Second opinion voor Cito-uitslag

Reportage NIO-toets
Second opinion voor Cito-uitslag
schooladvies te compenseren.
Bij het Testkabinet in Utrecht worden
NIO-toetsen uitgedeeld.
Foto Marcel van den Bergh / de
Volkskrant
UTRECHT
Jens wil naar de havo en Fons naar
het gymnasium. Hun Citoscore was
te laag. Door de NIO-toets te
maken, hopen zij er alsnog heen te
kunnen.
VAN ONZE VERSLAGGEVER JORIS
ZWETSLOOT
'Wat was jouw Cito-score?' vraagt
Fons (11) aan een lotgenoot, in de
wachtruimte met felrode meubels
en speelse pop-art aan de muur.
Jens - ook 11 jaar - antwoordt: 'Ik
had 531, dat is net iets te weinig
voor de havo in Breukelen waar ik
naartoe wil. Ik ben niet zo goed in
spelling.' Zelf haalde Fons 540
punten. 'Maar ik had beter gekund',
zegt hij. 'Voor het Stedelijk
Gymnasium in Utrecht heb ik
minimaal een score van 545 nodig.'
Fons en Jens zitten in groep acht
en zijn twee van de duizenden
kinderen die op basis van hun
Citotoets een lager
middelbareschooladvies kregen
dan verwacht. Dinsdag maken zij
daarom bij het Testkabinet in
Utrecht een zogeheten NIO-toets
als second opinion. Waar het Cito
toetst wat de leerling aan feitelijke
kennis en vaardigheden heeft
geleerd op de basisschool, is de
NIO een intelligentietoets. Hoewel
sommige scholen de NIO ook
afnemen als vervanging voor de
Cito, dient de NIO voor veel
kinderen en hun ouders als een
manier om een tegenvallend
© de Volkskrant
'Het piekmoment is rond de
eindtoets van het Cito', zegt Loes
Nijland, orthopedagoog en
directeur van het Testkabinet. Ieder
jaar test zij meer dan honderd
kinderen op haar eigen locatie en
een paar honderd op middelbare
scholen. Volgens Boom test
uitgevers, dat de NIO-toets maakt,
wordt de test jaarlijks bij zo'n 75
duizend leerlingen afgenomen. Dat
aantal stijgt.
'Ik krijg hier leuke vmbo-kinderen
van wie de broers en zussen op het
gymnasium zitten', zegt Nijland.
'Ouders hopen dan dat uit de NIO
blijkt dat ze toch een hoger niveau
hebben. Bij veel kinderen pakt de
NIO een half schoolniveau lager of
hoger uit. In enkele gevallen blijkt
dat iemand met vmbo-advies qua
intelligentie toch het vwo aankan.
Daarnaar zijn ouders natuurlijk op
zoek.'
De eerste anderhalf uur van de
toets staan vooral in het teken van
taal. Na de pauze met limonade en
paaseitjes is het tijd voor rekenen
en ruimtelijk inzicht. Aan de
knalgele muur van het toetslokaal
hangt een landkaart, net als in een
echte schoolklas. Voor de tafels
staat een whiteboard met
oefenopgaven. Rustig legt
orthopedagoog Jocelyne
Houweling uit hoe de opgaven
werken. De kinderen moeten
sommen kloppend maken door een
plusje, een minnetje, een
vermenigvuldig- of een deelteken
toe te voegen. De getallen staan al
op papier.
Nine werd door haar leraar hoger
beoordeeld dan de Cito-score
uitwees, vertelt haar moeder
Charlotte Mees later. Moeder en
dochter twijfelen tussen een school
met praktisch vmbo onderwijs en
een waar het niveau met
theoretisch vmbo hoger ligt. Mees:
'Nine is dyslectisch. Gek genoeg
scoorde ze bij de Cito het best op
taal. Misschien omdat we dat
uitvoerig hebben geoefend. We
doen de NIO niet voor een hoger
schooladvies, meer om zekerder te
staan in onze keuze. Een leuke
schooltijd hangt ook af van hoe
goed ze mee kan komen. Te
moeilijk is ook niet leuk.'
Volgens orthopedagoog Houweling
zeggen ouders in eerste instantie
dat het advies vooral moet kloppen,
niet dat het hoog moet zijn.
'Achteraf willen ze dan toch vaak
weten waarom het lager uitpakt dan
gehoopt. De dingen die wij hier
tegenkomen, blijken vaak in lijn met
wat de school al heeft gezegd.'
Directrice Nijland vult aan: 'Ook de
acceptatie van een teleurstellend
schooladvies begint vaak bij de
NIO.'
Fons, die naar het gymnasium wil,
steekt bij elke vraag enthousiast
zijn hand omhoog. Hij begint ook
vlijtig te schrijven als hij na de uitleg
zelfstandig een paar oefenvragen
maakt. Andere leerlingen aarzelen
wat meer. Zo ook Nine (11), die wat
afwachtend naar haar antwoordvel
kijkt.
woensdag 19 maart 2014
Pagina 6 (1)