Write Now! 2014 voorronde Gent Shavawn Somers 1e Prijswinnaar

Write Now! 2014 voorronde Gent
Shavawn Somers
1e Prijswinnaar
Groene Appels
Mariette stond bij de fruitafdeling van haar plaatselijke bazaar. Ondertussen heette die
bazaar al jaren de Carrefour, maar voor Mariette bleef het gewoon de bazaar. Al twintig jaar
kwam ze hier op vaste tijdstippen langs en maandag was fruitdag. En zoals elke maandag
was ze van plan om appels te kopen, groene om precies te zijn. Mariette hoefde geen
moeilijk gedoe met al die soorten. Geen Granny Smith of Jonagold, gewoon groene appels.
Maar deze specifieke maandag gebeurde er iets vreemds. Mariette twijfelde. Ze wist zelf niet
waarom, maar plots stelde ze zich de vraag of ze groene appels wel lekker vond. Eigenlijk
waren die groene appels best hard. Ze sneed de appels daarom ook steeds in vier partjes
om haar uitneembaar vals gebit wat te sparen. Misschien kocht ze die groene appels altijd
gewoon omwille van de kleur. Ze oogden zo fris. Als het graslandschap waar ze als jong
meisje door wandelde toen ze van de akkers naar huis wandelde. Ze dacht er steeds vaker
aan terug, mijmerend over hoe goed het vroeger toch wel niet was.
Alles leek tegenwoordig veel te snel aan haar voorbij te gaan. Zelf had ze nochtans altijd
gespot met haar vader wanneer die nostalgisch terugdacht aan zijn jonge jaren. Belachelijk
had ze het gevonden, dat wanhopig vast blijven klampen aan herinneringen. Het leven
gebeurde hier en nu, maar echt leven deed Mariette ondertussen al jaren niet meer. Mariette
nam een rode appel vast. Die voelde niet bepaald anders aan. In haar andere hand nam ze
een groene appel. Haar blik gleed behoedzaam van de ene appel naar de andere. Het waren
toch maar appels?
“Ah, Mariette, oe is da nog?” Mariette schrok bruusk wakker uit haar gedachten en zag
Jeanne naast haar staan. Even oud als haar, maar beter bewaard gebleven doorheen de
jaren. Haar ogen ontmoetten langzaam die van Jeanne. “Hallo, Jeanne.” Mariette probeerde
haar vermoeidheid weg te stoppen, maar eigenlijk was ze dat wel. Moe. Haar rimpels
wroetten zich ieder jaar steeds dieper in haar gezicht en haar blonde haren verloren steeds
meer glans, alsof zij het enkele jaren geleden al opgegeven hadden en besloten af te
sterven. “Zeg, Mariette, ken ik joen nie gezien ip de begravinge van Gilberta. Wo zoate gie?”
Ze liet de appels bijna uit haar handen glijden. Gilberta dood. Had ze die doodsbrief niet
gekregen? Of was ze het gewoon vergeten? De laatste tijd vergat ze wel meer, maar toch,
Gilberta dood, dat kon ze toch niet vergeten zijn. Of wel? Ze probeerde zo hard om het zich
te herinneren, maar haar hersenen wilden maar niet mee en het enige dat ze in haar hoofd
te zien kreeg, was een zwarte plek.
“’t Was nochtans schone gedoan wi. Spietig van die lelies, ‘k zien da nie gern ip e
begravinge, mo ja, bliekboar zag Gilberta da wel gern. Mo seg, je moe die rode appels nie
pak’n wi, veels te zeur! Allé, ‘k zien deure, Germain wacht in den auto. Saluutjes, hé!”
Appels? Welke appels? Oh, juist, Mariette keek naar haar handen en bleef verdwaasd
achter. Ze legde de rode appel traag terug op z’n plaats en nam een plastic zakje.
Vier groene appels, zoals gewoonlijk.