Lees meer - Home pages of ESAT

K
L ANDBOU W
e krantenkoppen logen er niet om.
Bananageddon! Of wat dacht u van:
Bananapocalyps! De reden voor zo
veel drama was de vaststelling dat een
woekerende stam van de bodemschimmel Fusarium oxysporum eind 2013 voor
het eerst buiten Azië opdook: eerst in
Jordanië, dan in Mozambique. Waarschijnlijk kwam hij er terecht door nonchalante producenten die te weinig
voorzorgsmaatregelen namen en arbeiders uit besmette regio’s in Azië verkasten. De schimmel nestelt zich in en rond
de wortels van de bananenplant en
belemmert er onder meer de opname van
water, waardoor ze zelfs in natte regenwouden kunnen uitdrogen.
Met een productie van 150 miljoen
onder de voorloper van de cavendish:
de gros michel-banaan. Die stierf massaal
af, waardoor de grootschalige, op export
gerichte bananenteelt van Latijns-Amerika in de problemen kwam, met enorme
economische en sociale drama’s tot
gevolg. De cavendish werd de vervanger, omdat hij weerstand had tegen de
schimmel. Maar de schimmel paste zich
aan – hij is momenteel aan zijn vierde
versie toe (tropical race four of TR4). Daar
is de cavendish niet langer resistent
tegen.
In een nieuwsartikel in het wetenschappelijke vakblad Nature had
bananenexpert Rony Swennen van de
KU Leuven – een van de grootste
bananenkenners ter wereld – het over
‘Van de natuur valt niet te winnen’
Wie redt
de banaan?
‘een gigantisch probleem’. ‘Het is vooral
een gigantische uitdaging om er iets aan
te doen’, vertelt hij in zijn naar de tropen
geurende bananenserres aan de rand van
Leuven. ‘Als ongeveer 40 procent van de
wereldproductie van bananen uit cavendish bestaat, is er werk aan de winkel.
We moeten absoluut voorkomen dat de
schimmel Latijns-Amerika bereikt, waar
80 procent van de exportbananen vandaan komt. In Azië en Mozambique
moeten we bestaande velden herbeplanten met varianten die resistent zijn –
want die zijn er, hoewel velen dat niet
weten. Maar dat kost een bom geld, en
veel producenten lijken te wachten tot
ze geen andere keuze meer hebben.
De nieuwe bananenvarianten zijn wat
groter en groeien trager dan de huidige,
zodat ze niet in het commerciële plaatje
84 18 JUNI 2014
WW W.KNACK.BE
Mediargus
Ik zie ook dat er veel meer diversiteit is
op de velden van kleine boeren, zeker in
Afrika, en wij appreciëren de waarde
ervan, maar dat is prehistorische landbouw. Met zo’n archaïsche kleinschaligheid ontken je de schaal van de
problematiek: je kunt er de wereld niet
mee voeden. De kleine boeren hebben
inderdaad minder problemen dan de
grote planters, maar immuun voor ziektes zijn ze niet. De panamaziekte valt ook
hun bananen aan. Wij hebben technieken ontwikkeld waarmee we snel de vatbaarheid voor de TR4-schimmel kunnen
meten, en van de twintig bananenvariëteiten die we ondertussen getest hebben,
is 80 procent supervatbaar. Dat is veel.
In tegenstelling tot in de vorige eeuw
kunnen we de schimmel nu veel sneller
detecteren in de plant, de bodem en het
water. Dat biedt mogelijkheden voor
nieuwe managementstrategieën.’
Transgene bananen
Je voelt het verschil tussen de twee
wetenschappers in hun affiliaties. Hoewel ze beiden benadrukken dat ze voor
alle sectoren optreden, werkte Kema mee
met het door de grote bananenproducenten gesponsorde World Banana Forum,
terwijl Swennen deeltijds verbonden is
aan het Bioversity Initiative, dat op
kleine boeren mikt. Desondanks is Kema
niet vriendelijk voor de bananenindustrie: ‘Ze heeft te lang rustig achterovergeleund en is om de basisvragen heen
gelopen, omdat het te goed ging. Ze
baseert zich nog altijd grotendeels op
kennis uit de jaren vijftig. Om ze tot
nieuwe inzichten te bewegen en een
ramp te voorkomen, moet je met ze
samenwerken. Daar zijn wij veel succesvoller in dan de oorspronkelijke bananenonderzoekers die meer met de kleine
boeren omgaan. Maar het geeft geen pas
om te zeggen dat de grote jongens het
zelf maar moeten uitzoeken. Zo werkt
het niet.’
Kema vond vanaf het begin dat de
wereld van de bananenonderzoekers te
klein was om efficiënt oplossingen aan te
reiken. Hij besloot projecten op te starten om een nieuwe dynamiek te creëren.
Het ontrafelen van het genoom van een
bananenschimmel die de ziekte zwarte
sigatoka veroorzaakt, en die boeren verplicht veertig tot zeventig keer per jaar
te spuiten (dat is in geen enkele andere
teelt nodig) is een van zijn paradepaardjes, net als zijn medewerking aan de in
▲
Een bodemschimmel staat op het punt de wereld te
veroveren. Het slachtoffer: de commerciële banaan,
die er geen weerstand tegen heeft. Wetenschappers
raken het niet eens over de remedie. Want het debat
draait niet alleen om bananen, het gaat over welk
soort landbouw we willen. DOOR DIRK DRAULANS
hebben veel minder last van parasieten
dan grote planters, omdat ze meer biodiversiteit op hun velden hebben. Ze zetten verschillende variëteiten van
Verschroeide aarde
Toch wil Swennen een paar nuances bananen door elkaar, naast een breed
aanbrengen. Hij wil geen dramaverhaal gamma aan andere gewassen, zoals
vertellen, wat niet bij alle media in goede papaya’s, mango’s en tomaten. Zo
aarde valt: ‘Onlangs was hier een film- gebeurt het in de natuur ook, van alles
ploeg van de zender Al Jazeera. Ze was door elkaar. Daardoor krijgt een schimteleurgesteld toen ze hoorde dat ik wei- mel geen kans om te woekeren. Als één
ger mee te gaan in de panieksfeer die variëteit het tijdelijk niet goed doet, heb
sommigen – ook wetenschappers – je de rest om op terug te vallen. Maar als
trachten te creëren, vooral om geld voor je werkt met enorme monoculturen van
dezelfde planten die netjes op
hun onderzoek los te weken.
lange rijen in steriele bodems
Ik wil vooral een verhaal van
staan, creëer je omstandighoop brengen, hoop dat het ‘Een gen dat
heden die uitermate geschikt
probleem opgelost kan wor- tomaten
zijn voor een schimmel. Een
den.’ Swennen ziet geen pro- weerstand
plant die wat onder stress
blemen voor de kleine
staat, smaakt ook beter – dat
boeren die vooral van bana- biedt tegen
weten kleine boeren ook.
nen leven, omdat ze meestal schimmels, zou
Hun roze banaantjes zijn veel
heel diverse culturen heb- ook in bananen
ben, waardoor ze minder kunnen werken.’ lekkerder dan onze gele kanjers, die weinig zelf hoeven te
gevoelig zijn voor aanvallen
doen om zich te verweren
van ziektemakers. En ten
tegen aanvallen van de
tweede hebben wetenschapnatuur. We kunnen veel van
pers volgens hem lessen
getrokken uit wat er met de gros michel de kleine boeren leren.’
Met die visie staat Swennen lijnrecht
is gebeurd.
‘Wat deden plantage-eigenaars en tegenover een Nederlandse wetenschapboeren destijds als de schimmel op hun per die hij als de grootste dramamaker
velden toesloeg? Ze gaven de plantage uit de bananenwereld bestempelt:
op, kapten kilometers ver een nieuw bos fytopatholoog Gert Kema van de gereen verplaatsten hun bananen naar daar. nommeerde landbouwuniversiteit in
Maar ze beseften niet dat ze met de bana- Wageningen. In Nederlandse media wernen ook de schimmel transporteerden. den Kema en zijn groep omschreven als
De harde sporen voor zijn voortplanting ‘ongeveer de enigen op aarde die zich
zaten in de grond aan de wortels of in de druk maken om de gezondheid van de
modderkluiten op het schoeisel van de banaan’. In een korte brief aan Nature
boeren, en verhuisden mee. De sporen pleitte hij eind 2013 onomwonden – op
kunnen dertig jaar overleven in een z’n Nederlands, zullen we maar zeggen –
bodem, dat is echt de tactiek van de ver- voor meer fondsen om het gevaar van de
schroeide aarde voor de banaan. Boven- schimmel te counteren: ‘Kosten die verdien werkt grootschalige irrigatie het waarloosbaar zullen zijn in vergelijking
succes van de schimmel in de hand, met de langetermijnkosten voor het
want met het water kunnen zijn sporen leven en de voedselzekerheid van milzich op grote afstand verspreiden. Alles joenen mensen als de ziekte zich op grote
wat tegen de schimmel ondernomen schaal verspreidt.’
Kema is hoorbaar geïrriteerd wanneer
werd, was contraproductief. Maar dat
weten we nu, dus kunnen we erop hij geconfronteerd wordt met Swennens
inspelen door andere kweekmethodes in boodschap dat de kleine boeren het wel
te voeren. Geen grootschalige irrigatie zullen redden: ‘Ik ken zijn verhaal.
meer, maar kleine sproeiertjes per plant. Swennen weet veel meer van bananen
Doorgedreven hygiëne op de velden, dan ik. Hij is een bananenveredelaar die
met regelmatige ontsmetting van schoei- al dertig jaar in het vak zit, en geen fytosel en materiaal. Aanplanten met nieuwe patholoog met expertise in schimmels die
stekjes uit een laboratorium. Dat vergt pas in 2004 voor het eerst met bananen
meer aandacht, maar het is essentieel.’ in aanraking kwam, zoals ik. Maar ik reis
Swennens stokpaardje is de kleine ondertussen elk jaar vier maanden
boer, vooral in Afrika: ‘Kleine boeren wereldwijd in de bananensector rond.
van vandaag passen. Maar laksheid kan
dramatische gevolgen hebben.’
Thinkstock
D
ton per jaar is de banaan het vierde voedingsgewas ter wereld, en het belangrijkste fruit. Een half miljard mensen zijn
voor hun overleving afhankelijk van
bananen. Bijna alle exportbananen behoren tot de cavendish-variëteit, die goed
is voor een jaaromzet van 7 miljard euro.
Maar de cavendish lijkt gemaakt om problemen aan te trekken. Alle teeltplantjes
ter wereld zijn klonen van elkaar, biologische kopieën, wat maakt dat de sector
uiterst kwetsbaar is voor een schimmel
waar de plantjes geen weerstand tegen
hebben. Dat horrorscenario lijkt realiteit
te worden.
De besmetting is een leven gaan leiden als de panamaziekte. Vanaf de jaren
1950 veroorzaakte ze een catastrofe
18 J UNI 2014 85
Mediargus