De Verderkijker Jaargang 33, nummer 2 April 2014 vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker NMP Colofon Inhoud De Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker (NMP) Doelstelling: a. Behoud en verbetering van landschappelijke en natuurlijke waarden en van het leefmilieu, in het bijzonder in en rondom Pijnacker; b. Het opwekken, vergroten c.q. stimuleren van de belangstelling voor en de kennis van natuur, landschap en milieu. NMP is opgericht in 1961. Lidmaatschap: Contributie € 7,-- per jaar. Aanmelden via de website, email, postbus of telefoon. Opzegging schriftelijk vòòr het einde van het jaar per post of email. Ook verhuizingen graag melden via de postbus of per email. Voor adressen zie hieronder. De Verderkijker Viermaal per jaar (januari, april, augustus en november) verschijnend periodiek van NMP. Kopij graag inleveren vòòr de 1e van de maand van verschijning, dus 1 januari, 1 april, 1 augustus en 1 november. Oplage: 375 stuks. Wat is er gaande Even voorstellen: Richard Smokers Even voorstellen: Cees Kerkhof Nieuwe leden De planten van de Plas van Van Buijsen Landschapsonderhoud Jaarlijks onderhoud oeverzwaluwwand Reacties op het verhaal over Abutilon Vrijwilliger gezocht voor verven gemaaltje Lenteboden Het zwanenverhaal Pijnacker bespied Natuur- en milieuagenda Avondje en excursie 'Dorpsnatuur' Foto voorpagina De Plas van Van Buijsen, januari 2009, Caroline Elfferich (zie artikel op pagina 6 t/m 9) Eindredactie: Marleen Lekkerkerk, e-mail: [email protected] Druk: Editoo B.V., Arnhem Adressen Postbus: Website: E-mail: Bankrekeningnummer: Postbus 26, 2640 AA Pijnacker www.nmpijnacker.nl [email protected] NL35 TRIO 0197 6662 99 Voorzitter: Richard Smokers [email protected] Cees Kerkhof [email protected] Teake Stavenga [email protected] Gerard de Hoog [email protected] Bert van den Braak [email protected] Cora Cox [email protected] Secretaris: Penningmeester: Bestuurslid: Bestuurslid: Bestuurslid: 2 3 5 6 6 6 10 11 12 13 13 14 16 19 20 (015) 364 04 53 (015) 369 82 18 (015) 369 29 12 (015) 369 71 80 (015) 369 59 22 (015) 256 34 48 Wat is er gaande In deze rubriek wordt u op de hoogte gehouden van onderwerpen waar de vereniging zich mee bezig houdt. ALV en afscheid Op zaterdag 1 maart hadden we onze jaarlijkse ledenvergadering in Ackerdijk in de boerderij van Natuurmonumenten. Voor mij een speciale omdat het de laatste was als bestuurslid en voorzitter. Ik had al eerder aangegeven dat dit mijn laatste termijn zou zijn. Door persoonlijke omstandigheden is het niet goed mogelijk meer om nog actief te blijven voor het bestuur. Bij deze wil ik iedereen bedanken voor alle werkzaamheden en ondersteuning. Ik hoop dat ik een steentje heb kunnen bijdragen om onze gemeente een beetje groen en duurzaam te houden. De voorzittershamer wordt overgenomen door Richard Smokers. Ook verwelkomen we een nieuw bestuurslid, Cees Kerkhof. Hij zal de taak van secretaris op zich nemen. Ik wens hen en de andere bestuursleden natuurlijk ook, veel succes. De ALV was weer een leuke bijeenkomst met goede discussie over een aantal onderwerpen waar het bestuur wat mee zal gaan doen. Na afloop was er de bijna traditionele rondwandeling. Er was weer genoeg te zien; wat is het toch een prachtig gebied. de Balij. Enerzijds zijn we hier blij mee omdat de locaties nabij kwetsbare gebieden nu worden ontzien. Aan de andere kant is het jammer dat deze mogelijkheid om duurzame energie op te wekken, niet gebruikt wordt. Het betekent dat we meer zullen moeten halen uit andere alternatieve energiebronnen om de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid te kunnen halen. De andere, kleinere, bezwaarpunten die we hadden zijn helaas niet ter harte genomen. Dat laat onverlet dat we bij het invullen van de bestemmingsplannen hier nog kritisch op zullen zijn. Nieuwe inrichting deel Balijbos Op 11 maart hebben we op een inloopavond gestaan van Dienst Landelijk Gebied bij de Scouting Nootdorp. Het onderwerp was de nieuwe inrichting van het stuk Balijbos in het gebied rond de Laakweg in Nootdorp. Wij waren daar omdat er een natuurleerpad moet gaan komen waar wij ons steentje aan gaan bijdragen. Het werd een druk bezochte avond. NL Doet - Dobbeplas schoon, heel gewoon Op vrijdag 21 en zaterdag 22 maart hielpen in het kader van NL Doet ‘Dobbeplas schoon – heel gewoon’, vele vrijwilligers met het opruimen van zwerfafval in en rondom de Dobbeplas en een deel van het Balijbos. Tijdens de rondwandeling na de ALV Vaststelling structuurvisie 2040 Eerder berichtten wij u dat we inspraken op de structuurvisie van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Deze visie laat zien welke geplande ruimtelijke plannen men wil gaan realiseren tot 2040. Het maakte veel los in de gemeente. Uiteindelijk zijn twee belangrijke punten uit de visie geschrapt. Het plan om Ruyven-Zuid als een alternatief te zien voor Boezem-Oost heeft men laten varen. Ruyven is een weidevogelgebied dat gelukkig nog open zal blijven. Verder werden alle potentiële locaties voor windturbines binnen onze gemeente geschrapt, behoudens een mogelijke locatie langs de A12 ter hoogte van De vrijdag- en de zaterdaggroep van NL Doet 3 Op vrijdag waren er ruim 20 enthousiaste schoolkinderen die via de buitenschoolse opvang KernRandstad uit Nootdorp deelnamen aan de actie. Op zaterdag waren er bijna 20 mensen die meehielpen waaronder ook twee scholieren voor een maatschappelijke stage. Er werd al met al een aardige berg afval bij elkaar geraapt. Meest voorkomend waren blikjes en snoeppapiertjes. Toch kwamen we ook gekke dingen tegen als een paar sokken, deuren van een kastje en een schuimrubber matras. Ten eerste wil ik Annette Haket bedanken voor de organisatie. Zij heeft ervoor gezorgd dat alles prima was geregeld en dat we een vlekkeloze dag hadden. Veder restaurant Buytenhout voor de gastvrije ontvangst met koffie, thee, soep en broodjes. Ook de Milieu Express voor het ter beschikking stellen van de container en de gemeente Pijnacker-Nootdorp voor het beschikbaar stellen van papierknijpers, ringen voor de vuilniszakken en handschoenen. Een geslaagde actie, volgend jaar weer, als het aan ons ligt. Wist u dat: · We een vogelherkenbord hebben laten maken dat mede mogelijk is gemaakt door de gemeente Pijnacker-Nootdorp en Vogelbescherming Nederland; · We deze op de kijktoren bij de compensatiegebiedjes hebben gezet; · We u uitdagen om alle vogels op het bord te spotten en dat dat goed mogelijk is, want er is momenteel veel “vliegverkeer”; Het vogelherkenbord op de uitkijktoren (foto: Marleen Lekkerkerk) De "oogst" van NL Doet Beroepszaak Verlengde Komkommerweg bij de Raad van State Op 26 maart zijn we in het kader van ons beroep tegen een verlengde Komkommerweg en een extra rotonde in de N470 naar de Raad van State geweest. We hebben de rechter verteld dat door lichthinder van de masten en de draaiende vrachtwagens een deel van de Zuidpolder niet meer geschikt zal zijn voor weidevogels. Men gebruikt het argument dat er toch niet veel vogels gebruik maken van de zone langs de huidige weg om daar een nieuwe rotonde aan te leggen. Maar men gaat voorbij aan het feit dat daardoor opnieuw een zone ongeschikt wordt, waardoor het totale leefgebied verder wordt verkleind. Na 6 weken wordt de uitspraak verwacht. 4 · We op 19 februari een digitale vogelkijkavond in de Ontmoetingskerk hebben georganiseerd; · We Jan Mudde van onze collegavereniging Rotta daarvoor nog hartelijk bedanken; · We nu veel meer weten van Waarneming.nl; kijk zelf ook eens naar die site; · Het graafwerk in de Bergboezem bij Oude Leede uitgelopen is en dat ze moeten doorgaan in het broedseizoen; · We daar niet blij mee zijn en we via de klankbordgroep Groenzoom samen met de andere partijen aan het Hoogheemraadschap gevraagd hebben om de werkzaamheden stil te leggen; · Bij de Zuideindseweg ter hoogte van de kruising met de N470 een mooie ecologische verbinding is gemaakt door de gemeente; · Er tevens een ecotunneltje onder de Zuideindseweg is gemaakt en zelfs een kleine oversteek daar naar toe om de kleine kruipers en sluipers een veilige overtocht te bezorgen. Dit was een kort overzicht van zaken waar we ons mee bezig houden, maar er gebeurt nog veel meer en we kunnen uw hulp goed gebruiken. Mail of bel ons. Zie voor gegevens de eerste pagina van deze Verderkijker. Tekst en foto's: Nico van der Helm (tenzij anders gemeld) werk houd ik me al 22 jaar bezig met auto’s en milieu en dat verklaart ook mijn speciale aandacht voor de M van NMP. Ik heb me de laatste jaren regelmatig bemoeid met het milieu- en duurzaamheidsbeleid van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, en ben nu ook Nico opgevolgd als NMP-lid van het Milieuplatform. Ecologische verbinding Zuideindseweg - N470 (foto Nico van der Helm) Even voorstellen: Richard Smokers “Hallo, ik ben de nieuwe voorzitter, Ad Interim. Maar jullie mogen me Ad noemen.” Zo zou ik dit stukje kunnen beginnen. Maar dat doe ik niet, en ik zal zo uitleggen waarom niet. Ik ben Richard Smokers en sinds de ALV van 1 maart de nieuwe voorzitter van NMP. Ik volg Nico van der Helm op, die deze functie de afgelopen 8 of 9 jaar naar mijn idee zeer goed heeft vervuld (in ieder geval veel beter dan hij zelf dacht dat hij het kon, toen hij er aan begon…). Bedankt, Nico! Zelf ben ik inmiddels al 5 jaar lid van het bestuur en beheer ik al zo’n 10 jaar de website van NMP. Ik had een heleboel hobby’s die door een druk bestaan met baan en gezin wat op de achtergrond zijn geraakt, maar natuurbeleving en vogels kijken blijven prominent. Dat kan namelijk altijd en overal. Ik ben geen spotter, maar heb wel overal waar ik kom oog voor wat er vliegt en zingt. Sinds een jaar of 4 doe ik ook aan broedvogelmonitoring in het zuidelijk deel van de Ackerdijkse Plassen. Dat moet rond zonsopgang, en betekent zeker later in het seizoen dus onaangenaam vroeg opstaan. Maar het blijft toch iedere keer een mooie ervaring: alleen of met een telmaat door het gebied struinen, de zon zien opkomen achter de molen en de eerste vliegtuigen van Rotterdam Airport zien opstijgen (zodat je weet dat het exact 7 uur is). Maar vooral 3 uur lang je gedachten verzetten en geconcentreerd letten op geluiden van rietzangers, blauwborsten en als het meezit een waterral of porseleinhoen. Hoewel er de laatste jaren heel veel groen verloren is gegaan, ben ik nog steeds enthousiast over de hoeveelheid natuur die in en rondom Pijnacker-Nootdorp te beleven valt. Zo telde ik vanmiddag in een half uur nog 30 soorten in ons compensatiegebiedje langs de N470. Dat lukt je echt niet op de Veluwe… Het is echt een groene parel in het drukste deel van de Randstad. Die is het waard om beschermd te worden. Daar zet de NMP zich voor in, en daar wil ik graag aan bijdragen. Maar over dat voorzitterschap gesproken: Toen Nico aankondigde dat hij vertrok was er binnen het bestuur niemand die stond te popelen. Dus mijn aanbod was een beetje vanuit “somebody’s got to do it” geredeneerd. Als we op enig moment iemand vinden met veel meer vrije tijd dan ik en de gewenste kwaliteiten, dan sta ik graag mijn plek weer af. Maar ik ga er sowieso mijn best voor doen om er iets goeds van te maken. En misschien gaat dat nog best een tijdje duren. Want zoals ik nu, was Nico er lang geleden ook aan begonnen… Richard Smokers Dit jaar wordt ik 50. Ik woon sinds 1996 in Pijnacker, ben getrouwd, heb een dochter van 17 en een zoon van 14 jaar, en werk bij TNO in Delft als adviseur op het gebied van duurzame mobiliteit. Voor mijn Overigens blijft het een achilleshiel van de NMP dat het aandeel actieve leden op het totale ledenbestand aan de kleine kant is. Dat mogen er best meer worden. Meer mensen om het bestuur te ondersteunen bij interacties met gemeente, provincie en andere overheden. Of om activiteiten te organiseren zoals excursies, werkgroepen, cursussen, lezingen of werken in de natuur. Als u samen met mij van de NMP een nog invloedrijkere, maar bovenal nog actievere en leukere vereniging wilt maken, dan bent u van harte welkom! Richard Smokers 5 Even voorstellen: Cees Kerkhof Ik ben geboren in Rhoon (dorpje aan de zuidkant van Rotterdam). Vanwege de drukte ben ik begin jaren zeventig Rotterdam ontvlucht en via Amersfoort in Leusden terecht gekomen. Doordat mijn werkplaats veranderde van Amersfoort naar Den Haag, ben ik met gezin in 1989 naar Pijnacker verhuisd. In het begin was het natuurlijk wennen: vanuit een ruime, bosrijke omgeving naar een dorp wat hoe langer hoe voller werd gebouwd. In mijn dagelijkse werk heb ik mij bezig gehouden met nieuwe wetgeving op het gebied van cosmetica en was- en reinigingsmiddelen. Ruim vier jaar geleden heb ik gebruik gemaakt van de mogelijkheid van een vroegpensioenregeling. Onlangs werd ik opmerkzaam gemaakt op een vacature binnen het bestuur van NMP. Dit leek mij een uitstekende besteding van mijn tijd. Ik hoop hiermee een kleine bijdrage te leveren aan de goede balans tussen de verstedelijking van Pijnacker en de ontwikkeling van natuur en milieu in mijn woonomgeving. Cees Kerkhof Planten bij de Plas van Van Buijsen Tussen de Overgauwseweg en de Zuidweg In Pijnacker ligt de Plas van Van Buijsen. Deze plas is omstreeks 1885 ontstaan als gevolg van veenafgraving door veenmannen uit het geslacht Van Buijsen (1). De ondiepe plas bestaat dus al zo’n 130 jaar! De totale oppervlakte van het gebied bedraagt ongeveer zes hectare. Veel veenplassen zijn in de loop van de tijd drooggemalen en als landbouwgrond weer in gebruik genomen, maar met de Plas van Van Buijsen is dat niet gebeurd. Het is één van de weinige oude ‘natuurgebiedjes’ in de gemeente. In mijn jeugd fietste ik regelmatig langs de Zuidweg om vogels te kijken en dan zag ik de Plas van Van Buijsen vanaf een afstand liggen te midden van de weilanden. Het water was niet te zien vanaf de weg, maar de bomen op de oevers verraadden de aanwezigheid van de plas. Het gebied had voor mij een geheimzinnige uitstraling. Ik kwam er nooit, want er liep geen duidelijk pad naartoe en bovendien was de plas lange tijd niet vrij toegankelijk. Het was als viswater gepacht door de Haagse Hengelaarsvereniging. Omstreeks 2003 probeerde ik een wandeling rond de plas te maken, maar dat bleek niet mogelijk door de braamstruiken die het pad overwoekerden. Wat me opviel was de grote hoeveelheid rotzooi langs de oevers, maar toch was er ook schoonheid te zien in de vegetatie die jarenlang niet door mensenhan- Opkomende gele lissen in Ackerdijk ten tijde van de Algemene Ledenvergadering (foto Nico van der Helm) Nieuwe leden De laatste maanden kon NMP weer enkele nieuwe leden inschrijven: - Hanneke Kerssemeijer, Pijnacker Martin Kielman, Nieuwehorne Richard en Carla van Schie, Pijnacker Kees Schilperoort, Pijnacker Arend Kranenburg, Pijnacker Het bestuur heet hen van harte welkom en hoopt hen eens terug te zien bij een activiteit. 6 Bij een vissteiger aan het water (januari 2009) den is beroerd. Afgevallen takken overgroeid met mos, een knoestige dikke es of een veldje lisdodde dat de plas ingroeit. Sprookjesachtige miniatuurtafereeltjes die zich in de loop van vele jaren ontwikkelen, maar die in een oogwenk kunnen verdwijnen. De plas in januari 2014 Karakteristieke planten De plantengroei rond de Plas van Van Buijsen is in 1983 geïnventariseerd door Peter Schrijver (voormalig bestuurslid NMP). Hij omschrijft de vegetatie rond de plas als volgt (2): “Er is hier sprake van laagveen, dat gevormd is door het jaar tot jaar verrotten van riet, lisdodde en biezen. Een brede kraag van lisdodde draagt gestadig bij tot de verlanding van de zuidoever en verdient de naam moeras. Op de westelijke oever kruipen onder het hoog opgaande hout dichte braamstruiken. Enkele elzen kronkelen zich vast in de zwarte modder van het water en bieden een wondermooie aanblik. Laag hout, dicht ineen gesnoerd met dunne takken, tot enkele centimeters boven het wateroppervlak, bekleedt plaatselijk de noordoever. Langs de oostelijke oever liggen twee schiereilandjes met opgaand hout begroeid.” Peter vond langs de plas 58 soorten wilde planten, waarvan een groot deel zeer karakteristiek is voor Nederlandse laagveenplassen: moeras-vergeet-mij-nietje, bitterzoet, moerasandoorn, watermunt, kalmoes, grote egelskop, kattenstaart, pijlkruid, waterweegbree, kikkerbeet, watergentiaan, veenwortel, gele lis, zwanenbloem, moerasspirea, harig wilgenroosje, grote en kleine lisdodde. De meest algemene boomsoorten zijn zwarte els, wilg en vlier. Het verhaal van Peter eindigt met: “Objectief gezien niet van het allergrootste biologische belang, is de Plas van Van Buijsen toch één van de ‘eilandjes’, die er samen voor zorgen dat Nederland nog niet is verdroogd tot een eindeloze cultuursteppe. Reden genoeg om ons in te zetten voor het behoud van dit onvervalst stukje West-Nederland.” Uit deze slotzinnen blijkt dat Peter al voorzag dat het voortbestaan van de plas niet vanzelfsprekend zou zijn in een gemeente met uitbreidingsplannen. Oprukkend zand Met de aanleg van woonwijk Keijzershof waren er aanvankelijk plannen om de Plas van Van Buijsen te dempen, maar later is besloten om een deel van de plas te handhaven. De afgelopen jaren zijn er veel werkzaamheden geweest die het aanzien van de plas behoorlijk hebben veranderd. In 2013 is er op de noordelijke oever van de plas een metersdik pakket zand gestort, bijna tot aan de waterkant. De andere oevers zijn nog wel omgeven door een smal strookje vegetatie, maar het zand nadert van drie kanten vrij dicht de plas. Alleen de westelijke oever die aan de Overgauwseweg grenst is ongemoeid gelaten. Om een indruk te krijgen van de huidige situatie rond de Plas van Van Buijsen heb ik in 2013 een planteninventarisatie uitgevoerd in het kilometerhok waar de plas in ligt (atlasblok: 37-16-45, Amersfoortcoördinaten: 89-446). De plas neemt minder dan 10% van het totale oppervlakte van het kilometerhok (100 hectare) in beslag. De rest van het hok is gevuld met weiland (ca. 50 hectare), infrastructuur en een hoekje nieuwbouwwijk Keijzershof (ca. 10 hectare) en verder nog zandlichaam en braakliggend terrein (circa 30 hectare). Rode ganzevoet Tijdens het inventariseren van mijn kilometerhok heb ik alle plantensoorten gezien die Peter Schrijver in zijn verhaal opsomt als karakteristieke planten van Nederlandse laagveenplassen. Het merendeel Rode ganzevoet 7 van de soorten groeide echter niet in de oevervegetatie rond de plas, maar elders in mijn kilometerhok. Overigens kun je deze plantensoorten ook bijna allemaal aantreffen in de sloten en natuurvriendelijke oevers van Klapwijk. Ik vind het wel een prettig idee dat deze planten zich in de bebouwde kom kunnen handhaven als ze de kans krijgen. In grote lijnen is de vegetatie rond de Plas van Van Buijsen vergelijkbaar met dertig jaar geleden, maar er zijn verschillen. De brede kraag lisdodde op de zuidelijke oever is nu een smalle strook met daarachter een bescheiden rietkraagje. Langs de helft van de zuidoever groeien de bomen tot bijna aan de waterkant, waardoor deze voor zonminnende oeverplanten minder aantrekkelijk is geworden. De twee schiereilandjes op de oostelijke oever zijn niet meer door water omgeven, maar ze zijn nog terug te vinden als lichte verhogingen in de bodem. Aan de vervallen vissteigers is te zien dat vroeger het waterpeil ongeveer een halve meter hoger heeft gestaan. Het dikke zandpakket op de noordelijke oever heeft de slappe veengrond als een pudding omhoog gedrukt. Hierdoor is er lokaal een nieuwe oever gevormd van zo’n vier meter breed. Op de vers drooggevallen plasbodem stond dit jaar een weelderige vegetatie van rode ganzenvoet: heuphoge, donkergroene, breed vertakte struiken. Net als andere ganzenvoetsoorten is ook rode ganzenvoet een pionier, die zich pijlsnel vestigt op braakliggende grond. Het is wonderlijk zoals ze opeens uit het Aan de rand van de plas in augustus 2013 8 niets lijken te verschijnen; er moeten wel zaden opgeslagen liggen in de bodem. Elders in mijn kilometerhok zag ik op braakliggende grond en zandlichamen enorm veel ganzenvoeten, maar geen rode ganzenvoeten. Die houden meer van nattigheid. Pijptorkruid Ik herinner me dat Peter destijds pijptorkruid vond bij de plas en warempel…na lang zoeken vind ik één armzalig plukje in de sloot langs de Zuidweg. Als ik aan Peter Schrijver vraag wat hij zich van pijptorkruid herinnert antwoordt hij: “Ik ben bijna alles vergeten, behalve dan dat er een soort moerasscherm stond. Dat was toen al zeldzaam. Waarschijnlijk een relict van vroeger tijden, net zoals het pijptorkruid nu een relict is. Dertig jaar geleden was dat heel gewoon aan het slootje dat van de Zuidweg naar de plas liep.” Het moerasscherm dat Peter bedoelt is vrijwel zeker groot moerasscherm. Deze plant ben ik in mijn kilometerhok niet meer tegen gekomen. In het landelijk gebied gaat al jarenlang de biodiversiteit van de plantengroei in en langs sloten achteruit. Dit is voor een belangrijk deel te wijten aan de overmatige bemesting die wordt toegepast en het machinale beheer. Daardoor krijgen snel groeiende planten de overhand en komen kleinere trager groeiende planten in de verdrukking. Wat zou Michel Barendse weten over het pijptorkruid in de omgeving van de Plas van Van Buijsen? Michel raadpleegt de Landelijke Vegetatie Databank (via het gratis programma SynBioSys) en schrijft: “Ik heb 12 vegetatieopnames gevonden uit de omgeving van de plas, waar de soort in meer (+) of mindere (r) mate voorkwam. Weliswaar zijn de opnames van 30 jaar geleden, maar ik acht het erg aannemelijk dat de plant daar nog steeds staat. Waar nu Keijzershof is heb ik ze vroeger ook met regelmaat gevonden.” Als ik Michel laat weten dat ik in mijn kilometerhok slechts 1 plukje pijptorkruid heb gevonden, is zijn reactie: “Ik sluit niet uit dat pijptorkruid door het intensieve maai- en slootkantbeheer (bij het schonen wordt de oever ‘zwart’ gemaakt) verdwijnt. Pijptorkruid is matig maaitolerant, heeft redelijk wat licht nodig, groeit op (matig) voedselrijke en delft waarschijnlijk het onderspit in hoog opgaande begroeiing langs oevers.” Pijptorkruid is niet de meest opvallende en decoratieve soort die langs de waterkant groeit, eigenlijk is het maar een rare plant met opmerkelijk dikke stengels, een bescheiden aantal piepkleine blaadjes en kleine witte bloemschermen. Toch zou ik het jammer vinden als deze plant uit de gemeente Pijnacker zou verdwijnen. Stiekem hoop ik dat ze het nog wel goed doen in de slootjes tussen de weilanden in de Zuidpolder. Pluimzegge Tijdens de inventarisatie trof ik pluimzegge aan op de oostelijke en zuidelijke oever van de Plas van Van Buijsen. In 2009 heb ik met Michel en dochter Inge gezocht naar pluimzegge in het struikgewas langs de zuidoever en toen vonden we een stuk of tien fraaie grote pollen. De planten op de oostoever zijn kleiner en lijken jonger dan op de zuidoever. Pluimzegge groeit als een sprieterige pol, die jarenlang blijft terugkomen op dezelfde plek als de omstandigheden gunstig blijven. De plant loopt uit op de oude resten van vorig jaar en daardoor ontstaat er door ophoping van plantenmateriaal een soort palmboompje van soms wel een meter hoog. Peter Schrijver herinnert zich ook de pluimzegge: “…ik zie de grote zeggepollen aan de zuidoever weer precies voor me. Ze domineerden dertig jaar geleden door hun grootte al de oever. Je vraagt je af hoe oud individuele planten kunnen worden. In dit geval denk ik aan tenminste 50-60 jaar.” Uit de reactie van Peter blijkt dat pluimzegge een plant is die je bijblijft. Het zou mooi zijn als ze in de toekomst ook nog op de oevers van de plas kunnen blijven groeien, want deze indrukwekkende planten overleven het niet in slootkanten van de bebouwde kom. Tegen maaien zijn ze namelijk niet bestand. Michel heeft een aantal jaar geleden al bij de gemeente aangekaart om pluimzegge bij de plas te behouden en daar zal hij zijn best voor blijven doen. Hoewel de Plas van Van Buijsen veel van zijn oorspronkelijke charme heeft verloren ben ik toch blij dat er tenminste een deel van de plas met omringende vegetatie is behouden. Ik hoop dat de plas zich zal ontwikkelen tot een aantrekkelijk natuurhistorisch landschapselement aan de rand van Keijzershof. 1. Anton Stig, 2005. Flodderen in Pijnacker. Polderboek over juffers, rakkers en veenmannen rond de Plas van Van Buijsen. 2. Peter Schrijver, 1983. De Plas van Van Buijsen. De Verderkijker, 1e jaargang, nummer 3, februari 1983. Tekst en foto's: Caroline Elfferich Inge in 2009 bij een pluimzegge Bij de plas aan de kant van de verlengde Europalaan 9 Landschapsonderhoud In deze rubriek wordt een kort overzicht gegeven van de werkzaamheden van de vrijwilligers, zoals die het hele jaar op zaterdagmiddag plaatsvinden. De werkzaamheden vinden plaats in overleg en samenwerking met Natuurmonumenten. Zoals gebruikelijk zijn in de tweede helft van de winter vooral zaagwerkzaamheden verricht. Er werd niet alleen gewerkt in Ackerdijk, maar ook bij de boer aan de Zuideindseweg, in de compensatiegebiedjes en bij de oeverzwaluwwand (zie verslag van Ineke Muiser op de volgende pagina). Bij het werk bij Rodenburg aan de Zuideindseweg was een flinke ploeg vrijwilligers aanwezig. Ditmaal moesten de bomen (meest wilgen en enkele essen) aan de binnenkant van het toegangspad worden gedaan. Dat is in die zin een voordeel dat de afgezaagde takken niet in de slootjes naast het pad vallen. Anders was deze keer dat wij zelf direct de takken moesten versnipperen. Voorheen deed de gemeente dat, maar in het kader van de bezuinigingen is dat geschrapt. Nu is zelf versnipperen op zich geen nadeel, want dan kunnen de takken en stammen direct in de versnipperaar worden gestopt en is het niet nodig om ze eerst enigszins geordend op te stapelen. Helaas was de via de gemeente geregelde versnipperaar echter van onvoldoende kwaliteit, waardoor er spoedig niet meer mee te werken viel. Opgetrommelde monteurs wisten het probleem na een uur te verhelpen, maar binnen de kortste keren was het probleem weer terug. Gelukkig zijn Gerard (de Hoog) en Peter (Waenink) beiden in het bezit van een eigen, weliswaar kleinere versnipperaar. Die moesten echter nog wel worden opgehaald (tijdens de lunch, met erwtensoep). Die versnipperaars werkten echter wel prima. Al met al betekende dit wel dat de klus veel later klaar was dan gepland en dan nodig was geweest. Gemeld kan nog worden dat voor de gemeente ± 60 staken zijn achtergehouden om eendenkooien mee vast te zetten, en 30 poters om in de omgeving nieuwe bomen te poten. In Ackerdijk is vooral gezaagd in hakhoutbosjes bij de boerderij. Dat leverde een flinke partij hout op voor de open haard en zorgt voor meer licht in de boomgaard bij de boerderij. Ook zijn enkele bomen die na een storm op omvallen stonden, omgezaagd. In de boomgaard is verder het nodige snoeiwerk gedaan en later zijn ook bij een boerderij langs de Zweth fruitbomen gesnoeid. Gezaagd werd verder in het bosgebied rond de plassen, bij de hooilandjes, waar schietwilgen nogal ‘oprukken’. Daardoor worden de hooilandjes hier en daar wat overwoekerd met takken en stronken. Met spit- en zaagwerk is er voor gezorgd dat de landjes weer helemaal ‘schoon’ zijn. Bij de rietvelden in de richting van de Zweth zijn met de boot enkele bossen wilgentakken en –stronken opgehaald, die daar waren blijven liggen. 10 De vroege lente staat in het teken van de voorbereiding van het broedseizoen, meer in het bijzonder van het plaatsen van een vossenraster. Dat is een plastic hekwerk met schrikdraad waarvan de delen aan elkaar worden verbonden. Het gaat om een raster in het open weidegebied (aan de zijde van het fietspad naar de molen van Rodenrijs) en is bedoeld om weidevogels te beschermen tegen eventuele vossen. Het plaatsen van de raster betekent ook dat goed moet worden gekeken of de stroom niet weglekt. Helaas ging dat niet allemaal zonder slag of stoot, vooral omdat in Ackersdijk inmiddels geen echt bruikbare tractor meer is en omdat er problemen waren met het schrikdraadapparaat. De werkzaamheden beginnen elke zaterdag omstreeks 13.00 uur en wij werken tot omstreeks 16.30 uur door. Het is uiteraard geen verplichting om er iedere week te zijn. Het wordt bovendien altijd zo georganiseerd, dat er voor iedereen iets te doen valt en binnen ieders (fysieke) mogelijkheden. Aanmelden of informatie bij Gerard de Hoog (015) 3697180 of [email protected] Bert van den Braak Een vrijwilliger is bezig een knotwilg te onderhouden Jaarlijks onderhoud oeverzwaluwwand Pijnacker Als vreemde eend in de bijt in Pijnacker (want uit Rotterdam afkomstig),was ik nieuwsgierig naar de oeverzwaluwwand. Daar is jaarlijks onderhoud aan nodig, maar hoe en wat dan? De muur vinden was geen probleem, er op werkafstand bij komen bleek meer tijd te kosten dan ingeschat: iedereen was al druk bezig, toen ik tenslotte het toegangspaadje vond en aan de andere kant van de wal langs de N470 arriveerde. Allemaal lekker warm ingepakt, want er woei een gure wind. Op twee planken in twee beugels balanceerden telkens twee vrijwilligers bij de gaten in de betonnen wand. Een van hen droeg een klein emmertje met zand en mikte dat, zodra nodig, in een open kunststoffen “goot” die als leidraad voor de ander werkte om met de steel van een bijl het zand in de holen naar binnen te werken en aan te stampen. Kennelijk weten de zwaluwen ieder jaar veel zand weg te werken bij het bouwen van hun nestjes, maar willen ze telkens weer van voren af aan beginnen. Dus de gaten moeten dan dicht. De mensen op de planken worden van zand voorzien door drie anderen, die het uit een zandhoop scheppen boven op de wal. Zodra een wanddeel klaar was, werd er naar boven geklommen, en werden de, door Gerard de Hoog zelf ontworpen en gefabriceerde beugels, naar het volgende deel verplaatst. Twee wanddelen hebben we gelaten zoals ze waren en niet opgevuld: dan kunnen we zien, hoe kieskeurig de oeverzwaluwen dit jaar zijn! Een lekker koude ochtend met elkaar bezig voor de natuur, heerlijk toch. Ineke Muiser, vrijwilligster Ackerdijk De oeverzwaluwwand in Pijnacker Het onderhoud in volle gang 11 Reacties op het verhaal over Abutilon In de vorige Verderkijker schreef ik over mijn speurtocht naar de herkomst van zaaddozen, die uiteindelijk afkomstig bleken te zijn van fluweelblad, Abutilon theophrasti. Tijdens het schrijven van het verhaal bedacht ik me dat ik Gerhard Cadée om advies had kunnen vragen. Vanwege zijn belangstelling voor drijfzaden heeft hij veel kennis opgedaan met het determineren van zaden en zaaddozen. Ik stuur Gerhard mijn verhaal en zijn reactie is: “Leuk dat het je lukte de plant uit zaad op te kweken! Ik heb zelf jarenlang rondgelopen met een zaaddoos van Abutilon die ik uit China had meegenomen. Lange tijd heb ik gepuzzeld op die zaaddozen en dacht evenmin aan Malva. Ik 'herkende' hem pas toen ik de zaaddozen in een botanische tuin zag staan.” Achteraf bleek dat Gerhard mijn puzzel direct had kunnen oplossen, maar… dan had ik geen leerzame speurtocht meegemaakt en geen kennis gemaakt met de levende plant. Naar aanleiding van mijn Abutilon verhaal stuurden twee lezers mij de volgende aanvullende informatie. Abutilon-plant Artistieke vorm Han van Yperen schreef dat hij een oude foto van een Abutilon zaaddoos had gevonden op www. soulcatcherstudio.com (exhibitions/blossfeldt). Op de website valt te lezen dat de fraaie fotogravure is gemaakt door Karl Blossfeldt (1865-1932) en in 1928 gepubliceerd in zijn boek ‘Urformen der kunst’. Blossfeldt was een Duitse docent beeldhouwen, die zijn studenten onderwees aan de hand van zelfgemaakte foto’s van planten-onderdelen, om ze bekend te maken met ontwerpen die in de natuur te vinden zijn. Blossfeldt leerde zichzelf de techniek van het fotograferen aan en gedurende 35 jaar fotografeerde hij vrijwel uitsluitend bladeren, bloemen, knoppen en zaaddozen. Met een zelfgebouwde camera kon hij tot 30x vergroten en zodoende bijzondere details laten zien. ‘Urformen der kunst’ werd al snel een bestseller die hem internationaal bekend maakte. Op de website lees ik een citaat 12 van Blossfeldt dat me aanspreekt: “De plant vervalt nooit tot louter dor functionalisme; hij modelleert en vormt volgens logica en mogelijkheden, en met zijn oerkracht dwingt hij alles tot de hoogste artistieke vorm.” Bezoek van bijen Mevrouw van Rossum stuurde me een passage over de Abutilon, die ze had overgetypt uit een tuinboek van Elisabeth de Lestrieux: “Met dank aan de bijen! Ooit zaad in een Abutilon gehad? Zet dan uw planten in de zomermaanden buiten en laat de bijtjes naar hartenlust de bloemen bezoeken. Bijgaand een plaatje van Abutilon maximum hybride, die volop in bloei buiten werd gezet en toen ineens stopte met groeien. Ik begreep niet wat er aan de hand was tot ik de (eerst zachtgroene) ronde zaaddozen ontdekte! Door het bezoek van bijen was werkelijk elke bloem bevrucht en was druk bezig al zijn kracht in het vormen van zaden te zetten. Uit de gleufjes van de zwart/bruine zaaddozen kwamen dan ook snel honderden zaadjes die overal bij vrienden en kennissen goed opkwamen en weer mooie planten met oranje, roze en rode klokken gaven.” Elisatbeth de Lestrieux schrijft over een andere soort Abutilon dan degene die ik heb opgekweekt, maar vermoedelijk zien de zaaddozen er net zo mooi uit. Het is mij niet opgevallen dat er veel bijen afkwamen op de bloemen van mijn Abutilon, maar ze bloeiden dan ook nauwelijks open omdat het al te laat in het seizoen was. Mijn plant vormde wel zaaddozen, maar die rijpten niet af. Ik kan dus geen zaden uitdelen aan belangstellenden… Caroline Elfferich Vrijwilliger gezocht voor verven gemaaltje Bij het Krekengebied in de Noordpolder van Pijnacker staat een voormalig gemaaltje dat NMP in beheer heeft. We hebben het gemaaltje zelf en de directe omgeving natuurvriendelijk ingericht. Dat betekent dat we bijvoorbeeld de knotbomen regelmatig onderhouden. Maar ook het gebouwtje zelf heeft onderhoud nodig. Een van de zaken die af en toe moeten gebeuren, is een verfbeurt. We zoeken nu een of meerdere personen die dit in de loop van voorjaar / zomer wil / willen doen. Verf en andere materialen worden vergoed. Graag contact opnemen met Gerard de Hoog: (015) 369 7180 of [email protected]. Wie wil het gemaaltje een verfbeurt geven? (foto: Marleen Lekkerkerk) Lenteboden Vanonder het overgebleven herfstblad, warm verscholen, Kijken de primula’s de wijde wereld in, ietwat verstolen. De voorjaarsvrieskou pakt fris uit boven hun bolletjes, Gelukkig zitten ze nog goed weggestopt in hun holletjes. Hun kleuren zijn zó mooi na al dat saaie wintergrauw, Zó helder blikken ze de wereld in, ondanks alle kou. Wat zijn ze beeldig, mijn tuintje is net een paradijs, Het is alsof de bonte kleuren wedijveren om een prijs. Licht- en donkerlila, teer-roze, roodbruin en geel, Oranje, warm en helder, fraise, het is echt teveel Van het goede, het kan niet op, ze bloeien maar door, Ik heb ze lief, en het lijkt als zingen ze in koor: “Wij kondigen de lente aan, wanhoop en twijfel niet, Het voorjaar komt er aan, zo luidt ons aller lied. Het voorjaar is niet meer te stuiten, wij zijn de boden, Laat je niet in verwarring brengen door de wintergoden. Onze kleuren hebben de bedoeling om insecten aan te lokken, Ook zij verschijnen weldra, zijn bij de lente sterk betrokken. En zijn zij eenmaal gearriveerd, komt allen snel naar buiten: De lente is daar, het voorjaar is nú niet meer te stuiten.” C.M. van Rossum-Nieboer, Pijnacker, 27 februari 1998. 13 Het zwanenverhaal Vorig jaar zagen we zo rond 2 april een paartje zwanen bij mij voor het huis in de sloot en vonden we ook hun nest. Ik ging elke dag een paar keer kijken met mijn fototoestel. Zo zag ik de eerste 2 eieren op 6 april en was er de volgende dag weer een ei bijgekomen. Op 12 april ging de zwaan van het nest en waren er 5 eieren in het nest. Het laatste ei werd gelegd op 13 april. Inmiddels hadden we aan de gemeente gevraagd om een hek om het nest heen te plaatsen, omdat er elke dag veel schoolkinderen langs kwamen. De gemeente heeft een hek geplaatst en dat ging goed. De kinders konden vanaf het hek kijken en de zwanen hadden rust. Op 18 mei zie ik het eerste jong een klein stukje onder moeders vandaan komen, heel mooi. Op 19 mei kunnen we af en toe de jongen zien; het zijn er vijf. We zien de jongen al op 20 mei een poging doen om te zwemmen, schitterend. Er zat op een dag een zwaantje vast tussen het nest. Toen kwam er toevallig een man langs, die zich bezig houdt met de loopeenden hier in de buurt. Hij zei: “Ik probeer het zwaantje wel los te maken, als jullie de ouders een stukje verderop voeren.” Het lukte niet zo goed om de zwanen weg te lokken, want ze zijn zo zorgzaam voor hun jongen, maar toch heeft die man het zwaantje gered. Eén ei is niet uitgekomen, maar de vijf kuikens die wel uit het ei zijn gekropen groeiden succesvol op. Plonie Thoen 14 15 Pijnacker bespied Gewoonlijk mis ik in de wintermaanden de bloemen, maar afgelopen winter heeft het zo weinig gevroren dat allerlei planten vrolijk doorbloeiden. Zo zag ik eind december een rozentak, die zich door een hek heen had gewurmd, met vier uitbundig bloeiende en geurende bloemen. Het was geen uniek verschijnsel, want op vele plaatsen zag ik gedurende de gehele winter bloeiende rozen in de buitenlucht. Maar niet alleen de rozen hadden er zin in: begin februari zag ik een gele morgenster in bloei, gewoonlijk bloeien deze planten pas in mei! Paarse dovenetel en herderstasje kunnen zelfs in strenge winters al heel vroeg in het jaar met een bescheiden aantal bloemen worden aangetroffen, maar dit jaar gaan ze helemaal los. Kortom, het was een buitengewoon bloemrijke winter. Platgetrapte naaktslak Enkele maanden geleden werd ik gebeld door een mevrouw die vertelde dat ze op haar straatje per ongeluk een naaktslak had platgetrapt. Ze had het dier niet gezien, want het was donker toen het gebeurde. De volgende dag zag ze dat een levende naaktslak zijn dode soortgenoot kwam opzoeken en ze vroeg zich af wat dit te betekenen had. Het herinnerde haar aan filmbeelden van olifanten die treuren bij een dode soortgenoot en ze vroeg wat mijn idee daarover was. Ik heb het verschijnsel zelf ook meerdere keren gezien en het eerste dat in me opkomt is dat de naaktslak de restanten van zijn dode soortgenoot kwam opeten. Naaktslakken eten allerlei organisch afval, van zowel dierlijke als plantaardige oorsprong, dus dat lijkt me de meest voor de hand liggende verklaring. Maar… ik heb niet bewust waargenomen wat er bij die interactie tussen levende en dode slak 16 gebeurde, dus dat is iets om een volgende keer op te letten. Het lijkt me niet aannemelijk dat een levende naaktslak komt treuren bij een dode soortgenoot, zoals dat bij olifanten wel het geval kan zijn. Slakken leven niet in een sociale structuur, ze vertonen geen paarbinding of familiegroepen en ze zorgen niet voor hun nakomelingen. Daarom verwacht ik geen persoonlijke band tussen slakken en ook geen rouwgedrag. Naar aanleiding van deze uitleg vraagt de mevrouw die me belde: “Het is dus geen liefde?” Tja, dat ligt er aan hoe je liefde definieert. De ene slak zorgt ervoor dat dode materie weer in een levend dier wordt omgezet. Bij een ruime opvatting zou je dit kunnen beschouwen als een daad van liefde. Nestkast roodborst Vorig jaar kreeg ik via de website het volgende bericht: “Ik studeer aan de kunstacademie in Breda. Nu hebben we voor deze periode de opdracht gekregen een vogelhuisje te maken. Hiervoor moesten we een vogel kiezen en ik heb het roodborstje gekozen. Nu vroeg ik me af of jullie mij nog wat specifieke informatie konden geven over het roodborstje. Klopt het namelijk dat ze niet echt een vaste maat willen voor het vogelhuis? De maten die ik heb gevonden lopen namelijk nogal uiteen. Ze willen een grote opening hebben, maar het vogelhuisje hangt ook laag bij de grond. Hierdoor zijn ze een goede prooi voor katten en roofvogels. Gebeurt het ook vaak dat zo'n nest dan leeggeroofd wordt? Of is er eventueel toch ook een kleinere opening mogelijk dat ze beter beschermd zijn? Als laatste vroeg ik me af of ze het naast de grote opening het wel helemaal dicht en donker willen hebben in het huisje, of dat er lichtinval via kleine openingen mogelijk zal zijn. Of schrikt dat ze af?” Ik heb deze vragen als volgt beantwoord: “Ik heb geen ervaring met het maken van nestkasten voor roodborsten en ik weet ook niet of de nestkasten die te koop zijn op internet door deze vogels worden gebruikt. Zelf heb ik nooit een roodborst in een nestkast gezien en ik kijk al 30 jaar intensief naar vogels. Soorten als koolmees, pimpelmees, bonte vliegenvanger en bosuil maken veel gebruik van nestkasten, maar nestkasten voor bijvoorbeeld huiszwaluw, huismus en boomkruiper worden veel minder gebruikt door de vogels waarvoor de kasten bedoeld zijn. Voor de roodborst weet ik het niet, daar worden volgens mij ook niet zoveel nestkasten voor opgehangen. In de Elsevier broedvogelgids lees ik dat een roodborst in een holte van een boomstronk nestelt, laag in de stam, of een holte in de oever, ook in klimop of in nestkasten. Ze maken een omvangrijk bouwsel in de holte, dus ik zou de kast niet te klein maken. Aangezien ze in klimop nestelen is het denk ik niet bezwaarlijk als er lichtinval is via kleine openingen, maar ik zou het dak wel dichtmaken anders krijg je lekkage. Bovendien lees ik in de broedvogelgids dat het nest vaak wordt gebouwd in een holte waarin het nest overdekt lijkt te zijn. Kleine openingen kunnen misschien tocht opleveren, maar of dat een bezwaar is voor de roodborstkuikens weet ik niet. Een laag hangende kast met grote opening is inderdaad riskant als er veel rovende katten in de omgeving zijn, maar in kleine stadstuinen waar veel katten zitten, broeden vrijwel geen roodborsten. Ze komen er wel in de wintermaanden om voedsel te zoeken, maar in het voorjaar verdwijnen ze. Roodborsten broeden wel in grote tuinen met veel begroeiing en in parken en bossen. Daar lopen heel wat minder katten, wel andere roofdieren, maar in veel lagere dichtheden en daarvan zullen ze ook last hebben in hun natuurlijke nestholtes. De nestkasten voor roodborsten die je op internet vindt, hebben inderdaad altijd een grote opening. Dat is vast niet voor niets, dus het verkleinen van de opening is denk ik niet aan te raden.” De nestkast die de studente heeft ontworpen De nestkast uit de catalogus Een half jaar later zie ik in een Vivara-folder een foto van een roodborstnestkast met een roodborst bij de ingang. Naar mijn idee is de foto in scène gezet, want de roodborst heeft een meelworm in de snavel en die vindt je niet zomaar in het veld, ze worden vaak gebruikt om vogels te voeren. De foto herinnert me aan de opdracht van de studente en ik vraag haar hoe de nestkast is geworden. Ze antwoordt: “Bij deze een foto van mijn nestkast. De nestkast waar de roodborst in broedt is grotendeels dicht, op een halve wand na. Ik heb er een extra blok aangemaakt, waarin spleten zitten waar licht doorheen komt. Voor de vormgeving heb ik mij laten inspireren door de architect Gerrit Rietveld, hij gebruikte vaak blokken en speelde met lichtinval. Ik wil de nestkast in de tuin neerzetten om te kijken of hij echt roodborstjes aantrekt.” Leuk om het creatieve ontwerp te zien, ik ben benieuwd of de exclusieve villa bij roodborsten in de smaak valt. Zaadverspreiding door vogels In januari kreeg ik van mevrouw van Rossum de volgende vraag: “Je leest dikwijls dat zaden door vogels worden uitgepoept, waardoor er allerlei bomen en planten op bepaalde plekken gaan groeien. Die zaden en pitten zijn dan zo hard, dat ze onverteerd het lichaam verlaten. Maar als vogels de zaden weer onverteerd uitpoepen, waar leven ze dan van?” Het klopt inderdaad dat een aantal soorten planten (zoals bitterzoet, vlier, lijsterbes, kers) de verspreiding van hun zaden aan vogels (vooral lijsterachtigen waaronder de merel) overlaten. Deze gespecialiseerde plantensoorten vormen doorgaans zachte bessen met harde zaden daarin. Vogels halen hun voeding uit het snel verteerbare vruchtvlees, waardoor de zaden dusdanig kort in het maagdarmkanaal van de vogel verblijven dat ze weer ongeschonden naar buiten komen, voorzien van gratis plantenvoeding. Laatst las ik een opmerking van Midas Dekkers dat vruchten niet voor niets zo laxerend zijn; het draagt bij aan de overleving van de zaden. Daarnaast zijn er veel vogelsoorten die zaden eten, zoals huismussen en vinken. Deze vogels halen hun voeding uit de zaden zelf, meestal door ze in combinatie met steentjes in hun spiermaag te verpulveren, want vogels kunnen niet kauwen. Zaadeters dragen niet bij aan zaadverspreiding over lange afstanden, maar omdat vogels altijd slordig eten, vallen er wel veel zaden op de grond in de buurt van de oorspronkelijke plant. Het kan voordelig zijn als zaden dichtbij de ouderplant terechtkomen, want die plek heeft zijn geschiktheid als groeiplaats bewezen. Dit geldt vooral voor éénjarige planten, die na één groeiseizoen afsterven en voor hun voortbestaan volledig van hun (meestal talrijke) zaden afhankelijk zijn. 17 Verspreiding sneeuwklokjes Na de algemene ledenvergadering op 1 maart in de boerderij bij de Ackerdijkse plassen wandelden we een rondje door het gebied. Onderweg vraagt Teake Stavenga of ik weet op welke manier bolgewassen zich voornamelijk verspreiden: via zaden of via de vorming van extra bolletjes (klistervorming)? Die vraag kan ik niet in het algemeen beantwoorden, omdat dit per bolgewas verschillend is. De crocusbolletjes die je in de winkel koopt vermeerderen zich vooral via klistervorming. Dat blijkt uit het feit dat de pol crocussen wel steeds groter wordt als ze op een goede plek staan, maar ze verschijnen zelden op onverwachte plekken in de tuin waar je ze niet hebt gepoot. Dat is anders voor de ijle lila boerencrocus, die zich wel op grote schaal via zaden verspreidt en zich als onkruid gedraagt door zelfs tussen de tegels op te duiken. heerder op te fleuren, maar ze groeien nu op vele plekken in het gebied. Hieruit kunnen we echter nog niet met zekerheid afleiden dat ze zich door zaden verspreiden, dat zou je beter moeten onderzoeken. Sneeuwklokje Boerencrocus Dan zegt Teake dat hij zou willen weten hoe sneeuwklokjes hun verspreiding regelen. Een toepasselijke vraag, want tijdens de wandeling zien we talloze bloeiende sneeuwklokjes en ook een aantal pollen lenteklokjes, erg fraai als ondergroei van een moerasbos! Ondanks de nattigheid blijken ze zich goed te kunnen handhaven. Vrijwel zeker zijn de sneeuwklokjes in de Ackerdijkse plassen oorspronkelijk aangevoerd om de tuin van de vroegere be- 18 Thuis lees ik in de ecologische flora en op Wikipedia dat de sneeuwklokjes in Nederland niet zo goed zaad zetten, vermoedelijk omdat er zo vroeg in het jaar nog weinig insecten vliegen die de bloemen kunnen bestuiven. Op de één of andere manier twijfel ik aan de juistheid van deze informatie, want volgens mij zijn er de afgelopen jaren wel degelijk op nieuwe plekken in de achtertuin sneeuwklokjes verschenen waar ik ze niet heb gepoot. Wellicht is er iets veranderd in de zaadzetting van deze planten sinds het verschijnen van de ecologische flora in 1994, niets is zo veranderlijk als de natuur… Dit vraagt om nader onderzoek. Aan Teake heb ik aangeraden om te kijken naar de inhoud van rijpe sneeuwklokjes zaaddozen in zijn tuin, dan ga ik dat ook doen. Mijn moeder bood ook spontaan aan om een bijdrage te leveren aan het onderzoek. Ze vertelt dat het zaad van sneeuwklokjes is voorzien van een mierenbroodje, een zoetig/vettig aanhangseltje dat mieren ertoe verleid om de zaden te verslepen. Leuk om dat eens te gaan bekijken, dus… wordt vervolgd! Tekst en foto's: Caroline Elfferich Natuur- en Milieu agenda Elke zaterdag Om 10.00 of 13.00 uur, 2-3 uur: Natuur- en milieuactiviteit voor kinderen van 8 t/m 14 jaar. In de Natuurschuur, achter de Papaver, Korftlaan in Delft. Eén keer gratis meedoen, daarna alleen voor leden. Informatie / aanmelden: www.natuurwacht.nl of (015) 261 7739, of email [email protected] t/m 21 april 2014 Tentoonstelling ‘Speuren naar sporen’ in de Papaver, Korftlaan 6 in Delft. Openingstijden: ma-vr 10.00 – 17.00 uur, zo 13.30 – 16.00 uur. Informatie: (015) 2197977 of [email protected]. Zondag 4 mei Natuurontbijt met kruidenthee in de kruidentuin van de Papaver. Na een heerlijk ontbijt gaat u onder begeleiding van een IVN-gids op verkenning in de heemtuin en het arboretum. Kom gerust met het hele gezin. 8.00 – 10.15 uur. Organisatie: IVN afdeling Delft. Aanmelden via www.natuurontbijt.nl Zondag 11 mei Fietsexcursie Midden-Delfland: Horen en zien in de polder. In de polders rond Delft kunnen we elk voorjaar g genieten van de weidevogels. Neem een verrekijker mee. Vertrek om 14.00 uur van de hoek Abtswouds / Sint Maartensrechtpad in Delft. Gratis. Organisatie: IVN Delft e.o. Za 17 t/m zo 25 mei Nationale Vogelweek: vele gratis vogelexcursies en –activiteiten. Kijk op www.vogelweek.nl Zaterdag 17 mei Wandelexcursie door het Westerpark in Zoetermeer, op zoek naar vogels. Samen genieten van vogels. Organisatie: Vogelwacht Zoetermeer. Duur: 2 uur. Vertrek om 10.00 uur bij Bowling- en Recreatiecentrum Westerpark op de parkeerplaats. Trek goede schoenen aan en neem een verrekijker mee. Aanmelden via www.vogelweek.nl Zaterdag 17 mei Fiets-/wandelexcursie “Rondje Ackerdijk” (vogelexcursie). Deze tocht is er een met veel verrassingen, zoals een wandeling over het oude landgoed “Heerlijkheid de Tempel”. Bertus Laros voert je mee over weggetjes waar je zelf makkelijk aan voorbij fietst, maar waar veel te beleven is. Duur: 8.00 – 15.00 uur. Vertrek bij het Luchtvaart-techniekgebouw TU Delft, hoek Rotterdamseweg / Kluyverweg. Organisatie: Vogelwacht Delft e.o. Informatie en aanmelden: op donderdag 15 mei tussen 19.00 en 21.00 uur bij Bertus Laros, (015) 214 0836 of via www.vogelweek.nl Maandag 19 mei Vogelherkenningsexcursie rond de Benthuizerplas, Zoetermeer, voor de beginnende vogelaar. Thema Watervogels. Tijdens de wandeling leert u om te gaan met verrekijker, telescoop en vogelboek. Organisatie: Vogelwacht Zoetermeer. Duur: 2 uur. Vertrek om 9.30 van parkeerplaats Marotplan, Zoetermeer. Aanmelden via www.vogelweek.nl Zaterdag 24 mei Wandelexcursie: “Rondje Delftse Hout en Krekengebied”, twee gebieden in de verstedelijkte Randstad die een rustpunt zijn voor veel vogels, met soms mooie verrassingen. Een excursie in een oud bosgebied, weide en moeras. Informatie en aanmelden op donderdag 15 mei tussen 19.00 en 21.00 uur,bij Hans Zweekhorst, (015) 262 68 26 of via www.vogelweek.nl Zondag 25 mei Fietsexcursie Vogels in de Noordrand van Rotterdam en Midden-Delfland. Organisatie: Vogel-, Vleermuisen Vlinderwerkgroep Noordrand Rotterdam. Duur: langer dan 3 uur. Vertrek om 10.00 uur van RandstadRailstation Meijersplein (op zondag mag de fiets gratis mee!). Halverwege is een horecastopje. Brood en drinken meenemen, alsmede een verrekijker. Vrijwillige bijdrage voor de werkgroep wordt op prijs gesteld. Aanmelden via www.vogelweek.nl Zondag 8 juni Excursie “Grassen in de Abtswoudse Polder”. Weet u hoeveel verschillende soorten grassen er zijn? En heeft u weleens goed gekeken naar alle prachtige bloeivormen? Onder leiding van onze eigen ‘grassenexpert’ trekken we op expeditie naar het land der grasachtigen. Vertrek om 14.00 uur van de hoek Straat van Ormoes / Derde Werelddreef in Delft. Kosten: gratis. Organisatie: IVN Delft e.o. 19 Indien onbestelbaar: Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker Postbus 26, 2640 AA Pijnacker Avondje en excursie 'Dorpsnatuur' met Michel Barendse Op dinsdagavond 13 mei 2014 vertelt Michel Barendse, de ‘stads’ecoloog van Pijnacker-Nootdorp over natuur in ons dorp. En dat is veel meer dan je denkt. Michel laat ook zien wat de gemeente doet om de natuur in Pijnacker-Nootdorp te stimuleren. Ook kunnen inwoners zelf de natuur een handje helpen. Michel kan boeiend vertellen over de dieren en planten die hier leven en hoe ze gebruik maken van hun omgeving. Nieuwsgiering? Kom dan op 13 mei om 20.00 uur naar het gemeentekantoor aan het Oranjeplein 1 in Pijnacker. De lezing wordt gevolgd door een excursie op zaterdagochtend 17 mei. De start daarvan is bij Het Baken om 9.00 uur. Aan de avond en de excursie zijn geen kosten verbonden. De lezing en excursie zijn een initiatief van de Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker. Omdat het aantal plaatsen beperkt is, graag van tevoren opgeven bij Cora Cox ([email protected] of 06 12592685) of via de website www.nmpijnacker.nl. NMP Excursie met Michel Barendse (met pet) op het zandlichaam bij de Plas van Van Buijsen, voorjaar 2013. Foto: Cora Cox
© Copyright 2024 ExpyDoc