Gebruiksaanwijzing

Spare parts list
Liste de pièces de rechange
Ersatzteilliste
Manual
(7061.20)
(7061.20)
Hakomatic
B70
Scrubmaster
B70
Stand / as of: 10-10-2012
22.07.2014
Bestelformulier
Who is who bij Hako B.V.
Afdeling
Per mail
Telefonisch
Bestellen van onderdelen
Verkoop
[email protected]
0488-473 338
Aanvraag reparatie / onderhoud
Technische Dienst
[email protected]
0488-473 332
Algemene informatie
Klantenservice
[email protected]
0488-473 333
De onderdelenlijsten zijn on-line te raadplegen via www.hako.nl
Uw gegevens
Besteldatum:
Firmanaam
:
Contactpersoon :
Adres
:
Telefoon
:
E-mail
:
Scrubmaster B70 (65cm)
99751300
Kunststof borstel PPN 0,5 wit
99751700
Borstel kunststofmengsel K901 zwart
99751500
Kunststof borstel PPN 0,8 wit
99730702
SIC PA 6.10 korrel 600 grijs
99751900
SIC PA 6.10 korrel 180 grijs
99752100
SIC PA 6.10 korrel 120 groen
80000175
Pad rood, doos 5 stuks
80000163
Pad groen, doos 5 stuks
80000152
Pad blauw, doos 5 stuks
80000141
Pad bruin, doos 5 stuks
80000130
Pad zwart, doos 5 stuks
99708502
Microvezel pad 33 cm
99752300
Padhouder met centerlock
99703640
Handzuig tool
99739700
Opbergdoos inclusief houder
99703622
Mop houder en werktuignet
99703630
Geluidssignaal
99755900
Zuigvoet compleet
01077470
Zuigrubber voor
01077480
Zuigrubber achter
70001048
Cleanol, can 10 liter
Vo o r a n d e r e d a n g e n o e m d e p r o d u c t e n s t a a n w i j u g r a a g t e w o o r d !
Ve r z e n d k o s t e n:
O r d e r b e d r a g < € 5 0 0 ,0 0 : w e r k e l i j k e v e r z e n d k o s t e n w o r d e n b e r e k e n d
O r d e r b e d r a g > € 5 0 0 ,0 0 : f r a n c o h u i s
Betaling binnen 30 dagen na factuurdatum.
H a k o B .V.
· Industrieweg 7
· 6 673 D E · A n d e l s t
H a k o - B e l g i u m N V/S A · I n d u s t r i e w e g 27 · 9 42 0
Aantal
In het belang van technische vooruitgang behouden we het recht
v e r a n d e r i n g i n u i t v o e r i n g e n d o o r t e v o e r e n z o n d e r b e r i c h t v o o r a f.
De algemene verkoop- en lever voor waarden zijn van toepassing.
· Te l e f o o n 0 4 8 8 - 473 3 3 3 · F a x 0 4 8 8 - 473 3 3 4 · E - m a i l i n f o @ h a k o . n l · I n t e r n e t w w w. h a k o . n l
· E r p e - M e r e · Te l e f o o n 0 5 3 - 8 0 2 0 4 0
· F a x 0 5 3 - 8 0 6 24 3
· E - m a i l i n f o @ h a k o . b e · I n t e r n e t w w w. h a k o . b e
G e l d i g v a n a f 2 2.07. 2 014
Artikelnummer
B e s t e l f o r m u l i e r S c r u b m a s t e r B70 ( 6 5 c m)
PC en Plaats :
Gebruiksaanwijzing · Scrubmaster B70 / B90
12
2
1
14
12
11
3
6
9
5
15
7
8
4
Bediening
10
Onderhoud
13
Servicetips
De machine mag alleen
3) Controleer de waterstand 9) Met de aftapslang de
gebruikt worden door
in de slang.
tank legen, daarna de
wegzetten met geopende
geïnstrueerd personeel.
4) Schakel de machine in
tank reinigen.
tankdeksel.
Belangrijk: Veeg de vloer
met de contactsleutel.
10) Controleer de zuigmond Zuigt slecht:
voordat u gaat schrobben!
5) Laat de zuigmond
op vuil en reinig deze indien
• Het filter (11), de zuigslang
Niet geschikt voor grof vuil.
zakken met de hefboom.
nodig.
(14) of de zuigmond (10) is
6) Laat de borstelkop met
11) Controleer het aanzuig-
mogelijk verstopt.
1) Ontkoppel de stekker
het voetpedaal zakken.
filter in de vuilwatertank en
• De aftapdop van de vuil-
van de lader en hang deze
De borstel draait, het water
schoonwaterfilter (15) op vuil waterslang vastdraaien (9).
op in de houder.
stroomt.
en reinig deze indien nodig.
2) Vul de schoonwatertank
7) Stel de waterhoeveelheid 12) Reinig de dekseldichting. • Controleer de deksel-
met de slang vanuit het
in met de kraan.
13) De knoppen indrukken
doseerstation.
8) Schakel de rijrichting en
voor het wisselen van de
Let op: Gebruik geen heet
rijsnelheid in door de
borstels nadat de borstel-
water (max. 50 ˚C) en
flippers naar voren of
kop met het voetpedaal (6)
gebruik alleen reinigings-
achteren te duwen.
is opgeheven.
middel geschikt voor
1) Steek de stekker in het
schrob-zuigmachines.
stopcontact om de batterij
te laden.
Na gebruik altijd de machine
• Vuilwatertank legen.
dichting.
Voor meer gebruiksmogelijkheden
verwijzen wij u naar de gebruikershandleiding.
Technische Dienst
Nederland: +31(0)488-473332
België:
+32(0)53-827323
H a k o B .V.
· I n d u s t r i e w e g 7 · 6 673 D E · A n d e l s t
· Te l e f o o n + 31( 0 ) 4 8 8 - 473 3 3 3 · F a x + 31( 0 ) 4 8 8 - 473 3 3 4 · E - m a i l i n f o @ h a k o . n l · I n t e r n e t w w w. h a k o . n l
H a k o - B e l g i u m N V/S A · I n d u s t r i e w e g 27 · 9 42 0
· E r p e - M e r e · Te l e f o o n + 3 2( 0 ) 5 3 - 8 0 2 0 4 0 · F a x + 3 2( 0 ) 5 3 - 8 0 6 24 3 · E - m a i l i n f o @ h a k o . b e · I n t e r n e t w w w. h a k o . b e
Vuilwatertank
reinigen
Schmutzwassertank
reinigen
Aanzuigfilter
reinigen
Ansaugfilter reinigen
Afsluitdop
Verschlussreinigen
reinigen
2
3
4
5
Schoonen vuilwatertank legen
Schmutz- und Frischwasser ablassen
1
Afsluitdop
Verschlussvergrendelen
verriegeln!
7
8
2
3
6
9
1
4
10
Aanzuiging
Ansaugung reinigen
reinigen
Houd
schoon!
Halten
Sieuw
diemachine
Maschine
sauber !
Rij nooit
achteruit
wanneer
de der
zuigvoet
omlaag
staat!ist!
Fahren
Sie nie
rückwärts,
solange
Saugfuß
abgesenkt
Lösen Sie vorLaat
demde
Anfahren
rem los!die Bremse!
Fegen Sie vor
dervoor
Nutzung
der de
Maschine
Veeg
gebruik
ruimte! die Filiale!
Hakomatic 650-07
Scrubmaster
B70-B90
Pflegeanleitung
Onderhoud
7
8
9
Schoonwaterfilter
reinigen
Frischwasserfilter reinigen
Borstels
reinigen
Bürsten reinigen
Zuigmond
reinigen
Saugfußleiste
reinigen
batterij
opladen
Batterie
laden
10 De
Inleiding
Woord vooraf
Geachte klant,
Wij hopen dat de goede eigenschappen van de machine het vertrouwen rechtvaardigen dat u in
ons hebt gesteld. Om veilig met de machine te kunnen werken, dient u eerst het hoofdstuk
Veiligheidsinformatie te lezen voor u de machine in gebruik neemt.
Uw eigen veiligheid en die van anderen hangt in grote mate af van uw controle over de machine.
Lees daarom de bedieningshandleiding grondig voor u de machine voor het eerst gebruikt.
In de bedieningshandleiding vindt u alle belangrijke informatie voor werking, onderhoud en
verzorging. In deze handleiding hebben we de paragrafen die betrekking hebben op uw
veiligheid, voorzien van het gevarensymbool.
Voor bijkomende vragen over de machine of over de bedieningshandleiding kunt u altijd contact
opnemen met uw Hako-filiaal.
We wijzen er uitdrukkelijk op dat juridische aanspraken met betrekking tot de informatie in deze
bedieningshandleiding niet worden aanvaard. Let er bij de nodige onderhoudswerkzaamheden
op dat enkel originele onderdelen worden gebruikt.
Enkel originele onderdelen waarborgen een constante en betrouwbare paraatheid van uw
machine. Wijzigingen met het oog op de technische ontwikkeling voorbehouden.
Geldig vanaf: oktober 2006
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing.
De oorspronkelijke versie is te allen tijde op te vragen bij Hako B.V.
Hako B.V.
Industrieweg 7
NL-6673 DE ANDELST
Telefoon 0488-473333
Juist gebruik van de machine
De Scrubmaster B70 is een schrobzuigmachine voor de natte reiniging van harde vloeren. Elk
ander gebruik wordt beschouwd als onregelmatig gebruik. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die het gevolg is van onregelmatig gebruik. Tot juist gebruik behoort ook de
naleving van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks-, onderhouds- en herstelbepalingen.
De Scrubmaster B70 mag enkel worden gebruikt, onderhouden en hersteld door personen die
ermee vertrouwd zijn en die op de hoogte zijn van de gevaren.
U dient de relevante ongevalpreventievoorschriften en de algemeen erkende regels in verband
met de technische veiligheid en de arbeidsgeneeskunde na te leven. Eigenmachtige
veranderingen aan de machine sluiten elke aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit
voortvloeiende schade uit.
2
Inleiding
Informatie over de garantie
Principieel gelden de voorwaarden van het aankoopcontract. Schade wordt niet door de garantie
gedekt als ze het gevolg is van het niet naleven van de voorschriften inzake verzorging en
onderhoud. Onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door een erkende Hakoonderhoudsdienst; deze werken moeten worden bevestigd in het “onderhoudsattest”, dat als
garantiebewijs geldt.
Volgende zaken vallen niet onder de garantie: Natuurlijke slijtage en schade door overbelasting,
zekeringen, onvakkundige behandeling of ontoelaatbare wijzigingen.
De garantie geldt eveneens niet als aan de machine schade ontstaat die te wijten is aan door
ons niet uitdrukkelijk erkende onderdelen en toebehoren of die te wijten is aan het verwaarlozen
van de onderhoudsvoorschriften.
Aanvaarding
Zodra uw machine aankomt, moet u nagaan of er geen transportschade is opgetreden. Deze
schade wordt vergoed als u de schade onmiddellijk door de spoorwegmaatschappij of door de
transporteur laat bevestigen en als u het schaderapport samen met de vrachtbrief naar ons
stuurt:
Hako B.V.
Industrieweg 7
6673 DE ANDELST
Woord vooraf ...........................................................................2
Juist gebruik van de machine..................................................2
Informatie over de garantie .....................................................3
Aanvaarding .............................................................................3
3.2.1
3.2.2
Bedieningspaneel..................................................12
Op de machine ......................................................14
4
Technische gegevens.........................................16
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
Veiligheidsinformatie............................................4
Veiligheids- en waarschuwingssymbolen...............4
Algemene instructies...............................................4
Gebruiksinstructies..................................................5
Onderhoudsvoorschriften .......................................5
Bijzondere gevaren .................................................6
Zorg voor het milieu ................................................6
Plaatjes op de machine...........................................7
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
In gebruik nemen ..................................................8
Opleiding .................................................................8
Eerste lading ...........................................................8
Voor de ingebruikname...........................................8
Machine inschakelen ..............................................8
Gebruik ....................................................................9
Machine stoppen.....................................................9
Na het werk .............................................................9
Transport ...............................................................10
3
3.1
3.1.1
3.1.2
3.1.3
3.1.4
3.1.5
3.1.6
3.1.7
3.2
Bediening .............................................................11
Werkwijze ..............................................................11
Borstelkop..............................................................11
Schoonwatertank ..................................................11
Zuigvoet.................................................................11
Vuilwatertank.........................................................11
Rijaandrijving.........................................................12
Batterijen en lader .................................................12
Opties ....................................................................12
Bedienings- en aanwijselementen........................12
5
5.1
5.2
5.3
5.4
5.4.1
5.4.2
5.4.3
5.4.4
5.4.5
5.4.6
5.5
5.5.1
5.5.2
5.5.3
5.6
5.6.1
5.6.2
5.6.3
5.7
5.7.1
5.7.2
5.7.3
5.7.4
5.8
5.8.1
5.8.2
5.8.3
Onderhoud en verzorging..................................17
Hako-systeemonderhoud......................................17
Onderhoudsattest..................................................18
Onderhoudsschema..............................................19
Batterijsysteem......................................................21
Batterijen laden .....................................................21
Batterijalarm (TSG) ...............................................21
Verzorging van aandrijfbatterijen..........................22
Batterijen demonteren...........................................22
Batterijen monteren...............................................22
Adtanken van batterijen ........................................22
Schoonwatertank ..................................................22
Schoonwatertank vullen........................................23
Schoonwatertank leegmaken ...............................23
Schoonwaterfilter reinigen ....................................23
Vuilwatertank.........................................................23
Vuilwatertank leegmaken......................................24
Vuilwatertank reinigen...........................................24
Aanzuigfilter reinigen ............................................24
Schotelborstelkop..................................................24
Borstels reinigen ...................................................24
Borstels vervangen ...............................................25
Stootrol vervangen ................................................25
Dichtingsrubber vervangen...................................25
Zuigvoet.................................................................25
Zuigvoet reinigen...................................................25
Dichtingsrubbers vervangen.................................25
Dichtingsrubbers instellen.....................................25
3
Veiligheidsinformatie
1
Veiligheidsinformatie
1.1
Veiligheids- en waarschuwingssymbolen
In de bedieningshandleiding zijn alle plaatsen die betrekking hebben op uw veiligheid, de
veiligheid van de machine en van het milieu, voorzien van volgende waarschuwingssymbolen:
Symbool
Veiligheidsinformatie
Schade voor …
personen of
eigendommen
Opmerking
de machine
Milieugevaar
het milieu
1.2
Definitie
Veiligheidsinstructies om gevaarlijke
situaties te vermijden door het
onnauwkeurig of niet opvolgen van
instructies of voorgeschreven
werkprocessen.
Belangrijke opmerkingen om de goede
werking van de machine te verzekeren
Milieugevaar door gebruik van
materialen die een gevaar inhouden
voor de gezondheid en het milieu
Algemene instructies
• Naast de instructies in deze handleiding moet u rekening houden met de algemene
•
•
•
•
•
•
•
4
veiligheidsvoorschriften en de wettelijke bepalingen in verband met het voorkomen van
ongevallen.
Voor de machine in gebruik wordt genomen, dient u de bijgeleverde bedieningshandleiding
en alle andere handleidingen voor hulpuitrusting of hulpstukken zorgvuldig te lezen; tijdens
het werk dient u deze handleidingen strikt op te volgen.
De machine mag enkel worden gebruikt, onderhouden en hersteld door personen die door de
Hako-specialist werden opgeleid.
Schenk zeer goed aandacht aan de veiligheidsinformatie. Want enkel met een goede kennis
kunt u fouten tijdens het gebruik van de machine vermijden of kan de machine storingsvrij
worden gebruikt.
De bedieningshandleiding moet altijd beschikbaar zijn op de plaats waar de machine wordt
gebruikt. Daarom moet ze zorgvuldig op de machine worden bewaard.
Als de machine wordt verkocht of verhuurd, moeten deze documenten aan de nieuwe
eigenaar/gebruiker worden overhandigd. Laat de overhandiging bevestigen!
De waarschuwingsstickers op de machine geven belangrijke informatie om gevaar tijdens het
werk te vermijden. Als waarschuwingsstickers onleesbaar of verdwenen zijn, moeten ze
worden vervangen.
Wisselstukken moeten even veilig zijn als de originele onderdelen.
Veiligheidsinformatie
1.3
Gebruiksinstructies
• Voor de machine voor het eerst in gebruik wordt genomen, moet de gebruikte batterij op de
voorgeschreven wijze volledig worden opgeladen met een eerste lading. Hou daartoe
rekening met de bedieningshandleiding van de lader en met de bedieningshandleiding van de
batterijfabrikant. Hako is niet aansprakelijk voor batterijschade ten gevolge van een
gebrekkige eerste lading.
• Voor elke ingebruikname moet de veilige toestand van de machine worden gecontroleerd!
Storingen moeten onmiddellijk worden verholpen!
• Voor u met de machine gaat werken, dient u zich vertrouwd te maken met alle inrichtingen en
bedieningselementen! Tijdens het werk is het daarvoor te laat!
• Tijdens het werk met de machine dient u stevige en slipvrije schoenen te dragen.
• Enkel de door de ondernemer of zijn afgevaardigde voor aanwending van de machine
vrijgegeven oppervlakken mogen worden bereden.
• Tijdens het werk met de machine dient u aandacht te schenken aan derden, met name
kinderen.
• Als de borstelkop omlaag gekomen is, onmiddellijk vooruit rijden, omdat er anders
borstelafdrukken op de vloer kunnen ontstaan. Als over drempels wordt gereden, moet de
borstelkop omhoog worden gezet.
• Gebruik enkel reinigingsmiddelen die geschikt zijn voor automaten (schuimremmend). Hou
rekening met de gebruiks-, afvoer- en waarschuwingsinstructies van de fabrikant van het
reinigingsmiddel.
• Klap de vuilwatertank enkel open wanneer hij leeg is.
• De machine is niet geschikt voor het opnemen van gevaarlijke, brandbare of explosieve
vloeistoffen, stof of materialen.
• De machine mag niet worden gebruikt in omgevingen waar er gevaar is voor explosies.
• Om onbevoegd gebruik van de machine te vermijden, dient u de sleutel uit te trekken.
• Tijdens het transport van de machine moeten de zuigvoet en de borstelkop omhoog staan.
Hou tijdens het rijden rekening met de plaatselijke omstandigheden.
• De machine is enkel geschikt voor gebruik op effen terrein met een maximale hellingsgraad
van 2%.
1.4
Onderhoudsvoorschriften
• Dagelijkse en wekelijkse onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door het
bedieningspersoneel. Voor alle andere onderhoudswerken dient u contact op te nemen met
de Hako-onderhoudsdienst in uw buurt.
• De in de bedieningshandleiding voorgeschreven onderhoudswerken en
onderhoudsintervallen moeten worden nageleefd.
• Voor reinigings- en onderhoudswerken moet geschikt gereedschap worden gebruikt.
• Overeenkomstig de ongevalpreventievoorschriften moet de veilige toestand van de machine
regelmatig (wij adviseren minstens 1 keer per jaar) en na wijzigingen of herstellingen door
een specialist worden gecontroleerd.
• Wisselstukken moeten minstens voldoen aan de door de fabrikant vastgelegde technische
vereisten! Dit is gewaarborgd met originele wisselstukken.
• Als u de machine reinigt of onderhoudt, of als u onderdelen vervangt, moeten de motoren
worden uitgeschakeld.
• Om onbevoegd gebruik van de machine te vermijden, dient u de sleutel uit te trekken.
5
Veiligheidsinformatie
• Bij werken aan de elektrische installatie altijd de batterijstekker uittrekken.
• Tijdens werken in de omgeving van de opgetilde vuilwatertank moet deze volledig worden
opengeklapt, zodat hij niet ongewenst kan dichtslaan of kan vallen.
• De machine reinigen met hogedrukreiniger of stoomstraler is niet toegestaan.
• Het gebruik van agressieve en bijtende reinigingsproducten is niet toegestaan.
• De machine na het reinigen laten drogen, bijv. tijdens het weekend.
• Gebruik de machine enkel als alle veiligheidsvoorzieningen aangebracht zijn en in de
beschermpositie staan.
1.5
Bijzondere gevaren
Elektrisch systeem
• Gebruik enkel originele zekeringen van de voorgeschreven stroomsterkte.
• Als er zich storingen in de elektrische installatie voordoen, dient u de machine onmiddellijk uit
te schakelen en de storing te verhelpen.
• Werken aan de elektrische uitrusting mogen enkel worden uitgevoerd door een daartoe
opgeleide vakman overeenkomstig de elektrotechnische regels.
• De elektrische uitrusting van de machine moet regelmatig worden geïnspecteerd /
gecontroleerd. Gebreken, zoals loszittende verbindingen of beschadigde kabels, moeten
onmiddellijk worden verholpen.
Batterijen
• De bedieningshandleidingen van de batterijfabrikant moeten worden nageleefd.
• Batterijen mogen enkel worden gehanteerd en verwisseld door onderhoudspersoneel.
• Wegens de wijziging van het zwaartepunt mogen enkel goedgekeurde batterijen in de
daartoe voorziene positie worden gebruikt.
• Geen metalen voorwerpen of gereedschap op de batterijen leggen – kortsluitgevaar!
• Tijdens het opladen van de batterijen moet in de laadzone voldoende ventilatie worden
voorzien. – Explosiegevaar!
• Bijkomende veiligheidsaanwijzingen zie document 88-60-2554 – Instructies voor
aandrijfbatterijen
1.6
Zorg voor het milieu
• Er is voldoende kennis vereist als u moet omgaan met materialen die een gevaar inhouden
voor de gezondheid en het milieu.
• Als reinigingsmiddelen worden weggedaan, dient u rekening te houden met de wetgeving
terzake en met de plaatselijke voorschriften.
• Gebruikte batterijen die voorzien zijn van het recyclagesymbool, bevatten recycleerbaar
materiaal.
Zoals aangegeven door het logo met de doorstreepte vuilnisbak mogen deze batterijen niet
worden meegegeven met het gewone huisvuil. De terugname en de verdere verwerking
moeten worden afgesproken met het Hako-filiaal!
6
Veiligheidsinformatie
1.7
Plaatjes op de machine
Volgende veiligheids- en informatieplaatjes zijn goed leesbaar aangebracht op de machine. Als
plaatjes ontbreken of onleesbaar zijn, moeten ze onmiddellijk worden vervangen.
Firmaplaatje (afb. 1/1)
Kenplaatje (afb. 1/2)
Vuilwateraflaatslang (afb. 1/3)
A = Bedieningshandleiding lezen en opvolgen (afb.
1/2)
B = Maximaal toegelaten stijgingspercentage 2% (afb.
1/2)
C = De machine niet reinigen met een
hogedrukreiniger (afb. 1/2)
Afb. 1
Bandenspanning (afb. 1/4)
7
In gebruik nemen
2
2.1
In gebruik nemen
Opleiding
Voor de eerste ingebruikname is een opleiding vereist. De eerste opleiding van de machine mag
enkel worden gegeven door het gespecialiseerd personeel van uw Hako-filiaal. Het filiaal wordt
onmiddellijk na de levering van de machine door de fabriek op de hoogte gebracht, zodat het
filiaal contact met u kan opnemen om een afspraak te maken voor de opleiding.
2.2
Eerste lading
Voor de machine voor het eerst in gebruik wordt genomen, moeten de gebruikte
batterijen op de voorgeschreven wijze volledig worden opgeladen met een eerste
lading. Hou rekening met de bedieningshandleiding bij de lader en met de
bedieningshandleiding van de batterijfabrikant. Hako is niet aansprakelijk voor batterijschade ten
gevolge van een gebrekkige eerste lading.
2.3
Voor de ingebruikname
Voor de machine in gebruik wordt genomen, moeten volgende controles worden uitgevoerd:
1. De parkeerplaats controleren op sporen van lekken. Slangen, leidingen en tanks mogen
geen lekken of beschadigingen vertonen.
2. Monteer de borstels en zuigvoet, zie hoofdstuk Onderhoud.
3. Installeer de batterijen en steek de batterijstekker in, zie hoofdstuk Onderhoud.
4. Controleer de batterijlading en laad de batterijen indien nodig op. Voor het eerste gebruik
moet altijd een eerste lading worden uitgevoerd.
5. Maak de vuilwatertank leeg en reinig hem indien nodig, zie hoofdstuk Onderhoud.
6. Vul de schoonwatertank en voeg reinigingsmiddel toe overeenkomstig de voorschriften van
de fabrikant.
Gebruik enkel reinigingsmiddelen die geschikt zijn voor automaten (schuimremmend).
Het is aan te bevelen onze reinigings- en verzorgingsproducten te gebruiken, want zij
zijn speciaal afgestemd op de machine. Deze producten voldoen aan de wettelijke
voorschriften.
2.4
Machine inschakelen
Voor u de machine inschakelt, dient u de rijhendel in de neutrale stand te zetten. Als
de rijhendel niet in de neutrale stand staat en de machine wordt ingeschakeld,
verschijnt een foutmelding.
8
In gebruik nemen
Om de machine in de bedrijfstoestand te brengen, gaat u als volgt te werk:
• Trek eventueel de stekker van de lader uit het stopcontact en bevestig hem op de houder.
• Schakel de machine in door de sleutelschakelaar van de stand (0) naar de stand (1) te
brengen.
2.5
Gebruik
1. Schakel de machine in.
2. Zet de zuigvoet omlaag met de hefboom (afb. 4/4). De zuigturbine wordt automatisch
ingeschakeld.
3. Stel de hoeveelheid schoon water in met het handventiel (afb. 4/3).
4. Breng de borstelkop omlaag met het voetpedaal (afb. 4/10). De schoonwatertoevoer wordt
automatisch ingeschakeld.
5. Stel het werktoerental en de rijrichting in met de rijhendel (afb. 4/1).
Als de borstelkop omlaag gekomen is, onmiddellijk vooruit rijden, omdat er anders
borstelafdrukken op de vloer kunnen ontstaan. Breng de zuigvoet omhoog als u
achteruit rijdt. Als over drempels wordt gereden, moet de borstelkop omhoog worden
gezet.
2.6
Machine stoppen
Als u de rijhendel loslaat, keert hij automatisch terug naar de neutrale stand. Beveilig de
machine tegen ongewenst starten en ongewenste bewegingen.
2.7
Na het werk
1. Rij naar een geschikte onderhoudsplaats.
2. Stop de machine, zet de borstelkop en de zuigvoet omhoog en trek de sleutel uit.
3. Maak de vuilwatertank leeg en spoel hem uit.
Als reinigingsmiddelen worden weggedaan, dient u rekening te houden met de
wetgeving terzake en met de plaatselijke voorschriften.
4. Controleer de schoonwaterfilter.
5. Controleer de dichtingsrubbers en de zuigslang.
6. Controleer de bedrijfsmiddelen, functies en instellingen.
7. Laad de batterijen op.
8. Reinig de machine.
Als de machine gedurende lange tijd wordt stilgelegd, moet de schoonwatertank worden
leeggemaakt.
De machine reinigen met hogedrukreiniger of stoomstraler is niet toegestaan.
9
In gebruik nemen
2.8
Transport
Tijdens transportritten naar de werklocatie dient u de machine in te schakelen, de zuigvoet en de
borstel omhoog te zetten en de rijhendel in de gewenste rijrichting te zetten. Bij transport op een
voertuig of aanhangwagen moet de machine worden beveiligd, zodat ze niet kan wegrollen. Sjor
de machine goed vast. Bevestig de machine daartoe vooraan en achteraan op het chassis.
10
Bediening
3
3.1
Bediening
Werkwijze
Algemeen
De Scrubmaster B70 is een
schrobzuigmachine voor de natte
reiniging van harde vloeren.
3.1.1 Borstelkop
Om te schrobben wordt de
borstelkop (afb. 2/1) met een
voethefboom omlaag gezet. De
borstels draaien en de
watertoevoer wordt automatisch
ingeschakeld. Als de rijhendel in
de neutrale stand staat (machine
staat stil) worden de borstels en
de watertoevoer automatisch
uitgeschakeld.
Afb. 2
3.1.2 Schoonwatertank
De schoonwatertank (afb. 2/2) kan worden gevuld via een openklapbare opening. De
schoonwatertank heeft een inhoud van 70 liter.
Het vulpeil is zichtbaar op een optische indicator (transparante slang). De waterhoeveelheid kan
met een regelgreep worden ingesteld.
3.1.3 Zuigvoet
De beweegbaar opgehangen zuigvoet (afb. 2/3) trekt het vuile water met een dichtingsrubber
van de vloer af. De zuigvoet wordt omlaag gebracht met een handhefboom, waardoor de
zuigturbine automatisch wordt ingeschakeld. De zuigturbine werkt onafhankelijk van de
rijrichting, ook als de machine stilstaat. Door de handhefboom nogmaals te bedienen, wordt de
zuigvoet weer omhoog gezet en schakelt de zuigturbine na een vertragingstijd uit.
3.1.4 Vuilwatertank
Het vuile water wordt via een zuigturbine en een zuigslang door de zuigvoet naar de
vuilwatertank (afb. 2/4) gevoerd. Voor de reiniging en om water op te nemen op moeilijk
toegankelijke plaatsen, is de machine uitgerust met een handzuigslang.
11
Bediening
3.1.5 Rijaandrijving
De machine beschikt over een traploos regelbare rijaandrijving (afb. 2/6). De rijsnelheid, de
rijrichting en de dynamische afremming worden gerealiseerd door de elektronische rijsturing.
3.1.6 Batterijen en lader
De machine is uitgerust met onderhoudsvrije 105 Ah Batterijen (afb. 2/5), een volautomatische
batterijlader (afb. 2/7) en een batterijalarm (TSG) om te vermijden dat de batterijen te ver leeg
lopen.
Instructies voor aandrijfbatterijen, zie document 88-60-2556.
3.1.7 Opties
• Doseersysteem en vlottereenheid voor automatische vulling
• Afzuigslang, inclusief zuigbuis, voegkop en natzuigkop
• Zwabberhouder en tool-net voor reinigingsbenodigdheden
3.2
Bedienings- en aanwijselementen
3.2.1 Bedieningspaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
Display
Sleutelschakelaar
Laderindicator
TSG-indicator
Symbool borstelaandrijving
Symbool zuigturbineaandrijving
Bedrijfsurenteller
Service-indicator
Afb. 3
12
Bediening
Display (afb. 3/1)
Op het display kunnen de functies centraal worden bewaakt en worden alle werktoestanden
aangegeven.
Sleutelschakelaar (afb. 3/2)
Met de sleutelschakelaar wordt het elektrische systeem in- of uitgeschakeld.
Om onbevoegd gebruik van de machine te vermijden, dient u de sleutel uit te trekken.
Laderindicator (afb. 3/3)
Tijdens het laden verschijnt de laderindicator op het display. Hiermee wordt de actuele
laadtoestand van de batterijen tijdens het laden aangegeven. Volgende symbolen worden
gebruikt:
Batterijsymbool A < 20 % geladen
Batterijsymbool B = 80% geladen
Batterijsymbool C = 100 % geladen
Batterijsymbool D (knippert) = storing
TSG-indicator (afb. 3/4)
Na het inschakelen verschijnt de TSG-indicator op het display. Hiermee wordt de actuele
laadtoestand van de batterijen tijdens de werking aangegeven. Meer informatie zie
Batterijsysteem hoofdstuk Onderhoud.
Symbool borstelaandrijving (afb. 3/5)
Dit symbool verschijnt als de borstelaandrijving ingeschakeld is.
Symbool zuigturbineaandrijving (afb. 3/6)
Dit symbool verschijnt als de zuigturbineaandrijving ingeschakeld is.
13
Bediening
Bedrijfsurenteller (afb. 3/7)
Op de bedrijfsurenteller wordt na het inschakelen gedurende korte tijd de softwareversie en de
laatste servicecode weergegeven. Daarna wordt het actuele aantal bedrijfsuren weergegeven.
Service-indicator (afb. 3/8)
De service-indicator gaat aan als er zich een storing heeft voorgedaan in het systeem en als de
reinigingsprocedure of de rijprocedure wordt onderbroken. Naast de service-indicator wordt een
servicecode van 4 tekens weergegeven in de plaats van de bedrijfsurenteller. Noteer de
servicecode en verwittig uw Hako-filiaal.
3.2.2 Op de machine
1
2
3
4
5
6
7
Rijhendel
Vulopening schoonwatertank
Handventiel schoon water
Hendel optillen zuigvoet
Schoonwaterfilter
Aflaatslang vuil water
Aflaatslang schoon water
(indicator schoonwaterpeil)
8 Borsteluitwerper
9 Netaansluiting lader
10 Voetpedaal opheffen borstelkop
Afb. 4
14
Bediening
Rijhendel (afb. 4/1)
Als de machine ingeschakeld is, kan de rijrichting en de snelheid traploos worden geregeld met
de rijhendel.
De maximale snelheid wordt bereikt als de hendel maximaal wordt verplaatst. De snelheid kan
weer worden verminderd door de hendel langzaam terug te brengen.
Als de rijhendel wordt losgelaten, keert hij automatisch terug naar de neutrale stand; de machine
stopt (dodemansfunctie).
Als de machine wordt geparkeerd, moet ze worden beveiligd tegen wegrollen. Als de
machine wordt ingeschakeld, moet de rijhendel in de neutrale stand staan.
Vulopening schoon water (afb. 4/2)
De schoonwatertank wordt gevuld via een openklapbare vulopening.
Handventiel schoon water (afb. 4/3)
De watertoevoer naar de zuigvoet wordt ingesteld met een handventiel. De hoeveelheid water
kan worden afgeregeld tussen 0 liter/min en 3,3 liter/min.
Handhendel optillen zuigvoet (afb. 4/4)
Met de handhendel wordt de zuigvoet omhoog of omlaag gebracht.
Schoonwaterfilter (afb. 4/5)
Bij de watertoevoer van de schoonwatertank naar de zuigvoet wordt het schone water door een
filterelement gereinigd.
Aflaatslang vuil water (afb. 4/6)
Met de aflaatslang van de vuilwatertank wordt het opgenomen vuile water afgelaten.
Aflaatslang schoon water (afb. 4/7)
Met de aflaatslang van de schoonwatertank wordt het schone water afgelaten.
Borsteluitwerper (afb. 4/8)
Met de borsteluitwerper kunnen de borstels snel en zonder gereedschap worden gedemonteerd.
Netaansluiting (afb. 4/9)
De netaansluiting voorziet de lader van spanning.
Voetpedaal borstelkop (afb. 4/10)
Met dit pedaal wordt de borstelkop omhoog en omlaag gezet.
15
Technische gegevens
4
Technische gegevens
Lengte van de machine
cm
151
Hoogte van de machine
cm
111
Breedte van de machine zonder zuigvoet
cm
68
Breedte van de machine met zuigvoet
cm
95
Werkbreedte
cm
65
Breedte van de zuigvoet
cm
95
m²/h
3250
Nominale spanning
V
24
Verbruik rijmotor
W
300
Verbruik zuigmotor
W
520
Verbruik schotelborstelmotor
W
2x720
Aantal borstels
aantal
2
Borsteldiameter
cm
33
Werksnelheid
km/h
5,0
Schoonwatertank
liter
70
Vuilwatertank
liter
75
Gewicht zonder batterijen
kg
177
Gewicht met water en batterijen
kg
325
dB (A)
82
dB (A)
dB (A)
67
1,6
m/s²
< 2,5
Oppervlakterendement theoretisch
Geluidsemissiewaarde
Het volgens DIN EN 60335-2-72 bij maximale
gebruiksomstandigheden gemeten geluidsvermogensniveau (LwA)
bedraagt:
Het volgens DIN EN 60335-2-72 bij normale
gebruiksomstandigheden gemeten geluidsdrukniveau (LpA)
bedraagt (aan het oor van de bestuurder):
Meetonzekerheid (KpA):
Trillingen
De volgens DIN EN ISO 5349 berekende gewogen effectieve
waarde van de versnelling waaraan de bovenste ledematen (handarm) blootgesteld zijn, bedraagt in normale
gebruiksomstandigheden:
16
Onderhoud en verzorging
5
Onderhoud en verzorging
Algemeen
Voor u verzorgings- en onderhoudswerken uitvoert, dient u absoluut rekening te
houden met het hoofdstuk Veiligheidsinformatie!
Als de door ons voorgeschreven onderhoudswerken worden uitgevoerd, bent u zeker steeds
een bedrijfsklare machine ter beschikking te hebben.
Dagelijkse en wekelijkse onderhouds- en herstellingswerken kunnen worden uitgevoerd door
een daartoe opgeleide bestuurder, al het andere Hako-systeemonderhoud mag enkel worden
uitgevoerd door geschoold en gekwalificeerd personeel. Neem contact op met de Hakoonderhoudsdienst of het Hako-filiaal in uw buurt. Als u hiermee geen rekening houdt en als
daardoor schade ontstaat, vervalt elke aanspraak op de garantie. Vermeld bij alle vragen en
bestellingen van wisselstukken altijd het serienummer, zie paragraaf 1.7 - Kenplaatje.
5.1
Hako-systeemonderhoud
Het Hako-systeemonderhoud:
• waarborgt de betrouwbare werking van Hako-machines (preventief onderhoud)
• beperkt de onderhoudskosten, herstellingskosten en kosten voor instandhouding tot een
minimum
• waarborgt een lange levensduur en de paraatheid van de machine.
Het Hako-systeemonderhoud vermeldt in verschillende modules de uit te voeren speciale
technische werken en definieert de intervallen voor het onderhoud. Voor de verschillende
onderhoudssystemen zijn de te vervangen onderdelen vastgelegd en in ET-kits gedefinieerd.
Hako-systeemonderhoud K:
Door de klant uit te voeren werken aan de hand van de in de bedieningshandleiding beschreven
verzorgings- en onderhoudsinstructies (dagelijks of wekelijks). Bij levering van de machine wordt
de bestuurder/gebruiker vakkundig opgeleid.
Hako-systeemonderhoud I:
(om de 125 bedrijfsuren)
Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het
voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit.
Hako-systeemonderhoud II:
(om de 250 bedrijfsuren)
Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het
voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit.
Hako-systeemonderhoud S:
(om de 500 bedrijfsuren veiligheidscontrole)
Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het
voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit. Uitvoeren van alle wettelijk
voorgeschreven veiligheidsrelevante controles overeenkomstig UVV-BGV-TÜV-VDE.
17
Onderhoud en verzorging
5.2
Onderhoudsattest
Overhandiging
Hako-systeemonderhoud I
125 bedrijfsuren
Hako-systeemonderhoud II
250 bedrijfsuren
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
Uitrusting
Proefrit
Overdracht aan klant
Opleiding
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bij
bij
bedrijfsuren
bedrijfsuren
bij
Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bedrijfsuren
Hako-systeemonderhoud III
375 bedrijfsuren
bedrijfsuren
bij
Hako-systeemonderhoud S
500 bedrijfsuren
Hako-systeemonderhoud I
625 bedrijfsuren
Hako-systeemonderhoud II
750 bedrijfsuren
Hako-systeemonderhoud III
875 bedrijfsuren
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bedrijfsuren
bij
uitgevoerd op:
bedrijfsuren
bij
uitgevoerd op:
bedrijfsuren
bij
bedrijfsuren
bij
Hako-systeemonderhoud S
1000 bedrijfsuren
Hako-systeemonderhoud I
1125 bedrijfsuren
Hako-systeemonderhoud II
1250 bedrijfsuren
Hako-systeemonderhoud III
1375 bedrijfsuren
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
bij
uitgevoerd op:
bedrijfsuren
bij
uitgevoerd op:
bedrijfsuren
bij
uitgevoerd op:
bedrijfsuren
bij
.
18
bedrijfsuren
Onderhoud en verzorging
5.3
Onderhoudsschema
Hako-systeemonderhoud klant:
Volgende onderhoudsintervallen moeten door de klant worden uitgevoerd.
Intervallen
Activiteit
dagelijks
De schoonwatertank vullen en chemicaliën doseren
De batterijlading controleren, evt. opladen
De borstelkop controleren, eventueel reinigen
De zuigvoet controleren, eventueel reinigen
De vuilwatertank leegmaken, de vuilwatertank en de
aanzuigfilter reinigen
De dekseldichting van de vuilwatertank controleren, evt.
reinigen
Het dichtingsrubber op de borstelkop controleren, evt.
vervangen
Het waterpeil controleren bij GiS/PzS-batterijen
De borstels/pads controleren, evt. vervangen
De zuigslang van de vuilwatertank reinigen
De schoonwaterfilter controleren, evt. reinigen of vervangen
De dichtingsrubbers op de zuigvoet controleren, evt. omdraaien
of vervangen.
De schoonwatertoevoer naar de borstels controleren, evt.
reinigen
De stootrol op de borstelkop controleren, evt. vervangen
Proefrit en functietest
wekelijks
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
Hako-systeemonderhoud I:
Volgende onderhoudsintervallen moeten door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden
uitgevoerd.
Activiteit
De lader controleren
De dekseldichting van de vuilwatertank controleren, evt.
vervangen
De aflaatslang van de schoonwatertank op transparantie
controleren, evt. vervangen
De scharnierpunten op de borstelopheffing invetten
De wielschroeven controleren, eventueel aandraaien (32 Nm)
Bij luchtbanden: Bandluchtdruk (4,5 bar) en toestand van de
banden controleren
De scharnierpunten op de zuigvoethouder invetten
Proefrit en functietest
19
Interval
om de 125 bedrijfsuren
o
o
o
o
o
o
o
o
Onderhoud en verzorging
Hako-systeemonderhoud II:
Volgende onderhoudsintervallen moeten door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden
uitgevoerd.
Activiteit
Alle onderhoudswerken volgens Hako-systeemonderhoud I
Het loopvlak en de lagerspeling van de zwenkwielen
controleren, evt. vervangen
De aflaatslang van de vuilwatertank controleren, evt. vervangen
De stootrol van de borstelkop controleren, evt. vervangen
Nagaan of de zuigslang goed vast zit en niet beschadigd is, evt.
vervangen
Het steunwiel op de zuigvoet controleren, evt. vervangen
Proefrit en functietest
Interval
om de 250 bedrijfsuren
o
o
o
o
o
o
o
Hako-systeemonderhoud S (veiligheidscontrole)
De hierna vermelde onderhoudsintervallen moeten minstens 1 keer per jaar door een erkende
Hako-onderhoudsdienst worden uitgevoerd.
Activiteit
Alle onderhoudswerken volgens Hako-systeemonderhoud II
Koolstof van rijaandrijfmotor verwijderen en nagaan of
koolborstels vlot werken en niet versleten zijn, eventueel
koolborstels vervangen
Koolstof van borstelmotoren verwijderen en nagaan of
koolborstels vlot werken en niet versleten zijn, eventueel
koolborstels vervangen
Proefrit en functietest
20
Interval
om de 500 bedrijfsuren
o
o
o
o
Onderhoud en verzorging
5.4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Batterijsysteem
TSG-indicator
Laderindicator
Lader
Netkabel lader
Batterijstekker
Batterijen
Vuilwatertank
Steun
Aansluitschema
Batterijen mogen enkel
worden gehanteerd en
verwisseld door
onderhoudspersoneel.
Afb. 5
5.4.1 Batterijen laden
De batterijen worden opgeladen met de geïntegreerde batterijlader (afb. 5/3). De lader wordt
aangesloten met de netkabel (afb. 5/4) met aardingsstekker. Het is aan te bevelen de batterij op
te laden als na het gebruik van de machine minstens één balkje van de TSG-indicator uit is.
Hou in dit verband rekening met de bedieningshandleiding van de lader 88-60-2723 en met de
bedieningshandleiding van de batterijfabrikant.
Voor de machine voor het eerst in gebruik wordt genomen, moeten de gebruikte
batterijen op de voorgeschreven wijze volledig worden opgeladen met een eerste
lading. Hako is niet aansprakelijk voor batterijschade ten gevolge van een
gebrekkige eerste lading.
Tijdens het opladen van de batterijen moet in de laadzone voldoende ventilatie
worden voorzien. - Explosiegevaar!
5.4.2 Batterijalarm (TSG)
De machine is uitgerust met een laadcontrole om te vermijden dat de batterijen te ver ontladen
raken. Het batterijalarm is geïntegreerd in de elektronica. Als andere batterijen worden gebruikt,
moet het batterijalarm worden aangepast.
De instelling van het batterijalarm mag enkel worden uitgevoerd door een erkende
Hako-werkplaats.
21
Onderhoud en verzorging
5.4.3 Verzorging van aandrijfbatterijen
Instructies voor de verzorging van aandrijfbatterijen vindt u in de bedieningshandleiding 88-602556.
5.4.4 Batterijen demonteren
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Parkeer de machine op een effen ondergrond.
Schakel de machine uit met de sleutelschakelaar.
Open de lege vuilwatertank (afb. 5/7) en zet hem vast met de steun (afb. 5/8).
Koppel de batterijstekker (afb. 5/5) los.
Maak de verbindingskabels van de batterijen los.
Neem de batterijen uit.
5.4.5 Batterijen monteren
Door de wijziging van het zwaartepunt mogen enkel goedgekeurde batterijen in de
daartoe voorziene positie worden gebruikt.
1.
2.
3.
4.
Schakel de machine uit met de sleutelschakelaar.
Open de lege vuilwatertank (afb. 5/7) en zet hem vast met de steun (afb. 5/8).
Plaats de batterijen in de batterijbak, zoals aangegeven in de afbeelding.
Verbind de batterijpolen overeenkomstig het aansluitschema (afb. 5/9) met de bijgeleverde
verbindingskabels. Zorg voor een stevige bevestiging en smeer de polen in met vet.
5.4.6 Afdanken van batterijen
Gebruikte batterijen die voorzien zijn van het recyclagesymbool, bevatten recycleerbaar
materiaal. Zoals aangegeven door het logo met de doorstreepte vuilnisbak mogen deze
batterijen niet worden meegegeven met het gewone huisvuil. De terugname en de verdere
verwerking moeten worden afgesproken met het Hako-filiaal!
5.5
1
2
3
4
5
Schoonwatertank
Schoonwatertank
Markering
Vulpeilslang
Schoonwaterfilter
Tankdeksel
Afb. 6
22
Onderhoud en verzorging
5.5.1 Schoonwatertank vullen
Vul de schoonwatertank (afb. 6/1) voor u met het werk begint of wanneer nodig. Parkeer het
voertuig op een effen ondergrond. Open het tankdeksel (afb. 6/5) en vul de schoonwatertank tot
aan de maximale (1/1) markering (afb. 6/2).
5.5.2 Schoonwatertank leegmaken
Plaats het voertuig zo, dat de vulpeilslang (afb. 6/3) zich boven een afvoer in de vloer bevindt.
Neem de vulpeilslang uit de houder en neem het deksel af.
5.5.3 Schoonwaterfilter reinigen
Controleer de schoonwaterfilter (afb. 6/4) wekelijks en reinig of vervang hem indien nodig.
Reinig de schoonwaterfilter enkel wanneer de tank leeg is.
1.
2.
3.
4.
Maak de schoonwatertank (afb. 6/1) leeg, zie paragraaf 5.5.2.
Draai het filterdeksel uit.
Neem het filterelement uit het filterhuis om het te reinigen. Vervang indien nodig.
Zet het filterelement en het filterdeksel terug.
5.6
1
2
3
4
Vuilwatertank
Vuilwatertank
Aflaatslang
Aanzuigfilter
Tankdeksel
Afb. 7
23
Onderhoud en verzorging
5.6.1 Vuilwatertank leegmaken
Leeg de vuilwatertank (afb. 7/1) dagelijks, indien nodig of bij een akoestisch signaal (verhoogd
toerental zuigturbine).
1. Rij naar een geschikte afvoerplaats.
2. Parkeer de machine zo, dat de aflaatslang zich bij een afvoer in de vloer bevindt.
3. Schakel de machine uit.
Als reinigingsmiddelen worden weggedaan, dient men rekening te houden met de
wetgeving terzake en met de plaatselijke voorschriften!
4. Neem de aflaatslang (afb. 7/2) uit de houder en maak de vuilwatertank volledig leeg.
5.6.2 Vuilwatertank reinigen
Reinig de vuilwatertank (afb. 7/1) dagelijks of indien nodig.
1. Maak de vuilwatertank leeg, zie paragraaf 5.6.1.
2. Open het tankdeksel (afb. 7/4) op de vuilwatertank.
3. Neem de afvoerslang (afb. 7/2) uit de houder en maak de vuilwatertank volledig leeg.
4. Spoel het resterende vuil weg met schoon water.
5. Spoel de aflaatslang eveneens uit.
5.6.3 Aanzuigfilter reinigen
Controleer de functie van de aanzuigfilter (afb. 7/3) dagelijks en reinig de aanzuigfilter indien
nodig. De aanzuigfilter kan met een klemsluiting worden gedemonteerd.
5.7
1
2
3
4
5
Schotelborstelkop
Hefboom optillen borstelkop
Borstelkop
Borsteluitwerper
Stootrol
Dichtingsrubber
5.7.1 Borstels reinigen
Reinig de borstels in de borstelkop
(afb. 8/2) dagelijks of indien nodig.
1. Breng de borstelkop omhoog met
het pedaal (afb. 8/1).
2. Duw de borsteluitwerper (afb. 8/3)
omlaag en neem de borstels uit om ze te reinigen.
24
Afb. 8
Onderhoud en verzorging
5.7.2 Borstels vervangen
Controleer de borstels in de borstelkop wekelijks op slijtage. Als de borstels zo erg versleten zijn
dat ze nog slechts een lengte van 1,5 cm hebben, moeten ze worden vervangen.
1. Breng de borstelkop omhoog met het pedaal (afb. 8/1).
2. Duw de borsteluitwerper (afb. 8/3) omlaag en neem de oude borstels uit.
3. Schuif de nieuwe borstel onder de borstelkop en duw hem met beide handen in de
bevestiging.
5.7.3 Stootrol vervangen
Controleer de stootrol (afb. 8/4) wekelijks en vervang ze indien nodig.
5.7.4 Dichtingsrubber vervangen
Controleer het dichtingsrubber (afb. 8/5) wekelijks en vervang indien nodig. Maak daartoe de
klemsluiting los en neem het dichtingsrubber af. De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
5.8
1.
2.
3.
4.
5.
Zuigvoet
Zuigvoet
Stergreep
Stelschroef
Zuigslang
Klemsluiting
5.8.1 Zuigvoet reinigen
Controleer de zuigvoet (afb. 9/1)
dagelijks en reinig indien nodig.
Om te reinigen brengt u de zuigvoet
omhoog, trek dan de zuigslang (afb. 9/4)
af, maak de twee stergrepen (afb. 9/2) los en neem de zuigvoet af.
Afb. 9
5.8.2 Dichtingsrubbers vervangen
Controleer het binnenste en buitenste dichtingsrubber op de zuigvoet (afb. 9/1) wekelijks op
slijtage. De dichtingsrubbers kunnen vier keer worden gebruikt.
1. Zet de zuigvoet omhoog.
2. Trek de zuigslang af, maak de twee stergrepen los en neem de zuigvoet af.
3. Maak de klemsluiting (afb. 9/5) los en neem het buitenste dichtingsrubber af. Draai het
dichtingsrubber om of vervang het indien nodig. Vervang het binnenste dichtingsrubber op
analoge wijze.
5.8.3 Dichtingsrubbers instellen
1. Parkeer de machine op een effen ondergrond.
2. Draai de vleugelmoer van de stelschroef (afb. 9/3) los en stel de dichtingsrubbers parallel in
ten opzichte van de vloer. Stelschroef in uurwijzerszin draaien: afstand tussen
dichtingsrubber en vloer wordt in het midden groter. Stelschroef in tegenuurwijzerszin
draaien: afstand tussen dichtingsrubber en vloer wordt in het midden kleiner.
3. Schakel de machine in, zet de zuigvoet omlaag en controleer het zuigbeeld.
25
Onderhoud en verzorging
26
EG-conformiteitsverklaring (overeenkomstig EG-richtlijn 2006/42/EG)
Hako B.V.
Industrieweg 7
NL-6673 DE ANDELST
verklaart in eigen verantwoording dat het product
Scrubmaster B70
Type: 7061
waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan de desbetreffende fundamentele
veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EG-richtlijn 98/37/EG en de vereisten van
89/336/EEG en 2006/42/EG.
Voor de vakkundige omzetting van de in de EG-richtlijnen vermelde veiligheids- en
gezondheidsvereisten werd(en) volgende norm(en) en/of technische specificatie(s) gebruikt:
DIN EN 60335-2-72
DIN EN 61000-6-2
DIN EN 61000-6-3
Andelst, 28.12.2009
Bernd Heilmann
Directie
27
Hako B.V. · Industrieweg 7 · 6673 DE ANDELST · Tel. +31(0)488 - 473333 · www.hako.nl · [email protected]
Individuele opgaven vragen om individuele oplossingen, afhankelijk van het
te reinigen oppervlak of de plaats waar de machine ingezet gaat worden.
Met de virtuele adviseur van Hako vindt u voor uw specifieke inzet de
passende machine, eenvoudig op www.hako.nl.
U kunt u natuurlijk ook persoonlijk laten adviseren door een van onze
adviseurs.
Uw interactieve adviseur leidt u naar een passende machine