Jaarverslag 2013 - Dollard College

Jaarverslag
Dollard College
∆∆2013
Bewust, bekwaam, betekenisvol
1
2
Voorwoord Raad van Toezicht
4
Voorwoord College van Bestuur
6
Hoofdstuk 1
Organisatie
1.1 Dollard College
1.2Organisatie
1.3 Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie
1.4 Organisatie- en managementstructuur
1.5 Strategische beleidsdoelen
1.6Leerlingenaantallen
7
7
8
10
10
10
Hoofdstuk 2
Kwaliteit
2.1 Onderwijsontwikkelingen
2.2 Zorgbeleid
2.3 Onderwijskwaliteit
2.4 Beoordeling
2.5 Samenwerking
11
12
13
14
16
Hoofdstuk 3
Leer- en werkomgeving
3.1 Internationalisering en culturele diversiteit
3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid
3.3 Huisvesting & Facilitair
3.4 Digitalisering
16
17
17
18
Hoofdstuk 4
Medewerkers
4.1 Onze medewerkers
4.2 Professionalisering en OGN-academie
4.3 Gezondheidsmanagement
20
21
22
Hoofdstuk 5
Financiën
5.1 Jaarrekening
5.2 Begroting
5.3 Continuïteit
5.4 Treasury
23
24
25
29
Jaarrekening
31
Overige gegevens
55
Bijlagen
60
3
voorwoord>>
Raad van Toezicht
Wij bieden u hierbij het jaarverslag van 2013 aan
van het Dollard College. De jaarrekening is
vastgesteld door het College van Bestuur en
gecontroleerd door KPMG Accountants N.V. Na
vaststelling door het College van Bestuur en
advies van de auditcommissie hebben wij op
grond van de controleverklaring het besluit van het
College van Bestuur goedgekeurd.
De Raad van Toezicht bestond in begin 2013 uit
vier personen. Na een succesvolle
sollicitatieprocedure is op voordracht van de
medezeggenschapsorganen een vijfde lid
benoemd, waardoor de raad weer voltallig is. De
sollicitatiecommissie bestond uit de voorzitters van
de vier medezeggenschapsorganen, de voorzitter
Raad van Toezicht en de voorzitter College van
Bestuur.
De Raad van Toezicht heeft vier keer in formele
zin en drie keer in informele zin (op vestigingen)
vergaderd. In informele zin heeft de Raad van
Toezicht in aanwezigheid van het College van
Bestuur drie keer met directeuren en
vertegenwoordigers van de
medezeggenschapsorganen gesproken. Doel van
deze gesprekken is ‘enige voeling’ te hebben met
het binnenste van de organisatie.
De auditcommissie is in aanwezigheid van het
College van Bestuur twee keer bijeen geweest. De
belangrijkste onderwerpen waren de jaarrekening
2012 en de begroting 2014.
De remuneratiecommissie is regelmatig in gesprek
geweest met het College van Bestuur. Het HRM
gesprek tussen remuneratiecommissie en College
van Bestuur wordt in 2014 gevoerd.
4
In 2013 is regelmatig gesproken over ‘good
governance’. Om zijn rol als toezichthouder goed
te kunnen vervullen wil de Raad van Toezicht meer
contact met alle geledingen van de organisatie.
Daarom is (een delegatie van) de Raad van
Toezicht regelmatig aanwezig geweest bij de
informele afsluiting van (personeels)bijeenkomsten
in het kader van de transitie van Onderwijsgroep
Noord. Ook is in het kader van governance en de
Wet Normering Topinkomens gesproken over de
vergoeding van de Raad van Toezicht en de
beloning van het College van Bestuur. Er is
vastgesteld dat de huidige vergoeding/beloning
binnen de gestelde norm valt.
De Raad van Toezicht heeft zichzelf geëvalueerd
aan de hand van een daarvoor ontwikkeld
instrument. Na een eerste evaluatie van de
gezamenlijke Raad van Toezicht en het College
van Bestuur over de Raad van Toezicht als geheel
in 2012, was in 2013 de evaluatie van individuele
leden van de Raad van Toezicht aan de orde. De
conclusie was dat er een goede mix van
competenties aanwezig is binnen de Raad van
Toezicht.
De afgelopen jaren ging veel aandacht uit naar
financiële aangelegenheden. De bedrijfsvoering is
nu beter op orde. De Raad van Toezicht laat zich
goed informeren op alle expertisegebieden van het
vastgestelde toezichtkader, zodat de Raad beter in
staat is zijn rol als toezichthouder te vervullen. In
2013 is bijvoorbeeld een start gemaakt met
presentaties van interne deskundigen over
belangrijke ontwikkelingen die grote impact
hebben op de organisatie. Zo is de Raad onder
andere uitgebreid geïnformeerd over passend
onderwijs en de stand van zaken binnen de
stichtingen van Onderwijsgroep Noord. In 2014 zal
ook de (leerlingen)krimp toegelicht worden. Ook
heeft de Raad de onderwijskwaliteit en
inspectierapporten continu op de agenda, zodat de
Raad zich kan vergewissen van de
onderwijskwaliteit. De Raad heeft positieve
ontwikkelingen kunnen constateren, maar heeft
ook gesignaleerd dat op enkele locaties nog
verbeteringen mogelijk zijn.
Tevens is afgesproken dat in de verantwoordings­
rapportages van het College van Bestuur aan de
Raad van Toezicht de ontwikkelingen ten aanzien
van bovengenoemde thema’s aan bod komen.
Tijdens de vergaderingen en tijdens een aantal
extra ingeplande informele bijeenkomsten tussen
het College van Bestuur en de Raad van Toezicht
is regelmatig gesproken over de transitie waarin
Onderwijsgroep Noord zich bevindt. Diverse
omstandigheden en (toekomstige) ontwikkelingen
maken veranderingen in structuur en cultuur
noodzakelijk.
Het College van Bestuur heeft de Raad van
Toezicht geïnformeerd over zijn ideeën voor een
nieuwe organisatiestructuur. De Raad van Toezicht
staat positief tegenover deze ontwikkelingen en
heeft constructief meegedacht. Dit proces is
gestart in 2013, maar zal ook in 2014 een
belangrijk onderwerp van gesprek blijven.
De volgende onderwerpen werden geagendeerd in
2013:
- onderwijs: nationaal onderwijsakkoord, landelijke
ontwikkelingen zoals passend onderwijs,
provinciale ontwikkelingen zoals het
Onderwijsmanifest in de provincie Groningen,
kwaliteit van de onderwijsinstellingen zoals
opbrengsten en inspectie-arrangementen, krimp
en de mogelijke gevolgen en risico’s;
- bedrijfsvoering: begroting 2013, jaarverslag 2012,
begroting 2014, verbetering pdca-cyclus;
- huisvesting: sluiting locatie Scheemda Dollard
College;
- transitie Onderwijsgroep Noord: nieuwe identiteit,
besturingsfilosofie en leiderschap, nieuwe
organisatiestructuur, (her)ontwerp
bestuursbureau;
- good governance: Wet Normering Topinkomens,
versterking bestuurskracht.
Groningen, 20 juni 2014
Namens de Raad van Toezicht,
Erik Kuik, voorzitter
5
College van Bestuur
Het jaar 2013 was een belangrijk jaar, met veel
ontwikkelingen. Bij al die ontwikkelingen stond en
staat de leerling centraal. We willen een
pedagogisch klimaat creëren waarin onze leerling
zijn of haar talenten optimaal kan ontwikkelen en
zich veilig voelt. Hoe we dit gedaan hebben en wat
de resultaten zijn, kunt u lezen in dit jaarverslag.
Om onze leerlingen nog beter te kunnen
begeleiden, moet je ook weten wie jezelf bent.
Daarom hebben we dit jaar opnieuw gekeken naar
onze identiteit: wie zijn we, waar staan we voor en
wat beloven we aan onze leerlingen? Het
antwoord op deze vragen hebben we in 2013
beschreven in ons identiteitsbewijs. We hebben
gekozen voor de kernwaarden ‘gemeenschappelijk
versterkend’ en ‘bewust persoonlijk’.
Dit identiteitsbewijs vormt de basis voor de nieuwe
besturingsfilosofie, waarbij we de
verantwoordelijkheden leggen daar waar
beïnvloeding plaatsvindt. In het verlengde hiervan
hebben we bouwstenen ontwikkeld voor
leiderschap op alle niveaus in de organisatie. Wij
willen al onze medewerkers toerusten om de
belofte aan onze leerlingen te realiseren. Binnen
de lerende organisatie die het Dollard College wil
zijn. We willen alle mogelijkheden benutten om
van elkaar te leren, om alle aanwezige kennis en
kunde binnen onze organisatie te delen. Op deze
manier zijn identiteit en handelen onlosmakelijk
met elkaar verbonden.
Natuurlijk willen we uitvoeren wat verwoord staat
in ons identiteitsbewijs en in onze
besturingsfilosofie. Hiervoor hebben we onder
andere een goede besturings- en
managementstructuur nodig. In 2013 hebben we
samen met de directeuren en de coördinerend
bestuursadviseurs stappen gezet die leiden tot
een nieuw ontwerp van ons besturingsmodel. Het
ontwerp managementstructuur krijgt steeds meer
vorm en we verwachten dat we in 2014 kunnen
starten met de implementatie hiervan. De
samenhang van alle ontwikkelingen - identiteit,
besturingsfilosofie, leiderschap en
besturingsmodel - hebben we omschreven in het
zogenaamde masterplan transitie.
We moeten ook adequaat kunnen inspelen op
landelijke en regionale ontwikkelingen:
vraagstukken als krimp, bezuinigingen en
opdrachten van de landelijke overheid, zoals
Passend Onderwijs en Leraar 2020. Deze
ontwikkelingen doen een sterk beroep op het
gezamenlijk zoeken naar oplossingen. Onze
krachten bundelen en samenwerken.
Gemeenschappelijk versterkend. Samenwerking
tussen vestigingen van de eigen onderwijsstichting
en ook met de andere stichtingen binnen
Onderwijsgroep Noord. Het betekent ook
samenwerking met onze regionale partners:
collega-onderwijsinstellingen, organisaties en
bedrijven.
2013, het begin van een nieuwe start en vele
uitdagingen. Een nieuwe start vanuit de
overtuiging dat dit noodzakelijk is om de komende
jaren goed onderwijs te blijven geven. Zodat we
onze leerlingen begeleiden om hun doelen te
bereiken en om succesvol te zijn in de
samenleving, in het vervolgonderwijs en in het
beroep van hun keuze. Dit betekent hard werken,
maar met veel perspectief. Door
gemeenschappelijk versterkend te zijn, kunnen we
dit aan.
Met dank aan alle collega’s,
Groningen, 20 juni 2014
Roel Schilt, voorzitter College van Bestuur en
Astrid Berendsen, lid van College van Bestuur
>>
6
Hoofdstuk 1
De organisatie
1.1
Dollard College
Het Dollard College maakt samen met AOC Terra
en rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep
Noord.
Het Dollard College is een school voor voortgezet
onderwijs in Oost-Groningen voor
praktijkonderwijs, vmbo, havo, atheneum en
gymnasium. Het Dollard College heeft vestigingen
in de plaatsen Bellingwolde, Oude Pekela,
Winschoten en Woldendorp.
1.2 De organisatie
Raad
van
Toezicht
College
van
Bestuur
Bestuursbureau
Vestiging
BovenburenDe Flint
Vestiging
Bellingwedde
Vestiging
HommespleinStikkerlaan
Vestiging
Pekela
Sluiting vestiging Scheemda
Het aantal leerlingen van de vestiging Scheemda
werd steeds kleiner. Enerzijds als gevolg van
de demografische ontwikkelingen, anderzijds
door een verschuivende leerlingenstroom van
Scheemda naar Winschoten. In 2012 is de
vestiging organisatorisch samengevoegd met
de vestigingen Hommesplein en Stikkerlaan.
Bovendien zijn de eerstejaars leerlingen basis- en
kaderberoepsgerichte leerweg vanuit Scheemda
naar Winschoten verplaatst.
Het aantal leerlingen per augustus 2013 in het
tweede tot en met het vierde leerjaar in Scheemda
bleek te klein om goede onderwijskwaliteit en
begeleiding te kunnen garanderen. Het College
van Bestuur heeft het besluit moeten nemen om
Vestiging
Scheemda
Opgeheven per
1-8- 2013
Vestiging
Woldendorp
Campus
Winschoten
de vestiging Scheemda met ingang van 1
augustus 2013 te sluiten. De leerlingen vervolgen
hun opleiding in Winschoten. Ook de medewerkers
zijn meegegaan naar Winschoten; de sluiting heeft
dan ook niet geleid tot gedwongen ontslagen. Om
alle leerlingen in Winschoten te kunnen
huisvesten, is aan de vestiging Hommesplein een
aantal semipermanente lokalen gebouwd.
Governance
Het Dollard College is een organisatie voor
voortgezet onderwijs en daarmee een instelling die
publieke taken uitvoert met door de rijksoverheid
beschikbaar gestelde middelen. In de bestuurlijke
verhoudingen met de rijksoverheid heeft het
Dollard College een grote mate van autonomie
om deze taken uit te voeren. De rijksoverheid is
7
verantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid
en doelmatigheid van het stelsel, de wet- en
regelgeving, de kaders en randvoorwaarden.
Het Dollard College is als maatschappelijke
onderneming verantwoordelijk voor de prestaties
met betrekking tot de publieke taken in de regio
en de horizontale en verticale verantwoording die
daarover moet worden afgelegd.
Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met
verantwoording afleggen en toezicht houden.
Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan
de eisen van goed bestuur, intern toezicht en
verantwoording. Het interne toezicht wordt bij het
Dollard College uitgeoefend door de Raad van
Toezicht. Naarmate de instellingen hun ‘corporate
governance’ beter in orde hebben, kan het toezicht
vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder
ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van
een goede balans tussen intern toezicht, bestuur,
verantwoording en extern toezicht.
In de statuten van het Dollard College is rekening
gehouden met de bepalingen van de ‘Code goed
onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. In
verband hiermee zijn tevens reglementen
opgesteld, en door de Raad van Toezicht
vastgesteld, voor de Raad van Toezicht en het
College van Bestuur. Daarnaast is een regeling
inzake het omgaan met een vermoeden van een
misstand, klokkenluidersregeling, vastgesteld.
Voorts kent de Raad van Toezicht een
remuneratiecommissie en een auditcommissie.
Daarmee zijn voor de Raad van Toezicht de
belangrijkste randvoorwaarden voor het adequaat
uitoefenen van zijn toezichthoudende taak
gecreëerd.
8
1.3
Identiteit, visie, missie en
besturingsfilosofie
Identiteit
In 2013 hebben het College van Bestuur, de
directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs
de identiteit van Onderwijsgroep Noord besproken.
Waar en hoe kunnen de onderwijsinstellingen
elkaar versterken en wat kunnen we
gemeenschappelijk voor onze regio betekenen?
Deze discussie is gevoerd op basis van de
filosofie van identiteitsmarketing. Dat betekent dat
we niet alleen kijken naar wat we doen en hoe
we de dingen doen, maar redeneren vanuit het
waarom. Deze identiteit is leidend geweest voor
de hernieuwde identiteit van het Dollard College.
In november 2013 is deze vastgelegd in een
identiteitsbewijs.
Kort samengevat:
- we willen mensen laten ontdekken wat belangrijk
en waardevol voor hen is;
- we ‘zien’ mensen;
- we verbinden ons aan onze belanghebbenden;
- we zoeken anderen op en stellen hun belang
voorop;
- we zijn bewust, bekwaam, betekenisvol;
- gemeenschappelijk versterkend: gericht werken
aan oplossen van gemeenschappelijke
vraagstukken;
- bewust persoonlijk: elkaar kennen en erkennen,
weten wat je voor elkaar kunt betekenen.
Visie
Onze visie op de relatie tussen samenleving en
onderwijs
De school heeft niet per definitie antwoord op elk
(nieuw) maatschappelijk vraagstuk. Iedereen moet
weten wat ze van onderwijsinstellingen mogen
verwachten en wat niet. Wij willen onderwijs zien
dat de regie neemt en haar rol duidelijk maakt.
Onderwijs dat ambitieus en realistisch tegelijkertijd
is. Onderwijs dat anderen aanspreekt op hun deel
van de verantwoordelijkheid in het bereiken van
gemeenschappelijke doelen. En we willen scholen
zien die anticiperen op ontwikkelingen.
Om dit te bereiken is een voortdurende open
dialoog nodig met onze partners in de regio OostGroningen. Letterlijk de deuren openzetten zodat
er wederzijds begrip ontstaat en inzicht in de
vraagstukken waarvoor wij gezamenlijk staan. Wij
willen van hen leren en ook onze kennis delen.
Op deze manier kunnen wij de regio versterken.
Het Dollard College en Oost-Groningen horen bij
elkaar. Het Dollard College als centrale plaats in
de ontwikkeling van mensen in de brede zin van
het woord. We begeleiden jongeren en geven hen
voldoende bagage mee voor een zinvol bestaan.
Dan heeft onderwijs de plek in de samenleving die
het in onze ogen verdient en hoort te hebben.
Onze visie op onderwijs
We willen onderwijs zien dat de toon zet waar
het gaat om leren, talentontwikkeling en het
vinden van antwoorden op maatschappelijke
vraagstukken. Wij willen betekenisvol onderwijs
zien, onderwijs dat geen andere grenzen
accepteert dan de grenzen van de ambities
en talenten van mensen die aan haar worden
toevertrouwd. Betekenisvol onderwijs dat (jonge)
mensen uitdaagt om te ontdekken waarvoor ze
staan, wat hen drijft, waarin ze goed zijn en wat
ze waard zijn. Steevast vanuit de overtuiging dat
iedereen iets wil en kan betekenen voor anderen.
Zo creëert onderwijs mede de voorwaarden
voor mensen om waardevol te zijn en te kunnen
presteren: in hun persoonlijke leven, in hun
professionele leven en als burger in onze
samenleving (een leven lang leren). Dat geldt niet
alleen voor onze leerlingen, maar ook voor onze
medewerkers.
Missie
Wij helpen jongeren en volwassenen om een
waardevol leven te leiden, zowel in hun eigen
ogen als in de ogen van anderen. Wij helpen
hen om succesvol te zijn in de samenleving, in
het vervolgonderwijs en in het beroep van hun
keuze. Een belangrijk onderdeel van onze rol is
dat wij hen zelf leren ontdekken, keuzes maken
en kansen zien. Wij begeleiden hen daarbij en
rusten hen zo goed mogelijk toe om hun doelen te
bereiken. We zijn trots op onze onderwijstraditie
en ervaring. We laten mensen ontdekken en
bepalen wat waardevol en belangrijk voor hen is.
Het Dollard College neemt geen genoegen met de
rol van traditionele (beroeps)opleider, hoe goed
we dat ook doen. Onderwijs is meer dan kennis en
vaardigheden overbrengen. We dagen jongeren
ook uit om betekenisbewust te worden. Hiermee
bedoelen we dat leerlingen die afkomstig zijn van
het Dollard College bekwame (vak)mensen zijn,
die bovendien weten welke bijzondere waarde
ze voor anderen kunnen en willen hebben. We
drukken deze missie uit in onze merkbelofte:
Bij het Dollard College worden mensen bewust,
bekwaam en betekenisvol.
Positionering
Aan de hand van de visie en missie heeft het
managementteam in 2013 gesproken over het
thema ‘samen sterk’. Wat betekenen de beloften
uit het identiteitsbewijs voor de samenwerking
tussen de vestigingen. De discussie over
positionering wordt uiteraard gevoerd in
samenhang met de uitkomsten van het krimptraject (zie 1.6).
Besturingsfilosofie
Vanuit identiteit is gekeken wat dit betekent
voor de besturingsfilosofie. Deze is in juni
2013 vastgesteld. Waar in ons identiteitsbewijs
nadrukkelijk de leerling centraal staat, geldt in het
verlengde daarvan dat in onze besturingsfilosofie
de medewerker centraal staat. Wat hebben onze
medewerkers nodig om de belofte aan de leerling
waar te maken?
- Centraal staat de professional, in zijn betekenis
voor leerlingen: medewerkers zijn zich bewust
van hun drijfveren, passie en mogelijkheden.
- Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de
organisatie: de medewerker krijgt professionele
ruimte om bewust, bekwaam, betekenisvol te
handelen. De verantwoordelijkheden worden zo
‘laag’ mogelijk in de organisatie belegd, daar
waar de beïnvloeding mogelijk is.
- Samen werken = samen sterker.
- Inspirerend en coachend leiderschap: het
management creëert condities waaronder
medewerkers hun verantwoordelijkheid kunnen
waarmaken.
- Professionaliseren is een verantwoordelijkheid
van iedere medewerker.
- Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling:
centraal wordt het ‘wat’ vastgesteld, decentraal
het ‘hoe’.
9
1.4
Organisatie- en
managementstructuur
In 2013 is Onderwijsgroep Noord en dus ook het
Dollard College van start gegaan met aanpassing
van de organisatie- en managementstructuur aan
het identiteitsbewijs en de besturingsfilosofie van
de organisatie. Het bestaande besturingsmodel
kan onvoldoende slagvaardig en daadkrachtig
inspelen op externe én interne ontwikkelingen. Dit
maakt het noodzakelijk om van een sterk centraal
gestuurde organisatie te gaan naar een
organisatie met meer onderlinge participatie, die
de verantwoordelijkheden en het eigenaarschap
van problemen laag in de organisatie heeft belegd.
In 2013 zijn de kaders en ontwerpcriteria
geformuleerd voor de nieuwe organisatie- en
management structuur en heeft het College van
Bestuur een aantal scenario’s geformuleerd en
besproken met het management en de
medezeggenschap van het Dollard College. De
belangrijkste kaders en ontwerpcriteria zijn:
1. D
e leerling en in het verlengde daarvan de
medewerker (in zijn professionele rol als
begeleider) centraal.
2. Borgen van de kwaliteit van het onderwijs.
3. Stichting als juridische vorm handhaven.
4. Regionale verankering.
5. Meer focus op strategische sturing.
6. Doorlopende leerlijnen.
7. Uniformiteit waar mogelijk, diversiteit waar
nodig.
8. Collectief leiderschap,
resultaatverantwoordelijkheid en meer
zelfsturing.
9. Integraal management (onder andere beheer
human resources koppelen aan eenheden
van minimaal ongeveer 100 fte).
10. Maximaal twee managementlagen.
11. Inrichting nieuwe managementstructuur
kosten neutraal.
1.5 Strategische beleidsdoelen
De beleidsdoelen voor de komende jaren zijn
verwoord in het strategisch beleidsplan. Deze
doelen worden verder uitgewerkt / geconcretiseerd
in de vestigingsjaarplannen. De verbindende
schakel hierbij is de kaderbrief van het College
van Bestuur. Hierin staat wat het College van
Bestuur van de vestiging verwacht en wat het zal
doen om die verwachtingen te faciliteren.
Het strategisch beleidsplan is ambitieus. Gelet op
de noodzakelijke bezuinigingen, met name op
formatie, is gekeken welke beleidsdoelen wenselijk
én haalbaar zijn. Voor 2013-2014 zijn de volgende
prioriteiten benoemd:
- transitie Onderwijsgroep Noord;
- professionalisering en strategisch HRM;
- passend onderwijs;
- kwaliteitszorg en Planning & Control;
- opbrengstgericht werken en taal & rekenen;
- onderwijs en ICT.
1.6 Leerlingenaantallen
2012-2013 2013-2014
Leerlingen per opleiding
Basisvorming lwoo
Basisvorming avo/vmbo
lwoo
vmbo
havo
vwo
pro
187
1.000
220
564
344
250
186
210
1.061
202
572
353
254
178
Totaal
2.751
2.830
Leerlingen per vestiging
178
Bellingwedde
306
Pekela
130
Scheemda*
12
Bovenburen
Hommesplein-Stikkerlaan* 1.279
315
Campus Winschoten
345
Woldendorp
186
De Flint
166
321
15
1.464
299
387
178
2.751
2.830
Totaal
* de zittende leerlingen van de vestiging
Scheemda zijn per 1-8-2013 overgegaan naar de
vestiging Hommesplein-Stikkerlaan
10
Demografische krimp
In 2012 zijn we een project gestart om de
gevolgen van de demografische krimp voor het
Dollard College te onderzoeken. In samenwerking
met Stamm is vervolgens op basis van meerjarige
leerlingprognoses een uitgebreide analyse
gemaakt van de gevolgen van de daling van
het aantal leerlingen voor het onderwijsaanbod,
de financiën, de personeelsformatie en de
huisvesting.
In maart 2013 is het eindrapport ‘Krimpen met
perspectief’ opgeleverd, met daarin een aantal
oplossingsrichtingen om de gevolgen van de
demografische krimp het hoofd te kunnen bieden.
Deze zijn meegenomen in het positioneringstraject
van het Dollard College.
Hoofdstuk 2
Kwaliteit
2.1 Onderwijsontwikkelingen
Overzicht aangeboden onderwijsvormen in 2013
Vestiging
Onderwijsvorm
Bellingwedde
onderbouw,
vmbo-theoretische leerweg
Bovenburen-
leerwegondersteunend De Flint
onderwijs, praktijkonderwijs
Campus
vmbo-beroepsgerichte leerwegen
Hommesplein-
onderbouw, vmbo, havo, Stikkerlaan
vwo, ISK
Pekela
onderbouw, vmbo
theoretische en beroeps- gerichte leerwegen
Scheemda
onderbouw, vmbo
(tot 1-8-2013)
theoretische leerweg
Woldendorp
onderbouw, vmbo
theoretische en beroeps-
gerichte leerwegen
Opbrengstgericht werken
Een belangrijke ambitie uit de kaderbrief 2013-2014
is opbrengstgericht werken. Alle vestigingen hebben
dit onderwerp opgenomen in hun vestigingsjaarplan
en hebben hier in 2013 op ingezet. Doelstelling is
de leerling maximaal te laten presteren, passend bij
zijn/haar niveau. Er wordt gestreefd dat op alle
niveaus (bestuur, schoolleiding, docenten en
leerlingen) de uitkomsten van verschillende
prestatiemetingen op leerlingniveau en op
groepsniveau continu worden bijgehouden en
geanalyseerd. Vervolgens worden deze gebruikt om
gericht actie te ondernemen (pdca-cyclus).
In schooljaar 2013 is het programma Magnaview
CumLaude aangeschaft. Alle kwaliteitszorgcoördinatoren van de vestigingen zijn hierin
geschoold. Magnaview CumLaude is een
dashboard dat alle relevante
managementinformatie van het onderwijsproces
toont. Vestigingen kunnen deze gegevens
gebruiken voor hun eigen analyses.
Alle vestigingen nemen de toetsen 0, 1 en 2 van
het Cito-volgsysteem af. De resultaten worden
onder andere benut in het kader van
opbrengstgericht werken. Ook worden de
resultaten van de toetsen geïntegreerd in het
determinatiebeleid van de scholen.
In 2013 is tevens een start gemaakt met het
ontwikkelen van Dollardbreed toetsbeleid.
Ook heeft op elke vestiging een scholingstraject
plaatsgevonden voor ‘omgaan met verschillen’.
Taal en rekenen
Taal en rekenen is een van de speerpunten uit de
kaderbrief. De inspanningen op het gebied van
taal en rekenen zijn onverminderd doorgezet. Een
van de doelstellingen is om op alle niveaus de
leerlingen voldoende voor te bereiden op de (pilot)
rekentoets vo. Aanvankelijk was door het
Ministerie van OCW aangekondigd dat het cijfer
van de rekentoets vanaf het schooljaar 2013-2014
zou meetellen in de zak-slaagregeling. Later is
hierover een aanvullende maatregel
aangekondigd: de rekentoets wordt wel in 20132014 als officieel onderdeel van het eindexamen in
het vo ingevoerd, maar tot het schooljaar 20152016 telt het resultaat nog niet mee in de
uitslagbepaling. In 2013 hebben alle vestigingen
meegedaan aan de pilot rekentoets.
Vanuit het vastgestelde beleidskader taal en rekenen
van Onderwijsgroep Noord is bij het Dollard College
in verschillende trajecten gewerkt aan verdere
implementatie van het taal en rekenbeleid. De
stichtingsbrede expertisegroepen taal en rekenen
hebben de werkgroepen op de vestigingen verder
ondersteund bij de implementatie van het taal en
rekenbeleid. Rekenen heeft een vaste plaats op het
curriculum van de vestigingen en met behulp van de
Cito-volgtoetsen worden de leerlingresultaten in
beeld gebracht. Hiermee kunnen scholen ook
controleren of de referentieniveaus voor taal en
rekenen worden behaald.
Vernieuwing vmbo
In opdracht van het ministerie van OCW worden in
het vmbo de beroepsgerichte examenprogramma’s
vernieuwd. Het doel is om aantrekkelijke,
herkenbare en overzichtelijke programma’s te
11
ontwikkelen, die beter aansluiten op het
vervolgonderwijs en de beroepspraktijk.
Er komt een systeem van profiel- en keuzedelen.
Vanaf augustus 2015 bestaan de huidige sectoren
Economie, Techniek, Zorg & Welzijn en Groen nog
steeds, maar zijn deze herschikt in de nieuwe
profielen. De huidige intersectorale programma’s
worden samengebracht in één nieuw profiel, onder
de naam Dienstverlening & Producten. In totaal
kent het vmbo beroepsgericht straks tien
verschillende profielen.
Voor de scholen zijn dit grote veranderingen.
In eerste instantie moeten zij kiezen welke
profielen en keuzedelen zij willen gaan aanbieden.
Vervolgens moet het onderwijsprogramma worden
aangepast op de nieuwe examenprogramma’s.
Hiervoor is bij het Dollard College in 2013 een
traject gestart.
2.2 Zorgbeleid
De afgelopen jaren hebben we ons al voorbereid
op de consequenties van het wetsvoorstel
passend onderwijs. Passend onderwijs is een
weerbarstig thema dat in- en extern nogal wat van
ons vraagt. Het brengt meerdere veranderingen
met zich mee. Van veranderingen op het niveau
van samenwerkingsverbanden tot veranderingen
in de zorgstructuur binnen de vestigingen.
Voor ons staan hierbij nadrukkelijk de leerlingen
centraal, en met name voor hen willen wij onze
bijdrage aan deze verandering optimaal
vormgeven. Passend onderwijs is één van de
strategische beleidsdoelen.
12
Zorgplicht
Met ingang van 1 augustus 2014 hebben
schoolbesturen een zorgplicht. Dit betekent dat zij
vanaf dat moment iedere leerling die extra
ondersteuning nodig heeft, een passende
onderwijsplek moeten bieden. Deze plek kan zich
bevinden op de eigen school of, als de leerling
daar beter op zijn plaats is, op een andere school
in het reguliere onderwijs of het (voortgezet)
speciaal onderwijs.
Samenwerkingsverband
Om de zorgplicht te kunnen waarmaken, werken
reguliere scholen en scholen voor (voortgezet)
speciaal onderwijs samen in een
samenwerkingsverband. Het Dollard College werkt
samen in het samenwerkingsverband Groningen
Ommelanden. Dit samenwerkingsverband is in
2013 officieel opgericht. De directeuren die
bestuurder zijn in het samenwerkingsverband, zijn
door het College van Bestuur gemandateerd.
De scholen binnen het samenwerkingsverband
hebben dit jaar gezamenlijk een
ondersteuningsplan opgesteld. In dit plan is
vastgelegd welke basisondersteuning alle scholen
binnen het samenwerkingsverband bieden, hoe de
extra ondersteuning is georganiseerd en hoe ze
het geld gaan besteden.
Ondersteuning bieden
Elke vestiging heeft daarnaast een ondersteunings­
-profiel opgesteld. Hierin is omschreven welke
ondersteuning de school kan bieden.
Ook heeft op elke vestiging een traject
plaatsgevonden voor differentiatie: leraren worden
geschoold in het omgaan met verschillende
leerlingen in de klas. Hierdoor kunnen leerlingen
2.3 Onderwijskwaliteit
zo veel mogelijk extra ondersteuning in de klas
krijgen, in plaats van daarbuiten.
Centrum voor Jeugd en Gezin
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een
herkenbaar inlooppunt waar ouders, jongeren en
beroepskrachten terechtkunnen met hun vragen
over opvoeden en opgroeien. Uitgangspunt van
het CJG is het versterken van de eigen kracht van
alle gezinnen. Als er echt iets aan de hand is met
een kind, dan is snelle signalering cruciaal. Hulp of
ondersteuning moet dan snel en effectief geboden
worden. Het Dollard College heeft in 2013 de
samenwerking met het CJG geïntensiveerd.
Voortijdig schoolverlaten
Totaal
VSV’s
% VSV
2005/06
2010/11
2011/12
2012/13
2.624
34
1.3%
2.494
35
1.4%
2.532
25
1.0%
2.521
12
0.5%
Het kabinet Rutte II heeft de doelstelling voor het
tegengaan van voortijdige schooluitval
aangescherpt. Het aantal nieuwe voortijdig
schoolverlaters mag in 2016 nog maar maximaal
25.000 zijn. Voor de periode 2012-2015 zijn
daarvoor nieuwe prestatiegerichte convenanten
afgesloten. Met ingang van de nieuwe
convenanten zijn nieuwe doelstellingen gesteld, is
de meetsystematiek aangepast en is de nieuwe
bekostigingssystematiek ingevoerd. Zo krijgen
scholen een vaste voet (afhankelijk van het aantal
leerlingen) en een prestatiedeel. De prestaties
worden bekeken aan de hand van landelijke
normen. Indien de doelstellingen niet worden
behaald, krijgt de instelling alleen de vaste voet.
Totaal aantal onderwijsdeelnemers en aantal
nieuwe voortijdig schoolverlaters
deelnemers vsv’s % vsv streef-norm prestatie-norm
Totaal
2.521
12
0,5%
vo onderbouw
1.334
6
0,4%
0,2%
1,0%
vmbo bovenbouw
777
5
0,6%
1,5%
4,0%
havo/vwo bovenbouw
410
1
0,2%
0,1%
0,5%
Meldcode huiselijk geweld en mishandeling
In het kalenderjaar 2013 is het project
kwaliteitszorg tot een afronding gekomen met de
oplevering van het handboek kwaliteitszorg voor
Onderwijsgroep Noord. Daarmee is één van de
belangrijkste doelstellingen van het project
verwezenlijkt. Het College van Bestuur heeft het
handboek op 3 juni 2013 in ontvangst genomen uit
handen van de projectleider. Het handboek is
inmiddels integraal toegankelijk via de portals van
de bij Onderwijsgroep Noord aangesloten
stichtingen, dus ook voor de medewerkers van het
Dollard College.
Op basis van het handboek kwaliteitszorg en het
door de netwerkgroep beleidscyclus opgestelde
beleidscyclusschema is een concept jaarkalender
kwaliteitszorg ontwikkeld waarin de beleidscyclus
en de kwaliteitscyclus aan elkaar verbonden zijn.
Bemensing
Vanuit het project kwaliteitszorg zijn op elke
vestiging kwaliteitszorgcoördinatoren aangesteld.
De meeste van deze coördinatoren hebben een
managementfunctie. Bij de afsluiting van het
project is de wens uitgesproken de taken van de
kwaliteitszorgcoördinatoren structureel te beleggen
in de organisatie op het niveau waarop dat ook het
geval was tijdens het project. Dit betekent dat in
2013 bij nagenoeg alle vestigingen de
kwaliteitszorg belegd was bij een functionaris in
het management van de vestiging. Vanuit het
bestuursbureau worden activiteiten ondersteund
en gecoördineerd door een beleidsmedewerker.
Management informatie systeem
Een tweede doelstelling uit de kaderbrief betrof het
verder ontwikkelen van een management
informatiesysteem. Ook deze doelstelling is in
zoverre verwezenlijkt dat er voor het Dollard
College overgegaan is tot de aanschaf van een
aanvullend pakket bij het al in gebruik zijnde
leerlingadministratiesysteem SOM. Vanaf
augustus 2013 zijn de scholen in staat om met
behulp van dit pakket adequaat en gericht de
kwaliteit van de ondersteunende processen te
verbeteren en het onderwijsproces te
optimaliseren.
Audits
Een derde doelstelling betrof de doorstart van de
audits voor het voortgezet onderwijs (vo). Deze
doelstelling is in 2013 niet gerealiseerd: de audits
voor het vo zijn nog niet weer opgestart. Voor de
beoogde pool van auditors is pas in de begroting
van 2014 budget gereserveerd.
13
Schoolkompas en Vensters voor Verantwoording
Alle vo-vestigingen dragen inmiddels zorg voor
structurele vulling en het actueel houden van de
Vensters voor verantwoording en het daaraan
verbonden Schoolkompas. Hoewel in tegenstelling
tot de landelijke trend de belangstelling voor de
scholen via Schoolkompas nog tegenvalt, blijft
Onderwijsgroep Noord deze digitale manier van
transparantie en horizontale verantwoording
nadrukkelijk aandacht geven.
Klachtenregeling
De klachtenregeling van het Dollard College is erop
gericht om klachten in eerste instantie op te lossen
dicht bij de plek waar ze ontstaan. Als dit niet lukt,
kan de klacht bij het College van Bestuur worden
neergelegd en vervolgens bij de externe Landelijke
Klachtencommissie (LKC). In 2013 bereikten
duidelijk minder klachten het College van Bestuur;
twee tegen zeven in 2012. Beide klachten werden
alsnog door de directeur van de betreffende
vestiging naar tevredenheid afgehandeld.
2.4 Beoordeling
Examenuitslagen 2013
Vestiging
Hommesplein tl
Hommesplein havo
Hommesplein vwo
Pekela kb
Pekela tl
Scheemda
Bellingwedde tl
Woldendorp kb
Woldendorp tl
Campus kb
Campus tl
Gemiddelde
CE
Soort
Gemiddelde
Verschil
onderzoek SE-CE
CE landelijk
Arrangement Slagings%
Slagingspercentage
landelijk
6,57
6,43
6,39
6,18
6,42
6,60
6,45
6,56
5,98
5,88
5,72
6,3
6,5
6,6
6,2
6,3
6,3
6,3
6,2
6,3
6,2
6,3
100%
86%
85%
91%
92%
96%
100%
100%
89%
86%
85%
Gemiddeld CE Cijfer
De gemiddelde examencijfers van de afdelingen
Hommesplein havo en vwo, Woldendorp tl,
Campus kb en Campus tl liggen onder het landelijk
gemiddelde.
Verschil SE-CE
Op alle afdelingen met uitzondering van de
afdeling Campus tl ligt het verschil SE-CE binnen
de norm van -0,5 en +0,5
14
-0,02
-0,03
0,12
0,35
0,07
0,08
0,26
-0,48
0,38
0,29
0,80
91,4%
88,0%
91,9%
93,1%
91,4%
91,4%
91,4%
93,1%
91,4%
93,1%
91,4%
Slagingspercentages
De slagingspercentages van de afdelingen
Hommesplein havo, Hommesplein vwo, Pekela kb,
Woldendorp tl, Campus kb en Campus tl liggen
onder het gemiddelde. Met name bij Hommesplein
vwo en beide Campus afdelingen is het verschil
aanzienlijk.
Alle examenuitslagen zijn binnen de vestigingen
geanalyseerd. Waar nodig zijn verbeteracties
ingezet.
Opbrengstenkaart 2013
In de opbrengstenkaart benoemt de inspectie een aantal kwaliteitsaspecten, met name doorstroomgege­
vens en examenresultaten. Hieronder staan voornoemde aspecten voor het jaar 2013 vermeld.
Locatie
Leerweg
Bellingwedde
Campus
Hommesplein
theoretische leerweg
kaderberoepsgerichte leerweg
theoretische leerweg
havo
vwo
theoretische leerweg
theoretische leerweg
kaderberoepsgerichte leerweg
theoretische leerweg
Pekela
Scheemda
Woldendorp
Rendement
onderbouw*
% in
% van
Gemiddeld
leerjaar 3
3e leerjaar
cijfer
zonder
naar diploma centraal
zittenblijven
zonder
examen
zittenblijven
12/13
-
91
0
0
0
0
0
+
+
97
97
97
98
96
100
100
77
64
84
67
67
82
70
71
65
6,6
5,8
6,4
6,4
6,5
6,1
6,6
6,4
6.0
0 = gemiddeld, - = onder gemiddeld, -- = ruim onder gemiddeld, + = bovengemiddeld, ++ = ruim boven gemiddeld.
Overzicht arrangementen (eind 2013)
Vestiging
Leerweg
Arrangement
Hommesplein
tl
havo
vwo
alle leerwegen
alle leerwegen
Basisarrangement
Basisarrangement
Basisarrangement
Basisarrangement
Basisarrangement
Basisarrangement
Basisarrangement
Basisarrangement
Basisarrangement
Woldendorp
Campus
Winschoten
De Flint
Pekela
Bellingwedde
praktijkonderwijs
alle leerwegen
alle leerwegen
Ingezette acties door de vestigingen naar
aanleiding van de arrangementen en
opbrengstenoordeel 2013.
Binnen het Dollard College wordt breed ingezet op
een aantal ontwikkelingen die de onderwijskwaliteit
moeten verbeteren. Het gaat hier om
beleidsontwikkeling op het terrein van
determinatie; toetsbeleid, het inzetten van het
leerlingvolgsysteem, kwaliteitszorg en
professionalisering van docenten. Deze brede
acties leiden tot vervolgstappen op
vestigingsniveau. Afstemming met het primair
onderwijs via de Stichting Openbaar Onderwijs
Oost Groningen (SOOOG) is hierbij belangrijk.
Deze Dollard-brede ontwikkelingen vallen samen
met het positioneringstraject waar het
managementteam mee bezig is. Daarnaast vinden
specifieke trajecten plaats op vestigingsniveau. Op
de vestiging Hommesplein heeft men de afgelopen
jaren een intensief traject ‘Alles op groen’
doorlopen. Dit heeft ook daadwerkelijk geleid tot
alle opleidingen in het groen (basisarrangement).
Campus Winschoten zet sterk in op de
teamontwikkeling en kwaliteitszorg.
Pekela
In het voorjaar van 2013 heeft de inspectie een
steekproefonderzoek in het kader van het jaarlijkse
onderwijsjaarverslag uitgevoerd op de vestiging
Pekela. Hieruit bleek dat de opbrengsten
voldoende waren. Met name de zorg werd op deze
vestiging als goed beoordeeld. De kwaliteitszorg
en het differentiëren in de les werden bestempeld
als verbeterpunten.
15
2.5. Samenwerking
Gesprek met inspectie over het bestuurlijk
handelen
Het gesprek van de inspectie met het College van
Bestuur werd eveneens gevoerd in het kader van
het steekproefonderzoek Onderwijsverslag. Het
bestuurlijk handelen binnen Onderwijsgroep Noord
werd door de inspectie op alle aspecten als
voldoende beoordeeld. Een verbeterpunt ligt in het
zicht houden op de onderwijskwaliteit op de
scholen, ook al is dit aspect als voldoende
beoordeeld.
Hommesplein
In november 2013 heeft de inspectie de tl-afdeling
van de vestiging Hommesplein bezocht voor een
afsluitend kwaliteitsonderzoek. De inspectie heeft
de kwaliteit van het onderwijs als voldoende
beoordeeld. De afdeling tl heeft dus weer, net als
de havo en het vwo, een basisarrangement.
Verbeterpunten liggen op het vlak van
kwaliteitszorg en taalbeleid. Binnen de vestiging
zijn hier al verbeteracties op ingezet.
Woldendorp
In december 2013 heeft een gesprek met de
inspectie plaatsgevonden in het kader van de
opbrengsten 2013, omdat de indicatoren
rendement bovenbouw en het gemiddeld CE cijfer
onvoldoende waren.
Er zijn in dit gesprek een aantal afspraken
gemaakt met als doel de opbrengsten weer te
verbeteren. De vestiging had een groot deel van
deze acties al ingezet en gaat hier mee verder.
Onderwijstijd
Voor het schooljaar 2012/2013 geldt dat alle
vestigingen voldoen aan de gestelde eisen, dat wil
zeggen de vestigingen hebben de
minimumnormen voor al hun opleidingen gehaald.
Het voortgezet onderwijs kent minimumnormen
voor onderwijstijd. Alle leerlingen in de onderbouw
en de bovenbouw hebben recht op minimaal 1000
klokuren onderwijs per schooljaar. In het
examenjaar is de norm 700 uur.
Alle vestigingen houden de actuele gerealiseerde
onderwijstijd bij en rapporteren dit. Over het
algemeen is de gerealiseerde onderwijstijd
conform de planning. Daar waar er in de loop van
het schooljaar achterstanden ten opzichte van de
planning zijn, is in toenemende mate dit bekend, is
hier een plausibele reden voor en wordt hierop
tijdig geanticipeerd om zo aan het eind van het
schooljaar de normen te halen.
16
Het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen
(RPO) Winschoten en omstreken, gesloten tussen
de pc en rk scholengemeenschap Ubbo Emmius
te Winschoten en het Dollard College, loopt op 31
juli 2014 af. Beide besturen hebben besloten een
nieuw RPO op te pakken in het licht van de krimp
in de regio en de provinciale ontwikkelingen zoals
neergelegd in het Onderwijsmanifest VO
Groningen. De eerste verkennende bestuurlijke
besprekingen zijn in 2013 van start gegaan en
worden in 2014 omgezet in concrete plannen, met
als doel gezamenlijk een kwalitatief goed, breed
en betaalbaar onderwijsaanbod in deze regio te
realiseren.
Hoofdstuk 3
Leer- en werkomgeving
3.1 Internationalisering en
culturele diversiteit
Het Dollard College maakt kennis met andere
culturen door reizen, uitwisselingen, de (nieuwe)
media en doordat er steeds meer leerlingen uit
andere culturen in de klas zitten.
De multiculturele samenleving is een gegeven. Wij
willen dat onze leerlingen in deze multiculturele
samenleving hun grenzen leren verleggen. Dat
begint met een open en respectvolle manier van
omgaan met mensen uit andere culturen.
Internationalisering is daarvoor een uitstekende,
aansprekende manier.
Het Dollardcollege vindt internationalisering van
belang en laat dat zien in verschillende projecten.
Er wordt deelgenomen aan internationale
debatwedstrijden en er vinden diverse succesvolle
uitwisselingen plaats met scholen uit Duitsland,
Denemarken, Polen, Italië, Engeland, Tsjechië en
- buiten Europa - Japan.
De leerlingen van het vijfde jaar van de vestiging
Hommesplein doen ieder jaar mee met een
uitwisseling met scholen uit Europa en Japan. De
uitwisseling is onderdeel van het
studieprogramma. De partnerscholen komen uit
Italië (Dolo), Polen (Plonsk), Engeland (Londen)
en Japan (Sakura). Ook doet de vestiging
Hommesplein mee aan Comenius projecten als
het art-project genaamd Cultural Heritage and
national identity (Spanje, Italië, Finland,
Nederland).
De vestiging Bovenburen-De Flint weet elk jaar
weer subsidie van het Europees Platform binnen
te halen voor diverse internationale projecten. Zo
heeft de vestiging een schoolpartnerschap met
Woodlands Highschool in Cardiff tot 2014.
De vestiging Pekela neemt deel aan Committee
Europe (culturele uitwisselingen) met tien
internationale scholen. Dit jaar was de
samenkomst in Valencia, Spanje. Met de
partnerschool in Grossefehn lopen de
gezamenlijke activiteiten, e-mailcontacten en
excursies in binnen- en buitenland voor de eerste,
tweede en derde klassen, naar wens.
De vestiging Bellingwedde heeft al 24 jaar goede
contacten met de Ludgerusschule in Rhede. Ze
hebben samen les in de Duitse-Nederlandse
spreekvaardigheid en ze sporten met elkaar. Zo
bereiken de vestigingen dat al hun leerlingen een
keer in contact komen met het buitenland.
Al vele jaren heeft de vestiging Woldendorp
contacten met een partnerschool in Halberstadt,
Duitsland en een partnerschool in Nachod,
Tsjechië. Ieder jaar zijn er uitwisselingen met
leerlingen van de drie scholen. De bestemming
varieert ieder jaar. In het schooljaar 2013–2014
vindt de uitwisseling in Tsjechië plaats. De grote
waarde van internationalisering voor onze
leerlingen is dat het grensverleggend en
horizonverbredend is. Internationalisering geeft
een bredere kijk op de wereld, letterlijk, maar zeer
zeker figuurlijk.
3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid
Na een evaluatie van de arbodienstverlening is het
contract met Maetis-Ardyn voor de komende twee
jaar gecontinueerd. Extra aandacht zal worden
besteed aan het contact tussen bedrijfsarts en de
leidinggevende. Waar nodig zal het contact
worden geïntensiveerd. Dit geldt eveneens voor
het contact tussen College van Bestuur en
bedrijfsarts.
(seksuele) intimidatie, discriminatie, bedreiging,
wapenbezit en ander strafbaar gedrag.
Bij het convenant zijn betrokken: het Dollard
College, AOC Terra, Noorderpoort,
Scholengemeenschap Ubbo Emmius, Politie
Ommelanden Oost, Halt, Team Noord-Nederland
Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket
Noord-Nederland en de Gemeente Oldambt.
3.3 Huisvesting & Facilitair
Huisvesting Dollard College
Het jaar 2013 stond evenals het voorafgaande
jaar voor een belangrijk deel in het teken van
het financieel herstel van de organisatie. Op het
groot onderhoud programma is tot een derde van
het geraamde budget bezuinigd. Gezien de staat
waarin de gebouwen verkeren was dit eenmalig
verantwoord. Het verminderd budget groot
onderhoud voor 2013 is niet overschreden.
Met ingang van het nieuwe schooljaar is de
vestiging in Scheemda gesloten. De leerlingen zijn
geplaatst op de vestiging Hommesplein te
Winschoten. Om dit mogelijk te maken zijn daar 6
lokalen, 2 kantoren en 2 toiletgroepen bijgeplaatst.
Hiervoor is een vijfjarig huurcontract afgesloten
met een gespecialiseerd bedrijf in systeembouw.
Met dit huurcontract gaan we geen langdurige
verplichtingen aan en kunnen we anticiperen op
een verwachte krimp van het leerlingenaanbod.
In 2013 hebben de vestigingen een vervolg
gegeven aan de resterende actiepunten van de
risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). In 2014
zal een nieuwe RI&E worden voorbereid zodat
deze in 2015 kan worden herhaald. De uitkomsten
hiervan worden vervolgens in het
schoolveiligheidsplan verantwoord.
Inkoop en aanbesteden
In 2013 is een aantal nieuwe contracten afgesloten
die hieronder worden weergegeven. Het gaat
hierbij voornamelijk om contracten die op basis
van de nieuwe aanbestedingswet 2012 door
middel van Europese aanbesteding tot stand zijn
gekomen. Naast de wettelijke verplichting zijn
de belangrijkste redenen om aan te besteden:
het verhogen van de kwaliteit, het verlagen
van de inkoopkosten en het verbeteren van het
contractmanagement door vermindering van het
aantal leveranciers. Door het aangaan van een
partnership met leveranciers kunnen gunstige
prijsafspraken worden gemaakt voor producten
van hoogwaardige kwaliteit.
Convenant onderwijs en veiligheid
In het gemeentehuis van Oldambt is in september
een nieuw convenant onderwijs en veiligheid
getekend. Het convenant moet ervoor zorgen dat
kinderen veilig naar school kunnen en zich daar
ook veilig kunnen voelen.
De verkoop en/of het gebruik van (soft)drugs en
alcohol is verboden, evenals vandalisme,
Afgeronde aanbestedingen 2013
- Vanaf 1 januari 2013 tot 1 januari 2017 is Essent
onze nieuwe energieleverancier voor elektriciteit
en gas. Bij deze aanbesteding werd aangesloten
bij een collectief van scholen om een nog groter
schaalvoordeel te behalen.
- Per 1 augustus 2013 is Startpeople ons nieuwe
uitzendbureau en hebben we afscheid genomen
17
van Randstad Uitzendbureau. Startpeople
verzorgt de verloning van incidenteel ingehuurde
uitzendkrachten. Het contract is voor minimaal
drie jaar aangegaan met de mogelijkheid tot een
verlenging tot vijf jaar.
- Per 1 oktober 2013 is Deli XL onze nieuwe
leverancier van groothandelsartikelen, waaronder
voeding en dranken. Dit contract is aangegaan
voor minimaal twee jaar en maximaal vier jaar en
moet ons helpen bij de implementatie van de
gezonde school per 2015. Deze aanbesteding is
in gezamenlijkheid met het Noorderpoort gedaan.
- Per 1 januari 2014 zijn opstal- en
inboedelverzekering voor een periode van twee
tot maximaal vier jaar ondergebracht bij Amlin en
Raetshagen.
- Per 1 januari 2014 is het
Arbodienstverleningscontract met Maetis-Ardyn
verlengd.
- In het schooljaar 2012-2013 is de
communicatiestrategie, mediaplanning en
-inkoop en vormgeving voor alle stichtingen
Europees aanbesteed. Wij zochten voor
Onderwijsgroep Noord en haar drie
onderwijsinstellingen naar één partner. Hiervoor
hebben acht bureaus ingeschreven. De
commissie, bestaande uit drie medewerkers van
de afdeling Marketing & Communicatie en een
vestigingsdirecteur hebben de inschrijvingen
beoordeeld. Op basis van de score mochten vier
18
bureaus door naar de pitch. In maart is de
opdracht gegund aan Groot Haar + Orth in
Leeuwarden.
- In 2013 is gestart met de voorbereiding van de
Europese aanbesteding van multifunctionals voor
alle vestigingen ter vervanging van drie
aflopende contracten. Een multifunctional
combineert meerdere functies in één apparaat.
De apparaten kunnen printen, kopiëren en
scannen.
3.4 Digitalisering
In de huidige maatschappij is informatie en
communicatie technologie (ict) niet meer weg te
denken. Internet is een basisvoorziening
geworden, ’googlen‘ is voor velen een begrip, en
het gebruik van computer, laptop, tablet en
smartphone is voor jong en oud een
vanzelfsprekendheid geworden.
Draadloos netwerk
De genoemde ontwikkeling vraagt van
Onderwijsgroep Noord een degelijke ict-omgeving.
Leerlingen komen massaal met eigen smartphone,
tablet of laptop op school. Er wordt intensief
gebruik gemaakt van het draadloze netwerk dat op
alle scholen aanwezig is. De aanwezige draadloze
infrastructuur is in 2013 geoptimaliseerd om het
gebruik van eigen apparatuur (Bring Your Own
Device) en alle draadloze apparatuur van de
scholen optimaal te kunnen gebruiken. Metingen
laten pieken zien van 5000 draadloze apparaten
die gelijktijdig verbonden zijn.
Om de toegang tot het WiFi (draadloze) netwerk te
optimaliseren is Eduroam in gebruik genomen.
Gasten, stagiaires en leerlingen van scholen
buiten Onderwijsgroep Noord die aangesloten zijn
bij Eduroam kunnen eenvoudig gebruik maken van
het draadloze netwerk.
Tablets
Op een aantal scholen zijn tablets door leerlingen
en/of personeelsleden in gebruik genomen. De
verwachting is dat het gebruik de komende jaren
verder zal toenemen. Het is van belang dat de
scholen zich bezighouden met een duidelijke visie
op het gebruik van deze ict-middelen, dat er
voldoende content (lesmateriaal) beschikbaar is
en dat er voldoende vaardigheid is bij de
docenten. Daarnaast moet de technische
infrastructuur voldoen aan de gestelde eisen.
Netwerk Onderwijsgroep Noord
Onderwijsgroep Noord biedt de vestigingen alle
ict-diensten aan vanuit Groningen. In 2013 is een
nieuw contract (glasvezelverbindingen) afgesloten
waardoor de bandbreedte tussen de scholen de
komende jaren toereikend zal zijn.
Om de continuïteit en veiligheid van de ictvoorzieningen te garanderen worden wordt er
permanent gewerkt aan beveiliging en
voorzieningen om de gevolgen van calamiteiten te
minimaliseren. Er is een nieuwe firewall
aangeschaft. Daarnaast is de back-up voorziening
geoptimaliseerd. Ook worden de ontwikkelingen
met betrekking tot internetaanvallen (DDoS)
nauwlettend gevolgd en worden preventieve
maatregelen onderzocht en waar nodig toegepast.
Software
Microsoft stopt 8 april 2014 met de ondersteuning
van Windows XP. In 2013 zijn als voorbereiding
hierop alle softwareprogramma’s aangepast zodat
ze werken binnen Windows 7. Tijdens dit traject
zijn een groot aantal (niet of weinig gebruikte)
programma’s verwijderd. Daarnaast zijn alle
voorbereidingen getroffen om naar Windows 7 te
kunnen migreren. Inmiddels zijn circa 95% van de
pc’s en laptops gemigreerd naar Windows 7.
In 2013 is een start gemaakt om te komen tot een
duidelijk informatiebeleid waarbij onderzocht wordt
op welke wijze de bestaande applicaties meer
optimaal kunnen worden gebruikt om te komen tot
een optimale informatievoorziening.
ELO
Op alle scholen wordt gebruik van gemaakt van
een elektronische leeromgeving (ELO). In 2013 is
de inlog voor de ELO’s voor leerlingen en
personeel geautomatiseerd.
Portal
In 2013 is binnen de portal de functionaliteit
teamsite ingericht. Hierdoor is het mogelijk
geworden om met collega’s van verschillende
vestigingen en instellingen samen te werken. Dat
kan het delen van (vergader)stukken zijn, maar
ook het samenwerken aan een document zoals
jaarplannen. Vanuit de netwerkgroepen is de vraag
naar het implementeren van deze mogelijkheid
regelmatig gesteld.
Afas
Sinds 1 januari 2013 werkt Onderwijsgroep Noord
met een geïntegreerd salaris- en HR-pakket dat
voldoet aan het vooraf gestelde eisen- en
wensenpakket. Het is gekoppeld aan bestaande
systemen zoals Exact en Synaxion. Voor de
invoering van dit pakket, Profit Online van Afas, is
een projectorganisatie ingericht met het hoofd van
de personeels- en salarisadministratie (PSA) als
projectleider.
Na de inrichtingsfase is de conversie vanuit het
bestaande salarisverwerkingspakket gestart. In
2012 is een volledige schaduwadministratie
gevoerd, zodat uitvoerig getest en gewerkt kon
worden aan de uniformering van de
werkprocessen en het genereren van
stuurinformatie. Met ingang van 1 januari 2013 is
Onderwijsgroep Noord daadwerkelijk live gegaan
met Profit Online als salarisverwerkingspakket.
Inmiddels zijn afgerond:
1. de conversie waarbij het resultaat van het
voormalige salarisverwerkingspakket is
geëvenaard;
2. zicht op de begrote formatie en de
daadwerkelijke uitputting daarvan;
3. eenduidige managementinformatie;
4. een koppeling met de arbodienst voor de zieken herstelmeldingen;
5. de journalisering naar het financiële pakket
Exact.
De medewerkers van de afdeling PSA zijn
opgeleid door Afas en hebben nu voldoende
kennis om de maandelijkse verloningen tot een
goed resultaat te leiden. Het verwerken van
mutaties gebeurt nu op een uniforme werkwijze
voor alle stichtingen binnen Onderwijsgroep
Noord. Vanuit Profit Online worden documenten
gegenereerd en opgeslagen in het digitale
personeelsdossier van de betreffende
medewerker.
19
Hoofdstuk 4
Medewerkers
4.1 Onze medewerkers
Samenstelling personeelsbestand
Hieronder de verdeling van de verhouding per vestiging, uitgesplitst in man en vrouw
Vestiging
Aantal van
medewerkers
Man
Vrouw
in %
Man
Vrouw
Totaal aantal
medewerkers
Bellingwedde
10
6
62,50%
37,50%
16
Bovenburen
3
2
60,00%
40,00%
5
21
29
42,00%
58,00%
50
1
3
25,00%
75,00%
4
De Flint
13
17
43,33%
56,67%
30
Hommesplein-Stikkerlaan
70
61
53,44%
46,56%
131
Pekela
12
20
37,50%
62,50%
32
Woldendorp
18
21
46,15%
53,85%
39
148
159
48,21%
51,79%
307
Campus Winschoten
Centraal (DC)
Totaal Dollard College
Hieronder de verdeling van de medewerkers per vestiging naar de diverse leeftijdscohorten
Vestiging
0-25
aantal
Bellingwedde
25-35
aantal
35-45
aantal
45-55
aantal
55-60
aantal
60+
aantal
Totaal
aantal
2
2
4
6
2
16
2
3
Bovenburen
7
50
10
12
16
5
Centraal (DC)
1
1
1
1
De Flint
2
6
11
5
6
30
16
26
41
24
22
131
8
5
10
6
3
32
Campus Winschoten
Hommesplein-Stikkerlaan
2
Pekela
20
5
4
Woldendorp
1
6
9
11
9
3
39
Totaal Dollard College
3
45
61
96
59
43
307
Hieronder de verdeling van het aantal medewerkers naar bepaalde en onbepaalde tijd
Vestiging
0,00%
Bellingwedde
Bovenburen
Campus Winschoten
Onbepaalde tijd
Bepaalde tijd
16 100,00%
16
1
20,00%
4
80,00%
5
17
34,00%
33
66,00%
50
Centraal (DC)
0,00%
4 100,00%
4
De Flint
0,00%
30 100,00%
30
15
11,45%
116
88,55%
131
Pekela
5
15,63%
27
84,38%
32
Woldendorp
6
15,38%
33
84,62%
39
44
14,33%
263
85,67%
307
Hommesplein-Stikkerlaan
Totaal Dollard College
Flexibele schil
Om te komen tot een beheersing van de uitgaven
inzake uitkeringen na ontslag wordt er tijdens
het arbeidsvoorwaardengesprek gekeken
naar het risico voor de instroom in de WW en
Bovenwettelijk WW. Hierbij wordt gekeken naar
het arbeidsverleden. Op grond hiervan komt het
voor dat de medewerker niet in eigen dienst wordt
genomen, maar dat er gebruik gemaakt wordt van
een payrolling via een uitzendbureau. Dit om te
voorkomen dat medewerkers instromen in de WW
of Bovenwettelijk WW.
Daarnaast biedt de werkgever op verzoek van de
oud-medewerker ondersteuning bij het vinden van
een nieuwe functie. Dit zijn maatwerktrajecten.
4.2 Professionalisering en
OGN-academie
In het schooljaar 2012/2013 hebben de netwerken de projectgroep Professionalisering gewerkt
aan het formuleren van professionaliseringsbeleid
voor Onderwijsgroep Noord. De netwerkgroep
heeft onder meer een visie op professionaliseren
ontwikkeld en de projectgroep een
inrichtingsnotitie voor de OGN-academie.
Daarnaast zijn de eerste, centraal georganiseerde,
opleidingen georganiseerd.
Bij aanvang van het schooljaar 2013/2014 is de
OGN-academie operationeel geworden. De OGNacademie is een knooppunt binnen de stafdienst
Personeel & Organisatie (P&O) die allerlei
vragen met betrekking tot professionalisering
oppakt. De OGN-academie is gestart met het
daadwerkelijk inrichten van de academie inclusief
alle werkprocessen, met beleidsontwikkeling en
met het organiseren van cursussen en trainingen.
De scholingsactiviteiten zijn gebaseerd op de
scholingsplannen van de stichtingen. De OGNacademie werkt samen met professionele trainers
en docenten. Hiervoor maakt ze niet alleen gebruik
van externen, maar ook van collega’s binnen
Onderwijsgroep Noord.
Het eerste jaar van de OGN-academie staat in
het teken van inrichten, opbouwen en groeien.
Het uiteindelijke streven is dat de OGN-academie
er zal zijn voor elke professionaliseringsvraag
binnen Onderwijsgroep Noord: van een training
op een vestiging tot individuele loopbaangerichte
opleidingen, van workshops tot coaching, van
kenniscafé tot leernetwerk. Daarbij geldt: de OGNacademie is er voor iedereen: voor docenten, voor
onderwijsondersteunend personeel en voor het
management.
In 2013 zijn de volgende opleidingsactiviteiten
door de OGN-academie georganiseerd:
1. Omgaan met verschillen;
2. Gebruikerstrainingen Magnaview CumLaude;
3. ELO, basis en gevorderden trainingen;
4. Financieel Management;
5. Gebruikerstraining Magister
Managementplatform;
6. Gebruikerstraining voor iPads (januari)
Bestuursbureau);
7. Opleiding rekenspecialist.
21
4.3 Gezondheidsmanagement
Gezondheidsmanagement is een strategisch
thema binnen het Dollard College. Het
ziekteverzuimcijfer is daarbij een belangrijk
meetinstrument. Het streefpercentage van 5% is in
2013, met een gemiddeld
ziekteverzuimpercentage van 5,6%, niet gehaald.
In 2012 was het gemiddeld
ziekteverzuimpercentage 7,7%. Ten opzichte van
2012 is er sprake van een behoorlijke daling van
het ziekteverzuim. Directeuren van het Dollard
College zetten in samenspraak met P&O en de
bedrijfsarts adequate interventies in om het
ziekteverzuim terug te dringen en/of te voorkomen.
Het lijkt erop dat het plan van aanpak
terugdringing ziekteverzuim zijn vruchten begint af
te werpen.
NormDe norm is het geaccepteerde gemiddelde ziekteverzuim in een kalanderjaar.
Deze norm is in april 2012 vastgesteld door het College van Bestuur.
ZV1Ziekteverzuimpercentage 1
Aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de
gemiddelde personeelssterkte (GAP) en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de
rapportageperiode, maal 100.
ZV2Ziekteverzuimpercentage 2
Idem als ZV1 maar exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd.
VG
Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim op basis van ZV1.
22
Hoofdstuk 5
Financiën
5.1 Jaarrekening 2012
Resultaat
Het Dollard College heeft het jaar 2013 afgesloten met een positief financieel resultaat van € 1.221.005
(2012: 568.610). Het exploitatieresultaat over 2013 is als volgt verdeeld:
Toevoeging aan de Algemene Reserve
Toevoeging aan de Bestemmingsreserve
‘Toekomstbestendig Dollard College’
Toevoeging aan de Bestemmingsreserve
‘Regeling jonge leerkrachten’
Onttrekking aan het Bestemmingsfonds Mediatheek
Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve
Exploitatieresultaat De totale baten zijn € 1,02 miljoen hoger dan
begroot. De rijksbijdragen zijn € 0,86 miljoen hoger
als gevolg van de extra subsidies die op grond van
het Nationaal Onderwijsakkoord in december 2013
beschikbaar zijn gesteld. Bij de overige
overheidsbijdragen- en subsidies zijn de
gemeentelijke bijdragen iets lager dan begroot.
Door hogere opbrengsten voor excursies en
uitwisselingen met het buitenland en ontvangen
vergoeding voor loonschade komen de overige
baten € 0,19 miljoen hoger uit dan is begroot.
Ook de totale lasten zijn hoger dan is begroot,
namelijk € 0,21 miljoen. De personeelslasten zijn
€ 0,10 miljoen lager. Dit is het gevolg van groei
van het aantal leerlingen per 1 augustus 2013 en
afname van het aantal externe personeelsleden.
Er is dan ook sprake van lagere kosten voor
personeel niet in loondienst doordat er minder
uitzendkrachten, ZZP-ers en overige externe
personeelsleden zijn ingezet, zowel voor de
reguliere werkzaamheden als voor vervanging bij
ziekte. De dotaties aan de personele
voorzieningen zijn lager omdat een deel van de
voorziening voor wachtgeldverplichtingen vrijvalt.
De afschrijvingslasten en huisvestingslasten zijn
nagenoeg conform hetgeen hiervoor is begroot.
De overige lasten zijn lager dan begroot door
lagere kosten van het boekenfonds en van
onderwijskundige projecten.
20132012
496.122591.591
538.0000
190.0000
- 521- 19.421
- 2.601- 3.560
1.221.005568.610
Een uitgebreide toelichting op de verschillen
tussen realisatie en begroting staat bij de
afzonderlijke posten in de jaarrekening.
Bestemmingsreserves
In de komende jaren krijgt het Dollard College te
maken met een aantal ontwikkelingen die een
grote impact op de organisatie en de middelen
zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de
gevolgen van de daling van het aantal leerlingen
en onderwijskundige ontwikkelingen zoals de
invoering van passend onderwijs. Dit brengt niet
alleen een extra inspanning met zich mee, maar
tevens extra onzekerheden en daarmee ook
risico’s.
Het College van Bestuur stelt zich op het
standpunt dat bovenstaande ontwikkelingen
moeten worden opgelost binnen de jaarlijkse
begroting, maar heeft ook gemeend om vanuit het
positieve resultaat een bestemmingsreserve te
vormen van waaruit geïnvesteerd kan worden in
een toekomstbestendig Dollard College. De
mogelijke aanwending van deze
bestemmingsreserve zal alleen geschieden vanuit
goedkeurende besluitvorming door het College
van Bestuur. Gezien de grootte van de
toekomstige vraagstukken vinden we het als
College van Bestuur gerechtvaardigd hiervoor
specifieke middelen te bestemmen. Het gaat
hierbij om een bedrag van € 476.000.
23
De ontvangen subsidie op grond van de ‘Regeling
bijzondere en aanvullende bekostiging jonge
leerkrachten’ betreft een ‘kasschuif’ en zal in de
jaren 2016 en 2017 terugbetaald moeten worden
aan het ministerie. Hiervoor wordt een afzonderlijke
bestemmingsreserve gevormd zodat de
terugbetaling in 2016 en 2017 geen extra belasting
van de exploitaties in die jaren zullen vormen. Het
gaat hierbij om een bedrag van € 166.000.
De kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van
deze regeling zullen binnen de begroting
opgevangen worden.
Financiële kengetallen
Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende
financiële kengetallen worden berekend:
Solvabiliteit
Liquiditeit
Rentabiliteit
2013
2012
0,70
2,08
5,00
0,64
1,66
2,33
De solvabiliteit (verhouding eigen vermogen/totaal
vermogen) is in 2013 verder toegenomen en ligt
ruim boven de norm van 0,30. Deze norm is door
de Inspectie van het Onderwijs met ingang van
1 januari 2013 verhoogd van 0,20 naar 0,30. De
toename van de solvabiliteit is het gevolg van het
positieve netto resultaat over 2013. Het eigen
vermogen is voldoende groot om bij te sturen in
het geval van veranderende omstandigheden die
een nadelige invloed hebben op de exploitatie.
De liquiditeit (vlottende activa/vlottende passiva) is
eveneens gestegen ten opzichte van 2012 en ligt
boven de, door de Inspectie van het Onderwijs
gehanteerde, signaleringsgrens van 0,75. Zowel
de vlottende activa als de vlottende passiva zijn
toegenomen, maar de relatieve toename van de
vlottende activa, in het bijzonder de liquide
middelen, is hoger. De liquiditeit kan als voldoende
worden beschouwd.
De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering/
totale baten uit gewone bedrijfsvoering x 100) is
gestegen ten opzichte van 2012. Het resultaat, en
daarmee de rentabiliteit, wordt positief beïnvloed
door de extra subsidies op grond van het Nationaal
Onderwijsakkoord. Ook als deze extra subsidies
buiten beschouwing worden gelaten, kan
geconcludeerd worden dat de exploitatie op orde is.
5.2 Begroting
In juni 2013 is de nieuwe besturingsfilosofie
vastgesteld. Eén van de kenmerken van de
filosofie is het zo laag mogelijk in de organisatie
leggen van de verantwoordelijkheden. Hiermee
wordt een belangrijke wijziging ingezet, want het
accent lag voorheen op centrale sturing en niet op
decentrale sturing. Een consequentie hiervan is
het decentraliseren van de budget­
verantwoordelijkheid. De vestigingen worden zelf
verantwoordelijk voor het opstellen en voor de
realisatie van de begroting. In 2012 en 2013 is hier
al een begin mee gemaakt en in 2014 wordt deze
lijn doorgetrokken. Het einddoel is een situatie,
waarbij de vestigingen volledig verantwoordelijk
zijn voor de eigen financiële huishouding.
Het Dollard College zit momenteel volop in deze
transitie. Omdat dit proces nog in ontwikkeling is,
hebben we op dit moment nog niet de situatie
bereikt om tot volledige decentralisatie van de
middelen over te gaan. Dit geldt met name voor de
personele middelen. Voor de decentralisatie van
deze middelen moet eerst aan twee belangrijke
voorwaarden worden voldaan.
Ten eerste moet het onderwijs hier klaar voor zijn.
Decentralisatie van de personele middelen vraagt
om een situatie waarbij er sturing plaats kan
vinden op een gemiddelde personeelslast. Deze
sturing kan alleen als vestigingen over een zekere
omvang beschikken. Sturen op personeel kan
alleen als de mutatiemomenten aangegrepen
worden om de gewenste wijzigingen te realiseren.
Momenteel kent het Dollard College nog kleine
vestigingen. Binnen deze vestigingen doen zich
gewoonlijk te weinig mutatiemomenten voor om
daadwerkelijk de factor personeel te beïnvloeden.
Kortom, voordat de personele middelen
daadwerkelijk gedecentraliseerd kunnen worden,
zal hier een oplossing voor gevonden moeten
worden. Het vinden van deze oplossing vraagt om
een herbezinning van het huidige besturings­
model. Deze bezinning vindt op het moment van
het verschijnen van deze begroting volop plaats.
Ten tweede vraagt decentralisatie van de
personele middelen om een adequate monitoring
van de uitgaven en dus ook om perfecte
managementinformatie. Hierin worden de laatste
jaren belangrijke stappen voorwaarts gemaakt.
De ambities van de organisatie worden jaarlijks
uitgewerkt in een jaarplan per vestiging. Daarnaast
zijn er ook opdrachten vanuit de overheid.
24
De combinatie van eigen ambities en de
rijksopdrachten, vraagt een scherpe prioritering in
inzet van de steeds schaarser wordende middelen.
Deze tendens wordt versterkt door de
krimpsituatie. Het Dollard College wordt de
komende jaren geconfronteerd met een daling van
het aantal leerlingen van 15%. Deze krimp zal
worden meegenomen bij het opstellen van het
nieuwe strategische beleidsplan 2015-2019.
en de ontwikkeling van de vermogenspositie. Het
proces om majeure ontwikkelingen in de nabije
toekomst en de gevolgen hiervan voor het
resultaat en de vermogenspositie, te identificeren
is structureel ingebed in de organisatie van het
Dollard College. Hiertoe wordt in de
meerjarenbegroting een tijdshorizon gehanteerd
die nog vier jaren verder ligt dan de tijdshorizon in
deze continuïteitsparagraaf.
In de jaarlijkse kaderbrief zijn de prioriteiten nader
omschreven. Deze prioriteiten zijn opgesteld in
samenspraak met de directeuren en de
coördinerend bestuursadviseurs. Het betreft over
het algemeen zaken waarvan we met elkaar
vinden dat de focus op moet liggen, tegen de
achtergrond van het strategisch beleidsplan.
De kaderbrief is vervolgens vertaald naar een
begrotingsbrief, om op deze manier te
bewerkstelligen dat middelen en ambities worden
samengebracht. De begrotingsbrief heeft als
uitgangspunt gediend voor de begroting.
Kengetallen
Prognose leerlingenaantallen
Het aantal leerlingen in het voedingsgebied van
het Dollard College daalt gestaag. Tussen 2012 en
2019 gaat het om een daling van 130 leerlingen.
Dat is een daling van 15,2%.
De snelheid en scherpte van deze daling wordt
enigszins getemperd door leerlingen die langer
dan acht jaren in het basisonderwijs verblijven. In
het jaar voor de instroom naar het voortgezet
onderwijs, ontstaat zo ieder jaar een beperkt extra
potentieel.
Op basis hiervan is de begroting door het
managementteam van het Dollard College
opgesteld, waarin de ambities van de organisatie
zijn meegenomen. Omdat de huidige strategische
beleidsplannen aflopen in 2014 zijn in de
meerjarenbegroting nog geen nieuwe ambities
opgenomen, anders dan in de kaderbrief en
begrotingsbrief zijn vermeld.
5.3 Continuïteit
Deze continuïteitsparagraaf beoogt inzicht te
verschaffen in de wijze waarop het College van
Bestuur van het Dollard College omgaat met de
financiële gevolgen in de jaren 2013 t/m 2016 als
gevolg van het gevoerde en te voeren beleid. In
deze paragraaf wordt zicht geboden op het
verwachte exploitatieresultaat in de komende jaren
Het marktaandeel van het Dollard College is in
2013 ten opzichte van het voorgaand schooljaar
vrijwel gelijk gebleven. Gelijk blijven van het
marktaandeel leidt niet tot een mutatie van het
aantal leerlingen in de prognose. De autonome
krimp kan zo niet worden opgevangen.
De prognoses voor de jaren 2013-2020 staan in onderstaande tabel weergegeven.
Prognose
Totaal leerlingen
Mutatie t.o.v. voorgaand jaar
Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar
01-10-2012
01-10-2013
01-10-2014
01-10-2015
01-10-2016
01-10-2017
01-10-2018
01-10-2019
01-10-2020
2.751
2.830
2.750
2.739
2.685
2.595
2.540
2.449
2.357
-9
79
-80
-11
-54
-90
-55
-91
-92
-0,3%
2,9%
-2,8%
-0,4%
-2,0%
-3,4%
-2,1%
-3,6%
-3,8%
25
bekostiging, komt deze inzet te vervallen indien de
bekostiging in de komende jaren wordt beëindigd.
Er wordt geanticipeerd op bezuinigingen op de
bekostiging en daarom is bij de inzet van externe
medewerkers rekening gehouden met een
flexibele schil die voldoende groot is om een
teruggang in formatie te kunnen opvangen.
Bij een gelijkblijvend marktaandeel zal het aantal
leerlingen van het Dollard College in 2014 vrij sterk
afnemen. Er is sprake van een jaarlijkse daling
van het aantal leerlingen als gevolg van het
afnemend aantal leerlingen op de basisscholen in
het voedingsgebied.
De prognose is realistisch. Groei en daling in het
verleden worden geëxtrapoleerd naar de toekomst
door uit te gaan van gemiddelde prestaties in het
verleden. Prestaties die in het verleden zijn
behaald, bieden geen garanties voor de toekomst,
maar kunnen wel gehanteerd worden voor het
opstellen van prognoses en reële ontwikkelingen.
De mutatie van het aantal leerlingen is verwerkt in de
meerjarenbegroting, zonder dat hiervoor aanvullende
bezuinigingsmaatregelen zijn opgenomen.
In 2014 zal sprake zijn van een geringe nog niet
opgeloste boventalligheid. De hiermee gemoeide
kosten zijn in de begroting meegenomen. Er
worden verschillende maatregelen genomen om
boventalligheid te beïnvloeden, waaronder
loopbaan- en outplacementondersteuning,
vacaturebemiddeling en -uitwisseling
Onderwijsgroep Noord breed.
Er zijn middelen gereserveerd voor
wachtgeldverplichtingen. Dit bedrag is bestemd
voor nieuwe verplichtingen in 2014.
Personele bezetting
Voor zover in het schooljaar 2013-2014 sprake is
van inzet van formatie op basis van additionele
Samenvattend overzicht kengetallen
KENGETALLEN
stand per 31-12
Onderwijsgevend personeel (fte)
Directie en beheerspersoneel (fte)
Totale personele bezetting (fte)
LWOO
BAVO
VMBO BB+KB
VMBO GL/TL+HAVO+VWO
PRO
Totaal leerlingen
2013
2014
2015
2016
werkelijk
189,20
41,06
230,26
412
1.061
219
960
178
2.830
begroot prognose prognose
185,77
185
181
42,48
42
42
228,25
227
223
400
398
389
1.031
1.027
1.007
213
212
208
933
930
912
173
172
169
2.750
2.739
2.685
2013
werkelijk
2014
begroot
Balans
BALANS per 31-12
(x 1.000)
ACTIVA
MATERIËLE VASTE ACTIVA
3.679
4.329
4.008
3.722
VLOTTENDE ACTIVA
5.078
4.429
4.477
3.911
TOTAAL ACTIVA
8.758
8.758
8.486
7.632
PASSIVA
EIGEN VERMOGEN
6.090
6.090
5.819
4.965
VOORZIENINGEN
KORTLOPENDE SCHULDEN
229
2.438
229
2.438
229
2.438
229
2.438
TOTAAL PASSIVA
8.758
8.758
8.486
7.632
2013
0,70
2,08
2014
0,70
1,82
2015
0,69
1,84
2016
0,65
1,60
Balansratio's
Solvabiliteit
Liquiditeitsratio
26
2015
2016
prognose prognose
Gestreefd wordt naar een solvabiliteitratio van
minimaal 0,30 per instelling. Dit is nodig om
financiële risico’s te kunnen opvangen. Bij de
instellingen die niet aan deze minimumnorm van
30% voldoen, gaat de Inspectie onderzoeken of de
financiële continuïteit in gevaar komt.
De solvabiliteit van het Dollard College bedraagt
per ultimo 2013 0,70. Daarmee wordt zowel aan
de eigen minimumnorm, zoals verwoord in het
Treasurystatuut, als aan de nieuwe
solvabiliteitsnorm van de onderwijsinspectie
voldaan. De verwachting is dat de solvabiliteit in
de komende jaren op een vergelijkbaar niveau
blijft. Dat betekent dat verdere versterking van het
vermogen vooralsnog niet noodzakelijk is.
De liquiditeitspositie van het Dollard College is
goed. De liquiditeitsratio bedraagt per ultimo 2013
2,08. De liquide middelen hebben voor de komende
jaren het niveau dat voor een normale
bedrijfsvoering gewenst is en bieden ook voldoende
ruimte voor het uitvoeren van investeringen. Het
liquiditeitsniveau zal in de komende jaren echter wel
afnemen als gevolg van bezuinigingen in de
bekostiging en krimp van de leerlingaantallen.
Investeringen
In 2014 wordt het meerjarig investeringsbeleid, als
onderdeel van het nieuwe strategische
beleidsplan, voor het Dollard College opgesteld.
De investeringen waarvoor in 2014 middelen zijn
gereserveerd, zijn nog niet gebaseerd op een
meerjarig investeringsbeleid maar op
onderwijskundige of technische noodzaak.
Staat van Baten en Lasten
Staat van Baten en Lasten
(x € 1.000)
BATEN
Rijksbijdragen
Overige Overheidsbijdragen
Overige baten
TOTAAL BATEN
LASTEN
Personele lasten
Afschrijvingslasten
Huisvestingslasten
Overige lasten
TOTAAL LASTEN
Saldo Baten en Lasten
Saldo financiële baten en lasten
NETTO RESULTAAT
2013
werkelijk
2014
begroot
2015
2016
prognose prognose
22.854
556
946
24.357
22.965
549
936
24.450
23.003
552
928
24.483
22.731
555
943
24.229
18.205
919
1.664
2.399
23.187
19.102
958
1.913
2.529
24.502
19.397
960
1.951
2.506
24.814
19.680
925
1.990
2.547
25.142
1.169
-52
-332
-914
52
52
60
60
-272
-854
1.221
Zoals uit de geprognosticeerde Staat van Baten en
Lasten blijkt, is de impact van bezuinigingen door
de overheid op de bekostiging, in combinatie met
een teruglopend aantal leerlingen, groot. In 2015
is, bij ongewijzigd beleid, sprake van een tekort
van circa € 0,3 miljoen, wat in 2016 oploopt tot een
tekort van € 0,9 miljoen. Belangrijke aanname is
dat het beleid ongewijzigd blijft, wat betekent dat
er geen rekening gehouden wordt met vertrek van
ouder personeel en vervanging door jonger
personeel, wat een positief effect zal hebben. Uit
de geprognosticeerde balans blijkt dat ook de
voorraad liquide middelen hierdoor geraakt wordt
en in de komende jaren afneemt.
-
De afgelopen jaren is bezuinigd op de materiële
exploitatie. In de begroting 2014 is extra ruimte
gevonden in de materiële exploitatie. Indien nodig
kan in de toekomstige jaren ruimte worden
gevonden voor extra bezuinigingen. Hierdoor hoeft
voor de begrotingen vanaf 2015 niet
noodzakelijkerwijs rekening gehouden worden met
verdere bezuinigingen in de formatie. De
belangrijkste aandacht zal in de komende jaren uit
moeten gaan naar de vaste kosten zoals
afschrijvingslasten en huisvestingslasten omdat
deze, bij een dalend aantal leerlingen, steeds
zwaarder op de exploitatie gaan drukken.
27
Met de mogelijke gevolgen van leerlingendaling en
de daarmee verband houdende bezuinigingen op
de formatie, zoals toename van boventalligheid en
wachtgeldverplichtingen, is in de prognose van de
Staat van Baten en Lasten nog geen rekening
gehouden.
Intern risicobeheersings- en controlesysteem
In 2013 is een start gemaakt met risico­
management. Uitgangspunt is om per
waargenomen risicogebied de kans van optreden
en de impact te definiëren. Daarna worden er
beheersmaatregelen opgesteld om de
waargenomen risico’s het hoofd te bieden.
Vooruitlopend op een volledige geïmplementeerd
risicomanagement zijn in 2013 de meest urgente
probleemgebieden onderzocht, te weten de
demografische krimp en de introductie van
passend onderwijs. Voor beide gebieden is
onderzocht welke effecten hiervan uit kunnen gaan
op de financiële positie van het Dollard College.
De hier waargenomen risico’s worden
meegenomen in het positioneringstraject.
In 2014 wordt met behulp van een externe partner
het risicomanagement verder geïmplementeerd. In
de begroting 2014 zijn hiervoor middelen
gereserveerd.
Belangrijkste risico’s en onzekerheden
Voor de komende jaren is rekening gehouden met
de financiële impact van de risico’s en
bedreigingen die bij het opstellen van de begroting
bekend zijn. De belangrijkste risico’s en
bedreigingen zijn de bekostiging en de
28
ontwikkeling van het aantal leerlingen. De effecten
hiervan zijn meegenomen in de (meerjaren)
begroting. Ook de hierdoor ontstane noodzaak tot
bezuinigen wordt zichtbaar gemaakt. Dit zal te
zijner tijd, in de onderscheiden jaren, nader
worden uitgewerkt. In de meerjarenbegroting wordt
nog geen rekening gehouden met de wijzigingen
in de geldstromen voor leerwegondersteunend
onderwijs en praktijkonderwijs als gevolg van het
invoeren van passend onderwijs. Deze
ontwikkelingen zijn nog met veel onzekerheden
omgeven, waardoor het niet mogelijk is om ze
concreet in de begroting in te passen. Wel hebben
we separaat aan deze begroting een risicoanalyse
opgesteld, waarin verschillende scenario’s worden
becijferd. Hierdoor zijn we voldoende voorbereid
op de mogelijke effecten. In de werkgroep
passend onderwijs wordt deze analyse regelmatig
geagendeerd.
Rapportage toezichthoudend orgaan
Zoals uit het verslag van de Raad van Toezicht
blijkt, laat de raad zich informeren door
deskundigen over de belangrijke ontwikkelingen
en grote beleidsvraagstukken zodat de Raad zijn
toezichthoudende rol goed kan vervullen. Bij deze
thema’s denkt de Raad van Toezicht mee met het
College van Bestuur en geeft tevens adviezen.
5.4 Treasury
Het treasurybeleid is onderdeel van het financiële
beleid van de Stichting Onderwijsgroep Noord en de
daaraan verbonden instellingen en is op de hele
groep van toepassing. Het treasurybeleid vindt plaats
binnen de kaders van de Regeling van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16
september 2009, met kenmerk FEZ/CC2009/150185, houdende regels over het beleggen en
belenen van publieke middelen (Regeling beleggen
en belenen door instellingen voor onderwijs en
onderzoek 2010) en het Treasurystatuut
Onderwijsgroep Noord van 10 oktober 2011. Bij het
aantrekken, respectievelijk uitzetten van alle
benodigde, respectievelijk overtollige liquide
middelen wordt gehandeld in overeenstemming met
de in deze regeling gestelde verplichtingen.
De algemene doelstellingen van het treasurybeleid
luiden:
•het beheren van financiële geldstromen op de
korte termijn met als doel op het juiste moment
over de juiste hoeveelheid liquide middelen in
rekening-courant te kunnen beschikken, zonder
dat er sprake is van een overschot of tekort aan
liquide middelen in rekening-courant. Essentieel
voor het bereiken van deze doelstelling is een
korte termijn liquiditeitsplanning. De korte termijn
liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf één
week tot één jaar vooruit. Bij het uitzetten van
overtollige gelden mogen transacties worden
afgesloten met de volgende geldnemers:
- financiële instellingen of door financiële
instellingen uitgegeven papier met minimaal
een A-rating, afgegeven door tenminste twee
erkende rating agency’s, voor beleggings- en
beleningsvormen voor een periode tot en met
drie maanden.
- financiële instellingen of door financiële
instellingen uitgegeven papier met minimaal
een AA-minus rating, afgegeven door tenminste
twee erkende rating agency’s, voor beleggingsen beleningsvormen voor een periode van
meer dan drie maanden.
Bij het voeren van het treasurybeleid zijn de
volgende treasury instrumenten toegestaan:
- r ekening courant
- spaarrekeningen
- deposito’s
•de solvabiliteit (verhouding Eigen Vermogen/
Totaal Vermogen) dient minimaal het door de
overheid voorgeschreven percentage te zijn
(31-12-2013 VO: 0,30)
•het minimaliseren van de kosten van leningen
(kostenminimalisatie) in relatie tot de geld- en
kapitaalmarktrente
•het optimaliseren van het rendement van de
overtollige liquide middelen binnen de kaders
van het treasurystatuut (rentemaximalisatie)
•het beheersen en bewaken van financiële risico’s
die aan de financiële posities en geldstromen
van de instelling zijn verbonden
(risicominimalisatie).
Het aantrekken van alle voor de instelling
benodigde middelen dient plaats te vinden op basis
van een actuele prognose van de financierings­
behoefte en een actuele rentevisie. Bij het
aantrekken van langlopende geldleningen worden
offertes gevraagd bij minimaal twee partijen.
Bovenstaande is een samenvatting en geen
limitatieve opsomming.
Uit oogpunt van interne controle is bij het uitzetten
van overtollige liquide middelen op deposito’s
sprake van functiescheiding tussen de front office
en back office. In 2011 is het treasurystatuut
geactualiseerd en vastgesteld door het College
van Bestuur. In dit treasurystatuut wordt het
treasurybeleid uiteengezet en wordt een
beschrijving gegeven van de bevoegdheden en
verantwoordelijkheden in het kader van de
treasuryfunctie van de instelling. Het
treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan
de treasuryfunctie en risico’s te beperken.
Rapportage over treasury aangelegenheden
maakt integraal onderdeel uit van de bestaande
managementrapportages.
De rentevergoeding op spaarrekeningen is nog
steeds hoger dan op fixed-deposits, waar rente op
basis van Euribor wordt berekend. De tijdelijk
overtollige liquide middelen zijn daarom in 2013
weer weggezet op spaarrekeningen. De rente op
de spaarrekeningen is in 2013 met 0,6% gedaald
ten opzichte van ultimo 2012. Ondanks deze
daling van het rentepercentage zijn de rentebaten
op het niveau dat was begroot. Voor zowel de
fixed-deposits als de spaarrekeningen geldt dat er
geen risico wordt gelopen over de hoofdsom.
De rating van de huisbankier is gelijk gebleven in
2013 en voldoet voor wat betreft de korte termijn
aan de ratingeisen in artikel 3.3 van de ‘Regeling
beleggen en belenen door instellingen voor
onderwijs en onderzoek 2010’. Voor uitgezet geld
langer dan drie maanden is dit niet meer het geval.
Het Dollard College heeft overtollige liquide
middelen op een spaarrekening staan, waarbij het
hele bedrag dagelijks opvraagbaar is.
De liquiditeitspositie van het Dollard College is
gestegen van € 2,8 miljoen per ultimo 2012 naar
€ 4,0 miljoen per ultimo 2013.
29
30
De jaarrekening
Balans per 31 december 2013
Staat van baten en lasten over 2013
Kasstroomoverzicht over 2013
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
Toelichting behorende tot de balans
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Staat van baten en lasten over 2013 Dollard College (20CM)
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Dollard College (20CM)
Staat van baten en lasten over 2013 De Flint (19UR)
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten De Flint (19UR)
32
33
34
35
38
42
43
49
50
52
53
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Bestemming van het exploitatiesaldo
Gebeurtenissen na balansdatum
Verbonden partijen
Bijlagen
Instellingsgegevens
(Neven)functies
Afkortingen
56
57
58
59
61
63
64
31
Balans per 31 december 2013
(na resultaatbestemming)
31-12-2013
€€
1.2
Vaste activa
Materiële vaste activa
3.679.327
Totaal vaste activa
1.4
1.5
1.7
2.1
2.2
2.4
32
Vlottende activa
Voorraden
Vorderingen
Liquide middelen
31-12-2012
€€
3.811.731
3.679.327
541.767
500.689
4.035.881
3.811.731
565.588
471.674
2.813.745
Totaal vlottende activa
5.078.337
3.851.007
Totaal activa
8.757.664
7.662.738
Eigen vermogen
Voorzieningen
Kortlopende schulden
6.090.390
229.409
2.437.865
4.869.385
471.753
2.321.600
Totaal passiva
8.757.664
7.662.738
Staat van baten en lasten over 2013
2013
€
3
3.1
3.2
3.5
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige baten
22.854.443
556.435
945.882
Totaal baten
4
4.1
4.2
4.3
4.4
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
Begroting 2013
€
2012
€
21.995.000
594.000
752.000
24.356.760
18.205.414
918.678
1.664.007
2.399.309
22.484.463
707.510
1.166.049
23.341.000
18.303.000
915.000
1.677.000
2.498.000
24.358.022
19.041.817
954.910
1.578.032
2.266.406
23.187.408
23.393.000
23.841.165
1.169.352
-52.000
516.857
51.653
52.000
51.753
1.221.005
0
568.610
33
Kasstroomoverzicht over 2013
2013
€
2012
€
Kasstroom uit operationele activiteiten
1.169.352
Saldo baten en lasten
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen
- vrijval uit investeringssubsidies
- mutaties voorzieningen
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden
- vorderingen
- schulden
918.678
-451.218
-242.344
23.821
-22.312
116.265
117.774
954.910
-470.668
158.240
275
401.731
133.101
1.512.242
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen interest
Betaalde interest
225.116
516.857
44.949
0
44.949
535.107
1.694.446
55.711
-10.249
1.557.191
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
642.482
45.462
1.739.908
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
Desinvesteringen in materiële vaste activa
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
34
-364.018
28.963
-335.055
-1.075.943
6.015
-1.069.928
-335.055
-1.069.928
1.222.136
669.980
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
Algemeen
Rechtspersoon en voornaamste activiteiten
Dollard College is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen.
Dollard College is een onderwijsinstelling die praktijkonderwijs, VMBO-, HAVO- en VWO-onderwijs aanbiedt op acht vestigingen in
Bellingwolde, Pekela, Scheemda, Winschoten en Woldendorp.
Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord.
Verslaggevingsperiode
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar.
Toegepaste standaarden
De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en in overeenstemming met RJ
660 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' van 17 december 2007.
Het resultaat over het boekjaar 2013 is reeds in de balans verwerkt conform het voorstel.
Continuïteit
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Fiscale eenheid
Stichting Dollard College vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting AOC Terra en
Stichting rsg de Borgen.
Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
Algemeen
De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten
waar mogelijk en voor zover niet anders vermeld.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen
toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het
waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de
omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een
vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden
vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een
actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking
tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder
worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van
waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle
belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op hele euro's.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn
op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke
uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld.
Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de
herziening gevolgen heeft.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen.
Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële
waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactie-kosten deel
uit van de eerste waardering.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Vorderingen
Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor vorderingen.
Geldmiddelen
De geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen.
Afgeleide financiële instrumenten (derivaten)
Dollard College maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals rentederivaten.
35
Materiële vaste activa
De materiële activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs c.q. taxatiewaarde bij herwaardering verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen
worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op
terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.
Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op:
Gebouwen
30 jaar
Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie
10 jaar
Apparatuur, machines en installaties
4-10 jaar
Schoolmeubilair
15 jaar
Kantoormeubilair
10 jaar
Hard- en software
3 jaar
Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om deze reden niet
geactiveerd.
Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruit
ontvangen investeringssubsidies).
Voorraden
De voorraden betreffen de lesboeken die aan de leerlingen worden verhuurd en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs
omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan
de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in
mindering gebracht op de verkrijgingsprijs.
Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis
van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats.
Vorderingen
De vorderingen zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere
waardeverminderingsverliezen.
De vorderingen op het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen betreft de periode van declaratiebekostiging. Deze vordering
worden verrekend indien het Dollard College ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment
daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op het ministerie af te boeken en op te nemen als een
niet in de balans opgenomen activa.
Voor een deel van de vorderingen op leerlingen en deelnemers is sprake van onzekerheid over de inbaarheid vanwege het vrijwillige karakter.
Daarvoor is op balansdatum een voorziening wegens oninbaarheid gevormd.
Eigen vermogen
Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen.
De publieke bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig Dollard College’ is gevormd vanuit de verdeling van het exploitatieresultaat over het
boekjaar 2013. In de komende jaren krijgt het Dollard College te maken met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie
en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige
ontwikkelingen zoals de invoering van Passend Onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra
onzekerheden en daarmee ook risico’s. Voor bovenstaande ontwikkelingen zullen jaarlijks middelen worden gereserveerd binnen de begroting.
Het gaat hier echter om meerjarige ontwikkelingen waarbij deze bestemmingsreserve kan worden ingezet om een mismatch in de tijd tussen de
inzet van extra middelen en daarmee gerealiseerde besparingen of opbrengsten te kunnen opvangen.
De publieke bestemmingsreserve ‘Regeling jonge leerkrachten’ is gevormd vanuit de verdeling van het exploitatieresultaat over het boekjaar
2013 en is gebaseerd op de in 2013 beschikbaar gestelde subsidie op grond van de ‘Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge
leerkrachten’. Omdat deze subsidie in de jaren 2016 en 2017 terugbetaald moet worden aan het ministerie, is hiervoor een bestemmingsreserve
gevormd zodat de terugbetaling in 2016 en 2017 geen extra belasting voor de exploitaties in die jaren zullen vormden.
Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat
vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. Het Dollard College heeft op grond hiervan de private bestemmingsfondsen 'Mediatheek' en
'Dr. Bosfonds' als privaat vermogen gerubriceerd.
Het private bestemmingsfonds ‘Mediatheek’ is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Voorziening Leer- en Hulpmiddelen en bijzondere
activiteiten Dollard College. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat de
middelen besteed moeten worden aan het inrichten van mediatheken en computerlokalen en zo ten goede komen aan de leerlingen van het
Dollard College.
Het private bestemmingsfonds ‘Dr. D. Bosfonds’ is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Dr. D. Bosfonds. Het batig saldo van deze stichting
is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat met deze middelen de stoffelijke belangen moeten worden behartigd
van het Lager Beroepsonderwijs, zoals dat werd gegeven aan de Scholengemeenschap voor Beroepsonderwijs Dr. D. Bosschool te
Winschoten, inmiddels het VMBO, zoals dat wordt gegeven bij de Onderwijs Campus Winschoten van het Dollard College.
Bij de invoering van de lumpsum bekostiging voor De Flint is de daar aanwezige inventaris geïnventariseerd en geactiveerd. Op basis van de
vastgestelde waarde van deze inventaris is een publieke herwaarderingsreserve gevormd. De vrijval uit deze herwaarderingsreserve zal
geschieden al naar gelang de afschrijving van de betreffende activa.
Voorzieningen
De personele voorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en voorziening ambtsjubilea. De voorziening wachtgelden is voor
wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van
36
de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 2,235% gehanteerd. Dit is het
tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2013.
De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de
voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting
leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
Er is geen sprake van een onderhoudsvoorziening. De kosten van periodiek onderhoud worden als periodelasten genomen in de exploitatie.
Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
Resultaatbepaling
In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten
welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als
deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het
schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden
aan dit boekjaar toegerekend.
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning
betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel,
dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.
Personeelslasten
Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige
personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen.
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft het Dollard College zich
gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
Pensioenen
Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde
pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als
de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover
sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
Segmentatie
In dit jaarverslag zijn overeenkomstig de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' afzonderlijke staten van baten en lasten, alsmede de daarbij
behorende toelichting, opgenomen per BRIN-nummer. Het betreft hier BRIN-nummer 20CM 'Scholengemeenschap Dollard College voor Lyc
Havo Mavo Vbo Lwoo' en BRIN-nummer 19UR 'School voor Praktijkonderwijs De Flint'.
Bij de verdeling van de resultatenrekening per segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De directe kosten van de
segmenten zijn volledig toegerekend aan het betreffende segment.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
37
Toelichting behorende tot de balans
1.2
Materiële vaste activa
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
1 januari 2013
afschrijvingen
1 januari 2013
2013
2013
2013
31 december 2013
afschrijvingen
31 december 2013
1.2.2
1.2.4
1.2.5
1.2.6
Gebouwen en
terreinen
Inventaris en
apparatuur
In uitvoering
en vooruitbetalingen
Niet aan het proces
dienstbare materiële
vaste activa
en waardeverminderingen
1 januari 2013
€
1.2.1
en waardeverminderingen
€
€
€
€
€
31 december 2013
€
€
12.397.720
1.311.252
11.086.468
14.587
0
350.808
12.412.306
1.662.059
10.750.247
7.712.716
4.822.386
2.890.330
346.368
28.963
567.870
7.555.587
4.915.721
2.639.866
0
0
0
3.063
0
0
3.063
0
3.063
66.252
0
66.252
0
0
0
66.252
0
66.252
Materiële vaste activa
20.176.688
6.133.638
14.043.050
364.018
28.963
918.678
20.037.208
6.577.780
13.459.428
Vooruitontvangen
investeringssubsidies
10.231.319
0
10.231.319
0
0
451.218
9.780.101
0
9.780.101
9.945.369
6.133.638
3.811.731
364.018
28.963
467.460
10.257.107
6.577.780
3.679.327
Materiële vaste activa
De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 2012 gedaald met een bedrag van € 0,13 miljoen. In 2012 is voor een netto
bedrag van € 0,36 miljoen geïnvesteerd in gebouwen en inventaris. De desinvesteringen bedroegen € 0,03 miljoen en de totale afschrijvingslast
bedroeg € 0,95 miljoen.
Investeringen in gebouwen vonden plaats bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan en Woldendorp. Investeringen in terreinen hebben niet
plaatsgevonden. De investeringen in inventaris hebben een omvang van € 0,35 miljoen. Hiervan heeft € 0,14 miljoen betrekking op ICTapparatuur. Daarnaast is sprake van investeringen voor een bedrag van € 0,12 miljoen in machines en apparatuur. Voor het overige is sprake van
investeringen in school- en kantoormeubilair en transportmiddelen.
De vrijgevallen investeringssubsidies zijn verantwoord onder de rijksbijdragen, de overige overheidsbijdragen en -subsidies en de overige baten.
1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
541.767
565.588
Voorraden
541.767
565.588
1.4.1.1
1.4.1.3
Stand per 1 januari
Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
Af: Waardevermindering
Gebruiksgoederen
2013
€
565.588
254.049
277.870
2012
€
541.767
565.863
219.288
219.563
565.588
In 2013 is voor een bedrag van € 0,25 miljoen aan lesboeken aangeschaft. Dit is iets meer dan in 2012. Deze boeken worden gedurende het
schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse
afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze waardevermindering was in 2013 € 0,28 miljoen. De waardevermindering in 2013 is
hoger dan in 2012 omdat de boeken nog geen vier jaar in gebruik zijn. Hierdoor wordt over deze boeken nog jaarlijks de volledige
waardevermindering berekend. De waardevermindering van de ingekochte boeken komt hier vervolgens bij.
38
€
1.5
Vorderingen
1.5.1
1.5.3
1.5.5
1.5.6
1.5.7
1.5.8
1.5.9
Debiteuren
Groepsmaatschappijen
Studenten / deelnemers / cursisten
Overige overheden
Overige vorderingen
Overlopende activa
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
Vorderingen
1.5.7.2
Overige
Overige vorderingen
2013
€
2012
€
60.838
222.567
132.009
22.697
67.642
50.800
55.864
500.689
67.642
67.642
71.350
288.298
140.078
10.735
0
33.509
72.296
471.674
0
0
2013
€
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten
Overlopende activa
1.5.9.1
1.5.9.2
1.5.9.3
Stand per 1 januari
Onttrekking
Dotatie
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
50.800
2012
€
50.800
33.509
72.296
54.935
38.503
55.864
33.509
20.640
5.151
56.807
72.296
De vorderingen zijn iets gestegen ten opzichte van 2012. De vordering op overige overheden en de overlopende activa zijn toegenomen. Daar
tegenover staat echter de daling van het debiteurensaldo, de vordering op groepsmaatschappijen en Studenten / deelnemers / cursisten. De
hoogte van de vorderingen is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen.
Bij de overige vorderingen is in 2013 sprake van een vordering op de belastingdienst in verband met een gedeeltelijke teruggaaf van de
basispremie WAO/WIA naar aanleiding van afspraken in het Belastingplan 2014.
De voorziening wegens oninbaarheid is lager, omdat in 2013 de oninbare debiteuren zijn afgeboekt. De vermoedelijk oninbare posten zijn lager
dan in 2012.
1.7
Liquide middelen
1.7.1
1.7.2
Kasmiddelen
Tegoeden op bankrekeningen
2.373
4.033.508
4.382
2.809.363
Liquide middelen
4.035.881
2.813.745
2.1
2013
€
Eigen vermogen
€
2.1.1
2.1.2
2.1.5
2.1.6
2.1.2
2.1.5
2012
€
Saldo
Resultaat
Overige mutaties
Stand per
1 januari 2013
2013
2013
31 december 2013
€
€
€
€
€
Algemene Reserve
Bestemmingsreserve (publiek)
Bestemmingsfonds (privaat)
Herwaarderingsreserve
4.677.263
0
186.034
6.088
496.127
728.000
-521
-2.601
0
0
0
0
5.173.390
728.000
185.513
3.487
Eigen vermogen
4.869.385
1.221.005
0
6.090.390
538.000
190.000
0
0
538.000
190.000
-521
0
0
0
108.813
76.700
Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig Dollard College'
Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten'
Bestemmingsreserve (publiek)
0
0
Bestemmingsfonds Mediatheek
Bestemmingsfonds Dr. Bosfonds
Bestemmingsfonds (privaat)
109.334
76.700
0
186.034
728.000
185.513
Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op € 6,09 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een
algemene reserve van € 5,17 miljoen en bestemmingsreserves, bestemmingsfondsen en een herwaarderingsreserve van tezamen € 0,92 miljoen.
Het eigen vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij de bestemmingsfondsen van € 0,19 miljoen als privaat worden
aangemerkt en de overige reserves van € 5,90 miljoen als publiek vermogen.
2.2
Voorzieningen
Stand per
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per
Kortlopende
Langlopende
1 januari 2013
2013
2013
2013
31 december 2013
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
€
2.2.1
€
€
€
€
€
€
Personeelsvoorzieningen
471.753
62.394
161.394
143.344
229.409
100.110
129.299
Voorzieningen
471.753
62.394
161.394
143.344
229.409
100.110
129.299
De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en een voorziening ambtsjubilea. De Voorziening wachtgelden is voor
wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van
de huidige wachtgeldverplichtingen.
De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de
voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting
leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
39
2.4
Kortlopende schulden
2013
€
2.4.3
2.4.7
2.4.8
2.4.10
Crediteuren
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Schulden terzake van pensioenen
Overlopende passiva
Kortlopende schulden
2.4.7.1
2.4.7.2
2.4.7.3
Loonheffing
Omzetbelasting
Premies sociale verzekeringen
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2012
€
281.666
767.407
267.124
1.121.668
2.437.865
553.697
2.363
211.347
45.789
86.675
24.135
653.544
13.729
297.796
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt
Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt
2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen
2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen
2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten
2.4.10.8 Overige
Overlopende passiva
767.407
1.121.668
365.268
765.771
251.993
938.568
2.321.600
568.933
1.666
195.172
70.810
97.394
32.413
706.340
7.884
23.727
765.771
938.568
De kortlopende schulden zijn gestegen met € 0,1 miljoen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de onder de overlopende passiva
opgenomen bijdragen van het samenwerkingsverband. Een deel van de in 2013 ontvangen bijdrage wordt in de toekomst, op basis van
besteding, toegerekend aan de exploitatie. De hoogte van de kortlopende schulden is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en
kan daardoor per periode verschillen.
Financiële instrumenten
Algemeen
Het Dollard College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die het Dollard College blootstellen aan markten/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Het Dollard College
handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt
te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan het Dollard College verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit
voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de
financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van
het bedrag van de krediet- of marktrisico’s.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het
kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt.
Renterisico
Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake
van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. rsg de Borgen heeft
derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om rentefluctuaties te beheersen.
Liquiditeitsrisico
Het Dollard College bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor het
Dollard College steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële
ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven.
Reële waarde
De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen
middelen en
en kortlopende
kortlopende
schulden, benadert de boekwaarde ervan.
G1
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Totaal
40
Datum
Praktijkleren groen onderwijs
490011-1
18-12-2012
Praktijkleren groen onderwijs
404274-2
20-11-2013
Prestatiesubsidie VSV
BEK-12/64563M
25-10-2012
Prestatiesubsidie VSV VO vast
567733-1
21-10-2013
Studieverlof
475184-2
20-8-2012
Studieverlof
480138-1
20-9-2012
Studieverlof
488072-1
18-12-2012
Studieverlof
550134-1
20-8-2013
Studieverlof
561970-1
20-9-2013
Studieverlof
563869-1
21-10-2013
Studieverlof
565860-1
20-11-2013
Studieverlof
590960-1
18-12-2013
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Totale kosten
Saldo nog te besteden
de toewijzing
2012
t/m 31-12-2013
in 2013
t/m 31-12-2013
ultimo december 2013
€
9.872
7.385
35.000
35.000
43.057
11.304
-4.514
33.656
21.715
-7.448
1.892
-6.306
180.613
€
0
0
28.000
0
22.483
6.594
0
0
0
0
0
0
€
9.872
282
-10.000
34.986
43.057
11.304
-4.514
33.656
21.715
-7.448
1.892
-6.306
57.077
128.496
€
9.872
282
18.000
14.577
22.483
6.594
0
11.199
6.930
0
0
0
89.937
€
9.872
7.385
0
20.409
65.540
17.898
-4.514
11.199
6.930
0
0
0
134.719
€
0
0
0
20.409
0
0
0
22.457
14.785
-7.448
1.892
-6.306
45.789
G2
G2-A
Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule
(Regeling ROS art.13,lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies)
Aflopend per ultimo verslagjaar
Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Doorontwikkeling praktijkonderwijs
486557-1
Datum
20-11-2012
Totaal
G3
Saldo
Ontvangen
Lasten
Totale kosten
Saldo nog te besteden
2012
t/m 31-12-2013
in 2013
t/m 31-12-2013
ultimo december 2013
€
14.050
14.050
€
13.733
13.733
€
14.050
14.050
€
13.733
13.733
€
14.050
14.050
€
0
0
Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI
Omschrijving
Kenmerk
Bekostiging personeelskosten
488893-2
20-11-2013
Bekostiging exploitatiekosten
489184-1
18-12-2012
Verrekening uitkeringskosten
490976-2
18-12-2013
Bekostiging lesmateriaal
543421-1
20-6-2013
Bijzondere en aanvullende bekostiging
575542-1
18-12-2013
Maatschappelijke stage
565726-1
20-11-2013
Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten
574807-1
18-12-2013
LGF VO 2012-2013
BEK12-52325
Prestatiebox VO
512114-1
20-3-2013
Bekostiging personeelskosten
488953-3
20-11-2013
Bekostiging exploitatiekosten
489733-2
20-9-2013
Verrekening uitkeringskosten
491198-2
18-12-2013
Bekostiging lesmateriaal
543681-2
20-11-2013
Bijzondere en aanvullende bekostiging
575573-1
18-12-2013
Visueel gehandicapte leerlingen
503052-1
20-2-2013
Nieuwkomers VO
BVO-07/7758 M
Nieuwkomers VO
488464-3
362572-1/396130-
1e Opvang vreemdelingen
Totaal
Bedrag van
de toewijzing
8-2-2013
20-11-2013
21-11-2011
1e Opvang vreemdelingen
1
467081-1
1e Opvang vreemdelingen
486223-1
1e Opvang vreemdelingen
533593-1
20-5-2013
1e Opvang vreemdelingen
573735-1
20-11-2013
Maatschappelijke stage
565192-1
20-11-2013
Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten
574828-1
18-12-2013
LGF VO 2012-2013
BEK13-56943
17-12-2013
Invoeringskosten gratis lesmateriaal
185125-2
20-10-2009
Prestatiebox VO
512520-1
20-3-2013
21-5-2012
20-11-2012
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Saldo
de toewijzing
2012
in 2013
2013
2013
€
1.907.278
253.248
-27.578
61.222
41.595
9.480
12.899
24.712
27.156
€
€
0
0
0
0
0
0
0
0
0
€
1.907.278
253.248
-27.578
61.222
41.595
9.480
12.899
24.712
27.156
€
1.907.278
253.248
-27.578
61.222
41.595
9.480
12.899
24.712
27.156
15.947.165
2.262.247
-231.475
843.941
572.157
6.300
62.816
61.439
96.750
11.250
18.000
18.000
72.000
138.510
177.432
114.630
78.771
392.179
0
0
0
0
0
0
2.144
0
24.250
11.250
18.000
0
0
0
0
0
41.750
0
15.947.165
2.262.247
-231.475
843.941
572.157
6.300
0
61.439
0
0
0
18.000
72.000
138.510
177.432
114.630
0
392.179
15.947.165
2.262.247
-231.475
843.941
572.157
6.300
0
61.439
24.250
11.250
18.000
18.000
9.382
138.510
177.432
114.630
19.837
392.179
0
0
0
0
0
0
2.144
0
0
0
0
0
62.618
0
0
0
21.913
0
22.952.124
97.394
22.684.537
22.695.256
86.675
0
0
0
0
0
0
0
0
0
41
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Huren
Het jaarbedrag van met derden aangegane huurverplichtingen terzake van onroerend goed bedraagt € 340.000. De huurverplichtingen
hebben een looptijd van één tot zevenentwintig jaar.
Investeringsverplichtingen
Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2013 belopen de geldende verplichtingen € 18.000. Hiervan heeft € 5.000 betrekking op
investeringen in gebouwen en € 13.000 betrekking op inventaris en apparatuur.
Overige verplichtingen
Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier
onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken en kantoorartikelen. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover
de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan.
Garanties
Stichting Dollard College heeft aan de ING Bank een compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst en een negative pledge / pari
passu en cross default verklaring afgegeven. Deze afgegegeven verklaringen gelden als zekerheid voor de door de ING Bank N.V. verstrekte
kredietfaciliteit van € 7.500.000 aan Stichting AOC Terra.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Statutair is bepaald dat Stichting Dollard College hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting
Onderwijsgroep Noord behorende instellingen.
Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Stichting Dollard College heeft een vordering van € 1.568.673 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de
personeelskosten over het jaar 2005 welke, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het Ministerie zal deze
vordering verrekenen indien de Stichting Dollard College ophoudt te bestaan.
Europese aanbestedingen
Onderstaand een overzicht van het jaarbedrag van met derden aangegane verplichtingen naar aanleiding van Europese aanbestedingen:
Contractant
Goed of dienst
B&C
Maetis
Van Dijk Educatie
Essent via Hellemans
Consultancy BV
Aanschaf computers
Arbo diensten
Schoolboeken
Elektriciteit
Essent via Hellemans
Consultancy BV
Gas
USG People
Deli XL
Staples
Canon
Groot Haar + Orth
ISS
Amlin + Raetshagen
Inhuur uitzendkrachten
Kantine inkopen
Kantoorartikelen
Multifunctionals
Reclame-activiteiten
Schoonmaak
Verzekeringen gebouwen
Einddatum contract
Totale
verplichting
Verplichting
< 1 jaar
Verplichting
1-5 jaar
1 maart 2015
31 december 2015
1 juni 2014
1 januari 2017
165.289
56.198
945.455
257.851
41.322
14.050
236.364
64.463
193.388
1 januari 2017
628.099
157.025
471.074
31 juli 2017
1 oktober 2017
1 april 2016
31 december 2012
1 april 2017
31 januari 2016
31 december 2017
694.215
274.380
79.339
206.612
158.678
1.834.711
29.752
173.554
68.595
19.835
51.653
39.669
458.678
7.438
694.215
274.380
39.669
Verplichting
> 5 jaar
28.099
119.008
917.355
29.752
Alle bedragen zijn indicatief en exclusief BTW en gebaseerd op het boekjaar 2013 of ander relevant jaar. Het betreft in alle gevallen
raamovereenkomsten waarbij geen vaste afname verplichtingen zijn aangegaan.
De contracten voor ARBO (Maetis) en kantoorartikelen (Staples) zijn niet meer aanbestedingsplichtig
42
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
3.1
Rijksbijdragen
2013
€
3.1.1
3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ
Overige subsidies OCW
21.629.800
1.224.643
21.097.000
898.000
21.386.795
1.097.668
Rijksbijdragen
22.854.443
21.995.000
22.484.463
OCW
Rijksbijdrage OCW/EZ
21.629.800
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies
Overige subsidies OCW
103.671
1.065.456
55.516
3.1.1.1
Begroting 2013
€
21.629.800
1.224.643
21.097.000
48.000
796.000
54.000
21.097.000
898.000
2012
€
21.386.795
21.386.795
107.533
929.102
61.033
1.097.668
De rijksbijdrage is gestegen ten opzichte van 2012. Dat is voornamelijk het gevolg van de eenmalige extra bekostiging
naar aanleiding van het 'herfst-akkoord' (€ 0,6 miljoen). Het aantal leerlingen is gelijk gebleven, maar de bekosting per
leerling is gedaald.
Ook de overige subsidies zijn gestegen ten opzichte van 2012. Dit wordt veroorzaakt door de eenmalige extra bekostiging
uit het 'herfst-akkoord' voor werkgelegenheid jonge leerkrachten en hogere subsidies voor studieverlof en de prestatiebox.
Daarnaast is minder subsidie ontvangen voor prestatiesubsidie VSV, doorontwikkeling PRO, leerlinggebonden financiering
en nieuwkomers.
De rijksbijdrage is € 0,5 miljoen hoger dan begroot. Dit is het gevolg van het eerder genoemde 'herfst-akkoord'. Hiermee
was in de begroting geen rekening gehouden.
De overige subsidies komen € 0,3 miljoen hoger uit dan begroot. Ook hier is de oorzaak het eerder genoemde 'herfstakkoord', maar ook een hoger bedrag voor leerlinggebonden financiering en 1e opvang vreemdelingen dan begroot.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
Overige overheidsbijdragen
490.636
65.799
534.000
60.000
641.711
65.799
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
556.435
594.000
707.510
3.2.1.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
2013
€
490.636
Begroting 2013
€
490.636
534.000
534.000
2012
€
641.711
641.711
De gemeentelijke bijdragen en subsidies vallen lager uit dan in 2012. Omdat in 2012 sprake was van een eenmalige
nabetaling van de Gemeente Delfzijl met betrekking tot de onroerend-zaakbelasting over de afgelopen jaren kwam de
gemeentelijke bijdrage in dat jaar hoger uit.
De belangrijkste oorzaak voor de lagere gemeentelijke bijdragen ten opzichte van de begroting 2013 is het vervallen van
de compensatie van het eigenaars-deel van de onroerend-zaakbelasting voor de vestigingen in de Gemeente Oldambt.
Daar staat tegenover dat de gemeente deze belasting ook niet meer in rekening brengt. De post heffingen bij de
huisvestingslasten valt in verband daarmee ook lager uit. Tegenover deze daling staat een hogere vrijgevallen
gemeentelijke investeringssubsidie.
De overige overheidsbijdragen zijn nagenoeg gelijk aan 2012 en begroot. Het betreft de vrijval van de investeringssubsidie
van de Provincie Groningen in de Campus Winschoten. Dit bedrag valt jaarlijks, tot en met 2019, vrij ten gunste van de
exploitatie. Hier staan voor dezelfde periode afschrijvingslasten tegenover.
43
3.5
Overige baten
3.5.1
3.5.2
3.5.3
3.5.5
3.5.6
Verhuur
Detachering personeel
Schenking
Ouderbijdragen
Overige
2013
€
Begroting 2013
€
4.308
318.950
49
316.013
306.562
5.000
381.000
0
177.000
189.000
Overige baten
945.882
2012
€
34.196
304.898
155
277.291
549.509
752.000
1.166.049
De opbrengsten uit verhuur van lokalen is lager dan in 2012. In 2012 was sprake van een eenmalige hogere opbrengst als
gevolg van een nabetaling van huur van een gymlokaal.
De opbrengsten uit detachering zijn iets hoger dan in 2012 maar lager dan is begroot. De stijging ten opzichte van 2012
heeft betrekking op de inzet van medewerkers van het Dollard College voor het MBO Winschoten van AOC Terra. In de
begroting 2013 is rekening gehouden met detachering van een medewerker naar het regionaal samenwerkingsverband.
Deze detachering heeft uiteindelijk niet plaatsgevonden.
De stijging, ten opzichte van 2012, bij de ouderbijdragen wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door de bijdragen voor
excursies naar het buitenland bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan en Campus Winschoten. Deze excursies vinden
één keer per twee jaar plaats waardoor jaarlijks sprake is van een afwijking ten opzichte van het voorgaande jaar.
In de begroting is rekening gehouden met een gedeeltelijke ontvangst van de ouderbijdrage. De stijging ten opzichte van
de begroting is het gevolg van het feit dat de ouderbijdrage naar alle leerlingen wordt gefactureerd en dat de opbrengst
voor het gehele bedrag wordt verantwoord. Omdat het schooljaar 2013-2014 nog niet is afgelopen kan nog niet bepaald
worden welk deel uiteindelijk onbetaald blijft. Voor het nog niet ontvangen deel is een voorziening wegens oninbaarheid
gevormd (zie 4.4.3. Dotatie overige voorzieningen).
De overige baten zijn lager dan in 2012. De overige baten waren in 2012 hoger door een eenmalige bate vanwege de
teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011. Verder is sprake van lagere baten van het regionaal
samenwerkingsverband. Deze lagere baten worden deels gecompenseerd door hogere baten voor internationale
uitwisseling van leerlingen en een ontvangen schadevergoeding voor gemaakte loonkosten van de vervangingskosten van
een medewerker. Deze medewerker is, als gevolg van een ongeval, niet in staat om te werken en de loonkosten van de
vervanger zijn verhaald op de veroorzaker van het ongeval.
Ten opzichte van de begroting is sprake van hogere baten voor internationale uitwisseling van leerlingen en de eerder
genoemde schadevergoeding voor gemaakte loonkosten.
44
4.1
Personele lasten
4.1.1
4.1.2
4.1.3
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
16.323.955
1.948.965
67.506
15.968.000
2.410.000
75.000
16.408.565
2.752.617
119.365
Personeelslasten
18.205.414
18.303.000
19.041.817
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overige
Overige personele lasten
2013
€
12.523.873
1.734.286
2.065.796
-80.949
1.825.146
204.768
Begroting 2013
€
16.323.955
1.948.965
12.386.000
1.700.000
1.882.000
118.000
2.022.000
270.000
15.968.000
2.410.000
2012
€
12.627.224
1.890.257
1.891.084
314.141
2.230.879
207.597
16.408.565
2.752.617
2013
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
2012
Onderwijsgevend personeel
Directie en Onderwijsondersteunend personeel
206,2
47,7
208,0
48,4
Totaal (exclusief inhuur)
253,9
256,4
De personeelslasten zijn fors gedaald ten opzichte van 2012. Het gaat hierbij om een bedrag van € 0,84 miljoen.
De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij het Dollard College zijn ten opzichte van 2012, ondanks
een toegenomen aantal leerlingen per 1 augustus 2013, gedaald met bijna € 0,09 miljoen. Deze daling wordt veroorzaakt
door lagere premies sociale lasten, lagere vervangingskosten en een afgenomen boventalligheid. Er werd in de begroting
2013 rekening gehouden met bescheiden groei van het aantal leerlingen maar deze groei pakte aanmerkelijk hoger uit.
Daarnaast stijgen de pensioenpremies in 2013 sterker dan is begroot en is het aantal medewerkers met een aanstelling
toegenomen ten kosten van externe personeelsleden. Dit tezamen leidt tot een overschrijding van € 0,36 miljoen bij de
lonen en salarissen ten opzichte van de begroting 2013.
Met betrekking tot de personele voorzieningen is sprake van vrijval van één van de voorzieningen, namelijk de voorziening
voor wachtgeldverplichtingen. De omvang van deze voorziening was te hoog in relatie tot de huidige verplichtingen. Het
hier vermelde bedrag betreft de saldering van een vrijval van € 143.344 uit de voorziening wachtgeldverplichtingen en een
dotatie van € 62.395 aan de voorziening ambtsjubilea.
De kosten van personeel niet in loondienst zijn aanmerkelijk lager dan in 2012. In 2013 is voor ruim € 0,40 miljoen minder
gebruik gemaakt van uitzendkrachten, ZZP-ers en overige externe personeelsleden, zowel voor de reguliere
werkzaamheden als voor vervanging bij ziekte.
De overige personele lasten zijn ten opzichte van 2012 nagenoeg onveranderd gebleven. Ten opzichte van de begroting
komen deze lasten lager uit omdat sprake is van lagere opleidingskosten van medewerkers.
De uitkeringen uit sociale fondsen zijn zowel ten opzichte van 2012 als ten opzichte van de begroting 2013 lager als gevolg
van afgenomen ZW-uitkeringen.
Wet Normering Topinkomens
De tabel met toelichting is opgenomen na de toelichting op de financiële baten en lasten.
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht ontvangen hun bezoldiging bij de Stichting
Onderwijsgroep Noord. In het jaarverslag van deze stichting wordt de bezoldiging verantwoord. Omdat er sprake is van
een normatieve bijdrage aan Onderwijsgroep Noord en geen doorbelasting op basis van feitelijke inzet, kan geen aandeel
in de bezoldiging van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht worden berekend voor het Dollard College.
Bestuurders
R. Schilt
mw. A.A. Berendsen MBA
Raad van Toezicht
F. Kuik
mw. C.Y.D. van Orden
H. Holman
F. Migchelbrink
mw. E.M. Pastoor-Meuleman (vanaf 23 april 2013)
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
Afschrijvingen
2013
€
Begroting 2013
€
918.678
915.000
918.678
2012
€
954.910
915.000
954.910
De afschrijving op de materiële vaste activa is gedaald ten opzichte van 2012 maar wel iets hoger dan is begroot. De
afschrijvingslasten gebouwen zijn nagenoeg onveranderd gebleven ten opzichte van 2012. De afschrijvingslasten
inventaris nemen af omdat sprake is van terughoudendheid bij het uitvoeren van investeringen. Daarnaast is de inventaris
van de voormalige vestiging Scheemda buiten gebruik gesteld en deels verkocht.
45
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
2013
€
Begroting 2013
€
282.908
8.495
367.480
321.898
500.412
182.814
Huisvestingslasten
247.000
12.000
307.000
394.000
467.000
250.000
1.664.007
2012
€
218.818
13.831
326.928
309.811
428.284
280.360
1.677.000
1.578.032
De huisvestingslasten zijn ten opzichte van 2012 toegenomen met € 0,86 miljoen. Ten opzichte van de begroting 2013
komen de huisvestingslasten iets lager uit.
De hogere huur wordt veroorzaakt door uitbreiding met extra lokalen bij de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan. Deze extra
lokalen zijn geplaatst in verband met de sluiting van de vestiging in Scheemda. Omdat deze huurkosten niet zijn begroot in
2013 leidt dit tot een overschrijding.
De daling bij de kosten voor verzekeringen is het gevolg van het opzeggen van een verzekering in verband met sloop van
een gebouw in Winschoten.
De kosten van onderhoud zijn lager dan in 2012 en ook hoger dan begroot. De stijging, zowel ten opzichte van 2012 als
ten opzichte van de begroting, komt geheel voor rekening van het onderhoud aan de gebouwen van de vestiging
Hommesplein-Stikkerlaan.
De kosten voor energie en water zijn iets gestegen ten opzichte van 2012. De kosten voor electriciteit zijn gedaald maar
daar staat een stijging van de kosten voor gas tegenover. Ten opzichte van de begroting komen zowel de kosten voor gas
als de kosten voor electriciteit lager uit.
De schoonmaakkosten zijn zijn hoger dan in 2012. Deze stijging wordt veroorzaakt door hogere kosten voor het
schoonmaakbedrijf. Als gevolg van de, begin 2013 overeengekomen, CAO voor de schoonmaakbranche zijn de
loonkosten van het schoonmaakpersoneel fors toegenomen. Dit heeft ook gevolgen voor de kosten die het
schoonmaakbedrijf in rekening brengt. Daarnaast maken de kosten van de afvalverwerking met ingang van 2013 deel uit
van de schoonmaakkosten.
Bij de heffingen zijn de kosten voor 2013 lager dan in 2012 en lager dan is begroot. Met ingang van 2013 brengt de
Gemeente Oldambt de onroerend-zaakbelasting voor de vestigingen in deze gemeente niet meer in rekening. Daar staat
tegenover dat de gemeente hiervoor ook geen subsidie meer beschikbaar stelt. De post gemeentelijke bijdragen en
subsidies bij de overige overheidsbijdragen valt daardoor ook lager uit.
4.4
Overige lasten
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Administratie- en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
Overige lasten
2013
€
Begroting 2013
€
920.839
1.369.442
38.503
70.525
965.000
1.452.000
11.000
70.000
2.399.309
2012
€
806.158
1.320.644
56.807
82.797
2.498.000
De administratie- en beheerslasten komen hoger uit dan in 2012. Deze stijging wordt is voor het merendeel het gevolg van
hogere kopieerkosten en hogere kosten voor toelatingsonderzoeken van leerlingen. Bij de kopieerkosten wordt de stijging
veroorzaakt door de eindafrekening over 2012 die pas in de zomer van 2013 door de leverancier in rekening is gebracht.
Ook ten opzichte van de begroting is sprake van hogere kosten voor toelatingsonderzoeken van zorgleerlingen. Daar
staan echter lagere kosten voor PR-activiteiten en een niet gebruikte post voor onvoorziene uitgaven tegenover.
De stijging, ten opzichte van 2012, bij de leermiddelen wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door kosten voor excursies
naar, en uitwisselingen met, het buitenland bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan en Campus Winschoten. Deze
excursies vinden één keer per twee jaar plaats waardoor jaarlijks sprake is van een afwijking ten opzichte van het
voorgaande jaar. Daarnaast komen de kosten voor inventaris en apparatuur hoger uit door afboekingen op buiten gebruik
gestelde van inventaris van de voormalige vestiging in Scheemda.
Ten opzichte van de begroting vallen de kosten van het boekenfonds en onderwijskundige projecten lager uit. Daar staan
hogere kosten voor excursies tegenover maar per saldo is sprake van lagere kosten dan is begroot.
46
2.266.406
De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid van vorderingen op
debiteuren, inclusief de oninbare ouderbijdragen. Deze dotatie is iets lager dan in 2012 maar wel fors hoger dan begroot.
De vestigingen hebben de omvang van deze post te optimistisch ingeschat bij het opstellen van de begroting.
De overige lasten betreffen de inkoopkosten van de kantine. De daling ten opzichte van 2012 komt geheel voor rekening
van de vestiging Hommesplien-Stikkerlaan. De lasten in 2013 zijn conform de begroting.
Accountant:
4.4.1.1
4.4.1.2
KPMG Accountants N.V.
Honorarium controle jaarrekening en bekostiging
Honorarium overige controles
Accountantslasten
5
Financiële baten en lasten
5.1
5.5
Rentebaten
Rentelasten
Financiële baten en lasten
2013
€
41.093
2.662
2012
€
15.238
0
43.755
2013
€
Begroting 2013
€
51.653
0
52.000
0
51.653
15.238
2012
€
62.029
-10.276
52.000
51.753
De financiële baten en lasten zijn nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van 2012 en ten opzichte van de begroting 2013. De
verschillen ten opzichte van 2012 worden, zowel bij de rentebaten als bij de rentelasten veroorzaakt door eenmalige
posten in dat jaar.
47
WNT Wet Normering Topinkomens
4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen
Bezoldiging
Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking
Voorzittersclau-
Omvang
Belastbare vaste
Voorzieningen
sule van
dienst-
en variabele
beloning
wegens
Einddatum
verband in
onkosten-
betaalbaar op
beëindigen
dienstverband
FTE
vergoedingen
termijn
dienstverband
Voorzittersclau-
Belastbare vaste
Voorzieningen
Uitkeringen
sule van
en variabele
beloning
wegens
onkosten-
betaalbaar op
beëindigen
termijn
dienstverband
toepassing
Functie
College van Bestuur
College van Bestuur
(J/N)
J
N
Ingangsdatum
Naam
R. Schilt
mw. A.A. Berendsen MBA
dienstverband
01-03-2003
01-09-2011
Onbepaald
Onbepaald
1,00
1,00
Beloning
163.742
137.285
0
0
28.866
25.112
Uitkeringen
0
0
Vermelding alle toezichthouders
toepassing
Functie of functies
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
(J/N)
J
N
N
N
N
Naam
F. Kuik
mw. C.Y.D. van Orden
H. Holman
F. Migchelbrink
mw. E.M. Pastoor-Meuleman
Ingangsdatum
Einddatum
dienstverband
dienstverband
30-03-2007
30-03-2007
12-03-2009
12-03-2009
23-04-2013
Beloning
13.650
9.750
9.750
9.750
5.850
vergoedingen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht worden bezoldigd door Onderwijsgroep Noord. Zij verrichten echter niet alleen werkzaamheden voor Onderwijsgroep Noord, maar
ook voor de drie stichtingen die tot de groep behoren. Hierbij is sprake van twee instellingen voor Voortgezet Onderwijs (Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen) en een
instelling die valt onder het Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (Stichting AOC Terra). Met betrekking tot de normering voor de WNT zijn er voor Onderwijsgroep Noord twee
sectoren van toepassing. Op basis van de verdeling van het aantal leerlingen is de WNT-norm van het HBO/MBO van toepassing (AOC Terra heeft meer dan 1/3e van het totaal
aantal leerlingen). Deze norm bedraagt € 198.279.
De doorbelasting vindt echter plaats op basis van de baten van de verschillende instellingen. Ook bij deze toepassing heeft AOC Terra meer dan 50% van de totale baten.
Toerekening van de bezoldiging naar de vier instellingen is als volgt:
College van Bestuur
6%
Onderwijsgroep Noord
21.300
53%
AOC Terra
188.153
Dollard College
23%
81.651
rsg de Borgen
18%
63.901
48
Raad van Toezicht
2.925
25.838
11.212
8.775
0
0
0
0
0
Staat van baten en lasten over 2013
Brinnummer: 20CM
2013
€
3
3.1
3.2
3.5
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige baten
20.527.857
541.538
882.428
Totaal baten
4
4.1
4.2
4.3
4.4
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
Begroting 2013
€
2012
€
19.726.500
580.800
602.200
21.951.823
16.300.743
892.024
1.499.669
2.246.817
20.218.045
691.658
1.007.302
20.909.500
16.470.840
891.542
1.528.400
2.280.890
21.917.005
17.055.912
927.612
1.468.220
2.100.893
20.939.253
21.171.672
21.552.637
1.012.570
-262.172
364.368
51.653
52.000
51.753
1.064.223
-210.172
416.121
49
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Brinnummer: 20CM
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ
Overige subsidies OCW
19.394.035
1.133.822
18.898.000
828.500
19.206.727
1.011.318
Rijksbijdragen
20.527.857
19.726.500
20.218.045
3.1.1.1 OCW
Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies
Overige subsidies OCW
2013
€
19.394.035
89.938
991.209
52.675
19.394.035
1.133.822
34.000
740.500
54.000
18.898.000
828.500
19.206.727
19.206.727
80.763
874.193
56.362
1.011.318
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
Overige overheidsbijdragen
475.739
65.799
520.800
60.000
625.859
65.799
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
541.538
580.800
691.658
3.5
Overige baten
3.5.1
3.5.2
3.5.3
3.5.5
3.5.6
Verhuur
Detachering personeel
Schenking
Ouderbijdragen
Overige
2013
€
18.898.000
2012
€
3.2
3.2.1.2 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
475.739
Begroting 2013
€
475.739
2013
€
520.800
520.800
Begroting 2013
€
4.308
318.950
49
309.430
249.691
Overige baten
5.000
267.000
0
169.000
161.200
882.428
2013
€
2012
€
625.859
625.859
2012
€
34.196
304.898
155
268.192
399.861
602.200
1.007.302
4.1
Personele lasten
4.1.1
4.1.2
4.1.3
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
14.589.530
1.778.719
67.506
14.285.000
2.260.840
75.000
14.611.269
2.564.008
119.365
Personeelslasten
16.300.743
16.470.840
17.055.912
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
4.1.1.2 Sociale lasten
4.1.1.3 Pensioenpremies
Lonen en salarissen
50
Begroting 2013
€
11.194.553
1.553.587
1.841.390
Begroting 2013
€
14.589.530
11.083.000
1.523.000
1.679.000
14.285.000
2012
€
11.235.508
1.691.876
1.683.885
14.611.269
2013
€
4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen
4.1.2.2 Personeel niet in loondienst
4.1.2.3 Overige
Overige personele lasten
-80.949
1.670.997
188.671
Begroting 2013
€
1.778.719
2013
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
109.000
1.901.000
250.840
182,1
44,9
183,9
45,6
Totaal
227,0
229,5
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2013
€
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Overige lasten
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Administratie- en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
2013
€
1.499.669
Financiële baten en lasten
5.1
5.5
Rentebaten
Rentelasten
Financiële baten en lasten
2.246.817
2012
€
2.280.890
52.000
0
51.653
1.468.220
780.483
1.180.806
56.807
82.797
Begroting 2013
€
51.653
0
2012
€
1.528.400
943.890
1.266.000
11.000
60.000
2013
€
927.612
210.393
11.706
291.487
294.372
396.395
263.867
Begroting 2013
€
897.953
1.239.836
38.503
70.525
2012
€
891.542
238.200
9.700
261.100
348.600
428.200
242.600
2013
€
2.564.008
927.612
Begroting 2013
€
274.272
7.103
308.508
273.430
464.168
172.188
Overige lasten
5
891.542
892.024
Huisvestingslasten
4.4
Begroting 2013
€
892.024
314.141
2.064.707
185.160
2012
Onderwijsgevend personeel
Directie en Onderwijsondersteunend personeel
4.2
2.260.840
2012
€
2.100.893
2012
€
62.029
-10.276
52.000
51.753
51
Staat van baten en lasten over 2013
Brinnummer: 19UR
2013
€
3
3.1
3.2
3.5
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige baten
2.326.586
14.897
63.454
Totaal baten
4
4.1
4.2
4.3
4.4
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
52
Begroting 2013
€
2012
€
2.268.500
13.200
149.800
2.404.937
1.904.671
26.654
164.338
152.492
2.266.418
15.852
158.747
2.431.500
1.832.160
23.458
148.600
217.110
2.441.017
1.985.905
27.298
109.812
165.513
2.248.155
2.221.328
2.288.528
Saldo baten en lasten
156.782
210.172
152.489
Netto resultaat
156.782
210.172
152.489
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Brinnummer: 19UR
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ
Overige subsidies OCW
2.235.765
90.821
2.199.000
69.500
2.180.068
86.350
Rijksbijdragen
2.326.586
2.268.500
2.266.418
3.1.1.1
OCW
Rijksbijdrage OCW/ELI
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies
Overige subsidies OCW
2013
€
2.235.765
13.733
74.247
2.841
Begroting 2013
€
2.235.765
90.821
14.000
55.500
0
2.199.000
69.500
2.180.068
26.770
54.909
4.671
2.180.068
86.350
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
14.897
13.200
15.852
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
14.897
13.200
15.852
3.2.1.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.5
Overige baten
3.5.2
3.5.5
3.5.6
Detachering personeel
Ouderbijdragen
Overige
2013
€
2.199.000
2012
€
14.897
Begroting 2013
€
14.897
2013
€
13.200
Begroting 2013
€
0
6.583
56.871
Overige baten
13.200
114.000
8.000
27.800
63.454
15.852
15.852
2012
€
0
9.099
149.648
149.800
158.747
4.1
Personele lasten
4.1.1
4.1.2
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
1.734.425
170.246
1.683.000
149.160
1.797.296
188.609
Personeelslasten
1.904.671
1.832.160
1.985.905
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overige
Overige personele lasten
2013
€
2012
€
1.329.320
180.699
224.406
0
154.149
16.097
Begroting 2013
€
1.734.425
170.246
1.303.000
177.000
203.000
9.000
121.000
19.160
1.683.000
149.160
2012
€
1.391.716
198.381
207.199
0
166.172
22.437
1.797.296
188.609
53
2013
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
Onderwijsgevend personeel
Directie en Onderwijsondersteunend personeel
24,1
2,8
24,1
2,8
Totaal
26,9
26,9
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2013
€
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Overige lasten
4.4.1
4.4.2
4.4.4
Administratie- en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Overige
Overige lasten
23.458
26.654
2013
€
23.458
8.800
2.300
45.900
45.400
38.800
7.400
164.338
2013
€
2012
€
148.600
21.110
186.000
10.000
152.492
27.298
8.425
2.125
35.441
15.439
31.889
16.493
Begroting 2013
€
22.886
129.606
0
2012
€
27.298
Begroting 2013
€
8.636
1.392
58.972
48.468
36.244
10.626
Huisvestingslasten
4.4
Begroting 2013
€
26.654
Afschrijvingen
54
2012
109.812
2012
€
25.675
139.838
0
217.110
165.513
Overige gegevens
55
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Dollard College
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Dollard College te Groningen gecontroleerd. Deze
jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin
zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag
Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat
getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het
jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk
voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze
bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd
gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de
jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang
als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel
18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht,
waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing
WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij
onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen
afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de
toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste
oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat
als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in
aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader
van financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van
controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een
oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het
evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële
rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede
een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons
oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting
Dollard College per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving
onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van
materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1.
Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding
van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is
opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens
vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in
artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving
opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Zwolle, 20 juni 2014
KPMG Accountants N.V.
G.J. Kamerling RA
56
Bestemming van het exploitatiesaldo
Het exploitatiesaldo van de Stichting Dollard College is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 18 maart 2014 verdeeld
zoals onderstaand is weergegeven.
Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2013 verwerkt.
2013
€
Dotatie Algemene Reserve
Dotatie Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig Dollard College' (publiek)
Dotatie Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten' (publiek)
Dotatie Bestemmingsfonds Mediatheek (privaat)
Dotatie Herwaarderingsreserve
2012
€
496.127
538.000
190.000
-521
-2.601
591.591
0
0
-19.421
-3.560
1.221.005
568.610
57
Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.
58
Verbonden Partijen
Naam
Juridische
Statutaire
Code
Eigen
Resultaat
Art. 2:403
vorm 2013
zetel
activiteiten
Vermogen
jaar 2013
BW
Deelname
Consolidatie
€
Ja/Nee
%
Ja/Nee
nee
nee
nee
0
0
0
nee
nee
nee
31 december 2013
€
Stichting Onderwijsgroep Noord
Stichting AOC Terra
Stichting rsg de Borgen
stichting
stichting
stichting
Groningen
Groningen
Groningen
4
4
4
1.285.299
37.165.043
3.071.152
12.890
4.347.956
740.626
Naam
Onschrijving doelstelling
Samenstelling Bestuur en directie
Stichting Onderwijsgroep Noord
Stichting AOC Terra
Stichting rsg de Borgen
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep
Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang.
59
Bijlagen
60
De onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de situatie per 31 december 2013.
Instellingsgegevens
Naam instelling:
Bezoekadres:
Postadres:
Postcode/Plaats:
Telefoon:
Fax:
E-mail:
Internetsite:
Bestuursnummer:
Brinnummers:
Handelsregister:
Stichting Dollard College
Hereweg 101
Postbus 17
9700 AA Groningen
(050) 529 29 29
(050) 529 29 28
[email protected]
www.dollardcollege.nl
41320
20CM en 19UR
02077743
Contactpersoon:
E-mail:
H. Zwiep, controller
[email protected]
College van Bestuur
dhr. R. Schilt
mw. A.A. Berendsen MBA
Winsum, voorzitter
Bunne
Raad van Toezicht
dhr. F. Kuik
mw. C.Y.D van Orden
dhr. F. Migchelbrink
dhr. H. Holman
mw. E. Pastoor
Yde, voorzitter
Groningen
Roden
Steenbergen
Groningen
Vestigingen
Vestiging Bellingwedde
Dorpsplein 7
Postbus 64
9695 ZH Bellingwolde
tel. (0597) 55 31 50
fax (0597) 55 31 59
e-mail: [email protected]
directeur: mw. E.J. Staalstra
* onderbouw: vwo, havo, vmbo tl/kb/bb
* bovenbouw: vmbo tl
Vestiging Bovenburen - De Flint
Bovenburen 11-11a
9675 HA Winschoten
tel. (0597) 55 31 95 (Bovenburen)
tel. (0597) 55 31 90 (De Flint)
fax (0597) 55 31 99
e-mail: [email protected]
directeur: dhr. F. Meijer
* lwoo
* praktijkonderwijs
Campus Winschoten
P.C. Hooftlaan 1
Postbus 327
9670 AH Winschoten
tel. (0597) 67 09 70
fax (0597) 67 09 79
e-mail: info@campusws
directeur: mw. drs. I. Lagro
* bovenbouw: vmbo gl/kb/bb
* mbo
61
Vestiging Hommesplein - Stikkerlaan
Dr. J.H. Hommesplein 2
Mr. D.U. Stikkerlaan 4
Postbus 81
9670 AB Winschoten
tel. (0597) 67 02 00 (Hommesplein)
tel. (0597) 67 02 60 (Stikkerlaan)
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
directeur: dhr. L. Veenstra
* onderbouw: vwo+, vwo, havo, mavo tl/kb/bb
* bovenbouw: vwo, havo, mavo
Vestiging Pekela
H. Hindersstraat 5
Postbus 19
9665 ZG Oude Pekela
tel. (0597) 48 19 60
fax (0597) 48 19 69
e-mail: [email protected]
directeur: dhr. R. Erenstein
* onderbouw: vwo, havo, vmbo tl/kb/bb
* bovenbouw: vmbo tl, vmbo kb/bb zorg & welzijn
Vestiging Woldendorp
Burg. Garreltsweg 35
9946 PM Woldendorp
tel. (0596) 58 33 80
e-mail: [email protected]
directeur: mw. E.J. Staalstra
Daltononderwijs
* onderbouw: vwo, havo, vmbo tl/kb/bb
* bovenbouw: vmbo tl, vmbo kb/bb zorg & welzijn en intersectoraal programma
dienstverlening & commercie
Managementteam (MT)
Het managementteam bestaat uit het College van Bestuur en de directeuren. De huidige samenstelling van het managementteam is als volgt:
dhr. R. Schilt
mw. A.A. Berendsen MBA
dhr. R. Erenstein
mw. drs. I. Lagro
dhr. F. Meijer
mw. E.J. Staalstra
dhr. L. Veenstra
College van Bestuur
College van Bestuur
directeur vestiging Pekela
directeur Campus Winschoten
directeur vestiging Bovenburen - De Flint
directeur vestigingen Bellingwedde en Woldendorp
directeur vestigingen Hommesplein - Stikkerlaan
Medezeggenschapsraad op 31 december 2013
In de Medezeggenschapsraad van het Dollard College kent een personeels-, ouder- en leerlinggeleding. De samenstelling per 31 december
2013 is als volgt:
personeelsgeleding
mw. J. Boxem
dhr. W. Hamer
mw. A. Kobus
dhr. M. van Vliet
dhr. S. Soer
oudergeleding:
dhr. K. Bartelds
dhr. H. van den Tillaart
mw. A. Bosch
dhr. E. Gringhuis
leerling geleding:
Elise Vos
Henriet Rademaker
Judith Holtjer
Martijn Boutsioukis
Marlies van der Laan
62
(Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2013
College van Bestuur
R. Schilt, Winsum, voorzitter
voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord
voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College
voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen
voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra
voorzitter Aequor te Ede
bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
A.A. Berendsen, Bunne, lid
lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord
lid College van Bestuur Stichting Dollard College
lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen
lid College van Bestuur Stichting AOC Terra
lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord
lid Raad van Toezicht De Noorderbrug
Raad van Toezicht
F. Kuik, Yde, voorzitter
voorzitter Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade
lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid
Beleidsadviseur stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen
(gast)docent Toegepaste Psychologie
(gast)docent Human Resource Management
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
H. Holman, Steenbergen, lid
Voorzitter European Dairy Farmers Nederland
Vice-voorzitter European Dairy Farmers Europa
lid bestuur Waterschap Noorderzijlvest
voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
F. Migchelbrink, Roden, lid
lid RvC Teijin Aramid B.V., Arnhem
lid Raad van Advies Alwaysbemobilecompany, Veenendaal
voorzitter Stichting KwamUtegen, Bilthoven
lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen
lid RvA Fooq b.v. Heerenveen
lid Raad van Commissie LabNoord Groningen
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
E. Pastoor, Groningen, lid
Elly Pastoor Advies, sociale en duurzame innovatie; zelfstandig ondernemer
Projectleider landelijk project Verzuim 18+ van het ministerie van OCW en Ingrado
voorzitter vereniging Noorden Duurzaam
mede-initiatiefnemer Culinaire Vakschool
lid Raad van Toezicht Stichting Het Kopland
lid bestuur Stichting Nieuw Nabuurschap
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
63
Verklaring gebruikte afkortingen
AOC
avo
bb
CE
CJG
CvB
ELO
gl
havo
HRM
ICT
kb
LKC
lwoo
mbo
MT
OCW
O&K
pc
pdca
P&O
pro
rk
RPO
rsg
SE
SOM
vmbo
VSV
vwo
ZZP
64
Agrarisch Opleidingscentrum
algemeen vormend onderwijs
basisberoepsgerichte leerweg
Centraal examen
Centrum voor Jeugd en Gezin
College van Bestuur
Elektronische Leeromgeving
gemengde leerweg
hoger algemeen voortgezet onderwijs
Human Resource Management
Informatie- en Communicatietechnologie
kaderberoepsgerichte leerweg
Landelijke Klachtencommissie
leerwegondersteunend onderwijs
voorbereidend middelbaar onderwijs
managementteam
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Onderwijs & Kwaliteit
protestant christelijk
plan-do-check-act
Personeel & Organisatie
praktijkonderwijs
Rooms Katholiek
Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen
regionale scholengemeenschap
Schoolexamen
Service op Maat
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Voortijdig Schoolverlaten
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
zelfstandige zonder personeel
65
66