Invriezen van eierstokweefsel Deze tekst is geheel overgenomen van Nederlands Netwerk Fertiliteitspreservatie (NNF) De behandeling van kanker kan schadelijk zijn voor de vruchtbaarheid. Er zijn technieken om de vruchtbaarheid zo veel mogelijk te sparen, zowel voor als tijdens de behandeling van kanker. Een van de mogelijkheden om voorafgaande aan de kankerbehandeling de vruchtbaarheid te sparen is het invriezen en bewaren van eierstokweefsel; ook wel cryopreservatie van ovariumweefsel genoemd. Bij het invriezen van eierstokweefsel wordt een van uw eierstokken tijdens een operatie verwijderd en in kleine stukjes ingevroren. Als uw behandeling van kanker is afgerond en u kinderwens heeft maar onvruchtbaar bent geworden, kunnen de stukjes eierstokweefsel worden ontdooid en teruggeplaatst en bestaat de mogelijkheid dat u zwanger kunt worden van een genetisch eigen kind. Deze behandeling is nog experimenteel. Belangrijk om te weten • • • • Deze behandeling wordt alleen toegepast bij vrouwen tot de leeftijd van 35 jaar. Alleen mogelijk wanneer een reële kans bestaat op uitval van de eierstokken door de behandeling van kanker. Alleen mogelijk wanneer er een minimale kans is op uitzaaiingen naar de eierstokken. De kankerbehandeling hoeft niet uitgesteld te worden. Een vrouw beschikt over twee eierstokken (ovaria) onderin de buik, links en rechts naast de baarmoeder. De buitenste laag van de eierstokken bevat de voorraad onrijpe eicellen voor het hele leven. In de loop van de jaren daalt de voorraad, en bij de menopauze, de laatste menstruatie van het leven, zijn alle eicellen op. Chemotherapie en bestraling kunnen ook onrijpe eicellen beschadigen. Deze worden dan opgeruimd, de voorraad eicellen daalt sneller dan normaal, en de menopauze komt daardoor veel eerder. Om deze schade te voorkomen kunt u in sommige gevallen eierstokweefsel laten invriezen. Het verwijderen van eierstokweefsel Het wegnemen van een eierstok gebeurt tijdens een kijkoperatie (laparoscopie) onder algehele verdoving (narcose). Voor deze ingreep is een ziekenhuisopname van één tot twee dagen nodig. Bij de operatie worden enkele kleine sneetjes in de 1 buik gemaakt. Eén eierstok wordt verwijderd, de andere eierstok blijft in de buik. De chemotherapie kan binnen enkele dagen na de operatie gestart worden. De invries- en bewaarprocedure Na verwijdering van de eierstok wordt de buitenste laag, met de voorraad onrijpe eicellen, in kleine stukjes gesneden (figuur 1). Dit weefsel wordt ingevroren en bewaard in vloeibare stikstof (figuur 2). De onrijpe eicellen in dit weefsel, kunnen bij deze temperatuur, jarenlang worden bewaard. Door het invriezen en het later ontdooien van het eierstokweefsel, raakt een deel van de eicellen in het eierstokweefsel beschadigd. 12 Fig. 1 De buitenste laag van de eierstok wordt in kleine stukjes gesneden. Fig. 2 De stukjes eierstokweefsel worden ingevroren Complicaties kijkoperatie Soms is een kijkoperatie niet uitvoerbaar, omdat er verklevingen in de buik zijn en de operatie te risicovol is. De ingreep wordt dan gestaakt. Zolang het invriezen van eierstokweefsel een experimentele behandeling is, wordt hiervoor namelijk geen grote buikoperatie gedaan. Bij een kijkoperatie treden heel soms beschadigingen aan urinewegen, darmen of bloedvaten op en is er een klein risico op het ontstaan van een infectie of trombose. De risico’s van algehele verdoving zijn erg klein als er geen bijkomende risicofactoren zijn. 2 Terugplaatsing van het eierstokweefsel Na het beëindigen van de behandeling van kanker wordt duidelijk of u onvruchtbaar bent geworden of niet. Als u kinderwens heeft maar onvruchtbaar bent geworden, wordt besloten of, en zo ja wanneer het ingevroren eierstokweefsel wordt ontdooid en teruggeplaatst. Bij de terugplaatsing worden stukjes ontdooid eierstokweefsel in de achtergebleven eierstok geplaatst. Voor deze operatie is ook weer een ziekenhuisopname van 1 tot 2 dagen nodig. Als het teruggeplaatste eierstokweefsel levensvatbaar is, komt de menstruele cyclus weer op gang. Er kan dan weer een eisprong plaatsvinden, waardoor er een kans bestaat op een natuurlijke zwangerschap. Om de kans op zwangerschap te verhogen is soms een IVF-behandeling nodig. In een aantal gevallen komt het gelukkig voor dat de achtergebleven eierstok na de behandeling voor kanker nog functioneert en terugplaatsing van het ingevroren eierstokweefsel dus niet noodzakelijk is. De achtergebleven eierstok zorgt dan iedere maand voor een eicel, die bevrucht zou kunnen worden. De menstruele cyclus gaat door tot de eicelvoorraad op is. Tot die tijd is er nog steeds kans op een spontane zwangerschap. Daarna zou desgewenst tot terugplaatsing van het ingevroren weefsel kunnen worden overgegaan. De kans op succes Wereldwijd zijn pas enkele kinderen geboren na het terugplaatsen van ontdooid eierstokweefsel. In Nederland zijn nog geen kinderen geboren na deze ingreep. Waar in Nederland? Het invriezen van eierstokweefsel is vooralsnog in Nederland een experimentele ingreep en wordt voorlopig alleen in onderzoeksverband toegepast. Het invriezen van eierstokweefsel gebeurt in vier universitaire centra in Nederland: Universitair Medisch Centrum Groningen, Erasmus MC Rotterdam, Leids Universitair Medisch Centrum en het Radboudumc in Nijmegen. Voor meer informatie over fertiliteitspreservatie: www.nnf-info.nl 3 Radboud universitair medisch centrum Verloskunde en Gynaecologie Voortplantingsgeneeskunde BEWAAROVEREENKOMST OVARIUMWEEFSEL UMC Huispost 791 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 Ondergetekenden, 1.a Sticker vrouw Indien vrouw minderjarig is 1.b Sticker ouder / verzorger 1 Sticker ouder / verzorger 2 hierna te noemen: “de bewaargeefster” en 2. Het Radboudumc, gevestigd te Nijmegen, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de verantwoordelijk gynaecoloog: hierna te noemen: “het ziekenhuis”, de bewaarnemer, hierna verder gezamenlijk aan te duiden als “partijen”, In aanmerking nemende: a dat de bewaargeefster gebruik wil maken van de mogelijkheid tot het in bevroren toestand bewaren van ovariumweefsel (cryopreservatie) door het ziekenhuis, met het oog op later gebruik daarvan ten behoeve van herstel van de vruchtbaarheid; b. dat het ziekenhuis bereid is dit weefsel voor de bewaargeefster op zorgvuldige wijze in te vriezen en te bewaren met inachtneming van de stand van de wetenschap; c. dat de bewaargeefster volledig is geïnformeerd over de wijze van cryopreservatie binnen het ziekenhuis en daarmee akkoord gaat; d. dat de bewaargeefster beseft dat invriezen en ontdooien van ovariumweefsel onvermijdelijk een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van het weefsel; e. dat bewaargeefster erop is gewezen dat het invriezen van het ovariumweefsel nog in een experimentele fase verkeert, dat wil zeggen dat terugplaatsen van het weefsel niet vanzelfsprekend is; f. dat bewaargeefster erop is gewezen dat eventuele terugplaatsing van het weefsel gebonden zal zijn aan de op het moment van terugplaatsen vigerende wet- en regelgeving. Komen overeen als aan ommezijde vermeld. Aldus vastgesteld en overeengekomen te Nijmegen op De bewaargeefster Het Radboud universitair medisch centrum, ten deze vertegenwoordigd door (de vrouw) de verantwoordelijke gynaecoloog (ouder/verzorger) 06-2014-1337A 4 Partijen komen als volgt overeen: Artikel 1. Onderwerp van de overeenkomst Het ziekenhuis verplicht zich om, op verzoek van bewaargeefster, ovariëel weefsel van bewaargeefster op te slaan in het ziekenhuis. Artikel 2. Bewaarneming De bewaargeefster geeft haar ovariumweefsel aan het ziekenhuis in bewaring. Dit is weefsel dat bij haar is uitgenomen vanwege dreigend verlies van vruchtbaarheid als gevolg van de behandeling van kanker. De bewaring is bedoeld om bewaargeefster in staat te stellen om op een later tijdstip (rekening houdend met de alsdan geldende wet- en regelgeving) gebruik te maken van het ovariumweefsel door terugplaatsing of door een andere techniek om de vruchtbaarheid te herstellen en zo mogelijk aan een kinderwens tegemoet te komen. Overeenkomstig het protocol van het ziekenhuis is de patiënt voorafgaand aan de ingreep ter uitname van het ovariumweefsel getest op (virale) infecties. Artikel 3. Cryopreservatie 1. Het ziekenhuis zorgt ervoor dat het ovariumweefsel wordt ingevroren en bewaard volgens de methode van cryopreservatie. Het proces van cryo-preservatie wordt uitgevoerd door een hiertoe gekwalificeerde medewerker van het ziekenhuis en volgens de stand van de wetenschap, met als doel de kwaliteit van het ovariumweefsel zo goed mogelijk te (be)houden teneinde dit op een later tijdstip te kunnen gebruiken voor herstel van de vruchtbaarheid. 2. De bewaargeefster aanvaardt dat ondanks de nodige kwaliteitsmaatregelen en buiten de schuld van het ziekenhuis het proces van cryopreservatie kan leiden tot kwaliteitsverlies van het ovariumweefsel, zodat de kwaliteit van het ovariumweefsel op het moment van ontdooien kan verschillen van die ten tijde van de bewaarneming. 3. Het ziekenhuis geeft het gecryopreserveerde ovariumweefsel desgevraagd af ten behoeve van herstel van de vruchtbaarheid van bewaargeefster. In voorkomende gevallen draagt het ziekenhuis het ovariumweefsel voor die bestemming over aan een daartoe door bewaargeefster aangewezen instelling die voldoet aan de wettelijke eisen voor het in bewaring nemen dan wel gebruiken van ovariumweefsel. 4. Het ziekenhuis vernietigt het ovariumweefsel in geval de toestemming van de bewaargeefster voor verdere bewaring vervalt, in geval van overlijden van de bewaargeefster en in geval van beëindiging van de overeenkomst, voor zover de bewaargeefster geen toestemming heeft gegeven voor een andere bestemming. Artikel 4. Duur van de overeenkomst 1. De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 10 jaar gerekend vanaf de dag dat het ziekenhuis heeft vastgesteld dat het ovariumweefsel geschikt is voor cryopreservatie. De overeenkomst kan – behoudens tussentijdse opzegging – door partijen gezamenlijk telkens worden verlengd met een periode van 5 jaar, tot een totale maximale duur van 40 jaar. 2. Na verstrijken van de duur van de overeenkomst stelt het ziekenhuis de bewaargeefster schriftelijk in de gelegenheid om binnen 3 maanden aan te geven of zij het ovariumweefsel – in overeenstemming met wet- en regelgeving – ter beschikking wil stellen voor wettelijk toelaatbaar medisch wetenschappelijk onderzoek, of moet worden afgegeven aan een op grond van wet- en regelgeving tot handelingen met ovariumweefsel bevoegde andere instelling voor verdere bewaarneming dan wel voor gebruik voor herstel van de vruchtbaarheid. Indien de bewaargeefster van deze gelegenheden geen gebruik maakt of niet reageert op de uitnodiging van het ziekenhuis om haar wens ten aanzien van het ovariumweefsel kenbaar te maken zorgt het ziekenhuis voor vernietiging van het ovariumweefsel. Artikel 5. Opzegging en einde van de overeenkomst 1. Opzegging door bewaargeefster De bewaargeefster is te allen tijde bevoegd om deze overeenkomst op te zeggen bij aangetekende brief met bericht van ontvangst aan het adres zoals aan de voorzijde vermeld. Na beëindiging door opzegging stelt het ziekenhuis de bewaargeefster in de gelegenheid om binnen 3 maanden schriftelijk aan te geven dat het in bewaring gegeven ovariumweefsel: a. moet worden afgegeven aan een op grond van wet- en regelgeving tot handelingen met ovariumweefsel bevoegde andere instelling voor ver- dere bewaarneming dan wel voor gebruik voor herstel van de vruchtbaarheid; b. kan worden gebruikt voor wettelijk toelaatbaar medisch wetenschappelijk onderzoek; c. moet worden vernietigd. Indien de bewaargeefster van deze gelegenheden geen gebruik maakt of niet reageert op de uitnodiging van het ziekenhuis om haar wens ten aanzien van het ovariumweefsel kenbaar te maken zorgt het ziekenhuis voor vernietiging van het ovariumweefsel. 2. Opzegging door het ziekenhuis Het ziekenhuis is uitsluitend bevoegd eenzijdig met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden de overeenkomst schriftelijk – per aangetekende brief met bericht van ontvangst – op te zeggen indien: • de bewaargeefster weigert de kosten verbonden aan de bewaarneming te voldoen, na daartoe schriftelijk bij aangetekende brief te zijn aan- gemaand door de bewaarnemer; • debewaargeefsterdeleeftijdheeftbereiktzoalsgenoemdinhetlandelijkprotocolCryopreservatievanovariumweefsel; • opgrondvannieuwewetenschappelijkeinzichtenhetlangerbewarenvanovariumweefselmethetoogopherstelvandevruchtbaarheid niet meer zinvol is te achten. Bij opzegging stelt het ziekenhuis de bewaargeefster in de gelegenheid om binnen 3 maanden schriftelijk kenbaar te maken welke van de in het eerste lid van dit artikel genoemde bestemmingen aan het weefsel moet worden gegeven. Artikel 3 lid 4 is in deze situatie van overeenkomstige toepassing. Artikel 6. Einde van de overeenkomst 1. Anders dan door eenzijdige opzegging eindigt deze overeenkomst van rechtswege: • door afgifte van het ovariumweefsel door het ziekenhuis ten behoeve van het doel waarvoor het weefsel door de bewaargeefster was bestemd; • doorhetverstrijkenvande(maximale)duurvandeovereenkomst; • metwederzijdsgoedvindenvanpartijen; • doorveranderendewetofregelgevingrondomdecryopreservatievanovariumweefseldiehetonverkortinstandhoudenvandezeovereen- komst in de weg staan Bij beëindiging van de overeenkomst met wederzijds goedvinden van partijen stelt het ziekenhuis de bewaargeefster in de gelegenheid om binnen 3 maanden schriftelijk kenbaar te maken welke van de in artikel 5 eerste lid genoemde bestemmingen aan het weefsel moet worden gegeven. Artikel 3, lid 4 is in deze situatie van overeenkomstige toepassing. Indien de bewaargeefster van deze gelegenheid geen gebruik maakt, zorgt het ziekenhuis voor vernietiging van het ovariumweefsel. Artikel 7. Gebruik na overlijden van bewaargeefster 1. De overeenkomst eindigt van rechtswege bij overlijden van de bewaargeefster. 2. Bewaargeefster kan schriftelijk toestemming geven voor gebruik van in bewaring gegeven ovariumweefsel na overlijden voor: • wetenschappelijk onderzoek specifiek gericht op het verwerven van nieuwe inzichten op het terrein van onvruchtbaarheid in verband met de behandeling van kanker en herstel van vruchtbaarheid na cryopreservatie van ovariumweefsel; • wetenschappelijkonderzoekopandereterreinenvandegeneeskunde. 3. Indien van de overleden bewaargeefster geen toestemming is verkregen voor gebruik na overlijden, draagt het ziekenhuis er zorg voor dat binnen één maand nadat het ziekenhuis op de hoogte is geraakt van het overlijden van de bewaargeefster het in bewaring gegeven ovariumweefsel wordt vernietigd. Artikel 8. Aansprakelijkheid ziekenhuis 1. Het ziekenhuis draagt zorg voor een zorgvuldige wijze van cryopreservatie van het aangeboden ovariumweefsel met inachtneming van de stand van wetenschap. De bewaargeefster aanvaardt het risico van kwaliteitsverlies van het ovariumweefsel door het proces van cryopreservatie, ondanks de nodige kwaliteitsmaatregelen en buiten de schuld van het ziekenhuis, en daarmee het risico dat de kwaliteit van het ovariumweefsel op het moment van ontdooien kan verschillen van die ten tijde van de bewaarneming. 2. Het ziekenhuis is jegens de bewaargeefster niet aansprakelijk voor schade toegebracht aan het ovariumweefsel of voor het teloorgaan van het weefsel dan wel voor schade die voortvloeit uit een schending van het persoonlijkheidsrecht van de bewaargeefster, op welke wijze dan ook veroorzaakt, tenzij er opzet of grove schuld van het ziekenhuis is. 3. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk voor kwaliteitsverlies of het teloorgaan of beschadigen van ovariumweefsel door oorzaken gelegen in de sfeer van overmacht, zoals technische tekortkomingen van de gebruikte apparatuur of oorzaken van buitenaf zoals brand, inbraak en diefstal. Artikel 9. Kosten van cryopreservatie Het ziekenhuis brengt bij bewaargeefster een bedrag in rekening voor (een deel van) de kosten van het invriezen, die mogelijk niet zijn te verhalen op de verzekering. Daarnaast zullen jaarlijks administratiekosten/bewaarloon in rekening worden gebracht. Artikel 10. Adresgegevens van de bewaargeefster 1. De bewaargeefster is verplicht om in geval van verhuizing gedurende de looptijd van de overeenkomst per aangetekende brief met bericht van ontvangst een verhuisbericht met nieuw adres te sturen aan het aan de voorzijde vermelde adres. 2. Het ziekenhuis is verplicht om correspondentie uit hoofde van deze overeenkomst te richten aan het adres van de bewaargeefster zoals vermeld in deze overeenkomst, tenzij bewaargeefster een nieuw adres aan het ziekenhuis heeft kenbaar gemaakt. Het ziekenhuis heeft geen onderzoeksverplichting naar de woon- of verblijfplaats van de bewaargeefster. 3. Indien bewaargeefster niet aan verplichting in lid 1 van dit artikel voldoet en het ziekenhuis constateert dat de bij het ziekenhuis bekende adresgegevens niet meer correct zijn zal het ziekenhuis ten aanzien van het ovariumweefsel handelen als in de situatie van overlijden van de bewaargeefster. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing. 5 Noteer hier uw vragen 11-2014-7441 Adres Polikliniek Voortplantingsgeneeskunde Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10, route 782->859 6525 GA Nijmegen Postadres Radboudumc 791 Polikliniek Voortplantingsgeneeskunde Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Website www.radboudumc.nl/zorg/afdelingen/ verloskundeengynaecologie/voortplantingsgeneeskunde Radboud universitair medisch centrum
© Copyright 2024 ExpyDoc