opvoeding De zoon van Valerie zit het liefst de hele dag te gamen Is hij verslaafd? Behalve in de gewone wereld, leeft de jeugd van tegenwoordig ook voor een deel in een digitale wereld. Dat brengt nieuwe uitdagingen en vraagstukken met zich mee voor ouders. De oudste zoon van Valerie (40) zou het liefst vierentwintig uur per dag gamen. Moet ze zich daar zorgen om maken? Tekst: Jet Hoogerwaard - Fotografie: Getty het hele leven van mijn oudste zoon volledig draait om gamen op dat kreng. Ik vind het leuk voor hem dat hij een hobby heeft, maar soms vraag ik me af of het wel helemaal gezond is. APETROTS V anuit de keuken riep ik: “Rob, leg je iPad neer en ga je handen wassen!” Ik dekte de tafel en zette het eten klaar. Daarna liep ik naar de trap om onze jongste zoon Bart naar beneden te roepen en intussen kwam mijn man Ronald binnen. De dagelijkse hectiek in een doorsnee gezin. Terwijl Bart, Ronald en ik aan tafel schoven, zat Robbie nog steeds over zijn iPad gebogen, alsof hij me zojuist helemaal niet had horen roepen. “Robbie!” zei ik streng. “Aan tafel komen, nú! Ik heb het je net al gevraagd en ik vraag het niet nóg eens. Dat ding groeit nog eens vast aan je handen!” Robbie had door dat ik het meende en legde snel zijn iPad opzij. “Sorry, maar ik moest nog even…” “Ik wil het niet horen”, onderbrak ik hem. “Ga nu je handen wassen!” Soms word ik echt gek van dat ding. Dan lijkt het wel alsof Robbies fascinatie voor computerspelletjes begon al vroeg. Ik zie hem nog zitten, in zijn luiertje achter de desktop. Het was verbazingwekkend hoe snel hij met de muis kon omgaan. Af en toe deden Ronald en ik een educatief spelletje met hem en dat vond hij helemaal fantastisch. Toen hij later achter het bestaan van de Nintendo DS kwam, wilde hij er per se eentje hebben. Hij was vier jaar oud toen hij zijn eerste Nintendo kreeg. Apetrots was hij. En niet te stuiten! Elke mogelijkheid om te gamen, greep hij met beide handen aan. Hij nam dat ding zelfs stiekem mee naar bed. Toen we daarachter kwamen, zorgden we ervoor dat de Nintendo voortaan altijd buiten zijn bereik opgeruimd werd zodra zijn speeltijd van anderhalf uur erop zat. E 25 opvoeding Eerlijk gezegd vonden we het soms best moeilijk om die regel te handhaven. Als Robbie zijn Nintendo in zijn handen had, hadden we namelijk helemaal geen omkijken naar hem. Ook kon hij, ondanks zijn jonge leeftijd, echt heel goed uitleggen waarom hij echt nú dat ene spelletje nog moest afmaken. Soms waren we gevoelig voor zijn argumenten en gunden we hem wat extra speeltijd. Ik begreep - en begrijp - Robbie ook wel. Zelf heb ik gamen namelijk óók altijd heel leuk gevonden. De Atari en later de Commodore 64 werden vroeger bij ons thuis intensief gebruikt en later speelde ik vaak spelletjes als The Sims en Bejeweled. De ene tiener hangt voor de televisie, de ander speelt computerspelletjes. Zo was het vroeger toen ik jong was en zo keek ik er bij Rob ook tegenaan. Het is gewoon iets dat bij deze tijd hoort. STRAF Robbie was acht toen Sinterklaas een Wii kwam brengen. Wij vonden dat helemaal te gek, want bij een Wii blijft het niet bij apathisch staren naar een schermpje. Als je zo’n ding gebruikt, moet je echt in beweging komen en bovendien konden we het sámen doen! Robbies broertje Bart - die normaal gesproken iets minder dol is op gamen dan Robbie - vond het ook leuk om te Wii’en. Vaak speelden ze na schooltijd samen en dan sprongen ze door de kamer. Ronald en ik deden ook weleens mee. We vonden het hartstikke leuk om met z’n allen Wii Party of Wii Sports te spelen. Later speelde Robbie Just Dance tot hij alle danspasjes kon dromen en daarna stapte hij over op FIFA, een voetbalspel waarbij je zelf een team samenstelt en aanstuurt. Uren kon hij met dat spel bezig zijn als we niet oppasten. Op een zondagochtend werd ik om zes uur wakker en ging ik even naar het toilet. Op de overloop zag ik dat Robbies deur openstond en hij lag niet in zijn bed. Waar was hij? Zachtjes liep ik de trap af en wat ik al vreesde, bleek ook waar te zijn. Ik hoorde de stem van Youri Mulder - commentator bij FIFA - uit de woonkamer komen. Niet te geloven, Robbie zat om zes uur ’s ochtends gewoon te Wii’en! Ik sloop naar binnen tot ik vlak bij hem was. Hij had niet door dat ik achter hem stond. “Waarom lig jij niet in bed?” vroeg ik plotseling streng. Hij schrok zich rot, zette de Wii meteen uit en sprintte zonder iets te zeggen naar boven. Pas om tien uur durfde hij weer naar beneden te komen, waar hij uiteraard streng werd toegesproken door Ronald en mij. Robbie kan heel goed stiekem dingen doen, maar hij kan heel moeilijk liegen als je hem op de man af iets vraagt. Hij gaf dus al snel toe dat hij het al vaker had gedaan. “Dan word ik wakker en kan ik niet meer slapen”, verklaarde hij. “Dan wil ik jullie niet wakker maken en denk ik: dan kan ik net zo goed gaan Wii’en!” Hij wist het mooi te brengen, maar we trapten er niet in. Dit 26 ‘Niet te geloven. Robbie zat om zes uur ‘s ochtends al te Wii-en’ mocht niet en dat had hij kunnen weten. We schreven de regels voor de zekerheid voor hem op en als straf moest hij het een paar weken zonder schermpjes stellen. Geen Nintendo, geen Wii, zelfs geen televisie. Voor Robbie echt de ultieme straf. ADHD Nu moet ik vermelden dat Robbie een milde vorm van ADHD heeft. Niets ernstigs, en hij slikt er ook geen medicatie meer voor, maar soms heeft hij er wel last van. Het was voor ons goed om te weten dat hij dit had, want we merkten na de diagnose dat we hem beter begrepen en dat we beter met hem konden omgaan. Robbie is gewoon net iets intenser dan het gemiddelde kind. Hij kan zich erg druk maken om ogenschijnlijk simpele dingen, zijn gedachten buitelen vaak over elkaar heen en hij loopt over van de ‘goede’ ideeën. Het spelen van computerspelletjes geeft hem rust. Dat noemen ze ‘hyperfocus’: een ADHD’er kan helemaal opgaan in iets wat zijn of haar interesse heeft. Het is alsof de raderen in zijn hoofd dan even een tandje minder snel draaien. En dat betekent rust voor hem, maar ook voor ons. Een paar weken zonder schermpjes is dus niet alleen een straf voor hém. Ik moet eerlijk toegeven dat het ook voor ons lastig is… Robbie is nu eenmaal geen kind dat uren zoet speelt met Lego of met zijn neus in de boeken duikt. Nee, hij bouwt dan liever een tent in de woonkamer. Maar dan moet wel eerst de kast opzij, want anders heeft hij veel te weinig ruimte. Hij pakt de dekens van zolder, want alleen die zijn volgens hem groot genoeg. Hij pakt de knij- pers uit de schuur en ook maar meteen de parasol. Voordat ik het weet, zijn alle kussens van de bank gerukt, want hij moet natuurlijk wel lekker zitten. Als de tent eenmaal klaar is, wil hij erin eten en drinken, maar in zijn eentje is dat natuurlijk ontzettend saai. Dus wordt de buurjongen uitgenodigd en moet zijn broertje ook meedoen. Tót er iets anders gebeurt wat zijn aandacht trekt. Dan ‘vergeet’ Robbie zijn tent onmiddellijk en is hij vliegensvlug verdwenen. Hij gaat soms zo snel dat ik hem niet kan bijhouden. Dit voorbeeld is overigens geen incident. Wanneer Robbie het zonder schermpjes moet doen, zijn dit soort dingen dagelijkse kost bij ons thuis. Ronald en ik hielden voet bij stuk, maar we waren blij en opgelucht toen de strafperiode er eindelijk op zat. Net als Robbie. Hij kon weer helemaal opgaan in het FIFA-spel, uiteraard binnen de afgesproken tijden. Buiten die tijden om speelde hij met zijn vriendjes buiten of deed hij een spelletje met mij of zijn broertje. GOEDE LES Toen Robbie wat ouder werd, wilde hij een laptop. Op zijn tiende had hij die bij elkaar gespaard. Met de komst van de laptop - en daarmee dus ook internet - ging er een nieuwe wereld voor hem open. En het betekende een uitdaging voor ons, want hoe konden we onze zoon beschermen tegen de gevaren van internet? Ronald en ik hebben even overwogen om een kinderslot te installeren, maar besloten dat uiteindelijk niet te doen. Ook wij zagen als kind tenslotte dingen die niet voor kinderogen bestemd waren: pornoblaadjes in de bosjes bij de speeltuin, spuitende heroïnehoertjes in de metro, oorlogsbeelden op televisie en ga zo maar door. “De wereld is nu eenmaal zoals-ie is”, zei Ronald. “Vaak prachtig, soms heel lelijk. Als de kinderen die lelijkheid af en toe per ongeluk zien, dan is dat maar zo. Zolang we er maar over blijven praten.” Ik deelde zijn mening. We spraken er vaak over met Robbie en Bart, op hun niveau. We hadden het dan bijvoorbeeld over nare filmpjes die je eigenlijk helemaal niet wilt zien en over mensen die zich op internet anders voordoen dan ze in werkelijkheid zijn. We spraken met de jongens af dat ze op internet mochten, maar alleen in de woonkamer. Ook moesten ze beloven dat ze het ons zouden vertellen als ze iets zagen waar ze zich niet prettig bij voelden. En dat werkte. Als de jongens op iets wilden klikken waar ze niet zeker van waren, riepen ze ons erbij. En Rob bleek er geen behoefte aan te hebben om stiekem op onderzoek uit te gaan. We hadden hem immers al verteld over alle spannende dingen. Zijn aandacht richtte zich - niet geheel verwonderlijk - op gamen via internet. Robbie raakte verslingerd aan een vechtspel waarbij hij elke dag meer punten verzamelde. Hij chatte daarbij met vriendjes uit zijn klas, maar ook met onbekenden. Op een dag staarde hij met vochtige ogen naar het scherm. “Iemand heeft mijn punten gestolen!” riep hij. “Hij zei dat hij me tienduizend punten zou geven, maar dan moest ik hem wel mijn wachtwoord geven. En nu zijn mijn punten weg en kan ik niet meer inloggen.” De tranen drupten op zijn toetsenbord. “Je bent voor de gek gehouden, Robbie”, zei ik meelevend. “Je account is gestolen.” Ik vond het zó zielig dat ik bijna met hem mee huilde. Wekenlang had hij gespeeld om zover te kunnen komen en nu was hij zomaar bestolen! Toch was ik eigenlijk wel blij dat het was gebeurd. Op een onschuldige manier had Robbie nu de gevaren van internet zelf ervaren. Het was een goede les voor hem, die hij niet snel zou vergeten. We veranderden overal op internet zijn accountgegevens en spraken af dat hij zijn wachtwoorden voortaan zou opschrijven en met mij zou delen. Zo kon ik af en toe controleren wat er allemaal gebeurde. NAAR GEVOEL Inmiddels zijn we alweer een paar jaartjes verder. Robbie is intussen twaalf en heeft zijn laptop ingeruild voor een iPad. Hij begint al een beetje te puberen en steeds vaker roept hij ‘dat we niet zo op hem moeten letten’. Meestal doelt hij dan op zijn gamegedrag. Hij vindt het prima als ik af en toe controleer waar hij mee bezig is, maar is van mening dat hij heel goed zelf kan bepalen hoe hij zijn tijd indeelt. Ik twijfel daaraan. Zeker als ik hem op het toilet betrap met zijn iPad, of wanneer hij zich na een E 27 GEVARENZONE Justine Pardoen is hoofdredacteur van Ouders Online (www.ouders.nl) en leidt Bureau Jeugd & Media. Ook is ze verantwoordelijk voor de website www.mediaopvoeding.nl. Robbie, de zoon van Valerie, heeft zijn hele leven gegamed en heeft nu een eigen iPad. Nu staat hij aan het begin van de middelbare school en het is heel terecht dat Valerie zich zorgen maakt. Een kind als Robbie zit in de gevarenzone. Maar als je begrijpt hoe het komt dat gamen zo verslavend werkt, begrijp je ook hoe je kunt voorkomen dat het een echt probleem wordt. Ik zal dat uitleggen. Tip van Justine: installeer de app Dinnertime op de tablet of smartphone van je kind. Dat is een tijdslot waarmee je het apparaat op afstand uitzet als het tijd is om te gaan slapen, huiswerk te maken of te gaan eten Net als het kijken naar een spannende film, werkt gamen als het ware hypnotiserend. Een beeldscherm zuigt al je aandacht op. Het is een soort trance die heel prettig voelt. Je bent je even niet meer bewust van de ruimte om je heen, je verliest het gevoel van tijd en je vergeet je lichamelijke ongemakken. Je kunt even ‘van de wereld’ zijn. Een kind dat aan het gamen is, hoort je echt niet als je iets vraagt. Pas als je hem aanraakt, hoort hij je. Ouders zullen herkennen dat een kind op zo’n moment vaak boos wordt, want jij hebt hem uit dat lekkere gevoel getrokken. Kinderen die in het gewone leven moeilijk tot rust komen, zoals Rob, of kinderen die problemen hebben - bijvoorbeeld omdat ze gepest worden of te maken hebben met ruziënde ouders - kunnen ‘verslaafd’ raken aan het lekkere gevoel dat deze trance ze geeft. Het is heel verleidelijk om een gamend kind – zeker een druk kind - te laten gaan, want dan heb je zelf ook even rust. Maar het is ook een risico: kinderen leren dan niet hoe ze met zichzelf moeten omgaan, zonder beeldscherm. Op den duur leidt dat tot afhankelijkheid. Dan wordt gamen de enige manier die ze kennen om zich goed te voelen. Zo ver mag het niet komen. De uitdaging voor ouders is dus om de beeldschermtijd te beperken, maar daar wel iets voor in de plaats te bieden, zodat kinderen ontdekken dat je ook op andere manieren in je element kunt zijn. Dat kan van alles zijn: sport, scouting, een dier verzorgen, muziek maken, koken, tuinieren of op stap met opa. Help je kind dus actief om andere dingen dan beeldschermen te ontdekken. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen en je moet er vooral ook mee doorgaan als ze puberen. 28 voetbalwedstrijd haastig doucht om maar zo snel mogelijk te kunnen gaan gamen. Soms werkt hij binnen vijf minuten zijn lunch naar binnen, om vervolgens meteen met zijn nieuwe hobby Clash of Clans aan de slag te gaan. Clash of Clans is een leuk, maar verraderlijk spel: op bepaalde momenten moet je direct handelen om ‘sterker’ te worden, soms moet je een paar uur of zelfs enkele dagen wachten op een bepaalde beloning. Als je een dag niet speelt, is je sterkte afgenomen. Tenminste, dat is wat ik ervan heb begrepen. Bart vindt het spel wel leuk om af en toe te doen, maar Robbie is er echt idolaat van. In het weekend wacht hij vol ongeduld tot het tien uur is en hij eindelijk mag gaan spelen. Hij eet of drinkt wat tussendoor, maar verder is hij met zijn aandacht volledig bij het spel. Vaak moet hij na een paar uurtjes gamen met ons mee, een stukje fietsen of de hond uitlaten. “Je hebt nu lang genoeg achter dat ding gezeten”, zeggen we dan. Hij sputtert dan gelukkig niet tegen, maar zodra we weer thuis zijn, pakt hij meteen zijn iPad weer. Na het avondeten moet hij hem wegleggen. We willen ook geen gemor als we samen weggaan, bijvoorbeeld naar de stad of naar een feestje. Eén keer zeuren en hij moet het een dag zonder zijn schermpjes doen. Als Robbie wordt opgehaald door vriendjes om te gaan spelen, of als wij hem aansporen om naar buiten te gaan, dan doet hij dat wel, maar soms betrap ik hem erop dat hij een smoesje bedenkt om weer terug naar binnen te gaan. Doordeweeks heeft Robbie het zo druk met school en sporten, dat het gamen beperkt blijft tot hooguit twee uur per dag. Het is gelukkig niet zo erg dat zijn schoolresultaten of zijn sport eronder lijden, maar zal dat zo blijven? Soms ben ik bang dat het de verkeerde kant op zal gaan. Als ik ergens iets lees over gameverslaving, krijg ik een naar gevoel vanbinnen, want sommige dingen herken ik namelijk wel. Ik kan alleen maar hopen dat Robbie het in de hand zal weten te houden. ■ Wil je reageren op dit verhaal? Mail o.v.v. ‘1413 Valerie’ naar redactie@mijngeheim. nl. Je kunt ook je eigen verhaal vertellen op www.mijngeheim.nl. Uit privacy-overwegingen zijn de namen in dit verhaal gewijzigd. Robbie zit in de
© Copyright 2025 ExpyDoc