Jaarplan 2014

ROUTEBESCHRIJVING NAAR REGARDZ EENHOORN TE AMERSFOORT
Regardz De Eenhoorn, Barchman Wuytierslaan 2, 3818 LH Amersfoort, (033) 467 37 30
Amersfoort heeft een zeer goede bereikbaarheid in Nederland. Centraal gelegen in Nederland is
Amersfoort de beste locatie voor bijeenkomsten en congressen waar de deelnemers uit elke
windrichting van Nederland komen. Voor elk soort vervoer is de bereikbaarheid optimaal.
Openbaar vervoer:
Door de ligging tegenover het Centraal Station is Eenhoorn Amersfoort uitstekend bereikbaar per
openbaar vervoer.
Parkeren:
Komt u met de auto naar Amersfoort? De A28 en A1 snelwegen kruisen elkaar middenin Amersfoort.
Dit maakt de bereikbaarheid van Amersfoort nog beter. Eenhoorn Amersfoort heeft zijn eigen
parkeerterrein achter het gebouw waar in totaal 120 parkeerplaatsen zijn gesitueerd. Parkeren kost
bij de Eenhoorn € 1,- per 25 minuten met een maximum dagtarief van € 14,50.
Naast het station bevinden zich nog de Q-parkeerterreinen Barchman Wuytierslaan en Argonaut 1.
Of u kunt van de parkeerhavens aan de Koningin Wilhelminalaan gebruik maken.
Routekaart:
Zie volgende pagina.
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
2
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Agenda ALV 2014
ALGEMENE LEDENVERGADERING - zaterdag 3 mei 2014
Op zaterdag 3 mei 2014 begint om 11.00 uur de Algemene Ledenvergadering van de NVVE in Regardz
Eenhoorn te Amersfoort. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 16 van de statuten roept het
bestuur de leden op aanwezig te zijn.
Vanaf 10.30 uur
:
Registratie & ontvangst met koffie
11.00 - 12.30 uur
:
Algemene Ledenvergadering NVVE onder leiding van
voorzitter mevrouw mr. dr. Margo Andriessen
12.30 - 14.00 uur
:
Lunch
14.00 – 16.00 uur
:
Middagprogramma:
 Film “Moeders springen niet van flats” van Elena Lindemans
 Presentatie mevrouw prof. dr. Suzanne van de Vathorst
16.00 uur
:
Afsluiting met hapje en drankje
AGENDA
1.
Opening door voorzitter NVVE
2.
Ingekomen stukken en mededelingen
3.
Verslag van de ALV d.d. 27 april 2013
4.
5.
Jaarverslag 2013
Financieel verslag en jaarrekening 2013
6.
Voorstel tot decharge van het bestuur
7.
Meerjarenbeleidplan 2014 - 2018
8.
Beleid en begroting 2014 op basis van:
a) Jaarplan 2014
9.
b) Begroting 2014
Beleggingsbeleid
10. Bestuursverkiezing
11. Voorstel tot herbenoeming leden van de Commissie van Beroep, zoals
bedoeld in artikel 18 van de statuten
12. Rondvraag
13. Sluiting
3
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Voor het indienen van voorstellen en amendementen gelden de regels van het Huishoudelijk
Reglement, artikel 1,
lid 2:
Voorstellen ter behandeling door de algemene ledenvergadering kunnen worden gedaan
door het bestuur of door ten minste twintig leden.
lid 3:
Amendementen op gedane voorstellen kunnen worden ingediend door het bestuur of door
ten minste tien leden.
lid 5:
Door leden in te dienen amendementen en voorstellen moeten uiterlijk drie weken
voorafgaand aan een aangekondigde algemene ledenvergadering aan het centraal landelijk
bureau worden toegezonden.
Indienen van vragen naar aanleiding van de stukken
Bij de behandeling van de agendapunten zullen in eerste instantie de vragen worden behandeld die
vooraf schriftelijk zijn ingediend.
Deze vragen dienen uiterlijk op 28 april 2014 bij het bureau van de NVVE binnen te zijn. Alleen voor
zover de tijd dat toelaat kunnen op de ALV nog aanvullende vragen worden gesteld en beantwoord.
De voorstellen, amendementen en vragen kunt u (o.v.v. ALV) sturen aan:
NVVE
t.a.v. mevrouw dr. P.M. de Jong, directeur
Postbus 75331
1070 AH Amsterdam
.
4
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Verslag ALV 2013
VERSLAG van de Algemene Ledenvergadering van de NVVE,
gehouden op 27 april 2013 in World Forum te Den Haag
Voorzitter:
Aanwezige bestuursleden:
Aanwezig namens het bureau:
Aantal aanwezige leden:
Verslag:
1.
mevrouw M. Andriessen
mevrouw A. Baars, mevrouw A. van Nierop,
mevrouw C. Pauw, de heer J. Ringoir,
mevrouw A. van den Wildenberg, de heer R. Woittiez
mevrouw P. de Jong, directeur
258
mevrouw M.A.P. Muiser, Vi.a.Vi Office Management
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 11.00 uur en heet iedereen van harte welkom namens het
bestuur en de directeur.
In de ochtend legt het bestuur verantwoording af aan de leden van de vereniging. In het
middagprogramma zitten workshops en een bezoek aan de Levenseindekliniek.
Voorafgaand aan de formele behandeling van de stukken vertelt de voorzitter hoe het bestuur
opereert. Het bestuur worstelt namelijk ook met dilemma's en dat is niet te lezen in de stukken.
Zo is een dilemma of het veertigjarig bestaan van de NVVE iets is om te vieren, of dat het treurig is
dat de NVVE nog steeds nodig is. Aan de ene kant wordt al 40 jaar actie gevoerd voor euthanasie en
is het tien jaar nadat de "Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding" in
werking is getreden. Hoe komt het dat er nog zo veel moet gebeuren op het gebied van euthanasie?
Aan de andere kant is de NVVE is een van de snelst groeiende verenigingen met op dit moment
145.000 leden. Het is iets om trots op te zijn dat zo veel mensen betrokken zijn bij dit onderwerp en
willen dat de NVVE daarin een belangrijke rol speelt. Daarom heeft het bestuur besloten het 40-jarig
bestaan te vieren op 28 augustus a.s. De voorzitter nodigt hierbij alvast alle leden uit.
Een ander dilemma is of de NVVE naar buiten moet treden of meer op de achtergrond moet
opereren. De NVVE kan ook te veel aan de weg timmeren. Daarom kiest de NVVE er soms voor om
meer op de achtergrond invloed uit te oefenen via professionele circuits en te kijken of dit beklijft.
Dit wordt wel "pluggen en wachten tot het landt" genoemd. Het afgelopen jaar is gebleken dat dit
mooie resultaten oplevert, zoals bij de thema's niet-reanimeren en niet-doorbehandelen. In het
medisch circuit wordt de discussie opgepakt hoe lang moet worden doorgegaan met reanimeren en
doorbehandelen. In deze discussie wordt vooruitgang geboekt; de NVVE hoeft er niet meer aan bij te
dragen.
Dit geldt ook voor het onderwerp dementie. De NVVE is al lange tijd bezig met artikel 2, lid 2 van de
euthanasiewet. Daarin staat dat een schriftelijk getekende wilsverklaring geldig is, ook als men
dement is geworden. De KNMG spreekt dit tegen en beweert dat de professionele standaard boven
de wet gaat. Toch is de discussie over euthanasie bij dementie geland bij de mensen – dit blijkt uit de
media – en is die niet mee terug te draaien.
Vorig jaar kwam de KNMG met handreikingen voor het spreken over het levenseinde. Dit is een grote
stap voor deze organisatie die over het algemeen conservatief opereert op het gebied van
euthanasie. Het bestuur van de NVVE concludeert dat de tendens is geworden: zwijg er niet langer
over. Dit is het resultaat van 40 jaar pluggen en wachten tot het landt.
Sommige kwesties lopen nog niet zo goed, zoals euthanasie bij psychiatrische patiënten. Moet de
NVVE daar meer aan doen? Er is sprake van een kleine opleving, maar die stelt niet veel voor. De
meeste psychiaters zijn bang om euthanasie toe te passen.
Een ander onderwerp is de kwaliteit van de SCEN-artsen. Soms doen SCEN-artsen vreemde dingen.
Wellicht moet de NVVE hier iets meer aan de weg timmeren.
5
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Verslag ALV 2013
Dit geldt ook voor het onderwerp: stoppen met eten en drinken. De KNMG vindt dit de meest
autonome route, maar dit is een zeer gruwelijke en pijnlijke route, tenzij men al dicht bij het
levenseinde is gekomen, en daarom af te raden. De NVVE weet nog niet hoe dit thema goed moet
worden aangepakt.
Bij sommige kwesties staat de NVVE nog helemaal aan het begin, zoals acties rond het afschaffen van
de strafbaarheid van hulp bij zelfdoding. Daarover zijn vorig jaar bij het jaarplan afspraken met de
leden gemaakt. Vorig jaar en het jaar daarvoor was er een burgerinitiatief over het thema "voltooid
leven". Daarvoor zijn veel acties gevoerd. Bij het parlement is ervoor gepleit een hulpverlener te
vragen om hulp bij zelfdoding te geven, als de arts dit weigert. Echter, de leden van de NVVE willen
geen arts, geen hulpverlener, maar willen het zelf kunnen doen. Daarvoor hebben ze middelen nodig,
maar die zijn moeilijk beschikbaar. Daarnaast is dit een eenzaam proces, want hulp bij zelfdoding is
strafbaar. Als men iets wil bereiken in de sfeer van autonoom handelen, moet dit artikel over
strafbaarheid van hulp bij zelfdoding uit de wet. Het probleem is dat het besef hierover bij de
Nederlanders nog niet groot is.
De NVVE is gestart met de werkgroep politiek, die het onderwerp geplugd heeft in de
partijprogramma’s. Daarna is het heel stil geworden omdat andere zaken de aandacht van de politiek
vragen. Vervolgens heeft de werkgroep een manifest gemaakt en dat laten ondertekenen door
belangrijke mensen. Het is naar de pers gestuurd, maar er is daar geen aandacht aan besteed.
Dit jaar zal de NVVE daarom nog allerlei activiteiten organiseren rond het afschaffen van de
strafbaarheid van hulp bij zelfdoding. In het kader daarvan steunt het bestuur de Coöperatie Laatste
Wil. Vanmiddag geeft de Coöperatie een workshop. Ook zal de NVVE acties voeren rond het proces
tegen Albert Heringa, die zijn moeder de middelen aanreikte bij haar zelfgekozen dood.
De hierboven geschetste dilemma’s hebben te maken met lobbyen en belangenbehartiging, maar
ook intern zijn er dilemma’s, zoals het plan voor een nieuwe huisstijl. Is die echt nodig? Het bestuur
had daar ernstige twijfels over, maar heeft zich uiteindelijk laten overtuigen dat de vernieuwing
onvermijdelijk is vanwege de diversiteit aan stijlen in de verschillende brochures en de website. In de
loop van dit jaar kan men de resultaten zien.
Een ander intern dilemma betrof de financiering van de Levenseindekliniek. Die organisatie loopt
goed, maar kost veel geld. Waar niemand op had gerekend, is dat de zorgverzekeraars, met
uitzondering van Menzis, deze vorm van zorg weigeren te vergoeden, omdat euthanasie in het
basispakket zit en men daarvoor naar zijn eigen dokter moet. Vorig jaar heeft de NVVE garant
moeten staan voor € 300.000 voor de financiering van de Levenseindekliniek. Dit jaar zal € 400.000
worden gevraagd. De berichten zijn dat de zorgverzekeraars behandeling in deze kliniek met ingang
van volgend jaar wel zullen vergoeden. Gelukkig zijn er veel gulle gevers die hun bijdragen hebben
gegeven aan de Levenseindekliniek. Zij herinneren het bestuur eraan dat het er nooit alleen voor
staat. Het is fijn dat dit een vereniging is met heel veel betrokken leden die, indien nodig, achter het
bestuur gaan staan. Er zijn veel dilemma's, maar men pakt die al 40 jaar samen op.
Hierbij opent de voorzitter de algemene ledenvergadering.
Applaus.
2.
Ingekomen stukken en mededelingen
Er zijn geen ingekomen stukken. Het bestuur heeft wel een aantal brieven ontvangen naar aanleiding
van het jaarplan en het jaarverslag, die worden in de bestuursvergadering behandeld.
De heer Ringoir heeft een mededeling over de leerstoel vanwege de NVVE. Bij de Universiteit van
Amsterdam, faculteit geneeskunde, heeft de NVVE toestemming gekregen om een leerstoel te
vestigen. Er wordt een curatorium gevormd waaraan de NVVE deelneemt. De procedure zit in de
laatste fase. Dit betekent dat er een voordracht is voor de functie hoogleraar bij de vakgroep
Huisartsgeneeskunde van de faculteit geneeskunde. Als alles meezit, zal er bij het begin van het
6
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Verslag ALV 2013
nieuwe academische jaar namens de NVVE een hoogleraar zitten voor de laatste levensfase en de
kwaliteit van het sterven.
Applaus.
3.
Verslag van de ALV d.d. 28 april 2012
De heer Matter merkt op dat de notulen iedere actualiteit en urgentie missen. Hij stelt voor ze
strakker en zakelijker te redigeren. Nu krijgt hij het gevoel het verslag van een regiovergadering te
lezen en dat vindt hij echt iets anders.
Blz.11 rg. 39 e.v. Hij begrijpt niet wat er staat onder mevrouw Van Breen, met name dat er staat dat
de huisarts heeft gezegd dat zij geen euthanasieverklaring nodig heeft zolang ze haar mond open kan
doen, omdat ze een niet-reanimatiepenning draagt. En dat mevrouw De Jong vervolgens zegt dat dit
klopt. Hij vindt overigens dat dit niet in de notulen thuishoort.
De voorzitter stelt voor de opmerking over de lengte van de notulen mee te nemen naar het
bestuur.
Blz. 11 rg.39 e.v. Mevrouw Lansel reageert dat de niet-reanimatiepenning is bedoeld om reanimatie
te voorkomen. Dit is iets anders dan een euthanasieverklaring
Mevrouw De Jong antwoordt dat de woorden van mevrouw Van Breen juist zijn weergegeven; dit is
bij haar gecheckt. Inhoudelijk kloppen ze niet helemaal. Een euthanasieverklaring en een
behandelverbod ten aanzien van reanimeren zijn twee verschillende zaken. Waarschijnlijk heeft ze
willen zeggen dat ze een niet-reanimatiepenning heeft en dat ze met haar huisarts heeft gesproken
over euthanasie. Mevrouw Van Breen is aanwezig. In de koffiepauze kan zij dit desgewenst
toelichten.
Blz.15 rg. 33 Mevrouw Visser wijst op de dubbele betekenis van de zin: "Als het project in augustus is
afgerond, gaat zij er tussenuit en zal de Levenseindekliniek zichzelf organiseren." Ze stelt voor dit te
veranderen: stopt zij met haar bemoeienis/werkzaamheden.
Het verslag wordt bij acclamatie vastgesteld.
4.
Statutenwijziging
De systematiek op basis waarvan de termijnen van de bestuursleden is geregeld, en waarbij de
termijn van de voorganger nog meetelt, zorgt ervoor dat men voortdurend de tel kwijt is. Daarom
stelt het bestuur voor over te gaan tot de normale systematiek van een benoeming van vier jaar met
eenmaal een herbenoeming van 4 jaar. Dit wordt geregeld in artikel 8 lid 3.
De wijziging van artikel 8 lid 3 wordt bij acclamatie vastgesteld.
Applaus.
Artikel 10 lid 3 betreft het accepteren en verkopen van registergoederen uit een erfenis zonder dat
het bestuur daarvoor eerst naar de leden hoeft te gaan. De NVVE bezit voor het overige geen
onroerend goederen, maar huurt het kantoor.
De wijziging van artikel 10 lid 3 wordt bij acclamatie vastgesteld.
Applaus.
7
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
5.
Verslag ALV 2013
Jaarverslag 2012
Mevrouw Van der Velde herinnert eraan dat ze vorig jaar heeft gevraagd om een betere
leesbaarheid van de stukken. Ze is blij dat de leesbaarheid is toegenomen.
Op blz. 21 rg. 29 moet 2013 worden vervangen door 2012.
Ze wijst erop dat er altijd ledenoverleg is voorafgaand aan de Algemene Ledenvergadering met leden
die zeer geïnteresseerd zijn om van tevoren over de stukken te praten. Met de opmerkingen werd
altijd weinig gedaan. Dit jaar zijn de opmerkingen wel verwerkt. Zij vindt dit een grote vooruitgang.
Met betrekking tot blz. 21 rg. 23 vraagt ze hoe het met de wilsverklaringen zit die gratis kunnen
worden gedownload bij de NPCF. Dit kan immers enorme consequenties hebben voor de NVVE.
Mevrouw De Jong bevestigt dat er momenteel veel sites zijn waarop wilsverklaringen staan die gratis
kunnen worden gedownload. De NVVE probeert die sites in de gaten te houden om te zien of die
wilsverklaringen van voldoende kwaliteit zijn. Daarom werkt de NVVE aan het formuleren van
criteria. De NVVE stelt zich dus op als kenniscentrum voor wat er in de wilsverklaring moet staan.
Overigens wordt er maar beperkt gebruik van deze wilsverklaringen gemaakt, omdat de
wilsverklaringen van de NVVE worden gezien als de "echte" wilsverklaringen.
Het jaarverslag wordt bij acclamatie vastgesteld.
Applaus.
6.
Financieel verslag en Jaarrekening 2012
Mevrouw Van den Wildenberg (penningmeester) geeft een korte toelichting. Het financiële verslag
en de jaarrekening vormen een financiële verantwoording en weergave van de activiteiten in het
afgelopen jaar. Het jaar is afgesloten met een positief resultaat van € 47.000, terwijl er € 300.000 aan
de Levenseindekliniek is geschonken: € 275.000 voor de begroting van deze kliniek en € 25.000 voor
het onderzoek om een goede verantwoording te kunnen afleggen over de ontwikkelingen van deze
kliniek.
De systematiek van de jaarrekening en de reserves is geëvalueerd. Daaruit blijkt dat de
continuïteitsreserve wat omlaag kan worden gebracht. De accountant stemt hiermee in. Het deel dat
daaruit is vrijgekomen, is overgebracht naar de bestemmingsreserve. Een mogelijke vraag vanuit de
Levenseindekliniek voor steun in dit jaar kan daaruit worden betaald. Een ander deel is gegaan naar
de algemene reserve.
Een belangrijke reden voor het goede financiële resultaat is de toename van het aantal leden.
Ten aanzien van blz. 53 vraagt de heer Fokkema wat de consequenties zijn van de overname door de
staat van SNS Reaal voor de spaarrekening bij ASN. De overheidsgarantie loopt immers tot € 100.000
en daarboven moet men deelnemen in het risico.
Mevrouw Van den Wildenberg antwoordt dat er een zekere waarborg is doordat de overheid
verantwoordelijkheid in de bank heeft genomen. Dit jaar zal het bestuur nog eens extra overwegen
waar de financiële middelen moeten worden gestald, gezien de ontwikkeling van de financiële
markten en de banken. Het bestuur is er scherp op.
Een lid merkt op dat alles onder € 100.000 niet onder het depositogarantiestelsel valt, daarom maakt
hij zich zorgen. Hij dringt erop aan om de spaartegoeden over verschillende banken te verdelen.
Mevrouw Van den Wildenberg reageert dat zij heeft bedoeld dit te zeggen. Recent heeft de
auditcommissie besloten hiernaar te kijken vanwege deze ontwikkelingen.
Mevrouw Kuiper heeft gelezen dat Robeco is afgestoten door de Rabobank. Ook op die
spaarrekening moet het bestuur letten.
Mevrouw Van den Wildenberg antwoord dat dit wordt gedaan.
Blz. 50 Mevrouw Visser vraagt of het kantoor van de NVVE moet verhuizen, nu de
huurovereenkomst eindigt en er geen optie is op verlenging.
8
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Verslag ALV 2013
Mevrouw De Jong antwoordt dat er toentertijd geen optie op verlenging is genomen. Dit betekent
dat de NVVE nu een onderhandelingspositie heeft. Die wordt ruim benut, gezien het feit dat er veel
kantoorruimte leeg staat. De bedoeling is dat de NVVE op het huidige adres blijft zitten.
Met inachtneming van de opmerkingen wordt het financieel verslag bij acclamatie vastgesteld.
Applaus.
7.
Voorstel tot decharge van het bestuur
Het bestuur wordt decharge verleend voor het gevoerde beleid.
Applaus.
8.
a.
Beleid en begroting 2013 op basis van:
Jaarplan 2013
De heer Schutter vraagt wat de naam is van de bijzondere leerstoel. De heer Ringoir antwoordt dat
die heet: "Kwaliteit van de laatste levensfase en van sterven".
Mevrouw Renardel de Lavalette wijst erop dat er problemen kunnen rijzen als mensen die
wilsonbekwaam zijn geworden niet meer mondeling kunnen herhalen wat ze in hun wilsverklaring
hebben gezet. Een bijzonder goede manier om de wilsverklaring duidelijk vast te leggen, is een videoopname van het verloop van het gesprek dat men voert met de arts op het moment dat men te
horen krijgt dat men lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Dan kan men nog duidelijk maken wat men
wil. Op een video is goed te zien hoe intens men opziet tegen het idee dat men moet doorleven
zonder dat men er zelf bij is. De dokter heeft hiermee een grote steun om de wens om niet verder te
leven in te willigen. Als de arts er zelf niet achter kan staan, heeft hij materiaal om dit aan een collega
te vragen.
Mevrouw De Jong antwoordt dat de NVVE de suggestie aan de artsenorganisatie kan overbrengen
die dit kan opnemen in haar brochure "Tijdig praten over het levenseinde".
De voorzitter zegt toe dat de NVVE zal bekijken hoe deze suggestie handen en voeten kan krijgen.
De heer Kok vindt dit een interessante suggestie, maar hij wijst erop dat dit eigenlijk alleen maar een
toevoeging van beelden is aan de wilsverklaring. De vraag is of de KNMG gevoelig is voor een verzoek
in beeld.
De voorzitter beaamt dat, maar ze vindt dit desalniettemin een goede suggestie.
De heer Heringa stelt voor te streven naar eenzelfde status voor de wilsverklaring als van het
testament. In zijn ogen is de wilsverklaring een vorm van testament.
Mevrouw De Jong reageert dat een testament materiële zaken betreft. Bij een euthanasie wordt iets
van de medicus gevraagd. Omdat euthanasie als niet-normaal medisch handelen wordt gezien, mag
iedere arts weigeren. Daarmee heeft de wilsverklaring niet dezelfde status, ook al komt er een
wetswijziging. Zij pleit ervoor ernaar te streven dat euthanasie gaat horen bij normaal medisch
handelen.
De suggestie wordt meegenomen.
De heer Heringa meent dat het één het ander niet hoeft uit te sluiten. Voor artsen kan een status
gelijk aan die van een testament een stimulans zijn om de wilsbeschikking meer serieus te nemen.
Verder verwijst hij naar blz. 64 rg.18, waar staat dat de NVVE in het buitenland overheden of nietaangesloten zusterorganisaties actief zou kunnen ondersteunen. Dit is een vage formulering, zal is
duidelijker. De heer Heringa heeft namelijk begrepen dat dit in het verleden gebeurde, maar dat de
NVVE zich heeft teruggetrokken van de zusterorganisaties.
9
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Verslag ALV 2013
De voorzitter antwoordt dat de NVVE lid is van internationale federaties waar verschillende
organisaties uitwisselen wat ze doen. De NVVE krijgt daarnaast veel vragen uit het buitenland over
de wijze waarop euthanasie in Nederland is geregeld en hoe die kan worden toegepast in het
buitenland. Dit is een belangrijke activiteit van de NVVE geworden. Daarom staat dit in het jaarplan.
Mevrouw Baars legt uit dat de NVVE niet is teruggetreden uit de wereldorganisatie, maar dat de
verdeling van gelden anders is geworden. De NVVE is lid van de World Federation en die doneert aan
het Europese Right to Die.
De heer Heringa vervolgt dat hij heeft gemerkt dat autonomie wordt erkend bij het Europees Hof
voor de Rechten van de Mens, maar dat elke vorm van ondersteuning van hulp bij zelfdoding volledig
wordt afgewezen. Hoe zit het met de nationale wet over euthanasie en hulp bij zelfdoding? Staat de
Europese wetgeving hierboven?
De voorzitter antwoordt dat men dit op het bureau uitzoekt, mede in verband met een aangenomen
motie in het Europees Parlement. Tot nu toe heeft men niet het gevoel dat die motie de Nederlandse
wetgeving op dit vlak beïnvloedt. Nederland mag hier altijd van afwijken.
De heer Heringa (blz. 65) begrijpt niet waarom de drie routes die op deze bladzijde worden genoemd
(medische, hulpverlener en autonome route) alleen worden genoemd in het kader van Voltooid
Leven. Waarom staat de NVVE niet achter de routes voor elke vorm van actie? Hij zou het fijn vinden
als de NVVE de autonome route meer prominent als een van de mogelijke routes zou noemen.
Mevrouw De Jong antwoordt dat dit is gedaan omdat Voltooid Leven niet onder de euthanasiewet
valt door de uitspraak in de zaak Brongersma. Alle andere vormen hebben wel deze routes ter
beschikking. Psychiatrische en somatische aandoeningen en dementie vallen onder de
euthanasiewet. Daarom moeten voor mensen die vinden dat hun leven is voltooid, routes worden
geformuleerd om te bekijken of ze aan het eind van hun leven geholpen kunnen worden.
De voorzitter bevestigt dat de drie genoemde routes voor iedereen gelden. De NVVE zet wel degelijk
in op de autonome route, omdat dit de wens is van haar leden.
De heer Heringa (blz. 66) vraagt of de NVVE middelen beschikbaar heeft die kunnen worden gebruikt
zolang er nog geen laatstewilpil is.
Mevrouw De Jong antwoordt dat de Leden Ondersteuningsdienst (LOD) informatie en
mogelijkheden heeft om de wegen aan te geven voor mensen die een zelfdoding willen plannen. Dit
doen ze alleen in een één op één gesprek. Daarin kan aan de orde komen welke middelen dit zijn en
hoe men aan die middelen kan komen. Als blijkt dat leden van de LOD niet alle vragen kunnen
beantwoorden, is er extra scholing nodig.
Mevrouw Kluver heeft in de krant gelezen dat de KNMG ervoor pleit om artikel 2, lid 2 van de
euthanasiewet af te schaffen. Dat maakt haar ongerust.
Mevrouw De Jong antwoordt dat dat artikel de wettelijke verankering regelt van de wilsverklaring.
Als iemand zijn wil niet meer kan uiten, maar die schriftelijk heeft vastgelegd, mag de arts op grond
daarvan die wil uitvoeren. De KNMG heeft een professionele norm opgesteld waarin staat dat er
altijd communicatie met de patiënt moet zijn om een euthanasie te mogen uitvoeren. Daarmee stelt
de KNMG haar norm boven de wet. De KNMG heeft hierover op 6 maart jl. een brief geschreven met
het verzoek aan de minister aan dat artikel toe te voegen dat er nog communicatie moet zijn. De
minister heeft gereageerd dat het mondelinge verzoek kan worden vervangen door het schriftelijke
verzoek. Zij houdt zich aan de wet. De KNMG moet beseffen dat de professionele norm nooit boven
de wet kan staan.
De heer Jonquière is als communication director werkzaam voor de wereldfederatie. Hij wijst erop
dat de activiteiten van de World Federation erg krap zijn weergegeven. De federatie organiseert niet
alleen tweejaarlijkse congressen, maar informeert ook wat haar leden doen op het terrein van de
euthanasie, en wat er in Nederland gebeurt. In het jaarplan wordt gesuggereerd dat de NVVE zich
eigenstandig gaat richten op het ontwikkelen van een netwerk, terwijl er een netwerk is: de
wereldfederatie, die mede is ontstaan door een substantiële bijdrage van de NVVE. Hij ziet de
ontwikkelingen van de NVVE graag in het kader van het lidmaatschap van de wereldfederatie en niet
daarnaast.
10
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Verslag ALV 2013
De voorzitter antwoordt dat de NVVE lid blijft van de World Federation en de Europese Right-to-Die
Society. NVVE wil geen concurrent worden, maar zal zich als NVVE ook af en toe internationaal actief
moeten opstellen en moeten antwoorden op vragen die haar bereiken. De wereldfederatie kan dit
niet allemaal doen. De NVVE is blij met de wereldfederatie en blij dat de heer Jonquière daarin actief
is.
De heer Scholten heeft begrepen dat het project met de SCEN-verpleegkundigen is gestopt. In het
jaarplan vindt hij hierover niets terug, terwijl de arts en de wijkverpleegkundige in de toekomst weer
aan elkaar zullen worden gekoppeld. Is er nog een commissie verpleegkundigen?
Mevrouw De Jong antwoordt dat er nog steeds een VAR (Verpleegkundigen Adviesraad) actief is. Het
project SCEN-verpleegkundigen was een project van de KNMG en de V&VN (verpleegkundigen en
verzorgenden). Dat is mislukt, omdat er te weinig vragen bij die organisatie kwamen. De NVVE heeft
een actieve bijdrage geleverd aan het betrekken van verpleegkundigen bij het euthanasievraagstuk
met het instellen van ambulante teams van de Levenseindekliniek. Deze teams worden dit jaar
verder uitgebouwd. Verpleegkundigen spelen daarin een belangrijke rol. Ook de verpleegkundigen in
de adviesraad van de NVVE spelen een belangrijke rol.
De heer Heringa (blz. 66) vindt het merkwaardig dat het onderzoek naar en het verstrekken van de
laatstewilpil nog in de kinderschoenen staat. Bij de NVVE is er immers een commissie mee bezig
geweest. De wet houdt dit weliswaar tegen, maar spreker verwacht dat de NVVE een alternatief
heeft klaarstaan waarin staat onder welke voorwaarden deze middelen kunnen worden verstrekt. Hij
vindt dat er meer actie naar de politiek toe moet komen, naast dat er nu een coöperatie komt. Hij
vindt de NVVE in dit opzicht te passief en te gezapig, terwijl de NVVE al 40 jaar een actievereniging is.
De angst voor de wet is te groot. Zelfs de coöperatie blijft binnen de grenzen van de wet, terwijl er
alleen veranderingen mogelijk zijn door de wet uit te dagen en de grenzen van de wet op te zoeken.
Hij is dankbaar dat de NVVE hem steunt in de rechtszaak die tegen hem wordt gevoerd, maar de
NVVE moet op andere punten, zoals de laatstewilpil, verder gaan dan de wet mogelijk maakt.
De voorzitter begrijpt het pleidooi. De NVVE wil zeer graag de laatstewilpil in roulatie kunnen
brengen, zodat men er gebruik van kan maken. De NVVE is al heel lang bezig om hiervoor allerlei
wegen te zoeken. Het bestuur wil dat dit in zijn periode lukt en is er actief mee bezig. De NVVE
opereert al 40 jaar actief langs de grenzen van de wet, zoals met de start van de Levenseindekliniek,
maar de NVVE zal nooit bewust de wet overtreden, doch langs de grenzen van de wet blijven
schuren. In het verleden is de wet een paar keer overschreden, maar dat had meteen repercussies,
waardoor mensen in de problemen kwamen.
De heer Heringa mist in dat opzicht de structuur waarin dit kan gebeuren. Een voorbeeld is het
burgerinitiatief "Uit vrije wil", dat met een wetsontwerp is gekomen. Er moet een nieuw wettelijk
kader komen waarin de burger het uitgangspunt is.
De heer Rebergen nodigt de heer Heringa van harte uit om bij de workshop van de Coöperatie
Laatste Wil te komen. De coöperatie streeft ernaar om binnen afzienbare tijd de laatstewilmiddelen
(dit is meer dan alleen een pil) binnen het wettelijk denkkader beschikbaar te krijgen en de
autonome route mogelijk te maken. De heer Van Wijk en spreker weten inmiddels een aantal wegen
die in samenwerking met de NVVE vorm worden gegeven, maar onafhankelijk van de NVVE.
De heer Jiskoot wijst erop dat hij niet zo veel tijd meer heeft om te wachten tot de NVVE haar ei
heeft gelegd. Hij zegt geen minister, wet of arts nodig te hebben om uit te maken hoe en wanneer hij
zijn leven wil beëindigen. Hij smeekt de laatstewilpil ter beschikking te stellen. Hij heeft verschillende
middelen in huis om zelf in te nemen, maar hij is bang dat het hem niet zal lukken om voldoende
middelen in te nemen. Hij begrijpt niet dat iemand die hem helpt omdat hij in nood zit, strafbaar is.
Hij vraagt van de NVVE meer kracht om onder die dictatuur, onder andere van de kerken, uit te
komen.
Mevrouw Hannie Zuidema moet dit helaas beamen. Zij feliciteert de NVVE met haar 40-jarig bestaan
en met de Levenseindekliniek. Dankzij het lidmaatschap is zij getroost in haar verdriet. Ze vindt de
media en de kranten echter zo negatief over de NVVE. Ze vraagt de NVVE op te treden tegen die
11
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Verslag ALV 2013
negatieve beeldvorming. Zij doet dit al, want ze heeft er last van als ze lieve oude mensen, die zich
zorgen maken over hun eigen levenseinde, op het bestaan van de NVVE wijst.
De voorzitter dankt voor deze mooie oproep.
De heer Borgmeijer feliciteert de NVVE met haar 40-jarige bestaan. Hij vindt dat de zorgverzekeraars
meer onder druk moeten worden gezet, bijvoorbeeld door de leden op te roepen € 10 minder in de
maand te betalen. Uiteindelijk willen de zorgverzekeraars een Levenseindekliniek. Waarom doet
Menzis wel mee? Hebben de anderen een eigen agenda?
De voorzitter antwoordt dat Menzis meedoet, omdat die een voorzitter heeft die zijn nek durft uit te
steken. Vanmiddag houdt Steven Pleiter daarover een workshop.
De heer Pleiter, directeur van de Levenseindekliniek, reageert dat de kliniek graag van de
actiebereidheid van de leden van de NVVE gebruik maakt, maar nu nog even niet, omdat de kliniek
op een goede manier in gesprek is met twee zorgverzekeraars en hopelijk snel ook met de derde.
Lukt het niet om die gesprekken op een nette manier af te ronden, dan zal de Levenseindekliniek in
het najaar bij de NVVE aankloppen met het verzoek om in actie te komen.
De heer Van der Sloot vraagt wat het verschil is tussen de NVVE en de Coöperatie.
De heer Rebergen legt uit dat de Coöperatie Laatste Wil zich op de autonome route richt. Bij de
autonome route bepaalt men zelf het moment dat men vindt dat men zijn leven geleefd heeft,
ongeacht de leeftijd, en kan men zelf zijn eigen leven beëindigen. Iedereen mag vanaf 18 jaar lid
worden van de Coöperatie. Voor het levenseinde is een manier nodig die betrouwbaar is en 100%
zekerheid biedt dat men in de dood verglijdt. Over de distributie ervan moet goed worden
nagedacht. Dit middel zal alleen voor leden van de Coöperatie beschikbaar zijn op het moment dat zij
dat willen gebruiken. De middelen zijn er al, maar moeten zo worden samengesteld dat ze passen
binnen het juridisch strafrechtelijke kader. De Coöperatie heeft al een model voor het
distributiesysteem; dat beweegt zich op de grenzen van de wet. Hierdoor is het mogelijk dat mensen
hun zelfdoding kunnen regelen. Zelfdoding is namelijk niet verboden, hulp daarbij wel.
Mevrouw Ruijmgaart is verbaasd over deze Coöperatie, omdat ze lid is geworden van de NVVE om
de redenen die de heer Rebergen noemt voor de Coöperatie. In de LOD kan men ook één op één
worden geholpen met informatie over hulp bij zelfdoding. Ze heeft het idee dat dit een beetje dubbel
is.
De voorzitter antwoordt dat de NVVE activiteiten stimuleert die ze niet allemaal zelf kan uitvoeren,
omdat de organisatie anders te groot en log wordt. Ze wijst hierbij op het burgerinitiatief rondom
Voltooid Leven, nu de actiegroep "Uit vrije wil" en de Levenseindekliniek. Het vinden en distribueren
van de laatstewilpil is wat anders dan de cocktail die momenteel wordt gebruikt. Daarom is het
bestuur blij dat een groep mensen hiermee bezig is vanuit de NVVE. Als men wil dat die laatstewilpil
er komt, anders dan via de "Mexicoroute", kan men lid worden van de Coöperatie.
Een lid geeft de ledenondersteuningsdienst een geweldig compliment, want die heeft ongelooflijk
mooi en zorgvuldig werk gedaan, weet ze uit eigen ervaring.
Het jaarplan wordt bij acclamatie vastgesteld.
Applaus.
b.
Begroting 2012
De voorzitter wijst erop dat het bestuur probeert € 400.000 vrij te houden om de Levenseindekliniek
eventueel te steunen. Met de goedkeuring van de begroting wordt dit ook goedgekeurd.
De heer Maarseveen (blz. 80) ziet dat er een stijging is in de personeelskosten. Hij vraagt of dit
veroorzaakt wordt door salarisverhogingen of dat er meer personeel bijkomt.
Mevrouw De Jong antwoordt dat er geen sprake is van aanzienlijke personeelsuitbreidingen. Er zijn
loonstijgingen geweest vanwege de cao en een stijging in de werkgeverslasten. Daarmee komt de
post op de begroting hoger uit.
12
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Verslag ALV 2013
Mevrouw Tutuhatunewa vraagt waarom Relevant in plaats van vier keer, zes keer per jaar wordt
uitgegeven. Er zijn immers moderne media en bovendien stijgt het ledenaantal er niet door.
Mevrouw De Jong antwoordt dat ook veel gebruik wordt gemaakt van de moderne media. Uit het
ledenonderzoek dat onlangs is gehouden, is niettemin naar voren gekomen dat Relevant een zeer
belangrijke rol speelt als informatiebron. Daarom wordt voorgesteld de frequentie te verhogen, ook
om meer actueel te kunnen zijn.
De begroting wordt bij acclamatie vastgesteld.
Applaus.
9.
Bestuursverkiezing
De voorzitter meldt dat mevrouw Baars-Veldhuis niet herbenoembaar is. Ze is lid van het bestuur
sinds 2001. Er is gezocht naar een opvolger die ook de financiële functie kan vervullen, omdat
mevrouw Van den Wildenberg ook in het bestuur zit van de Levenseindekliniek. Veel kandidaten
hebben zich gemeld, uiteindelijk wordt de heer prof. Dr. H. Schreuder voorgesteld als nieuw
bestuurslid.
De heer Schreuder wordt bij acclamatie benoemd tot bestuurslid.
Applaus.
Mevrouw Van den Wildenburg en de heer Woittiez worden bij acclamatie herbenoemd tot
bestuurslid.
Applaus.
De voorzitter meldt dat het bestuur apart afscheid neemt van mevrouw Baars.
Sinds 2001 is mevrouw Baars vicevoorzitter geweest en ze heeft de NVVE internationaal
vertegenwoordigd. Het bestuur zal haar zeer missen, omdat ze veel ervaring inbracht, een grote inzet
had en altijd een belangstellende, warme en plezierige collega was.
Mevrouw Baars dankt de leden voor het in haar gestelde vertrouwen en de mensen met wie ze fijn
heeft samengewerkt. Ze heeft het bestuurswerk met veel plezier gedaan, omdat ze de NVVE een
zinvolle vereniging vindt. Toen ze aantrad, is de eerste mijlpaal genomen en de wet tot stand
gekomen. Toen was Jacob Kohnstamm voorzitter en Rob Jonquière directeur. Onder hun leiding
werden vooral de politieke banden aangehaald, was er contact met de KNMG, werd het bureau
geherstructureerd en kwam er vernieuwend beleid tot stand. De NVVE werd in binnen- en
buitenland op de kaart gezet. Op het gebied van euthanasie wordt er nog steeds tegen Nederland
opgekeken. De bestuursperiode daarna werd geleid door Eugène Sutorius, die vooral een
pleitbezorger voor euthanasie is en bekend is in de juridische wereld. Het bestuur heeft hard gewerkt
met bureau en vrijwilligers aan de nota Perspectieven op waardig sterven. Sinds 2008 is Petra de
Jong directeur. De toestroom van leden is onder haar leiding sterk toegenomen, evenals de mediaaandacht. Op het bureau zijn medewerkers en vrijwilligers met ongelooflijk veel activiteiten bezig.
Mevrouw Baars kijkt terug op een zeer boeiende bestuursperiode. De samenwerking in de laatste
bestuursperiode is voor haar van bijzondere waarde geweest. Er is een goede saamhorigheid.
Zij wenst iedereen een vrijwillig gekozen en waardig levenseinde toe.
Applaus.
13
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
10.
Verslag ALV 2013
Voorstel tot herbenoeming leden van de Commissie van Beroep, zoals bedoeld in artikel 18
van de statuten
De voorzitter wijst erop dat in de statuten staat dat leden van de Commissie van Beroep ieder jaar
moeten worden (her)benoemd. Er wordt ongeveer een keer per jaar een beroep op hen gedaan.
Mevrouw Radema-Metzelaar is niet beschikbaar voor herbenoeming.
De leden van de Commissie van Beroep de heer Boissevain en mevrouw Hoogendam-Lanting worden
bij acclamatie herbenoemd.
Applaus.
De heer Kohnstamm wordt bij acclamatie benoemd tot lid van de Commissie van Beroep.
Applaus.
De heer Huisman wordt bij acclamatie herbenoemd tot plaatsvervangend lid van de Commissie van
Beroep.
Applaus.
11.
Sluiting
Mevrouw De Jong dankt de leden voor hun steun in het afgelopen jaar en hun aanwezigheid op de
Algemene Ledenvergadering. Het bestuur en de medewerkers van het bureau hebben het afgelopen
jaar hard gewerkt. Ze bedankt met name Kitty de Ruig voor het organiseren van deze dag.
Applaus.
De voorzitter bedankt iedereen en sluit de vergadering om 12.53 uur.
Applaus.
14
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
Jaarverslag 2013
Jaarverslag 2013
Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag 2013. Het jaar waarin de NVVE 40 jaar bestond, de Levenseindekliniek een
volwaardige positie verwierf en er een uitspraak kwam in de rechtszaak rond Albert Heringa. Het was
ook het jaar waarbij het zelfgekozen levenseinde op de politieke agenda stond. Niet alleen vanwege
de tweede evaluatie Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) maar
ook door onze campagne ‘Hulp is geen misdaad’ en de discussie over de waarde van een
wilsverklaring bij dementie. In onderstaand verslag worden deze ontwikkelingen beschreven. Er
wordt ingegaan op de activiteiten zoals beschreven in het jaarplan 2013. Bij het schrijven van het
jaarverslag is zoveel mogelijk de lijn van het jaarplan aangehouden. Een aantal activiteiten bleek
elkaar te overlappen, daarom zijn deze samengevoegd.
Algemeen
Bestuur
Het bestuur heeft zich in 2013 met name gebogen over het opheffen van de strafbaarheid op hulp bij
zelfdoding (vastgelegd in Artikel 294, lid 2 van het Wetboek van Strafrecht), de Levenseindekliniek en
de toekomst van de NVVE. Daarnaast waren er de feestelijkheden rondom het 40-jarig bestaan.
Tijdens de beleidsdag stonden twee thema’s centraal: afschaffing van de strafbaarheid op hulp bij
zelfdoding (artikel 294, lid 2) en het schriftelijk euthanasieverzoek vastgelegd in artikel 2, lid 2 van de
Wtl. Verschillende gasten waren uitgenodigd om hun visie te geven op de thema’s. Op de ‘Right to
Die Europe’ bijeenkomst heeft de voorzitter een presentatie gegeven over de Nederlandse
euthanasiepraktijk en de Levenseindekliniek. Op verzoek van The World Federation of Right to Die
Societies is hierover een artikel geschreven voor hun nieuwsbrief.
Nieuw meerjarenbeleidplan NVVE
‘NVVE en de toekomst ‘ is de titel van het nieuwe meerjarenbeleidplan voor de komende vier jaar
(2014-2018). Samen met leden van de NVVE en onafhankelijke buitenstaanders is nagedacht over de
weg die de NVVE de komende jaren moet inslaan om haar missie: “een waardig levenseinde voor
iedereen bereikbaar”,te verwezenlijken. Hiertoe zijn gesprekken gevoerd, is een bijeenkomst
gehouden en heeft een ledenraadpleging plaatsgevonden. Eén van de uitkomsten is dat de NVVE nog
meer dan nu het geval is, een servicegerichte organisatie wordt. Het meerjarenbeleidplan wordt
tijdens de jaarlijkse ALV aan de leden voorgelegd.
Continueren overleg met stakeholders
Om doelen van de NVVE te bereiken is goed en regelmatig contact met andere organisaties die zich
met het zelfgekozen levenseinde bezighouden, nodig. Zo zijn de banden met de KNMG, Stichting de
Einder en het Humanistisch Verbond aangehaald en worden raakvlakken en
samenwerkingsmogelijkheden geïnventariseerd. De presentatie van de tweede evaluatie van de Wtl
eind 2012 en de discussie over de waarde van een wilsverklaring bij dementie leidden tot regelmatig
overleg met ambtenaren van VWS. De NPCF, Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, is
partner in het pleidooi om de wilsverklaring meer te laten zijn dan een in de wet vastgelegd
document. Gezamenlijk pleiten wij voor het opnemen van de wilsverklaring op een zichtbare plaats
in het elektronische patiënten dossier. Ook ketenzorg rond het levenseinde, inclusief de wensen
beschreven in een wilsverklaring, is een gezamenlijk punt van aandacht.
15
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
Jaarverslag 2013
Politieke beïnvloeding
Een jaar na de presentatie van de tweede evaluatie van de Wtl vond daarover het politieke debat
plaats. In aanloop naar dit debat is meerdere malen gesproken en via andere wegen van gedachten
gewisseld met Tweede Kamerleden. De NVVE vond dat de problemen rond het schriftelijk
euthanasieverzoek, afschaffing van het verbod op hulp bij zelfdoding en de Levenseindekliniek (met
name het scholingseffect van de ambulante teams en de vergoeding door zorgverzekeraars)
meegenomen behoorden te worden in het politieke debat.
Op initiatief van D66 en GroenLinks is een wetsvoorstel ingediend om een verwijsplicht voor artsen
op te nemen in de Wtl. De NVVE heeft laten weten dit voorstel te steunen. De praktijk leert dat de
morele plicht om door te verwijzen, zoals opgenomen in de richtlijn van de KNMG, niet altijd werkt.
Wettelijk geregelde euthanasie en hulp bij zelfdoding
De NVVE is regelmatig uitgenodigd voor het geven van lezingen of voor deelname aan debatten. Dit
geeft ons de kans om onze visie op en kennis over de wet- en regelgeving en de door de patiënt
ervaren praktijk over te brengen.
In 2012 zijn de KNMG brochures ‘Tijdig spreken over het levenseinde’1 en ‘Spreek op tijd over uw
Levenseinde’2 uitgebracht. Om ervoor te zorgen dat meer mensen op de hoogte zijn van deze
brochures en deze te gebruiken in voorbereiding op het gesprek met hun arts over wensen rond het
levenseinde, zijn beide sinds het najaar van 2013 te downloaden via de NVVE website.
Levenseindekliniek
Al snel na de start van de Levenseindekliniek bleek de hulpvraag groter dan de ambulante teams aan
konden. De ontstane wachtlijst is afgenomen door financiële ondersteuning van de NVVE en de
uitbreiding van de ambulante teams van zestien naar dertig. Dit ondanks een toename van het aantal
aanmeldingen in 2013. Na een succesvolle brievenactie via het NVVE kwartaalblad Relevant aan
zorgverzekeraars, vergoeden nu alle zorgverzekeraars de kosten of hebben toegezegd dit te zullen
doen, behalve Achmea.
Na de aankondiging in 2011 van de start van de Levenseindekliniek, kwam er veel kritiek, met name
van de KNMG. Nog geen anderhalf jaar later, zo bleek tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede
Kamer, heeft de KNMG de Levenseindekliniek omarmd. De Levenseindekliniek vervult een
belangrijke advies en kennisfunctie. Dat blijkt uit het aantal artsen dat de kliniek consulteert en uit
het feit dat de helft van het aantal uitgevoerde euthanasieverzoeken is uitgevoerd door de eigen arts
na interventie van de Levenseindekliniek. Elke via de Levenseindekliniek gemelde euthanasie werd
door de Regionale toetsingcommissies als zorgvuldig beoordeeld.
Wilsverklaringen
Kwaliteitscriteria voor wilsverklaringen opstellen
De Wilsverklaring blijkt een document te zijn dat wordt gebruikt om met de arts in gesprek te gaan
over wensen rond het levenseinde. Meer dan 50% van de ouderen weet wat zijn of haar wensen zijn,
maar slechts 16% heeft een wilsverklaring3. Lange tijd was de NVVE de organisatie die
wilsverklaringen verschafte, tegenwoordig zijn ze ook gratis via het internet te downloaden.
1
Tijdig spreken over het levenseinde, KNMG, juni 2012
Spreek op tijd over uw levenseinde. KNMG, NFK, NPV, NPCF, NVVE, ANBO, PCOB en Unie KBO. Utrecht, 2012
3
End-of-life care and preferences for (non)treatment decisions in older people during their last three months of life,
Pam J. Kaspers, Vrije Universiteit Amsterdam, 2013
2
16
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
Jaarverslag 2013
Kwalitatief voldoen veel van deze wilsverklaringen lang niet altijd aan de vereisten. Zo zijn er
wilsverklaringen die zowel een euthanasieverzoek, behandelverbod en orgaandonatie bevatten of
die onterecht om handtekeningen van getuigen vragen. Voor de NVVE is dit een reden om een opzet
te maken voor kwaliteitscriteria voor wilsverklaringen. Aan de hand van deze eerste opzet heeft de
NPCF haar wilsverklaringen aangepast. Ook onze eigen wilsverklaringen zijn aangepast; ze worden in
2015 geëvalueerd.
Wettelijke verankering wilsverklaringen (artikel 2, lid 2 van de Wtl)
Begin 2013 stond euthanasie bij dementie centraal in een aflevering van televisieprogramma Zembla.
Deze uitzending leidde tot een flinke discussie in de media met name doordat de KNMG het
standpunt hanteert dat ondanks een (onderhouden) schriftelijke wilsverklaring communicatie met de
patiënt nog mogelijk moet zijn. Bij wet is echter geregeld dat een schriftelijk verzoek een mondeling
verzoek kan vervangen. Voormalig minister Els Borst heeft zich in deze discussie gemengd, wat
uiteindelijk leidde tot het instellen van een werkgroep artikel 2, lid 2 door minister Schippers van
VWS. Deze werkgroep, bestaande uit ambtenaren van VWS en VenJ (Veiligheid en Justitie) en leden
van de KNMG, moet komen tot een handreiking hoe om te gaan met de schriftelijke wilsverklaring in
de praktijk. Het is de bedoeling dat patiëntenorganisaties in een later stadium betrokken worden bij
de werkgroep. In de komende periode volgt de NVVE de ontwikkelingen rond deze werkgroep op de
voet. Tijdens het debat over de tweede evaluatie van de Wtl zei VWS minister Schippers, de
werkgroep te vragen na te denken over de mogelijkheid tot uniformering van de wilsverklaring en
een mogelijk centraal punt4. Waarbij expliciet is opgemerkt dat ruimte voor eigen bewoording door
de patiënt nodig is en blijft.
Ontwikkelingen in het buitenland en Nederland overzeese gebieden
Ook in andere landen wordt de discussie over waardig sterven gevoerd. Om te weten hoe de
discussies daar verlopen en wat de ontwikkelingen zijn, is er op diverse momenten contact geweest
met organisaties in het buitenland. Interesse was er vanuit Amerika waar de directeur samen met
twee psychiaters en een huisarts een sessie over euthanasie in Nederland heeft gegeven op de
American Psychiatric Association (APA) in Philadelphia. De Franse ambassade in Den Haag
organiseerde een diner waar met Franse Parlementariërs onder andere van gedachten werd
gewisseld over ethische zaken zoals euthanasie.
Landen waar momenteel ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving plaatsvinden:
België
In België is een wetswijziging aangenomen waardoor jongeren onder de achttien jaar een
euthanasieverzoek kunnen indienen. Er is geen leeftijdsgrens gesteld, maar de jongeren moeten
oordeelbekwaam zijn. Jongeren die psychisch lijden kunnen geen verzoek indienen. De jongeren
moeten het verzoek schriftelijk indienen en ouders moeten schriftelijk toestemming geven. In
Nederland geldt dat jongeren vanaf twaalf jaar mondeling een verzoek kunnen indienen met
toestemming van de ouders, vanaf zestien jaar moeten ouders alleen van het verzoek op de hoogte
gesteld worden.
Tasmanië (deelstaat van Australië)
In oktober 2013 werd na een tien uur durend debat het wetsvoorstel om euthanasie bij mensen met
een terminale ziekte mogelijk te maken weggestemd met slechts twee stemmen verschil.
4
Kamerstuk nummer 32647 nr 21, Levensbeëindiging, verslag van een Algemeen Overleg: over de invulling van het centraal
punt is contact met VWS
17
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Jaarverslag 2013
Denemarken
De Deense ambassade nodigde de NVVE uit om een lezing te geven voor de Parlementaire commissie
van Gezondheid, omdat men in Denemarken bezig is met de voorbereiding van wetgeving op het
gebied van euthanasie.
Bonaire, Eustatius en Saba (BES-eilanden)
Sinds 2012 is de Wtl op deze eilanden van kracht als gevolg van een bestuurlijke herindeling. De GGD
Den Haag is verantwoordelijk voor de implementatie van de wetgeving en heeft de NVVE om
informatie gevraagd. De NVVE zal hen ondersteunen waar mogelijk en wenselijk.
Regelmatig krijgt de NVVE vragen over wet- en regelgeving met betrekking tot euthanasie elders in
de wereld. Samen met The World Federation Right to Die Societies wordt gekeken hoe deze
informatie in een overzicht geplaatst kan worden op hun website.
De NVVE heeft positief gereageerd op de vraag om de Wereldfederatie bijeenkomst in 2016 te
organiseren.
Lustrum Jaarviering
Afgelopen jaar bestond de NVVE 40 jaar. Door het hele jaar heen vonden verschillende festiviteiten
plaats. Tijdens de ALV kregen leden de gelegenheid om de Levenseindekliniek te bezoeken. Ook werd
het boekje van Peter de Wit ‘We gaan u eens lekker doodmaken’ met cartoonpsychiater Sigmund in
de hoofdrol, uitgebracht en veelvuldig besteld. Op 28 augustus werd het grote jubileumfeest gevierd
in filmmuseum EYE te Amsterdam. Na inspirerende speeches van de directeur en de voorzitter
konden leden gedurende een dagdeel genieten van lezingen, film, dans, tentoonstellingen en andere
evenementen zoals de Euthanasiebingo. Bijzonder tijdens deze dag was de presentatie van de
nieuwe huisstijl. De reacties hierop zijn over het algemeen complimenteus: men vindt het nieuwe
logo herkenbaar en een positieve uitstraling hebben.
Het radioprogramma OVT (Onvoltooid Verleden Tijd) van de VPRO zond in februari/ maart een
tweeluik uit over 40 jaar euthanasiedebat. Hierin kwamen onder ander Klazien Alberda, Eugène
Sutorius en Rob Jonquière aan het woord.
Speerpunten: Voltooid Leven, Psychiatrie en Dementie
Voltooid Leven
Sinds 2010 wordt de discussie over Voltooid Leven, mede aangezet door de initiatiefgroep ‘Uit Vrije
Wil’, volop gevoerd. In november 2013 heeft ‘Uit Vrije Wil’ haar gedachtegoed overgedragen aan de
NVVE. De NVVE zegde toe het gedachtegoed op waardige wijze te blijven uitdragen. De NVVE heeft
documentaire maakster Nan Rosens, regisseur van o.a. ‘De laatste wens van Moek’, eind 2013
gevraagd een dubbelportret te maken van Pieter Jiskoot en Puck Coenen, mensen met een voltooid
leven. De titel van deze documentaire is ‘Tot het Bittere Einde’ en wordt vertoond op de
regiobijeenkomsten.
ZonMw, organisatie ter verbetering van preventie, zorg en gezondheid, werkt aan het opstellen van
de kennisagenda ‘Klaar met leven’. Aan de daaraan voorafgaande inventarisatiebijeenkomst heeft de
NVVE een bijdrage geleverd. Tijdens deze bijeenkomst werd onder andere besproken of een
weloverwogen stervenswens, bijvoorbeeld een voltooid leven, op een andere wijze benaderd moet
worden dan nu het geval is. De publicatie van de kennisagenda staat gepland voor begin 2014.
18
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
Jaarverslag 2013
Opheffen strafbaarheid hulp bij zelfdoding (schrappen/ wijzigen artikel 294, lid 2)
Op 22 oktober 2013 kreeg Albert Heringa, die zijn moeder in 2008 hielp bij haar zelfdoding, van de
rechter te horen schuldig te zijn zonder strafoplegging. Het bieden van hulp bij zelfdoding is strafbaar
volgens artikel 294, lid 2. De rechter erkende in zijn uitspraak dat er maatschappelijk verandering
gaande is in het denken over het bieden van hulp bij zelfdoding door niet-artsen. Het is niet aan de
rechterlijke macht om de wet te veranderen, dat is aan de wetgever, zo stelde de rechter. Tijdens de
uitspraak riep hij op tot maatschappelijk debat.
Tijdens de campagne ‘Hulp is geen misdaad’ voerde de NVVE volop dit maatschappelijke debat . Het
startsein voor de campagne werd gegeven op 2 september door het manifest 294, waarin de politiek
opgeroepen wordt artikel 294, lid 2 van het Strafrecht af te schaffen, vast te spijkeren op een replica
van de Ridderzaaldeur. Het vastspijkeren gebeurde onder grote belangstelling van zo’n 250 NVVEleden. Tijdens de eerste zittingsdag van de rechtszaak Heringa waren bijna 100 NVVE-leden aanwezig
om Albert Heringa onder luid applaus te ontvangen. Daarna was er een ontbijt in de openlucht voor
de deelnemers. Beide acties trokken volop aandacht van de media.
Tijdens het jaarlijkse NVVE symposium in november hielden deskundigen lezingen over waarom hulp
bij zelfdoding wel of juist niet afgeschaft moet worden. Merel Schoonman vertelde over haar
onderzoek waaruit bleek dat 62% van de mensen hulp bij zelfdoding denkbaar vinden bij een
terminale patiënt waarvan de arts euthanasie weigert. Deze steun daalt wanneer er geen sprake is
van een ernstige ziekte. Een meerderheid (69%) steunt de huidige wetgeving5. Er zijn door het hele
land publieksdebatten gevoerd waaraan veel mensen deelnamen. Op 21 februari 2014 vond het
slotdebat van de campagne ‘Hulp is geen misdaad’ plaats waar tevens verzamelde informatie,
conclusies en aanbevelingen aan de politiek worden gepresenteerd en als bouwstenen voor
verandering van de wet werd aangeboden. ‘Routewijzer naar verandering: bouwstenen voor nieuwe
wetgeving’ is de titel van de brochure die daarvan het resultaat is.
Onderzoek stimuleren naar de ontwikkeling en beschikbaarheid van de laatstewilpil
De grote wens van een meerderheid van de NVVE leden is de beschikbaarheid van een laatstewilpil.
Een nieuwe ontwikkeling hieromtrent is dat een aantal farmaceutische bedrijven te kennen heeft
gegeven mee te willen denken in het proces hoe medicatie beschikbaar gesteld kan worden. Dit is
tevens goed nieuws voor de Coöperatie Laatste Wil die op 12 april 2013 is opgericht. Deze coöperatie
is bedoeld als platform waar mensen informatie kunnen uitwisselen, met als ultieme doel te komen
tot een laatstewilmiddel. De coöperatie is het door de NVVE gesteunde initiatief van twee NVVEleden: Jos van Wijk en Gert Rebergen.
De grootverpakking paracetamol is sinds begin 2013 niet meer via de vrije verkoop verkrijgbaar
wegens een stijging van het aantal mensen dat met paracetamol een zelfmoordpoging deed. De
NVVE heeft naar aanleiding van dit nieuws opnieuw gepleit voor een laatstewilpil, zodat mensen niet
hoeven te grijpen naar middelen die leiden tot een onwaardige dood. De werkgroep medicatie heeft
de informatie ‘zorgvuldige zelfdoding’ op de website geactualiseerd.
Ondersteunen van mensen die geholpen hebben bij zelfdoding
De mediaberichten rond de rechtszitting van Albert Heringa zorgden ervoor dat ook andere mensen
met hun verhaal over het bieden van hulp bij zelfdoding of juist de gevolgen van het nalaten ervan,
naar buiten willen treden. Gegevens van deze mensen zijn genoteerd zodat zij benaderd kunnen
wanneer de media op zoek is naar een persoonlijk verhaal.
5
Lekendavies na afgewezen euthanasia verzoek kan wel, Ned Tijdschrift voor Geneeskunde. 2014;158:C2002
19
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
Jaarverslag 2013
Psychiatrie
Voor mensen met een euthanasieverzoek die lijden aan een psychiatrische aandoening is het nog
altijd moeilijk om dit verzoek ingewilligd te krijgen, ondanks het feit dat de wet geen onderscheid
maakt tussen lichamelijk of psychisch lijden. De Steungroep Psychiaters, uitgegroeid tot een groep
van vijftien psychiaters door het hele land, kan psychiaters bijstaan wanneer zij een
euthanasieverzoek krijgen. Afgelopen jaar is de steungroep zo’n 50 keer benaderd. Momenteel
wordt er overleg gevoerd met de KNMG hoe de steungroep gecontinueerd kan worden. Bij de
oprichting in 2011 is afgesproken dat de steungroep voor drie jaar (tot medio 2014) door de NVVE
gefinancierd wordt.
Net als voorgaande jaren was er veel belangstelling voor de bijdrage van de NVVE op het
voorjaarscongres van de NVvP (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie). Petra de Jong
presenteerde de ervaringen met de Levenseindekliniek en psychiater Gertie Casteelen vertelde over
haar ervaringen als Levenseindekliniek arts. Twee psychiaters uit de Steungroep Psychiaters
becommentarieerden de film ‘De laatste stappen’: een film, medegefinancierd door de NVVE, over
de praktische uitvoering van een hulp bij zelfdoding.
Stichting Euthanasie in de Psychiatrie (SEP)
Twee moeders die beiden een kind verloren hebben door zelfdoding na een afgewezen
euthanasieverzoek, hebben in 2011 de Stichting Euthanasie in de Psychiatrie opgericht. Hun doel is
om de doodswens en euthanasie bij mensen die psychisch lijden meer bespreekbaar te maken. Zij
geven lezingen en presentaties en hebben in overleg met de NVVE verwoord wat volgens hen
opgenomen moet worden in de nieuwe richtlijn over hulp bij zelfdoding in de psychiatrie.
Het televisieprogramma ‘Spraakmakende Zaken’ met gespreksleider Paul Rosenmöller besteedde
een aflevering aan euthanasie in de psychiatrie. Het contrast tussen de gevolgen voor ouders die een
zelfdoding van hun kind meemaken en ouders van een kind dat geholpen wordt bij zelfdoding, werd
duidelijk in beeld gebracht.
Dementie
Ook in 2013 leidde euthanasie bij dementie en de betekenis van een wilsverklaring tot
maatschappelijke en politieke discussie. De discussie werd scherp gevoerd vanwege het standpunt
van de KNMG, dat communicatie te allen tijde mogelijk moet zijn. Dit leidde tot de instelling van de
eerder beschreven werkgroep artikel 2 lid 2, die tot een handreiking moet komen hoe in de praktijk
om te gaan met een schriftelijk euthanasieverzoek. Wat betreft de NVVE ligt hier een kans om tot
een doorbraak te komen in de discussie. Tijdens de regiobijeenkomsten stond voorlichting over
euthanasie bij dementie centraal.
Wetenschappelijke activiteiten
Suzanne van de Vathorst is sinds 1 juli 2013 bijzonder hoogleraar ‘Kwaliteit van de laatste levensfase
en van sterven’ aan de universiteit van Amsterdam. De NVVE is bijzonder trots dat zij, met al haar
ervaring op het gebied van levensbeëindiging (evaluatie Wtl en evaluatie commissie Hubben) deze
belangrijke functie invulling gaat geven. Wetenschappelijk onderzoek is van groot belang voor onze
missie om een waardig sterven voor iedereen bereikbaar te laten zijn. Suzanne krijgt ondersteuning
van een onderzoeker in opleiding.
In hetzelfde jaar dat de Levenseindekliniek geopend werd, is een onafhankelijk onderzoek naar de
werkwijze van de kliniek gestart door de UvA. De uitkomsten van dit onderzoek worden in 2014
verwacht.
20
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Jaarverslag 2013
Naamsbekendheid en Ledenaantal
Waar veel verenigingen hun ledenaantal zien afnemen blijft de NVVE groeien. In 2013 groeide het
aantal leden naar 148.217, een groei van 5,3%. In 2014 wordt verdere groei verwacht omdat er een
campagne gevoerd gaat worden om het belang van een wilsverklaring en het onderhouden ervan te
promoten.
Presentatie op beurzen en onderwijsinstellingen
Op een flink aantal beurzen was de NVVE aanwezig met een totaal vernieuwde stand in lijn met de
nieuwe huisstijl. Net als voorgaande jaren stond de NVVE op de 50plus beurs . Nu met een grotere
stand, een deel daarvan werd ter beschikking gesteld aan de Coöperatie Laatste Wil.
Een nieuwe en naar bleek succesvolle ervaring was onze aanwezigheid op de Nursing Experience, een
tweedaagse beurs voor verpleegkundigen en verzorgende. Naast de informatiestand gaven twee
vrijwilligers van de Presentatiedienst de workshop ‘Euthanasie hoe sta jij erin?’ Er werden
voorbeelden uit de praktijk besproken en de belemmeringen die de huidige wet- en regelgeving met
zich meebrengt. De belangstelling voor deze workshop was groot.
Regiobijeenkomsten voortzetten
De regiobijeenkomsten zijn succesvol. Gemiddeld waren er 250 mensen aanwezig. Dat is meer dan in
voorgaande jaren.
Ledendiensten
Zo’n 150 vrijwillige medewerkers zijn actief bij de verschillende NVVE ledendiensten. De
vrijwilligersraad adviseerde over de nieuwe nota vrijwilligersbeleid en behartigde de belangen van de
vrijwillige medewerkers. De leden van deze raad zijn begin 2013 teruggetreden waarna er een
raadpleging heeft plaatsgevonden onder alle vrijwillige medewerkers. Deze had als doel het
draagvlak voor een mogelijke nieuwe raad te peilen. Van de 41% van de vrijwilligers die reageerden,
gaf 58% aan geen voorkeur te hebben voor een Vrijwilligersraad. Besloten is om het nieuwe
vrijwilligersbeleid te implementeren en om in 2014 opnieuw te peilen of er behoefte is aan een vorm
van een vertegenwoordiging voor vrijwillige medewerkers.
Uitbreiden/ vernieuwen van de dienstverlening
De grote belangstelling voor de wilsverklaringen-estafette in 2012 maakte zichtbaar dat het invullen
van een wilsverklaring geen sinecure is. In juni 2013 startte daarom de pilot Spreekuren
Wilsverklaringen. De pilot werd op drie locaties uitgevoerd. Alle beschikbare spreekuren waren
volgeboekt en uit de evaluatie blijkt dat er voorzien wordt in een grote behoefte van leden. In 2014
worden de Spreekuren een nieuwe dienstverlening van de NVVE.
Communicatie
Vanwege de vele raakvlakken zijn in 2013 de afdelingen Projecten en Externe Betrekkingen
samengevoegd tot de afdeling Communicatie. De vacature hoofd communicatie is sinds de zomer
ingevuld. De introductie van de nieuwe huisstijl maakte dat de website, alle brochures, de Relevant
en presentatiematerialen aangepast moesten worden. Er wordt nog volop gewerkt aan de
verbetering van onder andere ‘Mijn NVVE’ en de mogelijkheid om wilsverklaringen digitaal te kunnen
aanbieden.
Dit jaar is er een speciaal lustrumnummer uitgegeven van de Relevant. Dit nummer was volledig
gewijd aan 40 jaar NVVE en euthanasiedebat. Mensen van het eerste uur kwamen hierin aan het
woord. Het blijkt dat leden voldoende vaak en voldoende geïnformeerd zijn met een Relevant die
21
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
Jaarverslag 2013
vier keer per jaar verschijnt. De frequentie wordt daarom niet opgehoogd. Er is een nieuwe
vormgeving, passend bij de nieuwe huisstijl, gekozen voor de Relevant. In januari 2014 ontvingen alle
leden deze voor het eerst.
Alle brochures zijn herzien, geactualiseerd en het aantal is teruggebracht naar vier basisbrochures/folders: ‘’Over de laatste levensfase’’,’’Toelichting bij de wilsverklaringen’’, ‘’Over reanimeren’’(om
mensen een geïnformeerde keuze te laten maken over NR penning) en ‘’Wat kan de NVVE voor u
betekenen’’.
Media
Activiteiten, campagnes en persberichten van de NVVE worden goed opgepakt door de media. Dat
heeft ook dit jaar weer geleid tot een grote, continue stroom aan krantenberichten, ingezonden
brieven en de medewerking aan de tv-uitzendingen. Naast de traditionele media is de NVVE actief via
de sociale media zoals twitter, facebook en LinkedIn. Via LinkedIn worden discussies aangezwengeld
en gevoerd met de mensen die lid zijn van deze mediagroep.
Jongeren hebben voorbereidingen getroffen voor het oprichten van een jongerengroep binnen de
NVVE en een symposium op 28 januari 2014. De documentaire ‘’Nachtvlinder’’, een portret van een
jonge vrouw met een erfelijke aandoening die euthanasie krijgt, bracht helder in beeld dat ook
jongeren een stervenswens kunnen hebben.
Interne Bedrijfsvoering
De NVVE is een financieel gezonde vereniging. Voor 2014 hebben we daarom weer vele plannen en
activiteiten om een waardig sterven voor een ieder bereikbaar te maken. Deze staan beschreven in
het jaarplan 2014.
Om de extra activiteiten rond het lustrumjaar goed te kunnen organiseren en ter vervanging van
zieke personeelsleden was er een (tijdelijke) uitbreiding van het aantal medewerkers.
22
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Jaarrekening en
Financieel verslag van het bestuur
2013
NVVE
Postbus 75 331
1070 AH Amsterdam
maart 2014
23
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Inhoudsopgave
Blz.
25
1. Financieel verslag van het bestuur
2. Balans
31
3. Staat van baten en lasten
33
4. Grondslagen
35
5. Toelichting op de balans
37
Bijlagen
I
Specificatie bij de balans
40
II
Specificatie bij de staat van baten en lasten
42
III Meerjarenoverzicht
45
IV Controleverklaring van de accountant
47
24
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
1. Financieel verslag van het bestuur
1.1 Algemeen
De jaarrekening 2013 is samengesteld door het bureau van de NVVE, de Nederlandse Vereniging voor een
Vrijwillig Levenseinde, onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
De controle van de jaarrekening is verricht door accountantskantoor Mazars Paardekooper Hoffman NV te
Amsterdam. De controleverklaring van de accountant is opgenomen als bijlage IV van dit rapport.
1.2 Doelstelling
De doelstelling van de vereniging luidt:
1. De vereniging heeft ten doel:
a. Het bevorderen van een zo breed mogelijke toepassing en maatschappelijke acceptatie van de
bestaande wettelijke mogelijkheden van een vrijwillig levenseinde;
b. Het bevorderen van de maatschappelijke aanvaarding en de juridische regeling van een vrijwillig
levenseinde in situaties die niet onder de bestaande wettelijke mogelijkheden vallen;
c. Het streven naar de erkenning van de keuze voor een vrijwillig levenseinde en de hulp daarbij als een
mensenrecht,
alles in de ruimste zin van het woord.
2. De vereniging tracht haar doel te bereiken door:
a. het uitdragen van het gedachtegoed van de vereniging zoals dit aansluit bij bovengemelde
doelstelling;
b. het geven van voorlichting, het doen van onderzoek en het uitvoeren van opiniepeilingen;
c. het uitgeven van wilsverklaringen alsmede het bevorderen van het gebruik daarvan,
d. alsmede zodra en voor zover dat de vereniging wettelijk is toegestaan of zal zijn toegestaan: het
bieden van informatie, steun en hulp bij beëindiging van leven en de vraagstukken die daardoor
worden opgeroepen, door aan de vereniging verbonden werknemers en/of vrijwilligers;
e. het uitgeven van studies en publicaties;
f. het actief behartigen van de belangen van de vereniging door het nadrukkelijk onder de aandacht
brengen daarvan bij de daarvoor in aanmerking komende organisaties;
g. het bewerkstelligen en onderhouden van internationale contacten, alsook door middel van andere
wettige middelen.
1.3. Resultaat
De exploitatie 2013 eindigt met een overschot van € 37.946. De begroting ging uit van een neutraal resultaat.
Onder punt 1.4 wordt een toelichting op de cijfers gegeven.
25
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
De samenvatting van de staat van baten en lasten over 2013 geeft het volgende beeld (x € 1000):
Resultaat
Begroting
Resultaat
2013
2013
2012
1000 €
1000 €
1000 €
2.987
2.910
2.899
635
480
518
3.622
3.390
3.417
Communicatie
242
231
174
Relevant
359
362
219
72
103
78
Inkoop wilsverklaringen
172
154
205
Inkoop NR penningen
193
155
220
19
20
8
Bureaukosten
434
454
448
Verenigingskosten
140
128
107
Overige activiteiten
432
406
315
Baten
Ontvangsten van leden
Overige baten
Totaal baten
Lasten
Dienstverlening leden
Inkoop verkooppublicaties
Bijdrage Levenseindekliniek
300
Personeelskosten
1.521
1.377
1.296
Totaal
3.584
3.390
3.370
38
0
47
Resultaat
Bestemming resultaat
Uit bestemmingsreserves
Naar algemene reserve
Naar continuïteitsreserve
-26
64
-57
103
-
26
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
1.4. Toelichting bij de exploitatie
De exploitatie over 2013 wordt afgesloten met een positief resultaat van € 37.946. Van de lasten wordt verder
€ 25.590 gedekt uit de bestemmingsreserve ‘leerstoel - onderzoek’. Het feitelijk overschot over 2013 bedraagt
derhalve € 63.536. Het bestuur stelt voor dit resultaat 2013 toe te voegen aan de continuïteitsreserve binnen
het Eigen Vermogen; op de eindbalans in de jaarrekening is deze keuze verwerkt.
De laatste jaren kent de NVVE een sterke groei van het aantal leden. Hierdoor neemt de opbrengst aan
contributie van jaar op jaar toe. Dat stelt de vereniging in staat de omvang van de activiteiten en de
dienstverlening aan leden uit te breiden.
1.4.1 Baten
In 2013 is het ledental opnieuw gestegen. Het ledental gaat van 140.760 leden naar 148.217 leden, een stijging
van 5,3%. In de periode 2001 – 2007 schommelde het ledental van de vereniging tussen 102 en 105 duizend
leden. Vanaf najaar 2008 doet zich een opmerkelijke stijging voor. Die zette zich in 2009 (met 3,5 %) , in 2010
(met 7,3 %), in 2011 (met 9,8 %) en in 2012 (met 10,0 %) voort. In 2013 was de ledengroei 5,3 %.
De opbrengst aan contributie volgt vrijwel de groei van het ledental. In 2013 bedroeg het oninbare deel van de
contributie 2,4 % van het gefactureerd bedrag (in 2012 ging het om 2,2 %). Bij de oninbare facturen gaat het bij
één derde deel om wanbetalers in strikte zin - leden die na twee aanmaningen niet betalen. De rest betreft in
hoofdzaak gevallen waarbij na de verzending van de factuur pas doorgegeven wordt dat een lid overleden is dan
wel dat men geen lid meer wenst te blijven.
Bij de overige baten zijn er per saldo ook meevallers in vergelijking met de begroting. De giften van leden zijn
hoger. In 2013 ontving de vereniging ruim meer baten uit legaten dan begroot. Over de jaren heen bezien
schommelt deze laatste post zeer sterk.
De opbrengst aan rente is – net als in eerdere jaren - matig; door de financiële crisis en de reactie van de ECB
daarop is het rentetarief erg laag. De waarde van de obligaties nam af, zodat er in dit jaar een waardedaling
van de effecten geboekt wordt.
De omzet aan wilsverklaringen hangt sterk samen met het aantal nieuwe leden. Opmerkelijk is de stijging van
de omzet aan niet-reanimerenpenningen sinds oktober 2011; toen kregen de penningen aandacht op TV.
Sindsdien is de omzet aan penningen hoog gebleven. Tegenover de opbrengst uit verklaringen, penningen en
brochures staan de bijhorende kosten van de leveranciers van deze producten. Bij de kosten van deze
producten worden hier overigens de uitgaven aan interne administratie en aan promotie van de artikelen niet
meegeteld.
1.4.2 Lasten
Bij de rubriek ‘communicatie’ zijn de lasten in totaal vrijwel gelijk aan het bedrag in de begroting. Dat geldt niet
voor de afzonderlijke onderdelen binnen deze post: begrote activiteiten voor de promotie van wilsverklaringen
werden niet gerealiseerd door drukte met andere activiteiten. Er is beleidsmatig voor gekozen veel aandacht te
geven aan de aanwezigheid op beurzen. Verder komen er meer bezoekers naar regiobijeenkomsten die hierdoor
duurder zijn.
In zomer 2013 werd een nieuw inhoudelijk deel van de website in gebruik genomen. In verband hiermee werd er
versneld afgeschreven op enkele onderdelen van de oude website. De kosten van de website staan onder
‘communicatie’; feitelijk fungeert de website voor alle onderdelen van de vereniging. Zo meldt tegenwoordig ruim
60 % van de nieuwe leden zich direct via de website aan; anders zou voor de huidige instroom van nieuwe leden
een aanzienlijke uitbreiding van de ledenadministratie onvermijdelijk zijn.
27
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Bij het kwartaalblad Relevant zijn de lasten in 2013 vrijwel conform de begroting. Naast de vier reguliere
nummers werd er in augustus een speciaal nummer van het blad uitgegeven ter gelegenheid van het veertigjarig
bestaan.
De post ‘dienstverlening leden’ is in totaal lager dan begroot; dat komt doordat bij de spreekuren de pilot van
zomer 2013 veel goedkoper uitviel dan begroot.
De post ‘bureaukosten’ daalt iets ten opzichte van de begroting en de resultaten in 2012. Vanaf september 2013
heeft het kantoor een nieuw huurcontract met lagere kosten. Daarnaast zijn er bij porto en
kantoorbenodigdheden iets lagere uitgaven.
Bij de ‘verenigingskosten’ zijn de kosten voor vrijwilligers lager, deels omdat de kosten voor verzekeringen bij de
afzonderlijke diensten zijn ondergebracht. De verzekeringspremie hangt af van het aantal autokilometers in de
declaraties. Dat is per dienst erg verschillend, zodat verantwoording daar een beter inzicht geeft.
De rubriek ‘overige activiteiten’ bestaat voor een belangrijk deel uit eenmalige zaken. In 2013 waren dat de
kosten voor de viering van het lustrum en de invoering van een nieuwe huisstijl.
Vanaf zomer 2013 is de leerstoel bij de Universiteit van Amsterdam ingevuld. Dat gaat om een parttime
hoogleraar en een promotieplaats. De looptijd is vijf jaar. De jaarlijkse kosten worden steeds in de exploitatie
opgenomen en worden verrekend met de bestemmingsreserve voor de leerstoel (zie balans).
Bij de projecten werd dit jaar veel besteed aan de activiteiten rond artikel 294 (hulp bij zelfdoding). Dit werd
actueel door het proces Heringa. De NVVE nam de kosten van de advocaat hierbij voor haar rekening. Dit bedrag
staat afzonderlijk vermeld.
De personeelskosten komen aanzienlijk hoger uit dan begroot. Hogere lasten waren er door enkele tijdelijke
uitbreidingen en vooral door twee langdurige ziektegevallen, zodat vervangend personeel moest worden
aangetrokken. De sociale premies voor rekening van de werkgever stegen dit jaar opnieuw.
1.5 Balans
1.5.1 Toelichting bij posten
Op de balans staat onder ‘materiële vaste activa’ de waarde van de investeringen in apparatuur, meubilair en
verbouwingen na aftrek van de afschrijvingen in dit en vorige jaren. In 2013 waren de nieuwe investeringen in
materiële activa bescheiden, waardoor het totaal daalt. Investeringen in programmatuur en de website staan
afzonderlijk vermeld als ‘immateriële activa’. Voor de nieuwe website waren er investeringen; het onderdeel ‘Mijn
NVVE’ moet nog afgerond worden; vandaar het bedrag ‘vooruitbetaalde investeringen’.
De post 'effecten' betreft uitsluitend een obligatie. De ledenvergadering heeft in 2001 vastgelegd dat de NVVE
een risicomijdend beleggingsbeleid voert. Maximaal de helft van het vermogen mag belegd worden in niet-liquide
beleggingsproducten. Bij eventuele beleggingen dient het ingelegde kapitaal nagenoeg gegarandeerd te zijn. Dit
sluit bijvoorbeeld aandelenfondsen uit. Bij de feitelijke beleggingen bestaat een garantie van 100 % van de
hoofdsom aan het einde van de looptijd. Door de ontwikkelingen van de laatste paar jaar is het risico toch
toegenomen. Instellingen die de garantie verstrekten werden opgesplitst en verkocht. De garanties van financiële
instellingen blijken niet in alle gevallen nagekomen te kunnen worden; alleen door nationalisatie van
bankinstellingen kan de garantie gestand worden gedaan. Dat geldt voor de obligatie, maar ook voor de
spaargelden. Het beleggingsbeleid komt afzonderlijk aan de orde op de ledenvergadering.
Voorraden worden sinds 2010 eerder dan voorheen ten laste van het resultaat gebracht. Verkoopartikelen die
langer dan een jaar geleden zijn ingekocht, worden wegens mogelijke incourantheid niet meer op de balans
opgenomen, maar komen ten laste van het resultaat. Voorraden aan kantoordrukwerk komen geheel ten laste
van het resultaat.
28
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
De post ‘overige vorderingen’ bestaat vrijwel geheel uit rente op spaarrekeningen die steeds meteen in het
nieuwe jaar wordt bijgeboekt. De spaarmiddelen van de vereniging staan verspreid over vier systeem banken:
ABN AMRO, ING, Robeco (voorheen onderdeel van Rabo) en ASN (onderdeel van SNS Reaal). Intussen is besloten
de spaargelden meer gelijk bij de vier grote banken in Nederland te gaan onderbrengen.
De contributies worden in aanmerking genomen in het jaar waarop de contributie betrekking heeft. Leden van de
NVVE zijn de contributie vooruit verschuldigd. De contributie die in een jaar wordt gefactureerd, heeft voor een
belangrijk deel betrekking op het volgende boekjaar. Dit deel staat op de balans onder de post 'vooruitontvangen
contributie'; het bedrag wordt elk jaar herrekend. Bij de post 'vorderingen op leden' zijn oninbaar geachte
vorderingen al in mindering gebracht.
1.5.2 Norm voor continuïteitsreserve
Het Eigen Vermogen van de vereniging bestaat uit drie onderdelen: continuïteitsreserve, bestemmingsreserve(s)
en algemene reserve. De continuïteitsreserve is de buffer die in een financieel gezonde organisatie aanwezig
moet zijn om bij tegenslagen de uitgaven in geleidelijk tempo aan te passen. De bestemmingsreserve is het deel
van het vermogen waar de vereniging een concrete bestemming aan heeft gegeven; dit deel kan zonder financieel
bezwaar ingezet worden voor deze activiteiten. De algemene reserve is het restbedrag dat vrij besteedbaar is
binnen de doelstellingen van de vereniging.
In 2012 heeft de NVVE de norm voor de continuïteitsreserve herzien. De continuïteitsreserve is vastgelegd op
ongeveer de helft van de structurele jaarlasten. Eenmalige lasten en bestedingen uit de bestemmingsreserves
tellen hierin niet mee. Deze norm zorgt voor een voldoende, maar ook nodige buffer voor risico’s op korte termijn.
Een extra overweging bij de NVVE om de buffer op dit relatief lage niveau vast te stellen is de post
‘vooruitontvangen contributie’ op de balans: de manier van innen van de contributie zorgt ervoor dat voortdurend
een groot bedrag feitelijk al tot beschikking van de vereniging staat.
Door de toegenomen jaarlasten dient de continuïteitsreserve per einde 2013 ook te stijgen. Dat kan uit het
resultaat over 2013 en uit de algemene reserve.
1.6 Toekomstig beleid
Het beleid blijft erop gericht elk jaar een stijging van het ledental te realiseren. Dit maakt een uitbreiding van de
dienstverlening aan leden mogelijk. Zo bevat de begroting 2014 het voornemen spreekuren als blijvende
dienstverlening in te voeren, voor leden de mogelijkheid te scheppen om digitaal wilsverklaringen aan te maken
(naast de papieren versie) en de promotie van wilsverklaringen in een campagne ter hand te nemen. Het beleid
voor 2014 is nader uitgewerkt in het jaarplan en de daarop gebaseerde begroting.
1.7 Beleggingsbeleid
Voor het beleggingsbeleid wordt de kern van het oude beleid “alleen beleggingen in fondsen die een garantie
over vrijwel de hele inleg kennen ” vervangen door een keuze voor een “zeer defensief” beleggingsprofiel. Bij
dit laatste wordt doorgaans gedacht aan een verdeling van 10 % in aandelen, 50 % obligaties en 40 %
liquiditeiten. Beide keuzes zijn risicomijdend. Zekerheid staat voorop; rendement is pas daarna een criterium,
Als randvoorwaarde geldt dat alleen belegging in fondsen die elke werkdag verhandeld kunnen worden
gedaan, zodat de vereniging de middelen altijd liquide kan maken.
29
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
1.8 Samenstelling bestuur en directie
De samenstelling van het bestuur en de directie is per einde 2013 als volgt:
mr. dr. M. F. Andriessen
mr. A.V. van Nierop
prof. dr. H. Schreuder
drs. C.M.J.C. Pauw - van Doormalen
dr. D.J.B. Ringoir
drs. A.H.B.M. van den Wildenberg
voorzitter
secretaris
penningmeester
lid
lid
lid
dr. P.M. de Jong
directeur
1.9 Vaststelling
Het bestuur stelt voor het resultaat 2013 ten gunste van het Eigen Vermogen te brengen. In de jaarrekening staat
het overzicht van de mutaties en toevoegingen aan de afzonderlijke reserves.
Deze jaarrekening 2013 is vastgesteld op de bestuursvergadering van 25 maart 2014. Zij wordt ter goedkeuring
voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering van 3 mei 2014 in Amersfoort.
De jaarrekening over 2012 is in de Algemene Ledenvergadering van 27 april 2013 in Den Haag goedgekeurd.
Namens het bestuur,
Amsterdam, 25 maart 2014
mr. dr. M.F. Andriessen
voorzitter
prof. dr. H. Schreuder
penningmeester
Het exemplaar van de jaarrekening met de handtekening van alle bestuursleden ligt op het bureau ter inzage.
30
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
2. Balans
31 december 2013
Activa
31 december 2012
€
€
Software en website
52.172
46.938
Vooruit betaalde investeringen
21.461
IMMATERIELE VASTE ACTIVA
MATERIELE VASTE ACTIVA
Verbouwingen
8.734
27.189
Inventaris
24.274
30.200
Computers
14.703
27.549
Materiële vaste activa
47.711
84.938
686.460
699.449
Voorraad
34.880
19.211
Vorderingen op leden
15.751
14.476
Overige vorderingen
127.323
146.738
FINANCIELE VASTE ACTIVA
Effecten
VLOTTENDE ACTIVA
Bankrekeningen
196.303
137.520
Spaarrekeningen
3.099.452
3.261.153
Liquide middelen
3.295.755
3.398.673
Totaal
4.281.513
4.410.423
31
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Na resultaat bestemming
31 december 2013
Passiva
31 december 2012
€
€
EIGEN VERMOGEN
Continuïteitsreserve
Bestemmingsreserves
Algemene reserve
1.672.000
1.507.000
999.353
974.943
45.018
196.482
Totaal Eigen Vermogen
2.716.371
2.678.425
KORTLOPENDE SCHULDEN
Vooruitontvangen contributie
1.249.175
1.200.491
Crediteuren
81.968
66.039
Belastingen - soc. premies
75.216
64.254
1.878
305.496
156.905
95.718
St Levenseindekliniek
Div. overlopende posten
Totaal
1.565.142
1.731.998
4.281.513
4.410.423
32
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
3. Staat van baten en lasten over 2013
Resultaat
Begroting
Resultaat
2013
2013
2012
€
€
€
2.574.721
2.550.000
2.412.045
Wilsverklaringen
221.283
200.000
265.516
Niet Reanimeren penningen
191.093
160.000
221.663
2.987.097
2.910.000
2.899.224
Verkoop brochures
21.435
20.000
19.898
Donaties en giften
247.537
200.000
206.105
Legaten
245.253
120.000
90.841
Interest
73.298
85.000
83.928
-12.989
-
50.431
Baten projecten
14.042
20.000
30.289
Overige opbrengsten
46.405
35.000
36.828
634.981
480.000
518.320
3.622.078
3.390.000
3.417.544
Baten
Ontvangsten van leden
Contributies
Overige baten
Mutatie koers effecten
Totaal baten
33
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Resultaat
Begroting
Resultaat
2013
2013
2012
€
€
€
Communicatie
242.540
231.500
174.113
Relevant
358.958
361.500
218.933
71.683
103.500
77.578
Inkoop wilsverklaringen
171.968
154.000
204.436
Inkoop NR penningen
192.912
155.000
220.564
19.324
20.000
8.425
Bureaukosten
433.951
454.000
448.365
Verenigingskosten
140.426
128.000
107.069
Overige activiteiten
431.377
406.000
314.879
-
-
300.000
Personeelskosten
1.520.993
1.376.500
1.296.290
Totaal lasten
3.584.132
3.390.000
3.370.652
37.946
0
46.892
Lasten
Dienstverlening leden
Inkoop verkooppublicaties
Bijdrage Levenseindekliniek
Resultaat
Bestemming resultaat
Uit bestemmingsreserves
-25.590
-56.590
0
103.482
63.536
0
Naar algemene reserve
Naar continuïteitsreserve
34
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
4. Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van de prijs van
verkrijging of vervaardiging. Tenzij bij de grondslag voor een specifieke balanspost anders wordt vermeld,
worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben met uitzondering van giften
en legaten. Deze worden opgenomen in het jaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Baten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke
verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen, indien zij voor
het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
De jaarrekening is opgesteld volgens de bepaling van RJ 640
4.1 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
Immateriële vaste activa
De immateriële vast activa worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse
afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is
gespecificeerd.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve
afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden
gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van
de aanschafprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment
van ingebruikneming.
Financiële vaste activa
De effecten worden gewaardeerd tegen beurswaarde. De ter beurze genoteerde effecten worden gewaardeerd
per balansdatum, waarbij zowel ongerealiseerde als gerealiseerde waardeveranderingen direct in de winst- enverliesrekening worden verantwoord als “waardeveranderingen van vorderingen die tot de vaste activa behoren
en van effecten” onder financiële baten en lasten.
Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijs. Aan voorraden ouder dan één jaar wordt
geen waarde meer toegekend.
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte
voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele
beoordeling van de vorderingen.
Langlopende schulden
De vereniging heeft momenteel geen langlopende schulden.
35
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
4.2 Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de verkregen baten en de kosten en overige lasten over het
jaar, gewaardeerd op nominale waarde.
Baten
Baten uit hoofde van contributies van leden en verstrekkingen en diensten aan leden worden in aanmerking
genomen in het jaar waarop zij betrekking hebben. Een klein aantal leden wordt lid-voor-het-leven; deze
contributie wordt geheel toegerekend aan de eerste twaalf maanden vanaf de facturering.
Giften en legaten worden verantwoord in het boekjaar waarin de omvang ervan betrouwbaar is vast te stellen.
Doorgaans is dat in het jaar waarin deze daadwerkelijk worden ontvangen (kasbasis). De rentebaten en overige
inkomsten worden in aanmerking genomen in het boekjaar waar zij betrekking op hebben.
Lasten
Lasten die hun oorsprong hebben in het boekjaar worden in aanmerking genomen zodra zij verschuldigd zijn dan
wel voorzienbaar zijn.
Algemene lasten als personeelskosten en huisvesting worden alle vermeld onder de posten personeelskosten en
bureaukosten. Onder de diverse activiteiten worden de lasten vermeld die direct aan deze activiteiten zijn toe te
kennen.
Afschrijvingen
De afschrijvingen op de materiële en immateriële vaste activa worden berekend als vaste percentages van de
aanschafwaarde op basis van de verwachte economische levensduur: verbouwingen vijf tot tien jaar;
computerhardware en -software en website drie jaar; de kantoorinventaris vijf jaar.
Belastingen
De vereniging is niet belastingplichtig over het resultaat. Met belastingen over het resultaat is daarom geen
rekening gehouden. De vereniging is niet BTW-plichtig. Over de baten wordt geen BTW in rekening gebracht en de
BTW op ontvangen rekeningen wordt bij de betreffende kostensoort in aanmerking genomen.
De vereniging is ANBI-erkend, waardoor zij geen belasting betaalt over legaten en voor de leden c.q. schenkers
giften en contributie een aftrekpost bij de inkomstenbelasting vormen. Deze status vereist onder meer dat de
vereniging minimaal 90 % van de lasten binnen haar doelstelling besteedt. In de praktijk van de NVVE geldt dat
voor alle uitgaven.
36
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
5. Toelichting op de balans
5.1 Materiële en Immateriële vaste activa
De mutaties in de materiële en immateriële vaste activa zijn in onderstaand schema samengevat.
Verbouwing
Inventaris
Hardware
Totaal
materieel
Immaterieel
€
€
€
€
€
Stand per 1 januari 2013
Aanschafwaarde
Cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde begin
237.002
-209.813
27.189
181.304
-151.104
30.200
97.161
-69.612
27.549
515.467
-430.529
84.938
340.083
-293.144
46.939
Mutaties in 2013
Aanschafwaarde begin
Buiten werking gesteld
Investeringen
Aanschafwaarde einde
237.002
-10.714
226.288
181.304
-17.535
3.655
167.424
97.161
515.467
-28.249
9.003
496.221
340.083
-100.544
55.482
295.021
Cum afschrijvingen begin
Buiten werking gesteld
Afschrijvingen
Cum afschrijvingen einde
209.813
-10.713
18.454
217.554
151.104
-17.535
9.581
143.150
18.193
87.805
430.529
-28.248
46.228
448.509
293.144
-100.544
50.249
242.849
Stand per 31 dec 2013
Aanschafwaarde
Cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde einde
226.288
-217.554
8.734
167.424
-143.150
24.274
102.508
-87.805
14.703
496.221
-448.509
47.711
295.021
-242.849
52.172
Afschrijvingspercentage
10 - 20%
10 - 20%
20 - 33%
5.347
102.508
69.612
20 - 33%
5.2. Financiële vaste activa
Het bedrag aan financiële vaste activa bestaat geheel uit een obligatie. Dit betreft nu alleen nog een belegging uit
2004 in een ABN Amro Yield Rente Vast Note. Deze belegging loopt tot november 2014 en kent een volledig
gegarandeerde hoofdsom aan het einde van de looptijd. Bij de verkoop en opsplitsing van ABN Amro kwamen dit
soort producten bij RBS (Royal Bank of Scotland) terecht; bij deze bank loopt sindsdien de garantie op het product.
Er geldt een rente van minimaal drie procent per jaar. Daarboven hangt het rendement af van de resultaten van
een pakket aandelen. In 2006 werd 4,1 % rente uitgekeerd, maar in alle andere jaren was er geen toeslag. Als de
vereniging dit pakket tot de einddatum aanhoudt, zal de waarde weer uitkomen op de nominale waarde. De
obligatie wordt tegen beurswaarde opgenomen. De mutatie van het totaal aan effecten is als volgt:
37
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Waarde per 31 december
2013
€ 699.449
- 12.989
======
€ 686.460
2012
€ 875.908
-226.890
+ 50.431
======
€ 699.449
Nominale waarde effecten
€ 673.000
€ 673.000
Waarde per 1 januari
Af: aflossingen
Bij/Af: herwaardering
5.3 Vorderingen
Alle vorderingen hebben een looptijd van minder dan één jaar.
5.4 Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit kasgelden en direct opeisbare tegoeden in rekening courant bij ING, ABN Amro,
ASN (onderdeel SNS Reaal) en Robeco (onderdeel Rabo). Opnamen ten laste van de Robeco-rekening kunnen tot €
25.000 per kalendermaand plaatsvinden zonder opnamekosten. Bij inachtneming van de opzegtermijn van een
maand is opname onbeperkt vrij van kosten.
5.5 Eigen Vermogen
Volgens artikel 19 lid 2 van de statuten zal bij ontbinding van de vereniging de bestemming van het batig saldo
door de ledenvergadering worden bepaald. Deze bestemming dient zoveel mogelijk in overeenstemming te zijn
met het doel van de vereniging.
Het vermogen van de vereniging wordt opgedeeld in de ‘continuïteitsreserve’ (de buffer voor onvoorziene
omstandigheden), bestemmingsreserves en eventueel de algemene reserve.
De mutaties van de reserves worden in de volgende staat weergegeven. Het gaat om de verdeling van het saldo
van het boekjaar (tweede kolom) en andere mutaties (derde kolom).
Mutaties reserves 2013
Leerstoel- onderzoek
Promotie wilsverklaringen
Bijdrage Levenseindekliniek
Congres 2016 Wereldfederatie
Totaal bestemmingsreserve
Continuïteitsreserve
Algemene reserve
Totaal Eigen Vermogen
begin
2013
verdeling
saldo
2013
overige
mutaties
stand
eind
2013
500.000
74.943
400.000
====
974.943
1.507.000
196.482
====
2.678.425
- 25.590
====
-25.590
63.536
0
====
37.946
50.000
====
50.000
101.464
- 151.464
====
0
474.410
74.943
400.000
50.000
====
999.353
1.672.000
45.018
====
2.716.371
Het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam heeft in november 2011 ingestemd met het instellen
van een bijzondere leerstoel. De reserve betreft de financiering van een parttime hoogleraar (voor vijf jaar) plus
een bijhorende promotieplaats. In de tweede helft van 2013 zijn deze plekken ingevuld.
De reserve voor de promotie wilsverklaringen is enkele jaren geleden minder aangesproken dan het voornemen
was; een deel van de reserve blijft staan voor gebruik in het jaar 2014.
Per einde 2012 is de bestemmingsreserve van € 400.000 gevormd om eventueel een bijdrage van de vereniging
aan de Levenseindekliniek in 2013 of later mogelijk te maken. In 2013 bleek deze ondersteuning niet nodig. De
kliniek ontvangt intussen van verzekeringsmaatschappijen structurele bijdragen en heeft eigen donateurs
38
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
geworven. Daarmee is er redelijk uitzicht dat de kliniek zelfstandig kan rondkomen. Niettemin wil het bestuur deze
reserve voorlopig nog wel handhaven om in noodgeval op terug te kunnen vallen.
De NVVE is door het bestuur van de Wereldfederatie gevraagd of de vereniging in 2016 het tweejaarlijks
internationaal congres van de federatie in Nederland wil organiseren. Het bestuur van de NVVE heeft daar positief
op gereageerd. In het verlengde daarvan wordt voorgesteld voor deze kosten een bestemmingsreserve te
vormen.
Voor de continuïteitsreserve hanteert de vereniging met ingang van de jaarrekening 2012 de norm dat deze op 50
% van de structurele jaarlasten moet liggen. Hierbij worden de lasten die in een jaar uit bestemmingsreserves
gedekt worden, niet meegeteld. Ook eenmalige lasten worden niet meegeteld. Deze norm maakt het – gezien de
toegenomen structurele lasten – nodig de reserve te laten stijgen. Dat kan in beperkte mate uit het resultaat 2013
en verder uit de algemene reserve. In deze laatste blijft hierna nog een klein bedrag over. In totaal neemt het
Eigen Vermogen toe met het overschot over het boekjaar 2013.
5.6 Schulden
De schulden worden ingedeeld naar looptijd: de kortlopende schulden hebben alle een looptijd van minder dan
een jaar. Er zijn momenteel geen langlopende schulden.
5.7 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
* Voor de kantoorruimte is een nieuwe huurovereenkomst gesloten die eindigt op 31 augustus 2019. De
vereniging heeft daarna geen optie op verlenging. De jaarlijkse verplichting bedraagt € 132.794, inclusief
servicekosten.
* In het kader van de huurovereenkomst is een bankgarantie gesteld ter hoogte van de huur van een kwartaal.
* Voor drie kopieermachines en één printer op het bureau is in 2009 een operational-leasecontract
afgesloten, lopend tot september 2015. De jaarlijkse verplichting bedraagt € 19.894.
* Aan de vereniging zijn diverse legaten gedaan. De legaten worden als baten verantwoord op het tijdstip van
ontvangst op de bankrekening (kasbasis). Per einde 2013 waren er twee toegezegde nalatenschappen die
nog niet ontvangen zijn met een aanzienlijke omvang.
* Voor het systeembeheer, onderhoud en de online back-up is een driejarige overeenkomst afgesloten,
eindigend in 2014. De jaarlijkse lasten hiervan zijn € 25.215.
* Voor een film over Voltooid Leven is op 27 december 2013 een contract afgesloten voor € 34.723. De film is
in 2014 geproduceerd.
5.8 Werknemers en vrijwillige medewerkers
Per eind 2013 had de vereniging 27 werknemers in dienst (samen 22,2 fulltime eenheden). Per eind 2012 waren er
23 werknemers in dienst (samen 18,9 fulltime eenheden). De vereniging valt onder de CAO Welzijn en
Maatschappelijke Dienstverlening. De pensioenregeling is ondergebracht bij pensioenfonds Zorg en Welzijn. Vanaf
2011 past de vereniging voor diverse vergoedingen aan het personeel de nieuwe fiscale regeling voor werkkosten
toe.
Het ziekteverzuim bedroeg door twee langdurige ziektegevallen 7,5 % in 2013 (8,4 % in 2012; 3,7 % in 2011).
Zwangerschapsverlof wordt niet meegeteld in dit verzuim.
Fondsenwervende instellingen doen tegenwoordig doorgaans opgave van de beloning van de directie in het
verslagjaar. Bij de NVVE beloopt dat € 128.557 over 2013 (€ 126.455 over 2012). Deze bedragen bevatten het
bruto loon, de sociale en pensioenpremies ten laste van de werkgever en de vaste vergoeding voor reiskosten
woon-werkverkeer. Bestuursleden ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.
Veel werk van de vereniging wordt uitgevoerd door vrijwillige medewerkers. Zij ontvangen in beginsel uitsluitend
vergoedingen voor gemaakte kosten. Op verzoek worden ze vrijgesteld van contributie. Er waren einde 2013
ongeveer 165 vrijwillige medewerkers. Ook voor het bestuur geldt deze regeling.
Amsterdam, 25 maart 2014
39
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Bijlage I
Specificatie bij de balans
31 dec. 2013
31 dec. 2012
€
€
Rente obligaties
2.489
2.434
Rente ING
8.819
13.209
Rente Robeco
12.662
13.627
Rente ASN
25.432
34.827
4.717
4.944
90
1.166
10.055
10.055
6.918
6.918
Onderhoudscontracten
31.470
27.954
Vooruitbetaalde reiskosten
12.871
16.392
Overige vooruitbetaalde bedragen
11.800
15.212
127.323
146.738
ING rekening 1
99.286
52.068
ING rekening 2
5.174
20.415
ING rekening 3
9.252
2.280
ABN Amro
81.740
62.342
Bureaukas
851
415
196.303
137.520
Overige vorderingen
Rente ABN Amro
Diverse vorderingen
Waarborgsom Post NL
Kooptegoed St Beeldende Kunst
Bankrekeningen en kas
40
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
31 dec. 2013
31 dec. 2012
€
€
ING rekening 1
577.642
800.000
ING rekening 3
7.266
-
810.113
796.486
1.469.487
1.434.667
234.944
230.000
3.099.452
3.261.153
71.271
59.084
3.945
5.170
75.216
64.254
Opgebouwd vakantiegeld
51.302
38.964
Vakantie-uren
49.874
40.209
-
398
RtdEurope - rekening courant
16.593
10.063
Wereldfederatie WfRtDS
16.033
4.465
6.866
1.619
16.237
-
156.905
95.718
Spaarrekeningen
Robeco
ASN
ABN Amro
Belastingen en premies
Loonbelasting
Pensioenmaatschappij
Diverse overlopende passiva
Verplichtingen personeel
Premie ziekteverzuim
Overige schulden
41
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Bijlage II
Specificatie bij de Staat van baten en lasten
Resultaat
Begroting
Resultaat
2013
2013
2012
€
€
€
111.678
68.000
67.956
Voorlichting
17.337
16.000
23.593
Strategie publiciteit
11.805
11.000
11.393
-
66.000
11.844
Regiobijeenkomsten
48.163
31.500
32.056
Website
15.007
21.000
9.565
Afschrijvingen tbv website
38.550
18.000
17.706
242.540
231.500
174.113
Drukken en binden
145.487
152.500
93.704
Portokosten
138.180
159.500
94.343
Illustraties - foto's
19.463
12.500
9.783
Redactie
50.140
29.000
15.694
5.688
8.000
4.869
358.958
361.500
218.293
7.319
12.000
17.317
19.918
16.500
16.431
Informatiepakketten
9.840
11.000
8.753
Spreekuren
2.850
35.000
-
21.182
20.000
22.075
GevolmachtigdenDienst
8.624
6.000
7.740
Onderzoek wensen leden
1.950
3.000
5.262
71.683
103.500
77.578
Communicatie
Presentatiedienst
Promotie verklaringen
Relevant
Overige kosten
Dienstverlening leden
Telefoondienst
Publicaties gratis
Leden OndersteuningsDienst
42
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Resultaat
Begroting
Resultaat
2013
2013
2012
€
€
€
177.541
186.000
180.968
Afschrijvingen
57.928
65.000
65.575
Kantoorinr/benodigdheden
60.906
69.000
71.420
Algemene porto
59.419
63.000
61.507
Computerkosten
57.155
50.000
48.645
Bankkosten
21.002
21.000
18.108
433.951
454.000
445.703
13.557
12.000
10.776
1.830
10.000
3.830
Vrijwilligers
18.305
30.000
38.672
Training vrijwilligers
25.533
30.000
22.896
3.034
5.000
1.514
Algemene ledenvergadering
43.321
20.000
14.572
Diverse algemene kosten
34.846
21.000
14.809
140.426
128.000
107.069
25.590
-
-
Filmfestival febr. 2012
-
-
104.795
Activiteiten projecten
130.479
155.000
120.833
Lustrum 2013
124.715
104.000
-
88.592
115.000
-
-
-
56.590
1.581
2.000
1.827
-
-
1.718
Symposium
21.387
30.000
-
Proceskosten
39.033
-
-
-
-
29.116
431.377
406.000
314.879
Bureaukosten
Huisvestingskosten
Verenigingskosten
Bestuurskosten
Beleidsdagen
Internationale contacten
Overige activiteiten
Leerstoel
Nieuwe huisstijl
Voorber. Levenseindekliniek
Commissies
Cohortonderzoek wilsverkl.
Revers-speldjes leden
43
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Resultaat
Begroting
Resultaat
2013
2013
2012
€
€
€
1.142.079
1.003.000
947.548
Sociale premies
145.028
122.000
115.637
Pensioenpremies
109.428
97.000
90.673
25.879
23.000
21.614
-38.127
-
-16.838
-
-
-8.250
Uitbesteed - uitzendkr.
59.368
57.000
91.460
Woon-werkverkeer
33.634
24.000
23.898
Overige personeelskosten
43.704
50.500
30.548
1.520.993
1.376.500
1.296.290
Personeelskosten
Salarissen
Verzekering ziekteverzuim
Ontvangen ziektegelden
Doorberekeningen
44
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel Verslag en Jaarrekening 2013
Bijlage III Meerjarenoverzicht laatste zeven jaar
Resultaat
2013
Resultaat
2012
Resultaat
2011
Resultaat
2010
1000 €
1000 €
1000 €
1000 €
2.987
2.899
2.486
2.252
635
518
367
3.622
3.417
Communicatie
242
Relevant
Resultaat
2009
Resultaat
2008
Resultaat
2007
1000 €
1000 €
2.095
1.803
1.768
494
502
851
366
2.853
2.746
2.597
2.654
2.134
174
273
280
180
93
101
359
219
241
229
224
229
222
72
78
78
74
81
85
73
Inkoop wilsverklaringen
172
205
155
119
125
80
61
Inkoop penningen
193
220
111
68
53
52
109
Inkoop publicaties
19
8
7
27
26
19
34
Bureaukosten
434
448
446
428
375
372
387
Verenigingskosten
140
107
101
132
152
130
81
Overige activiteiten
432
315
431
199
114
137
524
Personeelskosten
1.521
1.296
1.182
1.238
1.056
1.061
943
Totaal lasten
3.584
3.070
3.025
2.794
2.386
2.258
2.535
38
47
-172
-48
211
396
-401
2.716
2.678
2.632
2.794
2.841
2.631
2.234
148.217
140.760
128.017
116.558
108.600
104.900
103.750
22,2
18,9
17,3
18,3
17,4
15,8
15,0
1000 €
Baten
Ontvangsten van leden
Overige baten
Totaal baten
Lasten
Dienstverlening leden
Resultaat
Eigen Vermogen (1000 €)
Ledenaantal
Omvang personeel in fulltime
eenheden
45
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel verslag en jaarrekening 2013
46
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel verslag en jaarrekening 2013
47
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Financieel verslag en jaarrekening 2013
48
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
Meerjarenbeleidplan 2014 – 2018
NVVE en de toekomst
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
Hoofdstuk 1 . Inleiding
‘NVVE en de toekomst’ is het meerjarenbeleidplan van de NVVE. Dit plan beschrijft de visie en missie, de
doelstellingen en activiteiten van de NVVE voor de periode 2014-2018.
In dit meerjarenbeleidplan wordt geschetst wat de NVVE in de komende periode in grote lijnen gaat doen om
de keuzemogelijkheden voor een waardig levenseinde voor iedereen beschikbaar te maken.
De keuze voor een waardig levenseinde is een persoonlijke keuze. Het levenseinde kan op verschillende wijzen
tot stand komen: door een natuurlijke dood, door euthanasie en hulp bij zelfdoding verleend door een arts of
door zelfeuthanasie. Van belang is dat iemand zelf tot een weloverwogen keuze ten aanzien van zijn of haar
levenseinde kan komen en dat deze keuzemogelijkheid dan ook daadwerkelijk beschikbaar is.
In het vorige meerjarenbeleidplan was de aandacht vooral gericht op euthanasie en werden activiteiten en
acties beschreven die euthanasie beschikbaar moest maken voor iedereen met een euthanasieverzoek in geval
van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. In dit meerjarenbeleidplan ligt de focus op het bereikbaar maken van
sterven in eigen regie en zo nodig met hulp van derden, zowel door artsen als niet-artsen. Daarnaast wordt in
dit plan ook aandacht besteed aan activiteiten om de dienstverlening van de NVVE meer zichtbaar te maken
voor de leden.
In dit meerjarenbeleidplan komen de terreinen aan de orde waarop de NVVE de komende jaren actief zal zijn
en met welke middelen:
-
Leden en dienstverlening
Wet- en regelgeving
Communicatie en belangenbehartiging.
Hoofdstuk 2 . De vereniging
Historie
De NVVE werd in 1973 opgericht met als doelstelling: legalisatie van euthanasie. De NVVE voerde het
maatschappelijke en politieke debat en bood leden ondersteuning bij hun wens tot euthanasie. Dankzij
moedige artsen, die euthanasie verleenden en dit vervolgens meldden, ontstond jurisprudentie die uiteindelijk
als basis diende voor de in 2002 ingevoerde Wet levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl).
Nederland was hiermee het eerste land in de wereld dat euthanasie en hulp bij zelfdoding door een arts
legaliseerde.
In de praktijk blijkt de Wtl echter niet voor iedereen met een weloverwogen en vrijwillig verzoek om
levensbeëindiging een oplossing te bieden. Mensen met een psychiatrische aandoening of met dementie en zij
die hun leven voltooid achten, vinden meestal geen gehoor voor hun euthanasieverzoek, ondanks dat de bron
van het ondraaglijk lijden voor de Wtl niet van belang is.
Na het bereiken van de legalisatie van euthanasie, is in 2003 een nieuwe doelstelling geformuleerd: het brede
palet van keuzemogelijkheden voor een waardig sterven. In 2008 werden de ‘vergeten groepen’: mensen met
49
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Meerjarenbeleidplan 2014 – 2018
een psychiatrische aandoening, dementerenden en mensen met een voltooid leven, tot speerpunten van het
NVVE beleid benoemd.
De NVVE heeft in de afgelopen jaren door diverse activiteiten en acties aandacht gevraagd voor deze
specifieke groepen en voor de knelpunten in de Wtl. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de Steungroep
Psychiaters is opgericht en dat het burgerinitiatief Voltooid Leven een groot succes werd. Een markant punt in
de historie was de oprichting van de Levenseindekliniek in 2012. De Levenseindekliniek, die werkt met
ambulante teams door het hele land, is er voor mensen met een actueel verzoek om euthanasie of hulp bij
zelfdoding, die geen gehoor vinden bij hun eigen arts. Het verzoek moet binnen de zorgvuldigheidseisen van
de Wtl vallen.
De NVVE is in de loop der jaren uitgegroeid tot een toonaangevende organisatie, die een belangrijke rol speelt
in de maatschappelijke en politieke discussie over het zelfgekozen levenseinde.
Actueel
De NVVE is een groeiende en dynamische vereniging met een heldere boodschap. Ze telt meer dan 148.000
leden. De leden zijn trouw en betrokken, wat blijkt uit het geringe verloop en het grote aantal leden dat
bereid is zich in te zetten voor de verschillende activiteiten en de dienstverlening van de NVVE. De NVVE heeft
zich in de afgelopen jaren vooral opgesteld als belangenbehartiger voor haar leden en zich geprofileerd als een
vereniging die de maatschappelijke en politieke discussie aanzwengelt. Activiteiten en acties van de NVVE
krijgen veel aandacht in de media. De overheid en politieke partijen zien de NVVE als een serieuze
gesprekspartner in de discussie over het zelfgekozen levenseinde en de Wtl. De NVVE wordt vanwege haar
deskundigheid veelvuldig geraadpleegd door leden en niet-leden, door professionele hulpverleners, zoals
artsen en verpleegkundigen, en door andere organisaties.
De NVVE biedt haar leden zowel informatie over het zelfgekozen levenseinde en zorgvuldige zelfdoding als
individuele ondersteuning, zoals hulp bij het invullen van de wilsverklaringen. Deze individuele ondersteuning
is minder zichtbaar voor (potentiële) leden. In de komende jaren is het van belang de kwaliteit, informatie en
individuele ondersteuning van de NVVE meer zichtbaar te maken voor leden en niet-leden zodat mensen de
toegevoegde waarde van het lidmaatschap ervaren. De NVVE wil een servicegerichte vereniging zijn.
Missie
De NVVE wil dat keuzemogelijkheden voor een waardig levenseinde voor een ieder beschikbaar en bereikbaar
zijn.
Visie
De NVVE behartigt de belangen van haar leden en wil keuzemogelijkheden voor een waardig sterven voor
iedereen bereikbaar maken. De vereniging wil dit bereiken door optimale voorlichting aan leden en niet-leden,
persoonlijke ondersteuning van haar leden, het ontplooien van activiteiten en acties en door het faciliteren
van initiatieven door derden op dit terrein. Zij beijvert aanpassing van wet- en regelgeving waar deze
keuzevrijheid en eigen regie voor een waardig levenseinde belemmeren. Zij opereert transparant en proactief
binnen de wettelijk vastgestelde kaders.
Doelstellingen
De NVVE stelt zich ten doel dat:



zowel jongeren als ouderen met een weloverwogen en vrijwillige wens tot levensbeëindiging zich
vertegenwoordigd voelen door de NVVE;
de NVVE de gesprekspartner is bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid met betrekking tot de
kwaliteit van het levenseinde;
optimale voorlichting wordt gegeven over mogelijkheden bij het zelfgekozen levenseinde;
50
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46





Meerjarenbeleidplan 2014 – 2018
de ruimte die de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) biedt, breed
bekend is en benut wordt;
hulp bij zelfdoding niet meer strafbaar is;
middelen en mogelijkheden voor zelfeuthanasie gelegaliseerd beschikbaar komen;
leden optimale individuele ondersteuning en dienstverlening ontvangen;
wilsverklaringen voldoen aan breed gedragen kwaliteitsnormen en gemeengoed zijn in het gesprek
tussen arts en patiënt;
individuele ondersteuning beter zichtbaar wordt.
Hoofdstuk 3. Leden en Dienstverlening
De NVVE is een vereniging vóór en dóór leden en weet zich daarin gesteund door vele ambassadeurs en
vrijwillige medewerkers. Het huidige ledental bedraagt bijna 150.000 en groeit gestaag.
3.1 Doelgroepen
De NVVE is in de afgelopen jaren hard gegroeid: van een ledental dat een decennium lang rond 104.000
schommelde, in vijf jaar tijd naar bijna 150.000. Er zijn meer vrouwen dan mannen lid en de gemiddelde
leeftijd is 72 jaar. Deze groep zal de komende jaren in volume aanzienlijk toenemen (baby boomers). Het is
een groep die zelfbewust in het leven staat met behoefte aan eigen regie over de invulling van het leven. De
verwachting is daarom dat de vereniging voorlopig zal blijven groeien. Groei is van belang, want de macht van
het getal is tot steun bij het uitdragen van de missie en het realiseren van de doelstellingen.
Ook jongere mensen zijn lid van de NVVE. Onderzoek toonde aan dat 1% van de leden behoort tot de groep
16-40 jaar en 10% tot de groep 41-54 jaar. Deze lage percentages zijn te verklaren uit het gegeven dat mensen
in het algemeen pas op latere leeftijd gaan nadenken over het levenseinde.
In 2013 is er op verzoek van jongeren een projectplan geschreven over wat de NVVE voor jongeren kan
betekenen en hoe zij een plekje binnen de vereniging kunnen krijgen. Jongeren merken dat het voor hen nog
lastiger is om over het zelfgekozen levenseinde te praten. Dit taboe willen zij in de komende jaren slechten en
de NVVE steunt de jongeren hierin.
3.2 Dienstverlening aan leden
In 2013 is het ledenpanel gevraagd naar de reden van lid worden en lid te blijven. De meerderheid geeft aan
lid te blijven omdat ze de doelstellingen van de NVVE steunen. Men verwacht dat door het slechten van het
taboe op het zelfgewilde levenseinde er meer ruimte komt om het leven op een zelfgekozen moment op een
waardige manier te beëindigen. Men wil met het lidmaatschap een statement maken naar familie en arts. Een
praktische overweging om lid te worden, is de verstrekking van de wilsverklaringen en de nietreanimerenpenning door de NVVE6.
Leden kunnen een beroep doen op de ledendiensten van de vereniging. Niet-leden kunnen dat niet, maar
kunnen profiteren van de maatschappelijke acties en de algemene voorlichting. De betaalde contributie stemt
overeen met de waarde van het lidmaatschap, volgens het ledenonderzoek.
In de komende jaren streeft de NVVE naar toename van ledentevredenheid door verdere verbetering en
betere profilering van de dienstverlening. Om de kwaliteit van service op peil te houden en waar nodig te
verbeteren, vindt monitoring plaats van de sterke punten en de verbeterpunten van de organisatie.
6
Ledenonderzoek verwachtingen, NVVE, 2013
51
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
Meerjarenbeleidplan 2014 – 2018
3.3 Wilsverklaringen
Van de nieuwe leden vraagt 93% bij aanmelding wilsverklaringen aan. Via het internet zijn wilsverklaringen nu
bij verschillende organisaties gratis te downloaden. Dat veel mensen toch kiezen voor de wilsverklaringen van
de NVVE heeft te maken met de betrouwbare naam die deze wilsverklaringen hebben. Daarnaast biedt de
NVVE extra service: ondersteuning bij het invullen en kwalitatief goede wilsverklaringen, die juridisch geen
misverstanden opleveren. Wilsverklaringen zijn een belangrijke factor om wensen met betrekking tot wel of
niet behandelen en het levenseinde te bespreken met de arts. Het onderhoud van de wilsverklaring, zoals het
regelmatig bespreken met de arts, is een verantwoordelijkheid van de persoon zelf.
Onderzoek toont aan dat 92% van de Nederlandse bevolking zelf wil kunnen beslissen over medische
behandelingen. Toch heeft maar 16% een wilsverklaring waarin deze wensen zijn vastgelegd7. Er is dus groei
mogelijk in het aantal mensen dat een wilsverklaring bezit. De NVVE zal dit onder andere faciliteren door het
vernieuwen van wilsverklaringen voor leden eenvoudiger te maken.
De NVVE draagt door het verstrekken van informatie bij aan de bewustwording van het gebruik en het doel
van de wilsverklaringen. De NVVE speelt in op de ontwikkelingen door de wilsverklaringen voor leden digitaal
ter beschikking stellen, samen met een duidelijke instructie en de mogelijkheid van individuele begeleiding bij
het invullen. Ook het herinneren aan de noodzaak tot actualiseren van de wilsverklaringen hoort daarbij. Het
invullen van een wilsverkaring is niet gemakkelijk. De NVVE stelt daarom spreekuren in, verspreid door het
land, waar mensen terecht kunnen voor hulp en ondersteuning bij het invullen van een wilsverklaring.
3.4 Niet-reanimerenpenning
Hulpverleners moeten een behandelverbod en de niet-reanimerenpenning respecteren volgens de WGBO
(Wet Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst). De NVVE biedt deze penning tegen een sterk gereduceerde
prijs aan voor leden. Dragers van de penning verwachten daarmee gevrijwaard te zijn van reanimatie.
Het is noodzakelijk de maatschappelijk bewustwording van de betekenis van de penning te vergroten. Deze
bewustwording is ook nodig bij vrijwillige hulpverleners als brandweer, EHBO’ers en BHV, zodat ook zij in de
toekomst de betekenis van de penning kennen en erkennen. Zoals het normaal is dat men hulp biedt aan
mensen in nood, moet het ook normaal zijn een behandelverbod te respecteren en om hulp te staken bij het
zien van de penning. De niet-reanimeerpenning is vooralsnog een exclusieve service voor de leden van de
NVVE. De uitgave van de penning is gekoppeld aan lidmaatschap zodat mensen bij klachten over de kwaliteit
van de penning goed geholpen kunnen worden. De NVVE heeft niet als doel om het alleenrecht te hebben of
te houden op de uitgave van de penning. Zij staat ervoor open dat een neutrale instantie de productie en
levering van de penning gaat verzorgen mits deze van dezelfde kwaliteit is. De technologische ontwikkelingen
zorgen ervoor dat de NVVE blijft onderzoeken of de penning vervangen kan worden voor een moderner
systeem. Dit systeem moet wel betrouwbaar en kwalitatief blijken.
Hoofdstuk 4. Wet- en regelgeving
De essentie van de NVVE is het tot stand brengen, het wijzigen en verbeteren van wet- en regelgeving met
betrekking tot een zelfgekozen levenseinde. Met als doel het zelfgekozen waardige levenseinde voor iedereen
mogelijk en toegankelijk te maken. Ook de komende jaren zal de NVVE zich intensief bezighouden met alle
juridische en politieke aspecten hiervan.
7
End-of-llife care and prederences for (non) treatment decisions in older people during the last three months of life, Pam J. Kaspers,
Vrije Universiteit 2013
52
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
Meerjarenbeleidplan 2014 – 2018
4.1 Wet in theorie
Na bijna 30 jaar maatschappelijk en politiek debat werd in 2002 de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek
en hulp bij zelfdoding (Wtl) van kracht. Artsen worden met deze wet van strafvervolging gevrijwaard als de
uitgevoerde euthanasie voldoet aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen. De Wtl geeft mensen met een wens
tot levensbeëindiging geen rechten. Euthanasie is een verzoek en een arts mag weigeren, ook wanneer het
verzoek past binnen de zorgvuldigheidseisen. Er is geen wettelijke verwijsplicht.
Als iemand zijn wil niet meer kan uiten, maar deze schriftelijk heeft vastgelegd, is in artikel 2, lid 2 van de wet
geregeld dat het schriftelijk verzoek het mondelinge vervangt. De zorgvuldigheidseisen zijn hierbij van
overeenkomstige toepassing.
4.2 Wet in praktijk
Tijdens de parlementaire behandeling van de wet is vastgelegd dat de wet om de vijf jaar geëvalueerd wordt.
In 2012 verscheen de tweede evaluatie waarin geconcludeerd wordt dat de wet ‘in het algemeen’ goed
functioneert8. De NVVE deelt deze conclusie maar ziet ook nog punten die voor verbetering vatbaar zijn. Zo
verdient de hulp aan mensen met dementie, een psychiatrische aandoening of een chronische aandoening
verbetering; artsen zijn namelijk terughoudend wanneer iemand met een niet-terminale aandoening een
euthanasieverzoek heeft. Hier speelt een gebrek aan kennis van de wet artsen parten. Mensen met een
afgewezen euthanasieverzoek kunnen zich sinds maart 2012 aanmelden bij de Levenseindekliniek. Uit de
ervaringen van de Levenseindekliniek blijkt dat onder artsen veel steun- en scholingsbehoefte rondom
levenseindezorg bestaat. In meer dan de helft van de gevallen waarin het euthanasieverzoek door de
Levenseindekliniek werd gehonoreerd, nam de behandelend arts de verantwoordelijkheid terug en voerde zelf
de euthanasie uit9.
Bij honorering van een euthanasieverzoek wordt door de arts verantwoording afgelegd door middel van een
toetsing achteraf. Het afleggen van verantwoording is niet nodig wanneer een verzoek wordt afgewezen. Het
sterfgevallen onderzoek laat zien dat ruim de helft van de euthanasieverzoeken niet ingewilligd wordt10. De
NVVE vindt het een verbetering als er ook transparantie komt over de afwegingen wanneer er niet ingegaan
wordt op een verzoek.
Als een arts principieel tegen euthanasie is, moet hij dit vroegtijdig bekend gemaken, zodat een patiënt
eventueel een andere arts kan kiezen. De arts is niet verplicht om een patiënt met een euthanasieverzoek
door te verwijzen naar een collega. Dit in tegenstelling tot andere medische behandelingen die vallen onder de
WGBO (Wet Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst) als een arts niet bekwaam is om een behandeling te
geven, dan is deze wel verplicht om door te verwijzen naar een collega. De NVVE vindt dat patiënten met een
afgewezen euthanasieverzoek ook recht op verwijzing hebben.
Het schriftelijk euthanasieverzoek is wettelijk verankerd in artikel 2, lid 2 van de Wtl. Gedurende de
parlementaire behandeling van de wet is er uitvoerig en zeer zorgvuldig gedebatteerd over de mogelijkheid
van euthanasie bij mensen die hun wil niet meer kunnen uiten doordat zij ofwel wilsonbekwaam zijn
geworden of om andere reden niet meer kunnen communiceren. Dit resulteerde in het wettelijk vastleggen
van de waarde van een schriftelijk euthanasieverzoek. Dit verzoek moet opgesteld zijn op een moment dat de
patiënt wilsbekwaam is. Een schriftelijk euthanasieverzoek heeft een zelfde status als een mondeling verzoek
en vervangt het mondelinge verzoek als iemand zijn wil niet meer kan uiten. In artikel 2, lid 2 staat dat de
zorgvuldigheidscriteria uit lid 1 van overeenkomstige toepassing moeten zijn. ‘Van overeenkomstige
toepassing’ is een juridische term waarmee wordt bedoeld dat de zorgvuldigheidseisen binnen de context van
de actuele situatie bekeken moeten worden. Deze term en uitleg zijn bij artsen onbekend.
8
Tweede evaluatie Wet levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. A. van der Heide et al. Den Haag, ZonMw; december 2012
Jaarverslag Levenseindekliniek 2013, Steven Pleiter, directeur
10
Sterfgevallen onderzoek 2010, Euthanasie en andere Medische beslissingen rond het levenseinde. A. van der Heide et al. Den Haag,
ZonMw; juni 2012
9
53
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
Meerjarenbeleidplan 2014 – 2018
De KNMG heeft de minimale toepassing van dit wetsartikel aangegrepen om het als een dode letter in de wet
te betitelen11. De NVVE is van mening dat dit wetsartikel nooit een kans heeft gekregen.
4.3 Wtl in de toekomst
De NVVE vindt dat de huidige wet voldoet maar dat er in praktijk dingen beter kunnen. In de komende jaren
moeten de punten op de i gezet worden. De ruimte die de wet biedt, moet beter bekend en benut worden.
Het feit dat ruim de helft van de verzoeken in de praktijk wordt afgewezen, maakt het belangrijk ook inzicht te
krijgen in wat de reden is van de afwijzing12. Wanneer artsen om principiële redenen niet mee willen werken
aan een verzoek behoort de arts de patiënt door te verwijzen. De NVVE zal actief het initiatiefwetsvoorstel van
D66 en GroenLinks waarmee een verwijsplicht wordt geregeld steunen13.
De komst van de ambulante teams van de Levenseindekliniek hebben aangetoond dat artsen behoefte hebben
aan ondersteuning. Het is nodig inzicht te hebben in de steun- en scholingsbehoefte van artsen zodat beleid
hierop geformuleerd kan worden. De NVVE zal dit beleid ondersteunen.
In een vergrijzende samenleving waar dementie volksziekte nummer één lijkt te worden, zullen meer mensen
zich bewust worden van de gevolgen en ook afwegen in hoeverre zij zelf het natuurlijk beloop van de ziekte
willen doormaken. Het belang van een wilsverklaring zal daardoor toenemen en daarmee ook de wens om de
beschreven wil te respecteren.
De maatschappelijke discussie over de toepasbaarheid van een schriftelijk euthanasieverzoek heeft er toe
geleid dat er een werkgroep komt bestaande uit leden van de KNMG, ministerie VWS en Veiligheid en Justitie.
De NVVE vindt dat niet alleen professionals horen te praten over de toepasbaarheid van artikel 2, lid 2. Een
euthanasieverzoek is niet alleen zaak van artsen maar ook van patiënten. We streven er naar dat de NVVE niet
pas aan het einde van een beleidsproces betrokken wordt, maar als gelijkwaardige partner mee kan denken
aan de vormgeving van beleid rond het zelfgekozen levenseinde. De positie van gelijkwaardige partner zou
goed tot uiting komen wanneer in de voorgestelde commissie van wijzen een vertegenwoordiging van
ervaringsdeskundigen mag plaatsnemen. De meerderheid van de Tweede Kamer steunt het instellen van een
commissie van wijzen die moet onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor mensen met een voltooid leven
om het leven waardig te beëindigen.
De wettelijke verankering van de schriftelijke wilsverklaring zal met verve verdedigd worden. Juridische
aspecten rond de overeenkomstige toepassing van de zorgvuldigheidseisen worden onderzocht.
4.4 Afschaffing verbod op hulp bij zelfdoding (artikel 294, lid 2)
De strafbaarheid van hulp bij zelfdoding door niet-artsen is geregeld in artikel 294, lid 2 van het Wetboek van
Strafrecht. Door dit wetsartikel is het vrijwel niet mogelijk om bij een wens tot levensbeëindiging, geholpen te
worden door hulpverleners (niet-artsen) en naasten.
De NVVE is in 2013 gestart met de campagne “Hulp is geen misdaad”. Al snel werden verschillende bezwaren
daartegen duidelijk. Enerzijds zijn bijvoorbeeld Tweedekamerleden en artsen van mening dat de oplossing ligt
in het beter benutten van de ruimte die de Wtl biedt. Anderzijds bestaat er angst voor misbruik.
De NVVE stelt zichzelf tot taak de twijfels en angst weg te nemen en draagvlak te creëren. Hiertoe is een
goede publiciteitscampagne, het stimuleren van een maatschappelijk debat en het benutten van de contacten
met organisaties die zich bezighouden met het levenseinde nodig.
11
“Dode letter in de wet.” Medisch Contact, 3 augustus 2012.
Sterfgevallen onderzoek 2010, Euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde. A. van der Heide et al. Den Haag,
ZonMw; juni 2012
13
Voorstel van Wet van de leden Dijkstra en Voortman tot wijziging van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij
zelfdoding in verband met de verwijsplicht voor de arts
12
54
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
Meerjarenbeleidplan 2014 – 2018
Een belangrijk argument van de NVVE is dat de afschaffing van artikel 294, lid 2 leidt tot vermindering van het
aantal gruwelijke zelfdodingen, met alle maatschappelijke en sociale gevolgen van dien. Het is belangrijk dit
argument goed voor het voetlicht te brengen. Ook zullen zorgvuldigheidseisen moeten worden geformuleerd
waaraan hulp bij zelfdoding door niet artsen moet voldoen.
4.5 Laatstewilpil
De laatstewilpil is de ultieme mogelijkheid om het leven op een zelfgekozen moment en in eigen regie waardig
te beëindigen. Al in 1991 stelde rechtsgeleerde Huib Drion voor dat er een middel moest komen voor mensen
die klaar zijn met leven. Sindsdien wordt er veel gesproken over een dergelijke pil. Het maatschappelijk
draagvlak voor een ‘laatstewilpil’ is in de afgelopen jaren gegroeid. Zo is het aantal ouderen dat positief staat
tegenover de laatstewilpil tussen 2001 en 2009 gestegen van 31 naar 40%14. Uit een onderzoek, gehouden in
2013 onder de leden van het Opiniepanel van EenVandaag, blijkt dat 56% van de deelnemers vindt dat deze pil
er moet komen15. De uitdaging voor de komende jaren is om de realisatie van de laatstewilpil een stap
dichterbij te brengen. Hiervoor wordt uitgezocht welke mogelijkheden er zijn binnen de bestaande wet- en
regelgeving en welke wet- en regelgeving aangepast moet worden. Hierbij wordt samengewerkt met de
Coöperatie Laatste Wil.
Hoofdstuk 5. Communicatie
Inleiding
De NVVE wil dat keuzemogelijkheden voor een waardig levenseinde voor een ieder beschikbaar en bereikbaar
zijn. Om deze missie te volbrengen moet worden ingezet op het vergroten van de acceptatie en
bespreekbaarheid van het zelfgekozen levenseinde. Dit door middel van belangenbehartiging waarbij goede
communicatie essentieel is: om missie en doelstellingen naar buiten te brengen, om het maatschappelijk
debat te entameren en de lobby kracht bij te zetten, om leden te informeren en om potentiele leden te
werven. Enerzijds wordt informatie verstrekt aan leden en worden de leden op de hoogte gesteld van
activiteiten en ontwikkelingen rond het zelfgekozen levenseinde. Anderzijds wordt informatie verstrekt om
kennis te vergroten en het debat over het zelfgekozen levenseinde te stimuleren.
Ook is het van groot belang om sterven niet exclusief tot het medisch domein te laten behoren. Sterven is in
onze samenleving en in de zorg sterk gemedicaliseerd. De Wtl heeft dit versterkt door het legaal verlenen van
hulp bij zelfdoding uitsluitend voor te behouden aan artsen.
Maar sterven is geen ziekte. Sterven, waardig sterven, is een zaak van het individu, waarbij medische
ondersteuning noodzakelijk kan zijn.
5.1 Belangenbehartiging
Om de keuzemogelijkheden met betrekking tot het levenseinde voor het individu daadwerkelijk uit te breiden,
is het nodig dat in de komende jaren wordt ingezet op verandering van wet- en regelgeving waar nodig en
kennisvergroting over de mogelijkheden die de Wtl biedt. Om de belangen goed te kunnen behartigen moet
bekend zijn wat er leeft onder de leden. Het regelmatig houden van ledenonderzoek is hiertoe een goed
middel. De kracht van de NVVE zit in het uitgebreide netwerk van vrijwillige medewerkers die wensen en
behoeften van leden opvangen en doorgeven. Belangenbehartiging vindt plaats bij de overheid, politieke
partijen, relevante maatschappelijke organisaties en beroepsverenigingen. Overheid en politieke partijen zijn
van belang omdat zij uiteindelijk beslissen over de wet- en regelgeving, maatschappelijke organisaties omdat
hun achterban veelal met vraagstukken zitten over het zelfgekozen levenseinde en de waarde van
14
Nederlands Dagblad, 13 maart 2013
Meerderheid voor euthanasie bij levensmoe. Onderzoek onder de 45.000 leden van het Opiniepanel EenVandaag. Het onderzoek
vond plaats van 22 juli t/m 1 augustus 2013 waar 28.001 leden aan deelnamen.
15
55
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Meerjarenbeleidplan 2014 – 2018
wilsverklaringen en de beroepsverenigingen omdat zij mede bepalend zijn in de informatie over de
mogelijkheden rond het zelfgekozen levenseinde. In de afgelopen jaren is continue geïnvesteerd in dit
netwerk. Dit netwerk wordt in de komende jaren versterkt en uitgebreid.
In juli 2013 is dr. Suzanne van de Vathorst aangesteld bij de UvA als bijzonder hoogleraar ‘Kwaliteit van de
laatste levensfase en van sterven’. De leerstoel is mogelijk gemaakt door de NVVE. Uitkomsten van
wetenschappelijk onderzoek kunnen de NVVE steunen bij het uitdragen van haar missie en steun bieden
tijdens gesprekken met betrokken organisaties. Het kan ertoe bijdragen dat de NVVE het kennis- en
expertisecentrum wordt met betrekking tot het zelfgekozen levenseinde.
5.2 Communicatiemiddelen
De NVVE streeft ernaar helder en duidelijk te communiceren met alle communicatiemogelijkheden die van
belang zijn; e-mail, website, digitale nieuwsbrief, kwartaalblad Relevant, sociale media, video en film,
brochures en via direct contact met leden. De communicatiemogelijkheden zijn in de afgelopen jaren drastisch
veranderd en uitgebreid. Door de inzet van internet, e-mail en social media is het mogelijk leden en niet-leden
sneller en beter te informeren. De NVVE blijft in de komende jaren participeren op bruikbare nieuwe
communicatiemethoden. Het streven is de communicatie met leden zoveel mogelijk en steeds meer digitaal te
laten verlopen. Niet-digitale communicatiemogelijkheden zoals brieven en telefonisch contact blijven
daarnaast beschikbaar. Ook worden er door het hele land presentaties, voorlichtingsbijeenkomsten, cursussen
en symposia gegeven voor burgers en professionals.
Communicatie is niet alleen het verstrekken van informatie, het is ook het vergroten van de zicht- en
herkenbaarheid van de NVVE door het inzetten van spandoeken, buttons, pennen, t-shirts in de nieuwe
huisstijl. De boodschap van de vereniging is helder en middels de nieuwe huisstijl kan deze eenduidig worden
uitgedragen. Het beeldmerk NVVE moet in de komende jaren het symbool worden voor de keuze voor een
waardig levenseinde.
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
Hoofdstuk 6. Tot slot
De NVVE maakt zich op voor een nieuwe periode aan de hand van dit voorliggende meerjaren beleidsplan. Een
plan dat toegespitst is op het maken van eigen keuzes en op de mogelijkheden om te kiezen voor een waardig
levenseinde in eigen regie, omringd door naasten en zonodig met hulp van naasten of hulpverleners, nietartsen. Daarnaast blijft de NVVE aandacht besteden aan het verder benutten van de ruimte in de Wtl voor
hulp aan niet terminale patiënten en de wettelijke verankering van de wilsverklaringen.
De NVVE zal extra inspanning verrichten om de dienstverlening aan de leden te verbeteren, te verbreden én
meer zichtbaar te maken. Hiervoor zal veelvuldig gebruik worden gemaakt van alle vormen van communicatie,
inclusief de social media.
Waardig sterven behoort tot een beschaafde samenleving en alle mogelijkheden daartoe moeten worden
gelegaliseerd. In Nederland zijn wij sinds de invoering van de Wtl een flink stuk op weg, maar we zijn er nog
lang niet. Pleiten voor keuzemogelijkheden om een waardig levenseinde beschikbaar en bereikbaar te maken,
is dan ook iets waarvoor de NVVE zich de komende jaren met verve en met trots zal inzetten.
56
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
Jaarplan 2014
Jaarplan 2014
Inleiding
Voor u ligt het jaarplan 2014, gebaseerd op het nieuwe meerjarenbeleidplan “NVVE en de toekomst”.
In het meerjarenbeleidplan staat een aantal doelstellingen beschreven om de keuzemogelijkheden voor een
waardig levenseinde voor iedereen beschikbaar te laten zijn. Daarbij staat centraal dat hulp bij zelfdoding niet
meer strafbaar is, dat er optimale individuele ondersteuning en dienstverlening voor de leden is en dat
wilsverklaringen gemeengoed worden in het gesprek tussen arts en patiënt. Met de activiteiten van 2014
zetten we de eerste stappen om de realisatie van die doelstellingen dichterbij te brengen. De opbouw van dit
jaarplan is anders dan dat van voorgaande jaren. Er is gekozen om te schrijven vanuit de thema’s waarmee we
dit jaar aan de slag gaan in plaats vanuit de interne organisatie van het bureau. Hierdoor sluit het jaarplan
beter aan op de opbouw van het meerjarenbeleidplan en is er meer ruimte voor inhoud en achtergrond.
Thema’s waarmee we aan de slag gaan:
 Leden en dienstverlening
 Wetgeving en het zelfgekozen levenseinde
 Communicatie en professionalisering
In 2014 staan de wilsverklaringen centraal. Na een geslaagde pilot in 2013 gaan in de zomer van 2014 de
spreekuren wilsverklaringen van start. Een nieuwe dienst voor NVVE-leden die moeite hebben met het op
schrift stellen van hun wil. Om te voorkomen dat artsen wilsverklaringen naast zich neerleggen vanwege
verouderde formulieren, biedt de NVVE in de loop van 2014 haar leden de mogelijkheid om een herinnering te
ontvangen. Dit is een service waardoor mensen eraan herinnerd worden regelmatig hun wilsverklaring met de
arts te bespreken. Via internet zijn wilsverklaringen steeds makkelijker verkrijgbaar, waaronder
wilsverklaringen die oneigenlijke eisen stellen aan de opsteller en ondertekenaar. De NVVE wil in 2014 in
overleg met verschillende betrokken organisaties komen tot breed gedragen kwaliteitsnormen.
Deze en andere activiteiten die de NVVE in 2014 onderneemt om een zelfgekozen waardig levenseinde
dichterbij te brengen, zijn beschreven in dit jaarplan en aan het einde van ieder hoofdstuk op een rij gezet.
Hoofdstuk 1.
Leden en dienstverlening
Inleiding
De NVVE is een vereniging met meer dan 148.000 leden. Uit een ledenpanel in 2013 blijkt dat de missie van de
vereniging de belangrijkste reden is om lid te worden en te blijven. Een tweede belangrijke reden is de uitgifte
van de wilsverklaringen en de niet-reanimerenpenning. Mensen die lid zijn van een vereniging willen een
meerwaarde ervaren ten opzichte van het niet lid zijn. De NVVE is een aanjager van het succesvolle
maatschappelijk debat over het zelfgekozen levenseinde. Niet-leden die voor meer mogelijkheden zijn rond
het zelfgekozen levenseinde profiteren van de uitkomsten van het maatschappelijk debat. Daarvoor hoeft men
geen lid te worden. De meerwaarde van het lidmaatschap zit in de kwalitatief goede wilsverklaringen, de nietreanimerenpenning, de ledenondersteuning en het gratis informatieve kwartaalblad Relevant. In 2014 starten
we met uitbreidingen van de dienstverlening aan leden en activiteiten om de service van de NVVE meer
zichtbaar te maken zoals beschreven in het meerjarenplan 2014-2018.
57
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
Jaarplan 2014
1.1 Leden
Een vereniging ontleent haar bestaansrecht aan haar leden. Zij bepalen tijdens de jaarlijkse ALV of de koers die
het bestuur en het bureau uitzet de juiste is. De NVVE is één van de grootste verenigingen in Nederland. Dit
laat zien dat onze missie: ‘keuzemogelijkheden voor een waardig levenseinde voor een ieder beschikbaar en
bereikbaar’, breed gedragen wordt in de maatschappij. Het maakt de NVVE tot een organisatie waar men niet
omheen kan. Om onze missie te voltooien is het van belang om te blijven groeien en de huidige leden te
behouden. In 2014 krijgen alle leden eenmalig de nieuwe Relevant toegestuurd. Het doel is om het aantal
ontvangers van de Relevant te laten groeien. Er zijn mensen die in eerste instantie hebben aangegeven dat ze
geen blad willen ontvangen daarom zal er een begeleidende brief mee worden gestuurd. Verder wordt er
bekeken of een webshop wenselijk is en een meerwaarde biedt. Niet alle mensen die ons gedachtegoed
ondersteunen willen lid worden van een vereniging. In het komende jaar worden andere vormen van binding
in kaart gebracht, zoals donateurschap, mensen die de vereniging geldelijk steunen maar geen beroep kunnen
doen op de dienstverlening. Wanneer mensen hun lidmaatschap opzeggen, wordt niet altijd nagevraagd wat
hier de reden van is. Om beter inzicht te krijgen in het verloop onder onze leden komt er een onderzoek naar
de reden van opzegging en naar de ledentrouw.
De gemiddelde leeftijd van de leden is 72. Dit is te verwachten, omdat nadenken over het levenseinde vaak
pas op latere leeftijd aanvangt of wanneer iemand ernstig ziek is of een naaste overlijdt. In 2013 is er op
verzoek van jongeren een projectplan geschreven over wat de NVVE voor jongeren kan betekenen en hoe zij
een plekje binnen de vereniging kunnen krijgen. Jongeren merken dat het voor hen nog lastiger is om over het
zelfgekozen levenseinde te praten. Dit taboe willen zij slechten en de NVVE steunt de jongeren hierin. De start
hiervoor wordt gegeven tijdens een landelijke bijeenkomst in 2014.
1.2 Dienstverlening door ledendiensten
De ledendiensten en -administratie van de NVVE bieden verschillende services aan de NVVE-leden; de NVVE
heeft een Ledenondersteuningsdienst(LOD), Gevolmachtigdendienst (GD) en een Telefoondienst (TD). In 2014
bekijken we het functioneren van de Telefoondienst en de Gevolmachtigdendienst. Er gaat kritisch gekeken
worden naar de meerwaarde, vorm en naam teneinde deze diensten nog effectiever en meer
toekomstbestendig te maken.
1.2.1 Telefoondienst
Alle telefoongesprekken die via het centrale nummer binnenkomen, worden door vrijwillige medewerkers van
de Telefoondienst (TD) beantwoord. Zij regelen administratieve zaken, geven algemene informatie en bieden
een luisterend oor. Zij verwijzen of verbinden zo nodig door naar andere afdelingen binnen de NVVE. Bij de
Telefoondienst werken 18 vrijwillige medewerkers en zij beantwoorden gemiddeld ruim 700 telefoontjes per
week.
Het is van groot belang dat de NVVE goed bereikbaar is, mensen zo min mogelijk in de wacht komen te staan
of een voicemail-bericht moeten inspreken. De vrijwillige medewerkers van de TD moeten goed geschoold zijn
om vragen adequaat te kunnen beantwoorden. Door de enorme inzet van alle vrijwillige medewerkers
worden vele vragen deskundig beantwoord. In 2014 wordt een verbeteringsslag gemaakt om de telefonische
bereikbaarheid, de service aan de telefoon en het doorgeleiden van gesprekken effectiever te maken. Het
komt voor dat mensen een bericht moeten inspreken omdat de lijnen bezet zijn, maar er is soms ook een
verschil in bejegening of het niveau van kennis. Dit past niet bij de klantgerichte organisatie die de NVVE wil
zijn. Gelijktijdig wordt de verwerking van mails en post elders in de organisatie geoptimaliseerd.
58
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
Jaarplan 2014
1.2.2 Gevolmachtigdendienst
De Gevolmachtigdendienst (GD) bestaat uit vrijwillige medewerkers die verspreid door het hele land wonen.
Zij kunnen als gevolmachtigde (wettelijk vertegenwoordiger) functioneren voor leden van de NVVE die
onmogelijk in eigen kring (familie, vrienden of kennissen) iemand kunnen vinden die als gevolmachtigde kan
optreden. Een volmachtgever (NVVE-lid) bespreekt met een gevolmachtigde zijn of haar wensen rondom het
levenseinde. Als de volmachtgever niet meer in staat is zijn of haar belangen bij medische beslissingen zelf te
behartigen, kan de gevolmachtigde als vertegenwoordiger in de lijn van de wensen van de volmachtgever
optreden en deze verwoorden naar behandelaars. De relatie tussen de gevolmachtigde en de volmachtgever is
voor een langere periode.
De volmachtgevers zijn over het algemeen alleenstaande, soms kwetsbare ouderen. In de afgelopen jaren is
een lichte trend waarneembaar dat relatief jonge en gezonde NVVE-leden om een gevolmachtigde vragen.
Daarnaast doen ook alleenstaande mensen met een psychische stoornis vaker een beroep op de GD. Het gaat
dus vaker om jongere mensen, waardoor de relaties veel langer duren dan aanvankelijk ingeschat en er een
wachtlijst ontstaat. Het ‘rendement’ van de GD is laag; situaties waar een gevolmachtigde daadwerkelijk kan
bijdragen doen zich weinig voor. Soms krijgt een gevolmachtigde pas achteraf te horen van een overlijden of
verhuizing van een volmachtgever. In 2014 wordt bij de Gevolmachtigdendienst onderzocht hoe deze
effectiever en meer toekomstbestendig georganiseerd kan worden.
1.3 Wilsverklaringen
Sinds de oprichting van de NVVE geeft zij wilsverklaringen uit. Waar het begon met een voorgedrukt
levenstestament/ euthanasieverklaring die zowel een behandelverbod als euthanasieverzoek bevatte, zijn het
nu gescheiden formulieren met ruimte voor eigen bewoordingen. In 2013 zijn de wilsverklaringen aangepast,
in 2014 zullen voorbereidingen plaatsvinden voor een evaluatie die in 2015 uitgevoerd wordt. De
wilsverklaringen zijn alleen verkrijgbaar voor leden.
1.3.1 Spreekuren
Uit een ledenpanel blijkt dat 93%, van de mensen die zich als lid melden, wilsverklaringen bestelt. Hoeveel
mensen deze ook daadwerkelijk invullen is onbekend. Wel weten we dat mensen het een moeilijk proces
vinden. Het daadwerkelijk verwoorden en opschrijven van wensen rond het levenseinde blijkt geen sinecure.
Mensen hebben behoefte aan ondersteuning en begeleiding tijdens het beschrijven van hun wil.
Hiervoor worden spreekuren ingericht. Dit zal een grote operatie betekenen, die een groot tijdsbeslag op de
medewerkers zal leggen. Begin 2014 vindt de invulling van spreekuren in het land plaats, met name gaat het
dan om het werven, selecteren en trainen van vrijwillige medewerkers voor de spreekuren. De spreekuren
zullen medio 2014 operationeel zijn. Het doel is dat ruim 6000 leden jaarlijks gebruik kunnen maken van deze
nieuwe dienstverlening.
1.3.2 Wilsverklaring onderhouden
Hoewel de NVVE haar leden informeert over het belang om wilsverklaringen bij te houden en regelmatig te
bespreken met de arts, gebeurt dit nog te weinig. Het beeld dat met het invullen van een wilsverklaring alles is
geregeld, blijft hardnekkig bestaan. De NVVE start daarom in het komende jaar met het sturen van een
periodiek alert om de afnemers te herinneren aan een regelmatig gesprek met de arts en - na bijvoorbeeld
acht jaar- aan een eventuele actualisering. Er wordt gekeken of het mogelijk is dat mensen zelf een
herinneringstermijn kunnen invullen. Voor mensen die hier geen behoefte aan hebben is het mogelijk om af te
zien van deze periodieke herinnering.
In 2014 start een campagne - een combinatie van (film)spotjes op radio en TV en een straatcampagne - om
mensen op de hoogte te brengen van het belang van een wilsverklaring en het onderhouden ervan.
59
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
1.3.3 Kwaliteitsnormen
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
Hoofdstuk 2.
Jaarplan 2014
Op steeds meer plaatsen op het internet zijn gratis wilsverklaringen te downloaden. Uit een kleine screening
blijkt dat deze wilsverklaringen niet altijd kwalitatief voldoende zijn. Soms zijn het een behandelverbod,
euthanasieverzoek en orgaandonatie in één, terwijl deze drie zaken- elk apart- wettelijk van een andere orde
zijn. Ook wordt er bij verscheidene om handtekeningen van getuigen gevraagd, terwijl dit (in Nederland)
wettelijk niet nodig is. De NVVE kiest voor kwalitatief goede wilsverklaringen en ondersteuning van de
aanvragers. Om onnodige discussies tussen artsen en patiënten te voorkomen realiseert de NVVE breed
gedragen kwaliteitsnormen voor voorgedrukte wilsverklaringen. Voor leden van de NVVE zal het ook mogelijk
worden om wilsverklaringen te downloaden vanaf Mijn NVVE, naast de mogelijkheid de papieren versie te
bestellen en om deze online in te vullen.
Activiteiten leden en dienstverlening











Ondersteuning en begeleiden jongeren
Actualiseringsalerts wilsverklaringen
Digitalisering wilsverklaringen
Implementeren Spreekuren
Gevolmachtigden en telefoondienst in de toekomst
Actie Relevant voor alle leden
Spotjes/ straatactie wilsverklaringen
Breed gedragen kwaliteitsnormen wilsverklaringen
Onderzoek Webwinkel
Onderhouden/ versterken relaties stakeholders
Onderzoek ledentrouw
Wet- en regelgeving
Inleiding
Na 30 jaar maatschappelijk en politiek debat werd in 2002 de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en
hulp bij zelfdoding (Wtl) van kracht. Door de komst van deze wet werd het voor mensen die ondraaglijk en
uitzichtloos lijden mogelijk om een euthanasieverzoek in te dienen. Artsen werd het mogelijk gemaakt om, als
zij voldoen aan de zorgvuldigheidseisen, zonder strafvervolging euthanasie toe te passen. De Wtl is een wet
die een directe relatie heeft met het levenseinde. Andere wetten die van invloed zijn bij het levenseinde zijn
de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst, de Geneesmiddelenwet en artikel 294, lid 2 in het
Strafwetboek. Deze laatste bepaalt de strafbaarheid van hulp bij zelfdoding.
In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij deze verschillende wetten en de invloed die zij hebben op de
bereikbaarheid van een waardig zelfgekozen levenseinde.
2.1 Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)
De Wtl wordt vijfjaarlijks geëvalueerd. In 2012 kwam de tweede evaluatie uit en de conclusie was dat de wet
over het algemeen goed functioneert. Uit de cijfers blijkt dat dit vooral geldt voor mensen met een terminale
aandoening. Voor mensen met een psychiatrische aandoening, dementie of een chronische aandoening blijkt
dit vele malen lastiger. En ook voor mensen die hun leven voltooid achten. Minder dan de helft van de artsen
60
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
Jaarplan 2014
geeft aan zich niet in te kunnen denken euthanasie uit te voeren bij mensen met dementie16. De jaarverslagen
van de Regionale toetsingscommissies euthanasie bevestigen dit beeld.
Tijdens het debat over de Wtl is tevens uitvoerig stilgestaan bij mensen die gedurende hun ziekte, zoals
dementie, wilsonbekwaam raken. Daarvoor is artikel 2, lid 2 opgenomen in de Wtl. Dit artikel bepaalt dat een
schriftelijk verzoek een mondeling verzoek kan vervangen.
De komst van de ambulante teams van de Levenseindekliniek hebben aangetoond dat artsen scholing,
ervaring en steun ontberen wanneer het euthanasieverzoek complex is. De ruimte die de Wtl biedt, lijkt niet
voldoende bekend of te worden ingeperkt door richtlijnen van de artsenorganisatie KNMG. De NVVE is van
mening dat artsen zo volledig mogelijk op de hoogte moeten zijn van de Wtl en haar mogelijkheden. Dit zou
verplicht opgenomen moeten zijn in de opleiding en programma’s voor nascholing. Dat de ruimte
onvoldoende bekend of benut wordt, en dat daardoor mensen met voltooid leven buiten de wettelijke
mogelijkheden vallen, heeft ertoe geleid dat de minister van Volksgezondheid besloten heeft een commissie
van Wijzen in te stellen17. Deze commissie moet breed samengesteld worden en onderzoeken welke
mogelijkheden er zijn om waardig te sterven wanneer mensen niet (lijken te) voldoen aan de criteria van de
Wtl. De NVVE heeft dit initiatief omarmd en pleit ervoor om ook ervaringsdeskundigen op te nemen in de
commissie.
2.2 Artikel 2, lid 2 Wtl
Dit wetsartikel bepaalt dat een schriftelijk verzoek een mondeling verzoek kan vervangen. Het schriftelijk
verzoek moet opgesteld zijn op het moment dat de persoon wilsbekwaam was. In de wet is alleen vastgelegd
dat het schriftelijk euthanasieverzoek de personalia en de handtekening van een persoon moet bevatten en de
datum van ondertekening. Er hoeven geen getuigen bij de opstelling aanwezig te zijn en er is geen
houdbaarheidstermijn vastgesteld.
Het lage aantal uitgevoerde euthanasieverzoeken bij mensen met vergevorderde dementie laat zien dat dit
wetsartikel in de praktijk nauwelijks werkt. Hierbij kan niet onvermeld blijven dat de artsenorganisatie KNMG
in een richtlijn heeft opgenomen dat te allen tijde communicatie met de patiënt mogelijk moet zijn18. In de
afgelopen jaren heeft de maatschappelijke discussie over het schriftelijk verzoek zich vooral toegespitst op
mensen met dementie. Er zijn echter meerdere groepen, zoals mensen met afasie of de ziekte van Parkinson,
die door de terughoudendheid van artsen om een schriftelijk verzoek te honoreren in de kou staan.
De maatschappelijke discussie, mede geïnitieerd door de NVVE, heeft ertoe geleid dat de minister in het
voorjaar van 2013 een werkgroep heeft ingesteld. De NVVE betreurt dat in deze werkgroep alleen
vertegenwoordigers zitten van de ministeries VWS en Veiligheid en Justitie en van de artsenorganisatie KNMG.
In het komende jaar volgt de NVVE de ontwikkelingen van deze werkgroep actief. Zullen we ons pleidooi om
ook ervaringsdeskundigen te horen daar waar mogelijk laten horen. We houden met regelmaat actief contact
met de ministeries van VWS en VenJ (Veiligheid en Justitie). En met de woordvoerders in de Eerste enTweede
Kamer.
2.3 Artikel 294, lid 2
In 2013 is de campagne ‘Hulp is geen misdaad’ van start gegaan. Deze campagne is een pleidooi om de
strafbaarheid van hulp bij zelfdoding af te schaffen. De strafbaarheid is vastgelegd in Artikel 294, lid 2 van het
Wetboek van Strafrecht. De NVVE vindt dat mensen met een consistente wens tot levensbeëindiging maar die
geen hulp kunnen krijgen in het kader van de Wtl, hulp moeten kunnen krijgen van derden. In een
16
Tweede evaluatie Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, dr A. Van der Heide et.al. Den Haag, ZonMw;
december 2012
17
NOS.nl, Onderzoek naar euthanasie regels, 29 oktober 2013
18
Tijdig spreken over het levenseinde, KNMG, juni 2012
61
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
Jaarplan 2014
maatschappij waar het normaal is dat je streeft naar een waardig leven, moet het ook mogelijk zijn om
waardig te sterven.
Artikel 294, lid 2 is geen dode letter. Dit blijkt uit de uitspraak in de strafzaak tegen Albert Heringa. Albert
Heringa hielp in 2008 zijn 99-jarige moeder waardig haar leven te beëindigen. Zijn moeder, Moek, ervoer haar
leven als voltooid. Hij bood haar hulp nadat haar arts onwillig bleek te staan tegenover een euthanasieverzoek.
In 2010 maakte hij zijn hulp openbaar met de documentaire ‘De laatste wens van Moek’19. Pas in het najaar
van 2013 moest Albert Heringa voor de rechter verschijnen. Uit de uitspraak, schuldig zonder strafoplegging,
blijkt dat artikel 294, lid 2 nog altijd gehanteerd wordt.
In 2014 eindigt de campagne ‘Hulp is geen misdaad’ tijdens de Week van de Euthanasie. Dit betekent niet dat
wij stoppen met de lobby om hulp bij zelfdoding te legaliseren. Maatschappelijk is er veel steun voor Albert
Heringa, maar men is tegelijkertijd bang voor misbruik wanneer artikel 294, lid 2 wordt afgeschaft. De NVVE
wil grotere maatschappelijke steun krijgen voor de legalisering van hulp bij zelfdoding. De NVVE onderneemt
activiteiten om de angst voor misbruik weg te nemen. Door te erkennen dat er regels en duidelijkheid moeten
komen in de praktijk rondom hulp bij zelfdoding voelen mensen zich gehoord en wordt de angst gekanaliseerd.
De NVVE zal de bezwaren tegen afschaffing of aanpassing van artikel 294 in kaart brengen en daarvoor
tegenargumenten verzamelen.
2.4 Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)
In 1995 werd de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst van kracht. Volgens de wet moet een arts
toestemming van de patiënt hebben om een medische behandeling te starten. De patiënt kan zijn wil ten
aanzien van wel of niet behandelen zowel mondeling als schriftelijk kenbaar maken. Een wilsverklaring zoals
het behandelverbod en de wens tot niet-reanimeren hebben rechtskracht en zijn afdwingbaar.
Het kunnen honoreren van een schriftelijke wilsverklaring staat of valt met de bekendheid ervan. Veelal is
deze bij de (huis)arts bekend. Wanneer iemand met spoed in een ziekenhuis terecht komt, is niet direct
zichtbaar of iemand een wilsverklaring heeft. Dit moet in de huidige tijd wel mogelijk zijn. Daar waar regionaal
elektronische patiëntengegevens, met toestemming van de patiënt, gedeeld worden, hoort de eventueel
aanwezige wilsverklaring opgenomen te zijn in het elektronisch dossier.
Een bijzondere wilsverklaring is de niet-reanimerenpenning. Sinds 2007 geeft de NVVE de huidige nietreanimerenpenning uit. De rechtsgeldigheid van deze penning bleef enige tijd onduidelijk. In 2008 heeft de
Nederlandse Reanimatie Raad de richtlijn “Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie” uitgebracht.
Hierin staat geschreven dat zowel professionele- als lekenhulpverleners een reanimatie niet hoeven te starten
wanneer voor aanvang duidelijk is dat de patiënt een niet-reanimerenpenning heeft. In 2010 heeft de minister
van Volksgezondheid uitgesproken dat de penning een rechtsgeldig document is. Redenen om de penning te
erkennen waren dat in de wet niets staat over op welk materiaal een schriftelijke wilsverklaring geschreven
moeten staan en de zorgvuldige procedure die de NVVE heeft bij de aanvraag van de penning.20 Er zijn mensen
die een niet-reanimerenpenning zouden willen hebben maar om principiële redenen geen lid willen worden
van de NVVE. Nu en in de toekomst blijft de NVVE openstaan voor het overdragen van de uitgifte van de nietreanimerenpenning aan een neutrale uitgever.
Professionele hulpverleners die zich niet houden aan de niet-reanimerenpenning kunnen hierop
tuchtrechtelijk aangesproken worden, lekenhulpverleners niet. Het is ook niet duidelijk in hoeverre
organisaties die lekenhulpverleners trainen in het reanimeren en gebruik van de AED informatie geven over de
niet-reanimerenpenning en de betekenis ervan. De NVVE wil met een campagne meer bekendheid genereren
19
Documentaire op basis van eigen opnames door Albert Heringa, geregisseerd door Nan Rosens i.o.v de NVVE, uitgezonden door
NCRV Netwerk februari 2010 in de week van het Voltooid Leven
20
Wet ambulancezorg, Kamerstuk 29835, voorjaar 2009-2010 Eerste Kamer der Staten Generaal
62
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
Jaarplan 2014
over de betekenis van de niet-reanimerenpenning, door te stimuleren dat de betekenis ervan opgenomen
wordt in cursussen en op websites die informatie geven over reanimeren en de AED. Goed zou zijn wanneer er
op iedere AED een afbeelding de penning te zien zou zijn met daarbij geschreven ‘Ziet u deze penning, dan niet
reanimeren’.
2.5 Geneesmiddelenwet
De geneesmiddelenwet regelt de erkenning, de productie, de handel, het voorschrijven en de verstrekking van
geneesmiddelen. Deze wet bepaalt dat geneesmiddelen alleen door artsen voorgeschreven mogen worden en
alleen verstrekt door apothekers.
Een grote wens van de leden van de NVVE is de realisatie van de laatstewilpil: een dodelijk middel dat iemand
kan innemen wanneer hij/zij het leven waardig wenst te beëindigen op een zelf gekozen moment. In 2013 is
met steun van de NVVE de Coöperatie Laatste Wil opgericht. Zij streeft er naar een laatstewilmiddel
beschikbaar te kunnen stellen. Zij zoekt hiervoor naar wegen binnen de huidige wetgeving. De NVVE steunt
hen daar in. Daarbij onderzoekt de vereniging of de aanpassingsmogelijkheden van de wet.
Activiteiten wet en regelgeving













Campagne ‘Hulp is geen misdaad’
Maatschappelijk debat “Hulp bij zelfdoding”
De week van de Euthanasie
Voorlichting reikwijdte Wtl regiobijeenkomsten
Wtl als verplicht onderdeel van accreditatie voor huisartsen
Lespakketten/ educatief materiaal voor scholieren studenten
Niet-reanimeren cursus
Inlichten/ informeren Lekenhulpverleners
Wilsverklaringen in elektronische patiëntendossiers
Ondersteunen Coöperatie Laatste Wil
Onderzoek geneesmiddelen wet
Contacten ministeries VWS en VenJ
Contacten OM, politie en IGZ
Hoofdstuk 3. Communicatie
Inleiding
Goede communicatie is voor de NVVE van essentieel belang om onze missie en doelstellingen naar buiten te
brengen en relaties aan te gaan met relevante maatschappelijke organisaties, de overheid en politieke
partijen. In de afgelopen jaren zijn de communicatiemogelijkheden flink gewijzigd en uitgebreid en deze
ontwikkelingen zetten zich voort. De NVVE denkt zowel na over hoe de communicatiemogelijkheden goed en
strategisch in te zetten als over hoe ermee om te gaan. Hoewel communicatie steeds meer digitaal
plaatsvindt, wordt door de NVVE ook rekening gehouden met leden die geen e-mail adres hebben: voor deze
groep blijven post en telefoon gelijkwaardige communicatiemiddelen.
3.1 Externe communicatie
Het is voor de NVVE van belang dat leden en niet-leden worden geïnformeerd over de doelen en de
dienstverlening van de vereniging. Ook is belangrijk dat mensen in gesprek kunnen gaan met de vereniging. De
vrijwillige medewerkers van de Presentatiedienst spelen hierbij een cruciale rol: zij zijn het gezicht van de
63
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
Jaarplan 2014
NVVE tijdens regiobijeenkomsten, beurzen, lezingen, workshops en scholingen. In 2014 blijft het aantal
regiobijeenkomsten gelijk. De NVVE presenteert zich in 2014 nadrukkelijker op beurzen, door onder andere
workshops te verzorgen. Sinds een aantal jaren worden op verschillende plekken Alzheimercafés
georganiseerd. Dit zijn informele bijeenkomsten waar lotgenoten en naasten met elkaar in contact komen.
Veelal worden er dan thematische presentaties gegeven. Het succes van deze cafés blijkt uit de opkomst van
cafés voor mensen met een andere aandoening zoals de ziekte van Parkinson. De NVVE wil goede contacten
leggen en onderhouden met de organisatoren van deze cafés zodat ter plekke informatie gegeven kan worden
over bijvoorbeeld de wilsverklaringen.
Voor het geven van presentaties en de aanwezigheid op beurzen is een krachtige Presentatiedienst nodig met
vrijwillige medewerkers die zich verbonden voelen met de NVVE. Tijdens scholingen en intervisie kunnen
vrijwillige medewerkers hun ervaringen delen.
3.1.1 Social media
Veel communicatie verloopt tegenwoordig via social media zoals Twitter, Facebook en LinkedIn. Ook de NVVE
is hierop actief. Daarbij spelen vraagstukken als: wat zijn de gevolgen van social media, welke kansen bieden ze
en welke valkuilen zijn er. En hoe voorkom je dat mensen namens de NVVE van alles op social media plaatsen.
Waar begint en waar eindigt een eigen mening. In 2013 is er een beleidsplan geschreven over de omgang met
social media. In het komende jaar wordt bekeken of dit nog actueel en werkbaar is. Zo nodig komt er een
aanpassing. Ook krijgen (vrijwillige) medewerkers scholing over de kansen en risico’s van social media.
3.1.2 Media
In de afgelopen jaren is er meer en meer aandacht voor het zelfgekozen levenseinde. Wanneer er artikelen in
een krant verschijnen, wordt per keer gekeken of een reactie vanuit de NVVE nodig en op zijn plaats is. Soms is
het goed om als NVVE te reageren, maar soms is het beter dat deskundigen of andere schrijvende
sympathisanten een reactie insturen. Hiervoor gaan we op zoek naar mensen die goed kunnen schrijven en op
eigen titel ons geluid naar buiten willen brengen.
3.1.3 Communicatie leden
Kennis is macht. Daarom is het van belang dat de leden van de NVVE goed geïnformeerd zijn over alle
ontwikkelingen op het gebied van het zelfgekozen levenseinde. Leden worden door de NVVE op de hoogte
gehouden via Relevant, de website, de digitale nieuwsbrief en via brieven waarin onze acties en
bijeenkomsten staan beschreven. In de komende jaren wordt informatie meer en meer via de digitale weg
verstuurd. De wekelijkse digitale nieuwsbrief lijkt nog geen grote bekendheid te genieten. Slechts 10.000
personen ontvangen deze, naar schatting de helft hiervan zijn leden. In 2014 wordt ingezet op een
verviervoudiging van het aantal nieuwsbrief ontvangers waarvan minimaal 20.000 leden zijn . Door de
digitalisering van communicatie-middelen is het van belang dat de NVVE van zoveel mogelijk leden een emailadres heeft. De laatste twee jaar verdubbelde het aantal leden van wie een mailadres bekend is. Op dit
moment is niettemin toch nog van minder dan 50% van de leden een e-mailadres bekend. Dit percentage
willen we verder vergroten door er gericht actie op te ondernemen. Eventueel door mensen die alsnog hun emailadres opgeven een aardigheidje te bieden.
3.2 Professionalisering
Om in te kunnen spelen op politieke en maatschappelijke ontwikkelingen is een goed netwerk noodzakelijk.
Een netwerk van mensen en organisaties die zich ook met het levenseinde bezighouden. Zodat wanneer
mogelijk en wenselijk krachten gebundeld kunnen worden of het debat aangaan met anders denkende. Een
krachtig netwerk in de politiek om Tweede Kamerleden te voorzien van informatie en om te weten welke
standpunten er zijn. Om te weten welke contacten er zijn is het noodzakelijk een goed relatiebeheersysteem
te hebben en te onderhouden.
64
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Jaarplan 2014
Veel informatie van de NVVE wordt gegeven tijdens lezingen en spreekbeurten door het hele land. Het kan
voor komen dat er op verschillende momenten door verschillende personen een presentatie moet worden
gegeven. Om te voorkomen dat mensen dubbel werk gaan doen, komt er een centraal opslagsysteem. En er
komt een overzicht van verschillende geschikte locaties voor activiteiten, lezingen en evenementen van de
NVVE.
Op het bureau van de NVVE werken ruim 20 mensen. Zij zorgen er onder andere voor dat de vrijwillige
medewerkers ondersteund worden, de ledenadministratie uitgevoerd wordt en activiteiten georganiseerd
worden die de missie van de NVVE naar buiten brengen. Om de deskundigheid van de medewerkers te
bevorderen, worden zij geattendeerd op de mogelijkheid van scholing en gestimuleerd om hieraan deel te
nemen.
De NVVE is financieel een gezonde vereniging. Inkomsten komen voort uit de lidmaatschapsgelden, legaten en
giften. In 2001 is voor het laatst het beleggingsbeleid door de ledenvergadering vastgelegd. Hierin staat
beschreven hoe de NVVE omgaat met tegoeden die voor langere tijd vastgezet kunnen worden op
spaarrekeningen of in beleggingen. De vereniging heeft nadrukkelijk gekozen voor een voorzichtige aanpak.
In 2014 wordt het beleggingsbeleid geactualiseerd.
Activiteiten communicatie








Actie “maak uw e-mailadres kenbaar”
Uitbreiden en onderhouden netwerk
Schrijvers gezocht
Lezingen/ spreekbeurten e.d. in een centraal systeem
Verbetering presentatie materiaal
Mediatraining/ uitbreiden kennis en gebruik social media
Stimulering deskundigheidsbevordering medewerkers
Aanpassing beleggingsbeleid
65
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Jaarplan 2014
66
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
Begroting 2014
Begroting 2014 NVVE
Verderop staan de cijferoverzichten. In kolom A de begroting 2014. Ter vergelijking zijn opgenomen: het
resultaat over 2013, de begroting 2013 en het resultaat over 2012.
Groei ledental en opbrengst contributie
In de begroting 2014 wordt uitgegaan van verdere groei van het ledental. Gerekend is met een ledengroei van
5 %. De laatste drie jaren groeide het ledenaantal van de NVVE ook met dit of een hoger percentage. Met de
groei van het ledenaantal neemt ook de opbrengst van de contributie toe. Daar zit enige ‘vertraging’ in: de
opbrengst wordt bepaald door het gemiddeld ledenaantal in een jaar. Als vanaf 1 januari 2014 het ledenaantal
gelijk zou blijven aan de toen aanwezige 148 duizend leden, dan stijgt de opbrengst van de contributie 2014
toch aanzienlijk ten opzichte van de opbrengst 2013: ongeveer € 78.000. Werkplan en begroting 2014 gaan uit
van verdere groei van het ledental; hierdoor neemt de raming voor de contributie 2014 toe met nog eens
€ 57.000.
Voor de legaten is het bedrag afgeleid van de gemiddelde opbrengst over de laatste zeven jaar. De opbrengst
was in 2013 erg hoog, maar de jaren daarvoor lager. Omdat er momenteel meerdere grote nalatenschappen
zijn aangekondigd, kan dat tot een meevaller in 2014 leiden. Bij de rente is ingeschat dat de rentetarieven
uitgesproken laag blijven.
De opbrengsten bij de wilsverklaringen en penningen waren in 2013 en 2012 erg hoog. Voor het saldo van de
begroting heeft de opgenomen raming een minder grote invloed, omdat er bij de lasten hiermee
samenhangende kosten staan.
Beleidsmatige veranderingen 2014
In de begroting 2014 zitten enkele beleidsmatige veranderingen van grotere omvang. Ze worden in het
jaarplan inhoudelijk toegelicht. Inclusief deze veranderingen sluit de begroting neutraal. Vanuit financieel
oogpunt is van belang dat € 156.000 van de voorgenomen lasten een eenmalig karaker hebben (met name de
uitbreidingen van de budgetten voor projecten en promotie wilsverklaringen). Daarmee bestaat er alle uitzicht
dat ook de begroting 2015 sluitend kan worden gemaakt.
Verder zijn veel posten in de begroting aangepast aan de ontwikkeling van de hoeveelheden en de prijzen van
afgelopen jaar. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de bestaande investeringen, vervanging van de website en
aanpassingen in de overige automatisering. De personeelskosten nemen toe, vooral door uitbreiding van de
formatie van 700 uur per week in de begroting 2013 naar 728 vaste uur per week in 2014; daarnaast is er 36
uur per week tijdelijk personeel in de begroting 2014 opgenomen.
Uitgaven uit bestemmingsreserves
Binnen het Eigen Vermogen van de vereniging zijn enkele bestemmingsreserves gevormd. Deze stellen de
vereniging tijdelijk in staat tot extra activiteiten boven de lasten in de begroting. Voor 2014 gaat dat om de
volgende uitgaven: de jaarlijkse kosten van de leerstoel en bijhorende promotieplaats en een extra bijdrage
aan de promotie van wilsverklaringen en een film over Voltooid Leven.
De vereniging streeft naar een neutraal resultaat op de reguliere begroting en vervolgens in de exploitatie (dus
exclusief de uitgaven uit de bestemmingsreserves). Enkele jaren geleden is met de ledenvergadering
afgesproken dat bestuur en directie in deze een actief beleid kunnen en moeten voeren. Aan de hand van
tussentijdse rapportages wordt bezien of er bijstelling van de plannen (minder dan wel meer) mogelijk of
nodig is.
67
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
NVVE
financiën
Begroting 2014
Begroting
Resultaat
Begroting
Resultaat
2014
A
2013
B
2013
C
2012
D
2.710.000
2.574.721
2.550.000
2.412.045
180.000
200.000
221.283
191.093
200.000
160.000
265.516
221.663
3.090.000
2.987.097
2.910.000
2.899.224
10.000
230.000
140.000
66.000
21.435
247.537
245.253
73.298
20.000
200.000
120.000
85.000
19.898
206.105
90.841
83.928
10.000
-12.989
14.042
20.000
50.431
30.289
20.000
476.000
46.405
634.981
35.000
480.000
36.828
518.320
3.566.000
3.622.078
3.390.000
3.417.544
Communicatie
Relevant
349.000
318.000
242.540
358.958
231.500
361.500
174.113
218.933
Dienstverlening leden
Inkoop Wilsverklaringen
105.500
149.000
71.683
171.968
103.500
154.000
77.578
204.436
Inkoop NR Penningen
Inkoop verkooppubl.
195.000
10.000
192.912
19.324
155.000
20.000
220.564
8.425
Bureaukosten
Verenigingskosten
Overige activiteiten
Bijdrage SLK
Personeelskosten
423.500
155.000
272.000
433.951
140.426
431.377
454.000
128.000
406.000
1.589.000
1.520.993
1.376.500
448.365
107.069
314.879
300.000
1.296.290
Totaal lasten
3.566.000
3.584.132
3.390.000
3.370.652
0
37.946
0
46.892
in euro's
Baten
Ontvangsten van leden
Contributies
Wilsverklaringen
Niet Reanimeren penningen
Overige baten
Verkoop brochures e d
Donaties en giften
Legaten
Interest
Koerscorrectie effecten
Baten projecten
Overige opbrengsten
Totaal baten
Lasten
Resultaat
68
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
NVVE
Financiën
in euro's
Begroting 2014
Begroting
2014
Resultaat
2013
Begroting
2013
Resultaat
2012
A
B
C
D
92.000
111.678
68.000
67.956
20.000
18.000
17.337
11.805
16.000
11.000
23.593
11.393
119.000
50.000
21.000
29.000
349.000
48.163
15.007
38.550
242.540
66.000
31.500
21.000
18.000
231.500
11.844
32.056
9.565
17.706
174.113
132.500
132.000
14.000
30.000
145.487
138.180
19.463
50.140
152.500
159.500
12.500
29.000
93.704
94.343
9.783
16.234
9.500
318.000
5.688
358.958
8.000
361.500
4.869
218.933
9.000
16.500
10.000
31.000
27.000
7.319
19.918
9.840
2.850
21.182
12.000
16.500
11.000
35.000
20.000
17.317
16.431
8.753
9.000
3.000
105.500
8.624
1.950
71.683
6.000
3.000
103.500
7.740
5.262
77.578
149.000
195.000
20.000
171.968
192.912
19.324
154.000
155.000
20.000
204.436
220.564
8.425
Toelichting bij de lasten
Communicatie
Presentatiedienst
Voorlichting
Strategie publiciteit
Promotie verklaringen
Regiobijeenkomsten
Website
Afschrijving tbv website
Relevant
Drukken en binden
Portokosten
Illustraties - foto's
Redactie
Overige kosten
Dienstverlening leden
Telefoondienst
Publicaties gratis
Informatiepakketten
Spreekuren
Leden OndersteuningsDienst
GevolmachtigdenDienst
Onderzoek wensen leden
Inkoop Wilsverklaringen
Inkoop NR Penningen
Inkoop verkooppubl. e d
69
22.075
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
NVVE
financiën
Begroting 2014
Begroting
2014
Resultaat
2013
Begroting
2013
Resultaat
2012
A
B
C
D
158.500
177.541
186.000
180.968
Afschrijvingen
Kantoorkosten
65.000
66.000
57.928
60.906
65.000
69.000
65.575
71.420
Algemene porto
Computerkosten
63.000
50.000
59.419
57.155
63.000
50.000
61.507
48.645
21.000
423.500
21.002
433.951
21.000
454.000
20.250
448.365
12.000
5.000
32.000
38.000
13.000
25.000
30.000
13.557
1.830
18.305
25.533
3.034
43.321
34.846
12.000
10.000
30.000
30.000
5.000
20.000
21.000
10.776
3.830
38.672
22.896
1.514
14.572
14.809
155.000
140.426
128.000
107.069
165.202
155.000
104.795
120.833
124.715
88.592
104.000
115.000
in euro's
Bureaukosten
Huisvestingskosten
Bankkosten
Verenigingskosten
Bestuurskosten
Beleidsdagen
Vrijwilligers
Scholing vrijw.
Internationale contacten
Algemene ledenvergadering
Diverse algemene kosten
Overige activiteiten
Leerstoel
Filmweek feb 2012
Activiteiten projecten
Mailadressen
Lustrum 2013
Nieuwe huisstijl
Voorb. Levenseindekliniek
Commissies
Cohortonderzoek wilsverklaringen
Symposium
25.590
225.000
15.000
2.000
1.581
2.000
30.000
21.387
30.000
Proceskosten
Speldjes voor leden
56.590
1.827
1.718
39.033
29.116
272.000
466.100
70
406.000
314.879
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
NVVE
financiën
in euro's
Personeelskosten
Salarissen
Sociale premies
Pensioenpremies
Verz. ziekteverzuim
Ontvangen ziektegelden
Doorberekeningen
Freelance / uitbesteed
Woon-werkverkeer
Overige personeelskosten
Begroting 2014
Begroting
2014
Resultaat
2013
Begroting
2013
Resultaat
2012
A
B
C
D
1.124.000
1.142.079
1.003.000
947.548
156.000
112.000
145.028
109.428
122.000
97.000
115.637
90.673
32.000
25.879
-38.127
23.000
84.000
28.000
53.000
1.589.000
59.368
33.634
43.704
1.520.993
57.000
24.000
50.500
1.376.500
21.614
-16.838
-8.250
91.460
23.898
30.548
1.296.290
71
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Begroting 2014
72
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
Beleggingsbeleid
Beleggingsbeleid
Het beleggingsbeleid dient te worden geactualiseerd. In 2001 is als beleggingsbeleid geformuleerd dat
“maximaal de helft van het vermogen belegd zou kunnen worden in aandelenfondsen die een garantie over
vrijwel de hele inleg kennen”. Inmiddels is duidelijk geworden dat zulke garanties niet altijd zekerheid bieden
en is ook het aantal “garantieproducten” sterk teruggelopen.
In augustus 2013 heeft het bestuur over het beleggingsbeleid van de vereniging gesproken. Na deze
bespreking in het bestuur is het beleggingsbeleid ter uitwerking van de hoofdlijnen in de vergadering van de
auditcommissie op 25 november aan de orde geweest. Het bestuur heeft vervolgens de voorstellen besproken
in haar vergadering van 17 december 2013 en geaccordeerd.
Voor de verschillende delen van het Eigen Vermogen en andere balansposten gaat het volgende gelden:
 Bedragen binnen bestemmingsreserves en de continuïteitsreserve worden steeds aangehouden op
spaarrekeningen waar het geld direct opneembaar is;
 Indien er (tijdelijk) meer lange-termijn middelen beschikbaar zijn, kunnen deze worden belegd, maar
uitsluitend in fondsen met een “zeer defensief” profiel.
Voor de spaargelden worden rekeningen aangehouden bij de vier grote systeembanken in Nederland: ABN
AMRO, Rabobank, SNS en ING.
Voor het deel dat de vereniging zou kunnen beleggen wordt de kern van het oude beleid “alleen beleggingen
in fondsen die een garantie over vrijwel de hele inleg kennen ” vervangen door een keuze voor een “zeer
defensief” beleggingsprofiel. Bij dit laatste wordt doorgaans gedacht aan een verdeling van ongeveer 10 % in
aandelen, 50 % obligaties en 40 % liquiditeiten. Beide keuzes zijn risicomijdend. Zekerheid staat voorop;
rendement is pas daarna een criterium. Als randvoorwaarde geldt dat we alleen beleggen in een fondsen die
elke werkdag verhandeld kunnen worden, zodat de vereniging de middelen altijd liquide kan maken.
Momenteel heeft de NVVE één belegging lopen, nl. in een High Yield Note met garantie van RBS, die in
november 2014 afloopt.
Het bestuur stelt de Algemene Ledenvergadering voor deze benadering goed te keuren, zodat directeur,
penningmeester en controller tijdig op zoek kunnen gaan naar fondsen binnen deze voorwaarden.
73
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Beleggingsbeleid
74
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Bestuursverkiezing
BESTUURSVERKIEZING
BESTUURSLEDEN
Mevrouw mr. dr. M.F. Andriessen is volgens rooster aftredend. Zij stelt zich herkiesbaar als voorzitter.
Mevrouw mr. A.V. van Nierop is volgens rooster aftredend. Zij is niet herkiesbaar.
De heer dr. ir. R.D. Woittiez is, wegens drukke werkzaamheden, tussentijds afgetreden.
Het bestuur stelt voor in de vacature van bestuurslid van de NVVE te voorzien door de benoeming van
de heer drs. Ch. Leeuwe. Hij stelt zich als volgt voor:
Met genoegen wil ik mij voorstellen aan de deelnemers van de algemene ledenvergadering NVVE van
3 mei 2014.
Mijn naam is Ch.(Chris) Leeuwe, geboren op 24 december 1942 in Groningen. Mijn opleidingen heb ik genoten
in deze stad met als afsluiting de universiteit, waar ik cum laude ben afgestudeerd met een doctoraal
onderwijskunde.
Na werkzaam geweest te zijn in het beroepsonderwijs, heb ik vanaf 1975 politiek-bestuurlijke functies vervuld:
wethouder/loco-burgemeester in Delfzijl (tot 1989), burgemeester van Oud-Beijerland (tot 1996) en
burgemeester van Lelystad, de provinciehoofdstad van het "nieuwe land", de provincie Flevoland (tot 2006). In
die periode was ik ook korpsbeheerder van de regiopolitie Flevoland.
Vanaf 2006 tot nu toe vervul(de) ik - in onderscheiden jaren- een aantal bestuurlijke functies op het gebied van
o.a. ouderenzorg, sociaal-culturele en maatschappelijke ontwikkelingen, rekenkamer en
stadswachtorganisatie, historisch en cultureel erfgoed en faunabeheer.
Ik ben lid van de PvdA, verricht daar (landelijke) activiteiten en heb o.a. zitting in de recent opgerichte
landelijke partijcommissie integriteit. Ad hoc verricht ik bestuurs- en advieswerkzaamheden voor overheden,
politie e.d.
Mijn belangstelling voor het werk van de NVVE kent primair uiteraard een persoonlijke en maatschappelijke
betrokkenheid, maar geldt zeker ook het "bestuurlijke handwerk" binnen de vereniging.
Daarom heb ik mijn belangstelling voor een bestuursfunctie laten blijken; ik ben erkentelijk dat het bestuur mij
aan de ledenvergadering wil voordragen voor een benoeming in het bestuur.
Tal van onderwerpen die spelen in het domein van het "vrijwillige levenseinde" zullen vanuit bestuur, directie
en vele vrijwilligers in de NVVE onder de aandacht van de bevolking, het maatschappelijke middenveld en
vooral onder de blijvende aandacht van politiek en bestuur gebracht moeten worden.
Die attentie geldt in eerste instantie de inhoud van het vraagstuk van het levenseinde (de laatste-wil-pil, de
legalisatie van hulp bij zelfdoding, het zelfgekozen levenseinde, het verzoek om levensbeëindiging voor
gevorderde dementerenden en psychiatrische patiënten ...).
Van belang is in tweede instantie hierbij zeker en niet minder ook de aandacht voor het optreden van
overheidsinstanties (OM, politie, de inspectie) bij vraagstukken en handelingen rondom euthanasie en
zelfdoding, de veranderingen in de publieke opvattingen en de moraal rondom een vrijwillig levenseinde. Een
blijvende discussie met de KNMG moet gevoerd worden over de verantwoordelijkheid van artsen het
levenseindevraagstuk voor ouderen en niet minder voor jongere generaties niet alleen te beschouwen als een
medische, maar ook als een sociale problematiek.
Aan die discussie en besluitvorming binnen de NVVE over en beïnvloeding vanuit de vereniging van zowel de
inhoud van het beleid als de bestuurlijke en procedurele effecten van dat beleid, wil ik de komende tijd
volgaarne een bijdrage leveren.
75
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
Bestuursverkiezing
Het bestuur stelt voor in de vacature van bestuurslid van de NVVE te voorzien door de benoeming van
mevrouw mr. B. Middeldorp.
Zij stelt zich als volgt voor:
Geachte leden van de NVVE. Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om mij kort aan u voor te stellen.
7
8
9
10
11
12
13
14
Mijn naam is Barbara Middeldorp. Ik ben geboren in ‘s-Gravenhage op 20 november 1974. Momenteel ben ik
woonachtig in Breda. Gedurende een periode van 13 jaar heb ik als medisch maatschappelijk werker gewerkt
binnen de gezondheidszorg. Zo heb ik in een verpleeghuis oudere en jonge bewoners met niet aangeboren
hersenletsel begeleid, al dan niet verkerend in hun laatste levensfase. Daarnaast heb ik in meerdere
ziekenhuizen op verschillende afdelingen vergelijkbare werkzaamheden verricht, waarvan de laatste 8 jaren
voornamelijk op de afdelingen neurologie en geriatrie. Ook het bijstaan van familieleden van de bewoners c.q.
patiënten vormden een belangrijk deel van mijn werkzaamheden. Het onderwerp euthanasie kwam daarbij
geregeld ter sprake.
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
Ruim 10 jaar geleden ben ik rechten gaan studeren naast mijn fulltime baan in het ziekenhuis. Ter afronding
van mijn masteropleiding Nederlands Recht heb ik een scriptie geschreven over de (on)mogelijkheden van
euthanasie bij dementie. Mijn motivering voor dit onderwerp kwam voort uit de confrontatie die ik tijdens
mijn werk als medisch maatschappelijk werker had met de doelgroep wils(on)bekwame patiënten en
vraagstukken die er bij hen, bij hun naasten en ook de beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg zijn rondom
leven en dood. Als zodanig herken ik mij in de doelstelling die de NVVE zich stelt; keuzevrijheid aan het einde
van het leven en een optimale uitvoering van de euthanasiewet. Dit heeft ertoe geleid dat ik mij in de jaren
tijdens mijn rechtenstudie, op diverse momenten waarop ik met deze dilemma’s in aanraking kwam, de
juridische betekenis en begrenzing ervan heb afgevraagd. In de vrije ruimte van mijn rechtenstudie heb ik
vervolgens accenten gelegd op die aspecten die verwantschap hebben met voorgenoemde vraagstukken. In
mijn huidige werk als advocaat zijn mijn werkzaamheden met name gericht op het bijstaan van cliënten die
letselschade hebben als gevolg van een ongeval of medisch onzorgvuldig handelen. Hiernaast behartig ik de
belangen van beroepsbeoefenaren in medische klacht- en/of tuchtprocedures, sta ik cliënten bij die
geconfronteerd worden met gezondheidsrechtelijke kwesties en geef ik lezingen over de juridische betekenis
van wilsonbekwaamheid in relatie tot handelingsonbekwaamheid.
30
31
32
Een aanstelling als bestuurslid bij de NVVE sluit goed aan bij mijn interesse op het gebied van euthanasie en
wils(on)bekwaamheid. Ik meen dat mijn arbeidsverleden, opleiding en actuele aandachtsgebieden hierin goed
tot hun recht kunnen komen.
76
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Commissie van Beroep
COMMISSIE VAN BEROEP
Voorstel van het bestuur is als lid in de Commissie van Beroep te herbenoemen:

de heer mr. Ch. Boissevain

mevrouw mr. J. Kohnstamm
Mevrouw drs. W. Hoogendam-Lanting heeft aangegeven zich niet meer beschikbaar te stellen.
Voorstel van het bestuur is als lid in de Commissie van Beroep te benoemen:

de heer J. Huisman, psychiater
77
NVVE Algemene Ledenvergadering 2014
Commissie van Beroep
78