Download - Ars Aequi

Gezondheidsrecht
Gezondheidsrecht
Mw.mr. G.A. van Eikema Hommes
De afgelopen zomermaanden hebben in het teken gestaan van de conflicten tussen Staatssecretaris Simons en de medisch specialisten. Sinds op
1 april jl. de tarieven voor vergoeding aan alle
specialisten met 12% is verlaagd wil het maar
niet meer goed komen. De tariefsverlaging was
door het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg (COTG) vastgesteld op aanwijzing van
de bewindsman die daartoe de bevoegdheid ontleent aan de Wet Tarieven Gezondheidszorg.
Daarnaast waren er afspraken gemaakt in het recente verleden met de beroepsgroep om budgetoverschrijdingen te compenseren met toekomstige budgetten. Omdat de specialisten weigerden
aan te geven welke specialismen hun budget hadden overschreden, heeft het COTG nu de opdracht gekregen te onderzoeken hoe de omzet
per specialist is geweest. Dezen zijn overigens
wettelijk verplicht medewerking te verlenen aan
het onderzoek. Weigering is een economisch delict. Het ministerie heeft al contact opgenomen
met de Economische Controle Dienst, die in een
dergelijk geval in actie dient te komen. Spannend.
Uit het jaarverslag 1992 van de Geneeskundige
Hoofdinspectie voor de Volksgezondheid blijkt
dat de tendens van de laatste jaren, namelijk dat
het aantal klachten van gebruikers van gezondheidszorg afneemt, zich doorzet. In het rapport
wordt het vermoeden geuit dat een der redenen
daarvan kan zijn dat patiëntenorganisaties steeds
meer een bemiddelende rol gaan spelen in de
klachtenbehandeling en dat ook steeds meer instellingen een klachtenprocedure hebben ingesteld. Uit het jaarverslag blijkt tevens dat het
aantal abortussen in Nederland verder is gedaald
en dat het aantal gevallen van aids is gestegen.
KATERN 49 2295
Gezondheidsrecht
Opvallend wordt ook de stijging van het aantal
gevallen van tuberculose genoemd.
In het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1993, 6 is
verschenen het jurisprudentieoverzicht in het
kader van de Wet Tarieven Gezondheidszorg
1992 en ook is een lijst opgenomen van een aantal rapporten en adviezen uitgebracht door de
Nationale raad voor de Volksgezondheid in de
afgelopen maanden. Onderwerpen waarover de
Raad zijn licht heeft laten schijnen, zijn onder
andere patiëntenrechten (n.a.v. de Nota Patiënten/Consumentenbeleid in de Zorgsector), de instelling van de Raad voor de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (i.v.m. het wetsvoorstel BIG), de uitvoeringsmaatregelen van de wet
BOPZ, de ontwerp EG-privacyrichtlijn en het
poliovaccinatiebeleid.
Tevens is een lijst opgenomen van enkele
standpunten en rapporten die de KNMG de afgelopen tijd heeft uitgebracht. De meest spraakmakende was het (voorlopige) rapport 'ernstig
demente bejaarden' van de KNMG-Commissie
'aanvaardbaarheid levensbeëindigend handelen'.
Een ander rapport dat de kolommen van diverse dagbladen en tijdschriften heeft gehaald is dat
van de Commissie Strategische Heroriëntatie
Gezondheidszorg getiteld Gezondheidszorg in tel
onder voorzitterschap van professor Van Der
Zwan. De Commissie was aan het werk gezet
door de Nederlandse Zorgfederatie, voorheen de
Nationale Ziekenhuis Raad. De werkgevers in de
gezondheidszorg dus. De NZF wilde nu wel eens
van een onafhankelijke commissie horen hoe het
reilen en zeilen in de gezondheidszorg werkelijk
verliep en of niet iedereen elkaar maar wat napraat over schaarste en keuzes. De voorstellen
van de Commissie sloegen in als een bom, want
in de visie van de Commissie zijn wachtlijsten in
de gezondheidszorg bijvoorbeeld een instrument
van regulering. Immers wachtlijsten kunnen leiden tot een eerlijker verdeling van de zorg omdat patiënten daarop naar medische urgentie zijn
gerangschikt. De Commissie is bedolven onder
kritiek en haar werd verweten kil en emotieloos
te redeneren.
De jurisprudentie die in de verslagperiode de
aandacht heeft getrokken is het ontslag van
rechtsvervolging verleend in twee instanties aan
artsen, die hulp bij zelfdoding hadden verleend
aan een patiënt, bij wie geen sprake was van lichamelijk lijden, in de gewone zin van het woord
2296 KATERN 49
wel te verstaan. In zowel eerste als tweede aanleg is het beroep op noodtoestand aanvaard door
de rechter. De uitspraak van de Rechtbank Assen is gepubliceerd in TvG 1993, 42. Opvallend
is hier dat de Rechtbank stelt dat voor een beroep op noodtoestand het lijden van de betrokken patiënt ondraaglijk en uitzichtloos moet zijn
en voorbij gaat aan de vraag uit welke oorzaak
dat lijden is ontstaan. Onder nummer 1993, 52 is
de uitspraak in het hoger beroep bij het Hof Den
Haag gepubliceerd.
Onder nummer 1993, 53 plaatst het TvG het
arrest van de Hoge Raad inzake het gedwongen
ondergaan van een HlV-test door een verdachte
van verkrachting op eis van het slachtoffer. De
President in kort geding had een botsing van
grondrechten geconstateerd. Het Hof daarentegen stelde in hoger beroep dat er geen sprake van
een botsing was, kwam uit op een 'normale' belangenafweging en liet het belang van de dader
prevaleren. De Hoge Raad verklaarde dat een inbreuk op het grondrecht van artikel 10 Grondwet tussen burgers onderling in beginsel kan
worden gebaseerd op artikel 1401 BW (oud). De
civiele kamer van de Hoge Raad heeft de horizontale werking van dit grondrecht dientengevolge extra kracht gegeven.
HR 17 november 1992, NJ 1993, 276 is van
belang voor het gegeven dat de Hoge Raad hier
uitspreekt dat toestemming van de patiënt voor
een behandeling niet wegneemt dat een natuurgeneeskundige-niet arts zich schuldig kan maken
aan het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
In casu had de verdachte zijn diabetespatiënt gewaarschuwd tegen de reguliere geneeskunde en
hem geadviseerd geen insuline meer te gebruiken.
Tot slot: als gevolg van een EG-richtlijn moet
Nederland in België opgeleide verloskundigen
toelaten op de arbeidsmarkt. Het verschil is echter dat Nederlandse vroedvrouwen worden opgeleid tot zelfstandig functionerende hulpverleners, dit in tegenstelling tot hun in België opgeleide collega's. De opleiding in het buurland is
éénjarig en die in Nederland wordt binnenkort
van drie naar vier jaar gebracht. Het Ministerie
van WVC is uiteraard bezorgd over de komst
van de in België opgeleide verloskundigen en studeert op een oplossing.