ned- pedagogisch beleidsplan 2013 -2017

Pedagogisch beleid
2013 - 20
1
INHOUD
1.
2.
3.
3.1
4.
5.
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
6.
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
7.
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
8.
8.1
8.2
8.3
8.4
Voorwoord
Missie en algemene doelstelling
Groepsindeling en groepsopbouw
Maximale groepsgrootte en inzet beroepskrachten
Visie op opvoeden en opvoedingsverantwoordelijkheid
Pedagogisch werkwijze
De verschillende ontwikkelingsgebieden en creëren va
ontwikkelingsmogelijkheden
Lichamelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Creatieve ontwikkeling
Ontwikkeling persoonlijke competentie (identiteit en zelfredzaamheid)
Opvallend gedrag
Protocol Vermoeden Kindermishandeling en Huiselijk geweld
Maatschappelijke bewustwording
Overbrengen van waarden en normen
Uitwisselen van waarden en normen
Omgaan met vooroordelen
Verschillen
Problemen en conflicten
Feesten en rituelen
Omgaan met rouwverwerking
Veiligheid, gezondheid en verzorging van de kinderen
Wet Kinderopvang
Rol van de GGD
Veiligheidsmanagement
Gezondheidsmanagement
Inrichting
Contacten met ouders
Samenwerking met de ouders
Betrokkenheid
Wennen en afscheid nemen
Privacy
2
1. VOORWOORD
Ouders vertrouwen hun dierbaarste ‘bezit’ toe aan professionele pedagogisch
medewerkers1. Ouders moeten de zekerheid hebben dat hun kind, als ze niet aanwezig
zijn, in een geborgen en veilige omgeving met liefde en zorg door de groepsleiding2
(bestaande uit pedagogisch medewerkers) wordt opgevangen. Wij vinden het daarom
belangrijk dat de kinderen zich op The Clown Club thuis voelen. Zij moeten kunnen
terugvallen op een vertrouwde opvoeder en moeten vanuit die veilige omgeving de
wereld om hen heen kunnen verkennen en leren omgaan met andere kinderen.
Het creëren van een veilige en geborgen omgeving is een samenspel tussen de
pedagogisch medewerkers, kinderen en de ruimte waarin ze zich bevinden. Vaste
medewerkers in een groep, die zorgen voor een grote mate van continuïteit, zijn een
belangrijke factor. Kinderen kunnen zich zo hechten aan bepaalde personen, met wie ze
vertrouwd raken en bij wie ze zich veilig voelen. Een veilige en kindvriendelijke ruimte
met voldoende uitdaging voor kinderen, draagt mede zorg voor een ongehinderde
ontwikkeling van de kinderen.
Het pedagogisch beleidsplan geeft de visie op de ontwikkeling van kinderen en op de
opvoeding. Het geeft richtlijnen en werkwijzen weer over hoe een veilige en geborgen
omgeving voor kinderen gewaarborgd kan worden. Het plan dient ook om regelmatig na
te denken over de wijze waarop we omgaan met kinderen binnen The Clown Club; welke
doelen streven we na en op welke wijze willen we die doelen nastreven? Door regelmatig
hierover na te denken en met management, de pedagogisch medewerkers en ouders te
discussiëren wordt de kwaliteit binnen The Clown Club gewaarborgd.
2. MISSIE EN ALGEMENE DOELSTELLING
The Clown Club is opgericht in 1995 met als doel het ondersteunen en aanmoedigen van
een intercultureel leerproces tussen kinderen, hun ouders en de leiding in een veilige en
stimulerende omgeving. Er zijn Engelstalige en Nederlandstalige groepen. In alle groepen
zijn kinderen aanwezig met een verschil in culturele achtergrond en ook ons personeel is
internationaal van samenstelling. De interactie tussen de kinderen en de pedagogisch
medewerker is belangrijk bij het overdragen van culturele diversiteit. Om dit leerproces
te bevorderen behandelt de groepsleiding bijvoorbeeld thema’s over verschillende landen
en organiseert The Clown Club “International Day” (een open dag voor ouders en
kinderen). Op “International day” kunnen ouders en kinderen dan verder kennis maken
met verschillende culturele tradities, kledij en gerechten.
1
Daar waar gesproken wordt over pedagogisch medewerker, wordt zowel de mannelijke als vrouwelijke
medewerker bedoeld.
2
Daar waar gesproken wordt over groepsleiding, wordt het team van alle pedagogisch medewerkers in een
groep bedoeld.
3
3.
GROEPSINDELING EN GROEPSOPBOUW
The Clown Club biedt plaats aan 84 kinderen, verdeeld over 6 groepen. Het aantal
kinderen per groep is volgens de CAO-norm voor de Kinderopvang vastgesteld.
Baby’s
Toddlers
Preschool
Dutch 1
Dutch 2
Dutch 3
0 – 12 maanden: 8 kinderen
10 –30 maanden: 14 kinderen
30 –60 maanden: 16 kinderen
0 –30 maanden: 16 kinderen
24 –48 maanden: 14 kinderen
24 –48 maanden: 14 kinderen
:
:
:
:
:
:
2
3
3
3
2
2
pedagogisch
pedagogisch
pedagogisch
pedagogisch
pedagogisch
pedagogisch
mw
mw
mw
mw
mw
mw
The Clown Club werkt met een gemiddelde groepssamenstelling. Dat wil zeggen dat bij
de bezetting gekeken wordt naar de hierboven genoemde gemiddelde aantallen kinderen
per dag per leeftijdsgroep.
Leeftijden kunnen enigszins afwijken in verband met het individuele ontwikkelingsniveau
van het kind en de beschikbare plaats in de volgende groep.
3.1
Maximale groepsgrootte en inzet beroepskrachten
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal kinderen in een
stamgroep is als volgt:
1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar
1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar
1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2tot 3 jaar
1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde
berekend, waarbij het totaal van de berekening naar boven kan worden afgerond.
Voor de kinderen is het belangrijk dat de opvang plaatsvindt in een vertrouwde eigen
omgeving met dezelfde groep kinderen en vaste medewerkers. Op The Clown Club heeft
daarom ieder kind een eigen stamgroep. Dit betekent dat iedere groep een vaste groep
kinderen heeft in een vaste groepsruimte. Voordat een kind begint krijgen de ouders
informatie in welke groep hun kind zal komen.
Groepen kunnen ook samengevoegd worden bij bepaalde activiteiten zoals op de gang
spelen, in een andere groep spelen of buiten spelen. In deze situaties maken we gebruik
van een opendeuren beleid, dat wil zeggen dat kinderen de gelegenheid krijgen om
buiten de eigen groepsruimte met kinderen van andere groepen te spelen. In dit geval
gaat een vaste pedagogisch medewerker van de groep mee met het kind/ de kinderen
naar de andere groepsruimte. Dit biedt kinderen mogelijkheden om andere ruimtes te
ontdekken en ook in aanraking te komen met andere materialen en kinderen. Uiteraard
wordt gelet op het welbevinden van het kind.
Wanneer kinderen bij activiteiten de eigen stamgroep/groepsruimte verlaten, wordt de
maximale omvang van de stamgroep tijdelijk losgelaten. Dit betekent dat er dus meer
kinderen in een groepsruimte aanwezig kunnen zijn. Bijvoorbeeld twee peutergroepen
worden in één groep opgevangen met een vaste medewerker van beide groepen of
groepen worden gezamenlijk opgevangen in de buitenruimte waarbij ook de eigen
pedagogisch medewerker van de groep aanwezig is. Kinderen die tussen 18.00 en 18.30
4
uur worden opgehaald, zullen gezamenlijk worden opgevangen in een andere groep en
verlaten hiermee ook hun eigen stamgroep. Deze periode is echter van korte duur en
geldt niet als een tweede stamgroep. In dit geval kan het voorkomen dat de ouder niet
de medewerker ziet van de groep van zijn kind. De groepsleiding van de groep van het
kind laat informatie achter over de dag zodat er wel overdracht kan plaatsvinden. Deze
informatieoverdracht kan iets minder uitgebreid zijn dan wanneer één van de vaste
medewerkers die zal geven. Voor uitgebreide informatie kan de ouder dan weer de
medewerkers van de groep op een andere dag aanspreken.
Inzet beroepskrachten
Aan elke groep zijn vaste pedagogisch medewerkers verbonden, behoudens ziekte, verlof
en vakantie. De kinderen worden opgevangen en verzorgd door bevoegde pedagogisch
medewerkers, gediplomeerd conform de CAO Kinderopvang. Als erkend leerbedrijf heeft
The Clown Club naast de ervaren medewerkers ook leerlingen die werken en studeren
onder begeleiding van onze werkbegeleiders en praktijkopleider.
In de regel geldt dat gedurende de openingstijden er ten hoogste drie uur per dag (niet
aaneengesloten) minder medewerkers ingezet kunnen worden dan volgens de
beroepskracht- kind ratio vereist is, met dien verstande dat tenminste de helft van het
aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet. Mocht slechts één pedagogisch
medewerker worden ingezet, dan is er ten minste één andere medewerker aanwezig ter
ondersteuning van deze pedagogisch medewerker en dient als achterwacht in geval van
noodsituaties.
Bij afwezigheid van een pedagogisch medewerker komt een invalkracht of een andere
medewerker van The Clown Club op de groep.
Aan het begin en einde van de dag staan er minder pedagogisch medewerkers op de
groepen in verband met de verschillende diensten. Het kan voorkomen dat aan het begin
en einde van de dag (meestal van 7.45-9.15 en 16.30-18.30) het open-deuren-beleid
geldt. Het samenvoegen van de groepen aan het begin en einde van de dag gebeurt
tussen groepen die veel samenwerken (zoals de Toddler Room - Preschool en Dutch 2 Dutch 3). Een uitzondering hierop is de opvang van alle kinderen in twee groepen tussen
18.00 -18.30.
Indien er minder kinderen dan de maximale groepsgrootte aanwezig zijn (bijvoorbeeld in
vakantieperiodes of onderbezetting van groepen) werkt een medewerker alleen of
kunnen groepen samengevoegd worden. Bij het samenvoegen van groepen zijn de vaste
pedagogisch medewerkers van de groepen aanwezig. Bijvoorbeeld groep 1 gaat samen
met groep 2. Er is dan een pedagogisch medewerker van zowel groep 1 als groep 2
aanwezig.
4. VISIE OP OPVOEDEN EN
OPVOEDINGSVERANTWOORDELIJKHEID
In onze visie staat het kind centraal. Elk kind is uniek en heeft vele mogelijkheden. Een
kind moet zich kunnen ontwikkelen in een omgeving waar het zich veilig en vertrouwd
voelt. Onze visie op het opvoeden en de opvoedingsverantwoordelijkheid wordt gevormd
door onze deskundige pedagogische medewerkers en leidinggevenden, met een open
houding ten opzichte van bestaande en nieuwe theorieën en werkwijze.
5
The Clown Club streeft ernaar dat de zorg voor het kind zoveel mogelijk aansluit bij de
opvoeding thuis. Daarnaast heeft het kinderdagverblijf een eigen verantwoordelijkheid en
is de opvoeding in groepsverband behalve vervangend, ook aanvullend op de opvoeding
thuis. De ouders zijn altijd eindverantwoordelijk, daarom is open communicatie een
voorwaarde voor het werkelijk delen van de opvoedingsverantwoordelijkheid.
De basis van ons pedagogisch beleid wordt gevormd door de uitgangspunten: emotionele
veiligheid en vertrouwen, respect en zelfstandigheid, ruimte en veiligheid en leven in een
groep.
Emotionele veiligheid en vertrouwen
Om er voor te zorgen dat een kind zich prettig voelt, nieuwe uitdagingen aan durft en
relaties kan aangaan is het belangrijk dat een kind zichzelf kan zijn, zich veilig genoeg
voelt om zijn emoties te tonen, zoals boosheid, verdriet en blijdschap. Hierin vinden wij
de interactie tussen het kind met zijn eigen individuele kenmerken en de omgeving
waarin het opgroeit belangrijk. Beide factoren leveren een bijdrage aan de groei en
ontwikkeling van het kind tot een zelfstandig, sociaal en emotioneel vaardig persoon.
Communicatie speelt een belangrijke rol in deze. Wij proberen de emoties te verwoorden
en gebruiken hierbij ook veel non-verbale communicatie. In ons tweetalig
kinderdagverblijf heeft dit aspect nog eens een extra dimensie. Ook is het belangrijk dat
een kind bekend is met de plaats en de manier van opvang. Het streven is dat steeds
dezelfde medewerkers en kinderen aanwezig zijn om deze emotionele veiligheid te
waarborgen.
Respect en zelfstandigheid
Elk kind heeft het recht om onvoorwaardelijk geaccepteerd te worden. Dit geeft het kind
een veilig gevoel om zichzelf en anderen te accepteren zoals ze zijn. Hiermee wordt het
gevoel van eigenwaarde vergroot en ontwikkelt het kind zijn persoonlijke competenties.
Een kind heeft recht op respect en moet de ruimte krijgen om zich op eigen wijze te
ontwikkelen. Hierbij wordt het kind ook gestimuleerd om zelfstandig eigen keuzes te
maken en initiatieven te nemen, door bijvoorbeeld kinderen zo veel mogelijk zelf te laten
doen en om hulp te laten vragen als ze die nodig hebben. Uiteraard is het soms
noodzakelijk om bepaald gedrag te verbieden en kunnen kinderen niet geheel vrij gelaten
worden in hun uiting van zelfstandig gedrag.
Ruimte en veiligheid
Op The Clown Club vinden wij het belangrijk om een kind een uitdagende en geborgen
omgeving te geven waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen. De ruimte dient zowel
veilig als uitdagend te zijn, zodat kinderen zich uitgenodigd voelen om op onderzoek uit
te gaan. We maken de ruimte uitdagend door deze zodanig in te richten dat er
verschillende activiteiten kunnen plaatsvinden. Er wordt de mogelijkheid geboden om te
spelen in verschillende hoekjes met verschillende materialen zodat de keuze gevarieerd
is. De mogelijkheid bestaat tot het doen van drukke en rustige activiteiten. Op
regenachtige en winterse dagen worden binnen (op de gang en in de leefruimte)
activiteiten gedaan, zoals bewegingsactiviteiten, muziek en dans, rennen en achter de
bal aanhollen. De buitenruimte geeft een uitstekende mogelijkheid om de ontwikkeling
van de grove motoriek te stimuleren: het daagt uit tot rennen, fietsen en de natuur te
ontdekken (bladeren, beestjes, zon, wind en regen). Bij al deze activiteiten en in deze
ruimtes kunnen de kinderen zich volop uitleven. Wij dragen er zorg voor dat de kinderen
deze ruimtes op een veilige manier kunnen ontdekken en onderzoeken, door alert te zijn
6
op gevaar en op gebreken van materiaal. Geregeld, in elk geval jaarlijks, evalueren wij
de risico’s en wordt een plan van aanpak gemaakt om de risico’s te minimaliseren of te
elimineren.
Leven in een groep
Kinderopvang is bedoeld voor meer dan opvang alleen, het biedt een omgeving waarin
opvoeding en sociale omgang van groot belang zijn. Het leven in een groep omvat een
aantal belangrijke aspecten zoals samen dingen doen, samen spelen en delen,
vriendschappen opbouwen, samen een veilige, geborgen sfeer creëren en daarbij respect
hebben voor elkaar, voor elkaars spullen en voor de omgeving. De ontwikkeling van de
sociale competenties en de overdracht van waarden en normen staan uiteraard hierin
centraal. Leven in een groep brengt ook met zich mee dat er respect moet zijn voor
zowel het groepsbelang als het individuele belang. Op The Clown Club geldt dat een kind
recht heeft op individuele aandacht en zorg waarbij tevens rekening moet worden
gehouden met het belang van de groep als geheel. Het individu mag niet lijden onder de
groep, maar de groep mag ook niet lijden onder het individu.
Voor het overige is ons uitgangspunt dat een spelend kind een lerend kind is. In
hoofdstuk 5 staat beschreven op welke manier spel betrokken is bij de verschillende
ontwikkelingsgebieden.
5. PEDAGOGISCHE WERKWIJZE
5.1
De verschillende ontwikkelingsgebieden en het creëren van
ontwikkelingsmogelijkheden
In de eerste vier jaar van het leven ontwikkelt een kind zich van een hulpeloze baby tot
een peuter en schoolgaand kind. Een kind dat, als de ontwikkeling voorspoedig verlopen
is, met zelfvertrouwen de wereld tegemoet treedt en zich aardig kan redden. De eerste
jaren worden algemeen beschouwd als een cruciale periode voor de ontwikkeling van het
kind op velerlei gebied.
De ontwikkeling van kinderen verloopt niet bij elk kind op dezelfde wijze. Ieder kind heeft
een eigen tempo en kent bepaalde gebieden waarin het zich meer of minder ontwikkelt.
Ieder kind heeft ook een grote mate van potentie in zich. De situatie waarin het kind
opgroeit en de mensen die het kind omringen, spelen een belangrijke rol in de manier
waarop die mogelijkheden worden gerealiseerd en in welk tempo dat gebeurt. De
kinderopvang levert hieraan een belangrijke bijdrage. Ook is het signaleren van
ontwikkelingsproblemen, en daarop inspelen door de medewerkers, een belangrijke
functie van het kinderdagverblijf.
De situatie binnen The Clown Club is er op gericht om kinderen in een veilige en prettige
omgeving de dag te laten doorbrengen. Hierbij wordt zowel in groepsverband als
individueel bewust aangesloten op de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt.
In de ontwikkeling van de kinderen kunnen de volgende deelgebieden onderscheiden
worden:
1. Lichamelijke ontwikkeling
2. Sociaal-emotionele ontwikkeling
3. Cognitieve en taal ontwikkeling
4. Creatieve ontwikkeling
5. Ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid
7
5.2
Lichamelijke ontwikkeling
In de leeftijd van 0 tot 4 jaar maken kinderen een grote ontwikkeling door in de
motorische vaardigheden. De coördinatie en het samen bewegen van romp, armen en
benen heet de grove motoriek. De grove motoriek wordt gestimuleerd door materialen
als het dans- en bewegingsspel. Bij The Clown Club worden uitdagende
spelmogelijkheden aangeboden door middel van verschillende spelmaterialen en
activiteiten. Het kind moet kunnen klauteren, glijden en springen waardoor het de eigen
mogelijkheden leert kennen. Het kind leert onder meer omgaan met hoogteverschillen en
gevaar. We hebben hiervoor zowel buiten als binnen materialen beschikbaar zoals een
glijbaan, tafels, stoelen, klimtoestel en activiteiten gericht op bewegingsspellen
(parachute spellen, balspellen, zaklopen etc).
De fijne motoriek omvat kleine bewegingen die coördinatie tussen ogen en handen
vereisen. Het kind gaat naar voorwerpen grijpen en pakken.
De fijne motoriek ontstaat onder meer in het fysieke contact met de medewerker en
wordt gestimuleerd door materialen als kleurpotloden, kralen, insteeknoppen en puzzels.
Bij baby's wordt dat bijvoorbeeld gestimuleerd door rammelaars, de babygym en door
het doen van spelletjes (vinger vastpakken, naar de neus wijzen etc.)
5.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling
De relatie die kinderen hebben met hun omgeving vormt een belangrijk aspect van de
sociale ontwikkeling. Deze relatie duidt met name op de behoefte van een kind aan
veiligheid en ondersteuning vanuit de omgeving. Het wil ergens bijhoren en wil ervaren
hoe het is om samen te zijn met andere kinderen en volwassenen. Door het omgaan met
leeftijdgenootjes en de groepsleiding leert het kind de uitwerking van zijn gedrag op
anderen kennen. Hierdoor leert het kind inzicht te krijgen in zijn eigen gevoelens en leert
het om te gaan met andere reacties dan de reacties die het kind normaliter van zijn
naasten krijgt. Tevens leert het kind al vroeg de betekenis van delen, troosten, helpen,
rekening houden met anderen en omgaan met conflicten. Door de aanwezigheid en
ondersteuning van de groepsleiding leert het kind om vertrouwen te hebben in zijn
omgeving. Het kind is dan in staat om vrij op onderzoek uit te gaan en in deze omgeving
te spelen.
Veilige hechting op jonge leeftijd vormt mede de basis voor de ontwikkeling tot een
stabiele volwassenheid. Onze pedagogisch medewerkers dragen hieraan bij door met elk
kind een hechte band op te bouwen en ook een vertrouwensrelatie met de ouders aan te
gaan. The Clown Club streeft naar continuïteit van medewerkers op de groep. Naast
aandacht voor de groep en groepsprocessen, maken zij tijd en ruimte voor individuele
aandacht. Extra aandacht wordt gegeven aan het kind in bijzondere situaties zoals
wennen op The Clown Club, overgang naar een andere groep en afscheid nemen.
Voor de ontwikkeling van het gevoelsleven van jonge kinderen is het zeer belangrijk dat
het kind zich bevindt in een veilige en vertrouwde omgeving. Juist bij jonge kinderen zijn
de emotionele contacten zoals elkaar aanraken, elkaar nadoen, lachen en knuffelen van
het grootste belang. Jonge kinderen hebben hun eigen manier van uiten. Het waarnemen
en het serieus nemen van gevoelens van de kinderen is daarom belangrijk. Het
verschonen en voeden is bijvoorbeeld een uitstekend moment voor de groepsleiding om
baby’s individuele aandacht te geven. Luisteren naar verhalen, samen knutselen en
samen spelen zijn de momenten waarop de oudere kinderen meer individueel aandacht
8
krijgen. De groepsleiding probeert de gevoelens van kinderen, zoals blijdschap, woede,
verdriet, angst en onverschilligheid te verwoorden. Zo leert het kind om te gaan met zijn
gevoelens, herkent het gevoelens van andere kinderen en leert ook hiermee om te gaan.
Soms is het nodig dat een medewerker een bepaald gedrag verbiedt, wel de gevoelens
van het kind begrijpt en tegelijkertijd ook duidelijke grenzen stelt aan de kinderen.
Sommige gedragsuitingen worden niet toegestaan door de groepsleiding, zoals fysieke en
verbale agressie.
De groepsleiding stimuleert de emotionele ontwikkeling met spel, bijvoorbeeld fantasieen rollenspelen. Op The Clown Club is hiervoor materiaal aanwezig zoals poppen, een
boerderij, lego/duplo en verkleedkleren.
Bij gedragsverandering houdt de groepsleiding rekening met de veranderingen in de
situaties thuis, bijvoorbeeld door de komst van een broertje/zusje, door verhuizing of
andere omstandigheden. Jonge kinderen uiten veel van hun gevoelens door spel. De
groepsleiding kan dan in spelvorm op deze situaties ingaan. Goede oudercontacten zijn
hierbij van groot belang, zodat er op de situatie thuis kan worden ingespeeld.
5.4
Cognitieve ontwikkeling
Taal
Jonge kinderen ontwikkelen zich in hoog tempo. Taalontwikkeling is hiervan een
belangrijk onderdeel. In ons tweetalig kinderdagverblijf heeft dit belang nog een extra
accent. The Clown Club heeft als voertaal Nederlands en Engels. Het is belangrijk
kinderen te begeleiden bij het ontwikkelen van hun taalvaardigheden in onze
internationale setting. Hiervoor heeft The Clown Club een gedragscode ontwikkeld waarin
staat beschreven hoe de twee voertalen binnen The Clown Club worden gehanteerd.
De cognitieve ontwikkeling heeft betrekking op de ontwikkeling van taal (taalgebruik en
taalbegrip) en denken. Begrip en inzicht worden verworven door de informatie uit de
omgeving te ordenen, te onthouden, toe te passen en te combineren met nieuwe
situaties. Taal en denken zijn nauw met elkaar verbonden.
Twee of meer talen leren kan succesvol verlopen bij jonge kinderen. Het is belangrijk dat
dit gebeurt in de zogenaamde gevoelige periode van het taalverwervingsproces (tussen
de 0 en 10 jaar). De taalontwikkeling van een meertalig kind verloopt grotendeels op
dezelfde manier als de taalontwikkeling van een ééntalig kind. Het verschil ligt in het
ontwerpen van twee systemen, voor elke taal één. Dat meertalige kinderen in eerste
instantie per taal over minder woorden beschikken is vrij normaal. Deze kinderen moeten
namelijk bij het leren van een nieuw woord twee etiketten plakken.
Voor het verloop van de taalverwerving van meertalige kinderen is het belangrijk dat het
kind gestimuleerd wordt om de talen van elkaar te onderscheiden. Bij The Clown Club
doen we dat door het taalgebruik te koppelen aan het consequent aanbieden van één
taal. In de Engelstalige groepen wordt dan ook alleen Engels gesproken en in de
Nederlandstalige groepen alleen Nederlands. Op deze manier wordt het gebruik van
meerdere talen gekoppeld aan verschillende ruimtes, activiteiten, personen en situaties.
Dus het kind spreekt bijvoorbeeld thuis alleen Spaans en op The Clown Club alleen
Engels of Nederlands.
Uit onderzoeken blijkt dat de verwerving van twee of meer talen voor een kind prima te
doen is. Wel is het hierbij belangrijk dat er in beide talen gevarieerd en veel met de
kinderen wordt gepraat. De medewerkers van The Clown Club spelen hierin een actieve
9
rol door veel tegen het kind te praten. Zoveel mogelijk wordt op elke taaluitdrukking van
het kind gereageerd: van de eerste klanken die de baby maakt tot de vragen en verhalen
van de peuter.
Om de taalontwikkeling te stimuleren organiseert de groepsleiding verschillende
activiteiten, zoals zang, taalspelletjes en spelletjes met klanken en geluiden in de
desbetreffende talen.
Denken
De ontwikkeling van het denken omvat onder andere het beredeneren en oplossen van
problemen. Dit is een complex proces van het verwerken van informatie die voor
kinderen overweldigend kan zijn. Door middel van spel wordt geprobeerd hierin een
structuur aan te brengen. Spelen en bezig zijn is leren voor een kind. Het kind leert
onder meer door voorbeeld en nabootsing en door de spelactiviteiten en door het
bespreken van dagelijkse gebeurtenissen ontstaat orde in de wereld van het kind. De
groepsleiding legt daarbij uit, benoemt de dingen en nodigt de kinderen uit om zelf
dingen te verwoorden. De ontwikkeling van taal heeft een grote invloed op het denken,
immers taal is een onderdeel van de cognitieve ontwikkeling. Praten is een vorm van
hardop denken. Jonge kinderen denken nog heel concreet en hier wordt ook de
communicatie door de groepsleiding op aangepast. Tijdens onze kringgesprekken en
spelactiviteiten wordt hier extra aandacht aan besteed.
Denken is ook het vermogen van kinderen om zelf oplossingen te zoeken voor
problemen. De groepsleiding probeert daarom kinderen zoveel mogelijk zelf problemen
op te laten lossen. De kinderen die onderling conflicten hebben worden eerst vrij gelaten
in het zelf oplossen. Dit doet een beroep op het denkvermogen van het kind en vergroot
de creativiteit in het omgaan met verschillende situaties. Ter bevordering van de
cognitieve ontwikkeling (denken en waarnemen) wordt binnen The Clown Club veelzijdig
materiaal aangeboden waardoor kinderen bezig kunnen zijn met de kleuren, de vormen
en de seizoenen.
5.5
Creatieve ontwikkeling
De groepsleiding stimuleert de creatieve ontwikkeling door het aanbieden van allerlei
soorten materialen (water, zand, verf, klei, verkleedkleren en schmink) en activiteiten
(muziek en dans).
Voor het kleine kind is het omgaan met materialen een onderzoekende en uitdagende
bezigheid. Het leert er de mogelijkheden en de eigenschappen van kennen waarbij het
resultaat nog niet belangrijk is.
Creatief zijn kan op vele manieren, bijvoorbeeld door te vertellen en door fantasieconstructie spelen. Het is belangrijk dat kinderen hierbij gewaardeerd worden en zoveel
mogelijk de ruimte krijgen voor hun eigen inbreng.
5.6
Ontwikkeling persoonlijke competentie (identiteit en zelfredzaamheid)
Geleidelijk aan wordt het kind steeds meer bewust dat het een persoon is, die verschilt
van ieder ander. Zo herkent het kind zichzelf in de spiegel en gaat het wijzen naar
dingen die hij wil. Kinderen worden ook steeds meer bewust van de invloed die ze
kunnen uitoefenen op de omgeving. De eigen wil wordt sterker bij de dreumes en peuter.
Ze zijn dan ook gevoeliger voor goed- en afkeuringen. Het is belangrijk dat het kind
positief wordt benaderd. De kinderen worden zoveel mogelijk gestimuleerd om gewenst
gedrag te vertonen door veel complimenten te geven gedurende de dag. De kinderen
krijgen niet alleen complimenten wanneer ze iets goed hebben gedaan, maar ook als ze
iets proberen (bijv bij eten en spel) en een inspanning leveren aan een taak of spel. Als
kinderen veel complimentjes krijgen, als er vaak positieve opmerkingen gemaakt worden
10
over hun gedrag, heeft dat een positieve uitwerking op het zelfbeeld van kinderen. Ze
ontwikkelen hierdoor zekerheid en duidelijkheid over het gedrag dat wel en niet gewenst
is. De complimentjes vergroten hun zelfvertrouwen en competentiegevoelens.
De groepsleiding waardeert onderlinge verschillen (in bijvoorbeeld voorkeur voor
activiteiten, tempo en spontaniteit) tussen de kinderen. Daarnaast stimuleert de
groepsleiding het identiteitsbesef ook door bijvoorbeeld regelmatig het opnoemen van
namen en achternamen of door het geven van een eigen plekje of eigen spullen. De
groepsleiding moedigt de individuele interesses en competenties van een kind aan door
te zorgen voor bijvoorbeeld het gewenste spelmateriaal. Dit alles binnen de grenzen van
de groep en organisatie.
Eén van onze uitgangspunten is om het kind op te laten groeien tot een zelfstandig
persoon. Zelfstandigheid en zelfredzaamheid zijn namelijk belangrijke waarden in onze
tijd en samenleving en de groepsleiding moedigt dit aan bij het kind. Dat wat het kind
kan proberen mag het in principe ook zelf proberen. De groepsleiding zorgt er wel voor
dat het kind niet teveel mislukkingen ervaart.
De groepsleiding stimuleert en ondersteunt de zelfredzaamheid door taken en opdrachten
voor de kinderen in de dagelijkse routine mee te nemen, bijvoorbeeld het opruimen van
speelgoed na het spelen. De opdrachten worden voor het kind duidelijk en concreet
gehouden. Kinderen overvragen draagt immers niet bij aan persoonlijke groei, maar remt
deze eerder af. Onder stimuleren verstaan wij het kind aanmoedigen, uitnodigen en
begeleiden. Het kind aan zijn lot overlaten onder de noemer “stimuleren van de
zelfstandigheid” komt hiervoor uitdrukkelijk niet in aanmerking.
Gedrag is grotendeels aangeleerd en dus ook beïnvloedbaar. Daarbij spelen kindfactoren
ook een rol, zoals het temperament. Dit geeft aan dat een bepaald gedrag kan worden
versterkt of afgezwakt en dat de omgeving gepast moet reageren op het kind. Ieder kind
heeft behoefte aan gerichte (op het kind afgestemde) aandacht. Als een kind geen
positieve aandacht krijgt, kan het kind, door bijvoorbeeld storend gedrag, zorgen dat het
toch (veelal negatieve) aandacht krijgt. In de behoefte aan aandacht wordt dan wel
voorzien, alleen niet op de meest gewenste manier. Wanneer een kind gedrag vertoont
dat niet gepast is in de groep, bijvoorbeeld naar de groepsleiding en/of kinderen toe,
wordt er aan het kind uitgelegd waarom het gedrag niet gewenst is. Vervolgens geeft de
groepsleiding aan welk gedrag wel gewenst is en dient eventueel als voorbeeld. De
groepsleiding spreekt het kind altijd aan op zijn gedrag en niet op het kind als persoon
zijnde. Belangrijk bij dit aspect om ongewenst gedrag af te leren is dat de groepsleiding
consequent en duidelijk corrigeert. Belonen wordt gedaan door positieve bevestiging en
benadering in verhouding tot de prestatie / de verdienste. Corrigeren en bevestigen
dienen het kind een reëel beeld van zijn functioneren te geven en in het verlengde
hiervan zijn weerbaarheid en redzaamheid te vergroten.
5.7 Opvallend gedrag
Voor elk kind wordt op vaste leeftijden een peilkaart door de pedagogisch medewerker
ingevuld om de ontwikkelingslijn in de gaten te houden. De peilkaarten geven de
pedagogisch medewerkers een leidraad om rustig stil te staan bij een kind dat volop in
ontwikkeling is.
Wanneer een kind voorloopt op zijn ontwikkeling, wanneer bij het kind achterstand
gesignaleerd wordt of wanneer het kind zich bijzonder gedraagt, probeert de
groepsleiding door middel van extra observaties een duidelijker beeld te krijgen van het
gedrag. De zorg wordt met ouders besproken en er wordt geprobeerd om samen tot een
oplossing te komen. Het kan voorkomen dat externe hulp wordt geadviseerd, zoals een
logopedist of fysiotherapeut. De vervolgstappen liggen uiteindelijk bij de ouders.
11
Dikwijls werken we samen met een extern team, het Centrum voor Jeugd en Gezin en de
School Advies Dienst Wassenaar (SAD). Als we denken dat zij ons verder kunnen helpen,
vragen we de ouders voor toestemming om hun kind te bespreken met dit team. Het is
mogelijk dat we een kind anoniem inbrengen. Dit doen wij in gevallen waarin wij externe
hulp noodzakelijk vinden, maar waarin ouders geen toestemming geven om de situatie
van hun kind met een extern team te bespreken.
Uiteraard kunnen ouders ook zelf informatie over het Centrum voor Jeugd en Gezin en de
School Advies Dienst Wassenaar bij ons opvragen.
Bij de overgang van The Clown Club naar de Nederlandse basisschool sturen wij de
peilkaarten van het kind naar de desbetreffende basisschool. De peilkaarten worden
alleen opgestuurd indien het kind naar een Nederlandse basisschool gaat. Dit is een kind
volgsysteem dat geldt voor Nederlandse kinderopvang, peuterspeelzaal en basisscholen
in Wassenaar. Voor het opsturen van de formulieren is schriftelijke toestemming van
ouders nodig. Ouders mogen bezwaar maken als ze niet willen dat The Clown Club de
peilkaarten naar school opstuurt. De peilkaarten worden tijdens een eindgesprek met
ouders eerst besproken voordat ze naar de basisschool worden verstuurd.
5.8 Protocol Vermoeden Kindermishandeling en Huiselijk geweld
Binnen The Clown Club hanteren wij een protocol bij een vermoeden van
kindermishandeling en huiselijk geweld. In dit protocol zijn onder andere de volgende
aspecten opgenomen: de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de
Jeugdzorg, een stappenplan bij een vermoeden, de verantwoordelijkheden binnen The
Clown Club, informatie over signalen en praktische informatie over Bureau Jeugdzorg en
Advies en Meldpunt Kindermishandeling. In elk groep en bij het management is een
exemplaar van dit protocol ter inzage aanwezig. Elke medewerker is op de hoogte van de
inhoud van dit protocol en er wordt over dit onderwerp periodiek voorlichting gegeven.
6. MAATSCHAPPELIJKE/ CULTURELE BEWUSTWORDING
6.1 Overbrengen van waarden en normen
Het overbrengen van waarden en normen speelt in de opvoeding van de kinderen
voortdurend een rol. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten
aan bepaalde gedragingen, dingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die
aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Waarden zijn onmiskenbaar
cultuurgebonden; ze veranderen in de loop van de tijd en variëren van samenleving tot
samenleving. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften hoe volwassenen
en kinderen zich behoren te gedragen.
6.2 Uitwisselen van waarden en normen
Een kind wordt gevormd door de omgang met volwassenen en andere kinderen. De
omgang tussen volwassenen en kinderen heeft in de kinderopvang een andere dimensie
dan thuis.
De groepsleiding is in eerste instantie beroepsmatig bij de kinderen betrokken. Zij
onderhoudt contact met alle kinderen uit de groep. Daarnaast is er de omgang van de
medewerker met de groep als geheel. Op beide niveaus is sprake van een voortdurende
uitwisseling van waarden en normen in communicatie en interactie. In groepsverband is
de uitwisseling een continu proces. Tussen de kinderen onderling speelt voortdurend wat
12
hoort en niet hoort. Dagelijks worden de geldende regels in de groep verbaal en nonverbaal herhaald en de kinderen krijgen zoveel mogelijk uitleg waarom iets op een
bepaalde manier gaat, aangepast op het ontwikkelingsniveau.
Door middel van taal vindt er onderling een (gedeeltelijke) bewuste uitwisseling plaats
van waarden en normen. Daarnaast speelt het non-verbaal uitwisselen en overbrengen
een grote rol in de communicatie. Hier wordt zo zorgvuldig mogelijk mee omgegaan. De
groepsleiding dient ook als voorbeeld voor de kinderen in de overdracht van waarden en
normen.
6.3 Omgaan met vooroordelen
De pedagogisch medewerker in de groep is zich bewust van bestaande vooroordelen bij
zichzelf en bij anderen omtrent geloof, etniciteit, sociale klasse, sekse en seksuele
geaardheid. Zij realiseert zich beïnvloed te zijn door de eigen omgeving waarin zij is
opgegroeid.
Over al deze onderwerpen zijn in meer of mindere mate vanzelfsprekendheden ontstaan
die discutabel zijn. De medewerker probeert kritisch te staan tegenover deze meningen,
het gedrag dat daar uit voortvloeit en zich bewust te blijven van eigen vooroordelen.
Bij kinderen wordt actief geprobeerd te voorkomen dat vooroordelen ontstaan, juist
omdat kinderen van nature nieuwe dingen open tegemoet zullen treden.
De groepsleiding probeert steeds te reageren op de kinderen zodra ze merkt dat in een
spel of in gesprek vooroordelen naar voren komen. Ook is zij actief in het aanbieden van
roldoorbrekend speelgoed, het voorlezen van verhalen en het zingen van liedjes die de
kinderen duidelijk laten zien dat er keuzes zijn buiten de "gangbare" paden. De
groepsleiding is er alert op dat zij op geen enkele wijze negatieve meningen laat horen
over bepaalde groepen in onze samenleving. Wel is ze actief in het praten over
verschillende groeperingen, met de bedoeling dat de kinderen meer weten en daardoor
minder snel geneigd zijn iets afwijkend en minder waard te vinden.
6.4 Verschillen
Bij The Clown Club zijn kinderen van alle gezindten welkom. Aan speciale
gebeurtenissen, die aan een bepaalde levensovertuiging verbonden zijn, wordt op
gepaste wijze aandacht geschonken in de groep. Voor zover mogelijk wordt aan de
kinderen uitgelegd welke betekenis die speciale gebeurtenis binnen de betreffende
levensovertuiging heeft. Verschillen in de sociale achtergrond komen soms tot
uitdrukking in kleding en taalgebruik.
Bij The Clown Club wordt elk kind met evenveel zorg omringd. Er is zowel "jongens" als
"meisjes" speelgoed aanwezig. De keuze vrijheid en de eigenheid van het kind staan
centraal bij de keuze voor het één of het andere speelgoed.
Ons uitgangspunt is dat kinderen niet iemand moeten worden, maar al iemand zijn. Zij
verdienen een respectvolle benadering en worden serieus genomen. Een respectvolle
houding van de groepsleiding stimuleert zelfvertrouwen en eigenwaarde van kinderen en
leert kinderen respect te hebben voor anderen en voor hun omgeving.
6.5 Problemen en conflicten
Kinderen worden gestimuleerd zelf hun sociale problemen op te lossen. Wanneer
kinderen daarin niet slagen of wanneer steeds hetzelfde kind als "winnaar" of als
"verliezer" uit de strijd komt, biedt de groepsleiding hulp. De kinderen worden in dit
geval de mogelijkheid aangereikt om met meer kans op succes hun behoeften en wensen
kenbaar te maken.
Ook wordt geleerd rekening met elkaar te houden door voor te doen hoe via overleg tot
13
overeenstemming gekomen kan worden. Kinderen kunnen al vroeg leren voor zichzelf op
te komen en daarnaast rekening te houden met anderen.
6.6 Feesten en rituelen
Een aantal gebeurtenissen zoals verjaardagen, afscheid, feestdagen, bijvoorbeeld
Sinterklaas en Halloween, verlopen op The Clown Club volgens een vast ritueel. Door hier
op een bepaalde manier mee om te gaan, leren kinderen wat het betekent om
bijvoorbeeld jarig te zijn.
Aan vaste gewoontes kunnen kinderen zowel zekerheid als plezier ontlenen. Ook het
hanteren van een vaste dagindeling valt te beschouwen als een ritueel.
De kinderen en het personeel van The Clown Club komen uit veel verschillende culturen
en hebben diverse nationaliteiten en godsdiensten. Eén maal per jaar besteden we hier
nadrukkelijk aandacht aan op ‘International Day’. Het is een informele aangelegenheid,
waar ouders iets kunnen laten zien van hun eigen land, bijvoorbeeld traditionele kleding,
eten of andere informatie. Ouders kunnen ook kennismaken met andere ouders en
gezellig praten met de medewerkers en zien wat de kinderen gemaakt hebben in de
groepen.
6.7 Omgaan met rouwverwerking
Het overlijden van een persoon in de directe omgeving is ook voor jonge kinderen heel
ingrijpend. Het is heel belangrijk dat de groepsleiding op de hoogte is zodat zij zo goed
mogelijk kan reageren. Troosten, knuffelen en warmte bieden zijn wezenlijke dingen
waarmee je kinderen helpt om hun rouw en verdriet te verwerken. Het is belangrijk om
eerlijke informatie te geven die aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind. Ook is het
belangrijk om er niet over te zwijgen. Dit alles in overleg met de ouders.
7. VEILIGHEID, GEZONDHEID EN VERZORGING VAN DE
KINDEREN
Voor alles op dit gebied wordt de map “GGD-Wijzer 0-4 jaar” van de GGD gevolgd, maar
vooral ook gekeken naar onze risico-inventarisaties voor Veiligheid en Gezondheid. Deze
wordt steeds bijgewerkt, zodat acties ondernomen worden die gewenst en noodzakelijk
zijn.
Zowel de risico-inventarisatie voor Veiligheid als voor Gezondheid is openbaar en kan te
allen tijde voor inzage opgevraagd worden bij het management van The Clown Club.
Alle medewerkers dienen op de hoogte te zijn van de inhoud. In ieder geval wordt
jaarlijks de inventarisatie geëvalueerd door het hele team en indien nodig vaker.
7.1
Wet Kinderopvang
De Wet Kinderopvang regelt dat de opvang moet bijdragen aan een gezonde
ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Deze wet stelt als eis dat
The Clown Club voldoet aan de regelgeving rondom ouders, personeel, veiligheid en
gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio,
pedagogisch beleid, en praktijk en klachten. The Clown Club zet zich al jaren in voor het
bewaken van een zo goed mogelijke veilige en gezonde omgeving. The Clown Club wordt
ook geïnspecteerd door het onafhankelijke toetsingsorgaan de GGD Zuid-Holland West.
14
7.2
Rol van de GGD
Onze visie op de zorg voor een veilige en gezonde omgeving wordt altijd getoetst door
een GGD-inspecteur die met enige regelmaat inspecties uitvoert, minimaal één keer per
jaar. De toezichthouder (GGD-inspecteur) controleert de veiligheid en gezondheid van de
kinderopvang aan de hand van de punten uit het toetsingskader dagopvang. Het GGD
inspectierapport is via onze website in te zien. Dit rapport wordt geregistreerd in het
Landelijk Register Kinderopvang. Tevens is een exemplaar van het rapport te vinden op
kantoor.
7.3 Veiligheidsmanagement
Kinderen ontwikkelen zich snel, zijn nieuwsgierig en willen de wereld om zich heen
ontdekken. Daarbij zien ze geen gevaar. Hoe ouder de kinderen worden, hoe beter ze
leren wat wel en niet is toegestaan en wat wel en niet gevaarlijk is. De groepsleiding kan
veilig gedrag oefenen met kinderen. Veel herhalen is nodig. Toch zullen kinderen zich
niet altijd aan afspraken en regels houden. Omdat het voor de medewerkers onmogelijk
is om elke minuut van de dag alle kinderen in de gaten te houden, is een veilige
omgeving van groot belang. Hierbij is een spanningsveld tussen veiligheid en
pedagogische aspecten. Dit spanningsveld moet uitmonden in een goede mix tussen het
bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging en voldoende
leermomenten. Niet alle veiligheidsrisico’s moeten worden afgedekt, wel moeten de
risico’s tot een aanvaardbaar minimum worden gereduceerd en de kans op ernstig letsel
moet voorkomen worden.
In een omgeving waar kinderen spelen, wordt niet altijd alles gebruikt waar het voor
bestemd is. Dit is een belangrijke reden waarom we moeten zorgen voor veilige
producten. Hoe veilig het product echter ook is, als er niet goed mee omgegaan wordt,
kan er alsnog een onveilige situatie ontstaan. Juist in een omgeving waar kinderen
experimenteren en ontdekken, heeft veiligheid een heel dynamisch karakter. Het gedrag
van kinderen in relatie tot de omgeving staat dan ook centraal in de risico-inventarisatie
veiligheid.
De Risico-Inventarisatie en Evaluatie en het protocol Veiligheid omvatten vele situaties,
regels, afspraken en scenario’s die hier nauwelijks zijn samen te vatten. U wordt daarom
verwezen naar de volledige Risico-Inventarisatie en Evaluatie en het protocol Veiligheid
die ter inzage liggen op kantoor en de groepen. Tevens is het protocol te downloaden op
de website van The Clown Club.
Vier – ogen - principe
Naast het bieden van lichamelijke veiligheid, besteed The Clown Club aandacht aan vele
aspecten van de emotionele veiligheid van de kinderen, zie ook paragraaf 5.2.2. Alle
pedagogisch medewerkers zijn gediplomeerd en bezitten de kwaliteiten en
eigenschappen die het werken met kinderen vereist. In de benadering naar de kinderen
zijn de medewerkers respectvol, liefdevol en competent. Daarnaast wordt de emotionele
veiligheid ook geboden door de sociale controle op elkaar. Dit houdt in dat er altijd
iemand kan meekijken en/of meeluisteren. Op The Clown Club komt dit op de volgende
manieren tot uiting:
- Ramen in ruimtes, zodat er naar binnen gekeken kan worden.
- Een open cultuur, waarin volwassenen (zowel personeel, management als ouders) op
elk moment een ruimte binnen kunnen komen.
- Babyfoons staan gedurende de hele dag aan in de slaapvertrekken, ook al slapen de
kinderen op dat moment niet in de slaapkamers.
15
7.4 Gezondheidsmanagement
Over gezondheidsaspecten kunnen de meningen uiteenlopen. Maar over een ding is men
het doorgaans eens: naarmate kinderen jonger zijn, zijn ze kwetsbaarder.
Er zijn tal van factoren die de gezondheid beïnvloeden. Directe verbanden zijn doorgaans
moeilijk aantoonbaar. Kinderen opvangen in een omgeving waarin een goede gezondheid
zoveel mogelijk gewaarborgd is, gaat verder dan het voorkomen van kinderziekten. Zelfs
als er in een kinderdagverblijf geen zieke kinderen zijn, betekent dit niet automatisch dat
kinderen hier niet aan risico’s blootgesteld worden. Ook ogenschijnlijk gezonde kinderen
kunnen aan risico’s blootgesteld zijn die een goede gezondheid ondermijnen. Hierbij valt
bijvoorbeeld te denken aan een ongezonde binnenlucht, verbrandingsgassen en
zwevende deeltjes microstof; stoffen die op termijn luchtwegaandoeningen kunnen
veroorzaken.
Bij het tot stand komen van de risico-inventarisatie Gezondheid is er voor gekozen om
vier categorieën gezondheidsrisico’s uit te werken, die min of meer direct hun weerslag
kunnen hebben op de gezondheid van de kinderen, gedurende het verblijf in het
kinderdagverblijf. Het betreft gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen,
gezondheidsrisico’s als gevolg van binnen- en buitenmilieu en tenslotte
gezondheidsrisico’s ten gevolge (van het uitblijven) van medisch handelen.
Verantwoord beleid op het gebied van gezondheid kan als volgt getypeerd worden: het
creëren van een situatie waarin betrokkenen gezondheidsrisico’s onderkennen en het
handelen erop gericht is om ziekte te voorkomen. Het gedrag van kinderen, ouders en
medewerkers staat dan ook centraal in de risico-inventarisatie Gezondheid en het
protocol Gezondheid. Deze liggen ter inzage op kantoor en op de groepen. Het protocol is
ook beschikbaar op onze website.
7.5 Inrichting
Een belangrijk criterium bij de inrichting van de groepsruimte is overzicht. Overzicht over
de ruimte is zowel voor de groepsleiding als voor het jonge kind belangrijk. De
groepsleiding moet een zo goed mogelijk overzicht op alle kinderen kunnen houden. Voor
de jongste kinderen is het belangrijk om oogcontact met de leiding te hebben terwijl ze
aan het spelen zijn. Peuters hebben al wat meer behoefte om af en toe in een
"afgesloten" hoekje met elkaar te spelen. Bij de inrichting is rekening gehouden met deze
behoefte van de kinderen, terwijl tegelijkertijd zorg wordt gedragen voor zowel de
fysieke als emotionele veiligheid.
De ruimte is, o.a. door kleur en materiaalgebruik, aantrekkelijk voor kinderen en nodigt
uit tot spel.
16
8. CONTACTEN MET OUDERS
8.1 Samenwerking met de ouders
Bij The Clown Club wordt een deel van de opvoeding en verzorging van de kinderen
overgenomen van de ouders. Dit maakt het nodig om gegevens over de ontwikkeling van
het kind uit te wisselen, waardoor wederzijdse inzichten hierover worden vergroot.
Om kinderen een zo goed mogelijke opvang te bieden is een goede samenwerking met
ouders van groot belang.
Daartoe dient aan een tweetal randvoorwaarden te worden voldaan:
1. Wederzijds vertrouwen: begrip voor elkaars verantwoordelijkheid, mogelijkheden en
beperkingen.
2. Wederzijds respect: respect van de pedagogisch medewerker voor de ouders die de
eindverantwoordelijkheid voor hun kind hebben en respect van ouders voor de
professionele verantwoordelijkheid van de groepsleiding voor hun kind.
Daarnaast krijgt de samenwerking tussen ouders en de groepsleiding gestalte door:
De wenperiode:
Om de eerste periode in de dagopvang voor het kind zo goed mogelijk te laten verlopen,
worden er duidelijk afspraken gemaakt met de ouders. Deze afspraken hebben onder
meer betrekking op de opvoeding, de verzorging, het ritme en de gewoonten van het
kind. Ook worden afspraken gemaakt over afscheid nemen. In de wenperiode wordt
aandacht besteed aan de wederzijdse verwachtingen en wordt gevraagd naar specifieke
wensen van de ouders.
Uitwisselen opvoedingsideeën:
Het uitwisselen van opvoedingsideeën maakt het mogelijk om één lijn te volgen in de
benadering van het kind. Soms kan een bepaalde benadering thuis succesvol zijn en kan
de opvang die overnemen. Andersom kan dat ook gelden. Verschillen in opvoeding en
benadering van thuis en in de opvang zijn eveneens bespreekbaar. Het kind bevindt zich
in twee verschillende situaties en daarom is het belangrijk dat er zoveel mogelijk
raakvlakken worden gecreëerd tussen thuis en de opvang.
Opvoedingsvragen van ouders:
The Clown Club kan ouders ondersteuning geven bij de opvoeding. Dit gebeurt in
individuele contacten tussen ouders en de groepsleiding. De groepsleiding ziet de
kinderen de gehele dag en heeft zicht op hun ontwikkeling. Als er problemen zijn met
een kind wordt in overleg met de ouders bekeken wat het beste is voor het kind.
8.2 Betrokkenheid
De ouders worden zoveel mogelijk betrokken bij zaken die de opvang betreffen.
De contacten vinden plaats tussen de pedagogisch medewerkers en de individuele
ouders.
De afstemming heeft betrekking op het eigen kind. Uitgangspunt hierbij is dat zoveel
mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van ouders. Als de groepsleiding vindt
dat de wens van de ouder niet overeenkomt met het belang van het kind en/of de
opvang wordt dit uitgelegd en wordt geprobeerd hiervoor begrip te kweken bij de ouders.
Contacten vinden ook plaats tussen individuele ouders en The Clown Club als organisatie.
The Clown Club draagt er zorg voor dat de ouders informatie krijgen over belangrijke
zaken zoals bijvoorbeeld ziektes binnen het kinderdagverblijf. Ouders kunnen advies
geven over zaken die direct van invloed zijn op de kinderen of op de ouders zelf.
17
Tevens heeft The Clown Club een oudercommissie die optreedt als vertegenwoordiger
van de belangen van ouders. The Clown Club hecht waarde aan kwaliteitsverbetering in
de dienstverlening. Hiervoor is het belangrijk dat ouders hun wensen en ideeën kunnen
uitspreken tegenover het management. Dit kan door direct contact op te nemen met het
management, maar ook via de oudercommissie. Met dit doel is ook de oudercommissie
opgezet.
8.3
Wennen en afscheid nemen
In de eerste periode van wennen raken ouders en kind er langzaam maar zeker aan
gewend om de dag gescheiden van elkaar door te brengen. Wennen betekent voor het
kind voldoende vertrouwen hebben om te kunnen functioneren in de groep. In de eerste
weken ligt het accent bij het kind, de ouders en de groepsleiding op het elkaar leren
kennen en elkaar leren vertrouwen. Van onze medewerkers verwachten wij dat zij het
initiatief nemen voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie met kinderen en ouders.
Wanneer het kind zonder al te veel angst of verdriet in de groep kan zijn, wil dit nog niet
zeggen dat het kind geheel gewend is. Een kind heeft vaak zes weken nodig om de basis
te leggen voor de hechtingsrelatie met de groepsleiding. Onze medewerkers dienen
hierop bedacht te zijn, ook bij kinderen die ogenschijnlijk snel en gemakkelijk wennen.
Het verloop van de wenperiode is afhankelijk van een groot aantal factoren. De
professionaliteit van onze medewerkers in het begeleiden van het wennen is daarbij een
belangrijke factor.
Deze moeten kennis hebben van en adequaat inspelen op:
•
de ontwikkelingsfase van het kind
•
de aard en het temperament van het kind
•
het basisvertrouwen van het kind in primaire hechtingspersonen
•
de mate van overeenstemming tussen de situatie thuis en op The Clown Club
Indicaties dat een kind gewend is kunnen de volgende gedragingen zijn:
•
het kind voelt zich zichtbaar op zijn gemak: het laat zich troosten en helpen,
zoekt toenadering
•
er is non-verbale en /of verbale communicatie tussen groepsleiding en kind
•
het kind komt tot spelen en eten
•
het kind beweegt zich vrij door de ruimte
•
het kind heeft een zeker ritme in de groep gevonden
•
er zijn geen grote verschillen in gedrag thuis en op The Clown Club
De pedagogisch medewerkers van The Clown Club nemen twee weken voor de feitelijke
plaatsing contact op met de ouders. Er wordt een afspraak gemaakt voor een intake
gesprek en om twee dagdelen te komen wennen in de laatste week voor plaatsing. Het
doel is het wennen in gang te zetten, in een week dat de ouder nog direct oproepbaar is
en een hele dag opvang nog geen noodzaak is.
In het belang van de duidelijkheid en voorspelbaarheid voor het kind blijft de ouder
maximaal een kwartier en wordt eveneens duidelijk en onder begeleiding van de
groepsleiding afscheid genomen. De groepsleiding heeft de gehele wenperiode extra
aandacht voor het kind en bij het halen en brengen voor zijn ouders.
Voor de overgang naar een nieuwe groep wordt een vergelijkbare procedure gevolgd. In
de week voor overplaatsing gaat het kind tweemaal een dagdeel naar de nieuwe groep.
De vertrouwde pedagogisch medewerker gaat voordat het kind gaat wennen ongeveer
een kwartier met het kind naar de nieuwe groep om even te ‘kijken’.
18
Waar mogelijk gaan twee of drie kinderen tegelijk over naar een volgende groep, zodat
zij naast de steun van de groepsleiding ook steun aan elkaar hebben.
Afscheid nemen heeft de functie van het afsluiten van een periode. Dit belang betreft
zowel het kind dat vertrekt als de beroepskrachten en overige kinderen. Rituelen zoals
het opzetten van een afscheidshoed, een plakboek e.d. helpen hierbij.
8.4
Privacy
Individuele ouders hebben recht op privacybescherming door zorgvuldige behandeling
van alle in vertrouwen gegeven informatie. Als overleg, betreffende het kind, met derden
noodzakelijk lijkt dan nemen wij eerst contact op met de ouders. Met derden bedoelen
wij personen die niet aan The Clown Club verbonden zijn, bijv. school, hulpverlenende
instanties, e.d.
Er wordt door de pedagogisch medewerkers geen vertrouwelijke informatie over kinderen
en/of ouders aan andere kinderen, ouders en collega's gegeven.
The Clown Club maakt regelmatig foto’s van de kinderen die gebruikt kunnen worden
voor brochures, op de website, enz. Indien ouders niet willen dat hun kind gefotografeerd
wordt kunnen zij contact opnemen met het management.
19