ReDaCTIONeeL - Platform31

TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting
nummer 1 FEBRUARI 2014
redactioneel
5
REDACTIONEEL
door Jan Kammeyer, redacteur
Serendipiteit
B
ij de behandeling van de verhuurdersheffing
in de Eerste Kamer op 17 december jl. leek het
zowaar met de inbreng van Adri Duijvestein
weer even te gaan over de inhoud van de
volkshuisvesting. Hij pleitte voor de inbedding van de verhuurdersheffing in een “geheel nieuw visie
op het wonen”. Een prachtig verhaal, maar too little, too
late. Het budgettaire kader van het kabinet laat het werken aan een nieuw maatschappelijk fundament van de
kwaliteit van het wonen niet toe. Ook Adri voegde zich
hierin. Alleen de evaluatie van de werking werd naar
voren gehaald. Wat die evaluatie oplevert tegen de achtergrond van de uitkomsten van de parlementaire enquête
en de uitwerking van de hervormingsagenda van Blok laat
zich raden. Ik vrees, zeker binnen de huidige politieke patstelling op praktisch alle fundamentele maatschappelijke
vraagstukken, erg weinig. Met de gemeenteraads- en
Europese verkiezingen in 2014 wordt die ruimte voor aanpassingen in het beleid naar verwachting alleen maar kleiner. Je wordt er niet echt vrolijk van. Niet omdat alles bij
het oude moet blijven, maar vooral omdat er in Den Haag
zo weinig gebeurt met de vernieuwingsvoorstellen van
alle betrokken partijen op het gebied van het wonen. Of
dit een handige strategie is van het kabinet zal de toekomst uitwijzen.
zelforganisatie en differentiatie, flexibiliteit en regionalisering in het beleid.
Maar gelukkig staat ondanks de Haagse tegenwind het
denken over de toekomst van de het wonen in het land niet
stil. De economische crisis, de stagnerende woningmarkt
met alle gevolgen van dien, de toenemende kwetsbaarheid van steeds meer groepen huurders vragen om meer
creativiteit en innovatie van betrokken partijen in het
zoeken naar nieuwe oplossingen. In mijn opinie wat aan
de late kant “maar kennelijk komen we pas in beweging als
het echt niet anders kan” betoogt Ilna van der Mast in haar
column in dit nummer. En die beweging is er.
Trevor James schetst in zijn artikel “Zelfbeheer van sociale
huur komt leefbaarheid ten goede” de Engelse wettelijke
mogelijkheden om het beheer van sociale huurwoningen
over te dragen aan huurders. Het is jammer dat, hoewel
in de “welgemeende zorg voor de klant” het corporatievocabulaire al 15 jaar domineert, dergelijke initiatieven
nauwelijks door corporaties worden opgepakt.
Terwijl in Den Haag wordt gewerkt aan de voorbereiding
van de parlementaire enquête, wordt intussen volop
nagedacht over de toekomst van de volkshuisvesting.
Niet gepland is het voorliggende nummer dan ook min
of meer een themanummer over de toekomst van de
volkshuisvesting geworden. Op verschillende manieren
wordt in de artikelen gezocht hoe de verworvenheden
van het Nederlandse woonbeleid, zoals betaalbare
huisvesting voor mensen met lage inkomens en het
revolving fund, op een eigentijdse wijze te organiseren. Kenmerkend voor alle artikelen is het zoeken naar
wederkerigheid, het samen ontwikkelen met bewoners,
Jan van der Schaar schetst in zijn artikel “Het wordt nooit
meer zoals het was” vanuit een doorwrochte historische
analyse drie mogelijke ontwikkelingspaden van de sociale
huursector in een sterk veranderende context. Wat mij betreft een must voor de corporaties om in hun strategische
verkenning te betrekken. Een aantal artikelen sluit goed
aan bij het betoog van Jan van der Schaar. In zijn artikel
constateert Van der schaar een toenemende behoefte aan
een nieuw middensegment. Eric Harms schetst in zijn
overzichtsartikel “Middeninkomens: een nieuw segment
in wording” hoe daar momenteel over wordt gedacht. Zijn
woningcorporaties er nog voor de middengroepen?
Dat het aan initiatief niet ontbreekt, maar ook dat de weg
lang is met veel beperkingen uit het Haagse zien we in het
artikel “Beweging op de woningmarkt, lokale impulsen
in denken en doen in Amsterdam”. Ook binnen de lastige
context van dit moment zijn er keuzes te maken. In het
artikel “Strategie op weg naar de participatiesamenleving”
schetsen Gerrit Teunis en Frans de Jong een concrete zoektocht in uitvoering naar een strategische positionering in
deze roerige tijd.
Het kon bijna geen toeval zijn dat op de avond na de bijna–
nacht van Duivesteijn, hij zich door Nieuwsuur liet interviewen in Het Schip. In het artikel “Weg met de krotten,
hier de paleizen” beschrijft Ton Heijdra hoe in museum
Het Schip de geschiedenis van de volkshuisvesting en de
Amsterdamse School levend wordt gehouden. Boeiend,
tenslotte ligt in de kennis van de geschiedenis nog steeds
de toekomst besloten.
Tot slot, een gezonde democratie, zo zei Herman Tjeenk
Willink onlangs in zijn Bart Tromplezing, heeft tot taak
ten behoeve van haar legitimatie tegenkracht te organiseren. Dat lijkt er vanuit Den Haag even niet in te zitten.
Kortom werk aan de winkel.