De grammatica van gebarentaal Robot brengt welvaart Nieuwe

opinie commentaar
Robot brengt welvaart
Nieuwe banen en veel vrije tijd
Een minuutje met...
Ouders van dove kinderen die gebarentaal leren, hebben
behoefte aan duidelijke taalregels. Dat stelt de nieuwe
hoogleraar Nederlandse Gebarentaal (NGT) Beppie van den
Bogaerde. Zij wil een nieuw NGT-grammaticaboek maken.
Robots nemen steeds meer
taken over van mensen, wat
in de toekomst kan leiden
tot een stijging van de werkloosheid. Dat zei minister
Asscher van Sociale Zaken
onlangs. De geschiedenis laat
zien dat deze voorspelling
niet klopt en dat er weer
eens paniek gezaaid wordt
om niets.
genheid zouden wegnemen.
Robotica is veel meer dan dat.
Dankzij robottechnologie
kunnen we mensen met een
dwarslaesie laten lopen, of
mensen ondersteunen bij
zwaar werk, zodat ze geen
klachten krijgen. Robots kunnen in de toekomst dingen
voor ons doen, zodat we meer
tijd hebben voor onze familie
of voor menselijke aandacht.
D
oor de industriële revolutie was een aantal
banen niet meer nodig.
In de 19e eeuw ontstonden
er in Engeland bewegingen
van arbeiders, de zogenoemde
Luddites, tegen de geautomatiseerde weefmachines. Zou
het beter zijn geweest als
zoiets helemaal niet was uitgevonden? Dat denk ik niet.
Hoewel een aantal banen niet
meer nodig was, werden veel
nieuwe banen gecreëerd. Het
was het begin van de welvaart
waarvan we nu nog dagelijks
profiteren.
Een vergelijkbare discussie
ontstond in de jaren vijftig met
de introductie van computers
en de verdergaande mechanisatie. Inderdaad, er gingen veel
banen verloren in de industriële sector, maar tegelijkertijd kwamen er nieuwe, minder zware banen bij rond
diensten en de IT. Met betere
salarissen en dus meer welvaart.
In 1956 introduceerden
George Devol en Joseph Engelberger de eerste commerciële
robot bij Unimation (Universal
Automation). General Motors
zette de robot 1962 in. Ook
door die uitvinding verdwenen
80 | New Scientist | november 2014
Welvaart
Topio is een Vietnamese pingpongrobot.
Robots in de sport zijn ook geen reden tot doemdenken.
Uiteraard willen we liever niet dat ze ons verslaan,
maar we kunnen er veel van leren.
HUMANROBO
veel banen, maar ontstonden
er ook weer nieuwe. Allan
Hunt en Timothy Hunt
beschreven dit proces in
1983 in hun studie getiteld
Human Resource Implications of
ROBOTICS. Hun conclusie was
dat robots op de werkplek
geen bedreiging zijn voor de
werkgelegenheid. Meer recent
(in 2011) onderbouwde onderzoeksbureau Metra Martech
in de studie Positive Impact of
Industrial Robots on Employment
de voorspelling dat er voor
iedere robot drie vacatures
zullen ontstaan.
Positief
En toch horen we ook nu
weer paniekzaaiende uitspraken vanuit de politiek, geba-
seerd op een rapport van
Deloitte, waarin staat dat de
komst van robots grote sociale
problemen zal creëren.
De geschiedenis laat zien
dat robots niet zo ‘gevaarlijk’
zijn als we denken. Waarom
horen we dan amper positieve
geluiden? Robots kunnen ons
helpen in het dagelijks leven,
en kunnen nieuwe markten
laten ontstaan in de zorg en
veiligheid. Waarom horen we
Voor elke
robot ontstaan
drie nieuwe
vacatures
niet dat robotica waarschijnlijk de enige oplossing is om
het probleem van een vergrijzende bevolking te verhelpen?
En waarom horen we niet dat
robots meer en meer zullen
zorgen voor onze welvaart
en productie, en dat de maatschappij daardoor als geheel
meer vrije tijd zal hebben?
Ik vind het teleurstellend
dat robotica opnieuw negatief
in de media komt, en dat een
negatief beeld wordt neergezet van een vakgebied dat
grote potentie heeft voor
onze maatschappij. Vaak
wordt over robots gesproken
als drones die bommen gooien
en mensen doden, of als eng
uitziende cyborgs die als
werkpaarden veel werkgele-
Het is een feit dat, zoals
eerder gebeurd is, de inzet
van nieuwe technologie – in
dit geval robots – de werkverdeling zal veranderen.
Inderdaad zullen veel banen
niet meer nodig zijn, maar
er ontstaan andere banen die
zeer waarschijnlijk minder
zwaar zijn en de mogelijkheid
geven om minder te werken
en meer te verdienen.
De politiek zal moeten
zorgen dat die welvaart goed
wordt verdeeld. We hoeven
met zijn allen minder te werken, en we zullen een beter
leven hebben met meer tijd
om te genieten en onszelf te
ontwikkelen. Is dat erg? Ik
geloof van niet en het zou
fijn zijn als de politiek vaker
de positieve kant van deze
vooruitgang belicht in plaats
van steeds maar de negatieve
scenario’s te schetsen.
Stefano Stramigioli is hoogleraar
robotica aan de Universiteit Twente.
Daarnaast is hij voorzitter van RoboNED.
In deze stichting stemmen Nederlandse
spelers uit het veld van de robotica hun
activiteiten op elkaar af.
De grammatica
van gebarentaal
Kun je in gebarentaal alles
zeggen?
Ja. Je kunt over complexe dingen spreken, zoals wiskunde
of geneeskunde. Toen gebarentaal voor het eerst op congressen werd gebruikt, was de
vraag vaak: hoe gebaar je dit
nu eigenlijk? Voor veel vaktermen waren toen nog geen
gebaren. Die zijn er nu wel.
Dat zou ook heel handig zijn.
Maar net als bij alle talen, is bij
gebarentaal sprake van een
eigen identiteit, een eigen cultuur. Gebarentaal ontstaat in
gemeenschappen waarin doven
bij elkaar komen. In Amerika
ontwikkelde zich daardoor een
andere gebarentaal dan in Engeland.
Waarom is er niet gewoon
één gebarentaal?
Ontwikkelden die talen zich
uitsluitend in dovengemeenschappen?
Ik kan jou ook vragen: waarom
is er niet één gesproken taal?
Vroeger mochten kinderen in
doveninternaten geen gebaren-
UVA / JEROEN OERLEMANS
taal gebruiken. Door die onderdrukking kon de taal juist
groeien. Kinderen leerden het
in het geniep van elkaar, de
jongere kinderen van de
oudere kinderen.
U doet onderzoek naar de
grammatica van gebarentaal.
Wat moet ik me daarbij voorstellen?
Gebarentalen hebben werkwoorden en werkwoordsvormen. In gebarentaal gebruik je
de ruimte voor je lichaam als
grammaticale ruimte. In het
Nederlands zeg je: ‘De man
kijkt naar de vrouw’ en daarbij
is de woordvolgorde belangrijk
voor de betekenis. In gebarentaal bestaan net zulke regels,
maar dan voor hoe je de grammaticale ruimte moet gebruiken, met de drie gebaren
‘MAN’, ‘VROUW’ en ‘manKIJKENvrouw’.
Waarom wilt u die grammaticaregels eigenlijk doorgronden? Als het werkt, is het
toch goed?
Je hebt veel mensen die gebarentaal als tweede taal willen
leren, zoals ouders van dove
kinderen of leerkrachten. Zij
hebben behoefte aan duidelijke
grammaticaregels. Ik wil een
nieuw grammaticaboek maken
van de Nederlandse gebarentaal en daarin alle kennis verzamelen. Of dat een fysiek
boek wordt, weet ik nog niet.
Misschien komt het wel online,
als aanvulling op bestaande
sites, zodat je filmpjes kunt
tonen. Gebarentaal is erg moeilijk op papier te zetten.
Beppie van den Bogearde doet
onderzoek naar de Nederlandse
Gebartentaal (NGT). Zij is lector
Dovenstudies aan de Hogeschool
Utrecht en hoogleraar NGT aan de
Universiteit van Amsterdam.
november 2014 | New Scientist | 81