Zondag 22 juni 2014 Voorganger: ds. C. Cornelissen Schriftlezingen

 Zondag 22 juni 2014 Schriftlezingen: Voorganger: ds. C. Cornelissen Psalm 23 bewerking Toki Miyashina; Spreuken 10:4, 12:11, 12:27, 14:23, 10:22; Mattheus 6:24‐34 Heb je even voor mij? Thema: Zusters en broeders, Als er één bijbelboek is waar ik moe van word, dan is het het boek Spreuken wel. Dit boek staat vol wijze raad over hoe je je leven goed kunt leven. Vooral dwazen en luiaards worden terecht gewezen. We hebben daar net een paar uitspraken over gehoord. Vooral vroeg je nest uit en vlijtig aan de slag. Ledigheid is des duivels oorkussen: het staat er niet in, maar het had prima tussen de spreuken uit Spreuken gepast. Het boek eindigt met het loflied op de sterke vrouw: Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? (Spreuken 31:10). U weet wel, die vrouw die onvermoeibaar in de weer is (Spreuken 31:17). Voor dag en dauw staat ze op en regelt het werk in huis (Spreuken 31:15). ’s Nachts gaat haar lamp niet uit (Spreuken 31:18). Nietsdoen is haar onbekend (Spreuken 31:27). Die vrouw. Ze bestaat, echt waar, er zijn vrouwen – en mannen – die dit allemaal kunnen en niet moe worden. Maar ik word al moe als ik alleen maar aan haar denk. Onzeker ook, want ik kan niet aan haar tippen. Ik worstel met mijn agenda en mijn tijd. Het doet me denken aan een reclamespotje waarin een stel vrouwen probeert een eetafspraak te maken. Dinsdag? Nee, dan kan ik niet, dan heb ik yoga. Wat zeg je van de 25e? O nee, dan moet ik naar de ouderavond. En volgende maand, op vrijdag de 8e? Nee, vrijdag kan ik nooit. Enfin. In deze reclame lukt het natuurlijk opeens wel als er een pan soep van een zeker merk op tafel komt. In het echt is er altijd wel iemand die zegt: ‘Het is een kwestie van prioriteiten stellen’. Je zou zo iemand!!! Want dat weet ik zelf ook wel. Maar hoe stel je die prioriteiten? In feite heeft Jezus het over diezelfde vraag: Waar leg je je prioriteiten? Waar ga je voor? Hij begint met de stelling dat je niet twee heren kunt dienen: God én de Mammon. De mammon is de god van het bezit. Van geld en goederen, van een materialistische instelling. Jezus maant zijn toehoorders dat ze zich niet druk moeten maken om materie, zoals eten en kleding. Voor veel van zijn hoorders zullen dat wel degelijk punten van zorg geweest zijn, want er waren veel armen. Dus dat is nogal een uitspraak! Voor sommigen in onze tijd nog steeds herkenbaar, maar veel mensen nu hebben andere zorgen, niet zozeer gebrek aan geld, maar aan tijd. Net zo goed als je elke euro maar één keer kunt besteden, kun je elk uur ook maar één keer gebruiken. Dat is nog niet eenvoudig, want in deze drukke tijden wordt er een groot beroep gedaan op onze tijd. Vanzelfsprekend moet iedereen onder de 67 aan het werk, liefst een volledige baan, anders kunnen we straks ons pensioen niet betalen. Daarnaast moeten we voor onze ouders zorgen – verzorgingshuizen sluiten, op de thuiszorg wordt bezuinigd. De buren niet vergeten, want ook die hebben onze zorg nodig. In het kader van de participatiemaatschappij wordt er gerekend op onze inzet voor het bijhouden van de plantsoenen en groenstroken in de buurt. Zwembad, buurthuis en bibliotheek worden voortaan gerund door burgers. Sportclubs en allerhande verenigingen zoeken bestuursleden. Laten we vooral de kerk niet vergeten – heeft u zich al aangemeld als kerkenraadslid, gastvrouw of koffieschenker? Die drukte treft elke leeftijdsgroep. Twintigers en dertigers worden opgejaagd door Facebook om zich te profileren met Belangrijke Dingen die je gedaan móet hebben. Veertigers en vijftigers zijn de sandwichgeneratie. Maar ook als je eenmaal met pensioen bent, ontsnap je niet aan de druk. In de krant stond een ingezonden brief van een zeventig‐plusser die bijna overspannen raakt van alle beroepen die op haar gedaan worden. Het heet vrijwilligerswerk, maar het voelt als verplichting, schrijft ze. Wereldwinkel, politieke partij, bewonerscommissie, leuke dingen organiseren voor de wijk, gastvrouw in het buurthuis. Overal wordt hulp van vrijwilligers gevraagd. Ze wil ook nog graag wel eens een weekje weg, maar ja, wanneer moet dat dan? De brief van deze mevrouw is tekenend voor onze tijd. Heel veel mensen hebben het erg druk en krijgen het alleen maar drukker. Het helpt niet om domweg te zeggen: ‘Het is een kwestie van prioriteiten stellen’. Daarmee krijg je niet meer tijd. Net zomin als de hoorders van Jezus meer eten en kleren aan hun lijf krijgen wanneer hij zegt: ‘Maak je niet druk over eten en kleding’. Zijn woorden helpen wel om er anders tegenaan te kijken. Dat is de sleutel voor verandering, om te beginnen in onszelf, en vandaaruit in de wereld. Jezus zegt niet zomaar: ‘Maak je niet druk over wat je zult eten en drinken.’ Hij plaatst dit in het perspectief van het dienen van God of de Mammon. De Mammon is een afgod, een macht die jou kan beheersen. Van die macht wil Jezus ons bevrijden. Op zich zijn zorgen om gebrek aan geld of tijd reëel, maar pas op dat je je er niet volledig door in beslag laat nemen. Want dan heb je nergens anders tijd meer voor, niet in je agenda, maar ook niet in je hoofd. Al je gedachten zijn dan gericht op die zorgen, hoe kom ik aan eten, wat zal ik aantrekken, hoe kan ik al die dingen doen. Zijn het eerst zorgen om de dag van vandaag, al snel zijn het zorgen om de dag van morgen, om volgende maand, volgend jaar. Zal er nog wel pensioen zijn als ik eenmaal 67 ben? Hoe moet dat als ik hulpbehoevend word? Soms kunnen zorgen zo op je drukken, dat je alleen nog maar daarmee bezig bent en nergens meer aan toe komt. Op dat moment ben je in de greep van een mammon of een andere afgod: de klok, de agenda. Je wordt geleefd door alle verplichtingen, door alle zorgen. Dat is geen leven meer. Daarom zegt Jezus: Je kunt geen twee goden dienen. Je moet kiezen. Door wie of wat wil je je leven laten regeren? Door zorgen om het materiële bestaan? Door alles wat je nog moet en zou? Of durf je je zorgen over te dragen, weg te leggen, in handen te geven van God? Durf je te vertrouwen op zijn leiding? Een oud‐dopers woord daarvoor is ‘gelassenheit’, overgave. Durf de controle over je leven over te geven aan de Eeuwige en de leiding van de Geest. Natuurlijk, God zal niet je boodschappen doen en God zorgt er ook niet voor dat je dag opeens 25 uur heeft. Maar wanneer het je lukt om de zorgen uit je hoofd te zetten, kan het wel vóelen of je opeens meer tijd hebt. Je voelt je lichter, de druk van alledaagse dingen valt van je af en je kunt genieten van de lentezang van de vogels, de pracht van de bloemen. Dat is wat het boek Spreuken, ondanks al die aansporingen tot actie, ook meegeeft: Alleen de zegen van de Heer maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe. (Spreuken 10:22) Of, zoals iemand ooit zei: Jij en ik hoeven het Koninkrijk Gods niet alléén te bouwen. Het hangt niet allemaal van ons af. We mogen ook vertrouwen op hulp van boven en van mensen om ons heen. Wanneer je kunt leven vanuit die levenshouding, dan straalt dat uit naar buiten toe. En dan kunnen de wonderlijkste dingen gebeuren. Daarvan verhaalt dit kleine stukje uit de krant. Een ‘opgetekend gesprek’ gehoord op een bankje ergens in het land: “Hé hallo, daar bent u weer: Ga zitten, ga zitten.” “Dank u, hoe is het met u?” “Uitstekend, uitstekend.” “Toch vraag ik me iets af, hè? Hoe komt u nou aan eten, zo als dakloze... Bedelt u dan om geld?” “Geld? Nee, daar heb ik niks mee. Geld is een verbeelding, een digitale fantasie.” “Maar de wereld draait er op!” “Ja, lachen hè? Als niemand nog in geld geloofde, was iedereen rijk.” “Maar hoe komt u dan aan eten?” “Gewoon. Ik zeg: Ik heb honger. En dan geven de mensen graag. Geven is geluk!” “Geen zorgen?” “Geen zorgen voor morgen. En ik eet lekkere dingen hoor. Vooral veel bananen.” Een wonderlijk verhaal vind ik dit. En een wonder is het. Ik zou zo niet kunnen leven, dat erken ik direct. Ik wil ook niet aanraden om allemaal dakloos te worden. Er moeten tenslotte ook mensen zijn om die bananen te geven. Maar het is een mooi verhaal om voor ogen te houden. Een verhaal van vertrouwen. Dat heb ik nodig, want écht vertrouwen is een dagelijkse oefening. Soms heb ik het gevoel dat ik er ben. Ik voel de rust en het vertrouwen over me neerdalen. Dat voelt als bevrijding. Niet dat mijn agenda opeens leeg geworden is, maar ik vertrouw dat het goed komt, op de een of andere manier. Die gedachte geeft rust en daardoor kracht. Ik besef dat niet alles van mij afhangt. God is er en mensen om mij heen. Samen kunnen we de liefde en de gerechtigheid leven. Wanneer de aarde vervuld is van liefde en gerechtigheid, hoeft niemand zich meer zorgen te maken. Zo zag Jezus het Koninkrijk van God voor zich. Een visioen dat hij voorleefde aan Gods hand. Laten we hem volgen. Amen