Werkplan 2014 - Zorgbelang Zuid

Werkplan 2014 - Zorgbelang Zuid-Holland
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ...................................................................................................................................... 3
Voorwoord ......................................................................................................................... 5
1
Programmalijn 1 ............................................................................................................................ 6
1.1
Cluster 1 Zorgbelang Academie............................................................................. 6
1.1.1 Informeren en adviseren .................................................................................... 6
1.1.2 Trainen en opleiden ........................................................................................... 6
1.1.3 Training ervaringsdeskundige belangenbehartiger ............................................. 7
1.1.4 Ondersteuning door ervaringsdeskundigen bij het gesprek aan de keukentafel . 8
1.2
Cluster 2 Samenwerken met netwerken en vrijwilligers.......................................... 8
1.2.1 Stimuleren collectieve belangenbehartiging door vrijwilligers ............................. 8
1.2.2 Collectieve belangenbehartiging vrijwilligers LVG ............................................ 10
2
Programmalijn 2 .......................................................................................................................... 12
2.1
Cluster 1 Toegang en beschikbaarheid................................................................ 12
2.1.1 Transitie jeugdzorg........................................................................................... 12
2.1.2 Provinciaal Platform Cliëntenraden Jeugdzorg................................................. 13
2.1.3 Optimalisering klachtopvang en -behandeling rond de Wmo............................ 14
2.1.4 Lokale cliëntenparticipatie na de decentralisaties............................................. 15
2.2
Cluster 2 Samenhang en decentralisatie.............................................................. 16
2.2.1 Ondersteuning Wmo-adviesraden.................................................................... 16
2.2.2 Voorzittersoverleg en contacten Wmo-adviesraden ......................................... 17
2.2.3 Kwaliteitsbewaking en verbetering: Regionaal beleid – wonen, welzijn en zorg
(WWZ) 17
2.2.4 Stimuleringsgesprekken cliëntperspectief bij decentralisaties .......................... 18
2.2.5 Wijkgerichte participatie/zorg dicht bij huis ....................................................... 19
2.2.6 Provinciaal Platform Mobiliteit & Veiligheid (PPMV) ......................................... 20
2.2.7 Provinciaal Platform Wonen (PPW).................................................................. 21
3
Programmalijn 3 .......................................................................................................................... 23
3.1
Cluster 1 Medezeggenschap en Beïnvloeding ..................................................... 23
3.1.1 Collectieve belangenbehartiging cure............................................................... 23
3.1.2 Keuze ziekenhuis en eigen regie bij ziekenhuiszorg......................................... 23
3.1.3 Cliënteninbreng Palliatieve Zorg....................................................................... 24
3.1.4 Beïnvloeding ziekenhuizen............................................................................... 24
3.1.5 Samenwerkingstrajecten realiseren met AWBZ-instellingen............................. 25
3.1.6 Beïnvloeding zorgverzekeraars en zorgkantoren ............................................. 26
3.1.7 Patiënten- en cliëntenberaden.......................................................................... 27
3.1.8 Digitale informatieoverdracht............................................................................ 28
3.1.9 Zorgbelang congres en uitreiking Duim ............................................................ 29
3.2
Cluster 2 Zorgvrager als partner .......................................................................... 30
3.2.1 Zorg in de wijk.................................................................................................. 30
3.2.2 Zorg in een instelling (met verblijf).................................................................... 32
3.2.3 Ziekenhuizen.................................................................................................... 33
3.3
Cluster 3 Signalering en Monitoring ..................................................................... 36
3.3.1 Informatie & Klachtopvang ............................................................................... 36
3.3.2 Signalering ....................................................................................................... 37
3.3.3 Signaleringsproject preferentiebeleid medicijnen zorgverzekeraars ................. 37
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
3
3.3.4
3.3.5
4
Monitor dagbesteding....................................................................................... 38
Monitor welzijn ouderen in de wijk.................................................................... 39
Communicatie .............................................................................................................................. 41
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
4
Voorwoord
Zorgbelang Zuid-Holland wil op een constructieve manier de ervaringen, wensen en
behoeften centraal zetten in de ontwikkelingen waar het brede zorg en welzijnsveld voor
geplaatst is. We werken vanuit het uitgangspunt dat structurele verbeteringen alleen tot
stand komen met de mensen om wie het gaat.
Het werkplan voor 2014 van Zorgbelang Zuid-Holland is opgesteld op basis van het
meerjarenbeleidsplan, de actuele ontwikkelingen in het veld, een inventarisatie onder de
achterban en tegen de achtergrond van de subsidiekorting die in 2014 20% bedraagt ten
opzichte van 2012.
Ondanks, of misschien wel door, het laatste realiseren we ons dat er een ambitieus werkplan
ligt. Het is ingestoken langs drie lijnen:
1. De contacten met de mensen in onze achterban, samenwerking en versterking van
vrijwilligers en mantelzorgers.
2. Inzet rondom de WMO, decentralisaties en gevolgen daarvan.
3. Monitoring van de kwaliteit en kwaliteitsverbetering in de zorg.
Daarbij is op het moment van schrijven van dit werkplan nog veel ontwikkeling. De
verandering in de Wmo ligt nog niet vast, daarmee is de mate van en de manier waarop
delen van de AWBZ worden gedecentraliseerd nog niet helder. De jeugdwet is nog niet
definitief. Landelijk wordt nog nagedacht over de manier waarop cliëntenparticipatie bij en na
de transities verder vorm krijgt.
De onzekerheid over de ontwikkelingen kunnen in het komende half jaar leiden tot
aanpassingen, accentverschuiving of andere prioritering in het werkplan. Daarbij zal steeds
leidend zijn de vraag van zorgvragers en mantelzorgers of de inschatting van de gevolgen
voor de zorgvrager of mantelzorger.
We realiseren ons daarbij dat ons werk niet mogelijk is zonder de grote inzet van veel
vrijwilligers en mantelzorgers. Ik hoop dat we samen met de mensen om wie het gaat mooie
resultaten kunnen boeken in 2014.
Robert Boersma
September 2013
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
5
1 Programmalijn 1
1.1
Cluster 1 Zorgbelang Academie
1.1.1
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
1.1.2
Aanleiding
Informeren en adviseren
Actieve (netwerken van) vrijwilligers in de collectieve belangenbehartiging voor
zorgvragers en mantelzorgers hebben behoefte aan gerichte
(achtergrond)informatie om praktisch in te zetten.
Zorgvragers, mantelzorgers, vrijwilligers, beleidsmakers en bestuurders van
overheden en zorg- en welzijninstellingen, verzekeraars en politici.
• Kennis achterban vergroten over actuele thema’s in zorg en welzijn via diverse
kanalen en middelen.
• Dialoog op gang brengen over dilemma’s in de zorg en welzijn tussen
beleidsmakers, politici, zorgvragers en mantelzorgers.
• Het vaststellen van gezamenlijke standpunten voor de lokale en of regionale
belangenbehartiging.
• Het stimuleren van afgestemde beïnvloedingsacties op deze standpunten.
• Organiseren van een actuele thematische bijeenkomst in vijf regio’s waarbij
bovengenoemde groepen met elkaar in gesprek gaan,
behoeften/wensen/suggesties geïnventariseerd worden en beïnvloedingsacties
gestimuleerd.
• Hieruit voortvloeiend: publicatie van thematische handreikingen of pamfletten
waarin gezamenlijke standpunten meegenomen zijn met tips, adviezen, wensen
van een specifieke achterbangroep. Input kan tevens meegenomen worden in
ontwikkeling van een visiedocument.
• Twee provinciale kennisbijeenkomsten mantelzorg i.s.m. Tympaan, Mezzo en
JSO.
Output:
• Vijf themabijeenkomsten zijn georganiseerd n.a.v. de actualiteit.
• Twee kennisbijeenkomsten mantelzorg zijn met samenwerkingspartners
georganiseerd.
• Handreikingen/pamfletten met standpunten over actuele thema’s zijn ontwikkeld
(o.b.v. wensen/suggesties achterban) en verspreid.
• Tevredenheid onder achterban over de informatievoorziening.
Outcome:
• Door actieve (netwerken van) vrijwilligers in de collectieve belangenbehartiging
voor zorgvragers en mantelzorgers te voorzien van gerichte
(achtergrond)informatie om praktisch in te zetten is de belangenbehartiging
aantoonbaar effectiever gebleken.
• Belangenbehartigers beïnvloeden m.b.v. de opgedane kennis en de
handreikingen/pamfletten lokaal en regionaal zorg- en welzijnsbeleid op deze
thema’s.
• Belangenbehartigers hebben met beleidsmakers van gedachten gewisseld,
standpunten en visie wederzijds kunnen uitdragen of kunnen herformuleren tot
een beter beleid voor patiënten, cliënten en mantelzorgers.
750 uur
Provinciale subsidie
Trainen en opleiden
In netwerkverband georganiseerde vrijwillige belangenbehartigers en
mantelzorgers lopen tijdens het behartigen van belangen van de eigen achterban
aan tegen een aantal knelpunten. Er is behoefte aan opleiding en training om
competenties aan te vullen of te versterken.
Om de effectiviteit van de collectieve belangenbehartiging door vrijwilligers te
vergroten heeft Zorgbelang Zuid-Holland opleidings- en trainingstrajecten
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
6
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
1.1.3
ontwikkeld. Er is een divers aanbod van opleidings- en trainingstrajecten voor
vrijwillige collectieve belangenbehartigers. Op basis van actualiteit en behoefte kan
ad hoc een maatwerk opleidings-/trainingsaanbod worden samengesteld.
Alle mensen die zich – al dan niet in netwerk- of organisatieverband – willen
inzetten voor collectieve belangenbehartiging voor zorgvragers en mantelzorgers.
Meer effectieve collectieve belangenbehartiging door actieve vrijwilligers en
mantelzorgers door het vergroten van kennis en vaardigheden van
belangenbehartigers om effectieve beleidsbeïnvloeding te realiseren t.a.v.
toegankelijkheid, beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en welzijn.
• Doelgerichte opleidingstrajecten en trainingsmodulen worden verder ontwikkeld,
geïmplementeerd en uitgevoerd.
• Er worden intervisiebijeenkomsten georganiseerd waarbij de praktische ervaring
uitgangspunt is in het leerproces.
• Alle trajecten en modules worden met de deelnemers geëvalueerd.
• Ontwikkelen van een kwaliteitscyclus opleidingstrajecten.
• Er wordt een nulmeting voor en effectmeting na de trainingen gehouden met de
kandidaten.
Output:
• Er zijn minimaal 40 mensen getraind.
• Er zijn minimaal twee intervisiebijeenkomsten gehouden.
• Alle opleidingstrajecten zijn met de deelnemers geëvalueerd om zo effectiviteit
van het opleidingstraject te meten.
• Minimaal tien netwerken zijn door de Zorgbelang Academie getraind, zodat zij
beter in staat zijn doelen en resultaten in beleidsbeïnvloeding te behalen.
Outcome:
Zelfstandigheid van netwerken en belangenbehartigers is door deelname aan onze
trainingen/coaching/intervisie zodanig vergroot dat zij beter in staat zijn om effectief
te functioneren (gericht met doelen en te behalen resultaten vanuit een
stappenplan) en daarmee beleidsbeïnvloeding te realiseren voor specifieke
doelgroepen.
750 uur
Provinciale subsidie
Training ervaringsdeskundige belangenbehartiger
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Belangenbehartigers doen hun werk vanuit diverse achtergronden. Zeer gedreven
en gemotiveerd gaan zij in gesprek met professionals. De specialiteit van de
belangenbehartigers is vaak de inzet van ‘ervaringskennis’ naast de ‘academische
of theoretische’ kennis van de professionals.
Kwaliteit van en toegang tot zorg en welzijn worden verbeterd als de
belangenbehartiger goed toegerust is om de ervaringskennis te herkennen, te
delen en in te zetten. Inzetten van ervaringskennis vergt een andere strategie, stijl
en uitvoeringspraktijk dan de academische of theoretische kennis.
Zorgvragers, mantelzorgers, deelnemende netwerken en Wmo-raden.
Het effectief benutten en inzetten van ervaringskennis en deskundigheid in de
belangenbehartiging. De belangenbehartigers:
• zetten hun ervaringsdeskundigheid gericht in om hun doelen te bereiken;
• hebben zich verdiept in de kracht van de ervaringskennis;
• zetten persoonlijke ervaringskennis in t.b.v. collectieve belangenbehartiging,
zonder zich in het eigen verhaal te verliezen.
• Belangenbehartigers met ervaringskennis worden getraind om deze kennis in te
zetten als ervaringsdeskundige en te leren gebruiken in de beleidsbeïnvloeding.
• De inzet van ervaringsdeskundigen wordt gestimuleerd, vraag en aanbod
worden verbonden.
• Stimuleren tot participatie binnen projecten van Zorgbelang waarin
ervaringsdeskundigheid kan worden ingezet, teneinde de toegang en kwaliteit
van zorg en welzijn te verbeteren.
Output:
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
7
• Er zijn 10-20 ervaringsdeskundigen getraind.
• Ervaringsdeskundigheid is ingezet.
• Evaluatieonderzoek heeft plaatsgevonden.
Ureninzet
Financiering
1.1.4
Ondersteuning door ervaringsdeskundigen bij het gesprek aan de keukentafel
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
1.2
1.2.1
Outcome:
Ervaringskennis voor collectieve belangenbehartiging is aantoonbaar meegenomen
door beleidsmakers als input waardoor de toegang en kwaliteit tot zorg en welzijn
verbeterd.
572 uur
Provinciale subsidie
De gesprekken aan de keukentafel zijn inmiddels in bijna alle gemeenten
ingevoerd. Voor zorgvragers is het niet altijd gemakkelijk de vraag, mogelijkheden
en belangen goed naar voren te brengen. Zij kunnen steun ervaren als een
‘keukentafelcoach’ meegaat met het gesprek en/of het gesprek helpt voor te
bereiden.
Aangezien het gesprek in veel gemeenten de toegang tot zorg en ondersteuning
zal bepalen, kunnen keukentafelgesprekken ingrijpend zijn voor zorgvragers. De
Keukentafelmethodiek wordt de blauwdruk voor de toegang tot het hele sociaal
domein bij de gemeente. Het project bevindt zich op het snijvlak van de individuele
en de collectieve belangenbehartiging. Coaches zullen veelal een verbinding
hebben met collectieve belangenorganisaties als patiëntenverenigingen,
cliëntenraden, ouderenbonden, RCO’s, RBM’s e.d. Collectieve belangenbehartiging
krijgt hierdoor input uit de praktijk.
Zorgvragers, mantelzorgers, deelnemende netwerken en Wmo-raden.
Door coaches op te leiden voor ondersteuning tijdens het keukentafelgesprek
kunnen zorgvragers zich goed voorbereiden en ervaren zij steun tijdens het
gesprek.
• Coaches worden geworven en getraind.
• De training wordt ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd. Daarna wordt de
training als product in de markt gezet.
• Het project is succesvol als 10-20 mensen uit de achterban de training hebben
gevolgd en als de deelnemers als coach aan de slag kunnen.
Output
• De trainerscursus ‘coach gesprek aan de keukentafel’ is ontwikkeld.
• Er zijn 10-20 ervaringsdeskundigen getraind.
• Evaluatieonderzoek heeft plaatsgevonden.
• Coaches worden gevolgd middels intervisie, coaching of terugkomdagen.
• Training is als product ontwikkeld (2015).
Outcome
Door inzet van ervaringsdeskundigen zijn zorgvragers gesteund bij hun gesprek.
573 uur
De pilot van twee jaar valt onder de provinciale subsidie. Daarna wordt het vervolg
gefinancierd door gemeenten of externe fondsen.
Cluster 2 Samenwerken met netwerken en vrijwilligers
Stimuleren collectieve belangenbehartiging door vrijwilligers
Aanleiding
Vrijwilligers die actief zijn in de collectieve belangenbehartiging voor zorgvragers
en mantelzorgers – al dan niet in georganiseerd verband – in Zuid-Holland
beïnvloeden beleid in zorg en welzijn, vooral bij de Wmo, lokaal zorg- en
welzijnsbeleid en de decentralisatie van de AWBZ. Daarbij zoeken ze
ondersteuning in het vergroten van kennis en vaardigheden om effectiever beleid
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
8
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
te beïnvloeden en hun resultaten zichtbaar te maken.
Voor een deel zijn vrijwilligers en mantelzorgers georganiseerd in meer of minder
formele organisatievormen, maar steeds meer vallen daarin structuren weg, mede
vanwege vermindering van subsidies, en verandert de
belangenbehartigingsstructuur. Wel zijn er nog veel mensen vanuit persoonlijke
betrokkenheid actief als belangenbehartiger.
Alle doelgroepen.
• Stimuleren en faciliteren van vrijwillige inzet en inzet door mantelzorgers, zodat
op meer plaatsen de stem van de cliënt gehoord wordt en het
zorgvragersperspectief terugkomt in beleid.
• Vergroten van het aantal vrijwillige belangenbehartigers in het netwerk van
Zorgbelang Zuid-Holland.
• Kennisvergroting opdat netwerken en hun vrijwilligers effectiever beleid kunnen
beïnvloeden en hun beleidsbeïnvloeding kunnen meten.
• Stimuleren van participatie van belangenbehartigers in beleidsvormende
processen bij gemeente, zorg- en welzijnsaanbieders en verzekeraars.
• Stimuleren van bovenregionale uitwisseling in beleidsvoornemens,
projectsamenwerking tussen netwerken of tussen regio’s, onderlinge contacten
en leren van elkaars good practices.
Doorlopend – voortzetten van huidige activiteiten
• Informeren en coachen van bestaande netwerken gericht op de steeds
veranderende situaties.
• Organiseren van regionale bijeenkomsten voor georganiseerde netwerken:
- Regionale netwerken ouderen (RNO).
- Mantelzorgnetwerken (Regionale belangenorganisaties mantelzorg – RBM,
regionale mantelzorgorganisaties – RMO).
- Regionale overleggen van gehandicaptenplatforms (ROG).
- Platforms allochtone zorgvragers.
Waar mogelijk en wenselijk worden doelgroepen/netwerken gecombineerd.
• Organisatie van thematische zorgvragerstafels met als doel: uitwisseling op
regionaal niveau van belangenbehartigers/vrijwilligers/mantelzorgers over
actuele onderwerpen in zorg en welzijn, goede voorbeelden en knelpunten
vanuit cliëntenperspectief. Breed uitnodigingsbeleid.
• Vanuit andere programmalijnen (zijn daar verder beschreven) worden andere
netwerken ondersteund:
- Programmalijn 2: regionale netwerken van Wmo-adviesraden,
voorzittersoverleg.
- Programmalijn 3: regionale netwerken rondom de curatieve zorg.
• Helpdeskfunctie voor lokale en regionale belangenbehartigers: netwerkcoaches
adviseren vrijwillige belangenbehartigers naar aanleiding van hun individuele
vragen.
Nieuw
• Regionaal overleg van actieve belangenbehartigers, vertegenwoordigers van
de verschillende doelgroepen. Afhankelijk van de belangstelling in de regio
zullen regionale uitwisselingsbijeenkomsten worden georganiseerd. Deze
bijeenkomsten zijn gericht op uitwisseling van ervaringen en activiteiten tussen
de doelgroepen onderling en Zorgbelang Zuid-Holland. Gericht
uitnodigingsbeleid.
• Regionale thematische netwerken.
Voor actieve regionale en lokale belangenbehartigers, al dan niet in
georganiseerd verband, worden thematische netwerken in de regio
georganiseerd. Doel van de netwerken is om de lokale en regionale
belangenbehartiging rondom het thema te stimuleren. Voorlopig gaat
Zorgbelang Zuid-Holland dit organiseren naast de bestaande
netwerkondersteuning. Mogelijk kan de ene vorm in de andere overgaan.
Actieve belangenbehartigers zullen gericht worden uitgenodigd voor de
netwerkbijeenkomsten. Tijdens de netwerkbijeenkomsten worden de actuele
ontwikkelingen rondom het thema toegelicht door deskundigen, wordt
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
9
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
1.2.2
informatie uitgewisseld en de voortgang van de regionale en lokale
belangenbehartiging en de effecten daarvan uitgewisseld.
Daarnaast zal aan de deelnemers van het netwerk actief en gericht informatie
worden verspreid, inclusief handreikingen.
Precieze thema’s moeten nog bepaald worden, voorlopig gaan we uit van:
o Ratificatie van het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een
beperking, gericht op alle ontwikkelingen voor een inclusieve samenleving.
o Decentralisaties, alle onderwerpen gericht op de decentralisatie en
transformaties.
o Mantelzorg.
Output:
• Tien zorgvragerstafels (twee keer per jaar, vijf regio’s).
• Vijftien regionale thematische netwerkbijeenkomsten (drie keer per jaar, vijf
regio’s).
• Regionale overleggen van actieve belangenbehartigers, aantal afhankelijk van
belangstelling.
• Toename van het aantal actieve vrijwilligers in het netwerk van Zorgbelang
Zuid-Holland.
Outcome:
• Bestaande netwerken zijn ondersteund en informatie en ervaringen zijn
uitgewisseld, besproken en lokaal en regionaal ingebracht in beleidscycli,
waardoor lokaal en regionaal beleid op het vlak van zorg en welzijn vanuit
cliëntenperspectief is beïnvloed.
• Individuele belangenbehartigers zijn naar tevredenheid geadviseerd waardoor
zij slagvaardiger zijn.
1260 uur
Provinciale subsidie
Collectieve belangenbehartiging vrijwilligers LVG
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Zorgbelang Zuid-Holland ondersteunt al enige jaren belangenbehartiging voor
mensen met een licht verstandelijke beperking met een medewerker uit de
doelgroep zelf. Dit werk wordt ook in 2014 gecontinueerd.
• Mensen met een lichte verstandelijke beperking.
• Leerlingen van basisscholen.
• Zorgaanbieders
• Versterken van de positie van mensen met een verstandelijke beperking.
• Behartigen van de collectieve belangen van mensen met een verstandelijke
beperking.
Themacafés
• Mensen met een verstandelijke beperking nemen deel aan themacafés met een
educatief karakter. Indien mogelijk worden themacafés ontwikkeld op basis van
de vraag van cliënten. Er wordt een programma voor een themacafé
ontwikkeld, inclusief folders en posters.
• De themacafés worden op locaties uitgevoerd waar mensen met een
verstandelijke beperking komen i.s.m. instellingen voor mensen met een
verstandelijke beperking en belangengroepen als Onderling Sterk (OLS).
Gehandicapten Informatie Project Scholen (GIPS):
• GIPS vindt plaats in samenwerking met scholen en het Gehandicapten Platform
Albrandswaard.
• Gastlessen voor basisschoolleerlingen groep 8 bevatten een onderdeel over
mensen met een verstandelijke beperking. Hierdoor leert de nieuwe generatie
al op jonge leeftijd om zich te verplaatsen in mensen met beperkingen en kan
daardoor meer begrip opbrengen voor mensen met beperkingen.
Gesprekken zorgaanbieders:
• De spiegel-/groepsgesprekken leveren input voor beleid/verbeterpunten en een
hoge motivatie om verbeteringen door te voeren in de praktijk.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
10
Resultaat 2014
• Bij samenwerking wordt een offerte opgesteld omdat op de vraag van
zorgaanbieders maatwerk geleverd wordt.
• Afhankelijk van de vraag wordt door een ervaringsdeskundige medewerker van
Zorgbelang deelgenomen aan spiegel-/groepsgesprekken.
• Er worden minimaal twee oriënterende gesprekken gevoerd met
zorgaanbieders.
Output:
Themacafés:
• Er is tenminste één nieuw themacafé ontwikkeld.
• Er zijn minimaal acht themacafés gehouden in Zuid-Holland.
Gehandicapten Informatie Project Scholen (GIPS):
• Op acht basisscholen is een gastles gegeven waarin leerlingen van groep 8
(12-jarigen) kennisgemaakt hebben met mensen met een verstandelijke
beperking.
Gesprekken Zorgaanbieders:
• Afhankelijk van de uitkomsten.
Ureninzet
Financiering
Outcome:
• Deelname aan themacafés is door de deelnemers positief beoordeeld, omdat zij
hebben ervaren dat ook hun mening telt en van de thema’s hebben geleerd.
• Basisschoolleerlingen hebben ervaren wat het betekent om met een beperking
te leven en hebben daardoor meer begrip voor mensen met beperkingen. Zij
hebben geleerd om over hun eigen beperkingen te praten en/of over naasten
met beperkingen.
844 uur
Provinciale subsidie, bij eventuele opdrachten externe financiering door de
aanbieder.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
11
2 Programmalijn 2
2.1
2.1.1
Cluster 1 Toegang en beschikbaarheid
Transitie jeugdzorg
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Vanaf 2015 zijn gemeenten en samenwerkende gemeenten verantwoordelijk voor
de totale jeugdzorg. Nu is dat voor de zogeheten niet-geïndiceerde zorg. Dit
betekent dat de verantwoordelijkheid van gemeenten enorm toeneemt, en dat het
zwaardere zorg betreft. Cliëntenraden worden gestimuleerd zich te richten op het
gemeentelijke en regionale veld.
Het is van groot belang dat deze transitie en transformatie zorgvuldig verloopt; de
zorg voor kinderen en ouders die deze hard nodig hebben mag immers niet
onderbroken worden en de kwaliteit van de zorg moet op peil blijven.
Cliënten, gebruikers van de jeugdzorg (kinderen en ouders), maar ook instellingen,
gemeenten, Wmo-adviesraden en cliëntenraden, maken zich hier zorgen over.
Het is van essentieel belang dat cliënten invloed kunnen hebben op het beleid en
de uitvoering ervan. Zij weten wat er nodig is, wat goed gaat en wat beter kan.
Cliënten in de jeugdzorg: kinderen, jongeren, ouders en belangenbehartigers
binnen de jeugdzorg, Wmo-adviesraden, (samenwerkende) gemeenten,
jeugdzorginstellingen en maatschappelijke instellingen.
Stimuleren van cliëntparticipatie bij zowel de vorming van het beleid betreffende de
decentralisatie (transitie en transformatie) van de jeugdzorg als de implementatie
ervan.
• Actieve belangenbehartigers (cliëntenraden/jongerenraden) worden ondersteund
door Zorgbelang en geïnformeerd over de maatregelen op het gebied van de
transitie van de jeugdzorg. Zij worden in staat gesteld deze aan de orde te
stellen en er zelf over in gesprek te gaan.
• Gemeenten, Wmo-adviesraden en lokale en regionale belangenorganisaties
worden geïnformeerd over de transitie jeugdzorg en hun rol in de
belangenbehartiging van kinderen en hun ouders in de jeugdzorg. In
samenwerking en samenspraak met leden van het provinciaal platform
cliëntenraden en de ervaringsgroep/expertisegroep.
• Stimuleren en ondersteunen van belangenbehartiging op gemeentelijk en
regionaal niveau door de cliëntenraden jeugdzorg.
• Vervolg kennismaking met directies van jeugdzorginstellingen waarbij de
cliëntenparticipatie onder de aandacht wordt gebracht en, waar nodig en
wenselijk, werkafspraken worden gemaakt over de inzet van Zorgbelang.
• Provinciale conferentie, in samenwerking met JSO en Tympaan.
• Expertisegroep en het provinciaal platform cliëntenraden houden elkaar op de
hoogte van werkzaamheden en bevindingen en geven hier een vervolg aan
richting provincie, gemeenten.
Output:
• Alle gemeenten in Zuid-Holland, Wmo-adviesraden, belangenbehartigers en
jeugdzorginstellingen zijn geïnformeerd over de wensen van cliënten jeugdzorg;
door middel van vier digitale nieuwsbrieven, artikelen in het kwartaalblad,
gesprekken en informatie tijdens diverse bijeenkomsten.
• De jeugdzorginstellingen zijn bezocht; men is op de hoogte van de wensen van
cliënten wat betreft de transitie en transformatie van de jeugdzorg en van het
belang van cliëntenparticipatie hierbij. Er zijn werkafspraken gemaakt.
• Provinciale conferentie is georganiseerd.
Outcome:
• De wensen en belangen van degenen waar het om gaat, cliënten van de
jeugdzorg, zijn in beeld bij gemeenten, Wmo-adviesraden, belangenbehartigers
(ook VG en GGz) en maatschappelijke instellingen.
• Belangenbehartigers zijn in staat de belangen van cliënten van de jeugdzorg
over het voetlicht te brengen. Het resultaat hiervan is te zien in de beleidsnotities
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
12
Ureninzet
Financiering
2.1.2
van (samenwerkende) gemeenten en van het beleid en uitvoering van
maatschappelijke instellingen.
1260 uur
Provinciale subsidie
Provinciaal Platform Cliëntenraden Jeugdzorg
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
Sinds 2010 is de begeleiding van het Platform van Cliëntenraden en
Jongerenraden Jeugdzorg de verantwoordelijkheid van Zorgbelang Zuid-Holland.
Opdracht van de provincie is deze begeleiding breder en beter aan te pakken.
Gebleken is dat de belangenbehartiging van deze doelgroep nog in de
kinderschoenen staat en niet eenvoudig vorm te geven is. Door de transitie van de
jeugdzorg verandert er de komende jaren veel. Tot 2015 is de zorg voor de jeugd
de verantwoordelijkheid van zowel gemeenten, provincies als het Rijk. Vanaf 2015
is de totale zorg voor de jeugd de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Een
deel van het aanbod wordt dan regionaal georganiseerd.
Dit heeft ook gevolgen voor de belangenbehartiging en cliënteninbreng. De
cliëntenraden zullen zich (naast het interne instellingsbeleid) meer gaan richten op
het gemeentelijke en regionale beleid. Dit vergt een andere manier van werken,
voor de raden dichter bij huis en herkenbaarder.
Het betekent dat met de leden van het Platform de overlegstructuur nader bekeken
wordt en gezocht wordt naar een vorm die beter past bij de nieuwe situatie en
waardoor meer cliëntenraden betrokken kunnen worden. Het is van essentieel
belang dat de wensen en behoeften van cliënten in de jeugdzorg bekend zijn en
gebruikt worden in het beleid. Hierin kan het provinciaal platform een belangrijke rol
vervullen
Cliënten in de jeugdzorg: kinderen, jongeren, ouders en belangenbehartigers
binnen de jeugdzorg.
Faciliteren, begeleiden en binden van het Provinciaal Platform Cliëntenraden
teneinde de effectiviteit van de belangenbehartiging te vergroten.
• Leden van het platform op de hoogte brengen van ontwikkelingen op het gebied
van de jeugdzorg en hen hiermee in staat stellen een standpunt in te nemen en
dit uit te dragen.
• Informatie en ervaringsuitwisseling is een vast agendapunt in de vergaderingen.
• Het informeren van bestuurders en provincie over ervaringen en signalen vanuit
de verschillende instellingen.
• Signalen worden verzameld en aan de orde gesteld in het bestuurlijk overleg
met de gedeputeerde.
Output:
• Vier vergaderingen/bijeenkomsten: afhankelijk van de ontwikkelingen worden dit
provinciale en/of regionale bijeenkomsten.
• Het aandeel deelnemende jeugd aan het Provinciaal/ Regionaal Overleg
Cliëntenraden is gestegen van 40% naar tenminste 60%.
• Alle jeugdzorginstellingen met een cliënten- en/of jongerenraad zijn toegetreden
tot het Provinciaal of Regionaal Platform (vergroten medezeggenschap) en
onderschrijven en ervaren het belang van deelname aan het platform.
• Deelnemers van het Provinciaal/Regionaal Platform hebben vrijwillig, actief
deelgenomen aan beleidsbeïnvloeding op het gebied van de aankomende
transitie jeugdzorg.
Outcome:
• Concrete beleidsbeïnvloeding; heeft zowel provinciaal als regionaal ertoe geleid
dat adviezen herkenbaar zijn opgenomen in beleid.
• De structuur van het platform is aangepast aan de situatie na 2015.
420 uur
Provinciale subsidie
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
13
2.1.3
Optimalisering klachtopvang en -behandeling rond de Wmo
2.1.3.1
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
2.1.3.2
Aanleiding
Provinciaal Meldpunt Wmo
Door alle veranderingen (decentralisaties, bezuinigingen) komt de burger die een
beroep doet op voorzieningen uit de Wmo in een kwetsbare en onzekere positie.
Het is belangrijk dat een onafhankelijke instantie in kaart brengt tegen welke
knelpunten burgers aanlopen, dit terugkoppelt naar gemeenten, waarop gemeenten
uitvoering en beleid rond de Wmo kunnen aanpassen. Om mogelijke knelpunten
boven water te krijgen is een Meldpunt Wmo een goed hulpmiddel.
Door de signalen die bij het Meldpunt Wmo binnenkomen terug te koppelen naar
gemeenten en Wmo-adviesraden, kunnen de gemeenten hun beleid en uitvoering
rond de Wmo verbeteren.
De resultaten in 2014 gelden als ‘nulmeting’, op grond van analyse van de klachten
bij het meldpunt in opvolgende jaren wordt een dalende tendens geconstateerd van
klachten en op basis van de jaarlijkse tevredenheidsonderzoeken een stijgende
tendens van tevredenheid bij de burgers.
• Iedereen binnen Zuid-Holland die een beroep doet op de Wmo.
• Alle gemeenten in Zuid-Holland.
Verbetering van alle aspecten van de Wmo, van aanvraag tot uitvoering, binnen de
gemeente.
Voorbereiding Meldpunt:
• Breed opgezette communicatiecampagne op provinciaal, regionaal en lokaal
niveau om meldpunt onder aandacht publiek te brengen.
• Waar nodig deskundigheidsbevordering medewerkers meldpunt over Wmo.
Uitvoering:
• Inventariseren welke knelpunten burgers ervaren wanneer zij een aanvraag
doen/hebben gedaan voor voorzieningen binnen de Wmo.
• Gemelde knelpunten worden besproken met gemeenten. Hierdoor kan vraag en
aanbod ontstaan in de vorm van aanbevelingen/begeleiding tot verbeterplannen
(gemeentelijke financiering) en na 2014 continue financiering voor het meldpunt.
Als de gemeente op grond van binnengekomen signalen uitvoering en beleid
rond de Wmo verbetert, heeft dit ook positieve effecten voor de burger die een
beroep doet op de Wmo.
Output:
• Start Meldpunt Wmo en inventarisatie van knelpunten.
• Terugkoppeling naar gemeenten van aantallen en aard klachten over 2014.
• Daar waar knelpunten/signalen besproken zijn met de gemeente(n) zijn
verbeterplannen opgesteld en (afhankelijk van deel v/h jaar) uitgevoerd.
Outcome:
Betere uitvoering Wmo vanuit cliëntenperspectief.
940 uur
Provinciale subsidie
Vertrouwenspersoon Wmo
In 2014 gaat Zorgbelang Zuid-Holland starten met een Meldpunt Wmo. Bij dit
meldpunt kunnen mensen hun klachten over de Wmo melden. Bij een aantal van
deze klagers zal er behoefte zijn aan persoonlijk advies, ondersteuning of
bemiddeling.
In de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp Wmo 2015 wordt gewezen op
de mogelijkheid van informele klachtopvang, bijvoorbeeld door een gemeentelijk
ombudsman. In enkele gemeenten in Zuid-Holland wordt al gewerkt met (vrijwillige)
vertrouwenspersonen die deze rol op zich nemen. Een vertrouwenspersoon is een
goede aanvulling is op de formele klacht-, bezwaar- en beroepsprocedures die
gemeenten hebben op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
14
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
2.1.4
De meerwaarde van een vertrouwenspersoon is: onafhankelijk, met specifieke
kennis over de Wmo, patiëntenrechten en klachtwegen, kan ondersteuning bieden
en in het informele circuit bemiddelen waardoor een formele klacht of
bezwaarprocedure voorkomen kan worden.
Landelijk vindt oriëntatie plaats op de wijze waarop de functies vertrouwenspersoon
en ombudsman vormgegeven kunnen worden. Zorgbelang Zuid-Holland wil daar op
aansluiten en zoekt naar mogelijkheden om vertrouwenspersonen in te zetten bij
klachten over de Wmo. Daarbij zal nog bekeken worden of hier met betaalde
krachten of vrijwilligers gewerkt kan/moet worden.
Zorgvragers die gebruikmaken van voorzieningen in de Wmo.
Structurele verbetering van de klachtopvang op gemeentelijk niveau met behulp
van de inzet van vertrouwenspersonen.
• In gemeenten van Zuid-Holland mensen werven die getraind worden voor de
functie van vertrouwenspersoon Wmo.
• Het bieden van persoonlijk advies en ondersteuning bij klachten aan de
zorgvrager rond de Wmo.
• Het eventueel bieden van bemiddeling ter voorkoming van dure en tijdrovende
procedures.
Output:
In drie gemeenten (of regionale samenwerkingsverbanden) start een
vertrouwenspersoon Wmo.
Outcome:
• Voor burgers met klachten over de Wmo is een laagdrempelige voorziening voor
klachtopvang geregeld.
• Structurele verbetering van de klachtopvang op gemeentelijk niveau.
Het project start in januari 2014, in principe doorlopend in opvolgende jaren.
580 uur
Voortraject: provinciale subsidie.
Realisering en facilitering vertrouwenspersoon: gemeenten.
Lokale cliëntenparticipatie na de decentralisaties
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
De decentralisaties en de ontschotting in het sociaal domein zijn veranderingen die
vragen om een vernieuwing en herijking van de cliëntenparticipatie en
belangenbehartiging. Op de AWBZ-geïndiceerde zorg is nu de inbreng van de
cliënten wettelijk geregeld via de WMCZ. Cliëntenraden zijn regionaal
georganiseerd. De zorg die naar de Wmo gaat, dient op lokaal of wijkniveau
invulling te krijgen. In de sociale wijkteams gaan diverse disciplines met elkaar
samenwerken. Inbreng vanuit cliëntenperspectief is er nauwelijks bij sociale
wijkteams. De ontschotting in het sociaal domein vraagt meer samenwerking
tussen de raden op het gebied van sociale zaken, welzijn, zorg en sociale
werkvoorziening. Gemeenten gaan samenwerkingsverbanden aan met andere
gemeenten. Per beleidsterrein verschillen deze verbanden. Al deze veranderingen
vragen ook een andere cliëntenparticipatie. Zowel gemeenten als Wmoadviesraden ervaren knelpunten in de destijds gekozen structuur van advisering.
De aansluiting vanuit belangenorganisaties en cliëntenraden met Wmoadviesraden wordt vaak gemist. Gemeenten stellen ook nieuwe eisen aan
belangenorganisaties met betrekking tot het daadwerkelijk vertegenwoordigen van
de achterban. Juist met het oog op de kanteling, waarbij gemeenten vraaggestuurd
gaan werken, mag de inbreng vanuit de cliënten zelf niet ontbreken. De vraag is
hoe deze op een effectieve - en voor degenen, die hierin actief zijn of willen zijn
werkbare - manier georganiseerd kan worden.
Wmo-adviesraden, belangenorganisaties, cliëntenraden.
Met de ondersteuning/procesbegeleiding vanuit Zorgbelang Zuid-Holland in
samenwerking met het programma Aandacht voor Iedereen (AVI) willen we
bereiken dat advies- en cliëntenraden op het sociaal domein goed samenwerken
en goed georganiseerd en toegerust zijn om vanuit cliëntenperspectief invloed uit te
kunnen oefenen op het gemeentelijk beleid op het gebied van zorg en welzijn en
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
15
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
2.2
2.2.1
het signaleren van knelpunten bij de uitvoering van dit beleid.
Men is zoekende naar de wijze en intensiteit van samenwerking tussen
verschillende Wmo-adviesraden. Wmo-adviesraden zoeken niet zelf of weten niet
hoe ze contact kunnen leggen met de cliëntenraden. Cliëntenraden van instellingen
hebben weinig tot geen contact met Wmo-adviesraden en het verschillende niveau
van participatie sluit niet aan.
Juist nu is het nodig om als onafhankelijke partij de verbindingen te leggen vanuit
het netwerk van Zorgbelang Zuid-Holland (zowel met cliëntenraden van
zorginstellingen als met Wmo-adviesraden en belangenorganisaties). Daarom is
juist de rol van Zorgbelang met een regionale binding hierin zo belangrijk.
Dit project brengt alle partijen, die in of voor de gemeente actief zijn bij elkaar en
bundelt de krachten op lokaal niveau.
• Er wordt informatie verzameld over samengaan advies-/cliëntenraden sociaal
domein (wat is er allemaal aan handreikingen, aanbod, etc.).
• Er wordt geïnventariseerd welke Wmo-adviesraden hierin voorop lopen, zowel
voordelen als aandachtspunten worden verzameld.
• Er wordt geïnventariseerd of er behoefte is aan
ondersteuning/procesbegeleiding bij Wmo-adviesraden.
Output:
• In tien gemeenten is ondersteuning, procesbegeleiding geboden.
• In tien gemeenten is een nieuw effectief model van cliëntenparticipatie
ingevoerd.
• Best practices van de gerealiseerde effectieve modellen zijn verspreid onder de
achterban.
Outcome:
• De cliëntenparticipatie op lokaal niveau is beter op elkaar afgestemd, waardoor
cliëntenraden AWBZ en Wmo-adviesraden beter samenwerken.
• De zorgvrager is beter gepositioneerd en goed vertegenwoordigd. Zo wordt de
invloed vanuit de positie en het perspectief van zorgvrager vergroot. Hierdoor
sluit het beleid en de uitvoering hiervan beter aan bij de vraag.
570 uur
Provinciale subsidie.
Cluster 2 Samenhang en decentralisatie
Ondersteuning Wmo-adviesraden
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Activiteiten
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
Vervolg op bestaande situatie/doorlopende activiteit.
Burgers en cliëntenorganisaties uit de betreffende gemeenten.
Wmo-adviesraden worden goed ondersteund: inhoudelijk en secretarieel.
Ondersteunen van Wmo-adviesraad/lokale participatie, deels in regionaal verband
en gericht op de decentralisaties:
• Werkzaamheden ambtelijk secretaris.
• Vergadering bijwonen.
• Verslaglegging.
• Aandragen inhoudelijke informatie.
• Eventuele extra inzet voor themabijeenkomst.
Output:
Tien, zo mogelijk meer, Wmo-adviesraden zijn inhoudelijk en/of secretarieel
ondersteund.
Outcome:
Burgers worden zoveel mogelijk betrokken en staan centraal bij het Wmo-beleid en
uitvoering hiervan.
2878 uur
Gemeenten
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
16
2.2.2
Voorzittersoverleg en contacten Wmo-adviesraden
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
2.2.3
Wmo-adviesraden hebben behoefte aan actuele informatie over ontwikkelingen in
zorg en welzijn, o.a. de drie decentralisaties benaderd vanuit cliëntperspectief, en
willen graag met andere raden uitwisselen over adviezen en aanpak
beleidsbeïnvloeding.
Wmo-adviesraden en voorzitters en in regio Zuid een klankbordgroep.
Bevorderen van een goede formele en informele participatie en het stimuleren van
de samenwerking tussen Wmo-adviesraden onderling en lokale
belangenbehartigers.
• Het organiseren van kennisbijeenkomsten o.b.v. wensen/behoeften Wmo-raden,
het onderhouden van structurele contacten met alle Wmo-adviesraden ZuidHolland, thema-/voorzittersbijeenkomsten per regio en een digitale Wmonieuwsbrief (zes keer per jaar) voor het gericht verstrekken van informatie aan
Wmo-adviesraden.
• Evaluatie van de bijeenkomsten.
• Het verstrekken van informatie en tips voor goede advisering.
Output:
• Vier thema-/voorzitterbijeenkomsten per regio (waarbij van alle regionale Wmoadviesraden afvaardiging aanwezig is).
• In de Alblasserwaard-Vijfherenlanden: een regionale adviesgroep die advies
geeft op het regionaal ontwikkeld Wmo-beleid en dat naar de lokale raden
brengt.
Outcome:
• Wmo-adviesraden zijn geïnformeerd over actuele ontwikkelingen, waardoor hun
kennis is vergroot; zij kunnen goede adviezen geven, informatie verstrekken en
overleggen met de belangenbehartigers in hun gemeente
• De cliëntparticipatie binnen de Wmo-adviesraden en gemeenten (samenwerking
tussen raden/gemeenten en overige lokale belangenbehartigers) is vergroot.
• Voorzitters kunnen elkaar gemakkelijker vinden in het adviseren op regionaal
ontwikkeld beleid.
• Vanuit het Wmo-voorzittersoverleg is er een grotere samenhang ontstaan bij de
formulering van gemeente-overstijgende adviezen (er is een breder onderling
draagvlak/samenwerking).
1061 uur
Provinciale subsidie
Kwaliteitsbewaking en verbetering: Regionaal beleid – wonen, welzijn en zorg (WWZ)
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Zorgbelang Zuid-Holland neemt al enige tijd deel aan de stuurgroepen en
werkgroepen van het regionaal beleid WWZ (drie subregio’s). Zorgbelang en
zorgvragers hebben hun inbedding in deze groepen (kerngroep WWZ in de Hoekse
Waard (HW) en het Pact van Bleskensgraaf). In de regio Zuid-Holland Noord is
Zorgbelang betrokken bij netwerken WWZ die eerder onderdeel uit hebben
gemaakt van de Regionale Cie Gezondheidszorg.
Participerende partijen op het gebied van wonen zorg en welzijn (gemeenten,
woningcorporaties, zorg en welzijnsaanbieders.
• Zorgvragersinbreng bij ontwikkelingen wonen, welzijn, zorg en vervoer in de
regio’s
• Bij de netwerkbijeenkomsten van het Pact van Bleskensgraaf de klantinbreng mede - vorm geven.
• Na opheffing Regionale Cie in Zuid-Holland Noord initiatieven nemen om met
eerder betrokken partijen vorm te geven aan cliëntparticipatie en
cliëntbetrokkenheid op deze gebieden.
• In de Hoeksche Waard geeft Zorgbelang informatie vanuit clieëntenperspectief.
De inbreng van de zorgvragers loopt via de gemeenten.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
17
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
2.2.4
• In het Pact van Bleskensgraaf wordt een netwerkbijeenkomst besteed aan het
cliëntenperspectief, daar kunnen de zorgvragers informatie halen en brengen.
De zorgvragers zien elkaar in de regio en kunnen met elkaar afstemmen. De
informatie kunnen zij gebruiken in de contacten met de eigen gemeente en
andere organisaties.
• Bijdrage leveren vanuit cliëntenperspectief om negatieve gevolgen van scheiden
van wonen en zorg te helpen voorkomen.
• Onderlinge contacten van belangenorganisaties, cliëntenraden en Wmoadviesraden versterken de belangenbehartiging. Op de netwerkbijeenkomsten
worden de belangen van de zorgvragers voor het voetlicht gebracht.
Output:
• Drie georganiseerde netwerkbijeenkomsten cliëntperspectief in samenwerking
met andere partijen.
• Acht vergaderingen.
• Themabijeenkomst.
• Twaalf agendapunten vanuit cliëntperspectief zijn ingebracht en besproken.
Outcome:
• Vertegenwoordigers van de stuurgroepen hebben de informatie uitgezet binnen
de eigen achterban/organisatie.
• Invloed op het regionaal beleid vanuit cliëntperspectief.
370 uur
Provinciale subsidie
Stimuleringsgesprekken cliëntperspectief bij decentralisaties
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
De gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor veel zorgtaken. Zorgbelang
Zuid-Holland is bij een aantal gemeenten en gemeentelijke
samenwerkingsverbanden al betrokken bij deze transities.
In diverse deelprojecten die in 2013 zijn uitgevoerd (PGB, respijtzorg, toegang,
klachtopvang Wmo, wijkgerichte aanpak) is informatie verzameld en zijn producten
ontwikkeld die gemeenten kunnen helpen bij een goede invoering van de transities
i.s.m. cliënten. In samenwerking met het landelijk project Aandacht voor Iedereen
(AVI) levert Zorgbelang Zuid-Holland een belangrijke bijdrage als verbindende partij
tussen beleidsmakers en cliënten/zorgvragers/mantelzorgers.
Gemeenten, Wmo-adviesraden, lokale belangenbehartigers en
cliëntenorganisaties.
• De zorgtaken van de gemeenten zijn op een goede manier ingevuld, waarbij de
cliënten zo min mogelijk hinder ondervinden van de overgang. We streven er
naar dat de zorg en/of ondersteuning juist nog beter aansluit bij de behoeften.
• Cliënten worden betrokken bij de transities en in het beleid is het
cliëntenperspectief opgenomen.
• Het voeren van 35 stimuleringsgesprekken op ambtelijk en bestuurlijk niveau,
lokaal en regionaal (beleidsmedewerker/wethouder) met gemeenten. Doel:
uitwisseling stand van zaken transities, stimuleren patiëntpatiënt/cliëntparticipatie in beleidsontwikkeling en tevens mogelijke signalen die wij
ontvangen hebben over betreffende gemeente bespreken, goede voorbeelden
aanhalen en passende advisering en/of maatwerkbegeleiding aanbieden.
• Het aanbieden van de informatiemap t.b.v. gemeenten met relevante
tools/bestaande en/of nieuwe handreikingen om te gebruiken in beleidsvorming
en een actueel productaanbod van Zorgbelang Zuid-Holland.
• Werving en selectie van cliënten/zorgvragers/mantelzorgers ten behoeve van
focusgroepen die, eventueel i.s.m. AVI-adviseurs worden uitgevoerd.
Deelnemers worden voorbereid om op effectieve wijze hun
ervaringsdeskundigheid in te brengen en aanbevelingen te doen tijdens deze
bijeenkomsten met beleidsmedewerkers/raadsleden/Wmo-adviesraden.
Output:
• Er hebben 35 gesprekken plaatsgevonden waarin afspraken zijn gemaakt over
actieve cliëntparticipatie in beleidsvorming rondom de decentralisaties.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
18
• Overzicht van gemeenten over status van beleidsvorming in het kader van de
drie decentralisaties en mate van beleidsbeïnvloeding en betrokkenheid daarbij
vanuit cliëntperspectief.
• Informatiemappen met tools/handreikingen voor gemeenten zijn verspreid.
Ureninzet
Financiering
2.2.5
Outcome:
• De stimuleringsgesprekken hebben geleid tot aantoonbaar (meer) inbreng van
cliëntperspectief bij beleidsvorming van de transities.
• Cliënten ervaren weinig tot geen hinder van de overgang van zorgtaken naar de
gemeenten.
• Borging van cliëntperspectief door betrokkenheid Zorgbelang bij
cliëntenervarings-/tevredenheidsonderzoeken.
1360 uur
Provinciale subsidie. Opdrachten die uit dit project voortkomen, worden
gesubsidieerd door de betreffende gemeenten.
Wijkgerichte participatie/zorg dicht bij huis
Aanleiding
Doelstelling
Doelgroep(en)
Projectomschrijving
In het kader van bezuinigingen, decentralisatie AWBZ en extramuralisatie wordt in
veel gemeenten nagedacht over een passend aanbod van zorg en welzijn in
buurten/wijken. Sociale wijkteams worden gevormd waarin vertegenwoordigers
van zorgaanbieders met elkaar op wijk-/buurtniveau afstemmen. Soms wordt één
en ander georganiseerd door een wijk-/buurtregisseur die partijen tot elkaar
brengt. Zorg en welzijn wordt meer en meer vanuit de cliënt georganiseerd
(Kanteling.) In al deze activiteiten van professionals wordt juist de aansluiting
gemist met mantelzorgers, zorgvrijwilligers, buurt/wijkbewoners. Om de civil
society te stimuleren waarbij netwerkvorming en goede afstemming tussen formele
en informele zorg rondom zorgvragers in de wijk/buurt opgezet en versterkt kan
worden is het van essentieel belang dat genoemde groepen participeren in de
wijkteams en/of een nauwe relatie hebben met een wijkregisseur.
Het project is gestart in 2013 en loopt door in 2014.
Stimuleren van en samenwerken met gemeenten en aanbieders van zorg en
welzijn vanuit de vraag om buurt-/wijkbewoners, mantelzorgers vanuit de wijk,
maar ook vanuit andere wijken die wijk-/buurtgebonden mantelzorg verrichten,
zorgvrijwilligers en vrijwilligers te betrekken bij (sociale) wijkteams en het
buurtregisseurwerk. De participatie, mede door inbreng van ervaringskennis en deskundigheid van deze groepen kan het draagvlak voor netwerkvorming rondom
zorgvragers bevorderen.
Gemeenten, aanbieders van zorg en welzijn, zorgvragers, mantelzorgers,
vrijwilligers.
• In 2013 zijn gesprekken geweest met zorgvragers en mantelzorgers over hun
mogelijkheden en belemmeringen om deel te nemen aan activiteiten in de wjik.
Gekeken is naar een passende vorm waarin de inbreng mogelijk is vanuit de
zorgvrager en mantelzorger in Moerwijk (interviews door stagiaires en
ervaringsdeskundige vrijwilligers, groepsgesprekken op vindplaatsen van
doelgroepen, samenwerking met cliënten en bewonersorganisaties, overige
contacten vanuit Zorgbelang met bewoners met een beperking in de wijk).
• Aan de hand van de uitkomsten en gebleken werkbare methoden deze pilot in
de Haagse wijk Moerwijk i.s.m. Xtra Welzijn uitvoeren, evalueren en
aanpassen.
• Met diverse welzijnsorganisaties en zorgaanbieders in gemeenten gesprekken
voeren over en aanzet geven tot participatie van mensen met een beperking.
• Aan de hand van de uitkomst van de pilot in Moerwijk en de afspraken met
welzijns- en zorgorganisaties in gemeenten een maatwerk projectplan per
gemeente opstellen t.b.v. een wijk/buurt en het verwerven van fondsen ter
uitvoering in 2015.
• Samenwerkingsafspraken maken met gemeenten/zorg- en welzijnsaanbieders.
• Koppelen door Zorgbelang Zuid-Holland van mensen uit het netwerk van
Zorgbelang aan wijk-/teamoverleggen of overleg met de wijkregisseur.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
19
•
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
2.2.6
Achterbanleden ondersteunen in hun beïnvloedingswerk in het wijkteam om
doelmatige netwerkvorming rondom zorgvragers te realiseren.
Het project wordt voor een goede afstemming en efficiëntie gecombineerd
uitgevoerd met het project 3.2.1.1 ‘Kwaliteit van leven van thuiswonende ouderen
met complexe zorgvraag en rol HA-zorg’ indien dit project eveneens wordt
uitgevoerd in Moerwijk.
Output
• Aanbevelingen - in samenspraak met zorgvragers en mantelzorgers - voor Xtra
Welzijn en andere zorg- en welzijnsorganisaties in de wijk.
• Projectplannen voor de uitrol naar andere wijken/gemeenten uit te voeren in
2015.
Outcome
• Er is een passende vorm gevonden om zorgvragers en mantelzorgers effectief
te betrekken bij (sociale) wijkteams en buurtregisseurswerk.
• Voor de wijk Moerwijk is inzicht verkregen in de belemmeringen en
mogelijkheden die bewoners met een beperking zelf ervaren om te kunnen
participeren, waardoor de samenwerking formele en informele zorg beter
verloopt dan voorheen.
• Er zijn (meer) doelmatige netwerken rondom zorgvragers in wijken/buurten
gevormd.
865 uur
Provincie (uren medewerkers), fondsen en gemeenten (kosten voor vrijwilligers
opleiden e.d.)
Provinciaal Platform Mobiliteit & Veiligheid (PPMV)
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Aandacht vanuit mensen in een kwetsbare positie op het gebied van Mobiliteit &
Veiligheid (zowel Openbaar Vervoer als Collectief Vraaggericht Vervoer).
Burgers met een beperking die zich in een kwetsbare positie bevinden.
Het stimuleren van betrokken partijen (gemeenten, provincie, stadsgewesten,
opdrachtgevers en vervoerders) om te komen tot een netwerk van adequaat
(fijnmazig, toegankelijk, betaalbaar, veilig, etc.) openbaar en collectief vervoer. Dit
alles ter verbetering van het vervoer voor mensen met een beperking.
• Volgen en vertalen van landelijke, provinciale en regionale ontwikkelingen en
wetgeving voor regionale en lokale netwerken van belangenbehartigers.
• Verbreden van de samenstelling van het PPM&V.
• Uitwisselen van kennis en ervaringen door belangenbehartigers op provinciaal
niveau.
• Het verbinden van diverse betrokken partijen, deskundigen en
belangenbehartigers met als doel: uitwisseling vanuit diverse invalshoeken om
te komen tot kwaliteitsverbeteringen in het vervoer.
• Vraaggestuurde ondersteuning van regionale en lokale netwerken van
belangenbehartigers door informatie- en kennisoverdracht en de organisatie
van themabijeenkomsten in de regio’s.
• Helpdeskfunctie voor belangenorganisaties op het terrein van mobiliteit en
veiligheid.
• Monitoring van de vervoerssituatie van bijzondere doelgroepen in de provincie.
• Organisatie van twee provinciale bijeenkomsten over vervoer en veiligheid.
Output:
• Overzicht vervoerssituatie van bijzondere doelgroepen in de provincie.
• Twee provinciale themabijeenkomsten Mobiliteit en Veiligheid.
• Bredere samenstelling van het platform.
• Acht regionale themabijeenkomsten met kennisoverdracht/
deskundigheidsbevordering voor lokale/regionale belangenbehartigers in
vervoer.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
20
Ureninzet
Financiering
2.2.7
Outcome:
Versterkte positie en inspraak belangenbehartigers op provinciaal, regionaal en
lokaal niveau en meer adequate beleidsbeïnvloeding vervoersbeleid voor
bijzondere doelgroepen, met name op de knelpunten contractvervoer en deelname
aan het openbaar vervoer.
Ondersteuning van het platform: 300 uur
Uitvoering: vrijwilligers
Provincie
Provinciaal Platform Wonen (PPW)
Aanleiding
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
De huisvestingssituatie in relatie tot de scheiding van wonen en zorg,
scheefwonen, decentralisatie van de AWBZ, verschraling van het beleid voor het
realiseren van woningaanpassingen en de aansturing van woningbouwcorporaties
door gemeenten, vraagt nu meer dan ooit beleidsbeïnvloeding door
belangenorganisaties.
• Het stimuleren van betrokken partijen (gemeenten, woningbouwcorporaties,
projectontwikkelaars, zorgorganisaties) om te komen tot adequate (geschikte en
betaalbare) huisvesting van kwetsbare groepen in onze samenleving inclusief
een passende woonomgeving.
• Beleidsbeïnvloeding door cliëntparticipatie van belangenbehartigers t.a.v.
bijzondere woonvormen en algemeen toegankelijk bouwen met tastbare
resultaten.
• Versterking lokale/regionale belangenbehartiging.
• Eenmaal per kwartaal provinciale uitwisseling over actuele
kennis/knelpunten/oplossingen door belangenbehartigers in het PPW.
• Volgen en vertalen van landelijke ontwikkelingen en wetgeving op het gebied
van huisvestingsbeleid voor regionale en lokale netwerken van
belangenbehartigers.
• Verbreding van de samenstelling van het PPW.
• Het verbinden van diverse partijen, deskundigen en belangenbehartigers om
vanuit verschillende invalshoeken beleid nader vorm te geven.
• Versterking van lokale/regionale netwerken van belangenbehartigers door
informatieoverdracht en de organisatie van themabijeenkomsten.
• Helpdesk voor belangenorganisaties op het gebied van wonen.
• Monitoring van de huisvestingssituatie van bijzondere doelgroepen in de
provincie (Zicht op wonen-monitor i.s.m. Tympaan).
• Organisatie van een provinciale themabijeenkomst over wonen: bevordering zo
lang mogelijk zelfstandig wonen.
Output:
• Mogelijk verbeterplan voor het PPW in 2015 n.a.v. uitkomsten jaarlijkse
effectiviteits- en tevredenheidsmeting deelnemers PPW en
belangenorganisaties.
• Verbreding van de samenstelling van het PPW.
• Vier provinciale uitwisselingen waarbij actuele kennis en ervaringen met elkaar
zijn uitgewisseld alsmede het soort en aantal adviezen wat op basis van die
uitwisseling regionaal/lokaal is uitgezet en de effecten daarvan.
• In de acht provinciale subregio’s heeft versterking van regionale en lokale
netwerken van belangenbehartigingsorganisaties plaatsgevonden door kennis/informatieoverdracht.
• Provinciale themabijeenkomst met kennisoverdracht op het gebied van wonen
ten behoeve van brede achterban met een bereik van minimaal 100 personen.
• Acht regionale thema-/deskundigheidsbevorderingsbijeenkomsten ten behoeve
van lokale/regionale belangenbehartigers.
• Helpdeskfunctie vervuld voor belangenorganisaties op het terrein van wonen.
• Overzicht van meest gestelde vragen en antwoorden daarop.
Outcome:
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
21
Ureninzet
Financiering
Aantoonbaar effectievere beleidsbeïnvloeding door lokale/regionale
belangenbehartigers op het gebied van huisvesting voor specifieke doelgroepen
op de onderwerpen ‘toegankelijk bouwen, scheiden van wonen en zorg,
woonmonitor en aansturing woningbouwcorporaties’.
Uitvoering: vrijwilligers
Ondersteuning van het platform: 300 uur
Provincie
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
22
3 Programmalijn 3
3.1
3.1.1
Cluster 1 Medezeggenschap en Beïnvloeding
Collectieve belangenbehartiging cure
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
3.1.2
Het netwerk Cure bestaat uit vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties en van
een aantal cliëntenraden ziekenhuizen. Het netwerk van goed ingevoerde
belangenbehartigers is voor Zorgbelang belangrijk om adviezen te verstrekken aan
zorgaanbieders en instanties. De ervaring leert dat het netwerk Cure een aantal
keer per jaar moet worden gevraagd Zorgbelang te adviseren op een actueel
onderwerp. Het netwerk is nu actief in de regio Haaglanden.
Patiënten met een chronische aandoening.
Zorgbelang krijgt advies van het netwerk Cure op actuele onderwerpen die van
belang zijn voor zorgvragers die gebruikmaken van curatieve zorg om in te zetten
bij de collectieve belangenbehartiging cure.
• Zorgbelang organiseert tenminste vier bijeenkomsten van het netwerk Cure
(Zuid-Holland West) en zit deze bijeenkomsten voor.
• Het netwerk is doorlopend beschikbaar om hun advies te geven over
actualiteiten, signalen in te brengen en te helpen bij het innemen van
standpunten.
• Opzetten netwerken Cure in tenminste twee andere regio’s van Zuid-Holland.
• Patiënten denken mee over belangrijke actuele zorgvraagstukken en oefenen
invloed uit op beleidskeuzes binnen instellingen die rond deze vraagstukken
gemaakt worden.
• Zorgbelang komt met de inbreng van het netwerk op voor patiënten en oefent
invloed uit op beleidsbepalers.
Output:
• Vier bijeenkomsten netwerk Cure georganiseerd en voorgezeten.
• Adviezen op basis van actuele onderwerpen.
Outcome:
Actuele thema’s zijn beïnvloed vanuit patiëntenperspectief.
180 uur
Provinciale subsidie
Keuze ziekenhuis en eigen regie bij ziekenhuiszorg
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Dit project is geïnitieerd door het netwerk Cure (vertegenwoordigers van
patiëntenorganisaties en van een aantal cliëntenraden van ziekenhuizen).
Ervaringen van (chronisch zieke) patiënten leren dat het een inspannende
zoektocht is om een ziekenhuis, specialist en behandeling te vinden waar je de
beste kwaliteit van zorg krijgt voor jouw aandoening en aansluitend op de kwaliteit
van leven die jij als patiënt wilt bereiken.
Indien je een ziekenhuis, behandelaar en behandeling gevonden hebt is het
vervolgens een continue opgave om de eigen regie te behouden dan wel te
versterken. Als patiënt kom je snel in een afhankelijkheidsrelatie terecht, ook al was
je voorheen mondig.
Patiënten die gebruikmaken van ziekenhuiszorg.
Patiënten krijgen meer grip op het zoeken naar een passend ziekenhuis, specialist
en behandeling en versterken eigen regie.
• Ervaringsdeskundigen brengen voor medepatiënten in kaart wat zij kunnen doen
om meer grip te krijgen op de keuze voor een bepaald ziekenhuis, specialist en
behandeling en wat zij vervolgens kunnen doen om de eigen regie te behouden.
• Tips en hulpmiddelen worden verspreid onder patiëntenorganisaties zodat ze
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
23
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
3.1.3
Outcome:
Patiënten hebben meer grip op het zoeken naar een passend(e) ziekenhuis,
specialist en behandeling en hebben meer eigen regie.
230 uur
Fonds
Cliënteninbreng Palliatieve Zorg
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
3.1.4
voor patiënten toegankelijk zijn.
• Patiënten krijgen handvatten om zich mondiger op te stellen en bewuster te
kiezen voor een ziekenhuis, specialist en behandeling. Rekening houdend met
de beste kwaliteit van zorg passend bij de aandoening en aansluitend op de
kwaliteit van leven die de patiënt wil bereiken.
Output:
• Lijst met tips over keuze voor een ziekenhuis of specialist voor en door
patiënten.
• Keuzeondersteunende informatie als hulpmiddel voor patiënten breed verspreid.
De groep zorgvragers die gebruikmaakt van palliatieve zorg is per definitie een
kwetsbare groep zorgvragers. Belangenbehartiging voor deze groep zorgvragers
dient via vertegenwoordigers georganiseerd te worden. Zorgbelang organiseert dit,
zodat ook palliatieve zorg aansluit bij de behoeften van zorgvragers. In 2014 is er
specifiek aandacht voor het feit dat veel zorgvragers (en soms ook zorgaanbieders)
vaak niet of slecht op de hoogte zijn van de mogelijkheden van palliatieve zorg.
Zorgvragers en hun naasten, mantelzorgers, zorgaanbieders.
• Bekendheid mogelijkheden van palliatieve zorg onder zowel zorgvragers als
zorgaanbieders vergroten.
• Door middel van cliënteninbreng de kwaliteit van de palliatieve zorg verhogen en
bewaken.
• Zorgaanbieders adviseren (hoe) op passende wijze zoveel mogelijk bekendheid
te geven aan zorgvragers over de mogelijkheden van palliatieve zorg.
• Organisatie twee themabijeenkomsten, één in Zuid-Holland Noord en één in
Zuid-Holland Zuid, voor de zorgvragers en hun naasten, mantelzorgers en de
netwerken Palliatieve Zorg.
• Informatiemateriaal voor patiënten over de (mogelijkheden van) palliatieve zorg
ontwikkelen. Zodat zij zelf kunnen kiezen en de regie behouden over hun
levenseinde waarbij de kwaliteit van leven tot het einde toe voorop staat.
Output:
• Materialen om bekendheid van palliatieve zorg te vergroten zijn ontwikkeld met
inbreng van zorgvragers (brochure/artikelen/films).
• Twee themabijeenkomsten, één in Zuid-Holland Noord en één in Zuid-Holland
Zuid, voor de zorgvragers en hun naasten, mantelzorgers en de netwerken
Palliatieve Zorg.
• Toename aantal nieuwe verwijzers naar palliatieve voorzieningen en opname in
protocollen van zorgaanbieders.
Outcome:
• Zowel zorgvragers als zorgaanbieders zijn beter op de hoogte van de
mogelijkheden van palliatieve zorg.
• De palliatieve zorg is opgenomen in de protocollen rond het levenseinde.
• Adviezen van cliënten zijn gebruikt in besluitvorming over palliatieve zorg.
216 uur
Provinciale subsidie
Beïnvloeding ziekenhuizen
Aanleiding
Er is een fusiegolf bij ziekenhuizen gaande en een pleidooi van zorgverzekeraars
over spreiding en concentratie van medisch specialistische zorg. Zorgbelang vindt
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
24
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
3.1.5
het onvoldoende duidelijk hoe het belang van patiënten in deze toekomstbepalende
ontwikkeling van ziekenhuiszorg is geborgd.
Er liggen kansen en mogelijkheden om cliëntenmedezeggenschap in het
veranderende land van de ziekenhuiszorg vorm te geven op locatieniveau en een
koppeling te maken met de dialoog/uitwisseling tussen patiënten en zorgverleners
bij zorginhoudelijke vraagstukken.
Iedereen die gebruikmaakt van ziekenhuiszorg.
Teneinde het patiëntenperspectief te borgen wordt de samenwerking met de twintig
ziekenhuizen in de provincie Zuid-Holland verkend. Bij zes ziekenhuizen in ZuidHolland lopen reeds gesprekken over mogelijke samenwerking.
• In vijf maanden tijd (eerste helft 2014) worden met veertien ziekenhuizen
afspraken gepland tussen het management van Zorgbelang en de RvB van
ziekenhuizen over de mogelijke samenwerking.
• Het verder ontwikkelen en borgen van structurele patiëntenparticipatie en
verbeteringen van de kwaliteit van zorg.
Output:
• Gesprekken directie Zorgbelang met de RvB van veertien ziekenhuizen in ZuidHolland.
• Alle bezochte ziekenhuizen hebben laten weten hoe zij het belang van patiënten
borgen bij de ontwikkeling van het beleid t.a.v. spreiding en concentratie. Deze
gesprekken hebben in 2014 bij vijf ziekenhuizen geleid tot
samenwerkingsafspraken.
Outcome:
Beleid van spreiding en concentratie is aantoonbaar beïnvloed vanuit
patiëntenperspectief.
1065 uur
Start met pilot via provinciale subsidie is mogelijkheid onder voorwaarde dat er
commitment is om samen naar structurele financiering te zoeken.
Samenwerkingstrajecten realiseren met AWBZ-instellingen
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Zorgbelang Zuid-Holland onderhoudt contacten met AWBZ-instellingen (VV&T, VG
en GGz) in de provincie. Zorgbelang wil met meer instellingen in de provincie
samenwerkingstrajecten aangaan om de betrokkenheid van cliënten bij de kwaliteit
van zorg te vergroten. In dialoog met de instelling en de cliënt wil Zorgbelang
beproefde methoden en middelen inzetten om dit te bereiken en/of nieuwe
methodes ontwikkelen. Ook wil Zorgbelang Zuid-Holland in navolging van
Zorgbelang Fryslân instellingen interesseren voor de Belangenbehartigersstoel:
een of meer adviseurs van Zorgbelang worden minstens twee jaar ingehuurd door
die instelling met als doel de kwaliteit van de zorg vanuit het perspectief van de
cliënten te verbeteren.
Cliënten uit de VV&T-sector, VG-sector en GGz en hun mantelzorgers.
Samenwerkingstrajecten realiseren met AWBZ-instellingen om de betrokkenheid
van cliënten bij de kwaliteit van zorg te vergroten.
• Overleg met 20 instellingen, waarvan met zes een samenwerkingstraject wordt
aangegaan en twee willen werken met het concept Belangenbehartigersstoel.
• In de instellingen waar de samenwerkingstrajecten worden vormgegeven, wordt
de cliëntbetrokkenheid vergroot en wordt de kwaliteit van zorg verbeterd op die
punten waarover zij zijn geraadpleegd en die voor hen van belang zijn.
• De dialoog met cliënten wordt steeds belangrijker gevonden en dit versterkt hun
positie. Instellingen willen meer vraaggestuurd werken en willen weten wat hun
cliënten vinden van de kwaliteit van zorg. Kwantitatieve methoden zoals een CQindex voorzien minder goed in die behoefte dan kwalitatieve methoden zoals
panel-, focus, spiegelgesprekken en/of andere methoden en instrumenten om de
ervaren kwaliteit te meten op onderdelen van zorg.
• Er worden verkennende gesprekken gevoerd met Raden van Bestuur en daarna
in andere lagen van de organisatie, samenwerkingsprojecten worden in gang
gezet en uitgevoerd. Per instelling worden afspraken gemaakt over de
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
25
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
3.1.6
samenwerking en de projecten die zullen worden uitgevoerd. Er volgen zes
afzonderlijke projectvoorstellen in de loop van 2014.
Output:
• Met 20 instellingen is gesproken.
• Met zes van die instellingen is Zorgbelang een samenwerkingstraject
aangegaan.
• Er zijn zes projecten uitgevoerd of in gang gezet.
• Twee van de zes instellingen nemen de Belangenbehartigersstoel af.
Outcome:
De cliëntbetrokkenheid is aantoonbaar vergroot en de kwaliteit van zorg is
verbeterd.
1152 uur plus projecturen
Provinciale subsidie aangevuld met financiering via aanbieder en/of verzekeraar.
Beïnvloeding zorgverzekeraars en zorgkantoren
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Zorgverzekeraars en zorgkantoren financieren de zorg vanuit middelen die door
zorgvragers van nu en zorgvragers van de toekomst bij elkaar zijn gebracht. Het is
voor zorgvragers van belang dat zij zorg zo goed mogelijk inkopen; voldoende
kwaliteit, voldoende keuze en beschikbaarheid van zorg, continuïteit van zorg en
een acceptabele prijs.
Zorgbelang heeft met verschillende verzekeraars en zorgkantoren (Achmea, AzivoMenzis, CZ en VGZ) convenanten afgesloten. Met andere verzekeraars heeft
Zorgbelang regulier overleg (DSW en Zorg en Zekerheid). Zorgvragers hebben via
collectieve belangenbehartiging invloed op de zorginkoop. Gezamenlijke projecten
versterken de rol van collectieve belangenbehartiging.
In 2014 wil Zorgbelang dit netwerk onderhouden en benutten om de collectieve
belangenbehartiging te versterken. Enerzijds door direct invloed uit oefenen op de
zorginkoop, anderzijds door met middelen van verzekeraars projecten te starten
gericht op kwaliteitsverbeteringen.
Alle doelgroepen binnen de achterban van Zorgbelang.
• De zorginkoop beïnvloeden vanuit patiëntenperspectief.
• Knelpunten in de manier waarop de zorginkoop uitpakt voor zorgvragers
bespreken.
• Met ten minste drie verzekeraars samenwerkingsprojecten uitvoeren.
• Vanuit signalering (zie 3.3.2) worden knelpunten geïdentificeerd, geadresseerd,
besproken en worden afspraken gemaakt om ze op te lossen.
• Zorgbelang neemt deel aan raden van advies van Zorgkantoren en ondersteunt
belangenbehartigers die ook deelnemen.
• Coördinatie van het convenant tussen de Zorgbelang-organisaties en CZ.
• Uitvoeren verbeterprojecten in het kader van het convenant tussen de
Zorgbelang-organisaties en Achmea.
• Uitvoeren van het regionaal convenant met VGZ-zorgkantoren.
• Regulier overleg met zorginkopers Curatieve en Eerstelijnszorg en
samenwerking rond GGz-zorginkoop met DSW, CZ en Azivo-Menzis.
• Vanuit signalering (zie 3.3.2) worden knelpunten geïdentificeerd, geadresseerd,
besproken en worden afspraken gemaakt om ze op te lossen.
Output:
• Ervaren knelpunten zijn verholpen (zie 3.3.2 en 3.3.3).
• Er zijn drie projecten uitgevoerd, bij elk van deze projecten is omschreven welke
meerwaarde dat heeft gehad voor zorgvragers.
Outcome:
• Samenwerkingsprojecten met zorgverzekeraars en -kantoren hebben
aantoonbaar geleid tot een beter inzicht in de behoeften van zorgvragers en van
daaruit aanpassingen van het zorginkoopbeleid.
• Verbeterde zorginkoop door verzekeraars vanuit cliëntenperspectief.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
26
Ureninzet
Financiering
3.1.7
Patiënten- en cliëntenberaden
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
1
1000 uur plus projecturen
Naast provinciale financiering zorgverzekeraars en (aan verzekeraars gelieerde)
fondsen
Goede zorg komt mede tot stand indien de stem van de patiënt hoorbaar is.
Cliëntenberaden bieden een platform om de stem van de patiënt structureel
hoorbaar te maken. Dit houdt zorgaanbieders alert. Zorgaanbieders zijn in
toenemende mate geïnteresseerd in de mening van patiënten. Zorgbelang helpt
zorgaanbieders patiëntenparticipatie (krachtens de WMCZ zijn zij daartoe verplicht)
te organiseren.
Door het onderhouden van contacten met sleutelfiguren uit patiëntengroepen,
1
cliëntenberaden ziekenhuizen en zorgaanbieders in de eerste en tweede lijn
oefent Zorgbelang invloed uit op het beleid van zorgaanbieders. Daarbij wordt op
actuele ontwikkelingen, vragen en opdrachten ingespeeld.
Patiënten (potentiële) en bezoekers van Diaconessenhuis Leiden, LUMC, Rijnland
Ziekenhuis, Regionale Ambulancevoorziening Hollands Midden (RAV),
Samenwerkende Huisartsen Rijnland (SHR) en Erasmus MC.
• Versterken van patiëntenparticipatie in de (ziekenhuis)zorg. De zorg voor de
patiënt vanuit verschillende disciplines en afdelingen is beter op elkaar
afgestemd, knelpunten en verbeterplannen zijn besproken.
• Structureel betrekken van cliënten(be)raden bij de uitvoering van projecten op
het gebied van kwaliteit van (ziekenhuis)zorg en collectieve belangenbehartiging
van Zorgbelang bij zorgaanbieders.
• De ambitie is deze vorm van patiëntenparticipatie verder uit te breiden naar
andere zorgaanbieders in de provincie.
Vier cliëntenberaden zijn medezeggenschapsorganen van zorgaanbieders.
Deelnemers zijn bij de zorgaanbieders betrokken zorgvragers. Cliëntenberaden
worden door Zorgbelang inhoudelijk ondersteund en voorgezeten.
• Contact onderhouden met cliënten(be)raden van Diaconessenhuis Leiden,
LUMC, Rijnland Ziekenhuis, Regionale Ambulancevoorziening Hollands Midden
(RAV), Samenwerkende Huisartsen Rijnland (SHR) en deelname aan het Lokaal
Cliënten Beraad (LCB) van het Erasmus MC.
• Per zorgaanbieder, afhankelijk van vraag en thema, kunnen de activiteiten
verschillen. Vanuit patiëntperspectief worden verbeterpunten aangedragen en
gerealiseerd. De (ziekenhuis)zorg zal beter worden op punten die door patiënten
en mantelzorgers zelf zijn benoemd.
• Zorgaanbieders monitoren of zij naar aanleiding van gegeven adviezen
cliënten(be)raden raadplegen.
• Deelname aan overleg lokaal cliëntenberaad (LCB) van Erasmus MC en zorgen
dat vertegenwoordigers van haar achterban deelnemen. Zorgbelang vindt het
belangrijk actief te betrokken te zijn in dit cliëntenberaad, gezien het belang een
academisch ziekenhuis heeft voor zorgvragers. Het LCB is nog zoekend naar
een formele positie binnen het Erasmus MC. Zorgbelang wil ook die ontwikkeling
beïnvloeden.
Output:
De patiëntenparticipatie binnen de (ziekenhuis)zorg is als volgt versterkt:
• Knelpunten, wensen en behoeften zijn geïnventariseerd en besproken door
cliënten(be)raden.
• Cliëntenberaden zijn ondersteund en voorgezeten door Zorgbelang.
• Periodiek overleg van de cliëntenberaden met de (eind)verantwoordelijken van
verschillende zorgaanbieders is georganiseerd.
• Op actuele vragen en thema’s die aan de orde zijn bij de verschillende
zorgaanbieders is ingespeeld, zowel vanuit het perspectief van zorgaanbieders
als vanuit het perspectief van patiënten.
• De cliëntenberaden hebben gevraagd en ongevraagd advies uitgebracht waarin
Waar ‘zorgaanbieders’ staat kan ook gelezen worden ‘individuele zorgverleners’.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
27
•
•
Ureninzet
Financiering
3.1.8
het perspectief van patiënten zichtbaar is.
Controle op verbeteracties en bijdrage tot verbetering is geleverd.
Het belang van zorgvragers is ingebracht in het LCB van het Erasmus MC.
Outcome:
• De (ziekenhuis)zorg voor de patiënt vanuit verschillende zorgaanbieders,
disciplines en afdelingen in de regio is beter op elkaar afgestemd.
• Patiënten en bezoekers van het ziekenhuis ervaren meetbaar
patiëntvriendelijker zorg.
• Zorg verschuift van aanbodgericht naar vraaggericht. Zorgaanbieders raken
zodoende meer en meer bewust van de werkelijkheid van de patiënt. De
dialoog tussen patiënten en zorgaanbieders komt verder op gang.
• Zowel de cliëntenberaden, de zorgaanbieder als Zorgbelang zijn tevreden over
deze vorm van patiëntenparticipatie.
400 uur
Projectfinanciering, deelname aan het LCB is vanuit provinciale middelen (50 uur).
Digitale informatieoverdracht
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Bij zowel patiënten als bij zorgaanbieders is ‘digitale informatie-uitwisseling’ een
thema. Patiënten willen in toenemende mate (actief) inzicht in hun
patiëntgegevens. Zorgaanbieders willen patiënten meer betrekken bij zorg en
behandeling.
Patiënten worden in toenemende mate geconfronteerd met digitale informatieuitwisseling, zowel tussen zorgverleners onderling als tussen patiënt en
zorgverlener. Een patiënt vindt het belangrijk dat hij, samen met zijn zorgverlener,
zoekt naar mogelijkheden om ook zelf een bijdrage te leveren aan zijn behandeling.
Om hierbij weloverwogen beslissingen te nemen, is actuele informatie noodzakelijk;
eigen regie en zelfmanagement. Iedere burger moet elektronisch toegang krijgen
tot al zijn medische gegevens die via een EPD en andere elektronische netwerken
uitgewisseld worden. Steeds vaker wordt Zorgbelang gevraagd vanuit
patiëntperspectief input te leveren.
Patiënten van ziekenhuizen, gezondheidcentra eerste lijn.
De ontwikkeling naar digitale informatie-uitwisseling tussen zorgverleners onderling
en met patiënten valt niet te keren. Patiëntenparticipatie is daarbij essentieel.
Patiënten willen meebeslissen over de verschillende toepassingen van
elektronische informatie-uitwisseling; welke informatie is beschikbaar en voor wie
toegankelijk, hoe is het geven van toestemming geregeld, hoe is het gesteld met
het gebruiksgemak en de toegankelijkheid. Tal van regionale initiatieven zijn
vanwege het ontbreken van patiëntparticipatie mislukt.
• De betrokkenheid van patiënten vergoten bij de implementatie van digitale
informatie-uitwisseling en de ontwikkeling van patiëntenportals, zodat zij de
digitale informatie-uitwisseling ervaren als helpend en ondersteunend aan de
behandeling.
• Digitale informatie-uitwisseling draagt bij aan kwaliteit van zorg en kwaliteit van
leven.
• Zorgbelang is betrokken bij verschillende projecten, variërend van regionale naar
lokale schaal: Sleutelnet (Zorgbelang is lid van de Programmaraad van
Sleutelnet), Medicatieoverdracht en Landelijk Schakelpunt (LSP) kernregio Zorg
en Zekerheid, Expertgroep privacy (Sleutelnet), Patiëntenportal
Gezondheidscentrum Stevenhof – Wantveld, Patiëntenportal LUMC;
Transmuraal Netwerk Midden-Holland project ‘Patiënt begeerd dossier’,
Regionale Privacycommissie Rijnmond, Medicatieoverdracht en LSP Ketenzorg
Drechtsteden.
• In opdracht van en in overleg met zorgaanbieders organiseert Zorgbelang
patiëntenraadplegingen. Zorgbelang heeft daartoe een aantal tools ter
beschikking, zoals enquêtes en focusgroepen.
• Zorgbelang voert overleg met en geeft voorlichting vanuit patiëntenperspectief
aan (samenwerkingsverbanden van) zorgverleners.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
28
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
3.1.9
Output:
• Bij de genoemde samenwerkingsverbanden van zorgaanbieders zijn patiënten
actief betrokken bij de ontwikkeling van digitale informatie-uitwisseling.
• Digitale informatie-uitwisseling is samen met patiënten en gebruikers
(spiegelgesprek, focusgroep) geëvalueerd.
• Bevindingen zijn gedocumenteerd.
Outcome:
• Patiënten hebben een aantoonbare inbreng gehad bij de totstandkoming van
patiëntenportals.
• Digitale informatie-uitwisseling is inzichtelijk en transparant voor patiënten.
• Patiënten ervaren digitale informatie-uitwisseling als helpend en ondersteunend
aan de behandeling. Digitale informatie-uitwisseling draagt bij aan kwaliteit van
zorg en kwaliteit van leven.
• Digitale informatie-uitwisseling is gemonitord en geëvalueerd. Aanbevelingen
vanuit patiëntperspectief zijn door zorgverleners overgenomen. Digitale
informatie-uitwisseling draagt hierdoor bij tot de kwaliteit van de behandeling;
het gebruiksgemak en de toepasbaarheid van patiëntenportals voor patiënten is
toegenomen.
400 uur
100 uur uit provinciale subsidie verder via ziekenhuizen, gezondheidcentra eerste
lijn, leden Sleutelnet, thuiszorgorganisaties, zorgverzekeraars.
Zorgbelang congres en uitreiking Duim
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
In navolging van Zorgbelang Fryslân wil Zorgbelang Zuid-Holland ieder jaar de
Zorgbelang Duim uitreiken aan het beste initiatief op het gebied van zorg en welzijn
vanuit cliëntenperspectief. Het initiatief moet toepasbaar zijn binnen andere
soortgelijke organisaties, waardoor een project uitgerold kan worden naar andere
organisaties. Er zijn veel prijsuitreikingen, echter een publieksprijs, een prijs vanuit
de cliënt is nieuw.
In 2013 vindt deze uitreiking plaats op het congres met als thema ‘De cliënt als
partner: de toekomst van het cliëntenperspectief’. Als dit concept succesvol is
organiseert Zorgbelang in november 2014 opnieuw een congres. Het thema zal
begin 2014 worden vastgesteld.
Zorgvragers.
Zorgbelang biedt een podium door middel van het organiseren van een congres,
aan zorg- en welzijnsorganisaties en gemeenten om genomineerde initiatieven
vanuit cliëntenperspectief naar voren te brengen.
• Goede initiatieven op het gebied van zorg en welzijn worden beloond, mogelijk
uitgerold waardoor de kwaliteit van zorg verbeterd wordt.
• Uitwisseling van actuele en inspirerende ontwikkelingen (werkwijzen, plannen
en instrumenten) op het gebied van cliëntenperspectief.
• Zorgvragers worden geïnformeerd over goede initiatieven en kunnen er zelf aan
bijdragen dat een goed initiatief wordt beloond wat hun positie versterkt.
• Organisatie verkiezing beste zorginitiatieven. De zorgvrager kan zelf bepalen
welk initiatief wordt beloond. Hiervoor worden verschillende middelen ingezet.
• Organisatie zorgcongres met deelname minstens 150 mensen bestaande uit een
mix van zorgvragers, aanbieders (ook gemeenten) en verzekeraars.
Output:
• Zorgcongres en uitreiking Duim.
• De geselecteerde initiatieven zijn via een brochure en persberichten als
voorbeeld van innovatie gebruikt. Daar waar mogelijk zijn de voorbeelden
ingezet in belangenbehartiging en andere projecten van Zorgbelang.
Outcome:
Het effect van dit project is dat er bij zorgvragers en aanbieders een beeld is van
goede initiatieven in zorg en welzijn waar de waardering van het publiek naar uit
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
29
Ureninzet
Financiering
3.2
gaat.
500 uur
Naast ureninzet benodigd activiteitenbudget €20.000. Vanuit fondsenwerving
minstens €10.000 aangevuld met provinciale subsidie.
Cluster 2 Zorgvrager als partner
3.2.1
3.2.1.1
Zorg in de wijk
Kwaliteit van leven van thuiswonende ouderen met complexe zorgvraag en de rol van
huisartsenzorg
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Kwetsbare ouderen met complexe problematiek zullen in de toekomst langer in de
thuissituatie verblijven. De module complexe ouderenzorg, die bestaat uit
ontwikkeling van een multidisciplinair zorgaanbod, is onderdeel van de zorginkoop
van HA-zorg en wil hiermee een bijdrage leveren aan bevorderen van de kwaliteit
van zorg voor deze doelgroep.
Vanuit samenwerkingsverband tussen Zorgbelang en zorgverzekeraar CZ is een
2
onderzoek uitgevoerd over het gebruik van de module complexe ouderenzorg CZ.
Zorgbelang deelt de mening van de betrokken partijen dat in potentie de HA-zorg
een bijdrage kan leveren aan het bevorderen van de kwaliteit van leven van
thuiswonende ouderen met een complexe zorgvraag.
Er is nog weinig bekend op welke wijze de medische complexiteit en de sociale
aspecten met elkaar kunnen worden verbonden in de zorgverlening van HAzorgmodule en tegen welke grenzen betrokken zorgverleners aanlopen.
Er is nog weinig bekend over het patiëntenperspectief. Of de zorgverlening in HAzorg module overeenkomt met de verwachtingen en behoeften van de ouderen
zelf.
Kwetsbare ouderen met complexe problematiek, huisartsen met de module
complexe ouderenzorg huisartsenzorg.
• Verbetering kwaliteit van de zorgverlening vanuit verwachtingen en behoeften
van de kwetsbare ouderen.
• Borging van de kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief in de regio op het
gebied van complexe ouderenzorg huisartsenzorg.
• Gesprekken met zorgaanbieders van Multi-disciplinair overleg (MDO is
onderdeel van de module).
• Inventarisatie van zorgverlening en communicatie naar patiënt vanuit de module
complexe ouderenzorg HA-zorg.
• Gesprekken met patiënten die vallen onder de Module complexe ouderenzorg
HA-zorg.
• Rapportage met conclusies en aanbevelingen.
• Mocht in het project in Moerwijk Den Haag uitgevoerd kunnen worden dan zal
het project gecombineerd uitgevoerd worden met project 2.2.5 Wijkgerichte
participatie/zorg dicht bij huis.
Output:
• Rapport met aanbevelingen.
• Criteria voor het inkoopbeleid voor huisartsenzorg van CZ.
Outcome:
• Betere afstemming van de zorgverlening huisartsenzorg met de
verwachtingen/behoefte van de thuiswonende ouderen. De verbeterpunten
worden ook geborgd in het inkoopbeleid huisartsenzorg.
• Thuiswonende kwetsbare ouderen met complexe problematiek worden beter
betrokken bij de kwaliteit van de huisartsenzorg.
2
Uitkomsten van de vragenlijst over het gebruik van de module Complexe Ouderenzorg CZ en
aanbevelingen: Huis voor de Zorg e.a. februari 2013
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
30
Ureninzet
Financiering
3.2.1.2
• Deze zorg levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van leven
van thuiswonende ouderen met een complexe zorgvraag.
200 uur
Convenant Zorgbelang - CZ
POH-GGz zichtbaar in de wijk
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Om de GGz-zorg toegankelijk en betaalbaar te houden vindt een verschuiving
plaats van zorg binnen het verzekerde pakket en zal de GGz aangeboden worden
in een gewijzigd (trapsgewijs) systeem; namelijk:
1. Huisartsenzorg en Praktijkondersteuning (GGz).
2. Generalistische Basis GGz - huidige eerstelijns en een deel van de tweedelijns
GGz-zorg (vier zorgproducten i.p.v. het huidige maximum van vijf zittingen met
eigen bijdrage).
3. Gespecialiseerde GGz - behandeling van complexe en/of risicovolle (DSM-V )
stoornissen van de huidige tweede lijn.
Deze echelons dienen een continuüm te vormen waarmee gepaste zorg voor GGzcliënten op de juiste plaats ontstaat. Huisartsen zullen een centrale rol spelen bij
het behandelen van psychische klachten. Zij kunnen patiënten zelf behandelen
(ondersteund door de praktijkondersteuner GGz, POH GGz) of bij het vermoeden
van een stoornis verwijzen naar de basis GGz of de gespecialiseerde GGz.
De huisarts is en blijft de verwijzer naar de GGz. Hij/zij bepaalt of sprake is van
(een vermoeden van) een DSM-V stoornis en zo ja, waar deze kan worden
behandeld. Klachten die niet onder de GGz vallen, dienen binnen de huisartsenzorg
te worden behandeld. De praktijkondersteuning van de huisarts (POH) wordt voor
deze taken versterkt en huisartsen krijgen een ruimere vaste vergoeding. De
huisarts kiest zelf hoe en bij wie hij deze zorg onderbrengt. In 2014 moet blijken of
de huisartsenzorg voldoende is toegerust voor deze taken.
Dit project sluit aan bij de trend om intensieve betrokkenheid van patiënten en
hulpverleners te bevorderen ter verbetering van de kwaliteit van de GGz-zorg.
Gebruikers van huisartsenzorg in een krachtwijk van Den Haag.
Zicht krijgen of de door huisartsen aangeboden GGz-zorg aansluit bij de wensen en
behoeften van patiënten. Bij de overgang kunnen huisartsen kiezen of zij deze zorg
bij een vaste praktijkondersteuner zoals een gespecialiseerde verpleegkundige
(POH GGz) of via consulten door een psycholoog of psychiater aanbieden.
• Informatie over ervaringen, wensen en behoeften van zorgvragers verzamelen
via een anonieme enquête; betrekken van het netwerk Cure en het
migrantenoverlegtafel in Den Haag.
• Verdiepingsgesprek (spiegelbijeenkomst met cliënten en hulpverleners) om een
aantal thema’s die opgehaald worden uit de enquête verder uit te diepen.
• De door zorgvragers rechtstreeks aangedragen verbeterpunten t.a.v.
huisartsenzorg GGz worden rechtstreeks met de hulpverleners besproken.
Successen maar ook aanbevelingen worden concreet benoemd en
hulpverleners krijgen direct zicht op het patiëntenperspectief.
Output:
•
Zorgverzekeraars Menzis en CZ zijn betrokken en staan achter dit plan.
•
Eindrapport met aanbevelingen op basis van anonieme enquête en
spiegelgesprek is in ontvangst genomen door huisartsen en zorgverzekeraars.
•
Artikel en publicatie op internet.
Outcome:
•
De uitkomsten van het onderzoek leiden tot kwaliteitsverbetering van de
huisartsenzorg op het gebied van GGz.
•
GGz-patiënten in positie: versterkte zeggenschap over GGz-zorg binnen de
huisartsenzorg.
•
Betekenis GGz-zorg binnen de huisartsenzorg zichtbaar en transparanter
gemaakt (successen en verbeterpunten). Sturing op continuïteit en kwaliteit
van GGz-zorg binnen de huisartsenzorg door patiënten en zorgverzekeraar
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
31
Ureninzet
Financiering
3.2.2
binnen de zorginkoop wordt daarmee in de toekomst mogelijk.
•
Versterking samenwerking van de driehoek: patiënt-zorgaanbieder-financier.
450 uur
Voorbereiding: provinciale subsidie. Daarnaast bij zorgverzekeraars fondsen
werven.
Zorg in een instelling (met verblijf)
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Er bestaan veel methoden en instrumenten binnen de AWBZ-zorg om de
zorgvrager en de mantelzorger/het netwerk te betrekken bij de zorg die hij of zij
krijgt. Het zorgplan is hiervan een duidelijk voorbeeld. Daarnaast zijn er veel
methoden om de ervaringen van de cliënt te meten. Hoe tevreden is hij en zijn
netwerk met de zorg die hij krijgt? Het zal niemand verbazen als blijkt dat de cliënt
meer tevreden is naarmate er beter naar hem wordt geluisterd en hij de eigen regie
houdt over zijn leven. Echter hoe meer afhankelijk de cliënt is van zorg en hij wordt
opgenomen in een intramurale instelling, hoe meer richtlijnen en regels er zijn waar
medewerkers zich aan hebben te houden en hoe meer het beleid van de instelling
(mede)bepaalt hoe en welke zorg wordt gegeven. De vraag is: wat is nu werkelijk
van belang als het gaat om de behoeften van de cliënt en zijn welzijn en geluk. De
basis voor goede zorg ligt in het aangaan van de dialoog tussen zorgvrager en zijn
netwerk en de zorgprofessionals. Zorgbelang Zuid-Holland wil dat de dialoog
tussen hulpverlener en cliënt daadwerkelijk vorm krijgt.
Cliënten VG intramuraal, cliënten V&V intramuraal, cliënten GGz intramuraal en
hun netwerk.
De dialoog tussen hulpverlener en cliënt krijgt daadwerkelijk vorm, op zo’n manier
dat de wensen en behoeften van de zorgvrager begrepen worden en zorg en
welzijn daar zo goed mogelijk op wordt afgestemd.
• Met een groep ervaren belangenbehartigers wordt omschreven welke
omstandigheden en voorwaarden nodig zijn om de dialoog tussen zorgvrager en
hulpverlener te laten ontstaan.
• Zorgbelangmedewerkers begeleiden tenminste 25 cliënten bij het voeren van de
dialoog over de invulling hun zorgvraag. Cliënten worden geworven via onze
partners (cliëntenorganisaties en ouderenbonden).
• Alle AWBZ-aanbieders en hun cliëntenraden die via deze werving op ons pad
komen worden benaderd om mee werken en mee te denken.
• Op basis van de praktijkervaringen van zorgvragers, hulpverleners en
Zorgbelang wordt de omschrijving van omstandigheden en voorwaarden nader
ingevuld.
• Met de zorgaanbieder en zorgkantoor wordt geanalyseerd welke
inkoopvoorwaarden helpen bij het in de praktijk brengen van de dialoog en welke
inkoopvoorwaarden en papieren kwaliteitseisen overbodig worden.
Beoogd vervolg:
• Bepalen welke inzet vanuit Zorgbelang en genoemde partners nodig is om het
hanteren van de dialoog als werkwijze te borgen.
Output:
• Een omschrijving welke omstandigheden en (rand)voorwaarden ingevuld
moeten zijn om de dialoog tussen zorgvrager en hulpverlener te laten ontstaan.
• Advies aan zorgkantoor is uitgebracht hoe deze omstandigheden en
(rand)voorwaarden opgenomen kunnen worden in de zorginkoop én welke
inkoopvoorwaarden als gevolg daarvan kunnen worden geschrapt.
• Plan om, indien succesvol, de dialoog als werkwijze te borgen en gebruik ervan
in de praktijk te monitoren en stimuleren.
Outcome:
• De dialoog tussen zorgvrager en hulpverlener is een gangbare werkwijze bij de
betrokken instellingen en geborgd in formele afspraken tussen zorgaanbieder en
financier (zorginkoop).
• Zorgvragers waarmee de dialoog is gevoerd, ontvangen zorg die beter bij hen
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
32
Ureninzet
Financiering
3.2.3
3.2.3.1
past.
440 uur
Provinciale subsidie
Ziekenhuizen
Borging van patiëntenparticipatie bij kwaliteit van zorg voor ziekenhuiszorg bij harten vaatpatiënten
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ongeveer 1 op 8 (12,5%, CBS) van de ziekenhuisopnamen bestaat uit mensen met
hart- en/of vaataandoening. Hiermee staan hart- en vaatziekten in de top-5 van
ziekenhuisopnamen. Deze afdelingen zijn regelmatig negatief in het nieuws. In
2013 heeft de IGZ een aantal ziekenhuizen (specialisten) nader onderzocht omdat
de kwaliteit van zorg beneden de maat zou zijn (cardiologen van Ruwaard van
Putten, HAGA ziekenhuis). Bij beide ziekenhuizen heeft Zorgbelang
signaleringstrajecten uigevoerd.
Zorgbelang constateert dat de belangstelling van ziekenhuizen en zorgverleners
voor patiëntenparticipatie en het patiëntenperspectief oprecht en groot is.
Daarnaast zien wij echter dat er minder structurele activiteiten op dat vlak
plaatsvinden en de ontwikkeling rondom patiëntenparticipatie en kwaliteit van zorg
stokt. Voor een belangrijk deel komt dat omdat de activiteiten niet/te weinig
aansluiten bij zorginhoudelijke vraagstukken waar (individuele) zorgverleners zelf
mee worstelen. De activiteiten richten zich op het ophalen van patiëntenervaringen
(o.a. CQ-index) en minder op de dialoog/gesprek/uitwisseling tussen patiënten en
zorgverleners over gezamenlijke thema’s als kwaliteit van de zorg.
Hart- en vaatafdelingen van vijf ziekenhuizen.
Ontwikkelen van (een methode om te komen tot) structurele
patiëntenbetrokkenheid (patiëntenparticipatie 2.0) en borging van de kwaliteit van
zorg vanuit patiëntenperspectief bij vijf ziekenhuizen in de regio op het gebied van
hart- en vaatziekten.
Het project is een (logisch) vervolg op eerdere verbeterprojecten, waarin is
aangetoond dat patiëntbetrokkenheid daadwerkelijk een verschil kan maken in
kwaliteit van zorg. Borging van de betrokkenheid blijkt nu het volgende knelpunt.
Door dit project wordt de betrokkenheid van de patiënt bij de kwaliteit van zorg
geborgd.
• Werven van vijf ziekenhuizen voor deelname onderhavig project door het
organiseren van gesprekken met de Raad van Bestuur.
• Inventariseren van knelpunten op het gebied van kwaliteit van zorg vanuit het
perspectief van zorgverleners, managers en bestuurders van de deelnemende
afdelingen door middel van (groeps)interviews. Deze vragen en knelpunten zijn
(mede)input voor de methoden van patiëntenparticipatie.
• Uitvoeren van focusgroepen en andere relevante methoden van
patiëntenparticipatie om inzicht te krijgen in problemen vanuit
patiëntenperspectief en dialoog hierover aan te gaan met zorgverleners.
• In samenwerking met ziekenhuis opstellen van verbeterplan met daarin
vastgelegd de wijze waarop verbetering worden uitgevoerd en patiënten worden
betrokken bij de verdere ontwikkeling van kwaliteit van zorg (borging).
• Afdelingen van hart- en vaatpatiëntenorganisaties worden betrokken bij deze
activiteiten.
Output:
• Er zijn (groeps)interviews uitgevoerd met ziekenhuismedewerkers.
• Er zijn patiëntbijeenkomsten (focusgroepen, interviews) georganiseerd.
• Bij drie van de vijf ziekenhuizen zijn activiteiten opgezet die leiden tot structurele
betrokkenheid van patiënten bij de kwaliteit van zorg, en als de ontwikkelde
methode ook toepasbaar blijkt bij andere aandoeningen/afdelingen in het
ziekenhuis.
• Er zijn vijf kwaliteits- en borgingstrajecten in vijf ziekenhuizen uitgevoerd.
• Openbare eindrapportage aan RvB per deelnemend ziekenhuis.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
33
Financiering
3.2.3.2
Outcome:
Patiëntbetrokkenheid en kwaliteit van zorg is verbeterd in betrokken ziekenhuizen.
570 uur
Methodeontwikkeling en belangenbehartiging voor kwetsbare groepen (ouderen)
valt binnen de subsidiekaders van de provincie. Andere financieringsbronnen
worden gaande het traject onderzocht om in een vervolg te worden ingezet.
Kwaliteit van zorg en patiëntenparticipatie ziekenhuizen oncologische zorg
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
Het aantal ziekenhuisopnamen voor kanker steeg in de afgelopen tien jaar sterk, er
heeft bijna een verdubbeling plaatsgevonden. Anders dan bij de hart- en
vaatziekten nemen de ziekenhuisopnamen voor kanker juist meer toe onder de 6579 jarigen dan onder de 80-plussers (CBS). Hiermee staat kanker in de top 5 van
ziekenhuisopnamen.
Met het oog op de toekomst is in 2012 het Erasmus MC gestart met een project in
het kader van de positionering en profilering van totale aanbod oncologische zorg
dat geleid heeft tot oprichting van Erasmus MC Kanker Instituut.
Zorgbelang constateert dat er minder structurele activiteiten plaatsvinden op het
vlak van cliëntenparticipatie en dat de ontwikkeling rondom patiëntenparticipatie
stokt. Voor een belangrijk deel komt dat omdat de activiteiten niet/te weinig
aansluiten bij zorginhoudelijke vraagstukken waar (individuele) zorgverleners zelf
mee worstelen. De activiteiten richten zich op het ophalen van patiëntenervaringen
(o.a. CQ-index) en minder op de dialoog/gesprek/uitwisseling tussen patiënten en
zorgverleners over gezamenlijke thema’s zoals kwaliteit van de zorg.
Zorgbelang is met het Erasmus MC in gesprek over samenwerking rondom verdere
ontwikkeling van structurele patiëntenparticipatie rondom oncologische zorg.
Oncologiepatiënten.
• Ontwikkelen van (een methode om te komen tot) structurele
patiëntenbetrokkenheid (patiëntenparticipatie 2.0).
• Borging van verbetering van de kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief bij
oncologische zorg.
• Werven van twee ziekenhuizen voor deelname onderhavig project door het
organiseren van gesprekken met de Raad van Bestuur.
• Inventariseren van knelpunten op het gebied van kwaliteit van zorg vanuit het
perspectief van zorgverleners, managers en bestuurders van de deelnemende
afdelingen door middel van (groeps)interviews. Deze vragen en knelpunten zijn
(mede)input voor de methoden van patiëntenparticipatie.
• Uitvoeren van focusgroepen en andere relevante methoden van
patiëntenparticipatie om inzicht te krijgen in problemen vanuit
patiëntenperspectief en dialoog hierover aan te gaan met zorgverleners.
• Vrijwilligers (afdelingen) oncologiepatiëntenverenigingen worden betrokken bij
deze activiteiten.
• In samenwerking met ziekenhuis opstellen van verbeterplan met daarin
vastgelegd de wijze waarop verbetering worden uitgevoerd en patiënten worden
betrokken bij de verdere ontwikkeling van kwaliteit van zorg (borging).
• Er zijn (groeps)interviews uitgevoerd met ziekenhuismedewerkers.
• Er zijn patiëntbijeenkomsten (focusgroepen, interviews) georganiseerd.
• Er zijn kwaliteits- en borginstrajecten in de twee ziekenhuizen uitgevoerd.
• Ontwikkeling en borging van methode structurele patiëntenbetrokkenheid.
• Bij twee ziekenhuis zijn activiteiten opgezet die leiden tot structurele
betrokkenheid van patiënten bij de kwaliteit van zorg.
• Rapportage aan RvB en openbare publicatie rapportage.
250 uur
Methodeontwikkeling en belangenbehartiging voor kwetsbare groepen (ouderen)
valt binnen de subsidiekaders van de provincie. Andere financieringsbronnen
worden gaande het traject onderzocht om in een vervolg te worden ingezet.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
34
3.2.3.3
Kwaliteit van ziekenhuiszorg voor ouderen
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
In toenemende mate profileren ziekenhuizen zich als een ‘ouderenvriendelijk
ziekenhuis’, of richten zij een expertisecentrum voor ouderenzorg in. Veelal
hebben ziekenhuizen een internist ouderengeneeskunde of een geriater in dienst.
Zorg voor de oudere mens: veel patiënten zijn kwetsbare ouderen met
verschillende ziekten en aandoeningen tegelijk. Dit aandachtsgebied betekent dat
de (keten)zorg rond de kwetsbare oudere optimaal dient te verlopen, zowel voor,
tijdens, als na de opname.
Dat zal zich vertalen in een goede toegankelijkheid en duidelijke routing voor
patiënten, een gericht preoperatief traject, een multidisciplinaire aanpak en
aandacht voor comorbiditeit.
Een aantal ziekenhuizen neemt deel aan het Nationaal Programma Ouderenzorg
(NPO). ‘Kwetsbare Ouderen’ maakt voor de ziekenhuizen een verplicht onderdeel
uit van het VMS-programma (het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) is de
'verankering van patiëntveiligheid in praktijk').
Ziekenhuizen willen de ketenzorg voor kwetsbare ouderen op alle fronten
verbeteren. Er wordt gewerkt aan verbetering van alle zorg en zorgpaden voor de
kwetsbare ouderen. Daarin zou meer dan nu het geval is de stem van oudere
patiënten en mantelzorgers kunnen worden meegenomen.
Patiënten en mantelzorgers die te maken hebben met ouderenziekenhuiszorg.
3
Ontwikkelen van structurele patiëntenbetrokkenheid en borging van de kwaliteit
van (keten)zorg vanuit patiëntenperspectief op het gebied van
ouderenziekenhuiszorg, bij ziekenhuizen in de provincie.
Uit eerdere projecten, ondermeer in NPO-verband, is gebleken dat
patiëntbetrokkenheid daadwerkelijk een verschil kan maken in kwaliteit van
ziekenhuiszorg voor ouderen in de keten. Zorgverleners zijn oprecht
geïnteresseerd in het patiëntperspectief en doen daar hun voordeel mee in het
belang van oudere kwetsbare patiënten en mantelzorger.
•
Inventariseren van aandachtspunten op het gebied van kwaliteit van
ziekenhuiszorg voor ouderen vanuit het perspectief van zorgverleners en
managers van de deelnemende afdelingen door middel van
(groeps)interviews. In beginsel dienen deze aandachtspunten als input voor
patiëntenparticipatie.
•
Patiëntenparticipatie door middel van focusgroepen of spiegelgesprekken om
inzicht te krijgen op verbeterpunten vanuit patiëntenperspectief.
•
Borging: in samenwerking met ziekenhuis opstellen van een verbeterplan met
daarin vastgelegd de wijze waarop verbetering worden uitgevoerd en
patiënten worden betrokken bij de verdere ontwikkeling van kwaliteit van
ziekenhuiszorg voor ouderen.
•
Er worden gesprekken gevoerd met Raden van Bestuur, oudere patiënten en
mantelzorgers, patiëntenparticipatie-instrumenten worden uitgevoerd en er
worden voortgang- en eindrapportages geschreven.
Output:
•
Bij ten minste een ziekenhuis zijn activiteiten opgezet met als resultaat
structurele betrokkenheid van patiënten bij de kwaliteit van ziekenhuiszorg
voor ouderen.
•
Patiëntenraadpleging door bijeenkomsten voor oudere patiënten en
mantelzorgers (interviews, focusgroepen en spiegelgesprekken).
•
Voortgang- en eindrapportages.
Outcome:
•
Door de betrokkenheid van oudere patiënten en mantelzorgers is de kwaliteit
van ouderenziekenhuiszorg in een aantal ziekenhuizen aantoonbaar
verbeterd.
3
Naast patiëntenbetrokkenheid wordt ook bedoeld betrokkenheid van mantelzorgers.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
35
Door dit project raken kwetsbare ouderen met comorbiditeit en ook
mantelzorgers meer betrokken bij de kwaliteit van ziekenhuiszorg voor
ouderen in de keten.
•
De betrokkenheid van oudere patiënten en mantelzorgers bij de kwaliteit van
ziekenhuiszorg voor ouderen in de keten is geborgd.
•
De methodiek en de resultaten zijn toepasbaar bij andere ziekenhuizen.
510 uur
Provinciale subsidie
•
Ureninzet
Financiering
3.3
3.3.1
Cluster 3 Signalering en Monitoring
Informatie & Klachtopvang
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Bijna elke inwoner van Zuid-Holland maakt jaarlijks gebruik van zorg en welzijn en
betaalt zorgpremie. Het zorgstelsel in Nederland is van hoog niveau en heeft een
uitgebreid aanbod. Om dit alles te reguleren zijn er wetten en is er een omvangrijk
aantal regelingen.
Het is voor de gemiddelde burger een opgave om overzicht te hebben over de
beschikbare zorg en regie te houden over de zorg die nodig is. Indien het
noodzakelijk is om te toetsen of patiëntenrechten zijn nagekomen, er een klacht is,
weten de meeste mensen niet waar zij moeten beginnen.
Alle zorgvragers.
Zorgvragers die contact hebben opgenomen met de afdeling Informatie en
Klachtopvang (I&K) hebben voldoende kennis over zorg, welzijn, patiënten- en
klachtrecht, regelgeving en voorzieningen om zelf een vervolgstap te zetten. Alle
meldingen worden geregistreerd.
Vanuit een onafhankelijke positie zorgvragers informeren/adviseren over
regelgeving, voorzieningen, patiënten- en klachtrecht.
• Telefonisch informatie en advies beschikbaar, elke werkdag tussen 9.00 en
16.30 uur.
• Registratie van klachten en signalen.
• Vanuit registratie signalen/knelpunten inventariseren, deze vormen input van
verbetertrajecten (elders beschreven).
Informatie & Klachtopvang (I&K) zorgt er voor dat:
• de zorgvrager zich gehoord voelt;
• de zorgvrager meer informatie heeft, waardoor zij meer kennis van regelgeving,
voorzieningen, patiënten- en klachtrecht (WGBO, BOPZ, WKCZ, WKKCZ)
hebben. Hierdoor kan de zorgvrager een volgende stap zetten.
Door de informatie en klachten van zorgvragers te verzamelen:
• worden signalen/knelpunten zichtbaar;
• is er input voor collectieve belangenbehartiging.
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
Door dit project zijn signalen/knelpunten zichtbaar en vormen input voor collectieve
belangenbehartiging.
Output:
• 2000 geregistreerde meldingen.
• Inventarisatie van signalen/knelpunten, knelpunten zijn aangepakt (zie 3.3.2).
• 2000 cliënten zijn zodanig geadviseerd dat zij zelf een vervolgstap kunnen
zetten. Zij voelen zich goed geadviseerd en zijn tevreden over de
dienstverlening.
Outcome:
Inventarisatie van knelpunten vormen input voor collectieve belangenbehartiging.
3600 uur
Provinciale subsidie
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
36
3.3.2
Signalering
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
3.3.3
Uit informatie en klachtopvang (3.3.1), contacten met de achterban van Zorgbelang
en contacten met zorgverzekeraars (3.1.6) en zorgaanbieders (3.1.4 en 3.1.5)
worden knelpunten duidelijk. Zorgbelang wil dat de verantwoordelijke partijen
knelpunten aanpakken.
Zorgvragers.
Systematisch zicht krijgen op de kwaliteit van zorg en welzijn. Knelpunten
aanpakken.
• Verdiepend onderzoek naar aanleiding van gesignaleerde knelpunten bij I&K;
beoordelen waar het probleem zit, bepalen of het een uitvoeringsprobleem of
beleidsprobleem is.
• Indien noodzakelijk oprichten van een meldpunt naar aanleiding van ofwel eigen
signalering vanuit I&K, ofwel gegevens van zorgverzekeraars en zorgaanbieders
ofwel actualiteit.
• Betrekken van verantwoordelijke partijen bij het aanpakken van knelpunten. Dat
kunnen - afhankelijk van het onderwerp - zorgaanbieders, verzekeraars en/of
instanties zijn.
• Monitoren of de aanpak het knelpunt daadwerkelijk wegneemt.
• Informatiemateriaal maken of laten maken voor zorgvragers indien dat bijdraagt
aan het verdiepend onderzoek of het verhelpen van knelpunten.
Output:
• Informatievoorziening (website, folders) aan zorgvragers.
Outcome:
• Door dit project voelt de zorgvrager zich gehoord en ervaart de zorgvrager
kwaliteitsverbetering.
• De signalen van de individuele zorgvrager hebben input geleverd om in het
kader van collectief belang knelpunten aan te pakken en de kwaliteit te
verbeteren. Knelpunten zijn onder de aandacht gebracht van verantwoordelijke
partijen (o.a. zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeentes, IGZ). Dit heeft
ertoe geleid dat knelpunten voor zorgvragers zijn weggenomen.
480 uur
Provinciale subsidie
Signaleringsproject preferentiebeleid medicijnen zorgverzekeraars
Aanleiding
Uit een eerste analyse van de meldingen over het preferentiebeleid die bij de
afdeling Informatie en Klachtopvang binnengekomen zijn in 2013 (t/m juli) en de
uitkomsten van de meldactie van de NPCF in juni-juli 2013 komt het volgende
beeld naar voren:
• Er is onder cliënten draagvlak voor preferentiebeleid vanwege het terugdringen
van de zorgkosten.
• Cliënten zijn het minst tevreden over de informatievoorziening en begeleiding
als zij problemen ervaren met hun medicijnen.
• Een deel van de cliënten ervaart vervelende bijwerkingen van het
voorkeursmedicijn en raakt daarnaast in de war, is allergisch voor het
voorkeursmedicijn of heeft moeite met het innemen van het voorkeursmedicijn.
Deze cliënten zijn onder duidelijke voorwaarden bereid deel te nemen aan het
preferentiebeleid.
• Cliënten worden bij problemen regelmatig van het kastje naar de muur
gestuurd.
• Cliënten willen graag beter geïnformeerd zijn over de afspraken tussen hun
zorgverzekeraar en apotheek en over de prijzen van medicijnen,
voorkeurmedicijn en alternatieven e.d.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
37
De uitvoering van het preferentiebeleid is zeer complex: zorgverzekeraars voeren
ieder een eigen beleid (medicijninkoop, vergoedingenbeleid), apothekers en
ziekenhuizen kopen daarnaast zelf medicijnen in en bepalen welke medicijnen zij
uitgeven. Apothekers hebben verschillende afspraken/contracten met verschillende
zorgverzekeraars. De voorschrijvers (huisartsen en specialisten) hebben het laatste
woord waar het medisch noodzakelijke medicijnen betreft. Echter de
zorgverzekeraar stelt daaraan steeds meer eisen qua onderbouwing van de
medische noodzaak en dat is niet altijd bekend bij de arts.
De NPCF is op landelijk niveau in gesprek met partijen betrokken bij het
preferentiebeleid zoals o.a. ZN (Achmea, VGZ, CZ, Menzis) en KNMP,
groothandels, medisch specialisten, consumentenbond en wil tot afspraken komen
om de in de meldactie gesignaleerde problemen tot een oplossing te brengen.
Zorgbelang Zuid-Holland stemt af met de NPCF en werkt samen waar dat mogelijk
is om het patiëntenperspectief te versterken.
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
3.3.4
Op provinciaal niveau steekt Zorgbelang Zuid-Holland in op het verbeteren van de
advisering van cliënten die te maken krijgen met problemen t.g.v. het
preferentiebeleid.
Cliënten die last ondervinden van het preferentiebeleid.
• Bij individuele klachten beter zicht krijgen waar en bij welke partij
zorgverzekeraars, behandelaar of apotheek de knelpunten zitten. Met deze
kennis de dienstverlening aan cliënten verbeteren. Hierdoor zal het vertrouwen
van de cliënt versterkt worden en de therapietrouw toenemen.
• Contacten leggen met zorgverzekeraars en apothekers om meer inzicht te
krijgen en (project)voorstellen ontwikkelen waarmee knelpunten opgelost
kunnen worden.
• Advisering aan cliënten.
• Informatie verzamelen over preferentiebeleid zorgverzekeraars en
informatievoorziening daarover.
• Vragen/onduidelijkheden bespreken in het I&K-team.
• Advisering I&K formuleren.
• Contacten leggen met verzekeraars, apothekers en cliënten om meer zicht te
krijgen op (de omvang van) problemen met het preferentiebeleid en gezamenlijk
naar oplossingen zoeken.
Output:
• (Project)voorstellen om knelpunten te helpen oplossen zijn onder de aandacht
gebracht van verantwoordelijke partijen en hebben geleid tot verbeteringen.
• Overzicht van preferentiebeleid van de vier grootste zorgverzekeraars en de
informatievoorziening daarover.
Outcome:
• Door meer grip op zijn/haar situatie en voelt de cliënt zich bij een klacht niet
meer van kastje naar de muur gestuurd.
• Cliënten weten waar zij terecht kunnen bij bepaalde problemen, krijgen meer
vertrouwen en de therapietrouw neemt daardoor toe.
275 uur
Provinciale subsidie, externe financieringsmogelijkheden worden onderzocht.
Monitor dagbesteding
Aanleiding
Doelgroep(en)
Signalen over (mogelijke) knelpunten door reeds ingevoerde en nog verwachte
veranderingen in extramurale dagbesteding als gevolg van nieuw regeringsbeleid:
per 01-01-2013 halvering vervoerstarieven; per 01-01-2015 de voorgenomen
overheveling van AWBZ naar Wmo. In het kader van collectieve
belangenbehartiging ziet Zorgbelang Zuid-Holland het inventariseren en aanpakken
van deze knelpunten als een kerntaak.
Gebruikers dagbesteding zorgbreed.
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
38
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Zorgvragers vinden een vorm van dagbesteding die past bij hun behoeften.
• Het jaarlijks ophalen, registreren en analyseren van ervaringen van zorgvragers
middels een enquête en verdiepende interviews met gebruikers van
dagbesteding.
• Een overzicht krijgen welke knelpunten er nu al zijn en welke zich in de
komende jaren zullen voordoen, met name de gevolgen voor de individuele
cliënt.
• Deze knelpunten zo goed mogelijk onder de aandacht brengen van betrokken
partijen (gemeenten en zorgaanbieders), zodat het zoeken naar oplossingen
krachtig wordt ondersteund.
• Voortgang checken wat betreft gemaakte voornemens of gedane toezeggingen.
• Het uitrollen van dit project uit de regio DWO naar de hele provincie.
• Het project is succesvol als duidelijk is dat in de behoefte van cliënten aan
dagbesteding c.q. -activiteiten is voorzien in 2016, aan te tonen door de laatste
enquêteronde.
• Door dit project wordt de visie van de patiënt/cliënt opgehaald en verdedigd,
lokale belangenbehartigers worden gevoed t.b.v. hun taak.
Output regio DWO:
• Beoogde presentaties van de verzamelde gegevens in 2013 binnen bestaande
bijeenkomsten en contacten zijn alle gerealiseerd, waarbij concrete
voornemens/toezeggingen op knelpunten zijn verworven.
• In DWO is een eerste herhaling van de meting gerealiseerd met analyse en
rapportage. Wanneer zinvol zijn er diepte-interviews afgenomen.
• Op basis van de herhalingsmeting is, waar toepasselijk, actie ondernomen in
verband met de eerder verworven toezeggingen.
• Aanzet tot overzicht van goed werkende, nieuw gevonden vormen van
dagbesteding in regio DWO.
Output overige delen provincie Zuid-Holland:
• Er is een nulmeting gerealiseerd met analyse en rapportage. Waar mogelijk en
zinvol diepte-interviews.
• Beoogde presentaties van deze eerste gegevens binnen bestaande
bijeenkomsten en contacten zijn gerealiseerd of staan gepland, waarbij concrete
voornemens/toezeggingen op knelpunten zijn/worden verworven.
Ureninzet
Financiering
3.3.5
Outcome in de komende jaren (tot +/- 2016)
• Op individueel niveau is een bevredigende uitkomst gevonden voor 90% van de
aan het project verbonden cliënten, waarbij het streven is naar 99,9%. Definitief
te bepalen op grond van de laatste afname van de vragenlijst in 2016.
• Overzicht van goed werkende, nieuw gevonden vormen van dagbesteding. Is
een tastbaar product, waarschijnlijk pas te verwachten in 2015.
• De betrokken cliëntenraden en Wmo-raden voelen zich in hun
belangenbehartiging gesteund door Zorgbelang Zuid-Holland. Te meten door
mondelinge of schriftelijke evaluatie.
852 uur
Provinciale subsidie, eventueel in latere fase financiering zoeken bij gemeenten en
aanbieders.
Monitor welzijn ouderen in de wijk
Aanleiding
Ouderen zullen in de toekomst langer thuis blijven wonen, ZZP 1 t/m 3 (voor ZZP 3
gedeeltelijk) – ook wel een ‘lichte zorgvraag’ genoemd – krijgen geen indicatie
meer voor intramurale zorg. Dit heeft tot gevolg dat woon-zorgcomplexen geen
lichte zorg meer kunnen/mogen bieden vanuit de AWBZ. Ouderen met de
genoemde indicaties zullen voor hun zorg en welzijn aangewezen zijn op ofwel
particuliere financiering ofwel gemeentelijke voorzieningen (Wmo). Voor
gemeenten is dit een nieuwe taak en zij zoeken oplossingen in de sfeer van
wijkgericht werken. Tegelijkertijd moeten gemeenten ook bezuinigen, veelal wordt
er bezuinigd op voorzieningen in de wijk, zoals buurthuizen. Het is de vraag of
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
39
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
ouderen in hun eigen omgeving voldoende zorg en welzijn kunnen vinden om
daadwerkelijk, met een goede kwaliteit van leven, langer thuis te blijven wonen.
Ouderen met ZZP1, 2 en 3 (deel).
Zicht krijgen op de gevolgen van deze maatregelen voor ouderen met een ‘lichte
zorgvraag’.
• De gevolgen van de wijzigingen voor ouderen met een ZZP 1, 2 of 3 worden
zichtbaar gemaakt en bij de gemeenten ingebracht.
• De veranderingen AWBZ-Wmo en de bezuinigingen bieden een nieuwe situatie
waar gemeenten nog geen ervaring mee hebben. Het is zaak om dit vanuit
cliëntperspectief te volgen. Deze informatie kan lokale belangenbehartigers en
Wmo-adviesraden helpen bij hun werk.
• Er wordt een e-mailenquête gehouden onder burgers, ouderenadviseurs,
ouderenbonden en -netwerken.
• Er wordt samengewerkt met de sociale wijkteams of wijkinitiatieven.
• Er wordt samengewerkt met ouderenbonden en Wmo-adviesraden.
Output:
• Een rapport met aanbevelingen wordt aangeboden aan verantwoordelijke
partijen (gemeenten).
• Tenminste 800 reacties van ouderen met een ‘lichte zorgvraag’ provinciebreed.
Outcome:
• Er is inzicht verkregen in de wijze waarop ouderen met voldoende kwaliteit van
leven, langer thuis kunnen blijven wonen. Duidelijk is van welke oplossingen zij
gebruikmaken, voor het verkrijgen van zorg en welzijn die nu intramuraal wordt
geboden. Duidelijk is welke oplossingen nog nodig zijn.
• Knelpunten zijn in beeld en zijn geagendeerd door (lokale) belangenbehartigers,
Wmo-adviesraden of Zorgbelang en zijn opgelost door gemeenten.
• Bewustwording is gecreëerd bij partijen die invloed hebben op het organiseren
van nieuwe vormen van zorg en welzijn voor ouderen (o.a. gemeenten, lokale
politiek).
312 uur
Provinciale subsidie
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
40
4 Communicatie
Aanleiding
Doelgroep(en)
Doelstelling
Projectomschrijving
Resultaat 2014
Ureninzet
Financiering
Actieve (netwerken van) vrijwilligers in de collectieve belangenbehartiging voor
zorgvragers en mantelzorgers, zorgvragers en mantelzorgers en stakeholders
(gemeenten, instellingen, verzekeraars, etc.) hebben behoefte aan gerichte
(achtergrond)informatie vanuit patiëntenperspectief om praktisch in te zetten.
Zorgvragers, mantelzorgers, vrijwilligers, beleidsmakers en bestuurders van
overheden en zorg- en welzijninstellingen, verzekeraars en politici.
• Kennis achterban vergroten over actuele thema’s in zorg en welzijn via diverse
kanalen en middelen.
• Alle genoemde doelgroepen informeren over ervaringen en het
cliëntenperspectief met betrekking tot actuele thema’s.
• Actuele informatievoorziening op de website.
• Activiteiten gericht op informatieverspreiding via sociale media.
• Activiteiten gericht op het ophalen van informatie via het e-panel.
• Het versturen van digitale nieuwsbrieven:
- algemene nieuwsbrief (maandelijks)
- Wmo-nieuwsbrief (tweemaandelijks)
- Jeugdzorg (elk kwartaal)
• Verspreiden gratis kwartaalblad Zo wel!.
Output:
• Aantal hits op de informatiepagina’s van de website is met 10% gestegen.
• Twaalf algemene nieuwsbrieven, zes Wmo-nieuwsbrieven, vier nieuwsbrieven
Jeugdzorg.
• Stijging aantal abonnees op de nieuwsbrieven en kwartaalblad met 10%.
• Tevredenheid over de informatievoorziening.
• Tenminste zes keer is het e-panel bevraagd.
Outcome:
Door actieve (netwerken van) vrijwilligers in de collectieve belangenbehartiging
voor zorgvragers en mantelzorgers te voorzien van gerichte
(achtergrond)informatie om praktisch in te zetten is de belangenbehartiging
aantoonbaar effectiever gebleken.
1500 uur
Provinciale subsidie
Werkplan 2014 Zorgbelang Zuid-Holland
41