.400 164.338 2013 € 2012 € 148.600 21.110 186.000 10.000 152.492 27.298 8.425 2.125 35.441 15.439 31.889 16.493 Begroting 2013 € 22.886 129.606 0 2012 € 27.298 Begroting 2013 € 8.636 1.392 58.972 48.468 36.244 10.626 Huisvestingslasten 4.4 Begroting 2013 € 26.654 Afschrijvingen 54 2012 109.812 2012 € 25.675 139.838 0 217.110 165.513 Overige gegevens 55 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Dollard College Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Dollard College te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Dollard College per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Zwolle, 20 juni 2014 KPMG Accountants N.V. G.J. Kamerling RA 56 Bestemming van het exploitatiesaldo Het exploitatiesaldo van de Stichting Dollard College is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 18 maart 2014 verdeeld zoals onderstaand is weergegeven. Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2013 verwerkt. 2013 € Dotatie Algemene Reserve Dotatie Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig Dollard College' (publiek) Dotatie Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten' (publiek) Dotatie Bestemmingsfonds Mediatheek (privaat) Dotatie Herwaarderingsreserve 2012 € 496.127 538.000 190.000 -521 -2.601 591.591 0 0 -19.421 -3.560 1.221.005 568.610 57 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum. 58 Verbonden Partijen Naam Juridische Statutaire Code Eigen Resultaat Art. 2:403 vorm 2013 zetel activiteiten Vermogen jaar 2013 BW Deelname Consolidatie € Ja/Nee % Ja/Nee nee nee nee 0 0 0 nee nee nee 31 december 2013 € Stichting Onderwijsgroep Noord Stichting AOC Terra Stichting rsg de Borgen stichting stichting stichting Groningen Groningen Groningen 4 4 4 1.285.299 37.165.043 3.071.152 12.890 4.347.956 740.626 Naam Onschrijving doelstelling Samenstelling Bestuur en directie Stichting Onderwijsgroep Noord Stichting AOC Terra Stichting rsg de Borgen Onderwijs Onderwijs Onderwijs R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang. 59 Bijlagen 60 De onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de situatie per 31 december 2013. Instellingsgegevens Naam instelling: Bezoekadres: Postadres: Postcode/Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Internetsite: Bestuursnummer: Brinnummers: Handelsregister: Stichting Dollard College Hereweg 101 Postbus 17 9700 AA Groningen (050) 529 29 29 (050) 529 29 28 [email protected] www.dollardcollege.nl 41320 20CM en 19UR 02077743 Contactpersoon: E-mail: H. Zwiep, controller [email protected] College van Bestuur dhr. R. Schilt mw. A.A. Berendsen MBA Winsum, voorzitter Bunne Raad van Toezicht dhr. F. Kuik mw. C.Y.D van Orden dhr. F. Migchelbrink dhr. H. Holman mw. E. Pastoor Yde, voorzitter Groningen Roden Steenbergen Groningen Vestigingen Vestiging Bellingwedde Dorpsplein 7 Postbus 64 9695 ZH Bellingwolde tel. (0597) 55 31 50 fax (0597) 55 31 59 e-mail: [email protected] directeur: mw. E.J. Staalstra * onderbouw: vwo, havo, vmbo tl/kb/bb * bovenbouw: vmbo tl Vestiging Bovenburen - De Flint Bovenburen 11-11a 9675 HA Winschoten tel. (0597) 55 31 95 (Bovenburen) tel. (0597) 55 31 90 (De Flint) fax (0597) 55 31 99 e-mail: [email protected] directeur: dhr. F. Meijer * lwoo * praktijkonderwijs Campus Winschoten P.C. Hooftlaan 1 Postbus 327 9670 AH Winschoten tel. (0597) 67 09 70 fax (0597) 67 09 79 e-mail: info@campusws directeur: mw. drs. I. Lagro * bovenbouw: vmbo gl/kb/bb * mbo 61 Vestiging Hommesplein - Stikkerlaan Dr. J.H. Hommesplein 2 Mr. D.U. Stikkerlaan 4 Postbus 81 9670 AB Winschoten tel. (0597) 67 02 00 (Hommesplein) tel. (0597) 67 02 60 (Stikkerlaan) e-mail: [email protected] e-mail: [email protected] directeur: dhr. L. Veenstra * onderbouw: vwo+, vwo, havo, mavo tl/kb/bb * bovenbouw: vwo, havo, mavo Vestiging Pekela H. Hindersstraat 5 Postbus 19 9665 ZG Oude Pekela tel. (0597) 48 19 60 fax (0597) 48 19 69 e-mail: [email protected] directeur: dhr. R. Erenstein * onderbouw: vwo, havo, vmbo tl/kb/bb * bovenbouw: vmbo tl, vmbo kb/bb zorg & welzijn Vestiging Woldendorp Burg. Garreltsweg 35 9946 PM Woldendorp tel. (0596) 58 33 80 e-mail: [email protected] directeur: mw. E.J. Staalstra Daltononderwijs * onderbouw: vwo, havo, vmbo tl/kb/bb * bovenbouw: vmbo tl, vmbo kb/bb zorg & welzijn en intersectoraal programma dienstverlening & commercie Managementteam (MT) Het managementteam bestaat uit het College van Bestuur en de directeuren. De huidige samenstelling van het managementteam is als volgt: dhr. R. Schilt mw. A.A. Berendsen MBA dhr. R. Erenstein mw. drs. I. Lagro dhr. F. Meijer mw. E.J. Staalstra dhr. L. Veenstra College van Bestuur College van Bestuur directeur vestiging Pekela directeur Campus Winschoten directeur vestiging Bovenburen - De Flint directeur vestigingen Bellingwedde en Woldendorp directeur vestigingen Hommesplein - Stikkerlaan Medezeggenschapsraad op 31 december 2013 In de Medezeggenschapsraad van het Dollard College kent een personeels-, ouder- en leerlinggeleding. De samenstelling per 31 december 2013 is als volgt: personeelsgeleding mw. J. Boxem dhr. W. Hamer mw. A. Kobus dhr. M. van Vliet dhr. S. Soer oudergeleding: dhr. K. Bartelds dhr. H. van den Tillaart mw. A. Bosch dhr. E. Gringhuis leerling geleding: Elise Vos Henriet Rademaker Judith Holtjer Martijn Boutsioukis Marlies van der Laan 62 (Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2013 College van Bestuur R. Schilt, Winsum, voorzitter voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra voorzitter Aequor te Ede bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs A.A. Berendsen, Bunne, lid lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord lid College van Bestuur Stichting Dollard College lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen lid College van Bestuur Stichting AOC Terra lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord lid Raad van Toezicht De Noorderbrug Raad van Toezicht F. Kuik, Yde, voorzitter voorzitter Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid Beleidsadviseur stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen (gast)docent Toegepaste Psychologie (gast)docent Human Resource Management lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra H. Holman, Steenbergen, lid Voorzitter European Dairy Farmers Nederland Vice-voorzitter European Dairy Farmers Europa lid bestuur Waterschap Noorderzijlvest voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra F. Migchelbrink, Roden, lid lid RvC Teijin Aramid B.V., Arnhem lid Raad van Advies Alwaysbemobilecompany, Veenendaal voorzitter Stichting KwamUtegen, Bilthoven lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen lid RvA Fooq b.v. Heerenveen lid Raad van Commissie LabNoord Groningen lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra E. Pastoor, Groningen, lid Elly Pastoor Advies, sociale en duurzame innovatie; zelfstandig ondernemer Projectleider landelijk project Verzuim 18+ van het ministerie van OCW en Ingrado voorzitter vereniging Noorden Duurzaam mede-initiatiefnemer Culinaire Vakschool lid Raad van Toezicht Stichting Het Kopland lid bestuur Stichting Nieuw Nabuurschap lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra 63 Verklaring gebruikte afkortingen AOC avo bb CE CJG CvB ELO gl havo HRM ICT kb LKC lwoo mbo MT OCW O&K pc pdca P&O pro rk RPO rsg SE SOM vmbo VSV vwo ZZP 64 Agrarisch Opleidingscentrum algemeen vormend onderwijs basisberoepsgerichte leerweg Centraal examen Centrum voor Jeugd en Gezin College van Bestuur Elektronische Leeromgeving gemengde leerweg hoger algemeen voortgezet onderwijs Human Resource Management Informatie- en Communicatietechnologie kaderberoepsgerichte leerweg Landelijke Klachtencommissie leerwegondersteunend onderwijs voorbereidend middelbaar onderwijs managementteam Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Onderwijs & Kwaliteit protestant christelijk plan-do-check-act Personeel & Organisatie praktijkonderwijs Rooms Katholiek Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen regionale scholengemeenschap Schoolexamen Service op Maat voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Voortijdig Schoolverlaten voorbereidend wetenschappelijk onderwijs zelfstandige zonder personeel 65 66
© Copyright 2024 ExpyDoc