de uitgave 2014 november - Sint

SINT-PAULUSKRANTJE
24e jaargang nr. 7 november 2014
EUCHARISTIEVIERINGEN
SINT-PAULUSKERK
zondag 10u30 Hoogmis
WIJKKAPEL Londenstraat 44
zaterdag 18u00 zondag 10u00 weekdagen 18u00
PAROCHIESECRETARIAAT
Sint-Paulusstraat 22 – 2000
Antwerpen
03/231.33.21
maandag, dinsdag en
donderdag van 10u00 tot 12u00
PASTOOR Paul SCHEELEN
dagelijks bereikbaar
tussen 09.45 en 10u30 op tel.
03/233.81.24 (St.Joris)
dinsdag en donderdag van
10u45 tot 12u45
St-Paulusstraat 22 Antwerpen
[email protected]
KERKFABRIEK ST.-PAULUS
voorzitter Walter Vrinssen tel.
03/231.31.48 of 0477/500190
[email protected]
ONTHAAL
- pastoraal gesprek, doop,
huwelijk, uitvaart: Pastoor Paul
Scheelen 03/233.81.24
- public relations, kerkgebouw
en crypte: Walter Vrinssen
0477/500190
- concerten en evenementen:
Leo Van achter 0473/978336
[email protected]
- toerisme en rondleiding
Sint-Paulusvrienden:
Robert Vanherp 0495/570292
Walter Geluyckens 0494/448253
ZATERDAG 1 NOVEMBER
FEEST VAN ALLERHEILIGEN.
Om 10.30u Plechtige Eucharistieviering
voorgegaan door pastoor Paul Scheelen.
Uitvoering van de “Es-Dur Messe D950” van Franz Schubert,
door Emilie De Voght, sopraan – Paul Schils, tenor – Paul Foubert, tenor
Ana Naqe, alt – Jurgen Vollens, bas.
Sint-Paulus Camerata, Musici Dominicanorum.
Concertmeester Hans Cammaert.
Aan het orgel Nicolas De Troyer, titularis.
Algemene Leiding Ivo Venkov.
Tijdens deze mis vieren we het 25- jarig jubileum van de heren Jozef
Phlippo en Paul De Moor als kapelheer van het Heilig Sacrament in de
Sint-Pauluskerk.
ZONDAG 2 NOVEMBER “ALLERZIELEN”.
Tijdens de
eucharistieviering
van 10.30U,
voorgegaan door
Z.E.H. Hugo
Dierick gedenken
wij de
overledenen
waarvan de
uitvaartdienst het
afgelopen jaar
heeft plaats gehad
in de SintPauluskerk.
Zondag 9 november. Om 10.30u Plechtige Eucharistieviering,
voorgegaan door Z.E.H. Louis Soetewey.
Wij gedenken de overleden leden van de Venerabelkapel.
Muzikale omlijsting door het koor “Die Cierlycke” olv. Geert Vermeyen.
Uitvoering van de ‘Missa Solemnis op.23” van J. Schweitzer.
Predikatie door Paul Bistiaux.
Zondag 16 november om 10.30U plechtige Eucharistieviering
voorgegaan door Pastoor Paul Scheelen. Jaarlijks St. Ceciliaviering.
400 koorzangers zingen de “Deutsche Messe” van Franz Schubert.
Zo
Zo
23/11 10.30u Orgelmis voorgegaan door Pastoor Paul Scheelen
30/11 10.30u Orgelmis voorgegaan door Z.E.H. Louis Soetewey
WEL EN WEE IN ONZE GEMEENSCHAP
Gehuwd:
Michel De Haen met Dorien Veys
04.10.2014
Overleden:
3/10 Georges Vandenberghe – uitvaart 9 oktober
ALLERHEILIGEN
Een wandtapijt
wordt geweven,
niet aan de
voorkant, maar
aan de
achterkant.
Wat je ziet is
een kluwen van
draden, een
wirwar van
knopen.
Je snapt er niks
van en je zou zo
graag het
tafereel aan de
voorkant willen
zien.
“Onmogelijk, zegt de wever, “wachten tot het klaar is dan pas zie je het
hele beeld”
De waarachtige betekenis van een mensenleven
wordt geweven met duizenden kleine dingen.
Door elkaar gevlochten die rode draad van veel liefhebben en die paarse
van pijn, en al die kleurschakeringen daartussen met veel grijs en een
zeldzaam toefje goud. Geen mens die het échte beeld doorheeft,
geen woord in de krant want niets opmerkelijks geschiedt.
Alleen achteraf, en je wist het niet, achteraf zeg je:
”ze was formidabel” of “hij was ne mens om nooit te vergeten”,
je zegt dan: “eigenlijk heb ik alles van haar gekregen” of “ons moeder was
’n heilige”.
Gelovige en niet gelovige proberen dat woord, heilig,
omdat het iets vertelt van ons sprakeloos staan voor die voorkant,
nu we dat beeld, waarschijnlijk te laat, volledig aanschouwen.
Daarom verzamelen we ons in vieringen met Allerheiligen want we zijn
content dat de kerk de kleine, vergeten mensen in de hoogte steekt.
Op die dag maakt ze eens heel duidelijk wat ze gelooft en steeds luid
verkondigt, dat God houdt van mensen die in hun gewoon bestaan
op een buitengewone manier het gewone goed hebben gedaan.
Dan zeggen we dat er poëzie zit in het leven van al die mensen
die nooit een gedicht maakten.
Dat er muziek zit in die tallozen die nooit een melodietje gecomponeerd
hebben of een noot gezongen.
Van de glorie hebben ze nooit geleefd maar ook niet voor de glorie.
Ze hebben alleen maar gesproken met kleine woorden, veelal in het dialect.
Weet je nog hoe zacht hun gemoed was en hoe triestig om kleine en grote
ruzies. Ze waren bereid om te vergeven
en ze konden in hun handen klappen voor het succes van de anderen.
Soms hebben ze veel en stil geleden.
Omdat ze zelf het zo totaal anders aanvoelden, begrepen ze niet
waarom mensen zo hard en genadeloos konden zijn.
Herinner je je nog hoe ze hun kop schudden
als ze hoorden wat anderen moesten missen:
brood op de tafel, een beetje genegenheid,
een dak boven het hoofd, wat balsem voor de wonden.
Gelukkig de eenvoudigen van geest, had Jezus gezegd,
zij die niet zelfingenomen leven,
hun veiligheid niet zoeken in dingen die vergaan,
die pijn hebben, om het kwaad in hun eigen hart en in de wereld,
mensen die niet leven voor de schone schijn
die zich laten raken door het verdriet van anderen
en het leed helen van wie door de hardheid werd gewond,
die door hun kwetsbaarheid en argeloosheid weerstand oproepen,
schraapzucht aanklagen
en daardoor opzij geschoven worden.
Gelukkig zijn zij, hou vol zegt God
want eenmaal zal je Mij zien van aangezicht tot aangezicht.
een vreugde, waarvoor geen woorden zijn.
Wij hebben ze gekend, die mensen.
Zij hadden een hart voor datgene wat God het liefste wenst:
dat hun kinderen, hun kleinkinderen,
dat geliefden om hen heen zouden open bloeien omdat ze helemaal uniek
zijn.
En zo zat er heil in hun poetsen en zorgen, in hun treuren en lachen,
in hun wassen en elke dag naar het werk gaan
Met Allerheiligen zeggen we dat ze zalig zijn,
dat ze op aarde iets toonden van Gods glimlachen.
Meer zeggen we: dat liefde sterker is dan elke dood.
paul scheelen
IK BEN EEN PELGRIM
Laat ik mij even voorstellen; Mijn naam is Herman Van Hees en ik ben
een gewone keuzeparochiaan in de Sint-Paulusgemeenschap.
Enkele jaren geleden vertrok ik voor een voettocht van ongeveer 2.600
km van uit Antwerpen met als doel het graf van sint-Jabob te bezoeken.
Mijn voettocht duurde drie en een halve maand, dus ongeveer 100
dagen.
Omdat ik niet goed kan stil zitten probeerde ik het dit jaar opnieuw langs
een andere weg.
Je weet wel, Jacobus is een van de eerste drie volgelingen van Jezus.
Zowel Marcus, Matteüs en Lucas vertellen in het evangelie over de
wonderbare visvangst. Er zijn direct drie vissers die Jezus sympatiek
vinden en hem onvoorwaardelijk willen volgen. Dat zijn Simon en de
zonen van Zebedeüs. Simon die door Jezus Petrus wordt genoemd en dan
de twee broers, Johannes en Jacobus. Ook later als Mozes en Elia boven
op een berg aan Jezus verschijnen zijn deze drie leerlingen daar getuige
van.
Volgens verschillen
verhalen zou Jacobus
begraven zijn in het
noord-westen van
Spanje, in de provincie
Galicië, namelijk
Santiago de Compostela.
Nog voor het begin van
de middeleeuwen
trokken pelgrims naar
Compostela en deze
bedevaart is vandaag
levendiger dan ooit.
Mensen hebben altijd al
de behoefte gehad om
op weg te gaan om
elders op een stille plaats te gaan bidden.
Pelgrimeren is een onderdeel van vele godsdiensten. Als de joden uit
Egypte wegvluchtten, trokken zij 40 jaar door de woestijn.
Niet te geloven als je weet dat Egypte en Palestina aan elkaar grenzen en
dat je te voet er maar een week voor nodig hebt om die afstand af te
leggen. De moslims gaan naar Mekka en medina. De Hindoes die gaan
zich baden in de Ganges. De boeddhisten trekken naar Kapilavastoe en
Bodh Gaya. Velen onder ons zijn al wel eens te voet naar Scherpenheuvel
gegaan en Lourdes is zeker geen onbekende.
Gisteren nog vroeg iemand mij: “Zeg, als je zo lang onderweg bent, wat
neem je dan allemaal mee? Voor zo een lange reis moet ge toch heel wat
kleren en eten bij hebben. Als ik een weekend ergens doorbreng heb ik
op zijn minst twee grote valiezen bij en dan stel ik vast dat ik nog
vanalles vergeten ben.” Wel, mijn antwoord daarop is zeer kort. Zo
weinig mogelijk! Ik probeer mij in te leven in de middeleeuwse pelgrim.
Die had niet meer bij dan, om het in het oud-nederlands te zeggen, een
“Palster” en een “Scerpe”. Dat vraagt natuurlijk een beetje uitleg. Als
men zo een 1000 jaar geleden op pelgrimstocht vertrok was dat niet
vanzelfsprekend. De meesten kenden zelfs nauwelijk hun buurgemeente.
Het was onveilig. Er waren nauwelijks wegen en bruggen. Men kon kennis
maken met beren en wolven. Struikrovers maakten de wegen onveilig en
zelfs de herbergiers waren niet altijd te vertrouwen. Men moest zich dus
zeer grondig voorbereiden alvorens te vertrekken.
Er zijn verschillende redenen om op pelgrimstocht te gaan. Men kan gaan
uit vroomheid. Men kan gaan bidden op het graf van een of andere
heilige om er speciale gunsten te gaan vragen. Bij voorbeeld om er
genezing te vragen voor zichzelf of een familielid. Men kan het avontuur
opzoeken of moet gaan als straf voor een of andere misdrijf dat men
gepleegd heeft. Omdat het helemaal niet zeker is dat men gaat
terugkomen moet ge eerst thuis alles in orde maken. Je maakt je
testament op, je probeert om je medemens om vergiffenis te vragen voor
al het onrecht dat je hem hebt aangedaan. Je geeft de spullen terug die
je onrechtmatig hebt verkregen en dan ga je te biechten.
Je schaft je een palster en een scerpe aan.
De palster is niet meer dan een heel
gewone stok het is in feite een
bedelstaf. In het Latijn een baculum
en in het Frans bourdon. De mensen
moeten weten dat je bij de onderste
laag van de bevolking hoort. Je bent
een vreemde, een zonderling, een
bedelaar. Vanaf nu ben je niets meer.
Je legt je leven in de handen van
God. Je moet je dan ook zo
gedragen. Je moet je nederig
opstellen en tevreden zijn met wat je aangeboden krijgt. Een stuk brood,
wat water of een onderdak. Soms word je weggejaagd, soms wordt je
eten aangeboden en dan ben je dankbaar.
Je bent geen verwende toerist met onredelijke eisen of grove
opmerkingen tegenover hotelbedienden. Maar de stok dient ook als je
derde been. Hij helpt je overeind te blijven en je kunt je er mee
verdedigen bij een eventuele aanval van mens of dier. Het is je enige
gezelschap voor lange tijd.
De scerpe, pera, ransel of gewoonweg een reistas (in deze moderne tijd
een rugzak). De scerpe was in oorsprong een kleine tas van dierenvel
met een heel dunne draagriem. De tas mag niet groot zijn en hij moet
open zijn. Hij dient om een kleine hoeveel mondvoorraad in te steken
maar ook niet te veel. Je moet meer op God vertrouwen dan in je eigen
beschikbare middelen. Als je hem volpropt weegt hij te zwaar en begint
in je schouders te snijden. Met onze weersomstandigheden geraakt het
eten al heel gauw bedorven.
De tas moet open zijn om er gemakkelijk iets te kunnen insteken en je
moet er even gemakkelijk iets kunnen uithalen om te delen met iemand
die niets heeft. Je moet zowel leren ontvangen als te geven.
Bij zijn vertrek ontvangt de pelgrim van zijn plaatselijke bisschop een
geloofsbrief. Dat is een aanbevelingsbrief of een “Credencial” waarin staat
dat alle burgerlijke en kerkelijke overheden alles in het werk moeten
stellen om de pelgrim in staat te stellen om zijn opdracht tot een goed
einde te kunnen brengen. Deze brief is in het Latijn opgesteld maar ook
in de verschillende talen van de landen waar men doortrekt. In de
middeleeuwen was men verplicht die bij zich te hebben anders riskeerden
zijn een veroordeling voor vele jaren als roeier op galeien.
De schelp of Sint-Jacobsschelp is een uiterlijk
kenteken dat men op de bovenkleding draagt
om aan iedereen te laten weten dat men op
weg is naar het graf van de heilige Jacobus.
Deze schelp was vroeger alleen maar te
vinden aan de kust van Galicië het was een
soort bewijs dat men daar geweest was. Al
eeuwen nu geeft de bisschop van Compostela
de pelgrim een brief als bewijs dat hij
gebeden heeft bij Jacobus de meerdere.
Om te besluiten wil ik u meegeven dat het
menselijk leven wordt vergeleken met een pelgrimstocht. De mens is hier
tijdelijk op de wereld. Hij mag tijdelijk wat stoffelijke zaken gebruiken
maar hij heeft geen recht op eigendom. Wat hij bezit moet hij met
anderen delen. Hij zal zijn hele leven blijven ronddolen. Hij gaat
moeilijkheden tegemoet en leert er mee om te gaan. Onze godsdienst
biedt ons middelen aan om de goede weg te vinden. Op weg gaan om
heilige plaats bezoeken is niet het uiteindelijke doel. Zowel de weg als de
eindbestemming zijn slechts een middel om het eeuwig leven te vinden.
Herman Van Hees
VOORZITTER VAN KERKRAAD NETJES INGEKADERD
RELIGIEUZE NUMISMATIEK 17.
Naar de herkomst van deze mooie medaille heb ik lang gezocht.
Ze is gemaakt uit zilver en ingezet in een zilveren omkadering, een
gedraaide zilverdraad omsluit het geheel, bovenaan is het oog gevat in
een soort filigraandraad die eindigt op twee bloemen met daaraan
bevestigd een eikeltje en dit aan beide kanten.
Op de voorzijde zien wij
Christus aan het kruis met
links van Hem de geknielde
Maria Magdalena die
wenend naar Hem opkijkt.
Alles in een mooi landschap
geplaatst. De tekst luidt als
volgt : “Jesus meine liebe
ist gecreüsziget” en is
geschreven in het oude
Duitse handschrift soms
ook Gotisch schrift
genaamd “ Jezus mijn
liefde is gekruisigd”.
Op de keerzijde staat een tekst met
bovenaan een engel, mooie krullen
omkaderen het geheel.
“Jesus Shristus der Sohn Gottes hat
mich geliebet und sich selbst fur mich
dar gegeben.” GAL.II.vers . xx. Ook
deze tekst is gedrukt in het Gotisch
schrift. Het is een tekst uit de brief aan
de Galaten geschreven door de Heilige
Paulus. De woorden van Paulus worden
vertaald in het Nederlands: Jezus
Christus, Zoon van God heeft mij
liefgehad en zichzelf overgeleverd voor
mij. Een verwijzing naar de afbeelding
op de voorkant.
Het is een grote
medaille: 7 cm hoog
met oog en drager
inbegrepen. De totale
breedte is 6.5 cm.
Bij nader bestuderen
zien we op het oog
van beide eikeltjes
stempels, eerst de kop
van een eenhoorn,
deze afbeelding werd
gebruikt in de Duitse
stad Gmünd in de
XVIII eeuw. Er staat
ook het cijfer 13, een
oude maat die erop
wijst dat dit stuk
vervaardigd is in zilver
met een gehalte van
875/1000 .
Zo geeft deze medaille zelf haar ouderdom aan en kunnen we ze plaatsen
in de loop van de 18de eeuw. Shwäbisch Gmünd is een stad in de Duitse
deelstaat Baden Württemberg in het zuiden van Duitsland, eeuwen
geleden een centrum waar mooie voorwerpen werden gemaakt door
goudsmeden en zilversmeden, stempelsnijders en zelfs kunstschilders.
Ze was een van die vele Duitse steden zoals Mainz, Neurenberg, Ausburg
en München waar ook o.a. kunstsmeedwerk werd vervaardigd. Het was
een plaats waar men ook paternosters fabriceerde die over de grote
steden van Europa werden verspreid.
Aan deze gebedssnoeren werd soms als afsluiting een grote medaille
gehangen ter vervanging van het kruis. Vermoedelijk is onze medaille
daar ook voor gemaakt, vandaar de grote afmetingen.
In vele Duitse streekmusea kan men dergelijke voorwerpen bekijken.
Misschien de moeite waard om zo een museum te bezoeken als je op reis
bent in Duitsland.
Jean Marie Wielemans
HEILIGE PLAATSEN, HEILIGE BOEKEN.
Deze groots opgevatte tentoonstelling wil niet alleen informeren over de
rol van heilige plaatsen in de joodse, islamitische en christelijke traditie,
maar ook de heilige geschriften van deze tradities onder de aandacht
brengen. Het MAS toont van 19 september tot 18 januari 2015 aan de
hand van meer dan 200 soms verbluffende stukken (op de derde
verdieping) hoe deze grote religieuze bewegingen belangrijke
gelijkenissen, maar evenzeer grote verschillen vertonen.
De stukken uit de Sint-Pauluskerk dragen hier in belangrijke mate toe bij.
De erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience concentreert zich in diezelfde
geest op belangrijke geschriften uit deze godsdiensten. Liefhebbers zullen
daar unieke stukken kunnen bewonderen tussen 19 september en 21
december.
Op maandag 1 december wordt aan de werkende leden van de SintPaulusvrienden, de leden van de broederschappen en de medewerkers
van de Sint-Paulusparochie een inleiding op deze beide tentoonstellingen
aangeboden. Zij vernemen wat de beweegredenen zijn van bedevaarders,
waarom bepaalde locaties de status van bedevaartplaats krijgen en wat
er nu echt aan is van relikwieën.
Twee Dominicaanse invalshoeken krijgen extra aandacht:
1. de
Dominicaanse
monnik Felix
Fabri die in de
15de eeuw 2
maal naar het H.
Land en verder
reisde en daar
uitvoerig over
berichtte
("Fratris Felicis Fabri Evagatorium in Terræ Sanctæ, Arabiæ et Egypti
peregrinationem.")
2. onze Calvarie/ Verrijzenistuin die als “Antwerps Jeruzalem”
pelgrimsplaats gedurende eeuwen een plaats van gebed, verstilling en
spiritualiteit was.
Verder wordt verteld hoe de heilige geschriften zijn ontstaan en hoe met
de inhoud wordt omgegaan. De inleiding zal zowel historische als
godsdienstige invalshoeken bieden. De aanwezigen zullen zicht krijgen op
het verschijnsel van pelgrimages vroeger en nu.
Concreet: maandag 1 december 2014, in de crypte van de SintPauluskerk.
Aanvang 19.00 uur
Toegang langs de Sint-Paulusstraat.
Voor wie: werkende leden van de Sint-Paulusvrienden, de leden van de
broederschappen en de medewerkers van de Sint-Paulusparochie. Dit is
geen voor iedereen toegankelijke bijeenkomst.
Bijdrage: gratis
Duur: 90 minuten.
Spreker: Leo Vereecken, lic. Godsdienstwetenschappen K.U.Leuven, gids
Sint-Pauluskerk, secretaris Sint-Paulusvrienden
Inschrijven noodzakelijk op [email protected] of 0486 57 52 35
of bij de parochiale verantwoordelijken.
OP ZOEK NAAR WAT ONS OVERSTIJGT…
ZIN GEEFT, STUWT EN DRAAGT…
Zaterdagmorgen 18 oktober kwamen we met een twintigtal personen
samen in de gastvrije abdij van Westmalle voor de jaarlijkse
bezinningsdag geleid door onze pastoor Paul Scheelen.
Mooi herfstweer, de ingetogen rust van een abdij, een begenadigd
spreker, we hadden echt alles om er een mooie dag van te maken.
Pastoor Paul begon zijn bezinning ,met een kort fragment uit het boek
Pallieter van Felix Timmermans. De taal die de Fé gebruikt om uit te
leggen dat in iedere vergankelijkheid telkens weer nieuw leven schuilt,
dat een mens steeds opnieuw kan beginnen, raakte ons. Het zegt ook
veel over ons geloven, over onze kerk, altijd weer zijn er tekenen van
hoop.
Pastoor Paul begon nadien zijn zoektocht naar wat ons overstijgt, wat het
woord God betekent, in objectieve zin niets, maar het krijgt zijn
betekenis binnen de context van een samenleving. Het verhaal begon bij
de Homo Sapiens, bracht ons bij Abraham, Isaak en Jacob, de
Babylonische ballingschap, de Messiaanse droom.
Het middagmaal gebruikten we samen in de gastenkamer, een trappist
van de huisbrouwerij kon niet ontbreken. De (nieuwe) mannen deden
nadien samen de afwas.
Om 14 uur baden we met
de broeders in de kerk de
middaggebeden (noon).
Broeder Benedictus toonde
achteraf een film over de
abdij en haar bewoners en
beantwoordde onze vragen
over deze wel heel aparte
levensvorm.
Nadien was het tijd om ons
terug te verdiepen in wat
ons draagt en stuwt. Aan
de hand van foto’s van een
aantal schilderijen,
getuigden sommigen onder ons welk schilderij hen het transcendente, het
overstijgende deed aanvoelen. Deze vraag was de aanleiding voor een
diepgaand en boeiend gesprek.
Walter Geluyckens
ALS JE PARTNER OVERLEDEN IS
Van 21 tot 23 november 2014 is er Verder leven zonder jou - weekend
voor mensen van wie de partner overleden is. Dit weekend wil door de
ontmoeting met lotgenoten de kans bieden om stappen te zetten op weg
naar de heling en verwerking van het partnerverlies. Tijdens het weekend
wisselen praten, luisteren, stilte en beweging elkaar af. In kleine groepen
wordt de tijd genomen om de eigen ervaringen en gevoelens te
verwoorden en om naar elkaar te luisteren. Wie dat wenst, kan zich na
het weekend inschrijven voor vier zaterdagnamiddagen die gelden als
nazorg.
Het weekend start vrijdagavond om 19 uur en loopt tot zondag 19 uur in
Hof Zevenbergen aan de Kasteeldreef 22 in Ranst. De begeleiding is in
handen van Poel Gevers, Min Storms ([email protected]) en
Marijke Marijnissen (tel. 03 297 45 12). Deelnemen kost 140 euro
(volpension). Inschrijven kan tot uiterlijk één week voor aanvang van het
weekend. Informatie bij de begeleiders van het weekend of bij CCV in het
bisdom Antwerpen, tel. 03 287 35 83 of [email protected].
Dit weekend wordt twee keer per jaar georganiseerd. Voor de volgende
data en voor alle info kunt u kijken op www.verderlevenzonderjou.tk.
SINT-PAULUS TEGEN ARMOEDE
Armoede heeft zovele gezichten, meestal erg verborgen.
Daarom heeft de geloofsgemeenschap van Sint-Paulus haar diaconale
functie gekoppeld aan St.-Vincentius, aan C.A.W., aan de verbinding met
de St.-Jorisparochie en De Loodsen.
En dit geeft telkens een andere invalshoek en een ander doelpubliek.
Maandelijks bezoekt en ondersteunt de groep van St.-Vincentius armen
ter plaatse terwijl C.A.W meer dan honderd gezinnen en alleenstaanden
begeleidt, velen ook door persoonlijke budget begeleiding.
In samenwerking met de parochie worden maandelijks vele honderden
warme maaltijden verschaft aan hen die zonder deze hulp, verstoken
zouden blijven van gezonde voeding.
Een heel andere invalshoek is de aandacht voor asielzoekers-gezinnen
met kleine kinderen. Meestal mama’s die in onmenselijke situaties toch
blijven vechten voor hun kroost terwijl vele vaders weggetrokken zijn.
Elke maandag en vrijdag voormiddag stroomt de gang, de
ontvangstkamer, de wachtruimte van de pastorie op het Mechelseplein
vol.
“Of ik de heer Notaris even kan spreken..?”
Ik leg uit dat het om een huurhuis gaat voor een asielgezin met 7 kinderen
waarvoor maandelijks 850 euro bij hem dient gestort te worden.
“Even kijken of de notaris beschikbaar is… Het spijt mij, hij is in vergadering.”
Ik vertel, misschien met wat minder tact, dat deze woonst een krot is en dat
waarschijnlijk de heer notaris niet op de hoogte is van de miserabele toestand
waarin dit gezin gevestigd is.
Ik opper met diepe fijngevoeligheid mijn vermoeden dat de sociale inspectie dit
wel eens ‘huisjesmelkerij” zou noemen met alle gevolgen van dien.
Geen minuut later telefoneert de notaris, himself.
Hij is een tikkeltje verveeld met mijn telefoon waarbij ik hem aanraad om in
het vervolg voor deze krot, 50 Euro ipv 850 Euro aan te rekenen.
‘Het zou toch jammer zijn als de bouwpolitie iets verdachts zou opmerken’.
Van januari tot september waren er meer dan achthonderd persoonlijke
gesprekken met hulpzoekers. Het ging over meer dan 350 kinderen.
Er werden contacten gelegd met Kraamvogel, Ocmw, Sociale diensten,
scholen, deurwaarders, eigenaars, Waterlink, ziekenhuizen, Dokters van
de wereld, energieleveranciers enz.
Huisbezoeken hebben ons geleerd dat de situaties van asielzoekersgezinnen veel schrijnender zijn dan wat moeders ons vertellen.
Met de vinger op de knip hebben we op acht maanden 23.291 Euro
uitgegeven aan absoluut dringende tussenkomsten.
Dit was maar mogelijk dank zij o.a. de mooie ondersteuning door
de NOCTURNE
EVEN VERPOZEN
MET DE SINTPAULUSVRIENDEN
DIE MEER DAN
70.000 BEZOEKERS
VERWELKOMDEN.
En het jaar is nog
niet gedaan.
PAROCHIALE COÖRDINATIEKALENDER
Za
Zo
Ma
Zo
Wo
Zo
01
02
03
09
12
16
Do
Za
Zo
20
22
23
Vr
Zo
28
30
10.30U
10.30U
10.30U
10.30U
10.00U
10.30U
12.00U
20.00U
20.00U
10.30U
12.30U
15.00U
20.00U
10.30U
Za
Zo
Wo
Za
Zo
Do
Vr
Za
06
07
10
13
14
18
19
20
14.00U
10.30U
20.00U
11.30U
10.30U
14.00U
20.00U
11.00U
Zo
Wo
Do
Zo
21
24
25
28
10.30U
24.00U
10.30U
10.30U
NOVEMBER
Allerheiligen – Orkestmis
Allerzielen – koormis
Vergadering St.Vincentius
Koormis
Vergadering werkgroep “Nocturne”
Feest St.Cecilia – Vlaamse koren zingen “Schubert”
Doopviering ….. Brouwers
Concert Jeugd en Muziek
Concert – organisatie Arti Vocali
Orgelmis
Doopviering Leonie Van Hooydonck
Concert – orgnisatie Arti Vocale
“Nocturne” – St.Paulus tegen armoede
Orgelmis
DECEMBER
Huwelijksviering – Meurat Bilham en Linda Knigge
St.Elooiviering – Orkestmis
Vespers van Rachmaninov door VL. Radiokoor
Huwelijksviering Martinus Heinrichs en Esmee Joosten
H.Luciaviering – Koormis
Vergadering Kerkraad
Kerstconcert – St.Paulus Camerata
Huwelijksviering Björn Ottevaere en Margot
Caris alias Reynders
4° Zondag van de Advent – orgelmis
Kerstnacht – Orkestmis
Kerstdag – koormis
Orgelmis
teksten en afbeeldingen werden opgenomen
zoals door de auteurs aan de redactie bezorgd
Verantwoordelijk uitgever: P. Scheelen, St.-Paulusstraat 22, Antwerpen
Foto’s: Jean-Marie Wielemans, Paul Scheelen, Walter Geluyckens, Mas, Wikipedia, Piet De Smet
Redactie: J. Phlippo, Leo Van achter, P. Scheelen