Lesbrief MoneyPoster Lesvorm Doelgroep Duur Gastdocent : workshop : onderbouw vmbo, havo en vwo : 90 minuten : mogelijk Inhoudsopgave Inhoudsopgave pag. 2 Inleiding lesbrief MoneyPoster pag. 3 (Gast)les MoneyPoster pag. 4 Introductie pag. 5 Onderdeel 1: de geldtypetest pag. 6 Onderdeel 2: workshop over reclame pag. 9 Onderdeel 3: maken van een reclameposter pag. 14 2 Inleiding lesbrief MoneyPoster Deze instructie is bedoeld voor (gast)docenten die de workshop MoneyPoster aan een vooraf gespecificeerde doelgroep gaan geven. Na het lezen van deze instructie bent u in staat om deze workshop zelfstandig te begeleiden. Het uitgavenpatroon van jongeren verandert voortdurend rond hun 15-16e jaar. Steeds meer jongeren gaan werken en verdienen, maar tegelijkertijd geven ze ook meer uit. Ze worden zelfstandiger, besteden steeds meer tijd buitenshuis, beginnen met uitgaan en mogen scooter rijden. Ook de gevoeligheid voor reclame stijgt, trends en gadgets worden belangrijker. De invloed van ouders op het uitgavenpatroon wordt kleiner en de invloed van jongeren op leeftijdsgenoten wordt vanaf hun 13e jaar steeds groter. De onafhankelijke stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB)1 wil deze invloed gebruiken om jongeren te laten leren van elkaar door een interactieve workshop. De workshop MoneyPoster is tijdens het WWJB Groot Geld Ontbijt door jongeren zelf ontwikkeld om ander jongeren bewuster te laten worden van de verleiding door reclame, sociale druk en weerbaarheid rondom geldzaken. Vanaf het schooljaar 2011-2012 is door WWJB een jaarlijks terugkerende competitie uitgerold: ‘De beste Moneyposter van het jaar’. Een project waarin jongeren in gesprek gaan over het omgaan met geld, kennismaken met de marketing- en reclamewereld en elkaar aanmoedigen goed om te gaan met geld. Per klas wordt er één winnende poster gekozen die kan worden ingestuurd voor de landelijke finale. De beste MoneyPoster van het (school)jaar wordt door WWJB gepubliceerd. Het programma van MoneyPoster bestaat uit drie onderdelen: Een dialoog over geld. ■ Een workshop over reclame. ■ Het maken van de MoneyPoster in groepjes. ■ Bij onvoldoende tijd, kunt u ervoor kiezen om het maken van de poster op een andere dag te doen dan de workshop. (Gast)les MoneyPoster Als (gast)docent faciliteert u het proces waarbij jongeren op een leuke en interactieve manier meer inzicht krijgen in welke invloed reclame uitoefent op hun uitgavenpatroon. Het uitgangspunt is om te veel verleiding en eventuele ‘toekomstige’ schulden te voorkomen door leerlingen op deze leeftijd bewuster te maken van een verstandige en goede omgang met geld. Doelgroep De workshop MoneyPoster is bedoeld voor jongeren van de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Eventueel kan de workshop ook gegeven worden in de lagere klassen van het mbo. Let op dat de voorkennis per klas en niveau kan verschillen, maar ook binnen een klas kunnen er verschillen zijn. Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB) is een onafhankelijke stichting die zich richt op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid 1 van jongeren (12-25 jaar). Dit doet zij door offline en online een dialoog tussen en met jongeren te initiëren. Verder werkt de stichting samen met jongeren om initiatieven te bedenken en op te zetten die hen kunnen helpen bij hun financieel gedrag. 3 Doel van de les Het is belangrijk dat kinderen zich bewust zijn van de manier waarop reclame werkt en dat ze bekijken hoe zij beïnvloed worden door reclame. Vragen die aan bod komen: op welke manier word je verleid tot een aankoop? Waar kom je reclame allemaal tegen? Hoe ga je om met de druk die reclame op je uitoefent? Benodigde tijd Voorafgaand aan de workshop hebben de jongeren de geldtypetest op www.edgie.nl als huiswerkopdracht gedaan. U geeft de werkbladen één les van tevoren mee naar huis. De leerlingen nemen de werkbladen weer mee naar de workshop. De workshop op school duurt 90 tot 100 minuten en bestaat uit verschillende onderdelen. Van tevoren is het belangrijk dat u inventariseert: ■ Welke klas (niveau) gaat de (gast)les volgen? ■ Wat is de grootte van de groep? (voor het aantal werkbladen) Benodigdheden ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Computer, beamer en geluid. Fotocamera. PowerPointpresentatie met notities. Post-its. Flip-over of een krijtbord. Twee A4-vellen; één met de letter A, de ander met de letter B. Voor iedere deelnemer twee gekleurde kaarten, bijvoorbeeld groen en rood. Postervellen (A2 formaat), een vel per vier leerlingen. A4-vellen voor de schetsen van de poster. Tijdschriften om uit te knippen. Lijm. Scharen. Potloden/viltstiften. NB In principe zorgt de school zelf voor het benodigde materiaal. Voor gastdocenten heeft WWJB indien nodig knutselboxen klaar staan met de benodigdheden. Kerndoelen en (financiële) competenties Kerndoelen: ■ De leerling leert na te denken over financiële kwesties, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. ■ De leerling leert zich mondeling begrijpelijk uit te drukken. ■ De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van consumeren en budgetteren. ■ De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 4 Financiële competenties: ■ ■ De leerling leert zicht te krijgen op en om te gaan met verleidingen. De leerling leert de waarde van het vergelijken van prijzen van producten. Overige competenties: ■ De leerling leert samenwerken. De leerling leert leeftijdsgenoten met behulp van een visuele vorm te inspireren en overtuigen. ■ De leerling leert te luisteren naar anderen. ■ De leerling leert tot een gezamenlijk besluit te komen. ■ Introductie Benodigde tijd: 3 minuten Stap 1: Stel uzelf voor en vertel eventueel kort wat uw werk is. Ga hier echter niet te diep op in want de tijd is kort. (enkel voor gastdocenten): Voorafgaand aan de les vertelt u kort iets over stichting Weet Wat Je besteedt (WWJB). U gebruikt hiervoor het voorblad van de PowerPoint presentatie. Voorbeeld introductie: WWJB is een onafhankelijke stichting. WWJB is continu in gesprek met jongeren, zowel offline als online. Samen met jongeren worden allerlei initiatieven ontwikkeld die jongeren aansporen, uitdagen en ondersteunen om verantwoord met geld om te gaan. Dit kunnen lessen zijn, maar ook handige tips en tools op internet. Stap 2: Stap 3: Vervolgens vertelt u kort iets over het programma. Vertel dat de workshop ongeveer twee lesuren duurt en uit verschillende onderdelen bestaat, namelijk een dialoog over geld, een workshop over reclame en het maken van de MoneyPoster in groepjes. Aan het eind van de workshop staat u kort stil bij wat de leerlingen hebben geleerd. Ter ondersteuning gebruikt u de tweede sheet van de PowerPoint. U inventariseert kort wat de leerlingen vinden van de stelling: “Reclame doet me niets, ik kijk er niet eens naar”. Gebruik daarvoor sheet 3 van de PowerPoint. Vraag een aantal leerlingen om hun mening. Waarom zijn ze het er mee eens of mee oneens? 5 Onderdeel 1: De geldtypetest (20 minuten) Voorafgaand aan de les wordt de geldtypetest op internet met het bijbehorende werkblad door de leerlingen ingevuld. Dit kan tijdens een lesuur op school of thuis als huiswerkopdracht. De leerlingen nemen het ingevulde werkblad mee naar de les. Het doel van dit onderdeel is dat de leerlingen met elkaar in gesprek gaan over de verschillende geldtypes. Welke verschillende types zijn er in de klas en welke tips horen er bij? Hebben ze iets aan de tips? En belangrijk: hoe zou hun geldtype reageren op reclame? Stap 1: Inventarisatie geldtypes (sheet 5) Benodigde tijd: 5 minuten Er zijn vier verschillende geldtypes (de Regelaar (blauw), de Toekomstplanner (groen), de Levensgenieter (geel) en de Trendsetter (rood)). Voor extra informatie over de geldtypes en het onderzoek van MoneyMindsets verwijzen we u naar http://www.wwjb.org U kunt op de website de resultaten van het onderzoek downloaden. Vraag wat de jongeren van de test vonden. Inventariseer wie tot welk geldtype behoort. Zijn er veel verschillende of juiste dezelfde types in de klas? Stap 2: Dimensies impulsiviteit en statusgerichtheid (sheet 6) Benodigde tijd: 5 minuten De geldtypes zijn gebaseerd op zes dimensies waarvan de belangrijkste impulsiviteit en statusgerichtheid zijn. Vertel dat bijvoorbeeld een Regelaar, weinig impulsief is en nauwelijks gericht is op status. Terwijl een Trendzetter juist erg impulsief en statusgericht is. Dimensie impulsiviteit: ■ Gemakkelijk geld uitgeven zonder over de consequenties na te denken. ■ Moeite met sparen. ■ Snel de verkregen inkomsten uitgeven (gat in hun hand). Dimensie Statusgerichtheid: ■ Houden van luxe. ■ De gedachte hebben dat geld gelukkig maakt. ■ Denken later zelf rijk te worden. 6 Stap3: Bespreking geldtypes en tips (sheet 7) Benodigde tijd: 10 minuten Ga in gesprek met de jongeren. Kunnen ze zich herkennen in de omschrijving en welke tips hebben ze gekregen? Hoe zou hun geldtype reageren op reclame? Zijn ze juist wel of niet gevoelig voor reclame? En waarom? Ieder geldtype heeft zijn eigen kenmerken: De Levensgenieter ■Dromerig, impulsief, gericht op omgeving ■Geeft geld uit aan gezelligheid ■Sparen is lastig, administratie slordig De Trendsetter ■ Interesse in gaming en dure spullen ■ Geeft gemakkelijk geld uit (leent eerder) ■ Zelfgericht, imago is belangrijk De Regelaar ■ Voorzichtig - behulpzaam, sociaal ■ Beheerst, voorzichtig met geld ■ Goede doelen zijn interessant De Toekomstplanner ■ Ondernemende types - bezig met later ■ Relatief terughoudend uitgavenpatroon ■ Zien zichzelf als ambitieus, nieuwsgierig, behulpzaam 7 Onderdeel 2: workshop over reclame (25 minuten) Stap 1: product placement (sheet 9) Het doel van dit onderdeel is dat leerlingen leren dat zij (onbewust) via series en films veel reclame oppikken. Verder leren ze waarom fabrikanten en programmamakers gebruik maken van reclame. Laat de leerlingen zonder vooraf toelichting te geven, naar het filmpje kijken (klik op de afbeelding om het filmpje te starten). Vertel enkel dat u ter introductie van de workshop een paar filmfragmenten laat zien. Daarna deelt u de post-its uit aan de leerlingen. Vervolgens vraagt u aan de jongeren of ze willen opschrijven welke merken ze in de drie filmfragmenten hebben gezien. Sta kort stil bij welke merken ze gezien hebben. Vervolgens laat u het filmpje nog een keer zien en vraagt u hoeveel merken (max 15) ze nu hebben gezien. Mogelijke antwoorden: Fragment Sex and the City: Louis Vuitton (bank), Chanel (kleding), Starbucks, Sprint (tas), LG (telefoon) Fragment Superman: Marlborough (vrachtwagen), Coca Cola (billboard) Fragment Transformers: iPod, HP, Porsche, ebay, Panasonic, Burger King, Chevrolet, Apple Hebben de leerlingen nu meer merken gezien dan de eerste keer? Hebben ze onbewust veel reclame opgevangen? Stap 2: Licht kort toe wat product placement of ook wel brand placement inhoudt. Product placement of brand placement Product placement of brand placement is een marketingpraktijk waarbij een bedrijf, in ruil voor sponsoring, zijn producten mag tonen in bijvoorbeeld een film, televisieprogramma, theatervoorstelling of videospelletje. Het is wel van belang dat men bij de aanprijzing van het product duidelijk laat zien wat de producten zijn en van wie ze afkomstig zijn. Dit staat sinds 2007 in de nieuwe richtlijnen van de audiovisuele mediadiensten. Het bedrag wat een fabrikant van een merk moet betalen aan de film/serie maker is afhankelijk van hoe vaak en hoe lang het product wordt getoond en de mate waarin het product in de verhaallijn is verwerkt. Als de hoofdrolspeler bijvoorbeeld een slok neemt van een bepaald merk frisdrank moet het merk meer geld betalen. Filmmakers werven vaak merken om meer geld te hebben voor het maken van een film. Voor de fabrikant is het ook erg interessant om zijn product op televisie te vertonen. Zo kan hij het product onder de aandacht brengen en laten zien op wat voor manieren het product gebruikt kan worden. Het is nog niet helemaal duidelijk of mensen door product placement een product ook meer gaan kopen. 8 Stap 3: Vraag vervolgens of de leerlingen zelf nog voorbeelden kunnen noemen van product placement in Nederlandse programma’s. Mogelijke antwoorden: ■ The Voice Of Holland – er wordt getwitterd via Samsung telefoons over het Vodafone netwerk ■ Eigen Huis en Tuin – er worden materialen van de Praxis gebruikt ■ GTST – Maitre Paul, Doritos, Yakult, Haribo Stap 4: Herkennen van reclame (sheet 10) Kijk of de leerlingen de onderstaande leuzen kunnen aanvullen. Vraag verder aan de leerlingen of zij weten waarvoor fabrikanten gebruik maken van leuzen. U hoeft zelf nog geen antwoord te formuleren. Deze stap is puur ter inventarisatie van de kennis en de meningen van de leerlingen. Verder in de workshop wordt uitgelegd waarom fabrikanten gebruik maken van reclame. Have a break have a …. ….. Ik ben toch niet gek! Even …. Bellen Heerlijk, helder, …. Vier uur … Retteketet naar ….. Ik wil ….! Jazeker de …. Kitkat Mediamarkt Apeldoorn Heineken Cup a soup Beterbed Bolletje Hypotheker Stap 5: (sheet 11) Vraag aan de leerlingen wat de fotograaf met deze foto zou willen zeggen. Een toelichting die u daarna kunt geven: Iedereen komt dagelijks met reclame in aanraking, een maatschappij zonder reclame is haast ondenkbaar geworden. Vanaf de dag dat je geboren wordt, wordt je leven voor een gedeelte bepaald door reclame. Welke babyvoeding krijg je. Welke luier heb je om? Welke kleren draag je? Welke voorkeuren je ontwikkelt, wordt mede bepaald door welke reclames men heeft gezien. Vaak geldt dat hoe vaker je met iets in aanraking komt, des te leuker je het gaat vinden. Wanneer je een bepaalde reclame vaker ziet, zul je onbewust sneller voor dit product kiezen wanneer je in de winkel staat. Helemaal wanneer het om een aankoop gaat waar je niet veel over nadenkt zoals bijvoorbeeld tandpasta. Zo zullen de meeste mensen, en dit geldt nog meer voor mannen, hun leven lang dezelfde tandpasta blijven gebruiken als ze vroeger thuis als kind ook gebruikten. 9 Stap 6: Vormen van reclame (sheet 12) Het doel van dit onderdeel is dat leerlingen zien welke vormen van reclame bestaan en waar ze te vinden zijn. Stap 6A Als u klikt komt de vraag in beeld: ‘welke vormen van reclame zijn er?’ Laat de jongeren zelf voorbeelden noemen voordat u doorklikt. Als u weer klikt komen de rode woorden in beeld. Belangrijk is om het onderscheid aan te geven tussen commerciële en ideële reclame. ■ Ideële reclame is reclame die bedoeld is om mensen na de laten denken over wat ze doen. Het doel is niet een product verkopen, maar mensen een wijze les leren. ■ Commerciële reclame is bedoeld om mensen iets te laten kopen. Verder legt u kort uit wat sluikreclame is. ■ Sluikreclame is een vorm van reclame waarbij een bepaald product veel aandacht krijgt in bijvoorbeeld een film of tijdens een groot evenement als een festival, terwijl het niet duidelijk is waar het product vandaan komt en van wie het afkomstig is. Dit is verboden. Sluikreclame is dus iets anders dan product placement. Bij product placement betaalt een fabrikant aan de filmmaker of aan de organisatie van het festival geld om reclame te maken. Bij sluikreclame gebeurt dit niet. Stap 6B Bij een volgende klik met de muis komt de vraag ‘waar vind je allemaal reclame?’ naar voren. Laat de leerlingen eerst zelf nadenken en voorbeelden noemen. Wanneer u nog een keer klikt, komen de groene woorden naar voren. Eventueel kunt u kort praten over shirtsponsors van voetbalclubs, ook dit is een vorm van reclame. Stap 7: (sheet 13) Doel: Leerlingen zien dat de invloed van reclame doorwerkt en blijvende impact heeft. Stap 7A Vraag aan de leerlingen waarom zij denken dat de Kerstman rood is en eruit ziet zoals op de bovenstaande afbeelding. Geef daarna de volgende toelichting: De Kerstman kwam vroeger in allerlei verschillende verschijningen voor, naar gelang de regio. De eerste bekende afbeelding stamt uit 1931 toen een cartoonist een reclame moest maken voor Coca Cola. Ze wilden een gezellig dikke oude man die een vertrouwd beeld uitstraalde en natuurlijk in de kleuren van hun merk. Dit beeld is nu algemeen gemeengoed geworden en de Kerstman wordt alleen nog maar afgebeeld in de vorm en de kleuren van die eerste tekening. Stap 7B Vraag vervolgens waarom een soapserie zo heet. Geef daarna de toelichting: De naam ‘soapserie’ is afgeleid van het Amerikaanse ‘soap opera’. Deze uitzendingen werden in de jaren ‘30 voor het eerst op de radio, en vanaf de jaren ‘40 ook op televisie uitgezonden. Deze uitzendingen werden daar gesponsord door zeep/wasmiddelfabrikanten die het luisteren of kijken geregeld voor hun reclames 10 Stap 8: Spelen van het ‘Ren je rot’ spel (sheet 14) Het doel van dit onderdeel is enerzijds beweging, weer nieuwe energie krijgen. Anderzijds is het spel bedoeld om een discussie op gang te brengen over het effect van reclame. Benodigdheden voor dit onderdeel: Twee vellen papier, één met de letter A, de ander met de letter B. Voordat u begint, hangt u in de ene hoek van het lokaal een papier met de letter A, in de andere hoek een papier met de letter B. Vertel de leerlingen dat jullie een spel gaan spelen, het ‘Ren je rot spel’. U leest dadelijk twee stellingen voor; één met de letter A, de ander met de letter B. De leerlingen lopen naar het vel papier met de letter die bij de stelling past waarmee zij het meest eens zijn. Er zullen drie keer twee stellingen volgen. Geef duidelijk aan dat er geen goed of fout antwoord bestaat. Wanneer een leerling het niet of juist wel eens is met beide stellingen, laat ze dan het antwoord kiezen dat het beste past. Laat ze hun keuze motiveren en probeer een gesprek op gang te brengen. De leerlingen mogen vragen aan elkaar stellen. Gebruik sheet 15, 16 en 17 voor de stellingen. Stap 9: Spel ‘Hoger? Lager?’ (sheet 18) Het doel van dit onderdeel is feiten leren over reclame. Benodigdheden voor dit onderdeel: Voor iedere deelnemer twee vellen papier of kaarten met een andere kleur. U gaat met de groep het spel ‘Hoger? Lager?’ spelen. Iedereen in de klas krijgt twee vellen van een verschillende kleur. De ene kleur staat voor hoger de andere voor lager, maak hier duidelijke afspraken over (bijvoorbeeld groen is hoger rood lager). Bij de eerste vraag gaat iedereen staan. Nadat u klikt komt de eerste stelling in beeld. Laat de jongeren kiezen of ze denken dat het hoger of lager moet zijn. Leerlingen met een fout antwoord gaan zitten. Degenen die het antwoord goed hebben mogen blijven staan en doen mee met de volgende vraag enz. Het antwoord komt pas in beeld als u weer klikt met de muis. Bij een volgende ‘klik’, komt er een nieuwe vraag in beeld. Wanneer iedereen afvalt vóór de laatste stelling, laat u iedereen weer mee doen. Houdt u meerder leerlingen over? Laat de leerlingen dan raden hoeveel minuten jongeren gemiddeld per dag op internet zitten. Degene die er het dichtst bij zit heeft gewonnen en is de expert! (Het antwoord is 100 minuten). Gebruik sheet 19 voor de vragen. 11 Stap 10: Hoe werkt reclame? (sheet 20) Het doel van dit onderdeel is enerzijds beweging, weer nieuwe energie krijgen. Anderzijds is het spel bedoeld om een discussie op gang te brengen over het effect van reclame. U gaat de jongeren aan de hand van verschillende foto’s vertellen hoe reclame werkt. Hieronder volgt per foto/sheet een korte toelichting die u aan de leerlingen kunt geven. Sheet 21 ‘Reclame springt in op de behoeftes van de mens’ Geef aan dat reclame vaak gaat over het ideaalbeeld van de mens. Wat/wie willen ze zijn? Een superheld, een knap persoon? Hoe kan je er gemakkelijk ‘mooier’ uitzien? Verder speelt reclame ook in op waar mensen juist ‘bang’ voor zijn. Puistjes, overgewicht, er niet bij kunnen horen etc. Sheet 22 en 23 ‘Reclame speelt vaak in op gevoelens en wil mensen shockeren’ Bij het zien van deze foto’s zullen mensen schrikken. Reclamemakers hopen op deze manier dat mensen twee keer nadenken voordat ze iets doen. Sheet 24 ‘Sterk overdrijven’ Door sterke overdrijving hopen reclamemakers dat mensen het product in gedachte blijven koppelen aan het reclamespotje en dat ze door de sterke overdrijving het product blijven herinneren en het hierdoor zullen blijven aanschaffen. Sheet 25 ‘Gebruik van humor’ Voor humor geldt hetzelfde als overdrijving. Door humor hopen reclamemakers dat mensen het product of de boodschap in gedachten blijven koppelen aan de reclame. Hierdoor zal je als mens het product of de boodschap sneller onthouden. Sheet 26 ‘Opvallend door iets ongewoons’ en sheet 27 ‘Opvallende plekken’ Ook hierdoor hopen reclamemakers dat het product opvalt en dat mensen het product sneller kopen. Mensen moeten even nadenken over wat ze zien en kijken nog een keer en dan beter. Zo krijgt het product aandacht. Sheet 28 en 29 ‘Guerrilla’ Guerrilla is een vorm van reclame waar gebruikt wordt gemaakt van een low cost actie waarmee in een korte tijd zoveel mogelijk aandacht wordt getrokken bij een groot publiek. Deze foto is een goed voorbeeld van guerrilla. Het is grappig en makkelijk uit te voeren. Mensen maakten foto’s en deze werden via internet snel verspreid. Een ander goed voorbeeld van guerrilla is door Bavaria uitgevoerd. Tijdens het WK van 2010 hadden zij de actie met oranje jurkjes. Dit waren jurkjes zonder logo van Bavaria, maar wel door Bavaria ontwikkeld als sluikreclame. Ondanks dat zij niet het sponsorende biermerk waren van het WK, hebben zij door alle media aandacht veel meer aandacht weten te bereiken. Hoewel uit onderzoek blijkt dat veel mensen niet eens weten wie de officiële biersponsoren van het WK waren, heeft iedereen wel van Bavaria gehoord die zomer en dat was precies de bedoeling! 12 Stap 11: Reclame, positief of negatief? (sheet 30) Geef aan dat de leerlingen inmiddels al heel wat over reclame hebben gehoord. Nu gaan jullie gezamenlijk alles op een rijtje zetten. Gebruik hiervoor de flip-over of een krijtbord. Stap 11A Stel de volgende vragen: ■ Wat vinden jullie van reclame? ■ Wat is volgens jullie het doel van reclame? (antwoorden: hulp bij keuze product, bron van inkomsten voor tv/ kranten…, stimuleert concurrentie tussen merken, goed voor werkgelegenheid) Stap 11B Wat zijn volgens jullie de positieve en wat de negatieve kanten van reclame? Mogelijke positieve en negatieve kanten: Positief ■ Stimuleert de concurrentie. ■ Verschaft informatie. ■ Helpt bij het maken van keuzes. ■ Maakt o.a. televisieprogramma’s mogelijk of helpt je vereniging. Negatief ■ Reclame overdrijft en doet beweringen die niet altijd waar zijn of niet te controleren zijn. ■ Het is irritant als je in een spannende film zit en onderbroken wordt door reclame. ■ Al die folders zijn slecht voor het milieu. ■ Onbewust word je in je keuzes en normen beïnvloed. 13 Onderdeel 3: Maken van een reclameposter (40 minuten) Stap 1: Uitleg en maken van de poster (sheet 31 en 32) Het doel van dit onderdeel is dat leerlingen nadenken over een tip voor andere jongeren om goed om te gaan met geld. Ze gebruiken hier de informatie die ze tijdens de workshop hebben opgedaan. De jongeren leren zo informatie op een creatieve manier te verwerken en andere jongeren door middel van een visuele vorm te inspireren en te overtuigen. Benodigdheden voor dit onderdeel: ■ Postervellen (A2 formaat), een vel per vier leerlingen. ■ A4-vellen voor de schetsen van de poster. ■ Tijdschriften om uit te knippen. ■ Lijm. ■ Scharen. ■ Potloden/viltstiften. ■ Fotocamera. Stap 1A Geef aan dat de jongeren in groepjes van 4 of 5 aan de slag gaan met het maken van hun eigen verleidelijke reclameposter. Doel van de poster is dat anderen aangemoedigd worden goed om te gaan met geld. De jongeren gebruiken hiervoor de geldtips uit onderdeel 1 van de workshop en de kennis over reclame uit onderdeel 2 van de workshop. Alle gemaakte posters worden vastgelegd op foto. De beste poster van de klas wordt bij WWJB op de website geplaatst. De docenten nomineren de winnende poster die doorgaat naar de landelijke finale. De winnende poster wordt door een professionele vormgever nagemaakt met rechtenvrije beelden zodat deze gepubliceerd kan worden. Stap 1B Welke boodschap wil je overbrengen? U vertelt aan de jongeren dat ze een tip over goede omgang met geld gaan uitbeelden. Het moet een verleidelijke poster zijn die jongeren aanspreekt. Geef aan dat ze in hun groepje eerst gaan brainstormen over welke tips ze allemaal hebben gehoord tijdens de workshop. U kunt dit ook klassikaal doen. Uiteindelijk kiezen ze, per groepje, één tip die zij willen gaan uitbeelden. Stap 1C Hoe wil je de boodschap overbrengen? Vertel de leerlingen dat ze na gaan denken over hoe ze de boodschap op een aantrekkelijke en verleidelijke manier kunnen overbrengen. Gaan ze gebruik maken van overdrijving, humor, herkenning of misschien willen ze wel mensen shockeren? Let er op dat het wel aansluit bij de boodschap. 14 Vervolgens geeft u de leerlingen nog wat extra tips voor het maken van een aantrekkelijke en verleidelijke poster. Gebruik hiervoor sheet 32: ■ Wanneer je gebruik maakt van tekst zorg dan dat mensen deze in één oogopslag kunnen lezen. Maak het niet te ingewikkeld. Mensen kijken gemiddeld maar heel even naar reclame. Als het te ingewikkeld is, dan komt je boodschap niet over. ■ Je kunt gebruik maken van kleuren om op te vallen. Kleuren hebben effect op de sfeer van je poster, zorg dat deze past bij je boodschap. ■ Je kunt beter één afbeelding gebruiken, dan heel veel afbeeldingen. Je voorkomt hiermee dat je boodschap niet overkomt. ■ Zorg voor een eyecatcher! ■ Stap 1D Hoe komt de boodschap eruit te zien? Geef aan dat de leerlingen nu een conceptversie gaan maken. Bedenk hoe de boodschap eruit komt te zien. Waar zet je tekst? Welke sfeer wil je overbrengen? Welke kleuren gebruik je hiervoor? Wat voor afbeelding moet het worden? Hier maken ze een schets van. Er is namelijk maar één groot vel per groep beschikbaar. Wanneer het concept af is, mogen de leerlingen beginnen met het maken van de poster op het grote vel. Stap 2: Kiezen van de beste poster van de klas (sheet 33) Stap 2A Ieder groepje mag in 1 minuut kort iets vertellen over de poster. Laat hen antwoord geven op de volgende vragen: ■ Waarom hebben jullie voor deze geldtip gekozen? ■ Waarom hebben jullie het op deze manier uitgebeeld? Vergeet niet van elke poster een foto te maken! Stap 2B De docenten kiezen de winnende poster die door gaat naar de landelijke finale. Mail de klassenwinnaar naar [email protected]. De beste poster van de klas wordt bij WWJB op de website geplaatst. De winnende poster gaat ook naar de landelijke finale. Aan het eind van het schooljaar beslist een jury welke poster de uiteindelijke, landelijke winnaar wordt. Deze poster wordt door een professionele vormgever nagemaakt met rechtenvrije beelden zodat deze gepubliceerd kan worden. Stap 2C Vraag tenslotte aan de leerling wat zij van de workshop vonden en wat ze vanaf morgen anders gaan doen. Laat ze het formulier op pagina 16 invullen. 15 Wat heb ik vandaag geleerd bij Moneyposter Tips & tricks voor de levensgenieter: 1. Houd een kasboekje bij om je inkomsten en uitgaven in kaart te brengen. 2. Maak automatisch geld over naar een internetspaarrekening: daar merk je niks van! 3. Pin contant geld en laat je pasjes thuis. Zo geef je niet meer geld uit dan je wilt. Tips & tricks voor de trendsetter: 1. Maak een spaarplan. Wil je een nieuwe Apple Notebook? Kijk dan eens hoe lang je moet werken om hem bij elkaar te sparen. 2. Kijk goed op vergelijkingssites waar jij de gadget van jouw keuze het goedkoopst kunt kopen. Handig én het scheelt geld. 3. Mooie merkkleding kun je ook bij outlet stores kopen. Of kijk eens op Marktplaats of Ebay. Tips & tricks voor de regelaar: 1. Pin wekelijks een (klein) bedrag voor jezelf om uit te geven aan iets leuks. Het is fijn om iets achter de hand te hebben, maar je mag ook genieten! 2. Spreek met je ouders af dat je cadeautjes voor vrienden en vriendinnen zelf moet betalen. Zo leer je geld uitgeven. 3. Bedenk eens welke leuke activiteiten je kunt ondernemen die niet veel geld hoeven te kosten: gratis tentoonstellingen, concerten. Dan kun je toch lekker genieten van het leven zonder dat het veel hoeft te kosten. Tips & tricks voor de toekomstplanner: 1. Probeer ook eens te genieten van het hier en nu en niet alleen maar bezig te zijn met de toekomst. 2. Geef eens geld uit aan anderen: daar word je gelukkig van! Je kunt bijvoorbeeld een klein bedrag pinnen waarmee je jezelf of anderen op iets leuks trakteert. 3. Je kunt ook genieten van kleine dingen die niets kosten. Er is meer in het leven dan geld. Bedenk ook eens welke leuke dingen je allemaal kunt doen zonder geld! mijn geldtype is: Mijn grootste verleidingen: Mijn tactiek tegen deze verleidingen: 16 Stichting Weet Wat Je Besteedt Postadres Postbus 14031 3508 SB Utrecht Bezoekadres Maliebaan 12 Utrecht T (030)233 40 10 [email protected] www.wwjb.org
© Copyright 2024 ExpyDoc