Klik hier om te downloaden - Vereniging voor Natuur

De Verderkijker
Jaargang 33, nummer 2
April 2014
vereniging voor
Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
NMP
Colofon
Inhoud
De Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker (NMP)
Doelstelling:
a. Behoud en verbetering van landschappelijke en
natuurlijke waarden en van het leefmilieu, in het
bijzonder in en rondom Pijnacker;
b.
Het opwekken, vergroten c.q. stimuleren van
de belangstelling voor en de kennis van natuur,
landschap en milieu.
NMP is opgericht in 1961.
Lidmaatschap:
Contributie € 7,-- per jaar.
Aanmelden via de website, email, postbus of telefoon.
Opzegging schriftelijk vòòr het einde van het jaar
per post of email.
Ook verhuizingen graag melden via de postbus of
per email.
Voor adressen zie hieronder.
De Verderkijker
Viermaal per jaar (januari, april, augustus en november) verschijnend periodiek van NMP.
Kopij graag inleveren vòòr de 1e van de maand van
verschijning, dus 1 januari, 1 april, 1 augustus en
1 november.
Oplage: 375 stuks.
Wat is er gaande
Even voorstellen: Richard Smokers
Even voorstellen: Cees Kerkhof
Nieuwe leden
De planten van de Plas van Van Buijsen
Landschapsonderhoud
Jaarlijks onderhoud oeverzwaluwwand
Reacties op het verhaal over Abutilon
Vrijwilliger gezocht voor verven gemaaltje
Lenteboden
Het zwanenverhaal
Pijnacker bespied
Natuur- en milieuagenda
Avondje en excursie 'Dorpsnatuur'
Foto voorpagina
De Plas van Van Buijsen, januari 2009, Caroline
Elfferich (zie artikel op pagina 6 t/m 9)
Eindredactie:
Marleen Lekkerkerk,
e-mail: [email protected]
Druk:
Editoo B.V., Arnhem
Adressen
Postbus:
Website:
E-mail:
Bankrekeningnummer:
Postbus 26, 2640 AA Pijnacker
www.nmpijnacker.nl
[email protected]
NL35 TRIO 0197 6662 99
Voorzitter:
Richard Smokers
[email protected]
Cees Kerkhof
[email protected]
Teake Stavenga
[email protected]
Gerard de Hoog
[email protected]
Bert van den Braak
[email protected]
Cora Cox
[email protected]
Secretaris:
Penningmeester:
Bestuurslid:
Bestuurslid:
Bestuurslid:
2
3
5
6
6
6
10
11
12
13
13
14
16
19
20
(015) 364 04 53
(015) 369 82 18
(015) 369 29 12
(015) 369 71 80
(015) 369 59 22
(015) 256 34 48
Wat is er gaande
In deze rubriek wordt u op de hoogte gehouden van
onderwerpen waar de vereniging zich mee bezig
houdt.
ALV en afscheid
Op zaterdag 1 maart hadden we onze jaarlijkse
ledenvergadering in Ackerdijk in de boerderij van
Natuurmonumenten. Voor mij een speciale omdat
het de laatste was als bestuurslid en voorzitter. Ik
had al eerder aangegeven dat dit mijn laatste termijn zou zijn. Door persoonlijke omstandigheden is
het niet goed mogelijk meer om nog actief te blijven
voor het bestuur.
Bij deze wil ik iedereen bedanken voor alle werkzaamheden en ondersteuning. Ik hoop dat ik een
steentje heb kunnen bijdragen om onze gemeente
een beetje groen en duurzaam te houden.
De voorzittershamer wordt overgenomen door Richard Smokers. Ook verwelkomen we een nieuw
bestuurslid, Cees Kerkhof. Hij zal de taak van secretaris op zich nemen. Ik wens hen en de andere
bestuursleden natuurlijk ook, veel succes.
De ALV was weer een leuke bijeenkomst met goede
discussie over een aantal onderwerpen waar het
bestuur wat mee zal gaan doen. Na afloop was er
de bijna traditionele rondwandeling. Er was weer
genoeg te zien; wat is het toch een prachtig gebied.
de Balij. Enerzijds zijn we hier blij mee omdat de
locaties nabij kwetsbare gebieden nu worden ontzien. Aan de andere kant is het jammer dat deze
mogelijkheid om duurzame energie op te wekken,
niet gebruikt wordt. Het betekent dat we meer
zullen moeten halen uit andere alternatieve energiebronnen om de doelstellingen op het gebied van
duurzaamheid te kunnen halen.
De andere, kleinere, bezwaarpunten die we hadden
zijn helaas niet ter harte genomen. Dat laat onverlet dat we bij het invullen van de bestemmingsplannen hier nog kritisch op zullen zijn.
Nieuwe inrichting deel Balijbos
Op 11 maart hebben we op een inloopavond gestaan
van Dienst Landelijk Gebied bij de Scouting Nootdorp. Het onderwerp was de nieuwe inrichting van
het stuk Balijbos in het gebied rond de Laakweg in
Nootdorp. Wij waren daar omdat er een natuurleerpad moet gaan komen waar wij ons steentje aan
gaan bijdragen. Het werd een druk bezochte avond.
NL Doet - Dobbeplas schoon, heel gewoon
Op vrijdag 21 en zaterdag 22 maart hielpen in het
kader van NL Doet ‘Dobbeplas schoon – heel gewoon’, vele vrijwilligers met het opruimen van
zwerfafval in en rondom de Dobbeplas en een deel
van het Balijbos.
Tijdens de rondwandeling na de ALV
Vaststelling structuurvisie 2040
Eerder berichtten wij u dat we inspraken op de
structuurvisie van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Deze visie laat zien welke geplande ruimtelijke plannen men wil gaan realiseren tot 2040.
Het maakte veel los in de gemeente. Uiteindelijk zijn
twee belangrijke punten uit de visie geschrapt.
Het plan om Ruyven-Zuid als een alternatief te zien
voor Boezem-Oost heeft men laten varen. Ruyven
is een weidevogelgebied dat gelukkig nog open zal
blijven.
Verder werden alle potentiële locaties voor windturbines binnen onze gemeente geschrapt, behoudens
een mogelijke locatie langs de A12 ter hoogte van
De vrijdag- en de zaterdaggroep van NL Doet
3
Op vrijdag waren er ruim 20 enthousiaste schoolkinderen die via de buitenschoolse opvang KernRandstad uit Nootdorp deelnamen aan de actie. Op
zaterdag waren er bijna 20 mensen die meehielpen
waaronder ook twee scholieren voor een maatschappelijke stage.
Er werd al met al een aardige berg afval bij elkaar
geraapt. Meest voorkomend waren blikjes en
snoeppapiertjes. Toch kwamen we ook gekke dingen
tegen als een paar sokken, deuren van een kastje
en een schuimrubber matras.
Ten eerste wil ik Annette Haket bedanken voor de
organisatie. Zij heeft ervoor gezorgd dat alles prima
was geregeld en dat we een vlekkeloze dag hadden.
Veder restaurant Buytenhout voor de gastvrije
ontvangst met koffie, thee, soep en broodjes. Ook
de Milieu Express voor het ter beschikking stellen
van de container en de gemeente Pijnacker-Nootdorp voor het beschikbaar stellen van papierknijpers, ringen voor de vuilniszakken en handschoenen.
Een geslaagde actie, volgend jaar weer, als het aan
ons ligt.
Wist u dat:
·
We een vogelherkenbord hebben laten
maken dat mede mogelijk is gemaakt door de gemeente Pijnacker-Nootdorp en Vogelbescherming
Nederland;
·
We deze op de kijktoren bij de compensatiegebiedjes hebben gezet;
·
We u uitdagen om alle vogels op het bord te
spotten en dat dat goed mogelijk is, want er is
momenteel veel “vliegverkeer”;
Het vogelherkenbord op de uitkijktoren
(foto: Marleen Lekkerkerk)
De "oogst" van NL Doet
Beroepszaak Verlengde Komkommerweg bij
de Raad van State
Op 26 maart zijn we in het kader van ons beroep
tegen een verlengde Komkommerweg en een extra
rotonde in de N470 naar de Raad van State geweest.
We hebben de rechter verteld dat door lichthinder
van de masten en de draaiende vrachtwagens een
deel van de Zuidpolder niet meer geschikt zal zijn
voor weidevogels. Men gebruikt het argument dat
er toch niet veel vogels gebruik maken van de zone
langs de huidige weg om daar een nieuwe rotonde
aan te leggen. Maar men gaat voorbij aan het feit
dat daardoor opnieuw een zone ongeschikt wordt,
waardoor het totale leefgebied verder wordt verkleind. Na 6 weken wordt de uitspraak verwacht.
4
·
We op 19 februari een digitale vogelkijkavond
in de Ontmoetingskerk hebben georganiseerd;
·
We Jan Mudde van onze collegavereniging
Rotta daarvoor nog hartelijk bedanken;
·
We nu veel meer weten van Waarneming.nl;
kijk zelf ook eens naar die site;
·
Het graafwerk in de Bergboezem bij Oude
Leede uitgelopen is en dat ze moeten doorgaan in
het broedseizoen;
·
We daar niet blij mee zijn en we via de
klankbordgroep Groenzoom samen met de andere
partijen aan het Hoogheemraadschap gevraagd
hebben om de werkzaamheden stil te leggen;
·
Bij de Zuideindseweg ter hoogte van de
kruising met de N470 een mooie ecologische verbinding is gemaakt door de gemeente;
·
Er tevens een ecotunneltje onder de
Zuideindseweg is gemaakt en zelfs een kleine
oversteek daar naar toe om de kleine kruipers en
sluipers een veilige overtocht te bezorgen.
Dit was een kort overzicht van zaken waar we ons
mee bezig houden, maar er gebeurt nog veel meer
en we kunnen uw hulp goed gebruiken. Mail of bel
ons. Zie voor gegevens de eerste pagina van deze
Verderkijker.
Tekst en foto's: Nico van der Helm (tenzij anders
gemeld)
werk houd ik me al 22 jaar bezig met auto’s en
milieu en dat verklaart ook mijn speciale aandacht
voor de M van NMP. Ik heb me de laatste jaren
regelmatig bemoeid met het milieu- en duurzaamheidsbeleid van de gemeente Pijnacker-Nootdorp,
en ben nu ook Nico opgevolgd als NMP-lid van het
Milieuplatform.
Ecologische verbinding Zuideindseweg - N470
(foto Nico van der Helm)
Even voorstellen:
Richard Smokers
“Hallo, ik ben de nieuwe voorzitter, Ad Interim. Maar
jullie mogen me Ad noemen.” Zo zou ik dit stukje
kunnen beginnen. Maar dat doe ik niet, en ik zal zo
uitleggen waarom niet.
Ik ben Richard Smokers en sinds de ALV van 1 maart
de nieuwe voorzitter van NMP. Ik volg Nico van der
Helm op, die deze functie de afgelopen 8 of 9 jaar
naar mijn idee zeer goed heeft vervuld (in ieder
geval veel beter dan hij zelf dacht dat hij het kon,
toen hij er aan begon…). Bedankt, Nico! Zelf ben ik
inmiddels al 5 jaar lid van het bestuur en beheer ik
al zo’n 10 jaar de website van NMP.
Ik had een heleboel hobby’s die door een druk bestaan met baan en gezin wat op de achtergrond zijn
geraakt, maar natuurbeleving en vogels kijken
blijven prominent. Dat kan namelijk altijd en overal. Ik ben geen spotter, maar heb wel overal waar
ik kom oog voor wat er vliegt en zingt. Sinds een
jaar of 4 doe ik ook aan broedvogelmonitoring in
het zuidelijk deel van de Ackerdijkse Plassen. Dat
moet rond zonsopgang, en betekent zeker later in
het seizoen dus onaangenaam vroeg opstaan. Maar
het blijft toch iedere keer een mooie ervaring: alleen
of met een telmaat door het gebied struinen, de zon
zien opkomen achter de molen en de eerste vliegtuigen van Rotterdam Airport zien opstijgen (zodat
je weet dat het exact 7 uur is). Maar vooral 3 uur
lang je gedachten verzetten en geconcentreerd
letten op geluiden van rietzangers, blauwborsten en
als het meezit een waterral of porseleinhoen.
Hoewel er de laatste jaren heel veel groen verloren
is gegaan, ben ik nog steeds enthousiast over de
hoeveelheid natuur die in en rondom Pijnacker-Nootdorp te beleven valt. Zo telde ik vanmiddag in
een half uur nog 30 soorten in ons compensatiegebiedje langs de N470. Dat lukt je echt niet op de
Veluwe… Het is echt een groene parel in het drukste
deel van de Randstad. Die is het waard om beschermd te worden. Daar zet de NMP zich voor in,
en daar wil ik graag aan bijdragen.
Maar over dat voorzitterschap gesproken: Toen Nico
aankondigde dat hij vertrok was er binnen het bestuur niemand die stond te popelen. Dus mijn
aanbod was een beetje vanuit “somebody’s got to
do it” geredeneerd. Als we op enig moment iemand
vinden met veel meer vrije tijd dan ik en de gewenste kwaliteiten, dan sta ik graag mijn plek weer af.
Maar ik ga er sowieso mijn best voor doen om er
iets goeds van te maken. En misschien gaat dat nog
best een tijdje duren. Want zoals ik nu, was Nico er
lang geleden ook aan begonnen…
Richard Smokers
Dit jaar wordt ik 50. Ik woon sinds 1996 in Pijnacker,
ben getrouwd, heb een dochter van 17 en een zoon
van 14 jaar, en werk bij TNO in Delft als adviseur
op het gebied van duurzame mobiliteit. Voor mijn
Overigens blijft het een achilleshiel van de NMP dat
het aandeel actieve leden op het totale ledenbestand
aan de kleine kant is. Dat mogen er best meer
worden. Meer mensen om het bestuur te ondersteunen bij interacties met gemeente, provincie en andere overheden. Of om activiteiten te organiseren
zoals excursies, werkgroepen, cursussen, lezingen
of werken in de natuur. Als u samen met mij van de
NMP een nog invloedrijkere, maar bovenal nog actievere en leukere vereniging wilt maken, dan bent
u van harte welkom!
Richard Smokers
5
Even voorstellen: Cees Kerkhof
Ik ben geboren in Rhoon (dorpje aan de zuidkant
van Rotterdam). Vanwege de drukte ben ik begin
jaren zeventig Rotterdam ontvlucht en via Amersfoort in Leusden terecht gekomen. Doordat mijn
werkplaats veranderde van Amersfoort naar Den
Haag, ben ik met gezin in 1989 naar Pijnacker
verhuisd.
In het begin was het natuurlijk wennen: vanuit een
ruime, bosrijke omgeving naar een dorp wat hoe
langer hoe voller werd gebouwd.
In mijn dagelijkse werk heb ik mij bezig gehouden
met nieuwe wetgeving op het gebied van cosmetica
en was- en reinigingsmiddelen. Ruim vier jaar geleden heb ik gebruik gemaakt van de mogelijkheid
van een vroegpensioenregeling. Onlangs werd ik
opmerkzaam gemaakt op een vacature binnen het
bestuur van NMP. Dit leek mij een uitstekende besteding van mijn tijd. Ik hoop hiermee een kleine
bijdrage te leveren aan de goede balans tussen de
verstedelijking van Pijnacker en de ontwikkeling van
natuur en milieu in mijn woonomgeving.
Cees Kerkhof
Planten bij de Plas van Van
Buijsen
Tussen de Overgauwseweg en de Zuidweg In Pijnacker ligt de Plas van Van Buijsen. Deze plas is
omstreeks 1885 ontstaan als gevolg van veenafgraving door veenmannen uit het geslacht Van Buijsen
(1). De ondiepe plas bestaat dus al zo’n 130 jaar!
De totale oppervlakte van het gebied bedraagt ongeveer zes hectare. Veel veenplassen zijn in de loop
van de tijd drooggemalen en als landbouwgrond
weer in gebruik genomen, maar met de Plas van
Van Buijsen is dat niet gebeurd. Het is één van de
weinige oude ‘natuurgebiedjes’ in de gemeente.
In mijn jeugd fietste ik regelmatig langs de Zuidweg
om vogels te kijken en dan zag ik de Plas van Van
Buijsen vanaf een afstand liggen te midden van de
weilanden. Het water was niet te zien vanaf de weg,
maar de bomen op de oevers verraadden de aanwezigheid van de plas. Het gebied had voor mij een
geheimzinnige uitstraling. Ik kwam er nooit, want
er liep geen duidelijk pad naartoe en bovendien was
de plas lange tijd niet vrij toegankelijk. Het was als
viswater gepacht door de Haagse Hengelaarsvereniging.
Omstreeks 2003 probeerde ik een wandeling rond
de plas te maken, maar dat bleek niet mogelijk door
de braamstruiken die het pad overwoekerden. Wat
me opviel was de grote hoeveelheid rotzooi langs
de oevers, maar toch was er ook schoonheid te zien
in de vegetatie die jarenlang niet door mensenhan-
Opkomende gele lissen in Ackerdijk ten tijde van de
Algemene Ledenvergadering (foto Nico van der Helm)
Nieuwe leden
De laatste maanden kon NMP weer enkele nieuwe
leden inschrijven:
-
Hanneke Kerssemeijer, Pijnacker
Martin Kielman, Nieuwehorne
Richard en Carla van Schie, Pijnacker
Kees Schilperoort, Pijnacker
Arend Kranenburg, Pijnacker
Het bestuur heet hen van harte welkom en hoopt
hen eens terug te zien bij een activiteit.
6
Bij een vissteiger aan het water (januari 2009)
den is beroerd. Afgevallen takken overgroeid met
mos, een knoestige dikke es of een veldje lisdodde
dat de plas ingroeit. Sprookjesachtige miniatuurtafereeltjes die zich in de loop van vele jaren ontwikkelen, maar die in een oogwenk kunnen verdwijnen.
De plas in januari 2014
Karakteristieke planten
De plantengroei rond de Plas van Van Buijsen is in
1983 geïnventariseerd door Peter Schrijver (voormalig bestuurslid NMP). Hij omschrijft de vegetatie
rond de plas als volgt (2): “Er is hier sprake van
laagveen, dat gevormd is door het jaar tot jaar
verrotten van riet, lisdodde en biezen. Een brede
kraag van lisdodde draagt gestadig bij tot de verlanding van de zuidoever en verdient de naam
moeras. Op de westelijke oever kruipen onder het
hoog opgaande hout dichte braamstruiken. Enkele
elzen kronkelen zich vast in de zwarte modder van
het water en bieden een wondermooie aanblik. Laag
hout, dicht ineen gesnoerd met dunne takken, tot
enkele centimeters boven het wateroppervlak, bekleedt plaatselijk de noordoever. Langs de oostelijke oever liggen twee schiereilandjes met opgaand
hout begroeid.”
Peter vond langs de plas 58 soorten wilde planten,
waarvan een groot deel zeer karakteristiek is voor
Nederlandse laagveenplassen: moeras-vergeet-mij-nietje, bitterzoet, moerasandoorn, watermunt,
kalmoes, grote egelskop, kattenstaart, pijlkruid,
waterweegbree, kikkerbeet, watergentiaan, veenwortel, gele lis, zwanenbloem, moerasspirea, harig
wilgenroosje, grote en kleine lisdodde. De meest
algemene boomsoorten zijn zwarte els, wilg en vlier.
Het verhaal van Peter eindigt met: “Objectief gezien
niet van het allergrootste biologische belang, is de
Plas van Van Buijsen toch één van de ‘eilandjes’, die
er samen voor zorgen dat Nederland nog niet is
verdroogd tot een eindeloze cultuursteppe. Reden
genoeg om ons in te zetten voor het behoud van dit
onvervalst stukje West-Nederland.” Uit deze slotzinnen blijkt dat Peter al voorzag dat het voortbestaan van de plas niet vanzelfsprekend zou zijn in
een gemeente met uitbreidingsplannen.
Oprukkend zand
Met de aanleg van woonwijk Keijzershof waren er
aanvankelijk plannen om de Plas van Van Buijsen
te dempen, maar later is besloten om een deel van
de plas te handhaven. De afgelopen jaren zijn er
veel werkzaamheden geweest die het aanzien van
de plas behoorlijk hebben veranderd. In 2013 is er
op de noordelijke oever van de plas een metersdik
pakket zand gestort, bijna tot aan de waterkant. De
andere oevers zijn nog wel omgeven door een smal
strookje vegetatie, maar het zand nadert van drie
kanten vrij dicht de plas. Alleen de westelijke oever
die aan de Overgauwseweg grenst is ongemoeid
gelaten.
Om een indruk te krijgen van de huidige situatie
rond de Plas van Van Buijsen heb ik in 2013 een
planteninventarisatie uitgevoerd in het kilometerhok waar de plas in ligt (atlasblok: 37-16-45,
Amersfoortcoördinaten: 89-446). De plas neemt
minder dan 10% van het totale oppervlakte van het
kilometerhok (100 hectare) in beslag. De rest van
het hok is gevuld met weiland (ca. 50 hectare),
infrastructuur en een hoekje nieuwbouwwijk Keijzershof (ca. 10 hectare) en verder nog zandlichaam
en braakliggend terrein (circa 30 hectare).
Rode ganzevoet
Tijdens het inventariseren van mijn kilometerhok
heb ik alle plantensoorten gezien die Peter Schrijver
in zijn verhaal opsomt als karakteristieke planten
van Nederlandse laagveenplassen. Het merendeel
Rode ganzevoet
7
van de soorten groeide echter niet in de oevervegetatie rond de plas, maar elders in mijn kilometerhok. Overigens kun je deze plantensoorten ook bijna
allemaal aantreffen in de sloten en natuurvriendelijke oevers van Klapwijk. Ik vind het wel een
prettig idee dat deze planten zich in de bebouwde
kom kunnen handhaven als ze de kans krijgen.
In grote lijnen is de vegetatie rond de Plas van Van
Buijsen vergelijkbaar met dertig jaar geleden, maar
er zijn verschillen. De brede kraag lisdodde op de
zuidelijke oever is nu een smalle strook met daarachter een bescheiden rietkraagje. Langs de helft
van de zuidoever groeien de bomen tot bijna aan
de waterkant, waardoor deze voor zonminnende
oeverplanten minder aantrekkelijk is geworden. De
twee schiereilandjes op de oostelijke oever zijn niet
meer door water omgeven, maar ze zijn nog terug
te vinden als lichte verhogingen in de bodem. Aan
de vervallen vissteigers is te zien dat vroeger het
waterpeil ongeveer een halve meter hoger heeft
gestaan.
Het dikke zandpakket op de noordelijke oever heeft
de slappe veengrond als een pudding omhoog gedrukt. Hierdoor is er lokaal een nieuwe oever gevormd van zo’n vier meter breed. Op de vers
drooggevallen plasbodem stond dit jaar een weelderige vegetatie van rode ganzenvoet: heuphoge,
donkergroene, breed vertakte struiken. Net als
andere ganzenvoetsoorten is ook rode ganzenvoet
een pionier, die zich pijlsnel vestigt op braakliggende grond. Het is wonderlijk zoals ze opeens uit het
Aan de rand van de plas in augustus 2013
8
niets lijken te verschijnen; er moeten wel zaden
opgeslagen liggen in de bodem. Elders in mijn kilometerhok zag ik op braakliggende grond en zandlichamen enorm veel ganzenvoeten, maar geen rode
ganzenvoeten. Die houden meer van nattigheid.
Pijptorkruid
Ik herinner me dat Peter destijds pijptorkruid vond
bij de plas en warempel…na lang zoeken vind ik één
armzalig plukje in de sloot langs de Zuidweg. Als ik
aan Peter Schrijver vraag wat hij zich van pijptorkruid herinnert antwoordt hij: “Ik ben bijna alles
vergeten, behalve dan dat er een soort moerasscherm stond. Dat was toen al zeldzaam. Waarschijnlijk een relict van vroeger tijden, net zoals het
pijptorkruid nu een relict is. Dertig jaar geleden was
dat heel gewoon aan het slootje dat van de Zuidweg
naar de plas liep.”
Het moerasscherm dat Peter bedoelt is vrijwel zeker
groot moerasscherm. Deze plant ben ik in mijn kilometerhok niet meer tegen gekomen. In het landelijk gebied gaat al jarenlang de biodiversiteit van
de plantengroei in en langs sloten achteruit. Dit is
voor een belangrijk deel te wijten aan de overmatige bemesting die wordt toegepast en het machinale beheer. Daardoor krijgen snel groeiende
planten de overhand en komen kleinere trager
groeiende planten in de verdrukking.
Wat zou Michel Barendse weten over het pijptorkruid
in de omgeving van de Plas van Van Buijsen? Michel
raadpleegt de Landelijke Vegetatie Databank (via
het gratis programma SynBioSys) en schrijft: “Ik
heb 12 vegetatieopnames gevonden uit de omgeving van de plas, waar de soort in meer (+) of
mindere (r) mate voorkwam. Weliswaar zijn de
opnames van 30 jaar geleden, maar ik acht het erg
aannemelijk dat de plant daar nog steeds staat.
Waar nu Keijzershof is heb ik ze vroeger ook met
regelmaat gevonden.”
Als ik Michel laat weten dat ik in mijn kilometerhok
slechts 1 plukje pijptorkruid heb gevonden, is zijn
reactie: “Ik sluit niet uit dat pijptorkruid door het
intensieve maai- en slootkantbeheer (bij het schonen wordt de oever ‘zwart’ gemaakt) verdwijnt.
Pijptorkruid is matig maaitolerant, heeft redelijk wat
licht nodig, groeit op (matig) voedselrijke en delft
waarschijnlijk het onderspit in hoog opgaande begroeiing langs oevers.”
Pijptorkruid is niet de meest opvallende en decoratieve soort die langs de waterkant groeit, eigenlijk
is het maar een rare plant met opmerkelijk dikke
stengels, een bescheiden aantal piepkleine blaadjes
en kleine witte bloemschermen. Toch zou ik het
jammer vinden als deze plant uit de gemeente
Pijnacker zou verdwijnen. Stiekem hoop ik dat ze
het nog wel goed doen in de slootjes tussen de
weilanden in de Zuidpolder.
Pluimzegge
Tijdens de inventarisatie trof ik pluimzegge aan op
de oostelijke en zuidelijke oever van de Plas van
Van Buijsen. In 2009 heb ik met Michel en dochter
Inge gezocht naar pluimzegge in het struikgewas
langs de zuidoever en toen vonden we een stuk of
tien fraaie grote pollen. De planten op de oostoever
zijn kleiner en lijken jonger dan op de zuidoever.
Pluimzegge groeit als een sprieterige pol, die jarenlang blijft terugkomen op dezelfde plek als de omstandigheden gunstig blijven. De plant loopt uit op
de oude resten van vorig jaar en daardoor ontstaat
er door ophoping van plantenmateriaal een soort
palmboompje van soms wel een meter hoog.
Peter Schrijver herinnert zich ook de pluimzegge:
“…ik zie de grote zeggepollen aan de zuidoever weer
precies voor me. Ze domineerden dertig jaar geleden door hun grootte al de oever. Je vraagt je af
hoe oud individuele planten kunnen worden. In dit
geval denk ik aan tenminste 50-60 jaar.” Uit de
reactie van Peter blijkt dat pluimzegge een plant is
die je bijblijft. Het zou mooi zijn als ze in de toekomst
ook nog op de oevers van de plas kunnen blijven
groeien, want deze indrukwekkende planten overleven het niet in slootkanten van de bebouwde kom.
Tegen maaien zijn ze namelijk niet bestand. Michel
heeft een aantal jaar geleden al bij de gemeente
aangekaart om pluimzegge bij de plas te behouden
en daar zal hij zijn best voor blijven doen.
Hoewel de Plas van Van Buijsen veel van zijn oorspronkelijke charme heeft verloren ben ik toch blij
dat er tenminste een deel van de plas met omringende vegetatie is behouden. Ik hoop dat de plas
zich zal ontwikkelen tot een aantrekkelijk natuurhistorisch landschapselement aan de rand van Keijzershof.
1. Anton Stig, 2005. Flodderen in Pijnacker. Polderboek over juffers, rakkers en veenmannen rond de
Plas van Van Buijsen.
2. Peter Schrijver, 1983. De Plas van Van Buijsen.
De Verderkijker, 1e jaargang, nummer 3, februari
1983.
Tekst en foto's: Caroline Elfferich
Inge in 2009 bij een pluimzegge
Bij de plas aan de kant van de verlengde Europalaan
9
Landschapsonderhoud
In deze rubriek wordt een kort overzicht gegeven
van de werkzaamheden van de vrijwilligers, zoals
die het hele jaar op zaterdagmiddag plaatsvinden.
De werkzaamheden vinden plaats in overleg en
samenwerking met Natuurmonumenten.
Zoals gebruikelijk zijn in de tweede helft van de
winter vooral zaagwerkzaamheden verricht. Er werd
niet alleen gewerkt in Ackerdijk, maar ook bij de
boer aan de Zuideindseweg, in de compensatiegebiedjes en bij de oeverzwaluwwand (zie verslag van
Ineke Muiser op de volgende pagina).
Bij het werk bij Rodenburg aan de Zuideindseweg
was een flinke ploeg vrijwilligers aanwezig. Ditmaal
moesten de bomen (meest wilgen en enkele essen)
aan de binnenkant van het toegangspad worden
gedaan. Dat is in die zin een voordeel dat de afgezaagde takken niet in de slootjes naast het pad
vallen. Anders was deze keer dat wij zelf direct de
takken moesten versnipperen. Voorheen deed de
gemeente dat, maar in het kader van de bezuinigingen is dat geschrapt. Nu is zelf versnipperen op
zich geen nadeel, want dan kunnen de takken en
stammen direct in de versnipperaar worden gestopt
en is het niet nodig om ze eerst enigszins geordend
op te stapelen. Helaas was de via de gemeente
geregelde versnipperaar echter van onvoldoende
kwaliteit, waardoor er spoedig niet meer mee te
werken viel. Opgetrommelde monteurs wisten het
probleem na een uur te verhelpen, maar binnen de
kortste keren was het probleem weer terug. Gelukkig zijn Gerard (de Hoog) en Peter (Waenink) beiden
in het bezit van een eigen, weliswaar kleinere versnipperaar. Die moesten echter nog wel worden
opgehaald (tijdens de lunch, met erwtensoep). Die
versnipperaars werkten echter wel prima. Al met al
betekende dit wel dat de klus veel later klaar was
dan gepland en dan nodig was geweest. Gemeld kan
nog worden dat voor de gemeente ± 60 staken zijn
achtergehouden om eendenkooien mee vast te
zetten, en 30 poters om in de omgeving nieuwe
bomen te poten.
In Ackerdijk is vooral gezaagd in hakhoutbosjes bij
de boerderij. Dat leverde een flinke partij hout op
voor de open haard en zorgt voor meer licht in de
boomgaard bij de boerderij. Ook zijn enkele bomen
die na een storm op omvallen stonden, omgezaagd.
In de boomgaard is verder het nodige snoeiwerk
gedaan en later zijn ook bij een boerderij langs de
Zweth fruitbomen gesnoeid.
Gezaagd werd verder in het bosgebied rond de
plassen, bij de hooilandjes, waar schietwilgen nogal
‘oprukken’. Daardoor worden de hooilandjes hier en
daar wat overwoekerd met takken en stronken. Met
spit- en zaagwerk is er voor gezorgd dat de landjes
weer helemaal ‘schoon’ zijn.
Bij de rietvelden in de richting van de Zweth zijn
met de boot enkele bossen wilgentakken en –stronken opgehaald, die daar waren blijven liggen.
10
De vroege lente staat in het teken van de voorbereiding van het broedseizoen, meer in het bijzonder
van het plaatsen van een vossenraster. Dat is een
plastic hekwerk met schrikdraad waarvan de delen
aan elkaar worden verbonden. Het gaat om een
raster in het open weidegebied (aan de zijde van
het fietspad naar de molen van Rodenrijs) en is
bedoeld om weidevogels te beschermen tegen
eventuele vossen. Het plaatsen van de raster betekent ook dat goed moet worden gekeken of de
stroom niet weglekt. Helaas ging dat niet allemaal
zonder slag of stoot, vooral omdat in Ackersdijk
inmiddels geen echt bruikbare tractor meer is en
omdat er problemen waren met het schrikdraadapparaat.
De werkzaamheden beginnen elke zaterdag omstreeks 13.00 uur en wij werken tot omstreeks 16.30
uur door. Het is uiteraard geen verplichting om er
iedere week te zijn. Het wordt bovendien altijd zo
georganiseerd, dat er voor iedereen iets te doen valt
en binnen ieders (fysieke) mogelijkheden. Aanmelden of informatie bij Gerard de Hoog (015) 3697180
of [email protected]
Bert van den Braak
Een vrijwilliger is bezig een knotwilg te onderhouden
Jaarlijks onderhoud oeverzwaluwwand Pijnacker
Als vreemde eend in de bijt in Pijnacker (want uit Rotterdam afkomstig),was ik nieuwsgierig naar de
oeverzwaluwwand. Daar is jaarlijks onderhoud aan nodig, maar hoe en wat dan?
De muur vinden was geen probleem, er op werkafstand bij komen bleek meer tijd te kosten dan ingeschat:
iedereen was al druk bezig, toen ik tenslotte het toegangspaadje vond en aan de andere kant van de wal
langs de N470 arriveerde. Allemaal lekker warm ingepakt, want er woei een gure wind.
Op twee planken in twee beugels balanceerden telkens twee vrijwilligers bij de gaten in de betonnen
wand. Een van hen droeg een klein emmertje met zand en mikte dat, zodra nodig, in een open kunststoffen “goot” die als leidraad voor de ander werkte om met de steel van een bijl het zand in de holen
naar binnen te werken en aan te stampen. Kennelijk weten de zwaluwen ieder jaar veel zand weg te
werken bij het bouwen van hun nestjes, maar willen ze telkens weer van voren af aan beginnen. Dus de
gaten moeten dan dicht.
De mensen op de planken worden van zand voorzien door drie anderen, die het uit een zandhoop
scheppen boven op de wal.
Zodra een wanddeel klaar was, werd er naar boven geklommen, en werden de, door Gerard de Hoog zelf
ontworpen en gefabriceerde beugels, naar het volgende deel verplaatst.
Twee wanddelen hebben we gelaten zoals ze waren en niet opgevuld: dan kunnen we zien, hoe kieskeurig de oeverzwaluwen dit jaar zijn!
Een lekker koude ochtend met elkaar bezig voor de natuur, heerlijk toch.
Ineke Muiser, vrijwilligster Ackerdijk
De oeverzwaluwwand in Pijnacker
Het onderhoud in volle gang
11
Reacties op het verhaal over
Abutilon
In de vorige Verderkijker schreef ik over mijn
speurtocht naar de herkomst van zaaddozen, die
uiteindelijk afkomstig bleken te zijn van fluweelblad,
Abutilon theophrasti. Tijdens het schrijven van het
verhaal bedacht ik me dat ik Gerhard Cadée om
advies had kunnen vragen. Vanwege zijn belangstelling voor drijfzaden heeft hij veel kennis opgedaan met het determineren van zaden en zaaddozen. Ik stuur Gerhard mijn verhaal en zijn reactie
is: “Leuk dat het je lukte de plant uit zaad op te
kweken! Ik heb zelf jarenlang rondgelopen met een
zaaddoos van Abutilon die ik uit China had meegenomen. Lange tijd heb ik gepuzzeld op die zaaddozen en dacht evenmin aan Malva. Ik 'herkende' hem
pas toen ik de zaaddozen in een botanische tuin zag
staan.” Achteraf bleek dat Gerhard mijn puzzel direct had kunnen oplossen, maar… dan had ik geen
leerzame speurtocht meegemaakt en geen kennis
gemaakt met de levende plant. Naar aanleiding van
mijn Abutilon verhaal stuurden twee lezers mij de
volgende aanvullende informatie.
Abutilon-plant
Artistieke vorm
Han van Yperen schreef dat hij een oude foto van
een Abutilon zaaddoos had gevonden op www.
soulcatcherstudio.com (exhibitions/blossfeldt). Op
de website valt te lezen dat de fraaie fotogravure is
gemaakt door Karl Blossfeldt (1865-1932) en in
1928 gepubliceerd in zijn boek ‘Urformen der kunst’.
Blossfeldt was een Duitse docent beeldhouwen, die
zijn studenten onderwees aan de hand van zelfgemaakte foto’s van planten-onderdelen, om ze bekend te maken met ontwerpen die in de natuur te
vinden zijn. Blossfeldt leerde zichzelf de techniek
van het fotograferen aan en gedurende 35 jaar fotografeerde hij vrijwel uitsluitend bladeren, bloemen, knoppen en zaaddozen. Met een zelfgebouwde camera kon hij tot 30x vergroten en zodoende
bijzondere details laten zien. ‘Urformen der kunst’
werd al snel een bestseller die hem internationaal
bekend maakte. Op de website lees ik een citaat
12
van Blossfeldt dat me aanspreekt: “De plant vervalt
nooit tot louter dor functionalisme; hij modelleert
en vormt volgens logica en mogelijkheden, en met
zijn oerkracht dwingt hij alles tot de hoogste artistieke vorm.”
Bezoek van bijen
Mevrouw van Rossum stuurde me een passage over
de Abutilon, die ze had overgetypt uit een tuinboek
van Elisabeth de Lestrieux: “Met dank aan de bijen!
Ooit zaad in een Abutilon gehad? Zet dan uw planten in de zomermaanden buiten en laat de bijtjes
naar hartenlust de bloemen bezoeken. Bijgaand een
plaatje van Abutilon maximum hybride, die volop in
bloei buiten werd gezet en toen ineens stopte met
groeien. Ik begreep niet wat er aan de hand was tot
ik de (eerst zachtgroene) ronde zaaddozen ontdekte! Door het bezoek van bijen was werkelijk elke
bloem bevrucht en was druk bezig al zijn kracht in
het vormen van zaden te zetten. Uit de gleufjes van
de zwart/bruine zaaddozen kwamen dan ook snel
honderden zaadjes die overal bij vrienden en kennissen goed opkwamen en weer mooie planten met
oranje, roze en rode klokken gaven.”
Elisatbeth de Lestrieux schrijft over een andere soort
Abutilon dan degene die ik heb opgekweekt, maar
vermoedelijk zien de zaaddozen er net zo mooi uit.
Het is mij niet opgevallen dat er veel bijen afkwamen
op de bloemen van mijn Abutilon, maar ze bloeiden
dan ook nauwelijks open omdat het al te laat in het
seizoen was. Mijn plant vormde wel zaaddozen,
maar die rijpten niet af. Ik kan dus geen zaden
uitdelen aan belangstellenden…
Caroline Elfferich
Vrijwilliger gezocht voor verven gemaaltje
Bij het Krekengebied in de Noordpolder van
Pijnacker staat een voormalig gemaaltje dat NMP
in beheer heeft. We hebben het gemaaltje zelf en
de directe omgeving natuurvriendelijk ingericht.
Dat betekent dat we bijvoorbeeld de knotbomen
regelmatig onderhouden. Maar ook het gebouwtje
zelf heeft onderhoud nodig. Een van de zaken die
af en toe moeten gebeuren, is een verfbeurt. We
zoeken nu een of meerdere personen die dit in de
loop van voorjaar / zomer wil / willen doen. Verf
en andere materialen worden vergoed.
Graag contact opnemen met Gerard de Hoog:
(015) 369 7180 of [email protected].
Wie wil het gemaaltje een verfbeurt geven?
(foto: Marleen Lekkerkerk)
Lenteboden
Vanonder het overgebleven herfstblad, warm verscholen,
Kijken de primula’s de wijde wereld in, ietwat verstolen.
De voorjaarsvrieskou pakt fris uit boven hun bolletjes,
Gelukkig zitten ze nog goed weggestopt in hun holletjes.
Hun kleuren zijn zó mooi na al dat saaie wintergrauw,
Zó helder blikken ze de wereld in, ondanks alle kou.
Wat zijn ze beeldig, mijn tuintje is net een paradijs,
Het is alsof de bonte kleuren wedijveren om een prijs.
Licht- en donkerlila, teer-roze, roodbruin en geel,
Oranje, warm en helder, fraise, het is echt teveel
Van het goede, het kan niet op, ze bloeien maar door,
Ik heb ze lief, en het lijkt als zingen ze in koor:
“Wij kondigen de lente aan, wanhoop en twijfel niet,
Het voorjaar komt er aan, zo luidt ons aller lied.
Het voorjaar is niet meer te stuiten, wij zijn de boden,
Laat je niet in verwarring brengen door de wintergoden.
Onze kleuren hebben de bedoeling om insecten aan te lokken,
Ook zij verschijnen weldra, zijn bij de lente sterk betrokken.
En zijn zij eenmaal gearriveerd, komt allen snel naar buiten:
De lente is daar, het voorjaar is nú niet meer te stuiten.”
C.M. van Rossum-Nieboer,
Pijnacker, 27 februari 1998.
13
Het zwanenverhaal
Vorig jaar zagen we zo rond 2 april een paartje zwanen bij mij voor het huis in de sloot en vonden we
ook hun nest. Ik ging elke dag een paar keer kijken met mijn fototoestel. Zo zag ik de eerste 2 eieren op
6 april en was er de volgende dag weer een ei bijgekomen. Op 12 april ging de zwaan van het nest en
waren er 5 eieren in het nest. Het laatste ei werd gelegd op 13 april.
Inmiddels hadden we aan de gemeente gevraagd om een hek om het nest heen te plaatsen, omdat er
elke dag veel schoolkinderen langs kwamen. De gemeente heeft een hek geplaatst en dat ging goed. De
kinders konden vanaf het hek kijken en de zwanen hadden rust.
Op 18 mei zie ik het eerste jong een klein stukje onder moeders vandaan komen, heel mooi.
Op 19 mei kunnen we af en toe de jongen zien; het zijn er vijf.
We zien de jongen al op 20 mei een poging doen om te zwemmen, schitterend.
Er zat op een dag een zwaantje vast tussen het nest. Toen kwam er toevallig een man langs,
die zich bezig houdt met de loopeenden hier in de buurt. Hij zei: “Ik probeer het zwaantje wel los te
maken, als jullie de ouders een stukje verderop voeren.” Het lukte niet zo goed om de zwanen weg te
lokken, want ze zijn zo zorgzaam voor hun jongen, maar toch heeft die man het zwaantje gered.
Eén ei is niet uitgekomen, maar de vijf kuikens die wel uit het ei zijn gekropen groeiden succesvol op.
Plonie Thoen
14
15
Pijnacker bespied
Gewoonlijk mis ik in de wintermaanden de bloemen,
maar afgelopen winter heeft het zo weinig gevroren
dat allerlei planten vrolijk doorbloeiden. Zo zag ik
eind december een rozentak, die zich door een hek
heen had gewurmd, met vier uitbundig bloeiende
en geurende bloemen. Het was geen uniek verschijnsel, want op vele plaatsen zag ik gedurende
de gehele winter bloeiende rozen in de buitenlucht.
Maar niet alleen de rozen hadden er zin in: begin
februari zag ik een gele morgenster in bloei, gewoonlijk bloeien deze planten pas in mei! Paarse
dovenetel en herderstasje kunnen zelfs in strenge
winters al heel vroeg in het jaar met een bescheiden
aantal bloemen worden aangetroffen, maar dit jaar
gaan ze helemaal los. Kortom, het was een buitengewoon bloemrijke winter.
Platgetrapte naaktslak
Enkele maanden geleden werd ik gebeld door een
mevrouw die vertelde dat ze op haar straatje per
ongeluk een naaktslak had platgetrapt. Ze had het
dier niet gezien, want het was donker toen het
gebeurde. De volgende dag zag ze dat een levende
naaktslak zijn dode soortgenoot kwam opzoeken en
ze vroeg zich af wat dit te betekenen had. Het
herinnerde haar aan filmbeelden van olifanten die
treuren bij een dode soortgenoot en ze vroeg wat
mijn idee daarover was.
Ik heb het verschijnsel zelf ook meerdere keren
gezien en het eerste dat in me opkomt is dat de
naaktslak de restanten van zijn dode soortgenoot
kwam opeten. Naaktslakken eten allerlei organisch
afval, van zowel dierlijke als plantaardige oorsprong,
dus dat lijkt me de meest voor de hand liggende
verklaring. Maar… ik heb niet bewust waargenomen
wat er bij die interactie tussen levende en dode slak
16
gebeurde, dus dat is iets om een volgende keer op
te letten.
Het lijkt me niet aannemelijk dat een levende
naaktslak komt treuren bij een dode soortgenoot,
zoals dat bij olifanten wel het geval kan zijn. Slakken
leven niet in een sociale structuur, ze vertonen geen
paarbinding of familiegroepen en ze zorgen niet voor
hun nakomelingen. Daarom verwacht ik geen persoonlijke band tussen slakken en ook geen rouwgedrag. Naar aanleiding van deze uitleg vraagt de
mevrouw die me belde: “Het is dus geen liefde?”
Tja, dat ligt er aan hoe je liefde definieert. De ene
slak zorgt ervoor dat dode materie weer in een levend dier wordt omgezet. Bij een ruime opvatting
zou je dit kunnen beschouwen als een daad van
liefde.
Nestkast roodborst
Vorig jaar kreeg ik via de website het volgende
bericht: “Ik studeer aan de kunstacademie in Breda.
Nu hebben we voor deze periode de opdracht gekregen een vogelhuisje te maken. Hiervoor moesten
we een vogel kiezen en ik heb het roodborstje gekozen. Nu vroeg ik me af of jullie mij nog wat
specifieke informatie konden geven over het roodborstje. Klopt het namelijk dat ze niet echt een vaste
maat willen voor het vogelhuis? De maten die ik heb
gevonden lopen namelijk nogal uiteen. Ze willen een
grote opening hebben, maar het vogelhuisje hangt
ook laag bij de grond. Hierdoor zijn ze een goede
prooi voor katten en roofvogels. Gebeurt het ook
vaak dat zo'n nest dan leeggeroofd wordt? Of is er
eventueel toch ook een kleinere opening mogelijk
dat ze beter beschermd zijn? Als laatste vroeg ik me
af of ze het naast de grote opening het wel helemaal
dicht en donker willen hebben in het huisje, of dat
er lichtinval via kleine openingen mogelijk zal zijn.
Of schrikt dat ze af?”
Ik heb deze vragen als volgt beantwoord: “Ik heb
geen ervaring met het maken van nestkasten voor
roodborsten en ik weet ook niet of de nestkasten
die te koop zijn op internet door deze vogels worden
gebruikt. Zelf heb ik nooit een roodborst in een
nestkast gezien en ik kijk al 30 jaar intensief naar
vogels. Soorten als koolmees, pimpelmees, bonte
vliegenvanger en bosuil maken veel gebruik van
nestkasten, maar nestkasten voor bijvoorbeeld
huiszwaluw, huismus en boomkruiper worden veel
minder gebruikt door de vogels waarvoor de kasten
bedoeld zijn. Voor de roodborst weet ik het niet,
daar worden volgens mij ook niet zoveel nestkasten
voor opgehangen.
In de Elsevier broedvogelgids lees ik dat een roodborst in een holte van een boomstronk nestelt, laag
in de stam, of een holte in de oever, ook in klimop
of in nestkasten. Ze maken een omvangrijk bouwsel
in de holte, dus ik zou de kast niet te klein maken.
Aangezien ze in klimop nestelen is het denk ik niet
bezwaarlijk als er lichtinval is via kleine openingen,
maar ik zou het dak wel dichtmaken anders krijg je
lekkage. Bovendien lees ik in de broedvogelgids dat
het nest vaak wordt gebouwd in een holte waarin
het nest overdekt lijkt te zijn. Kleine openingen
kunnen misschien tocht opleveren, maar of dat een
bezwaar is voor de roodborstkuikens weet ik niet.
Een laag hangende kast met grote opening is inderdaad riskant als er veel rovende katten in de omgeving zijn, maar in kleine stadstuinen waar veel
katten zitten, broeden vrijwel geen roodborsten. Ze
komen er wel in de wintermaanden om voedsel te
zoeken, maar in het voorjaar verdwijnen ze. Roodborsten broeden wel in grote tuinen met veel begroeiing en in parken en bossen. Daar lopen heel
wat minder katten, wel andere roofdieren, maar in
veel lagere dichtheden en daarvan zullen ze ook last
hebben in hun natuurlijke nestholtes. De nestkasten
voor roodborsten die je op internet vindt, hebben
inderdaad altijd een grote opening. Dat is vast niet
voor niets, dus het verkleinen van de opening is
denk ik niet aan te raden.”
De nestkast die de studente heeft ontworpen
De nestkast uit de catalogus
Een half jaar later zie ik in een Vivara-folder een
foto van een roodborstnestkast met een roodborst
bij de ingang. Naar mijn idee is de foto in scène
gezet, want de roodborst heeft een meelworm in de
snavel en die vindt je niet zomaar in het veld, ze
worden vaak gebruikt om vogels te voeren. De foto
herinnert me aan de opdracht van de studente en
ik vraag haar hoe de nestkast is geworden.
Ze antwoordt: “Bij deze een foto van mijn nestkast.
De nestkast waar de roodborst in broedt is grotendeels dicht, op een halve wand na. Ik heb er een
extra blok aangemaakt, waarin spleten zitten waar
licht doorheen komt. Voor de vormgeving heb ik mij
laten inspireren door de architect Gerrit Rietveld, hij
gebruikte vaak blokken en speelde met lichtinval.
Ik wil de nestkast in de tuin neerzetten om te kijken
of hij echt roodborstjes aantrekt.”
Leuk om het creatieve ontwerp te zien, ik ben benieuwd of de exclusieve villa bij roodborsten in de
smaak valt.
Zaadverspreiding door vogels
In januari kreeg ik van mevrouw van Rossum de
volgende vraag: “Je leest dikwijls dat zaden door
vogels worden uitgepoept, waardoor er allerlei
bomen en planten op bepaalde plekken gaan
groeien. Die zaden en pitten zijn dan zo hard, dat
ze onverteerd het lichaam verlaten. Maar als vogels
de zaden weer onverteerd uitpoepen, waar leven ze
dan van?”
Het klopt inderdaad dat een aantal soorten planten
(zoals bitterzoet, vlier, lijsterbes, kers) de verspreiding van hun zaden aan vogels (vooral lijsterachtigen waaronder de merel) overlaten. Deze gespecialiseerde plantensoorten vormen doorgaans zachte
bessen met harde zaden daarin. Vogels halen hun
voeding uit het snel verteerbare vruchtvlees, waardoor de zaden dusdanig kort in het maagdarmkanaal
van de vogel verblijven dat ze weer ongeschonden
naar buiten komen, voorzien van gratis plantenvoeding. Laatst las ik een opmerking van Midas Dekkers
dat vruchten niet voor niets zo laxerend zijn; het
draagt bij aan de overleving van de zaden.
Daarnaast zijn er veel vogelsoorten die zaden eten,
zoals huismussen en vinken. Deze vogels halen hun
voeding uit de zaden zelf, meestal door ze in combinatie met steentjes in hun spiermaag te verpulveren, want vogels kunnen niet kauwen. Zaadeters
dragen niet bij aan zaadverspreiding over lange
afstanden, maar omdat vogels altijd slordig eten,
vallen er wel veel zaden op de grond in de buurt van
de oorspronkelijke plant. Het kan voordelig zijn als
zaden dichtbij de ouderplant terechtkomen, want
die plek heeft zijn geschiktheid als groeiplaats bewezen. Dit geldt vooral voor éénjarige planten, die
na één groeiseizoen afsterven en voor hun voortbestaan volledig van hun (meestal talrijke) zaden afhankelijk zijn.
17
Verspreiding sneeuwklokjes
Na de algemene ledenvergadering op 1 maart in de
boerderij bij de Ackerdijkse plassen wandelden we
een rondje door het gebied. Onderweg vraagt Teake
Stavenga of ik weet op welke manier bolgewassen
zich voornamelijk verspreiden: via zaden of via de
vorming van extra bolletjes (klistervorming)? Die
vraag kan ik niet in het algemeen beantwoorden,
omdat dit per bolgewas verschillend is. De crocusbolletjes die je in de winkel koopt vermeerderen zich
vooral via klistervorming. Dat blijkt uit het feit dat
de pol crocussen wel steeds groter wordt als ze op
een goede plek staan, maar ze verschijnen zelden
op onverwachte plekken in de tuin waar je ze niet
hebt gepoot. Dat is anders voor de ijle lila boerencrocus, die zich wel op grote schaal via zaden verspreidt en zich als onkruid gedraagt door zelfs
tussen de tegels op te duiken.
heerder op te fleuren, maar ze groeien nu op vele
plekken in het gebied. Hieruit kunnen we echter nog
niet met zekerheid afleiden dat ze zich door zaden
verspreiden, dat zou je beter moeten onderzoeken.
Sneeuwklokje
Boerencrocus
Dan zegt Teake dat hij zou willen weten hoe
sneeuwklokjes hun verspreiding regelen. Een toepasselijke vraag, want tijdens de wandeling zien we
talloze bloeiende sneeuwklokjes en ook een aantal
pollen lenteklokjes, erg fraai als ondergroei van een
moerasbos! Ondanks de nattigheid blijken ze zich
goed te kunnen handhaven. Vrijwel zeker zijn de
sneeuwklokjes in de Ackerdijkse plassen oorspronkelijk aangevoerd om de tuin van de vroegere be-
18
Thuis lees ik in de ecologische flora en op Wikipedia
dat de sneeuwklokjes in Nederland niet zo goed zaad
zetten, vermoedelijk omdat er zo vroeg in het jaar
nog weinig insecten vliegen die de bloemen kunnen
bestuiven. Op de één of andere manier twijfel ik aan
de juistheid van deze informatie, want volgens mij
zijn er de afgelopen jaren wel degelijk op nieuwe
plekken in de achtertuin sneeuwklokjes verschenen
waar ik ze niet heb gepoot. Wellicht is er iets veranderd in de zaadzetting van deze planten sinds het
verschijnen van de ecologische flora in 1994, niets
is zo veranderlijk als de natuur… Dit vraagt om nader
onderzoek. Aan Teake heb ik aangeraden om te
kijken naar de inhoud van rijpe sneeuwklokjes
zaaddozen in zijn tuin, dan ga ik dat ook doen. Mijn
moeder bood ook spontaan aan om een bijdrage te
leveren aan het onderzoek. Ze vertelt dat het zaad
van sneeuwklokjes is voorzien van een mierenbroodje, een zoetig/vettig aanhangseltje dat mieren
ertoe verleid om de zaden te verslepen. Leuk om
dat eens te gaan bekijken, dus… wordt vervolgd!
Tekst en foto's: Caroline Elfferich
Natuur- en Milieu agenda
Elke zaterdag
Om 10.00 of 13.00 uur, 2-3 uur: Natuur- en milieuactiviteit voor kinderen van 8 t/m 14 jaar. In de Natuurschuur, achter de Papaver, Korftlaan in Delft. Eén keer gratis meedoen, daarna alleen voor leden.
Informatie / aanmelden: www.natuurwacht.nl of (015) 261 7739, of email [email protected]
t/m 21 april 2014
Tentoonstelling ‘Speuren naar sporen’ in de Papaver, Korftlaan 6 in Delft. Openingstijden: ma-vr 10.00 –
17.00 uur, zo 13.30 – 16.00 uur. Informatie: (015) 2197977 of [email protected].
Zondag 4 mei
Natuurontbijt met kruidenthee in de kruidentuin van de Papaver. Na een heerlijk ontbijt gaat u onder
begeleiding van een IVN-gids op verkenning in de heemtuin en het arboretum. Kom gerust met het hele
gezin. 8.00 – 10.15 uur. Organisatie: IVN afdeling Delft. Aanmelden via www.natuurontbijt.nl
Zondag 11 mei
Fietsexcursie Midden-Delfland: Horen en zien in de polder. In de polders rond Delft kunnen we elk
voorjaar g genieten van de weidevogels. Neem een verrekijker mee. Vertrek om 14.00 uur van de hoek
Abtswouds / Sint Maartensrechtpad in Delft. Gratis. Organisatie: IVN Delft e.o.
Za 17 t/m zo 25 mei
Nationale Vogelweek: vele gratis vogelexcursies en –activiteiten. Kijk op www.vogelweek.nl
Zaterdag 17 mei
Wandelexcursie door het Westerpark in Zoetermeer, op zoek naar vogels. Samen genieten van vogels.
Organisatie: Vogelwacht Zoetermeer. Duur: 2 uur. Vertrek om 10.00 uur bij Bowling- en Recreatiecentrum
Westerpark op de parkeerplaats. Trek goede schoenen aan en neem een verrekijker mee. Aanmelden via
www.vogelweek.nl
Zaterdag 17 mei
Fiets-/wandelexcursie “Rondje Ackerdijk” (vogelexcursie). Deze tocht is er een met veel verrassingen,
zoals een wandeling over het oude landgoed “Heerlijkheid de Tempel”. Bertus Laros voert je mee over
weggetjes waar je zelf makkelijk aan voorbij fietst, maar waar veel te beleven is. Duur: 8.00 – 15.00 uur.
Vertrek bij het Luchtvaart-techniekgebouw TU Delft, hoek Rotterdamseweg / Kluyverweg. Organisatie:
Vogelwacht Delft e.o. Informatie en aanmelden: op donderdag 15 mei tussen 19.00 en 21.00 uur bij
Bertus Laros, (015) 214 0836 of via www.vogelweek.nl
Maandag 19 mei
Vogelherkenningsexcursie rond de Benthuizerplas, Zoetermeer, voor de beginnende vogelaar. Thema
Watervogels. Tijdens de wandeling leert u om te gaan met verrekijker, telescoop en vogelboek. Organisatie: Vogelwacht Zoetermeer. Duur: 2 uur. Vertrek om 9.30 van parkeerplaats Marotplan, Zoetermeer.
Aanmelden via www.vogelweek.nl
Zaterdag 24 mei
Wandelexcursie: “Rondje Delftse Hout en Krekengebied”, twee gebieden in de verstedelijkte Randstad
die een rustpunt zijn voor veel vogels, met soms mooie verrassingen. Een excursie in een oud bosgebied,
weide en moeras. Informatie en aanmelden op donderdag 15 mei tussen 19.00 en 21.00 uur,bij Hans
Zweekhorst, (015) 262 68 26 of via www.vogelweek.nl
Zondag 25 mei
Fietsexcursie Vogels in de Noordrand van Rotterdam en Midden-Delfland. Organisatie: Vogel-, Vleermuisen Vlinderwerkgroep Noordrand Rotterdam. Duur: langer dan 3 uur. Vertrek om 10.00 uur van RandstadRailstation Meijersplein (op zondag mag de fiets gratis mee!). Halverwege is een horecastopje. Brood
en drinken meenemen, alsmede een verrekijker. Vrijwillige bijdrage voor de werkgroep wordt op prijs
gesteld. Aanmelden via www.vogelweek.nl
Zondag 8 juni
Excursie “Grassen in de Abtswoudse Polder”. Weet u hoeveel verschillende soorten grassen er zijn? En
heeft u weleens goed gekeken naar alle prachtige bloeivormen? Onder leiding van onze eigen ‘grassenexpert’ trekken we op expeditie naar het land der grasachtigen. Vertrek om 14.00 uur van de hoek Straat
van Ormoes / Derde Werelddreef in Delft. Kosten: gratis. Organisatie: IVN Delft e.o.
19
Indien onbestelbaar:
Vereniging voor
Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
Postbus 26, 2640 AA Pijnacker
Avondje en excursie 'Dorpsnatuur' met Michel Barendse
Op dinsdagavond 13 mei 2014 vertelt Michel
Barendse, de ‘stads’ecoloog van Pijnacker-Nootdorp over natuur in ons dorp. En dat is veel meer
dan je denkt. Michel laat ook zien wat de gemeente doet om de natuur in Pijnacker-Nootdorp te
stimuleren. Ook kunnen inwoners zelf de natuur
een handje helpen. Michel kan boeiend vertellen
over de dieren en planten die hier leven en hoe
ze gebruik maken van hun omgeving. Nieuwsgiering? Kom dan op 13 mei om 20.00 uur naar het
gemeentekantoor aan het Oranjeplein 1 in Pijnacker. De lezing wordt gevolgd door een excursie
op zaterdagochtend 17 mei. De start daarvan is
bij Het Baken om 9.00 uur. Aan de avond en de
excursie zijn geen kosten verbonden.
De lezing en excursie zijn een initiatief van de
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming
Pijnacker. Omdat het aantal plaatsen beperkt is,
graag van tevoren opgeven bij Cora Cox ([email protected] of 06 12592685) of via de website
www.nmpijnacker.nl.
NMP
Excursie met Michel Barendse (met pet) op het zandlichaam bij de Plas van Van Buijsen, voorjaar 2013.
Foto: Cora Cox