De wijkzuster terug?

| Lezersreactie |
Keukentafelgesprek
Een lezer schrijft naar aanleiding van de artikelen van Eric van Eck en Roelof Jan Mulder in het maart/aprilnummer:
ijn vrouw en ik hebben als mantelzorgers
voor mijn 93-jarige schoonmoeder voor het
eerst een melding bij het Wmo-loket van haar
gemeente gedaan voor een simpele aanpassing in
haar (voormalige) aanleunwoning, die (de bijbehorende zorginstelling werd gesloten) is veranderd in
een gewone seniorenwoning, die 55-plussers zonder
enige indicatie eveneens kunnen huren. Bij acute
nood verleent nu de thuiszorg hopelijk de noodzakelijke eerstelijns hulp als moeder op haar alarmknop gedrukt heeft en wij daarvoor niet onmiddellijk beschikbaar zijn, als we eens een dagje weg zijn.
Naast de maandelijkse kosten voor het alarmpaneel
in de huiskamer en het abonnement voor incidentele alarmzorg wordt van haar karige pensioentje
ook nog 63 euro per alarmoproep in rekening
gebracht. Een koopje als je anders een hele nacht op
de vloer van de badkamer moet liggen wachten,
totdat de thuiszorg of de mantelzorger je hopelijk
zonder letsel aantreft en overeind helpt.
M
Het keukentafelgesprek met de Wmo-consulente
was zelfs in onze aanwezigheid ronduit vernederend voor mijn schoonmoeder. Zo moest zij demonstreren hoe zij uit haar stoel overeind kan komen,
de rollator vastgrijpt en moeizaam strompelend na
een minuut eindelijk de intercom in haar huiskamer met deuropener voor de hoofdingang bereikt.
Nou, dat zou nog steeds vlot genoeg zijn volgens de
consulente in de rol van gemeentelijke accountmanager: die haastige thuiszorgmedewerkster bij de
hoofdingang moest maar even geduld hebben; ze
moeten beseffen, dat een duizelig oud mens met
versleten knieën en gezwachtelde dikke benen met
klompvoeten niet meer zo snel is. En anders moet u
maar een sleutelkastje* bij de hoofdingang laten
aanbrengen.
Aangezien moeder haar armen niet meer omhoog
krijgt, hing de intercom tevens te hoog voor haar. Die
heb ikzelf inmiddels naar een hoogte van 1,10 meter
gebracht. Maar, vonden wij, de door ons beoogde
afstandsbediening vanuit haar stoel en bij haar bed
zou wel heel handig zijn. De aanleg en installatie zou
ik uit oogpunt van gemeentelijke kostenbesparing
ook nog zelf kunnen doen. Haar tien jaar jongere
buurvrouw had beide aanpassingen zeven jaar geleden immers ook uit de Wmo gekregen, compleet
gemonteerd in huiskamer en slaapkamer.
Nu vindt men dit bij de gemeente ineens geldverspilling, want de consulente vertelde ons bij voorbaat, dat moeder nog veel te goed was en dat zij
een negatieve beslissing op een aanvraag kon verwachten: “U heeft nu de melding gedaan en van mij
vernomen dat de kans op verlenging van de gevraagde
hulpmiddelen nihil is; wilt u desondanks nog steeds die
aanvraag indienen?” Ja hoor! “Nou als u perse toch wilt
doorzetten dan moet u dit formulier even invullen”.
Dat hebben wij dus voor moeder gedaan, die tenslotte toch nog naar de tafel moest strompelen om
daaronder een handtekening te kunnen plaatsen,
want zij kan gezeten in haar luie stoel met haar
reumahanden niet goed schrijven. Reeds de volgende dag had de gemeente op het advies van de
Wmo-consulente, vooruitlopend op de beschikking,
een telefonische afwijzing naar ons doorgebeld.
Want ja, hoeveel rendement zou zo’n ‘dure’ investering nog hebben voor een 93-jarige, die misschien
wel binnenkort in het verpleeghuis belandt en
sowieso niet meer lang te leven heeft?
Het Regionaal Indicatieorgaan Ouderenzorg bleek
kennelijk ingelicht over de afwijzing, want al een
week later viel er een enquête in de bus om onze
(on)tevredenheid over de gang van zaken te toetsen. “U kunt nog overwegen om later nogmaals een
aanvraag in te dienen”, zo luidde het advies. Jawel
hoor, als onze moeder er niet meer is, zal zij dat
zeker niet meer doen. Hoeveel beperkingen moet je
als 93-jarige nog erbij krijgen, voordat een Wmoaanvraag dan wel ingewilligd wordt? <<
*) Politie en ombudsman ontraden het gebruik van die kastjes. Ze worden als
eerste geforceerd
mei/juni 2014 | 29