Gedragsanalyse Beter Benutten

Gedragsanalyse Beter Benutten
Regio´s: Maastricht, Arnhem-Nijmegen,
Brabant en Midden-Nederland
|Utrecht/Amersfoort,30 november 2014
1.
Mobiliteitsgedrag onder de loep
Deze notitie is gemaakt op basis van de ervaringen van de tweede tranche van Beter Benutten
in de regio’s Maastricht, Arnhem-Nijmegen, Brabant en Midden-Nederland, maar is ook bruikbaar
in de andere Beter Benutten Regio’s.
Dit document is een momentopname. Het past bij de vorm waarin de meeste maatregelen in
verkeerden tussen juni 2014 en november 2014. Dit document geeft een goed beeld van de
gevolgde gedragsanalyse, als eerste stap in een ‘ongoing proces.’
Gedrag goed toepassen is een cyclisch proces. Na deze gedragsanalyse dient bij iedere
concretiseringsslag van de maatregelen opnieuw ook de gedragsinbreng gespecificeerd te
worden.
Uitgangspunt van de analyse is dat het vinden van intrinsieke motivaties van doelgroepen en het
benoemen en wegnemen van weerstanden voor verandering een enorme impuls zal geven aan
de gedragsmaatregelen binnen Beter Benutten. In een later stadium, waarin de koers van de
regio’s nader gespecificeerd is, komen meer verfijnde psychologische principes aan de orde 1.
De stroomdiagrammen uit bijlage 1 vormen een geschikt instrument om de regio’s door de
komende fasen van Beter Benutten heen te loodsen waar het de gedragskant betreft. Zij kunnen
tevens als peilstok worden gebruikt om vast te stellen waar een regio zich momenteel bevindt met
betrekking tot de gedragsanalyse en de eerste fase van oplossingen en implementatie.
1.1
Customer Journey
Een customer journey, ofwel klantreis, is een weergave van de interactie van een klant met een
organisatie of tussenpersoon binnen verkoop- en serviceprocessen. In deze studie2 gaat het om
de belevingen van een reiziger in één van de Beter Benutten projecten. Een customer journey
maakt inzichtelijk in welke mate een proces succesvol is ingericht vanuit het gedrag van de klant.
Een customer journey is toe te passen op zowel bestaande maatregelen als op nog te ontwerpen
maatregelen.
De customer journey kan op verschillende manieren worden ingericht en uitgevoerd.
Terugkerende elementen bij de verschillende uitvoeringen zijn: het identificeren van klanttypes,
bepalen klant ervaringsfases, de klantreis in beeld brengen, touchpoints en interacties benoemen,
emoties van de klant een plaats geven, mogelijkheden en service barrières in beeld brengen. In
deze studie staan de laatste twee elementen centraal.
1
In deze notitie is vooral gebruik gemaakt van de theory of reasoned action, de zelf-determinatietheorie, en
‘doeltheorieën’ gebaseerd op principes van Bandura en Skinner. In een later stadium doen ook toepassingen
van verleidingstechnieken van Cialdini, en moderne marketingprincipes hun intrede.
2
Customer Journey’s kunnen zich ook afspelen tussen aanbieders en overheden onderling, maar dat is niet
het onderwerp van de studie uit dit document.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 2
1.2
Bergrijpen is kunnen veranderen
We beschrijven het opzetten en uitvoeren van effectieve gedragsbeïnvloedende maatregelen aan
de hand van drie essentiële onderdelen:
1.
Begrijpen van gedrag
2.
Beïnvloeden van gedrag
3.
Benutten van de opgedane kennis
Om gedrag effectief te kunnen veranderen moet je het ten eerste zo veel mogelijk kunnen
begrijpen. Dat betekent onder meer inzicht hebben in het huidige gedrag, een goed beeld hebben
van het gewenste gedrag en zicht hebben op welke doelgroepen we ons gaan richten.
Voorbeeld: fietsimpuls bij forenzen
Als een project een fietsimpuls bij forenzen beoogt, dan is de doelgroep de auto-forenzen op de
korte afstanden naar het prioritaire gebied toe. Het huidige gedrag van deze doelgroep is met de
auto, in de spits naar het prioritaire gebied reizen. Het gewenste gedrag is (gedeeltelijk) met de
fiets naar het gebied reizen.
Het gewenste gedrag is per oplossingsrichting anders. Figuur 1 toont een overzicht uit de regio
Arnhem-Nijmegen. De basistypen gewenst gedrag staan in de figuur.
Figuur 1: het gewenste gedrag in beeld gebracht. Bron: Beter Benutten Arnhem Nijmegen
Op basis van het gewenste gedrag is het ten tweede mogelijk om de juiste interventies te kiezen.
In de praktijk bestaan daar vaak al ideeën over. Zelden wordt een interventie zuiver gekozen op
basis van de gedragsanalyse. Succesvolle projecten in het verleden, wensen van stakeholders,
bestuurlijke overwegingen, geldstromen; ook dat beïnvloedt de keuze van de inrichting van de
interventie. Maar ook als er reeds keuzes zijn gemaakt en/of sterke wensen zij een bepaalde
richting in te gaan, wint de interventie altijd aan effectiviteit als er goed gekeken wordt naar de
achtergrond van het betreffende gedrag. Het gaat dan om de vragen:
-
Waarom verplaatsen mensen zich op de manier zoals zij het tot op heden doen?
-
Waarom en voor wie is dit een probleem?
-
Is op basis van de verkeerskundige analyse een valide inschatting te maken van welke
doelgroepen (forensen, bezoekers en studenten) zich in het gebied bevinden op de plaatsen
en momenten van de meest vertraagde ritten?
-
Zijn de belangrijkste herkomst-bestemmingsrelaties bekend?
-
Zijn de doelgroepen nader te specificeren? Dat wil zoveel zeggen als: zijn er subgroepen te
onderscheiden met min of meer overeenkomstige kenmerken? Het gaat altijd om een
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 3
afweging tussen enerzijds ‘meer op specifieke groepen inzetten’ en aan de andere kant ‘toch
voldoende massa kunnen maken om effect te sorteren.’
-
Waar liggen de beste aangrijpingspunten om de doelgroep(en) in beweging te krijgen? Dit is
een cruciale vraag en hierover moet echt niet te licht gedacht worden of te snel gehandeld
worden op basis van onvoldoende gefundeerde aannames.
-
Wat is het maximale resultaat dat ik zou kunnen bereiken?
-
Hoe kom ik bij dit maximale resultaat en wie heb ik daar voor nodig?
Waar het de gedragsanalyse betreft, dient voor een belangrijk deel gekeken te worden naar de
motieven die de doelgroepen kunnen hebben om het gewenste gedrag te gaan vertonen en naar
de weerstanden die zij ervaren om het gewenste gedrag niet te vertonen. Op basis van de
voorbereidingen voor Vervolg Beter Benutten zijn groslijsten opgesteld van veel voorkomende
weerstanden en motieven per oplossingsrichting. Tevens zijn aangrijpingspunten geformuleerd
om hier mee om te gaan. Een en ander biedt een bruikbaar handvat om mee aan de slag te gaan
bij het verder ontwikkelen/uitwerken én uitvoeren van effectieve maatregelen.
Motieven en weerstanden opsporen als opmaat voor effectief beleid
Het derde element van gedragsverandering is het zorgvuldig vaststellen van de resultaten, als
basis voor continuering, bijstelling of intensivering. Meten = weten. Bijhouden welke onderdelen
van gekozen interventies wel werken en welke niet, bepaalt het succes en de efficiëntie van
maatregelen in de toekomst. Via trapsgewijze monitoring kan worden bepaald wat het effect van
verschillende typen maatregelen is op:
A) het benaderen van de bredere populatie (bereiken van de doelgroep, communicatie);
B) het verleiden van de doelgroep (verkrijgen deelnemers, marketing), en
C) het realiseren van een structurele gedragsveranderingen (duurzame spitsmijdingen).
Elk van deze stappen kan de oorzaak zijn van een lage of hoge effectiviteit. Figuur 2 toont een
voorbeeld uit de regio Maastricht, waarin wordt aangetoond welke stappen in het
veranderingsproces gemonitord moeten worden (met fictieve percentages).
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 4
Figuur 2: project stappen die leiden tot gedragsverandering. Bron: Maastricht Bereikbaar
1.3
Motieven en weerstanden
Lokkertjes, campagnes en educatie
In het verleden is binnen mobiliteitsmanagement breed in Nederland (maar ook daarbuiten) veel
gebruik gemaakt van lokkertjes (presentjes en beloningen) om automobilisten in beweging krijgen.
Tegelijk proberen campagnes mensen attent te maken op de noodzaak om te veranderen en de
voordelen daarvan. Voorlichting en educatie trachten zo aandacht op het onderwerp te vestigen,
attitudes te versterken of te beïnvloeden en ‘heersende’ normen te activeren of te onderstrepen.
In het leven van onze doelgroepen gebeuren veel dingen waar overheden of instellingen maar
weinig invloed op kunnen uitoefenen. Denk aan groepsdruk of karaktereigenschappen. Hoe leuk
de campagnes, presentjes en lokkertjes ook zijn, vaak hebben ze maar een beperkt of tijdelijk
effect omdat zij niet aansluiten bij de intrinsieke motivatie van de doelgroep. Duurzame
gedragsverandering komt vrijwel alleen tot stand als de verandering aansluit bij intrinsieke
motieven (iets wat de deelnemer in kwestie echt voor zichzelf als belangrijk, prettig of gemakkelijk
ervaart. Zie verder onder ‘intrinsieke motivatie”).
Zaak is het daarom om de inhoud van de campagnes en de aard van het lokkertje zo dicht
mogelijk te laten aansluiten bij de behoeften van de doelgroep en bij de gedragsverandering die
gewenst is. Geld kan bijvoorbeeld een aantrekkelijk motief vormen, maar als het geld wegvalt of
als blijkt dat de financiële beloning niet opweegt tegen andere nadelen (vroeger opstaan,
onzekerheid, verlies aan gemak, et cetera) dan slaat de balans toch door in de nadeel van de
beloning.
Een paar generieke ‘regels’ bij het benaderen van de doelgroep (later gaan we daar specifieker
op in):
-
Benader de doelgroep open. Niet met een houding van het willen opleggen van nieuw
gedrag, maar met het introduceren van reële aantrekkelijke mogelijkheden.
-
Verken de condities waaronder de doelgroep bereid is om gedrag te veranderen. Dit hangt
nauw samen met waar de belangrijkste motieven en weerstanden zitten.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 5
-
Maak gebruik van sociale netwerken. Iemand neemt eerder iets aan van zijn collega dan van
een externe.
-
Beschuldig de leden van de doelgroep in geen geval van ‘verkeerd gedrag’ tot nu toe. Dat is
namelijk de beste manier om weerstand op te roepen of te versterken.
-
Vraag niet te veel in één keer.
Intrinsieke motivatie, de spil van verandering
Ons uitgangspunt is dat er voor mensen twee type redenen zijn om bepaald gedrag te vertonen:
omdat ze het echt zelf willen, of omdat ze er door anderen toe worden aangezet. In de
psychologie heet dat respectievelijk intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie leidt
tot krachtiger en langduriger gedrag dan extrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie komt – zoals
boven onder ‘lokkertjes’ beschreven – van buitenaf. Als je iets doet omdat je er zelf belang bij hebt
ergens in gelooft, of zelf de voordelen ervaart, doe je het vaker en/of langer.
Een heel belangrijk, maar in beleid sterk onderschat element op de weg van motieven naar
structureel gewenst gedrag, is feedback. Mensen willen zien/ervaren dat het gedrag dat zij
vertonen (zeker als dit soms enige moeite kost) iets oplevert (dat het de moeite waard is om het te
blijven doen). Waardering en bevestiging van anderen zijn hierbij sleutelwoorden. Het mooiste is
als deze feedback vanzelf komt (uit de eigen vriendenkring bijvoorbeeld) of dat de positieve
effecten van de gedragsverandering meteen duidelijk zichtbaar zijn voor de persoon in kwestie3.
Beter Benutten en haar partners kunnen hierbij echter heel goed een handje helpen. Het gaat dan
om het versterken van het nieuwe (gewenste) gedrag, door terug te koppelen wat het voor de
persoon in kwestie oplevert; in woorden en daden.
De generieke regels bij het geven van feedback:
-
richt de feedback op de motieven van de doelgroep (bijvoorbeeld: ‘In hoeverre is mijn
gezondheid verbeterd?’ of ‘Wat heb ik inmiddels verdiend met mijn nieuwe gedrag?’) en niet
op andere zaken (bijvoorbeeld: ‘Welke milieuwinst is behaald door het nieuwe gedrag?’ of
‘Wat heb ik inmiddels verdiend met mijn nieuwe gedrag als ik daar niet op uit ben?’, tenzij dus
de leden van de doelgroep hier specifiek om vragen omdat dit voor hen intrinsieke motieven
zijn.
-
Geef bij voorkeur feedback als er ook echt wat te melden is. Meld echter na zekere tijd ook
terug als er geen of geen positieve resultaten worden behaald. Verzwijgen van de waarheid is
zinloos. De gedragsverandering sluit dan niet aan bij de motieven en daar komt de persoon
na verloop van tijd toch achter. Ook biedt deze activiteiten de mogelijkheid om aanpassingen
te doen aan de maatregel om hem wél effectief te laten zijn.
-
Overweeg of collectieve feedback zinvol is naast individuele feedback. Individuele feedback
geeft informatie over de persoonlijke prestaties van de deelnemer in kwestie en is vrijwel altijd
belangrijk. Collectieve feedback wil zeggen dat je informatie terug geeft over een hele groep
(bijvoorbeeld: ‘Alle collega’s tezamen hebben ‘dit en dit’ bereikt!’). Wees voorzichtig met het
vergelijken van individuele prestaties met die van anderen. Competitief ingestelde personen
kunnen worden uitgedaagd als anderen beter presteren (of als zij zelf onder het gemiddelde
presteren), maar veel mensen raken hierdoor juist ontmoedigd en gefrustreerd.
3Neem
als metafoor van iemand die gewicht wil verliezen. Sporten en minder eten kan lastig zijn en wordt
alleen verduurzaamd als men feedback krijgt uit de omgeving dat men er goed en gezond uitziet en/of van de
weegschaal die aantoont dat kilo’s verdwijnen.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 6
-
Presenteer de feedback waar mogelijk in positieve termen. Maak de feedback kort en
overzichtelijk. Als deelnemers hele verhalen moeten doorlezen of interpretatieslagen moeten
maken om het te kunnen duiden, haken velen af. Probeer de feedback ook op de korte
termijn te richten en geloofwaardig te houden. ‘U heeft zoveel calorieën verbrand’ is beter dan
‘u heeft nu een maand langere levensverwachting.’
Naast feedback (het teruggeven van resultaten die behaald zijn) spreken we ook van feed
forward; informatie over wat nog te bereiken is en wat een ‘volgende stap’ inhoudt. Feedback kijkt
vanuit de huidige situatie terug naar het verleden; feed forward kijkt vanuit de huidige situatie naar
de toekomst. Overigens kunnen beide vormen van informatie heel dicht bij elkaar liggen omdat zij
beide tot doel hebben met de kennis van nu de toekomst vorm te geven.
Weerstanden
Pogingen gedrag en attitude te veranderen roepen meestal ook negatieve gevoelens op
(weerstanden, barrières, drempels). Mensen willen niet zo graag veranderen. Weerstanden
kennen en kunnen wegenemen vormt daarom een belangrijke schakel op weg naar structureel
gewenst gedrag. Als weerstanden niet serieus genomen worden en er niets mee gedaan wordt,
kunnen ze uitgroeien tot ernstige drempels voor succes. Het tegenspreken van weerstanden heeft
meestal weinig zin, of zorgt voor nog meer weerstand. Voorzieningen verbeteren, positieve
ervaringen laten opdoen en - waar het kan - mogelijkheden verruimen, zijn efficiënte manieren om
met weerstanden om te gaan. Keuzevrijheid is een belangrijk wapen in de strijd tegen
weerstanden.
Veel voorkomende weerstanden zijn ‘Dat kan ik niet, want dat is in mijn situatie veel te lastig’, ‘Als
ik dat ga doen ben ik twee keer zo lang onderweg’, of ‘Klinkt leuk, maar dat past niet bij mijn type
baan’. Veel weerstanden komen voort uit het niet willen opgeven van gewoontegedrag of
verworvenheden. Ingrijpende veranderingen ten opzichte van de standaardsituatie (verhuizing
bedrijf of grootschalige wegwerkzaamheden) kunnen aanleiding zijn om het gewoontegedrag
sowieso te doorbreken. Ook kan zo’n grootscheepse onderbreking van de standaardsituatie
bewust worden opgeroepen: ‘Ons bedrijf gaat zich een maand lang inzetten voor een goed doel.
We kunnen geld sparen door kilometers te maken op de fiets of n het openbaar vervoer. Wie doet
er mee met dit goede initiatief? Een maand iets anders proberen helpt …. (invulling van het goede
doel).’ Maar ook het verminderen van parkeerplaatsen, het prioriteren van parkeerplaatsen naar
woonafstand of het verhogen van tarieven kunnen voor opschudding zorgen in
gewoontepatronen.
De ingrediënten verenigd in een model
Hieronder de visie op gedragsverandering in een model gevat. Op de weg van intrinsieke
motieven naar structurele gedragsverandering liggen diverse gedragstips klaar om opgevolgd te
worden.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 7
Figuur 3: Model voor gedragsverandering
De waarde van dit model voor de praktijk is met name dat het de verschillende onderdelen
(lokkertjes, weerstanden, motieven) overzichtelijk clustert en laat zien dat er op weg de van
motieven naar structurele verandering veel actie nodig is. Het is een kapstok voor de methode die
hieronder wordt uitgeschreven.
Kunnen en willen veranderen
Motivatie is dus van doorslaggevend belang bij vrijwillige gedragsverandering. Een belangrijk
onderdeel daarvan is (het gevoel) vrij te zijn om je eigen keuzes te kunnen en mogen maken. Een
overheid die over je schouders staat mee te kijken, past daar niet in. Betrokkenen bij en de
organisatie van maatregelen of projecten dienen zich dan ook regelmatig de volgende vraag te
stellen: Hoe zorg ik er voor dat de leden van de doelgroep keuzes kunnen maken, zich niet
gedwongen voelen en de vrijheid hebben om ook eens anders te handelen dan wij graag zouden
willen?Met een mooi woord betekent dit onder andere dat maatregelen vergevingsgezind dienen
te zijn opgesteld. Regent het een keer hard, dan moet je met de auto kunnen komen zonder daar
op aangesproken te worden.
(Gevoelsmatige)(keuze)vrijheid als stimulans voor verandering.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 8
Als je weet dat je iets niet kunt, dan is de motivatie vaak laag om die taak uit te voeren
(competentie). Dit betekent dat projectleiders, stakeholders en andere betrokkenen zich eigenlijk
voortdurend de volgende vraag moeten stellen: Wat heeft de doelgroep van mij nodig om het
gewenste gedrag ook echt te gaan vertonen? Probeer daar (zeker in het begin) ook in te voorzien.
Naast keuzevrijheid en competentie is een derde factor om mensen te motiveren het geven van
vertrouwen. Dit is bij aanvang vaak beperkt of latent aanwezig. “Waarom zou ik mijn gedrag
moeten veranderen? Waarom ik?” Vertrouwen moet vaak nog gewonnen of versterkt worden.
Tips om dit te doen zijn: geef betrouwbare info, laat zien dat het jou echt om de belangen van de
reiziger gaat, verstrek informatie als het nodig is (overvoer hen niet) en geef daarbij informatie
waar de reiziger ook echt op zit te wachten, doe wat met klachten en wensen, et cetera.
Alles op een rij
De gedragsanalyse en het richting geven aan oplossingen, verloopt langs de volgende stappen:
Het gedrag begrijpen (huidig gedrag, gewenst gedrag, doelgroepen)
Beweegredenen: welke motieven en weerstanden kennen de
doelgroepen?
Hoe kunnen we deze respectievelijk versterken en wegnemen?
Hoe kunnen we feed forward en feedback geven?
Welke maatregelen passen hierbij, of hoe kan ik mijn voorgenomen
maatregelen hiermee aanscherpen?
-
Heeft het meerwaarde ‘lokkertjes’ in te zetten om mensen het nieuwe gedrag te laten
uitproberen? Zo ja, welke lokkertjes dragen dan echt bij?
Is er sprake van voldoende keuzevrijheid voor (potentiële) deelnemers?
Zijn de (potentiële) deelnemers werkelijk voldoende toegerust om de
gedragsverandering te kunnen uitvoeren?
Is er vertrouwen over en weer bij en tussen betrokken partners en
deelnemers?
Wat is de juiste toon en opzet van begeleidende campagnes of introductie
van maatregelen (zie bijlage; handreiking communicatie)
Hoe kunnen we het nieuwe gedrag bestendigen?
Deze stappen zijn in stroomdiagrammen gevat in de Checklist Gedrag (zie bijlage). In de
verschillende fasen van het vervolg van Beter Benutten kan deze als leidraad dienen voor de
specificatie van en het effectueren van maatregelen en maatregelenpakketten waar
gedragsverandering een rol speelt.
1.4
Toepassing van gedragsanalyse in Beter Benutten
Per type oplossingsrichting is in deze notitie een aanzet gegeven voor de gedragsanalyse van
Beter Benutten projecten (zie volgend hoofdstuk). Er is gewerkt aan de hand van groslijsten met
veel voorkomende motieven en weerstanden. Deze zijn zorgvuldig op waarde geschat. De
groslijsten kunnen input zijn voor de uitwerking van de plannen van aanpak in de Beter Benutten
regio’s. De lijsten moeten verder (generiek en regio specifiek) worden aangevuld op basis van een
dialoog met (A) stakeholders en (B) doelgroepen. Dit is in sommige regio’s al (partieel) gedaan.
Daar komt bij dat naar mate de maatregelen meer concreet worden zij telkens opnieuw getoetst
dienen te worden aan de checklist Gedrag (bijlage). Ook dienen er bij de implementatie van
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 9
maatregelen regelmatig nieuwe concretiseringsslagen gemaakt te worden om efficiënt om te gaan
met relevante motieven en weerstanden.
Voorbereiding en uitvoering
In veel gevallen zal de dialoog met stakeholders en doelgroepen onderdeel zijn van de uitvoering
van een plan, en worden de eerste aannames gebaseerd op de in deze notitie opgenomen
groslijsten die met experts in verschillende regio’s gemaakt zijn (in totaal ca. 50 experts uit vier
regio’s). De positie van de gedragsanalyse in de plannen van aanpak kan als volgt geïllustreerd
worden. Afhankelijk van de reeds beschikbare informatie en de tijd en middelen om in het kader
van de voorbereiding extra onderzoek uit te voeren kan een plan van aanpak voor een deel
resultaten beschrijven (gebaseerd op deze notitie) en voor een deel een proces beschrijven
waarin de inzichten worden uitgediept (zie figuur 4).
Tussentijdse bijsturing
De continue dialoog met de stakeholders en doelgroepen, en de periodieke evaluaties van
projecten, zijn daarnaast vaak aanleiding om een product gedurende de uitvoering van het
programma aan te passen. Zo is in de regio Maastricht in 2012 gestart met het uitdelen van een
strooipas (OV-chipkaart) aan forenzen, omdat bleek dat veel forenzen nog geen OV-chipkaart
hadden. Toen duidelijk werd dat de kaart relatief weinig werd gebruikt is het product aangepast en
veel persoonlijker gemaakt (benaderen van de doelgroep, bieden van een probeeraanbod voor
een maand, dialoog over en persoonlijke invulling van vervolgaanbod).
Aanpak regio
Per oplossingsrichting beschrijven we de te nemen stappen in de regio aan de hand van het
gedragsveranderingsmodel van Icek Ajzen4, een van de meest wijdverbreide theorieën op het
gebied van menselijk gedrag. Volgens Ajzens ‘theory of planned behaviour,’ zijn er drie
overwegingen die ons gedrag sturen:
1.
Waar leidt het gedrag toe? (de ingeschatte gevolgen van het gedrag bepalen je attitude);
2.
Wat vinden anderen van het gedrag? (de normen omtrent het gedrag);
3.
Kan ik het nieuwe gedrag ook echt vertonen? (waargenomen controle over het gedrag).
Eigenlijk heel eenvoudig dus. Gedragsverandering slaagt als je aan alle drie de overwegingen
tegelijk sleutelt. Attitudes, normen en waargenomen controle over het gedrag bepalen of je een
positieve gedragsintentie ontwikkeld. Als je de gedragsintentie bevestigt, volgt het gewenste
gedrag. De noodzakelijke acties in de regio worden iedere keer aan de hand van deze theorie
schematisch weergegeven aan het eind van de bespreking van iedere oplossingsrichting.
4
Ajzen, I., & Sheikh, S. (2013). Action versus inaction: Anticipated affect in the theory of planned
behavior. Journal of Applied Social Psychology, 43(1), 155-162.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 10
Ervaringen
Expert
Dialoog
Dialoog
BB1
sessies
Stakeholders
Doelgroepen
30%
PvA
60%
PvA/uitvoering
90%
PvA/uitvoering
Product klaar
voor gebruik
Figuur 4: positie van gedragsanalyse in Beter Benutten
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 11
2.
Barrièrs en motieven bij oplossingsrichtingen
Om de maatregelen aan te scherpen en te effectueren brengen wij per oplossingsrichting
Intrinsieke motieven en weerstanden (barrières) in beeld. Dit doen we enerzijds door
expertsessies, anderzijds door verificatie in de doelgroepen zelf.
In dit hoofdstuk worden de oplossingsrichtingen uit figuur 1 in hoofdstuk 1 besproken aan de hand
van barrières en motieven. De groslijsten op de volgende pagina’s hebben betrekking op de
volgende gedragsveranderingen. De lijsten zijn waar mogelijk min of meer rangordelijk
(belangrijkste barrières en motieven bovenaan).
2.1
1)
Thuis werken in plaats van elke dag reizen
2)
Spitsmijden (buiten de spits reizen)
3)
Fiets/e-bike in plaats van auto
4)
Openbaar vervoer in plaats van auto
5)
Op afstand parkeren (P+R)
6)
Gebruik maken van ITS toepassingen
Niet verplaatsen (thuiswerken)
Ideaal voor het oplossen van knelpunten met zwaar vertraagde ritten is de mogelijkheid van
werknemers om enkele dagen per week thuis te werken. Zij gaan die dagen dan immers helemaal
de weg niet op gedurende de tijdstippen en knelpunten rond de economische kerngebieden.
Uiteraard is dit slechts een alternatief voor een deel van alle forensen die zich op de knelpunten
bevinden. Bepaald werk leent zich immers niet voor thuiswerken en in andere gevallen is de
organisatie er niet op ingericht. Ook blijkt er vaak een gebrek aan kennis en koudwatervrees te
bestaan bij zowel werknemers als werkgevers.
In paragraaf 2.1.2.en 2.2.3. worden de belangrijkste motieven en weerstanden van werknemers
om wel of niet te gaan thuiswerken beschreven. Ook zijn hier de mogelijkheden beschreven om
op basis hiervan thuiswerken aantrekkelijker te maken en daarmee in omvang te doen toenemen,
waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van Beter Benutten.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 12
2.1.1
Stappen vooraf
Om te voorkomen dat er met hagel geschoten wordt is het van belang eerst te trechteren bij het
introduceren van maatregelen gericht op thuiswerken. Daartoe dient het volgende te gebeuren:
-
Leg een focus op bedrijven waarbij het werk het toestaat om een deel van het personeel
(wisselend) af en toe thuis te laten werken;
-
Focus op die bedrijven waar het management er voor open staat;
-
Focus op bedrijven waar ook de bedrijfscultuur vatbaar is voor (het ontwikkelen van)
thuiswerken.
-
Stem binnen het bedrijf af wie wanneer zou kunnen/willen thuiswerken. Combinatie met een
bedrijvenaanpak dus gewenst/noodzakelijk.
Vervolgens betekent effectieve gedragsbeïnvloeding inspelen op motieven en weerstanden bij
werknemers. Hoe dat het best kan gebeuren, is in de volgende paragraaf samengevat.
2.1.2
Motieven versterken en weerstanden wegnemen
Van deze oplossingsrichting zijn de belangrijkste motieven en weerstanden in beeld gebracht door
middel van expertsessies en verificatie bij de (potentiële) doelgroep. Daaruit zijn twee lijsten
opgesteld; één met meest voorkomende motieven en één met meest voorkomende weerstanden.
De complete lijsten zijn opgenomen in bijlage 2
Van deze motieven en weerstanden zijn hieronder in figuur 5 degene met hoogste prioriteit in
balans gebracht. In groen zijn de aanknopingspunten voor verandering aangegeven, in rood de
drempels op weg naar verandering.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 13
Figuur 5: Gedragsbalans Niet Verplaatsen
Groen: dit moet je doen!
Aan de positieve kant vinden we met name minder stress, minder reistijd, geconcentreerder en
efficiënter werken, en meer vrijheid en meer tijd voor andere dingen (door wegvallen reistijd).
Deze motieven zijn het beste te versterken door de volgende zaken in de maatregelen goed vorm
te geven:
- Laat medewerkers de voordelen van thuiswerken ervaren door het eens te gaan proberen. Laat
hen aangeven hoe het bevalt, of zij werkelijk de discipline kunnen opbrengen en hoe productief
zijn. Ondersteun het thuiswerken vanuit de werkgever. Maak duidelijk dat het gewaardeerd
wordt (in ieder geval niet afgekeurd wordt) door collega’s en zorg zo dat geen nieuwe stress
ontstaat over het wel on niet hebben van steun over de nieuwe stap.
- Bespreek de kwaliteit van noodzakelijke (ICT-)voorzieningen thuis. Verbeter deze waar
mogelijk met een aantrekkelijke regeling.
- Geef inzicht (feedback) over hoeveel reistijd men per week (heeft) bespaard.
- Laat mensen binnen het bedrijf aangeven - daar waar van toepassing – dat de kwaliteit van het
werk goed is en niet minder (liefst beter) dan voorheen. Maak ook duidelijk dat de persoon per
mail en telefoon nog steeds goed bereikbaar is als het nodig is en dat zaken die echt op het
werk moeten gebeuren geconcentreerd kunnen plaatsvinden op de dagen dat men daar ook is.
- Laat leidinggevenden sturen op output en niet op aanwezigheid of verplichte werkuren. Maak
duidelijk dat het niet meer van deze tijd is om werken gelijk te stellen aan aanwezig zijn op het
werk.
Rood: hoe kun je pijn wegnemen?
Belangrijkste weerstanden zijn een bedrijfscultuur die er niet voor open staat, een leidinggevende
die niet akkoord is, het doorbreken van de gewoonte, werk dat zich er niet voor leent of de angst
verworvenheden (waaronder goede parkeerplaatsen) (op termijn) kwijt te raken door thuis te gaan
werken.
De pijn is het beste weg te nemen door de volgende zaken goed vorm te geven:
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 14
-
Op het moment dat er geen medewerkers geïnteresseerd zijn, de bedrijfscultuur er niet voor
open staat en het managenet er ook niet blij mee is: zet er geen energie op.
-
Waar wel voldoende basis is om thuiswerken te implementeren: werk aan cultuurverandering
bij collega’s en leidinggevenden. Doe dat onder meer door binnen het bedrijf positieve
ervaringen van andere vergelijkbare bedrijven onder de aandacht te brengen (liefst door
deze bedrijven dit zelf te laten doen).
-
Afspraken goed inplannen, bereikbaarheid (ICT en telefoon) goed regelen;
-
Werk aan cultuurverandering bij met name middenmanagement. Daar ligt vaak de meeste
weerstand.
-
Proberen duidelijke afspraken te maken met werknemers en dit bijvoorbeeld in een
agendawerkschema te bespreken, zodat voorkomen wordt dat mensen het gevoel hebben
contact met collega’s te verliezen of belangrijke zaken te missen..
-
Zet iemand niet gelijk te veel en te lang aan het thuiswerken: voer een proeftijd in om
ervaring op te doen.
-
Maak duidelijke afspraken omtrent verworvenheden (onder andere parkeerplaats). Neem het
gevoel weg dat men door thuis te gaan werken veel verlies lijdt.
2.1.3 Activiteiten regio’s vanuit theorie van gepland gedrag
Figuur 6: Model Gepland Gedrag met aanpak in de regio voor ‘niet verplaatsen’ (thuiswerken).
2.2
Ander tijdstip reizen (spitsmijden)
Waar mogelijk kunnen mensen gestimuleerd worden thuis te werken. Een variant daarop die een
aantal bezwaren van thuiswerken (‘zie mijn collega’s te weinig’, ‘heb afspraken’) wegneemt, maar
toch bijdraagt aan de doelstellingen van Beter Benutten, is deels thuiswerken op een dag. Dat
betekent op een ander tijdstip dan de spits reizen. Het is een alternatief voor hen die liever niet
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 15
overgaan op andere vervoerwijzen (openbaar vervoer en fiets) of daar de mogelijkheden niet toe
hebben en wiens werk of houding hele dagen thuiswerken in de weg staat.
Er zijn al automobilisten die zelfstandig hun werkdag zo hebben ingericht dat zij vóór de spits van
huis gaan en na de avondspits pas naar huis terugkeren. Dit vraagt voor mensen die hier niet
zelfstandig voor gekozen hebben echter relatief drastische verschuivingen in het dagritme.
Daarom is een aantrekkelijk alternatief om de eerste uren thuis te werken en na de spits op pad te
gaan. Zo wordt in ieder geval de ochtendspits vermeden. ’s Middags is het eventueel ook mogelijk
om werknemers eerder te laten vertrekken van het werk en nog even thuis te laten doorwerken.
Hieronder de belangrijkste motieven en weerstanden van werknemers om wel of niet op een
ander tijdstip te gaan reizen en de mogelijkheden die dit biedt om dit aantrekkelijker te maken en
daarmee in omvang te doen toenemen, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de
doelstellingen van Beter Benutten.
2.2.1
Stappen vooraf
Ook bij maatregelen gericht op ‘op een ander tijdstip reizen’ is het raadzaam gericht te werk te
gaan. Dat betekent dat ook hier de combinatie met een bedrijvenaanpak wenselijk is. Stappen:
-
Focus op bedrijven waarbij het werk het toestaat om werknemers af en toe de spits te laten
mijden;
-
Voorkom gevoelens van ongelijkheid door goede planning en open communicatie;
-
Focus op die bedrijven waar het management er voor open staat;
-
Focus op bedrijven waar de bedrijfscultuur openstaat voor spitsmijden.
Als hier aan voldaan is, kunnen werknemers benaderd worden. Hoe dat het best kan gebeuren, is
in de volgende paragraaf samengevat.
2.2.2
Motieven versterken en weerstanden verminderen
Van deze oplossingsrichting zijn de belangrijkste motieven en weerstanden in beeld gebracht door
middel van expertsessies en verificatie bij de (potentiële) doelgroep. Daaruit zijn twee lijsten
opgesteld; één met meest voorkomende motieven en één met meest voorkomende weerstanden.
De complete lijsten zijn opgenomen in bijlage 2
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 16
Van deze motieven en weerstanden zijn hieronder in figuur 7 degene met hoogste prioriteit in
balans gebracht. In groen zijn de aanknopingspunten voor verandering aangegeven, in rood de
drempels op weg naar verandering.
Figuur 7: Gedragsbalans ‘Ander tijdstip reizen’
Groen: dit moet je doen!
Aan de positieve kant vinden we met name het verkrijgen van een financiële beloning, het minder
last hebben van files en oponthoud, vooral het mislopen van ernstige vertraging bij tijdelijke
verstoringen, minder stress en meer tijd om zelf in te delen.
Deze motieven zijn het beste te versterken door de volgende zaken in de maatregelen goed vorm
te geven:
-
Informeer mensen over de voordelen die ze kunnen behalen door op andere tijden te
vertrekken (feed forward);
-
Geef ze inzicht in de (tijd)winst die ze behalen door op andere tijdstippen te vetrekken
(feedback);
-
Spreek ze vooral aan op de voordelen bij tijdelijke verstoringen van de ‘normale gang’ van
zaken: wegwerkzaamheden, bedrijfsverhuizing, reorganisatie, et cetera.
-
Geef mensen (tijdelijk) een beloning als ze de spits mijden. Deze hoeft niet financieel te zijn,
kan ook privileges op werk bevatten (betere parkeerplaatsen), waardering. Financieel gewin,
waar moeite tegenover staat, heeft maar voor een beperkte groep effect en is bovendien erg
kostbaar.
Rood: hoe kun je pijn wegnemen?
Belangrijkste weerstanden zijn een bedrijfscultuur die er niet voor open staat, werk dat zich er in
het geheel niet voor leent, lastig met maken van afspraken/vergaderingen, het feit dat de dag te
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 17
veel verknipt wordt (efficiëntie verlies) en het feit dat het tegen de gewoonte indruist. Daarnaast is
men bang dat de beste plekken (parkeer- en flexwerkplekken) weg zijn tegen de tijd dat men op
het werk komt.
De pijn is het beste weg te nemen door de volgende zaken goed vorm te geven:
-
De bedrijfscultuur er klaar voor maken, door het op de werkvloer te bespreken, te laten zien
dat mensen die spitsmijden even goed/veel of beter/meer werk leveren en collega’s laten
ervaren dat iedereen nog steeds goed bereikbaar is;
-
Afspraken goed inplannen, bereikbaarheid (ICT en telefoon) goed regelen;
-
Verworvenheden (parkeerplaatsen en flexplekken) proberen veilig te stellen of in ieder geval
bepaalde regeling voor treffen;
-
Planning maken voor werkzaamheden waardoor dag niet te verknipt wordt;
-
Gewoontes doorbreken door het op andere tijdstippen reizen tijdelijk extra aantrekkelijk te
maken en feedback en waardering te geven.
2.2.3 Activiteiten regio’s vanuit theorie van gepland gedrag
Figuur 8: Model Gepland Gedrag met aanpak in de regio voor ‘ander tijdstip verplaatsen’
(spitsmijden).
2.3
Fiets of e-bike
Voor de korte afstand is fietsen (en e-biken) voor velen een goed alternatief voor de auto. Velen
doen dit dan ook al. Hieronder worden de belangrijkste aangrijpingspunten beschreven om een
groter potentieel aan te spreken. Voor hen die wat verder van het werk wonen kan de fiets een
welkome schakel zijn in het voor- en natransport van trein of P+R.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 18
2.3.1 Stappen vooraf
Fietsen is een prima alternatief voor hen die ook buiten werktijd regelmatig fietsen. Iemand die
sowieso nooit fietst zal hier niet snel voor warmlopen. De redenen dat men niet naar het werk
fietst kunnen talrijk zijn. Een relatief kleine woon-werkafstand alleen is onvoldoende om te
veronderstellen dat iemand wel kan gaan fietsen. Paragraaf 2.3.2. en 2.3.3. geeft inzicht op het
pallet aan bezwaren én mogelijkheden!
Het verdient aanbeveling om ‘fietsen,’ ‘e-biken’ en ‘de fiets in voor- en natransport’ goed te
onderscheiden. Dit zijn echt verschillende onderwerpen. Wat voor een fiets geldt, hoeft niet voor
een e-bike te gelden en omgekeerd. De fiets als onderdeel van een keten kent weer hele andere
aangrijpingspunten.
Overschat de waarde van het argument ‘met de e-bike kun je grotere afstanden overbruggen’
niet. Zolang de e-bike voor veel mensen nog onbekend terrein is, gaat het vooral om mensen te
informeren en er kennis mee te laten maken. De impliciete of expliciete verwachting uitspreken
naar mensen die te ver van hun werk wonen om te fietsen, nu wel even op deze e-bike zullen
springen is in veel gevallen een stap te ver.
2.3.2 Motievenversterken en weerstanden verminderen
Van deze oplossingsrichting zijn de belangrijkste motieven en weerstanden in beeld gebracht door
middel van expertsessies en verificatie bij de (potentiële) doelgroep. Daaruit zijn twee lijsten
opgesteld; één met meest voorkomende motieven en één met meest voorkomende weerstanden.
De complete lijsten zijn opgenomen in bijlage 2
Van deze motieven en weerstanden zijn hieronder in figuur 9 degene met hoogste prioriteit in
balans gebracht. In groen zijn de aanknopingspunten voor verandering aangegeven, in rood de
drempels op weg naar verandering.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 19
Figuur 9: Gedragsbalans Fietsen en e-bike
Groen: dit moet je doen!
Aan de positieve kant vinden we met name genieten van het buiten zijn, gezondheid,
filevertraging ontlopen en ‘social support’ en imago (sportief en energiek als je veel fietst; je bent
goed bezig). Voor de elektrische fiets komt daar het gevoel van innovatief en modern bezig zijn
bij. Besef wel dat de elektrische fiets ook nog het imago van ‘voor ouderen’ heeft bij veel mensen.
Dat praat je niet zo maar even weg. En bedenk dat veel mensen nog helemaal onbekend zijn met
de elektrische fiets. Het heeft dan weinig zin om ze ‘even te overtuigen’ dat het allemaal zo
geweldig is. Neem de tijd en laat mensen het vooral proberen (ervaren dus).
Deze motieven zijn het beste te versterken door de volgende zaken in de maatregelen goed vorm
te geven:
-
Benadruk de positieve kanten van buiten en in beweging zijn. Vooral bij zittende beroepen
kan fietsen naar en van het werk een impuls geven aan gezondheid en je energieker voelen.
Geef inzicht in wat je kan bereiken door wat meer te bewegen. Houd dat dicht bij de
belevingswereld van de forens (het hier en nu): je voelt je beter en krijgt een betere conditie.
Overdrijf niet.
-
Geef feedback over wat mensen bereiken als ze het een tijdje proberen. Vraag naar
ervaringen en breng ze in contact met andere fietsers.
-
Benadruk het innovatieve van echt mooie elektrische fietsen en laat mensen het een keer
proberen om vooroordelen en weerstand weg te nemen.
-
Versterk het sportieve imago zonder dit op te dringen aan mensen die dit minder belangrijk
vinden.
-
Laat zien dat voor sommige korte afstand verplaatsingen fileleed voorkomen kan worden met
de fiets. Bedenk wel dat het dan vaak niet om netto tijdswinst gaat, maar om het mislopen
van irritante files in combinatie met betere gezondheid,
Rood: hoe kun je pijn wegnemen?
Belangrijkste weerstanden zijn de gewoonte om altijd automatisch de auto te pakken, het
ontbreken van een goede veilige infrastructuur en voorzieningen (stalling), slechte
informatievoorziening over hoe te fietsen, de kosten van aanschaf van een goede fiets (vooral bij
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 20
e-bike) en het feit dat men soms een stuk moet omrijden met de fiets (bijvoorbeeld bij het
oversteken van een rivier). Ook slecht weer vormt een hinderpaal.
De pijn is het beste weg te nemen door de volgende zaken goed vorm te geven:
-
Doorbreek gewoonten door fietsen tijdelijk extra aantrekkelijk te maken. Leg de lat niet te
hoog: als men 1 x per week gaat fietsen is er al heel wat gewonnen en misschien is men
daarna wel gemotiveerd het twee keer te doen (foot-in-the-door).
-
Waar duidelijke knelpunten zitten in de infrastructuur zijn aanpassingen gewenst. Het is
uiteraard niet doenlijk om voor iedereen de woon-werk rit te gaan aanpassen. Hetzelfde geldt
voor omrijfactoren: duidelijke bottlenecks moeten worden weggenomen.
-
Zorg voor goede routeinformatie: langs de weg, maar ook in de vorm van een individueel
fiets-reisadvies.
-
Kosten aanschaf is zeker bij elektrische fiets een probleem. Sluit waar mogelijk aan bij
gunstige belastingregelingen en zorg in het kader van pilots voor aantrekkelijke aanbiedingen
of spaaracties.
-
Laat mensen het eens uitproberen. En vraag naar de ervaringen en doe wat met negatieve
feedback die van de fietsers terugkomt.
-
Zorg er voor dat mensen – zeker in het begin – bij slecht weer met de auto kunnen blijven
komen en dan een dag of paar dagen later bij beter weer wederom op de fiets stappen.
Zeker bij de eerste keren kan slecht weer mensen ernstig demotiveren. Regenpakken leggen
alleen mar de nadruk op de nadelige aspecten. Wees ook ‘vergevingsgezind’ bij langere tijd
slecht weer in fietsstimuleringsprogramma’s. Dat kan enorm veel weerstand wegnemen.
2.3.3 Activiteiten regio’s vanuit theorie van gepland gedrag
Figuur 10: Model Gepland Gedrag met aanpak in de regio voor ‘fietsen en e-bike stimuleren’.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 21
2.4
Openbaar vervoer
Op alle afstanden is het openbaar vervoer voor een beperkte groep een goed alternatief voor de auto.
Daar waar de kwaliteit van het OV goed is doen velen dit dan ook al. Hieronder worden de belangrijkste
aangrijpingspunten beschreven om een groter potentieel aan te spreken.
2.4.1 Stappen vooraf
Het openbaar vervoer is voor een beperkte groep een alternatief (zowel praktisch als mentaal). De
gedragsverandering van auto naar openbaar vervoer is een grote stap, omdat het openbaar vervoer een
groot aantal sterk afwijkende deelgedragingen noodzakelijk maakt, zoals het regelen van voor- en
natransport en het plannen van de heen en terugreis.
Een belangrijke constatering is dat de barrières en motieven voor openbaar vervoer sterk verschillen voor
de deelmodaliteiten bus, tram, metro en trein. Deze modaliteiten verschillen erg qua kwaliteit en beleving
door verschillende doelgroepen. Bij de meeste automobilisten is de bus het minst populair, gevolgd door
de tram. Wat voor een trein geldt, hoeft niet voor een bus te gelden en omgekeerd (bijvoorbeeld werken
onderweg, dat kan vaak goed in de trein, maar niet of nauwelijks in de bus).
Een bijzonderheid op het gebied van openbaar vervoer is dat in sommige regio’s de bezetting van het
openbaar vervoer juist problematisch hoog is. Zo hoog dat men spitsmijdingen in het OV wil realiseren.
Een hoge plaatskans kan een motief zijn voor automobilisten om het openbaar vervoer te nemen. Hiervoor
moet in deze gevallen wel ruimte gecreëerd worden in dat openbaar vervoer.
2.4.2 Motievenversterken en weerstanden verminderen
Van deze oplossingsrichting zijn de belangrijkste motieven en weerstanden in beeld gebracht door middel
van expertsessies en verificatie bij de (potentiële) doelgroep. Daaruit zijn twee lijsten opgesteld; één met
meest voorkomende motieven en één met meest voorkomende weerstanden. De complete lijsten zijn
opgenomen in bijlage 2
Van deze motieven en weerstanden zijn hieronder in figuur 11 degene met hoogste prioriteit in balans
gebracht. In groen zijn de aanknopingspunten voor verandering aangegeven, in rood de drempels op weg
naar verandering.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 22
Figuur 11: Gedragsbalans Openbaar vervoer
Groen: dit moet je doen!
Aan de positieve kant vinden we met name het ontlopen van tijdelijke overlast (langdurige
wegwerkzaamheden), het reduceren van reiskosten in de gevallen dat er goede ov-regelingen
zijn, het kunnen werken tijdens de reis en het hebben van een rustmoment (in de gevallen waar
het ov een goede verbinding biedt en het niet al te druk is). Ook het ontlopen van filevertraging
kan een motief zijn, evenals het milieuvriendelijk reizen. Tot slot is als bijkomend effect soms aan
te voeren dat het dwingende karakter van vertrektijden van het ov een reden kan zijn om op tijd
naar huis te gaan/ te vertrekken.
Deze motieven zijn op de volgende wijze het beste te stimuleren:
-
Bij tijdelijke overlast of ingrijpende veranderingen van de werksituatie (verhuizing,
veranderende reiskostenregelingen) biedt het ov voor sommige werknemers wellicht
uitkomst. Veel hangt dan af van de kwaliteit van de reis met ov. Als deze veel langer of
lastiger is dan met de auto zal het hoe dan ook op veel weerstand stuiten.
-
Indien er mogelijkheden zijn arbeidsvoorwaarden aan te passen in het voordeel van het
reizen met ov en er binnen het bedrijf draagvlak voor is; communiceer dit goed en maak
duidelijk wat mensen kunnen besparen. Geef daarover ook feedback aan hen die het gaan
proberen.
-
Waar mogelijk: reken een deel van de reistijd als werktijd. Dit is een krachtige motivatie!
-
Benadruk dat mensen ook de ov reis kunnen gebruiken als rustmoment/ontspanning. Dat
gaat alleen op voor kwalitatief goede ov-reizen (redelijk rechtstreeks en niet te druk).
Rood: hoe kun je pijn wegnemen?
Belangrijkste weerstanden zijn een toename van de reistijd, het maakt combinatiereizen lastig
(bijvoorbeeld eerst kinderen wegbrengen, dan werken, dan boodschappen doen, dan weer
kinderen halen, dan nog sporten), de arbeidsvoorwaarden zijn ongunstig om niet met de auto te
reizen, het slechte imago van het ov en een gebrek aan comfort.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 23
De pijn is het beste weg te nemen door de volgende zaken goed vorm te geven:
-
Biedt het aan voor mensen die er in reistijd niet te veel op achteruit gaan of er zelfs beter van
worden, of bied waar mogelijk compensatie voor de extra reistijd in vorm van reistijd is deels
werktijd.
-
Combinatiereizen zijn bijna niet te doen met ov, dus voor wie dit een doorslaggevend
argument is, is het ov waarschijnlijk geen alternatief.
-
De arbeidsvoorwaarden dienen waar mogelijk te worden aangepast in het voordeel van het
ov.
-
Het slechte imago van het ov en het gebrek aan comfort kan enigszins worden bestreden
door het alleen aan te bieden/te stimuleren voor die verbindingen waar het hoogwaardig is
en door compensatie te geven in werktijd.
2.4.3 Activiteiten regio’s vanuit theorie van gepland gedrag
Figuur 12: Model Gepland Gedrag met aanpak in de regio voor ‘openbaar vervoergebruik stimuleren’
2.5
Op afstand parkeren
Op afstand parkeren geldt met name voor de langere afstanden. Het gaat erom dat de automobilist een
slimme parkeerkeuze maakt, waardoor hij/zij een deel van de reis te voet, met de fiets of met het OV
aflegt, en de prioritaire corridors in de stad niet met de auto gebruikt. Op afstand parkeren is een goed
alternatief met name voor automobilisten die niet op voorhand verzekerd zijn van een goede
parkeerplaats.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 24
2.5.1 Stappen vooraf
Parkeren op afstand is een reel alternatief voor automobilisten die niet op voorhand verzekerd zijn van een
goede parkeerplaats. Wanneer een bedrijf ruim voldoende parkeercapaciteit heeft en deze gratis ter
beschikking stelt zal parkeren op afstand weinig opleveren. De reistijdwinst vanwege het mijden van files
zal in de regel niet voldoende zijn. In combinatie met (hoge) parkeerkosten en/of onzekerheid over de
plaatskans stijgt de interesse in op afstand parkeren.
Een belangrijke constatering is dat de barrières en motieven voor op afstand parkeren sterk verschillen
voor de typen parkeerfaciliteiten, te weten herkomst P+R (vaak in combinatie met trein), bestemmings
P+R (vaak in combinatie met bus/tram/metro) en parkeerfaciliteiten aan de rand van het centrum (vaak in
combinatie met bus/lopen/fiets). Over het algemeen geldt dat de interesse in op afstand parkeren lager
wordt naarmate de afstand met het natransport groter wordt. De verandering van parkeren voor de deur
naar parkeren aan de rand van het centrum ligt het dichtst bij het huidige gedrag. Overstappen op
openbaar vervoer maakt de gedragsverandering relatief ingewikkeld.
2.5.2 Motieven versterken en weerstanden verminderen
Van deze oplossingsrichting zijn de belangrijkste motieven en weerstanden in beeld gebracht door middel
van expertsessies en verificatie bij de (potentiële) doelgroep. Daaruit zijn twee lijsten opgesteld; één met
meest voorkomende motieven en één met meest voorkomende weerstanden. De complete lijsten zijn
opgenomen in bijlage 2
Van deze motieven en weerstanden zijn hieronder in figuur 13 degene met hoogste prioriteit in balans
gebracht. In groen zijn de aanknopingspunten voor verandering aangegeven, in rood de drempels op weg
naar verandering.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 25
Figuur 13: Gedragsbalans ‘Op afstand parkeren’
Groen: dit moet je doen!
Aan de positieve kant vinden we met name het ontlopen van tijdelijke overlast (langdurige
wegwerkzaamheden) en files, het reduceren van parkeerkosten in de gevallen waar het op de
eindbestemming duur is om te parkeren, de zekerheid om te kunnen parkeren en de invloed van
andere mensen (social support: ‘moet je ook eens doen, echt heel makkelijk’). Uiteraard is het
noodzakelijk dat er tussen de P+R en de eindbestemming een goede ov- of fietsverbinding is.
Deze motieven zijn op de volgende wijze het beste te stimuleren:
-
Bij tijdelijke overlast (werkzaamheden) of ingrijpende veranderingen van de werksituatie
(verhuizing, verslechtering parkeervoorzieningen op eindbestemming) biedt parkeren op
afstand uitkomst. Veel hangt dan af van de kwaliteit van het laatste traject; de reis vanaf de
parkeerlocatie naar de eindbestemming met ov of fiets. Ook het veilig kunnen achterlaten
van de auto is een belangrijk goed.
-
Mogelijkheden om de parkeerkosten aan te passen in het voordeel van het parkeren op
afstand is een belangrijke voorwaarde voor succes. Overlast (relatief lange reistijd en
oponthoud op het laatste traject (tussen P+R en eindbestemming is min of meer een
voorwaarde). Communiceer daar goed over en maak duidelijk wat mensen kunnen besparen
in geld, tijd en ergernis. Geef daarover ook feedback aan hen die het gaan proberen.
-
Benadruk de zekerheid van het vinden van een parkeerplaats. Dit is uiterard alleen een
motiverend argument als dit op de eindbestemming niet het geval is.
Rood: hoe kun je pijn wegnemen?
Belangrijkste weerstanden zijn een toename van de kosten en reistijd, onbekendheid van het
systeem, betalingsmiddelen en arbeidsvoorwaarden en gebrek aan kwalitiet van het laatste deel
van het traject.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 26
De pijn is het beste weg te nemen door de volgende zaken goed vorm te geven:
-
Succes van parkeren op afstand staat of valt met twee factoren:
a)
de hoogte van de kosten van het parkeren op de eindbestemming en de moeite die daar
gedaan moet worden om te parkeren, en
b)
de reistijd en het gebrek aan comfort van het laatste deel van het traject (van de locatie
van de P+R naar de eindbestemming.
Als deze balans niet gunstig is of gunstig te maken is in het voordeel van de P+R, dan zullen
slechts weinig mensen er gebruik van maken. Tijdelijke hinder op het traject kan een
belangrijke aanleiding zijn het eens te proberen.
-
Zorg voor zeer goede informatie op maat en op een makkelijke betaalwijze voor het alatste
stuk (van P+R naar bestemming met ov of fiets).
-
De keuze tussen fiets en ov voor het laatste deel van de reis is aan te bevelen. Men kan dan
met mooi weer fietsen en met slechter weer het ov nemen.
-
Ervaring opdoen is heel belangrijk. Maak het in het begin dus extra aantrekkelijk. En dan
dient de kwaliteit van het laatste stuk van de reis en de uitstraling van de plek waar men de
auto achterlaat prima in orde te zijn.
2.5.3 Activiteiten regio’s vanuit theorie van gepland gedrag
Figuur 14: Model Gepland Gedrag met aanpak in de regio voor ‘parkeren op afstand (P+R)’.
2.6
ITS (Intelligent Transport Systems)
ITS is in Beter Benutten een middel waarmee automobilisten verleidt kunnen worden om (A) anders te
reizen, (B) anders te rijden en/of (C) connected zijn, waardoor auto’s onderling en met de wegkant
kunnen communiceren. Via ITS toepassingen kunnen reizigers beter geïnformeerd op weg gaan en
onderweg de slimste keuzes maken. Via connectiviteit worden veel keuzes automatisch gemaakt.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 27
2.6.1 Stappen vooraf
Vooraf is het van belang om na te gaan welke gedragsverandering nodig is bij een ITS project. Hier zijn
ruwweg de volgende drie mogelijkheden voor:
A. Reisgedrag aanpassen op basis van informatie (bijvoorbeeld pre- of on trip andere modaliteit,
route,of P-plaats kiezen)
B. Rijgedrag aanpassen op basis van informatie (bijvoorbeeld dynamische matrixborden opvolgen).
C. Ervoor zorgen dat men connected is (auto kopen of huidige auto voorzien van connectiviteit)
In dit document wordt ingezoomd op de component informatievoorziening. Connectiviteit is een onderwerp
waarop veel gebeurd en dat technisch al veel mogelijkheden bevat, maar dat in het kader van dit
document nog niet onmiddellijk toepasbaar is. In bijlage 2 zijn wel voor het gehele pakket (A, B en C) de
belangrijkste motieven en weerstanden en daaruit voorvloeiende activiteiten benoemd. Hieronder gaat het
met name over onderdeel A.
Uitgangspunt is dat ITS een middel is om automobilisten te ondersteunen bij het maken van slimme
mobiliteitskeuzes door hen te informeren over mogelijkheden. Het huidige gedrag is gedefinieerd als
“onvoorbereid op vaste route in de auto in de spits reizen”. Het gewenste gedrag is gedefinieerd als “goed
voorbereid en geïnformeerd op weg gaan en daardoor niet met de auto op corridors / tijden dat er veel
vertraging is”. Op basis hiervan is gekeken naar de motieven en barrières om informatie te gebruiken bij
(voor en tijdens) het reizen. De figuur hieronder (figuur 15) toont het conceptueel kader dat hierbij is
toegepast. Het is tweeledig: enerzijds de gedragscomponenten die pre-trip en on-trip een rol van
betekenis spelen (links) en anderzijds het gedragspatroon waar ITS een bijdrage aan kan leveren. Het
gedragspatroon gaat ervan uit dat ITS gekoppeld is aan het informeren van de reiziger. Informeren is
alleen nodig als er onzekerheid is of beleefd wordt over de reis. De reiziger heeft dan onvoldoende
controle over de reis maar wil die wel graag hebben.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 28
Figuur 15. Conceptueel kader ITS Informatievoorziening
2.6.2 Motieven versterken en weerstanden verminderen
Van deze oplossingsrichting zijn de belangrijkste motieven en weerstanden in beeld gebracht door middel
van expertsessies en verificatie bij de (potentiële) doelgroep. Daaruit zijn twee lijsten opgesteld; één met
meest voorkomende motieven en één met meest voorkomende weerstanden. De complete lijsten zijn
opgenomen in bijlage 2
Van deze motieven en weerstanden zijn hieronder in figuur 16 degene met hoogste prioriteit in balans
gebracht. In groen zijn de aanknopingspunten voor verandering aangegeven, in rood de drempels op weg
naar verandering.
Figuur 16: Gedragsbalans ‘ITS: informatievoorziening’
Groen: dit moet je doen!
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 29
Aan de positieve kant vinden we de mogelijkheid die ITS biedt om een kortere reistijd te
verkrijgen, het op een slimme manier ‘dealen’ met onbekendheid op een traject (“Ik weet hier niet
waar ik precies heen moet en wat wijsheid is’), het besparen van (onnodige) reis- en
parkeerkosten, het verhogen van de betrouwbaarheid van een reis en tegengaan van verveling
(‘de uitdaging van het zo snel en slim mogelijk reizen’).
Deze motieven zijn op de volgende wijze het beste te stimuleren:
-
Een reistijdwinst is alleen relevant als deze significant en betrouwbaar is. Geef alleen
reistijdwinst aan als deze meer dan 10-15 minuten bedraagt en geef terugkoppeling over de
hoeveelheid reistijdbesparing die iemand daadwerkelijk heeft gehad na opvolging van het
advies (feedback).
-
Onbekendheid met de bestemming is een van de belangrijkste motieven om reisinformatie te
raadplegen (vooraf of tijdens de reis). De doelgroep bezoekers kan daarom goed
geïnformeerd worden via multimodale reisinformatie en is ook relatief beïnvloedbaar.
-
In het geval dat een gebruiker niet zeker is van een parkeerplaats is informatie over de
parkeersituatie en de beschikbaarheid van een vrije plek een belangrijk motief om
reisinformatie te gebruiken.
-
Benadruk dat het gebruiken van de auto geld kost en dat het alternatief goedkoper in gebruik
is. Geef feedback over de bespaarde kosten in de eerste periode van het uitproberen. Let op:
de alternatieven voor de auto zijn niet altijd goedkoper! Met name bij OV is een
persoonsgebonden reisproduct met korting noodzakelijk om kosten te besparen.
-
Wanneer actuele en/of voorspellende reistijden worden gegeven (voor verschillende
modaliteiten) kan de reiziger zich beter voorbereiden op de reis. Hij/zij past misschien het
gedrag aan, en zal in het minste geval een hogere acceptatie hebben van eventuele
vertraging.
-
Het hebben van actuele reisinformatie geeft een gevoel van controle (ook in het openbaar
vervoer). We weten waar we aan toe zijn en kunnen ons gedrag hierop aanpassen.
-
Reisinformatie tijdens de reis kan helpen verveling tegen te gaan. Vergelijk met het
schermpje in een vliegtuig, waarop 50% van de reizigers kijkt naar een icoon van een
vliegtuig dat met 1 mm per minuut opschuift op het scherm.
Rood: hoe kun je pijn wegnemen?
Aan de negatieve kant vinden we het gebrek aan interesse voor de mogelijkheden die ITS biedt,
een gebrek aan vertrouwen in de systemen, angst voor te grote complexiteit, een gebrek aan het
aansluiten bij de individuele behoeften en gebrek aan toegang tot de juiste systemen. `
Deze weerstanden zijn het beste te verminderen door de volgende items uit te werken:
-
Dat veel automobilisten nog weinig behoefte hebben aan (multimodale) reisinformatie vóór of
tijdens de reis, komt deels doordat men niet weet dat er reisinformatiediensten bestaan en
ook omdat de aangeboden informatie niet aansluit bij de behoeften van de reiziger. Interesse
kan aangewakkerd worden door motieven van reizigers beter in beeld te brengen en
vervolgens de informatie daarop toespitst.
-
Veel informatie die aan weggebruikers wordt gegeven is gekleurd. Wanneer automobilisten
door de overheid worden geadviseerd om een andere route te nemen, dan is het gevoel snel
dat het niet goed is voor de individuele reiziger, maar voor overheidsdoelstellingen als beter
doorstroming in algemene zin. Vertrouwen in de informatie is echter essentieel om adviezen
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 30
op te volgen. Werk aan dat vertrouwen door informatie te bieden die zichtbaar individueel
voordeel oplevert en dus betrouwbaar en actueel is. Adviseer alleen andere keuzes bij
merkbare verstoringen van de ‘standaardsituatie.’
-
Voor veel mensen is de beschikbare reisinformatie nog erg ingewikkeld om te gebruiken.
Makkelijk maken, informeren en begeleiden kan hierbij helpen. De jongere generaties zijn
opgegroeid met informatie, maar het zal nog wel flink wat jaren duren voordat alle gebruikers
volledige toegang hebben.
-
Omdat veel informatie die wordt gegeven nog niet goed aansluit op specifieke behoeften,
worden alternatieven vergeleken op basis van reistijd en kiest de techniek de snelste route,
zonder een integrale afweging te maken tussen bijvoorbeeld reistijd, reiskosten en
betrouwbaarheid. Verdere integratie van (voorgeprogrammeerde) persoonlijke kenmerken
verbetert de kwaliteit van reisinformatie.
2.6.3 Activiteiten regio’s vanuit theorie van gepland gedrag
Figuur 17: Model Gepland Gedrag met aanpak in de regio voor ‘ITS informatievoorziening’.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 31
Bijlagen
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 32
Bijlage 1. Checklist Beter Benutten projecten
gedrag
Stap 1: begrijpen van gedrag
Stap 2: kenmerken doelgroep
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 33
Stap 3: verificatie bij de doelgroep
Stap 4: wegnemen van weerstanden
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 34
Stap 5: Keuzevrijheid, competenties en vertrouwe
Stap 6: de doelgroep aanspreken
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 35
Stap 7: gedrag bestendigen
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 36
Bijlage 2: beschikbare bewijzen voor groslijsten
Hieronder staan de volledige lijsten met motieven en weerstanden per oplossingsrichting gerangschikt en
met achter ieder motief en weerstand een korte aanwijzing over hoe hier het beste mee om te gaan.
1. ‘Niet verplaatsen’
Motieven
Belang
Motief

Minder tijdstress

Minder reistijd
Geconcentreerder/
efficiënter werken
Meer vrijheid bij
indelen werktijd
Meer tijd voor
andere dingen
Betere balans
werk-privé





Minder reiskosten

Meer inspiratie

Meer afwisseling


Mogelijk om fiets
i.p.v. auto te
pakken
Huishoudelijke
taken tussendoor

Meer privacy

Minder sociale
controle
Gebruik eigen
faciliteiten
Dagje zonder auto
kunnen
Lager
ziekteverzuim



Toepassing
Laten ervaren en thuiswerken goed ondersteunen vanuit werkgever zodat er
geen nieuwe stress ontstaat.
Feedback geven over hoeveel reistijd men per week (heeft) bespaard.
Laten ervaren en waar mogelijk waardering uitspreken en feedback geven over
goede prestaties.
Laten ervaren en deze ruimte ook geven door te sturen op output en niet op
aanwezigheid of verplichte werkuren.
Visualiseren en testimonials van collega’s of andere forenzen uit de regio die al
ervaring hebben met thuiswerken in de specifieke sector.
Benadruk dat het gebruiken van de auto geld kost (werkelijke kosten gebruiken)
en dat het alternatief goedkoper in gebruik is. Geef feedback over de bespaarde
kosten in de eerste periode van het uitproberen.
Is heel individu-afhankelijk en daardoor niet goed te gebruiken als stimulans.
Kan positief uitpakken voor werkprestaties, maar ook negatief en is daarom niet
goed te gebruiken als stimulans.
Benadruk en ga in gesprek over de verruimde mogelijkheden. Combineren met
minder stress, meer vrijheid et cetera.
Zie flexibiliteit
Benadruk en onderstreep bij eerste ervaringen. Spreek deze met deelnemers
door.
Idem
Idem
Indien dit een motief is dit benadrukken en waarderen.
Collectieve feedback over geven en sociale bewijskracht inzetten.
Weerstanden
Belang
Barrière
Toepassing

Bedrijfscultuur
Leidinggevende
niet akkoord
Gewoonte
Werk leent zich er
niet voor
Goede
parkeerplaatsen
bezet
Onzichtbaarheid /
Carrière
Werken aan cultuurverandering bij collega’s en leidinggevenden.






ICT niet optimaal

Zelfbescherming
(teveel werken)
Werken aan cultuurverandering bij met name middenmanagement.
Pilots uitvoeren bij kleine groep om het uit te proberen.
Advies op maat bedrijven over hoe het toch kan (kan bij bijna elk bedrijf).
Collectieve afspraken en mogelijkheden creëren waar ze nog niet zijn.
Regeling met reserveren parkeerplaatsen of juist in spits komen = achteraan
parkeren.
Waardering voor thuiswerken, sturen op output ipv aanwezigheid.
ICT verbeteren
Proberen duidelijke afspraken te maken met werknemers en dit bijvoorbeeld in
een agendawerkschema te bespreken.
Proeftijd invoeren om ervaring op te doen
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 37
Belang
Barrière

Gebrek discipline /
afleiding
Scheiding werkprivé
Gelijkheid alle
werknemers
Goede flexplekken
bezet
De zorg dat eigen
werkplek verdwijnt
Belang teamwork
Missen collega’s
Lastig met
afstemmen/
afspraken
Te lage bezetting
op werk
Dag teveel
opgeknipt
Levert me niets
op/ geen reden
voor
Reizen missen als
rustmoment
Moet aanwezig
vaste overleggen
Niet meer kunnen
carpoolen
Kosten
thuiswerken
(energie, koffie)














Toepassing
Sturen op output. Voor iemand die echt geen discipline heeft, is het ook niks.
Zie zelfbescherming.
Bedrijfscultuur: gelijkheid creëren
Als bij parkeerplaatsen. Bij thuiswerken is dit geen probleem.
Dit voorkomen in afspraken met werkgever.
Goede (internet)verbinding en niet te veel dagen thuiswerken per week,.
Idem
In deze niet zo moeilijk. Laat zien dat dit kan.
Bedrijfsprobleem: mangenen!
Discipline, planning en makkelijk werk/afsprakenoverzicht bieden.
Laat reden/voordelen zien en ervaren (feed forward en feedback).
Wennen, bovendien maar een of twee keer per week. Ervaren wat je er voor
terug krijgt.
Die keren niet thuiswerken, simpel!
Andere dagen van de week wel.
Regeling voor treffen.
2. ‘Ander tijdstip verplaatsen’
Motieven
Belang
Motief

Financiële
beloning

Files/
verkeersdrukte
ontlopen

Tijdelijke
aanleiding
(afsluiting van een
weg of toerit)

Minder reistijd

Meer tijd voor
andere dingen

Minder tijdstress

Betrokkenheid bij
thema
duurzaamheid
Toepassing
Is alleen intrinsiek motief voor hen doe het geld echt nodig hebben. Gezien de
omvang van het te winnen geld en het niveau van welvaart zal dit slechts zelden
het geval zijn. Het is daarom een lokkertje (extrinsieke motivatie). Kan de
gedragsverandering aanzwengelen, maar als men vervolgens niet één of meer
van de onderstaande intrinsieke motivaties ervaart, zal het effect snel uitdoven. Is
ook niet wenselijk om lang vol te houden vanuit overheidskant.
Hangt direct samen met hoe ernstig men de vertraging ervaart. Zien de forenzen
de file echt als substantieel probleem? Nee, dan is dit argument (hoe sterk het
ook leeft bij de overheid) geen goede insteek. Ja? Dan liggen hier serieuze
kansen op dit motief te bekrachtigen met behulp van informatie en feedback.
Is op zich geen intrinsiek motief, maar kan dit worden als er reële kans is op
ernstige hinder en dus verlies van tijd. Dit zijn dan meteen de beste aanleidingen
om gedragsverandering op gang te brengen (gewoontegedrag doorbreken). Altijd
gebruik van maken. Aangeboden alternatieven moeten dan wel aansluiten bij
belevingswereld forensen. Voor hen wie later of eerder reizen mogelijk is, zal dit
een aantrekkelijk alternatief zijn. Onderstreep dit en geef feedback over
resultaten (laat zien hoe druk het was op de momenten dat hij/zij anders gereisd
had.
Als bij files/verkeersdrukte ontlopen.
Indien er zichtbare tijdwinst te behalen is, is dit argument te gebruiken als
aanvulling op ‘files ontlopen.’ Is ondergeschikt argument voor Beter Benutten,
want dit moet de forens eigenlijk zelf invullen,
In het geval van ‘tijdelijke aanleiding’ zeer goed te gebruiken. In geval van
dagelijkse file minder, want zoveel stress zal de forens dan niet ervaren, gezien
het feit dat hij dit iedere dag weer doet.
Is bij ‘ander tijdstip reizen’ niet het sterkste argument. De milieuwinst is moeilijk
aantoonbaar.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 38
Belang
Motief
Toepassing

Betrokkenheid bij
thema
bereikbaarheid
Bereikbaarheid kent evenals duurzaamheid het karakter van een sociaal
dilemma. Dat wil zeggen dat mensen geneigd zijn naar elkaar te wijzen en zich af
te vragen waarom zij offers moeten brengen en anderen ‘lekker’ in de auto
kunnen. Collectieve begrippen als ‘bereikbaarheid’ leven vooral op
overheidsniveau, veel minder op individueel niveau. Bij ‘tijdelijke aanleiding’ kan
het wel een rol spelen.

Perceptie dat files/
vertragingen op
de weg toenemen
Als onder files/verkeersdrukte ontlopen.

Werk-privé balans
Iets dat men vooral moet ervaren. Komt bij ‘ander tijdstip reizen’ neer op ‘meer
tijd voor andere dingen’. Zie aldaar.
Weerstanden
Belang
Barrière
Toepassing

Het werk leent
zich er niet voor

Bedrijfscultuur
Als dit inderdaad zo is en dit iedere dag geldt, dan is dit inderdaad geen
alternatief en kan in deze gevallen er ook beter niet op ingezet worden.
Dit wordt afgevangen in ‘stappen vooraf (2.2.1)’. Bedrijfscultuur veranderen is
kwestie van lange termijn en behoort niet tot de mogelijkheden van Beter
Benutten. Wel kunnen bedrijven die aarzelen worden overgehaald met informatie
of aantrekkelijke extraatjes (lokkertjes). Vervolgens moet het op ander tijdstip
reizen zichzelf dan gaan bewijzen.

Lastig met
afstemmen/
afspraken

Dag teveel
opgeknipt

Gewoonte

Te vroeg weg/te
laat thuis
Goede
parkeerplaatsen
bezet






Goede flexplekken
bezet
‘Ik heb helemaal
geen last van files’
Tijdstip
vergaderingen
Leidinggevende
niet akkoord
Te vroeg weg / te
laat thuis
Kwestie van goede afspraken maken en planning. Vereist enige flexibiliteit van
management (zie ‘stappen vooraf’).
Is deels te voorkomen door goede afspraken te maken over het deel van de dag
dat thuis gewerkt wordt. Als het inderdaad leidt tot een hele verschuiving van
dagritme, dan is het maar voor een beperkte groep een alternatief. Hangt ook af
van de ‘lengte’ van de spitstijd. Als deze best lang is, is het alleen op te lossen
met deel thuiswerken en daar goede afspraken over te maken.
Daarom het beste aansluiten bij ‘tijdelijke aanleidingen’ (zie onder motieven). In
de gevallen dat deze gelegenheden zich niet voordoen, kan de gewoonte worden
doorbroken door flink veel aandacht te besteden aan de mogelijkheden die dit
biedt, bijvoorbeeld in het kader van een ‘verandering van mentaliteit in het bedrijf’
of een speciale activiteit.
Zie ‘dag te veel opgeknipt’.
Dit kan weggenomen worden door aantal ‘goede’ parkeerplaatsen te reserveren
voor hen die aan zo’n programma meedoen. Dan is het meteen extra
aantrekkelijk.
Is bijna niet oplosbaar. Reëel bezwaar. Deze oplossing combineert slecht met
flexwerken. Echter: bij veel bedrijven die flexen verschilt de kwaliteit van de
plekken niet opzienbarend. Misverstanden dan wegnemen. Ander mogelijkheid:
compensatie zoeken in andere voordeeltjes.
Kijken of de overige potentiele motieven voldoende opleveren.
Planning
Zie ‘stappen vooraf’. Dit is een voorwaarde.
Zie ‘dag teveel opgeknipt.’

Niet meer kunnen
carpoolen
Regelingen met betrekking tot voordelen carpoolen aanpassen of beide op ander
tijdstip gaan reizen. Als dat niet kan is dit onoplosbare barrière. Maar men
carpoolt al!

Levert me niets
op/ geen reden
Zie ‘motieven’. Als men nergens warm voor loopt: geen energie insteken!

Privacy

GPS kastje
inbouwen in auto
Probeer privacy zoveel mogelijk te garanderen. Maak goede afspraken over wat
wel en wat niet met data gebeurt en wie er toegang toe heeft.
Laat zien dat dit geen schade veroorzaakt en net zo makkelijk weer uit te bouwen
is. Leg ook uit dat het verder geen nadelen heeft, zie onder ‘Privacy.’
3. Fiets en e-bike
Motieven
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 39
Belang
Motief

Genieten van
buitenlucht/zon

Gezondheid/fit

Files ontlopen

Sociale druk

Imagostatus

Bezit

Prettig/plezierig

Kostenreductiegeb
ruik

Duurzaamheid

Snelheid/Reistijd

Kostenreductie
bezit

Auto voor partner

Innovator / early
adapter

Gevoel van
vrijheid
Toepassing
Veel mensen fietsen omdat zij genieten van de buitenlucht en de zon. Vooral
toepasbaar in de zomermaanden. Link fietsen aan landschap. Informeer reizigers
over mooie fietsroutes. Voorkom fietsroutes langs drukke (snel)wegen, werkt
averechts.
Pas op met dit argument: juist bij mensen die het nodig hebben kan het op
weerstand stuiten door te benadrukken dat ze nu ongezond/te zwaar zijn. Bespreek
mogelijkheden om aan lichaam/conditie te werken. Benadruk dat dit dan tijdens de
woon-werkreis kan, dus eigenlijk heel makkelijk in het leven een intrede kan doen (in
plaats van naar sportschool wat voor velen ver van mijn bed is). Geef dan het
perspectief van wat er te winnen is. Maak dit zo concreet en individueel mogelijk.
Wees reëel. Zaak mooier voorstellen dan werkelijkheid gaat tegen je werken. Geef
deelnemer inzicht in gezondheid-winst die behaald is in eerste periode. Wees hierin
reëel en richt je op het individu en de korte termijn. Calorieën verbrand is veel beter
dan toegenomen jaren levensverwachting. Laatste is abstract, onrealistisch en te
ver weg.
Alleen voor specifieke groep die te maken heeft met (tijdelijke) verkeershinder
relevant. Indien van toepassing sterke motivatie voor alternatief. E-bike extra
kansrijk, omdat motief gekoppeld is aan reistijdwinst. Snel fietsen is voor deze groep
een pre.
Als naasten (familie, vrienden of collega’s) veel fietsen dan kan er sociale druk zijn
om ook te gaan fietsen. Sociale druk is een zeer effectieve motivatie voor mensen
om iets anders uit te proberen. Kan worden benut door collega’s in te zetten om
automobilisten te verleiden om de fiets te proberen.
Creëer een sfeer waarin het vervoer van de toekomst centraal staat, filmpjes als van
speedbike (http://youtu.be/E-RN4YcUysM) kunnen daarin een rol spelen. Probeer
nieuwe stimulans te geven op gebied van e-bike in de vorm van innovatieve
accessoires. Houd deelnemers op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Geef
e-bike glossy.
Als men eenmaal een mooie/dure fiets heeft dan is de kans dat men deze vaak
gebruikt relatief groot. Het stimuleren van de aanschaf van een kwalitatief goede
fiets/e-bike stimuleert het gebruik.
Veel fietsers geven aan dat fietsen erg prettig/plezierig is. Dit argument kan gebruikt
worden om automobilisten te verleiden het uit te proberen. De makkelijkste manier
om dit motief te gebruiken is via testimonials van gebruikers, het liefst herkenbaar
omdat collega’s worden ingezet.
Benadruk dat het gebruiken van de auto geld kost (werkelijke kosten gebruiken) en
dat het alternatief fiets goedkoper in gebruik is. Geef feedback over de bespaarde
kosten in de eerste periode van het uitproberen.
Alleen bij mensen voor wie dit expliciet belangrijk is; bij anderen weglaten want zorgt
voor weerstand. Schets beeld van milieuwinst door te gaan fietsen/e-biken. Doe dit
zonder belerende vingers of doemscenario’s, maar vanuit positieve toonzetting.
Geef informatie terug over milieuwinst behaald door te (e-)biken.
Richt dit argument op hen die vinden dat ze nu een (te) lange reistijd hebben.
Bespreek complicaties met rit met de auto. Als deelnemer deze zelf erkent, geef dan
het perspectief van tijdwinst met (e-)bike. Maak dit zo concreet en individueel
mogelijk. Wees reëel. Zaak mooier voorstellen dan werkelijkheid gaat tegen je
werken. Geef reiziger inzicht in tijdwinst die behaald is in eerste periode.
Benadruk dat deelnemers die in het gezin meerdere auto’s hebben wellicht een
(tweede) auto weg kunnen doen. Dit levert vaak significante besparingen op voor
het gezin met behoud van enige flexibiliteit.
Bespreek de mogelijkheden voor de partner indien deze de auto ook kan gebruiken.
Onderzoek mogelijkheden om gebruik van de auto met partner af te stemmen/te
verdelen. Schets beeld van de rol die paar dagen per week fietsen hierin kan
spelen. Vraag na verloop van tijd hoe het bevalt en of het oplevert wat men er van
verwachtte. Bevestig dat de doelen gehaald zijn en geef een kleine attentie die ook
voor partner leuk is.
Creëer een sfeer waarin het vervoer van de toekomst centraal staat, filmpjes als van
speedbike (http://youtu.be/E-RN4YcUysM) kunnen daarin een rol spelen. Probeer
nieuwe stimulans te geven op gebied van e-bike in de vorm van innovatieve
accessoires. Houd deelnemers op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Geef
e-bike glossy.
Testimonials van fietsers gebruiken. Routes aangeven waar je de minste VRI's
tegenkomt. Gevoelens van vrijheid aan elkaar koppelen.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 40
Belang
Motief
Toepassing
Creëer een sfeer waarin het vervoer van de toekomst centraal staat, filmpjes als van
speedbike (http://youtu.be/E-RN4YcUysM) kunnen daarin een rol spelen. Probeer
nieuwe stimulans te geven op gebied van e-bike in de vorm van innovatieve
accessoires. Houd deelnemers op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Geef
e-bike glossy.
In sommige gevallen kan de fiets dichterbij de eindbestemming gestald worden dan
de auto. In die gevallen kan het motief dichterbij een rol spelen bij de beïnvloeding.
Geldt voor specifieke gevallen, want in veel gevallen is het juist andersom (is de
fietsenstalling verder weg dan de autoparkeerplaatsen).
De fiets kan bij uitstek zorgen voor rust moment tussen werk en huis. Dit argument
benadrukken bij hen die De fiets kan bij uitstek zorgen voor rust moment tussen
werk en huis. Dit argument benadrukken bij hen die al overwegen te fietsen.
Argument is niet sterk genoeg om zelfstandig iemand over te halen.

Innovatief/vernieu
wend

Meerdeurtotdeur

Afschakelen

Stressreductie
autoverkeer
Hangt samen met gezondheid en afschakelen. Zie aldaar
Samen fietsen
bezig zijn
Ervaring wijst uit dat veel mensen een duwtje nodig hebben om de intentie om te
gaan fietsen om te zetten in daden. Daarom kan waar mogelijk mensen letterlijk
samen laten fietsen helpen als duwtje. Hier zitten ook nadelen aan: fietst de aner
niet te hard of gebrek aan flexibiliteit. Ook zal het in veel gevallen praktisch niet
kunnen. Alternatief is buddy’s inzetten. Andere werknemers van zelfde bedrijf
waarmee je afspreekt te gaan fietsen en ervaringen uitwisselt. Werkgever of BB
zorgt voor de ‘infrastructuur’ voor deze communicatie.

Weerstanden
Belang
Barrière
Toepassing
Maak gebruik van discontinuïteiten (veranderingen als wegwerkzaamheden,
verhuizing of reorganisatie) die mensen sowieso uit gewoonte halen. Organiseer
anders zelf de schok door guerrilla-marketing actie. Zet de boel een dag op zijn kop.
Opereer vervolgens gefaseerd en laagdrempelig om te voorkomen dat mensen te
snel hun gewoontes geheel moeten opgeven. Dat zou wel mooi zijn maar leidt in
praktijk juist tot extra weerstand.
Kwaliteitsimpuls bestaande routes tbv comfort, omrijdfactoren verkleinen,
snelfietsroutes. Kleinschalige aanpassingen op knelpunten kunnen groot effect
hebben. Ook bruikbaar als aanleiding voor automobilisten om de fiets te proberen.
Zorgdragen voor goede informatie overdracht, reisinformatie / reisadvies, directe
feedback.Geef individueel reis- en routeadvies. Bespreek de ervaringen na korte tijd
en zoek naar verbeteringen van knelpunten onderweg.
De investeringsdrempel is fors (e-bike meer dan fiets). Vooral goede
informatievoorziening i.r.t. kosten autogebruik gebruiken. Subsidieregeling is
effectief. Aandachtspunt is ook categorieën e-bikes (keuzestress). Probeeracties om
mensen ‘lekker’ te maken, subsidie, voorfinanciering.
Schakels in fietsroutes verbeteren. Bijvoorbeeld door het openstellen van
'doorsteekjes', kwaliteitsimpuls bestaande routes en doorstroming bij VRI’s.
Doelgroep informeren over beste fietsroutes. Neem eventuele misvattingen over
omrijfactor weg of compenseer door voor stukje extra reistijd iets anders terug te
geven.
Beschikbaarheid is gerelateerd aan aanschafkosten. Maak onderscheid tussen bezit
en gebruik. Voor ketenverplaatsing is fiets goed oplosbaar met bijvoorbeeld OV-fiets
of Park&Bike. Voor E-bikes aanzienlijke lastiger i.v.m. ongunstige BC.
Beschikbaarheid stallingen bij station/eindbestemming. Kan ik mijn (dure) fiets/ebike kwijt en zo ja op een fatsoenlijk en veilige manier. Aan bestemmingskant gaat
het om beschikbaarheid van een (leen)fiets. Stallingen geschikt maken voor
dure/grote fietsen. Autoparkeren bij bedrijven vaak dichterbij dan fietsparkeren.
Afstand als barrière kan weggenomen worden door e-bike/speedbikes (zie KpVV
publicatie). Werkt door op zowel reistijd als op inspanning. Beide elementen zijn
belangrijk.
Kwaliteitsimpuls fietsinfrastructuur (gladde en duidelijke routes met weinig obstakels
en stopmomenten). Kwaliteit van de fiets/e-bike ook belangrijk. Relatie met
aanschafkosten.

Gewoonten

Geen goede
infrastructuur

Informatievoorzien
ing

Kosten aanschaf

Omrijdfactoren

Beschikbaarheid

Voorzieningen
(keten)

Afstand
(inspanning en
reistijd)

Te weinig comfort

Gecombineerde
verplaatsingen
lastig
Hier vooral kansen in het stimuleren van nieuwe en innovatieve fiets modellen.
Bijvoorbeeld elektrische bakfiets. Voor zakelijke afspraken deelauto bij bedrijf.

Onbekend / angst
Angst om voor het eerst een e-bike te gebruiken. Kan ik het wel, gaat het niet te snel
hoe werkt het allemaal? Oplossing is laagdrempelig uitproberen mogelijk maken.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 41
Belang
Barrière
Toepassing

Vaak slecht weer

Hoogteverschil

Meenemen van
spullen

Arbeidsvoorwaarden

Status &imago

Opvoeding/cultuur

Diefstal (risico)

Stress op het
fietspad

Ongezond

sociale
onveiligheid
Verlichting op orde brengen. Samen fietsen promoten.

Verkeersonveilig
Objectief en
subjectief
Ongevallen concentraties (black spots) wegnemen. Verkeersstromen fiets / auto
scheiden. Fietsconflicten onderling en enkelzijdige ongevallen terugdringen met
kwaliteitsimpuls bestaande routes. Check bij fietsberaad en fietsersbond is nodig
welke trends op dit punt waarneembaar zijn. Er speelt op dit moment ook een
landelijke discussie over dit thema.
Informatievoorziening over het weer. Zie bijvoorbeeld www.hetregentbijnanooit.nl.
Ook in geval van regen het alternatief voor de fiets onder de aandacht brengen.
Eventueel schuilmogelijkheden realiseren langs snelfietsroutes.
In gebieden/regio’s met grote hoogteverschillen vooral stimuleren van e-bikes en
duurzame scooters. Indien mogelijk informeren over alternatieve route met minder
hoogteverschil.
Informeren over verschillende oplossingen m.b.t. fietstassen, type fietsen e.d. Zie
bijvoorbeeld innovaties zoals fietsklik.nl".
In veel bedrijven moet men kiezen voor één reiskostenvergoeding (auto, OV of
fiets). Fietsvergoeding vaak niet. Belangrijke relatie met parkeerrechten. Langdurig
proces om beleid werkgever aan te passen. Leidt tot structurele verandering.
Fiets en met name e-bike is niet hip. Positioneer de e-bike als innovatief en link het
aan status. Laat mensen zien die hem gebruiken die er goed en geslaagd uitzien.
Filmpjes als van speedbike (http://youtu.be/E-RN4YcUysM) kunnen daarin een rol
spelen om het imago van de e-bike te veranderen. Hou deelnemers op de hoogte
van de nieuwste ontwikkelingen.
Maatregelen (educatie, voorlichting, stimulering) ook richten op jonge doelgroep.
o.a. Scholieren, kinderen e.d. Stimuleren dat mensen elkaar onderling (bijvoorbeeld
vanuit de buurt) gaan beïnvloeden (ambassadeurs).
Diefstal e-bikes neemt toe. Landelijke trend. Vraagt om maatregelen. Diefstal
preventie technieken inzetten. Minimale kwaliteitsnorm bedrijfsstalling. Voorlichting
i.s.m. Fietsersbond en stimuleren gebruik bewaakte (gratis) stallingen.
Grote snelheidsverschillen leiden tot ergernis. Oplossingen zijn kostbaar (brede
fietsstroken en inhaalstroken). Is landelijke trend die in urgentie zal toenemen.
Langs druk verkeer (snelweg) fietsen kan gevoel van ongezondheid oproepen.
Benzinedampen inademen. Lijkt erg ongezond. Valt op de fiets veel meer op dan in
de auto. Oplosbaar met "gezonde omrijdroutes".
4. Openbaar vervoer
Motieven
Belang
Motief

Tijdelijke
aanleiding

Reistijd deur tot
deur

OV als deadline
voor werk

Arbeidsvoorwaard
en

Kostenreductie
gebruik

Gemak en comfort
Toepassing
Een tijdelijke verandering in de autobereikbaarheid is voor veel automobilisten een
compelling event om het openbaar vervoer uit te proberen. Gebruik deze
aanleidingen om uitproberen te stimuleren. Dit zijn de beste aanleidingen om
gedragsverandering op gang te brengen (gewoontegedrag doorbreken). Altijd
gebruik van maken. Aangeboden alternatieven moeten dan wel aansluiten bij
belevingswereld forensen. Iemand een ov-abonnement aanbieden die niet voor ov
openstaat, is vrij zinloos. In het verleden wel gebeurd, Let ook op oneerlijke effecten
mensen die al langer met ov reizen in zo’n geval.
Bij de OV overweging moet een potentiele overstapper inzicht krijgen in de reis van
deur tot deur. OV is ingewikkeld vanwege voor- en natransport. Inzicht hierin maakt
een reële afweging mogelijk gebaseerd op de reistijd van de alternatieven.
Een vaste vertrektijd voor het werk kan handig zijn bij het voorkomen van
overwerken. Het kan als excuus dienen om op tijd weg te gaan. Dit motief komt
voort uit het customer journey onderzoek van Maastricht Bereikbaar.
(volledige vergoeding openbaar vervoer/ ketenreis)
Werken onderweg (efficiëntie)
Benadruk dat het gebruiken van de auto geld kost (werkelijke kosten gebruiken) en
dat het alternatief goedkoper in gebruik is. Geef feedback over de bespaarde kosten
in de eerste periode van het uitproberen.
Gemak en comfort dient vooral ervaren te worden. Automobilisten geen vertellen
welk gemak en comfort ov biedt is risicovol. Als ze het eenmaal gaan proberen,
vraag ze naar ervaringen en onderstreep dit of faciliteer deze verder.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 42
Belang
Motief

Efficiëntie

Zekerheid
parkeerplaats auto

Gezondheid

Geeft rustmoment

Kostenreductie
bezit

Sociaal /
ontmoeting

Handig met borrel

Maatschappelijke
betrokkenheid:
milieu

Maatschappelijke
betrokkenheid:
bereikbaarheid

Social support

Gebruik auto door
partner
Toepassing
Onderstreep de mogelijkheden om iets anders te doen onderweg (bv krant of boek
lezen). Het gaat hier niet om argumenten die zelfstandig mensen tot
gedragsverandering bewegen, maar die aanvullend kunnen zijn.
Als parkeren op het werk een probleem vormt, dan kan een P+R op enige afstand
met laatste stukje ov een goed alternatief zijn. Dit moet dan financieel en qua tijd
(kwaliteit ov-dienst) niet ongunstig uitpakken.
Is bij ov maar beperkt inzetbaar. Waar de fiets dit aspect sterk vertegenwoordigd,
wordt het vluchtig fietsen of rennen om een trein te halen niet positief beleefd maar
juist als weerstand,
Dit is een belangrijk aspect maar het communiceert niet zo goed. Forensen ervaren
vaak autorit ook als rustmoment (zonder directe last van medereizigers). Beperkt
gebruiken dus: alleen bij hen die het al proberen en die eerste positieve reacties
afgeven.
Benadruk dat deelnemers die in het gezin meerdere auto’s hebben wellicht een
(tweede) auto weg kunnen doen. Dit levert vaak significante besparingen op voor
het gezin met behoud van enige flexibiliteit.
Voor sommigen is dit de barrière bij uitstek, voor anderen een kans. Niet iedereen
zit te wachten op contact met onbekenden, maar samen reizen met collega’s kan
prettig zijn en werktijd opleveren. Onderstreep dat in de communicatie.
Is waar, maar omdat overheid geen alcoholgebruik wil aanmoedigen niet bruikbaar.
Voor hen voor wie dit een serieus item is zal dit heel sterk werken. Alleen zullen de
meeste mensen voor wie dit echt een belangrijk argument is, het gewenste gedrag al
vaak vertonen. En voor hen voor wie dit geen belangrijk element is kan dit snel
averechts werken. Geef daarom alleen hierover informatie en feedback aan hen wie
expliciet aangeven dit belangrijk te vinden en er naar te willen handelen.
Vergelijkbaar met vorig item.
Als de omgeving het erg waardeert dat iemand met het ov gaat reizen, dan is dit een
zeer krachtige stimulans. Dit kan dan ingezet worden door bijvoorbeeld op het werk
ov gebruik te belonen (hoeft niet met geld, maar bijvoorbeeld met overstapper van
de week en in het zonnetje zetten).
Bijkomend voordeel. Waar mensen dit zelf niet bedenken kan dit als extra argument
dienen.
Weerstanden
Barrière
Toepassing
te ingewikkeld
Hele duidelijke persoonsgerichte informatie bieden van deur tot deur.
Betalingssysteem heel simpel maken (abonnement) en als werkgever in het begin
enige flexibiliteit betrachten. Geef vooral geen informatie die niet direct voor
betrokkenen van belang is. Bij het ov wordt nogal eens gedacht hoe meer info ho
beter, maar dat is niet zo. Hoe specifieker, hoe beter, dat wel!





parkeer/stallingsfa
ciliteiten
betaalongemak
onbekendheid
onbetrouwbaar
Deze zo goed mogelijk aanpassen op wensen klant.
Betalingssysteem heel simpel maken (abonnement)
Ervaring laten opdoen in gunstige situaties
Waar mogelijk inzicht geven in wat te doen bij verstoringen en flexibiliteit bieden
(‘kwartier later door merkbare overmacht geen probleem’).

kwaliteit
reisinformatie
overlast
(geluid/stank)

reistijd toename
Compenseren of accepteren

combinatieroute
(kinderen etc.)
Individueel zoeken naar passende oplossingen. Mensen kunnen soms misschien
wat later op werk komen en ander dagen wat langer doorwerken als partner
kinderen haalt bijvoorbeeld.

Arbeidsvoorwaarden

Reisinformatie verbeteren.
Voor wie dit een serieuze drempel is, is het ov waarschijnlijk geen alternatief. Dat is
namelijk niet weg te nemen
Aanpassen!
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 43
Barrière
Toepassing
Comfort
Men moet het comfort in de meeste gevallen ervaren. Heeft geen zin dit aan
automobilisten te gaan ‘verkopen.’ Wel kunnen regelingen over deel reistijd ov =
werktijd’ heel stimulerend werken.
Waar binnen het bedrijf misverstanden bestaan over hoe tegen ov-reizen
aangekeken wordt, kan door gesprekken op de werkvloer verheldering worden
gebracht. Waar echt de cultuur anti-ov is, zal voor Beter Benutten weinig te bereiken
zijn.
Daar is op veel verbindingen weinig aan te doen. Combinatie met spitsmijden is
mogelijk.
Kostenbalans veranderen (arbeidsvoorwaarden)
Waar mogelijk meer flexibiliteit inbouwen door werkgever.

Imago / status


Lage zitplaatskans


Kosten
flexibiliteit
Gebrek aan
controle
voor- en
natransport
betaalgemak
internationaal



Bagage
Privacy


sociaal onveilig
Te beperken door bovenstaande weerstanden te verminderen.
Hier specifiek beleid op voeren. Vooral natransport vaak zwakste schakel. Vans
inzetten of ov-fiets/bedrijfsfiets meer promoten en financieel te ondersteunen.
Daar waar dit speelt eerst onderzoeken of hier reële oplossingen voor te bedenken
zijn. Kan wel eens heel lastig zijn en daarom binnen Beter Benutten niet
realiseerbaar of kosten-efficient.
Goede bagagedragers op (ov)fietsen verzorgen. Mogelijkheden om spullen veilig bij
bedrijf achter te laten vergroten, zodat niet elke dag alles mee hoeft.
Geen zakelijke telefoongesprekken kunnen voeren is binnen het ov een serieus
probleem. Is niet oplosbaar. Alleen als men niet regelmatig gedurende de reistijden
gevoelige gesprekken moet voeren is het ov een optie. Mogelijk gesprekken ander
moment inplannen.
Dit bezwaar is Beter Benutten overstijgend. OV moet veilig zijn door middel van
controle, verlichting en handhaving. Waar mogelijk kan Beter Benutten bijdragen.
5. Op afstand parkeren
Motieven
Belang
Motief

Files ontlopen
(comfort)

Parkeerkosten

Zekerheid
parkeren

Social support

Duurzaamheid/Mili
eu

Tijdelijke hinder

Reistijdwinst

Reiskosten

Werken tijdens de
reis
Toepassing
Daar waar files (ook stadsfiles) vermeden worden door P+R: maak dit duidelijk en
geef feedback: laat hen die de P+R gebruiken weten welke ellende er doe ochtend
was om de bestemming te bereiken
Benadruk dat het gebruiken van de auto geld kost (indien de doelgroep betaalt voor
parkeren bij de eindbestemming) en dat het alternatief goedkoper in gebruik is. Geef
feedback over de bespaarde kosten in de eerste periode van het uitproberen.
Daar waar parkeren op eindbestemming onzeker is, is dit een sterk argument.
Gebruik het dus ook. Daar waar parkeren op eindbestemming geen probleem is dit
argument niet gebruiken.
Als collega’s of management dit gedrag ondersteunen is dit zeer krachtig
beïnvloedingsmiddel. Kan door Beter Benutten worden ondersteund op de
werkvloer.
Bij herkomst-parkeren is dit argument voor hen die hier gevoelig voor zijn in te
zetten. Bij bestemmings-parkeren op afstand zet het geen zoden aan de dijk, dus
ook niet op inzetten.
Is op zich geen intrinsiek motief, maar kan dit worden als er reële kans is op ernstige
hinder en dus verlies van tijd. Dit zijn dan meteen de beste aanleidingen om
gedragsverandering op gang te brengen (gewoontegedrag doorbreken). Altijd
gebruik van maken. Aangeboden alternatieven moeten dan wel aansluiten bij
belevingswereld forensen. Onderstreep dit en geef feedback over resultaten (laat
zien hoe druk het was op de momenten dat hij/zij anders gereisd had.
Aantonen middels vooruitzichten geven over actuele en voorspellende reistijd auto
versus keten, en feedback over werkelijke tijdwinst die men geboekt heeft.
Benadruk dat het gebruiken van de auto geld kost en dat het alternatief goedkoper
in gebruik is. Geef feedback over de bespaarde kosten in de eerste periode van het
uitproberen. Geldt met name voor gebruik van herkomst P+R omdat hier een groot
deel van de reis met het OV gemaakt kan worden.
Alleen bij herkomst-parkeren een serieuze optie. Anders is de OV reis te kort.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 44
Belang


Motief
Toepassing
Gezelschap
(doorgaande
reizigers)
Gezondheid /
lopen
Samen reizen met collega’s kan prettig zijn en werktijd opleveren. Onderstreep dat
in de communicatie. Geldt vooral voor parkeren op afstand waarbij een relatief groot
deel van de reis met het openbaar vervoer gemaakt wordt.
Is hier maar beperkt inzetbaar. Alleen als de fiets als natransport wordt ingezet, is dit
een goed item om in de communicatie te gebruiken. Daar ook inderdaad inzetten!
Weerstanden
Belang
Barrière
Toepassing

Prijs ketenkosten
te hoog
Voordelige regeling tegenover zetten: arbeidsvoorwaarden

Arbeidsvoorwaard
en

Onbekendheid
Gebrek aan
keteninformatie


Ingewikkelde
toegangsmiddelen

Natransport na OV
verplaatsing lastig
Gevoelsmatig
controle kwijt


Slecht imago P+R

Onveiligheid















Onbetrouwbaarheid (beschikbaarheid plek)
Onzekerheid /
onvoorspelbaarhei
d
Vergoedingsstruct
uur beroerd
Waarom zou ik /
gebrek urgentie
P+R onhandig
ontworpen /
geplaatst
Fiscaliteit
Negatieve
wachttijd beleving
Gevoel dat de
auto dichtbij is
kwijt
Wisselende
agenda / gebrek
flexibiliteit
Gedoe / moeite in
de keten
Reistijd
Locatie P+R
ongunstig tov
herkomst
Wachten objectief
Bagage
meenemen lastig
Geen comfort
(totale keten)
Daar waar parkeren impliciet of expliciet vergoedt wordt via arbeidsvoorwaarden,
en/of daar waar parkeerrechten verworven zijn (en dus verloren kunnen worden), is
dit een belangrijke barrière om gedrag te veranderen.
Aantrekkelijke aanbiedingen bieden waardoor mensen ervaring op gaan doen.
Goede individuele reisinformatie bieden van deur tot deur. Zie verder onder ‘te
ingewikkeld’ onder ‘Openbaar Vervoer’.
Zorgen voor eenvoudige en gemakkelijke betaalstructuur. Ondersteun
automobilisten die het willen uitproberen. Ontzorgen, zorgen voor een oplossing
voor de hele keten.
In beeld brengen wie ov verkiest en wie fiets, Vervolgens faciliteiten en informatie
optimaliseren.
Aantonen dat dit juist toeneemt. Als de knelpunten zich na de parkeerfaciliteit
bevinden, moet dit mogelijk zijn.
Ervaring laten op doen en dus laten zien dat het best goed is. Imagocampagne met
aantrekkelijke beelden van mooie P-terreinen en hoogwaardig vervoer.
Dit bezwaar is Beter Benutten overstijgend. OV moet veilig zijn door middel van
controle, verlichting en handhaving. Waar mogelijk kan Beter Benutten bijdragen.
Deze moet goed geregeld zijn. Zorg hiervoor. Want een slecht product verkoopt ook
niet. Vervolgens ervaring laten opdoen met tijdelijk aantrekkelijke aanbiedingen of
uitdaging (“De P+R-Challange, durf jij het aan”)
Zie onbertouwbaarheid
Verbeteren via werkgevers.
Aantonen wat de voordelen zijn. Zie lijst motieven.
Ontwerp verbeteren waar mogelijk (kleine kwaliteitsimpuls).
Verbeteren
Veilige en aantrekkelijke omgeving creëren met positieve afleiding.
Is niet weg te nemen. Voor hen voor wie dit cruciaal is, blijft dit obstakel.
Planning maken en/of aanpassen. Hoeft ook niet elke dag. Zou wisseldagen kunnen
maken met parkeerplaatsen rond eindbestemming, waardoor mensen ook nog eens
de nadelen van de hele reis met de auto regelmatig ervaren.
Zo makkelijk mogelijk maken, o.a. door informatie op maat en flexibiliteit bij
onverwachte storingen.
Als het goed is wordt deze niet slechter door ontlopen knelpunten. Mak dit zichtbaar.
Waar dit echt zo is, is het probleem niet fysiek oplosbaar. Verbeteren van de
looproute kan de beleving verbeteren. Waar dit collectief probleem is een P+R
aanleggen op de juiste plaats.
Proberen de dienstregeling te verhogen of meer inzetten op fiets als natransport.
Goede bagagedragers op (ov)fietsen verzorgen. Mogelijkheden om spullen veilig bij
bedrijf achter te laten vergroten, zodat niet elke dag alles mee hoeft.
Te verbeteren door al bovengenoemde barrières te verminderen en de motieven te
versterken (zie vorige subparagraaf).
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 45
Belang
Barrière
Toepassing

Te korte
bedieningsperiode
OV
In sommige gevallen kan op afstand parkeren niet vanwege het feit dat de bezoeker
de terugreis wil doen nadat het bedienende OV niet meer rijdt. Deze kleine
doelgroep reist echter ook niet in de spits, dus deze barrière hoeft niet opgelost te
worden voor Beter Benutten.
6. ITS (Intelligent Transport System)
Motieven
Belang
Motief
Toepassing
A: reisgedrag aanpassen

Tijdwinst >15 minuten

Onbekendheid met
bestemming

Parkeerplaats

Kosten

Betrouwbare reistijd

Controle

Verveling tegengaan

Veiligheid

Combinatie met doel
bezoek
0
Tijdwinst <5 minuten
Een reistijdwinst is alleen relevant als deze significant en betrouwbaar
is. Geef alleen reistijdwinst aan als deze meer dan 10-15 minuten
bedraagt en geef terugkoppeling over de hoeveelheid reistijdbesparing
die iemand daadwerkelijk heeft gehad na opvolging van het advies
(feedback).
Onbekendheid met de bestemming is een van de belangrijkste
motieven om reisinformatie te raadplegen (vooraf of tijdens de reis). De
doelgroep bezoekers kan daarom goed geïnformeerd worden via
multimodale reisinformatie en is ook relatief beïnvloedbaar.
In het geval dat een gebruiker niet zeker is van een parkeerplaats is
informatie over de parkeersituatie en de beschikbaarheid van een vrije
plek een belangrijk motief om reisinformatie te gebruiken.
Benadruk dat het gebruiken van de auto geld kost en dat het alternatief
goedkoper in gebruik is. Geef feedback over de bespaarde kosten in de
eerste periode van het uitproberen. Let op: de alternatieven voor de
auto zijn niet altijd goedkoper! Met name bij OV is een
persoonsgebonden reisproduct met korting noodzakelijk om kosten te
besparen.
Wanneer actuele en/of voorspellende reistijden worden gegeven (voor
verschillende modaliteiten) kan de reiziger zich beter voorbereiden op
de reis. Hij/zij past misschien het gedrag aan, en zal in het minste geval
een hogere acceptatie hebben van eventuele vertraging.
Het hebben van actuele reisinformatie geeft een gevoel van controle
(ook in het openbaar vervoer). We weten waar we aan toe zijn en
kunnen ons gedrag hierop aanpassen.
Reisinformatie tijdens de reis kan helpen verveling tegen te gaan.
Vergelijk met het schermpje in een vliegtuig, waarop 50% van de
reizigers kijkt naar een icoon van een vliegtuig dat met 1 mm per minuut
opschuift op het scherm. Hetzelfde principe werkt ook in
auto/OV/fiets/etc.
Reisinformatie draagt bij aan veiligheid. Men ziet filevorming eerder
aankomen en kan het gedrag al aanpassen.
Bezoekers van publiekstrekkers of bijvoorbeeld ziekenhuizen zijn bij het
maken van een afspraak op zoek naar een manier om er te komen. Bij
het maken van de afspraak zijn zij daarom relatief geïnteresseerd in
informatie over de verschillende reismogelijkheden. Deze
mogelijkheden kunnen benut worden via de stakeholders.
Een mogelijke reistijdwinst van minder dan 5 minuten is geen goede
motivatie om het gedrag aan te passen.
B: rijgedrag aanpassen

Risico op een boete als ik
het niet doe

Goedkoper

Langzamer om allemaal
sneller te zijn

Veiliger
De huidige praktijk leert dat automobilisten het rijgedrag op de snelweg
onvoldoende aanpassen aan de aanwijzingen op de matrixborden.
Indien hier boetes voor gegeven zouden kunnen worden, zou dit een
belangrijk motief zijn om de aanwijzingen op te volgen.
Benadruk dat filerijden, optrekken en afremmen geld kost en dat het
opvolgen van de geadviseerde snelheid goedkoper in gebruik is. Geef
feedback over de bespaarde kosten in de eerste periode van het
uitproberen.
Benadruk dat iedereen erbij gebaat is dat iedereen langzamer op de file
inrijdt. Marketingcampagnes hieromtrent kunnen helpen. Is een
moeilijke motivatie om te gebruiken omdat het geen zichtbaar resultaat
oplevert. Feedback geven over het positieve effect kan helpen.
Idem als vorige.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 46
Belang
Motief
Toepassing

Geeft meer rust
Langzamer gaan rijden als het drukker op de weg wordt geeft rust.
Automobilisten die hierop aangesproken worden kunnen dit als motief
gaan zien om zich te houden aan de adviessnelheden.
C: auto met connectiviteit
nemen

Sneller (door
verkeerslichten)

Goedkoper in gebruik

Innovatief

Gemakkelijk




Veiliger
Slim
Leuk
Status

Informatie delen (met eigen
netwerk)
Geef aan wat de voordelen zijn door campagnes en informatie over
hoeveel verkeerslichten al op basis van deze techniek werken. “in stad
Y heb je bij 75% van de verkeerslichten al voorrang” bijvoorbeeld.
Benadruk dat een auto met connectiviteit goedkoper in gebruik is omdat
men minder hoeft op te trekken en af te remmen. Geef feedback over
de bespaarde kosten in de eerste periode van het uitproberen.
Een auto met connectiviteit is innovatief. Naast connectief met
wegkanten biedt het ook mogelijkheden om bijvoorbeeld met de
telefoon op slot te doen en automatisch de parkeerplaats door te geven.
Innovativiteit is een belangrijke motivator voor de aanschaf van
connectiviteit.
Met connectiviteit wordt de kans dat een verkeerslicht “net op oranje
springt” als je in de buurt komt kleiner, omdat het verkeerslicht al lange
tijd wist dat de je eraan kwam. Dat is makkelijker.
Zie Gemakkelijker.
Zie innovatief.
Zie innovatief.
Zie innovatief.
Connectieve auto kan (automatisch of na autorisatie) informatie
verzenden naar bijvoorbeeld de smartphone van de zakelijke afspraak,
om te laten zien wanneer je aankomt en waar je nu bent.
Weerstanden
Belang
Barrière
Toepassing
A: reisgedrag
aanpassen

Het boeit me
onvoldoende

Ik vertrouw het
niet

Te complex / snap
ik niet

Sluit niet aan op
mijn behoefte

Ik heb geen
toegang

Onbekendheid

Maak ik zelf wel uit
Veel automobilisten hebben nog weinig behoefte aan (multimodale) reisinformatie
voor of tijdens de reis. Zij beleven weinig onzekerheid en worden hierdoor verrast.
Interesse kan aangewakkerd worden door de motieven aan te spreken.
Veel informatie die aan weggebruikers wordt gegeven is gekleurd. Wanneer
automobilisten door de overheid worden geadviseerd om een andere route te
nemen, dan is het gevoel snel dat het niet voor jezelf goed is, maar voor de rest.
Vertrouwen in de informatie is essentieel, bewust sturen met (gedeeltelijke)
informatie is daarom onwenselijk.
Voor veel mensen is de beschikbare reisinformatie nog erg ingewikkeld om te
gebruiken. Makkelijk maken, informeren en begeleiden kan hierbij helpen. De
jongere generaties zijn opgegroeid met informatie, maar het zal nog wel flink wat
jaren duren voordat alle gebruikers volledige toegang hebben.
Veel informatie die wordt gegeven sluit niet goed aan op de behoefte. Zo worden
alternatieven vergeleken op basis van reistijd en kiest de techniek de snelste route,
zonder een integrale afweging te maken tussen bijvoorbeeld reistijd, reiskosten en
betrouwbaarheid. Verdere integratie van (voorgeprogrammeerde) persoonlijke
kenmerken verbetert de kwaliteit van reisinformatie.
Zie te complex.
Veel automobilisten zijn niet op de hoogte van alle mogelijkheden. Velen hebben
een smartphone, maar gebruiken hun (niet geüpdate), ingebouwde navigatie.
Potentiele gebruikers informeren over de mogelijkheden draagt bij aan de penetratie
van informatiediensten. Bij het lanceren van een eigen informatiedienst (bijvoorbeeld
app) is een zeer uitgebreide marketingcampagne randvoorwaardelijk voor succes.
Veel automobilisten denken dat ze zelf heel goed weten wat de beste route is, waar
de beste parkeerplaats is en welke vervoerwijze het beste is. Deze groep kan
aangesproken worden door de motieven aan te spreken. Dat is wel lastig.
B: rijgedrag
aanpassen
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 47
Belang
Barrière


Ik zie niet waarom
het nodig is
De rest vertoont
ongewenst gedrag
ook en halen daar
voordeel uit.
Langzamer rijden
kan onveilig zijn
Voel me een
sukkel als ik braaf
het gewenste
gedrag vertoon
Kuddegedrag

Niet willen
















Maximale uit auto
willen halen (stoer
rijgedrag)
Niet weten/op de
hoogte zijn
Ik vertrouw het
systeem en de
voordelen niet
C: auto met
connectiviteit
nemen
Privacy
Controle kwijt
raken
Kosten aanschaf
Wantrouwen
Angst
Cybercriminaliteit
Kosten onderhoud
Meer (computer)
storingen auto
Eigen autootje
houden
In begin (veel) te
duur en
onbetrouwbaar
Toepassing
Overtuigen van het nut en sociale bewijskracht inzetten
Zichtbaar maken dat het gewenste gedrag (op termijn) meer voordeel heeft of
aantonen dat lang niet alle andere het ongewenste gedrag vertonen en dat vooral
gelijkgestemden (b.v. forenzen) baat hebben bij het gewenste gedrag (sociale
bewijskracht en sympathie principe).
Ontkrachten. Zo langzaam dat het onveilig wordt is hier niet reëel
Zie onder tweede item: ‘De rest vertoont…’
Idem
Het niet willen aanpassen van het rijgedrag is lastig te veranderen. Kan via het
aanspreken van motieven of via het uitdelen van boetes.
Lastig te tackelen als dit inderdaad diepgeworteld is. Misschien aangeven dat het op
de bewuste locaties voordeliger is ‘je in te houden’ en dat je op andere trajecten wat
stoerder kan rijden. Maar dit is lastig om te promoten.
Kennis verspreiden.
Laten ervaren en gebruik maken van sociale bewijskracht en mond op mond
reclame.
Garandeer gebruik door betrouwbare partijen. Benadruk dat privacy nu al relatief is
door mobiel telefoongebruik en geef waar mogelijk garanties af.
Weg der geleidelijkheid. ‘Geruststellen’: alleen controle kwijt op specifieke locaties.
Voor mensen die echt sterk waarde hechten aan alles onder controle hebben, wordt
het lastig.
Subsidie, betaalregeling. Ook hier weg der geleidelijkheid: nieuwe auto’s uitrusten
met systemen.
Laten ervaren en voorlichting
Idem
Geruststellen en beveiliging
Als kosten aanschaf
Geruststellen en laten ervaren. Goede kwaliteit systemen is voorwaarde.
Dat zou op zich gewoon moeten kunnen.
Zie kosten aanschaf. Aantrekkelijk maken om bij pioniers te horen. Laten zien dat
het wel betrouwbaar is, gebruik maken sociale bewijskracht.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 48
Bijlage 3: Figuren en tabellen per oplossingsrichting
De motieven en barrières uit bijlage 2 zijn mede gebaseerd op diverse rapporten en publicaties.
De tabellen en figuren dienen alleen om een gevoel te krijgen met de barrières en perspectieven
per oplossingsrichting. Om de tabellen en figuren goed te kunnen begrijpen, dient men kennis te
nemen van de specifieke maatregelen en achtergronden per gebied. Voor alle typen
gedragsverandering is nadere verdieping wenselijk (zowel kwantitatief middels enquêtes als
kwalitatief middels customer journey interviews).
In bijlagens 3a tot en met 3d worden per oplossingsrichting de meest relevante figuren en tabellen
gepresenteerd die werden gebruikt bij het samenstellen van de motivaties en barrières.
Oplossingsrichting
Bijlage 2a
Niet verplaatsen
Bijlage 2b
Ander tijdstip verplaatsen
Bijlage 2c
Ander vervoersmiddel
Bijlage 2d
Andere route
Bijlage 3a: Niet verplaatsen
Redenen om niet (meer dan nu) thuis te werken
Anders
Dan mis ik teveel het contact met collega's
Mis nog andere faciliteiten
Geen telefoonvergoeding
Geen geschikte werkplek
Geen toegang tot netwerklocatie
Geen goede computer
Werkzaamheden niet thuis uit te voeren
Contacten met klanten (op kantoor of elders)
Interne overleggen op kantoor
Niet toegestaan
Nieuw
,0
Paneldeel 1
50,0
Paneldeel 2
100,0
Bron: Resultaten Monitor Mobiliteitsmanagement 2009-2011, stadsregio Arnhem Nijmegen
(2011).
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 49
Tabel 6.2:
Redenen om thuis te werken voor huidige thuiswerkers (meerdere mogelijk)
Reden
Thuis kan ik rustiger werken
Dan vermijd ik de file
Werk en huishouden combineren
Iets af krijgen (overwerk)
Nog anders, namelijk …
Totaal
Nieuw 2011 (n=115)
63%
39%
41%
36%
16%
194%
Panel (n=204)
76%
52%
35%
36%
8%
208%
Bron: Resultaten Monitor Mobiliteitsmanagement 2009-2011, stadsregio Arnhem Nijmegen
(2011).
Tabel 6.4:
Welke belemmering is het meest belangrijk om niet (vaker) thuis te werken (%
genoemd)
Huidige thuiswerkers
Nieuw 2011
Panel
Belemmering
(n=105)
(n=189)
Dat is niet toegestaan
13%
8%
Interne overleggen op kantoor
25%
16%
Contacten met klanten
14%
8%
Type werkzaamheden
9%
20%
Geen (goede) faciliteiten:
2%
5%
Computer
0%
0%
Toegang tot netwerk
2%
3%
Werkplek
0%
0%
Telefoonvergoeding
0%
0%
Nog anders, namelijk …
0%
2%
Contact met collega’s
9%
8%
Anders, namelijk …
5%
7%
Totaal1
77%
72%
1
“Meest belangrijk” hoefde niet per se aangevinkt te worden
Niet thuiswerkers
Nieuw 2011
Panel
(n=293)
(n=288)
17%
18%
10%
7%
5%
8%
18%
18%
9%
10%
1%
0%
4%
7%
0%
1%
2%
0%
2%
1%
4%
5%
9%
7%
71%
73%
Bron: Resultaten Monitor Mobiliteitsmanagement 2009-2011, stadsregio Arnhem Nijmegen
(2011).
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 50
Figuur 6.1:
Gemiddelde belang van redenen om niet (vaker) thuis te werken
Interne overleggen op kantoor
Niet thuiswerkers
Panel
Type werkzaamheden
Contact met collega’s
Contacten met klanten (op kantoor of elders)
Niet thuiswerkers
Nieuwe respondent
Dat is niet toegestaan
Thuis geen toegang tot netwerk werklocatie
Geen telefoonvergoeding
Thuiswerkers Panel
Thuis geen (geschikte) werkplek
Thuis geen (goede) computer
Thuiswerkers
Nieuwe respondent
Nog andere faciliteit thuis, namelijk
Anders, namelijk
1
Speelt geen rol
2
Minder belangrijk
3
4
Meest belangrijk
Zeer belangrijk
Bron: Resultaten Monitor Mobiliteitsmanagement 2009-2011, stadsregio Arnhem Nijmegen
(2011).
Tabel 3.1:
Mogelijkheden om thuis te werken/telewerken (aandeel o.b.v. de gehele populatie),
Maastricht 2014
Mogelijkheid
Geen, mijn werk leent zich niet voor thuis/telewerken
Geen, maar (een deel van) mijn werk leent zich ervoor
Toegang tot zakelijke e-mail van buiten de werklocatie
Toegang tot bestanden en/of programmatuur van buiten de
werklocatie
Toestemming om (deel van werktijd) buiten de werklocatie te
werken
Mogelijkheid om gebruik te maken van flexkantoren
Nog anders
Totaal
1e meting
N=5.628
32%
12%
45%
2e meting
N=5.430
31%
13%
43%
3e meting
N=5.323
33%
13%
41%
36%
36%
36%
27%
26%
25%
7%
2%
161%
6%
3%
159%
7%
1%
157%
Bron: Resultaten Monitor Mobiliteitsmanagement 2009-2011, stadsregio Arnhem Nijmegen
(2011).
Tabel 3.2: redenen om slim te werken
Redenen om slim te werken
Betere balans werk-privé
78%
Minder kans op ziekteverzuim
46%
Meer vrijheid bij het indelen van de werktijd
86%
Grotere tevredenheid met de huidige baan
71%
Geconcentreerder en efficiënter werken
86%
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 51
Minder reistijd
86%
Minder reiskosten
57%
Bron: evaluatie pilots slim werken najaar 2013 Maastricht Bereikbaar
Figuur 3.3:
Frequentie HNW (starters en blijvers per soort HNW)
100%
80%
58%
62%
33%
Minder dan
1x per
w eek
67%
Minst ens
1x per
w eek
64%
60%
40%
42%
20%
38%
36%
A ndere
vest iging
Flexkant oor
0%
Thuisw erken
Spit smijden
BRON: KIM 2014
Figuur 3.4:
Gemiddelde aantal dagen per week dat men aan HNW doet (starters en blijversper soort
HNW)
3
Dagen per week
2,4
2
1,7
2,5
2,5
1,7
1,4
1,2
1,2
1,1
1,4
1,0
1
0,6
0
Thuisw erken
St art er
Andere
vest iging
Flexkant oor
Blijver
Spit smijden
Tot aal
BRON: KIM 2014
Tabel 3.1:
HNW naar dag van de week (starters en blijversper soort HNW)
Typen HNW
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Thuiswerken1 hele dag
20%3
19%
23%
19%
27%
Thuiswerken1 dagdeel
25%3
25%
24%
23%
23%
1
Thuiswerken totaal
46%3
44%
47%
42%
50%
Andere vestiging1 hele dag
10%
14%
15%
16%
14%
Andere vestiging1 dagdeel
21%
26%
29%
30%
22%
Andere vestiging1 totaal
32%
41%
44%
46%
37%
Flexkantoor1 hele dag
9%
14%
20%
15%
11%
Varieert
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 52
Flexkantoor1 dagdeel
25%
32%
25%
34%
24%
Flexkantoor1 totaal
34%
46%
45%
49%
35%
Spitsmijden2 – OS
49%
45%
35%
42%
28%
29%
Spitsmijden2 – AS
37%
41%
33%
42%
33%
33%
Spitsmijden2 – totaal
39%
38%
29%
37%
27%
31%
1:
Alleen in geval dit op vaste dag(en) in de week wordt gedaan
2:
Alle spitsmijders
3:
Leeswijzer: van alle thuiswerkers werkt 20% op maandagen de hele dag thuis en 25% een deel van
de maandag. Totaal werkt 46% van de huidige thuiswerkers op maandag thuis. Omdat het hier
personen betreft die minstens 1x per week thuiswerken tellen de percentage per rij tot meer dan
100% op, gemiddeld werken deze personen dus meer dan 1x per week een dag(deel) thuis.
BRON: KIM 2014
Figuur 3.5:
Aandelen nieuwe werken naar sector (alle werkenden)
BRON: KIM 2014
61%
28%
31%
4%
6%
3%
5%
2%
3%
Cult uur
Overige dienst v.
Nog anders
10%
14%
16%
30%
12%
4%
6%
12%
1%
5%
Zakelijke dienst v.
6%
10%
16%
3%
8%
Financiële dienst v.
20%
22%
26%
5%
7%
4%
11%
17%
19%
3%
4%
Horeca
12%
17%
2%
7%
13%
25%
2%
4%
Handel
11%
15%
20%
2%
10%
1%
3%
20%
2%
8%
30%
24%
40%
23%
30%
50%
42%
45%
60%
52%
53%
70%
64%
67%
80%
Thuisw erken
Figuur 3.7:
Andere vest iging
Gezondheidszorg
Onderw ijs
Openbaar best uur
ICT
Vervoer
Nut sbedrijven
Bouw nijverheid
Indust rie
0%
Flexkant oor
Spit smijden
Redenen om wel aan HNW te doen (starters en blijvers)
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 53
BRON: KIM 2014
Zelf w erkt ijden indelen
23%
Geen of minder reist ijd
23%
Niet af geleid door collega' s
21%
Combineren met zorg
14%
Vanw ege een specif ieke reden t huis
12%
Minder reiskost en
10%
Files mijden op de aut osnelw eg
9%
Files mijden op andere w egen
4%
Det achering
4%
Aut o niet t ot mijn beschikking
2%
Andere hoof dvervoerw ijze
2%
A nders, namelijk …
23%
Weet niet
5%
Figuur 3.8:
15%
10%
5%
0%
25%
20%
Redenen om niet aan HNW te doen (nooit thuis, nooit in andere vestiging en nooit in
flexkantoor werken)
Werk leent zich er niet voor
70%
Geen andere vest iging(en)
20%
Niet t oegest aan
15%
Werk en privé gescheiden
9%
A ndere vest iging geen opt ie
7%
Niet t echnisch onderst eund
6%
Cont act met collega' s
5%
Thuis geen (goede) w erkplek
5%
Geen f lexw erklocat ie in de buurt bekend
2%
Te veel af leiding
2%
Anders, namelijk …
7%
Weet niet
3%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
BRON: KIM 2014
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 54
Figuur 3.14:
Tijdstippen van deel van de dag thuiswerken (starters en blijvers)
BRON, KIM 2014-09-25
Wisselende t ijdst ippen
58%
(Meest al) ander vast e t ijdst ippen (deels
spit s, deels dal)
15%
(Meest al) alleen t ijdens dal overdag (9 -16)
9%
(Meest al) alleen ' s avonds (18-24)
6%
(Meest al) hele middag (8-12)
5%
(Meest al) hele ocht end
4%
(Meest al) alleen t ijdens OS (7-9)
2%
(Meest al) alleen t ijdens AS (16 -18)
1%
(Meest al) alleen ' s nacht s (0-7)
1%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Tabel 3.2:
Type thuiswerker naar hoofdvervoerwijze vaste werkadres (alle werkenden)
Hoofdvervoerwijze
Type thuiswerker
Vaste werkadres
Starter
Blijver
Stopper
Nooit
Totaal
Auto bestuurder
50%
61%
56%
56%
57%
Autopassagier
3%
2%
0%
3%
2%
Motor
0%
1%
1%
1%
1%
Trein
6%
6%
6%
3%
5%
Bus (stad/streek)
6%
3%
2%
3%
3%
(Snel)Tram of metro
6%
4%
3%
3%
3%
Bromfiets/scooter
1%
1%
3%
3%
2%
Fiets
19%
16%
20%
23%
21%
Elektrische fiets
2%
1%
2%
2%
2%
Elektrische scooter
1%
0%
0%
0%
0%
Lopend
6%
3%
5%
3%
3%
Nog anders, namelijk…
0%
0%
1%
1%
1%
BRON: 2014
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 55
Figuur 3.21:
Spitsmijden naar regio, KIM 20124
Figuur 3.25:
Vertrektijdstippen woon-werkverkeer (automobilisten), KIM 2014
70%
25%
60%
50%
20%
3%
St opper
3%
3%
40%
30%
15%
3%
3%
3%
3%
3%
20%
3%
16%
10%
10%
Blijver
16%
15%
0%
12%
14%
14%
13%
11%
2%
ZE+ LI
UT
ZH
NH
Terugreis Geen spit smijder
NB
3%
3%
Heenreis
Geen3%
spit smijder
1%
1%
GE
1%
OV+ FL
1%
GR/FR/DR
0%
2%
Heenreis Spit smijder
Tot aal
9% - 06:00 - 07:00 - 09:00 - 10:00 - 15:00 - 16:00 - 18:00 - 19:00 - Varieert
5% 00:00
05:59
06:59
08:59
09:59
14:59
15:59
17:59 St18:59
23:59
art er
Terugreis Spit smijder
Bijlage 3b: Ander tijdstip verplaatsen
Bron: San 2011
Redenen om werktijden niet aan te passen om
de file te vermijden
Ik sta nooit in de file
Anders
Privéomstandigheden
Afspraken/vergaderingen
Uit gewoonte vertrek ik op vaste tijden
Fijner om op vaste tijden te werken
Mijn leidinggevende werkt niet mee
Ik vind het niet erg om in de file te staan
0%
Tabel 6.8:
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Redenen om soms buiten de ochtendspits te reizen (meerdere mogelijk)
Reden
Variërende vaste werktijden
Flexibele werktijden
Om de file te vermijden
Omstandigheden thuis
Ook deels thuiswerken
Nog anders, namelijk …
Nieuw 2011 (n=21)
5%
43%
52%
29%
10%
24%
Panel (n=167)
15%
43%
57%
20%
25%
14%
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 56
Totaal
162%
174%
Bron: SAN 2011
Tabel 6.9:
Welke belemmering is het meest belangrijk om niet (vaker) buiten de spits te
reizen (% genoemd)
Belemmering
Nieuw 2011 (n=402)
Gebonden aan vaste werktijden
16%
Geen parkeerplek bij vertrek na
18%
09:00uur
Gebouw niet open bij vertrek voor
3%
07:00uur
Vanwege de thuissituatie
19%
Vanwege afspraken op kantoor
7%
Nog anders, namelijk …
27%
Totaal1
89%
1
“Meest belangrijk” hoefde niet per se aangevinkt te worden
Panel (n=472)
15%
10%
3%
13%
9%
29%
80%
Bron: SAN 2011
Tabel 7.1:
Door deelnemers Slim Prijzen Waalbrug spitsmijden project gekozen
alternatieven om de spits te mijden (meerdere antwoorden mogelijk), bron san 2011
Alternatieven
Paneldeel 1
Paneldeel 2
Andere werktijden
62%
56%
Nieuwe
respondenten
41%
De hele dag thuiswerken
19%
28%
24%
Een deel van de dag thuis werken
30%
36%
26%
(Tele)werken op een andere werkplek
14%
8%
6%
Vergaderingen slim plannen
14%
20%
17%
Andere route met de auto
16%
28%
12%
Fietsen
24%
16%
26%
Met het OV (exclusief Waalsprinter)
22%
14%
10%
Met de Waalsprinter
0%
2%
7%
Carpoolen
5%
6%
8%
Anders
11%
2%
20%
N
37
50
84
Tabel 3.17:
Redenen waarom men niet (vaker)buiten de spits reist (n=1.367). Bron: Ga 2012
Redenen
Ik ben gebonden aan vaste werktijden
Vanwege de thuissituatie (kan niet eerder of later vertrekken)
Vanwege afspraken op kantoor
Als ik na 9:00 uur vertrek kan ik de auto niet meer kwijt bij mijn werk
Als ik voor 7:00 uur vertrek is mijn werklocatie nog niet geopend
Het is niet toegestaan om (deels) thuis te werken om zo de spits te vermijden
Anders
Totaal
Totaal
43%
26%
23%
18%
14%
12%
16%
100%
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 57
Bijlage 3c: Ander vervoersmiddel
Tabel 3.6:
Redenen voor automobilisten om de auto te gebruiken
Redenen
Nieuwe
Paneldeel 1 Paneldeel 2
respondenten
2011
17%
21%
34%
Ik heb de auto (later op de dag) nodig voor zakelijke afspraken
Ik combineer mijn woon-werkrit met het naar school brengen van
24%
mijn kind(eren)
Ik combineer mijn woon-werkrit met boodschappen doen/winkelen 22%
11%
15%
14%
15%
Ik moet dingen meenemen
11%
13%
16%
Ik heb een leaseauto/auto van de zaak
8%
6%
16%
Ik heb een goede reiskostenvergoeding voor de auto
5%
5%
4%
Er is geen goed alternatief beschikbaar
44%
53%
47%
Ik gebruik de auto uit gewoonte en/of gemak, terwijl er wel goede
alternatieven mogelijk zijn
Anders
21%
12%
15%
25%
28%
21%
N
766
228
399
Bron: SAN 2011
Tabel 6.7:
Redenen voor altijd gebruik auto in de ochtendspits (meerdere mogelijk)
Reden
Zakelijke afspraken
Combineren kinderen naar school
Combineer boodschap./winkelen
Dingen meenemen
Leaseauto / auto van de zaak
Geen goede alternatieven
Goede reiskostenvergoeding
Uit gewoonte, wel goede
alternatieven mogelijk
Nog anders, namelijk …
Totaal
Nieuw 2011 (n=402)
17%
24%
22%
11%
8%
44%
5%
Panel (n=491)
30%
14%
15%
15%
12%
50%
4%
21%
14%
25%
176%
23%
177%
BRON: SAN 2011
Tabel 6.12:
Redenen voor carpoolen huidige carpoolers (meerdere mogelijk)
Reden
Dat is voordeliger dan zelf rijden
Zelf geen auto (beschikbaar)
Dat is prettiger
Nog anders, namelijk …
Totaal
Nieuw 2011 (n=12)
50%
0%
25%
67%
142%
Panel (n=30)
63%
13%
50%
17%
143%
BRON: SAN 2011
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 58
Tabel 6.13:
genoemd)
Welke belemmering is het meest belangrijk om niet (vaker) te carpoolen (%
Belemmering
Zelf auto nodig op werklocatie
Zelf auto nodig voor privéritten
Geen carpoolmaatje
Niet flexibel genoeg
Geen carpoolmaatje op heenreis met
dezelfde werktijden
Geen carpoolmaatje op terugreis met
dezelfde werktijden
Als carpooler geen vergoeding
Niet prettig met anderen mee
Nog anders, namelijk …
Totaal1
Nieuw 2011 (n=401)
4%
15%
10%
27%
Panel (n=491)
9%
9%
15%
24%
2%
2%
2%
3%
0%
7%
14%
82%
0%
5%
16%
82%
BRON: SAN 2011
Tabel 6.16:
Redenen voor (soms) gebruik OV (meerdere mogelijk)
Reden
Dan geen auto beschikbaar
Werktijden op die dagen
Parkeersituatie bij het werk
Auto niet zakelijk nodig
Geen spullen mee te nemen
Auto niet nodig voor privéritten
In het OV kan ik werken
(Betere) Vergoeding OV
Nog anders, namelijk
Totaal
Nieuw 2011 (n=14)
21%
7%
29%
29%
14%
36%
7%
0%
71%
214%
Panel (n=36)
22%
11%
17%
39%
14%
17%
25%
31%
33%
208%
BRON: SAN 2011
Tabel 6.17:
genoemd)
Welke belemmering is het meest belangrijk om niet (vaker) met OV te reizen (%
Belemmering
Nieuw 2011 (n=402)
OV bereikbaarheid werkadres
10%
Reis duurt te lang
41%
Te vaak overstappen
3%
OV rijdt niet vaak genoeg
3%
OV is te duur
4%
Reizen met OV niet prettig
8%
Geen OV vergoeding
2%
Nog anders, namelijk
23%
Totaal1
93%
1:
“Meest belangrijk” hoefde niet per se aangevinkt te worden
Panel (n=455)
11%
44%
3%
2%
2%
6%
1%
27%
96%
BRON: SAN 2011
Tabel 6.20:
Redenen voor (soms) gebruik fiets (meerdere mogelijk), bron SAN 2011
Reden
Dan geen auto beschikbaar
Werktijden op die dagen
Parkeersituatie bij het werk
Auto niet zakelijk nodig
Auto niet nodig voor privéritten
Geen spullen mee te nemen
Nog anders, namelijk
Totaal
Nieuw 2011 (n=28)
11%
0%
7%
21%
32%
21%
64%
157%
Panel (n=76)
8%
5%
8%
36%
33%
24%
67%
180%
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 59
Tabel 6.21:
Welke reden is het meest belangrijk om niet met fiets te reizen (% genoemd),
Bron san 2011
Belemmering
Nieuw 2011 (n=374)
Afstand te groot om te fietsen
58%
Auto nodig op mijn werklocatie
3%
Auto nodig voor privéritten
10%
Leaseauto / auto van de zaak
1%
Geen vergoeding voor de fiets
0%
Nog anders, namelijk …
17%
Totaal1
89%
1
“Meest belangrijk” hoefde niet per se aangevinkt te worden
Figuur 2.6:
Panel (n=415)
65%
4%
6%
2%
0%
19%
96%
Alternatief wanneer het onmogelijk zou worden om in de spits te reizen. Bron,
Leeuwarden 2014
Alternatief wanneer het onmogelijk zou worden met de auto in
de spits te reizen
Thuiswerken/telewerken
De electrische fiets gebruiken
Zeker wel
Buiten de spits reizen
Waarschijnlijk wel
Met het OV reizen
Misschien
Carpoolen
Waarschijnlijk niet
Shuttlebus
Zeker niet
Transferium/P&R
0%
Figuur 2.7:
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Belangrijkste redenen om een vervoerwijze te kiezen, Bron Leeuwarden 2014
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Aut o
OV
Fiet s
Anders
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 60
Redenen keuze voor auto naar woon-werk afstand (alleen automobilisten), bron Leeuwarden 2014
Fietsafstand
Woonwerk(< 15 km)
afstand >15 km
43%
32%
Comfort
31%
65%
Reistijd
22%
61%
Flexibiliteit
14%
7%
Auto tijdens werktijd nodig
13%
31%
Reisafstand
9%
3%
Gezondheid
8%
1%
Geen goede fiets
4%
7%
Kosten
4%
1%
Veiligheid
4%
20%
Geen goede OV-verbinding
4%
1%
Nuttige besteding reistijd
1%
1%
Geen goede fietsfaciliteiten
0%
0%
Te weinig parkeergelegenheid
0%
0%
Milieu
18%
6%
Anders, namelijk
Figuur 2.3:
Redenen om de auto of een alternatief te kiezen (aandeel en aantal o.b.v. forenzen die
altijd de auto gebruiken), Bron, Maastricht 2014
-
200
400
600
800
10%
20%
30%
40%
1 .0 0 0 1 .2 0 0
De reist ijd met het OV is t e lang t .o.v.
de aut o
Ik combineer de w oon-w erk reis met
andere doelen
A f st and t e groot om t e f iet sen
M ijn w erkadres is slecht bereikbaar
met OV
OV niet comf ort abel
Ik kan grat is parkeren bij mijn
w erkgever
Ik heb de aut o nodig t ijdens mijn w erk
Ik moet op w isselende best emmingen
zijn
Geen reiskost envergoeding
voor OV
Ik heb een leaseaut o/ aut o van de zaak
Geen reiskost envergoeding
voor f iet s
0%
50%
60%
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 61
Figuur 2.4:
Redenen om een deel van de week de auto te kiezen en soms de trein of fiets
(meerdere antwoorden mogelijk) (o.b.v. wisselreizigers trein (N=65) en fiets, (N=192)),
bron Maastricht 2014
27%
27%
Werktijden
5%
Het w eer
47%
Beschikbaarheid auto
Gem. drukte in spits op die dag in de w eek
34%
5%
Parkeergelegenheid
29%
3%
12%
Zakelijke reizen op die w erkdag
Actuele drukte op de w eg (file informatie)
Actuele vertrektijden van trein en/of bus
Kosten
Anders, namelijk
Mijn gezondheid
Werktijd tijdens reistijd
0%
18%
20%
3%
22%
1%
15%
4%
5%
5%
2%
7%
5%
1%
5%
10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
Trein
Figuur B3.1:
32%
9%
Fiet s
Redenen (max. 3) alleen gebruik auto als vervoermiddel, naar woon-werk afstand, bron
Maastricht 2014
27%
De reistijd met het OV is te lang t.o.v. de auto
Ik combineer de w oon-w erk reis met andere doelen
33%
7%
Afstand te groot om te fietsen
18%
17%
16%
13%
13%
13%
11%
Ik kan gratis parkeren bij mijn w erkgever
Ik heb de auto nodig tijdens mijn w erk
Ik moet op w isselende bestemmingen zijn
Geen reiskostenvergoeding voor fiets
20%
10%
OV niet comfortabel
Geen reiskostenvergoeding voor OV
37%
7%
Mijn w erkadres is slecht bereikbaar met OV
Ik heb een leaseauto/ auto van de zaak
55%
45%
2%
4%
3%
4%
1%
0%
0%
Afstand max 7,5km
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Afstand > 7,5km
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 62
Figuur B3.2:
Redenen (max. 3) gebruik soms auto soms ander vervoermiddel voor woon-werk reis,
naar woon-werk afstand, bron Maastricht 2014
Het w eer
Activiteiten aansluitend aan het w erk
Werktijden
Beschikbaarheid auto
Zakelijke reizen op die w erkdag
Kosten
Gemiddelde drukte in spits op die dag in de w eek
Mijn gezondheid
Parkeergelegenheid
Actuele vertrektijden van trein en/of bus
Anders, namelijk
Actuele drukte op de w eg (file informatie)
Werktijd tijdens reistijd
54%
52%
38%
36%
22%
27%
16%
31%
14%
13%
6%
12%
9%
9%
8%
9%
8%
8%
2%
13%
5%
7%
4%
6%
1%
2%
0%
10%
Af st and max 7,5km
20%
30%
40%
50%
60%
A f st and > 7,5km
Tabel 3.10:
Motieven voor keuze huidig vervoermiddel, GA 2012
Auto
OV Fiets (incl. Anders
e-bike)
Kosten
9%
64%
28%
22%
Reisduur
58%
16%
25%
24%
Afstand huis – werk
27%
16%
56%
52%
Flexibiliteit
54%
7%
26%
28%
Comfort
36%
16%
6%
15%
Veiligheid
2%
4%
0%
2%
Niet in het bezit van auto
1%
20%
10%
9%
Geen goede OV-verbinding
28%
0%
4%
4%
Te weinig parkeergelegenheid
2%
32%
15%
22%
Milieuoverwegingen
1%
16%
24%
13%
Gezondheid
6%
10%
58%
26%
Auto ook tijdens werktijd nodig
25%
1%
2%
0%
Nuttige besteding reistijd
2%
10%
5%
4%
Geen goede fiets
1%
2%
0%
0%
Geen goede fietsfaciliteiten
1%
0%
1%
7%
Anders
10%
14%
6%
7%
Motief
Tabel 3.11:
2012
Totaal
21%
43%
35%
40%
25%
2%
6%
18%
9%
10%
22%
15%
4%
1%
1%
9%
Redenen keuze voor auto naar woon-werkafstand (alleen automobilisten), GA
Redenen gebruik auto
Kosten
Reisduur
Afstand
Flexibiliteit
Comfort
Fietsafstand (tot
20 km)
Woonwerkafstand >20
km
6%
11%
9%
47%
64%
58%
21%
31%
27%
52%
55%
54%
43%
32%
36%
Totaal
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 63
Veiligheid
Niet in het bezit van auto
Geen goede OV-verbinding
Te weinig
parkeergelegenheid
Milieu-overwegingen
Gezondheid
Auto ook tijdens werktijd
nodig
Nuttige besteding reistijd
Geen goede fiets
Geen goede fietsfaciliteiten
Anders
Figuur 3.1
4%
1%
2%
1%
1%
1%
18%
35%
28%
2%
2%
2%
2%
1%
1%
9%
4%
6%
28%
23%
25%
1%
2%
2%
2%
0%
1%
1%
0%
1%
12%
8%
10%
Verwacht gebruik van alternatieven door automobilisten in de spits (schaal
zeker niet – zeker wel), Bron: Ga 2012
Telew erken / thuis w erken
Openbaar vervoer
(Elektrische) fiets
Buiten de spits reizen
Carpoolen
Shuttlebus (voor bedrijfsvervoer)
Transferium / P+ R (auto + OV of
fiets)
Anders
0%
20%
Zeker niet
40%
60%
80%
100%
Zeker w el
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 64
Tabel 3.13:
Redenen waarom men niet (vaker)de fiets gebruikt (n=1.367). Bron: GA, 2012
t/m 20 km
meer dan 20 km
Totaal
Redenen
Afstand huis - werk is te groot
39%
94%
73%
Ik fiets alleen bij gunstige weersomstandigheden
43%
9%
22%
Ik heb tijdens werktijd een auto nodig
28%
14%
19%
Ik heb een auto nodig voor combinatieritten
14%
4%
8%
Ik kan niet voldoende meenemen op de fiets
9%
5%
7%
Ik houd niet van fietsen
11%
3%
6%
Geen faciliteiten voor omkleden en douchen op het werk
7%
3%
5%
Ik kan niet fietsen vanwege functionele beperkingen
5%
2%
4%
Ik heb geen (goede) fiets
7%
2%
4%
Er zijn geen veilige fietspaden op mijn route
3%
1%
2%
Geen financiële vergoeding
1%
1%
1%
Onvoldoende stallingsmogelijkheden bij het werk
2%
0%
1%
Geen oplaadpunt voor elektrische fietsen bij het werk
1%
1%
1%
Anders
16%
5%
9%
Verdeling aandelen afstandklasse
38%
62%
100%
Tabel 3.14:
Redenen waarom men niet (vaker)het OV gebruikt (n=1.367). Bron: Ga 2012
Redenen
Reisduur is te lang
Flexibiliteit
Geen goede OV-verbinding in woonplaats
Auto ook tijdens werktijd nodig
Te vaak overstappen
Privacy
Geen goede OV-verbinding bij werklocatie
Comfort
Kosten zijn te hoog
Auto nodig voor combinatierit (zoals kinderen halen/brengen)
Geen goede reiskostenregeling OV
Ik heb altijd veel mee te nemen
Geen poolfiets of OV-fiets beschikbaar
Veiligheid
Totaal
69%
36%
33%
24%
17%
17%
16%
15%
14%
10%
4%
4%
1%
0%
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 65
Tabel 3.15:
Redenen waarom men niet (vaker)een transferium/P&R-terrein gebruikt (n=1.367). Bron:
Ga 2012
Redenen
Rechtstreeks met auto of OV is sneller
Geen transferium / P+R terrein tussen mijn woon- en werklocatie aanwezig
Auto is ook tijdens werktijd nodig
Ik vind het niet prettig om mijn reis per auto (halverwege) te onderbreken
Ik voel me niet veilig op P+R terrein
Geen goede OV-verbinding transferium / P+R terrein naar werklocatie
Ik vind het niet prettig om te wachten op de P+R-bus
Wachten op de P+R-bus duurt te lang
Auto staat niet veilig op P+R terrein
Parkeerkosten te hoog op P+R terrein
Ik werk te onregelmatig
Tabel 3.16:
Totaal
55%
35%
24%
19%
19%
18%
13%
8%
4%
3%
3%
Redenen waarom men niet (vaker)carpoolt (n=1.367). Bron: Ga 2012
Redenen
Niet flexibel genoeg in vertrektijden
Ik heb geen carpoolmaatje
Zelf de auto nodig op werklocatie
Niet prettig met anderen mee te rijden
Werktijden zijn niet flexibel genoeg om een carpoolmaatje te zoeken
Zelf auto nodig voor combineren ritten
Geen reiskostenvergoeding carpoolers
Anders
Totaal
51%
37%
23%
22%
22%
14%
2%
11%
Tabel 4.1
Redenen om huidige vervoerwijze te kiezen naar veranderingsbereidheid,
Bron: Ga 2012
Reden om huidige vervoerwijze te kiezen
Kosten
Reisduur
Afstand huis - werk
Flexibiliteit
Comfort
Veiligheid
Niet in het bezit van auto
Geen goede OV-verbinding
Te weinig parkeergelegenheid
Milieuoverwegingen
Gezondheid
Auto ook tijdens werktijd nodig
Nuttige besteding reistijd
Geen goede fiets
Geen goede fietsfaciliteiten
Totaal
Laag
18%
37%
44%
37%
21%
2%
5%
12%
4%
16%
37%
14%
4%
0%
0%
22%
Gemiddeld
21%
45%
33%
42%
26%
2%
6%
19%
10%
8%
18%
16%
3%
1%
1%
75%
Hoog
36%
41%
22%
28%
21%
0%
3%
24%
21%
2%
5%
5%
3%
3%
7%
3%
Totaal
21%
43%
35%
40%
25%
2%
6%
18%
9%
10%
22%
15%
4%
1%
1%
100%
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 66
Bron: Arnhem Nijmegen
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 67
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 68
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 69
Bijlage 4: Van een passieve benadering naar actieve
participatie van stakeholders en doelgroep
Van passieve naar actief participerende doelgroepen
De tijd van de doelgroep belerend toespreken en wijzende vingertjes is voorbij. Mondige burgers worden
serieus genomen. Daarom wordt ook actief op zoek gegaan naar wat leden van de doelgroep echt
belangrijk vinden. Tegelijk worden maatregelen ook zoveel mogelijk opgezet en uitgewerkt met
stakeholders en waar mogelijk ook de doelgroep. Onderstaande tabel geeft een overzicht van een nieuwe
benadering van doelgroepen die in Arnhem Nijmegen steeds meer vorm zal krijgen. Dit gebeurt
momenteel onder andere door burgerparticipatie.
Tabel 1: Schematische weergave van de weg van een oude overheidsaanpak naar actieve participatie van
doelgroepen, inclusief enkele moderne technieken om deze beweging vor te geven.
Weapons of influence
Tegelijk worden vanuit technieken van Kahneman en Cialdini worden principes vertaald naar
toepassing binnen de BB2 maatregelen. Dit zijn onder andere:
- wederkerigheid. Als er iets van de doelgroep gevraagd wordt, krijgen ze daar ook iets voor
terug. (dit hoeft niet altijd iets materieels te zijn);
- voorkomen verliesaversie. Naast het actief onderstrepen van de voordelen van het nieuwe
gedrag gaat er aandacht uit naar aspecten die de doelgroep vrezen kwijt te raken door nieuw
gedrag te vertonen. Hier wordt actief beleid op gevoerd dit te voorkomen en dit aan te tonen.
Iemand die bijvoorbeeld met het ov gaat en de auto laat staan mag geen verworvenheden
binnen een bedrijf verliezen.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 70
- sympathie. De doelgroep neemt vooral iets aan van andere leden uit de doelgroep. Zij zullen
zoveel mogelijk als ambassadeur worden gebruikt en hiervoor worden structuren aangelegd
(ontmoetingspunten, sociale media en buddy-constructies).
- sociale bewijskracht. Potentiële en beginnende deelnemers zullen in hun voornemens
gesterkt worden door informatie van en over andere mensen die het gedrag vertonen en de
voordelen die zij daar uithalen. Ook zal inzichtelijk worden gemaakt hoeveel (vergelijkbare)
anderen het voorbeeld volgen.
- consistentie en fasering. Deelnemers worden niet in een keer gevraagd hun hele
vervoersgedrag op de kop te zetten, maar gevraagd te beginnen op een manier die hun
aanstaat en haalbaar lijkt. Waar mogelijk worden vervolgens stapjes gezet om het nieuwe
gedrag te intensiveren.
Zelfbeschikking
Intrinsieke motivatie wordt het best aangesproken onder de volgende voorwaarden: competentie
(‘competence’), autonomie (‘autonomy’) en sociale verbondenheid (‘relatedness’).
5
- Competentie – competence
Als je weet dat je iets niet kunt, dan is de motivatie vaak laag om die taak uit te voeren.
Competentiegevoelens zijn dus belangrijk om intrinsieke motivatie te bevorderen. Het kan overigens al
gaan om waargenomen gedragscontrole zoals in de Theorie van Gepland Gedrag (Ajzen) wordt
beschreven. Het gaat hierbij niet zozeer dat je het daadwerkelijk kan, maar of je dit zelf ook zo ervaart.
Echter is alleen competentie niet voldoende om te komen tot interne motivatie.
- Autonomie - autonomy
Autonomie beschrijven Ryan en Deci als zelfbeschikking. Je moet vrij zijn om je eigen keuzes te kunnen
en mogen maken. Beloningen en/of straffen ondermijnen de autonomiegevoelens, waardoor minder
intrinsieke motivatie ontstaat. Ook andere aspecten die beperken en controlerend zijn, zoals een overheid
die over je schouders staat mee te kijken, verminderen de autonomiegevoelens.
- Sociale verbondenheid - relatedness
Sociale verbondenheid, of de perceptie daarvan, kan de intrinsieke motivatie versterken. Dit moeten de
verstrekkers van informatie verdienen. Dit hebben ze niet bij voorbaat. Geef betrouwbare info, laat zien dat
het echt ok de belangen van de reiziger gaat, doe wat met klachten en wensen, et cetera.
5
Gebaseerd op de Self-Determination Theory (SDT) van Ryan en Deci.
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 71
Colofon
© XTNT EXPERTS IN TRAFFIC AND TRANSPORT |Utrecht 2014
©MuConsult BV| Amersfoort 2014
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk,
scan, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van XTNT en MuConsult.
Deze uitgave is tot stand gekomen op basis van verzamelde informatie tijdens expert meetings in de Beter Benutten regio’s Maastricht
(basis), Midden Nederland, Arnhem Nijmegen en Brabant. In totaal zijn er ca. 20 sessies geweest met 5 tot 8 regionale thema-experts,
ondersteund door Gerard Tertoolen en Casper Stelling vanuit Team Analyse / Team Oplossingen dat door I&M aan de regio’s ter
beschikking is gesteld voor inhoudelijke ondersteuning.
Titel
Gedragsanalyse Vervolg Beter Benutten Regio´s: Maastricht, Arnhem-Nijmegen, Brabant en Midden-Nederland
Samengesteld door
Gerard Tertoolen, Casper Stelling
Datum
25 september 2014
Contactadres voor deze publicatie
XTNT Experts in Traffic and Transport
MuConsult B.V.
St. Jacobsstraat 16
Utrechtseweg 24
Postbus 51
Postbus 2054
3500 AB UTRECHT
3800 CB Amersfoort
XTNT & MuConsult 2014 Gedragsanalyse Beter Benutten| 72