beschrijving van het project - NTO

 Boekje Duurzaam Leren van de toekomst Wat bedrijven en kinderen van elkaar kunnen leren “Kinderen gaan naar school zodat er later grote mensen zijn die wel begrijpen hoe ze met de wereld moeten omgaan.” Rembrandt (8 jaar) “Als het duurzaam kan, waarom doe je het dan niet gewoon?” Louise 10 jaar. drs. Nico van der Meer Het project Duurzaam Leren van de toekomst omvat een viertal publicaties, die met elkaar één geheel vormen Flyer Boekje Draaiboek en stappenplan Leerlijn Duurzaam Leren van de toekomst Wat verstaan we onder duurzaam leren van de toekomst en waarom is het belangrijk Een stapsgewijze opzet en uitwerking waarin beschreven staat hoe scholen en bedrijven kunnen samen werken aan dit thema Een beschrijving van de manier waarop een school het werken aan duurzaam leren een structurele plaats kan geven in haar curriculum Een kort overzicht van het project Beschreven worden de stappen die scholen en bedrijven zelf kunnen oppakken en de ondersteuningsmogelijkheden vanuit NTO-­‐Effekt bij elke stap Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 2 INHOUDSOPGAVE 1.
Verbaasd: Wat verstaan we onder duurzaam leren? 2.
Waarom is duurzaam leren en duurzaam ondernemen belangrijk? 3.
Wat levert het op? 4.
Hoe verder? Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 3 1. Verbaasd: Wat verstaan we onder duurzaam leren? Onlangs waren er weer verkiezingen voor de Tweede Kamer. Heel veel debatten. Heel belangrijk, want het ging tenslotte over de toekomst van Nederland en over de toekomst van Europa. Heel even ging het nog over “een stip aan de horizon”, maar nooit ging het over kinderen. De dames en heren zijn vooral gericht op de heel nabije toekomst, terwijl ik stiekem hoopte dat iemand zou vragen “……maar wat voor wereld en wat voor samenleving willen we dan creëren voor onze kinderen?” of “ …..en wat moeten we onze kinderen dan aan levenslessen mee geven op school?” of “……hoe zorgen we er met elkaar voor dat onze wereld nu en in de toekomst goed leefbaar blijft voor ons en onze kinderen?” Er zijn samenlevingen waar kinderen onderdeel uitmaken van (politieke) besluitvorming. Daar overleggen de oudsten – meestal in een kring – en daar is altijd een lege stoel in de kring. De lege stoel symboliseert de mensen die er niet bij kunnen zijn. Omdat nu eenmaal niet iedereen aan zo’n besluitvormingsproces kan deelnemen óf omdat ze nog niet geboren zijn. De lege stoel herinnert de aanwezigen er aan, dat het besluit dat zij vandaag nemen ook voor de komende generaties een goed besluit moet zijn. Misschien zou het helpen als er ook in de Tweede Kamer een zetel zou zijn die speciaal gereserveerd was voor een kind, zodat ook de Kamerleden zich realiseren wat hun besluiten op de langere termijn betekenen. Ondanks het feit dat een oud-­‐activist van Green Peace een heel belangrijke rol speelde in de verkiezingen heb ik het woord “duurzaam” ook niet gehoord in de debatten. Kennelijk zijn we zo gefocust op het hier en nu, dat daar nauwelijks aandacht voor was. Gelukkig is er in een aantal grote en kleinere bedrijven wél aandacht voor duurzaam ondernemen en voor het bouwen aan duurzame relaties. Daar zoekt men vanuit een grote verantwoordelijkheid naar het samengaan van verantwoordelijk handelen naar medewerkers en naar de wereld om hen heen met het realiseren van bedrijfswinsten. Gelukkig zijn er ook scholen waarin oog is voor het duurzaam omgaan met jezelf, met elkaar en met de omgeving. Waar schoolteams kinderen leren dat de aarde één geheel is. Dat alle systemen met elkaar verbonden zijn. Dat we als mens en natuur wederzijds afhankelijk zijn van elkaar. Maar kennelijk is dat een manier van kijken, denken en handelen die niet vanzelfsprekend is. Zeker in onze westerse samenleving lijkt er meer oog te zijn voor eigenbelang, voor profijt op de korte termijn. Maar alle crises in de huidige Westerse wereld zijn een signaal dat onze manier van denken en handelen -­‐ waarin alles gebaseerd lijkt op economische principes -­‐ niet meer voldoet. Systemen waar we veel vertrouwen in hadden lopen in toenemende mate vast. Kennelijk bevinden we ons aan het einde van een tijdperk; in een overgangsperiode. • De mens heeft door de eeuwen heen steeds andere manieren gevonden om zijn behoeften te bevredigen en productief te zijn. Grofweg kunnen we daarin – in navolging van Stephen Covey -­‐ een aantal tijdperken onderscheiden: • Jagers en verzamelaars : Het begin der tijden. Men was her en der op zoek naar voedsel. • Landbouwers: Deze periode heeft heel lang geduurd. Men ontdekte dat het zaaien van zaad 50 keer meer opleverde dan jagen en verzamelen. • Industriële tijdperk: D e z e k w a m a a n h e t e i n d v a n d e 1 9 e, begin van de 20e eeuw op gang. Menging machinaal produceren, dit was ook weer vele malen effectiever dan de methode van de landbouwer. Mensen zijn dingen. Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 4 •
•
Informatie/Kenniseconomie (2 e industriële revolutie) Dit is de fase waarin we nu zitten. Wij kunnen met al onze informatie weer veel productiever zijn dan de industrieel. Waardeneconomie: Wijsheid. Dit is de toekomst. De auteur is van mening dat na het tijdperk van de informatie (waar we nu dus in zitten), een periode komt waarin we wijsheid bereiken, doordat we naar onze innerlijke stem leren luisteren De huidige systemen lopen vast; het vierde tijdperk loopt ten einde. Het tijdperk van de 2e industriële revolutie, gericht op maximale economische groei en materiële welvaart. Het gevolg is dat er overal crises ontstaan. Er is sprake van een financiële en economische crisis, maar ook van een energiecrisis, grondstoffencrisis en klimaatcrisis. De grenzen aan de groei lijken bereikt. (plaatje archetype “grenzen aan de groei”) Al deze crises zijn het resultaat van een manier van denken en handelen dat zijn tijd gehad heeft; het machine-­‐denken. Sir Isaac Newton werd in 2005 door de Britse Royal Society gezien als de grootste geleerde in de gehele geschiedenis van de wetenschap. In zijn hoofdwerk, Philosophiae Naturalis Principia Mathematica uit 1687 beschrijft hij onder andere de zwaartekracht en drie wetten die nu bekend staan als “de drie wetten van Newton”. Daarmee werd hij de grondlegger van de klassieke mechanica. Het machine-­‐denken met essenties als productiviteit, uniformiteit en fragmentering is erop gebaseerd. Het heeft ons ver gebracht en het heeft nog steeds waarde als bron. We hebben een keuze om hiervan gebruik te maken of niet. In de moderne natuurkunde heeft de relativiteitstheorie van Albert Einstein de theorie van de zwaartekracht van Newton vervangen. De mentale modellen achter ons kijken, denken en handelen worden echter nog steeds door oude beelden gevoed. Scholen zoals wij die kennen zijn in de tijd van de eerste industriële revolutie opgericht: Het doel was om in korte tijd op een efficiënte manier werknemers om te scholen van landarbeiders naar fabrieksarbeiders. Het ging er om de juiste vaardigheden en de juiste attitude aan te leren om in de fabriek aan de lopende band te kunnen werken. (een mooi voorbeeld hiervan is te zien in een film van Charly Chaplin: Modern Times) Tot die tijd was opvoeden en leren veel meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid. (It takes a village to raise a child) Het schoolse leren kwam in de plaats van het echte leven en het echte leren. En net als toen bepalen bedrijven ook nu nog vaak de doelen van het onderwijs. Welke vaardigheden en attituden zijn nodig voor het werken in het bedrijf? Kijk wat kinderen – zonder hulp van een school – allemaal al op heel jonge leeftijd leren: Taal, lopen, menselijke relaties. Kinderen van 3 jaar die een heel gezin kunnen bespelen (zie een aflevering van The Nanny) Op school wordt je ontwikkeling en leren ook opeens beoordeeld. Als kinderen 8 of 9 zijn en ze vallen….. levert dat geen psychologisch trauma op. Kinderen staan op en proberen het gewoon opnieuw. Maar op school leer je dat je ergens NIET goed in bent. Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 5 Zo leren we dat we niet goed zijn in tekenen, of in rekenen, of in muziek of in sport. Het zoontje van een goede vriend zat nog maar kort in groep 3. Op een dag kwam hij thuis van school met betraande ogen. Hij had van de juf een vijf gekregen voor zijn tekening. Hij wist nog niet precies hoe hij een 5 moest duiden, maar had al wel begrepen dat dat niet in orde was. Het gevolg was dat hij nooit meer wilde tekenen. Voor je eigen ontwikkeling is het maken van fouten en weer opnieuw proberen heel vanzelfsprekend. Maar in de schoolnotie van leren zijn fouten verkeerd. Die moet je vooral vermijden. En dus ga je niet meer leren, maar je aanpassen. Doen zoals het hoort. Kinderen van een jaar of 6 -­‐7 weten hoe het systeem “school” werkt en gaan zich daar naar gedragen. Zoals eerder aangegeven: De school gaat vooral over socialiseren. Niet over leren. Nodig is een ander paradigma. Het economisch paradigma van ongelimiteerde groei op een planeet met gelimiteerde voorraden is een doodlopende weg. Nodig is een omslag naar denken vanuit levende systemen. (zie ook het filmpje “Change paradigm” van sir Ken Robinson op youtube) Margaret Wheatley (2006) beschrijft de ontwikkeling van organisaties vanuit het perspectief van een levend systeem in plaats van het perspectief van het machine-­‐denken. In de kwantumfysica, kosmologie en biologie hebben wetenschappers onafhankelijk van elkaar via zeer nauwkeurige observaties drie principes van een levend systeem vastgesteld: onderlinge afhankelijkheid, diversiteit en zelforganisatie. Het is onze opdracht om vorm en inhoud te geven aan de toekomst als een levend systeem. Dat vraagt ook op school om deze in te richten en te leiden als een levend systeem. Het wordt lastig om dat vanuit de onderliggende principes van Newton en de klassieke natuurkunde met als kernbegrippen weten, fragmentering, uniformiteit en productiviteit te doen. Als we ontwikkeling willen realiseren, zullen we ons bewust moeten zijn van onze onderliggende mentale modellen en de principes of beginselen van waaruit we kijken, denken en handelen. Het einde van het machine-­‐denken: de school als levend systeem Machine-­‐denken Drie principes van de lopende band Productiviteit De school als levend systeem en de samenhang met de 3 basisbehoeften van adaptief onderwijs (Luc Stevens) Zelf-­‐organisatie: autonomie -­‐
-­‐
-­‐
“het” willen veranderen….. meer is beter kwantiteit is gemakkelijk meetbaar -­‐
-­‐
-­‐
het gaat om zoveel mogelijk “vaten vullen” -­‐
-­‐
levende systemen creëren zichzelf mensen zijn geen foto’s, ze ontwikkelen zichzelf constructivisme: de actieve rol van de lerende zelf is niet “alleen” Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 6 Fragmentering Onderlinge afhankelijkheid: relatie -­‐
-­‐
-­‐
opdelen van processen in kleine afzonderlijke onderdelen schoolontwikkeling als optelsom van innovaties ieder doet één stukje van de puzzel -­‐
geen beeld van het geheel -­‐
-­‐
-­‐
in de natuur hangt alles met alles samen: “verbondenheid” belang van relaties tussen alle betrokkenen in een klas en in een school de relatie tussen de school en de omgeving Uniformiteit Verscheidenheid: competentie -­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
de norm voor het product aan de lopende band afwijkingen doen de machine vastlopen verschillen zijn een probleem uniformiteit maakt processen eenvoudiger in de natuur is uniformiteit onbekend “Nature has a love affair with variety.” verschillen zien als een kans om met en van elkaar te leren Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 7 2 Waarom is duurzaam leren en duurzaam ondernemen belangrijk? “De wereld zal zich niet voorbij zijn huidige crisistoestand kunnen ontwikkelen als we van de denkwijzen blijven uitgaan die de crisis juist hebben veroorzaakt.” Albert Einstein Waarom De wereld bevindt zich in een overgangsperiode. Bestaande systemen, systemen waar we decennia lang op hebben kunnen vertrouwen lopen vast. De industriële revolutie heeft voor een ongekende groei van de welvaart gezorgd. Maar het heeft ook gezorgd voor een grote scheiding tussen rijk en arm. Onze aarde levert de grondstoffen die de basis zijn voor de welvaart, maar het verbruik van de grondstoffen kan niet meer in het zelfde patroon voortgezet worden. De grenzen van het systeem zijn bereikt. We leven in een tijd waarin de dreiging van een ecologische, economische, financiële, educatieve en klimatologische crisis steeds meer concrete vorm aanneemt. Op financieel en economisch gebied is de crisis al enkele jaren sterk voelbaar en zodra de gevolgen aan den lijve ervaren worden is de actiebereidheid vaak het grootste. De crisis is niet de schuld van iemand of een systeem. De gevolgen zijn vaak onbedoeld en niet voorzien. We ervaren effecten van beslissingen en keuzes die lang voordien zijn gemaakt. Het is belangrijk om de keuzen en beslissingen van het verleden te begrijpen om zodoende te voorkomen dat we dezelfde keuzen nogmaals maken en dan hopen dat de effecten anders zullen zijn. Het is nog belangrijker om de toekomst te begrijpen en de keuzen te maken die bedoelde en onbedoelde effecten genereren die leiden tot een betere wereld voor de generaties die na ons komen. Maar niemand weet hoe de toekomst gaat uit zien of heeft ervaring in het oplossen van toekomstige problemen. We weten wel dat de uitgangspunten en het denken van het verleden op zichzelf ongeschikt zijn om voorbereid te zijn op de toekomst. “We leiden onze kinderen op om succesvol te worden in de wereld van gisteren. Ik wil dat onze kinderen opgeleid worden om gelukkig te worden in de wereld van morgen”. Tex Gunning Het denken van de 21e eeuw Als de kennis niet betekenisvol is dan zal deze kennis niet opgeslagen worden in het lange termijn geheugen. Het gaat er om dat we naast het betekenisvol maken van de tafelsommen en de spellingsregels ook betekenisvolle problemen de klas en de school binnenhalen waarmee kennis betekenisvol gemaakt kan worden. Daarnaast hebben we samen de taak om kinderen te helpen in hun leerproces om gelukkig te worden en niet alleen voor te bereiden op de CITO-­‐toets. In ons project “duurzaam leren van de toekomst” maken we gebruik van bestaande en vernieuwende kaders en concepten. In het proces van met elkaar leren en opdenken (co-­‐creatie) zullen een aantal kaders en concepten afvallen en toegevoegd worden. Het is een leerproces wat vorm krijgt tijdens het leren. In de reflectie achteraf worden de effecten bestudeerd en het leerproces bijgesteld. Bij de referenties vindt u verwijzingen naar de kaders en concepten die voor ons helpend en leidend zijn. Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 8 Uitgangspunten voor het werken met kinderen aan duurzaamheidsvraagstukken: -­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
een veilige omgeving. Kinderen werken in een veilige omgeving aan complexe vraagstukken rondom duurzaamheid, maar het is niet de bedoeling om de last van de wereld op de schouders van de kinderen te leggen; het perspectief van de kinderen is leidend in de dialoog en co-­‐creatie van een duurzame toekomst; de nadruk ligt op “leren” en niet op “weten”; we zijn gericht op de ontwikkeling van waarden; we werken vanuit samenhang. Transitie naar de duurzame wereld van morgen. Vanuit het denken over de samenleving als een levend systeem, is er ook een herdefiniëring nodig van de begrippen “waarde” en “groei”. Het gaat in de kern om het nemen van verantwoordelijkheid. Niet alleen voor jezelf, maar voor deze wereld. Het gaat om het zien van je eigen verbondenheid met de rest van de wereld. Persoonlijke welvaart en persoonlijk welzijn is alleen mogelijk in co-­‐existentie met anderen. Het draait om persoonlijke zingeving en in alle opzichten duurzaam denken en handelen. Iedereen wil: Een leven dat zin geeft. Leven in gemeenschap met anderen, waar zorg is voor elkaar, integriteit, respect en kansen voor zelfontplooiing. Iedereen heeft een moreel kompas dat daar op afgestemd is. Een maatschappelijk verantwoord bedrijf (school) richt zich niet blind op winstmaximalisatie (intellectuele maximalisatie) maar doet dat met verantwoordelijkheid voor de duurzaamheid van onze planeet en met verantwoordelijkheid voor het geluk en de duurzame inzetbaarheid van zijn mensen. (duurzame geluk van hun leerlingen) Het systeem is nog te veel en te eenzijdig gericht op de korte termijn en op economische waardecreatie. Nodig is ook gerichtheid op sociale waarde en op ecologische waarde. Dus naast VALUE ook VALUES. Samengevat in de vraag: “Wat is onze bijdrage aan de samenleving?” Als menselijke soort hebben we de afgelopen 200.000 jaar alleen kunnen overleven door heel bewust in co-­‐existentie te leven met de natuur. We moeten dus onze leerlingen bewust maken van het belang van co-­‐existentie, anders is er uiteindelijk geen sprake meer van existentie. Duurzaam Leren vraagt er om als leerkracht, als school daar stelling in nemen. Waar sta je voor, als je voor de klas staat? Doe je wat er gevraagd wordt? Of doe je wat NODIG is? In dit verband is de songtekst uit de musical soldaat van oranje “ Als wij niets doen…..” een schitterende oproep: Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 9 refrein Als wij niets doen? Wie dan? Zien toch dat dit niet kan Het is nu aan jou en mij Onze enige hoop zijn wij Denk maar niet dat geruisloos verdwijnt Het gaat niet weg als je, je ogen maar sluit Je hoort en je ziet (maar je zwijgt) Volg je je hart of redt je je huid We kunnen niet blijven doen of dit niet bestaat We vergeten de regels en we stellen een daad Er zijn veel te veel tranen je voelt toch de pijn Het is nu aan jou, nu moet je er zijn als wij niets doen, wie dan? we zien toch dat dit niet kan tis nu aan jou en mij, onze enige hoop zijn wij verschuil je niet achter je hoge en veilige muur je moet je zelf vragen als de wereld in brand staat wie blust dan het vuur gaat over jou en mij onze enige hoop zijn wij we zien toch dat dit niet kan als wij niets doen wie dan? Een school dient gericht te zijn op de ontwikkeling van MENSEN in plaats van op het klaarstomen van een BEROEPSBEVOLKING in een wereld die nog gericht is op productiviteit en efficiëntie. Belangrijk om stil te staan bij de vraag “Wat is het ECHTE DOEL van het onderwijs?” Wil je dat de kinderen succesvol zijn in de wereld van gisteren of gelukkig worden in de wereld van morgen? Volgens Tex Gunning (raad van bestuur van AKZO) leidt onderwijs nog te veel op voor een baan in een wereld die niet meer bestaat. Volgens hem zou onze samenleving moeten veranderen Van: De logisch, lineaire, computerachtige kwaliteiten van het informatietijdperk Naar: Een economie waarin creativiteit, innovatief denken, empathie en holistische kwaliteiten centraal staan. Duurzaam Leren betekent: Zorg goed voor jezelf, voor elkaar en voor de omgeving. Goed en duurzaam onderwijs is gericht op betrokkenheid, initiatief durven nemen en verantwoordelijkheid dragen. Om het ontwikkelen van talenten van alle kinderen. Nu is het onderwijs vooral gericht op selectie. As je niet voldoet aan de verwachtingen van het systeem, dan slaag je niet op school. Het perspectief op een goede toekomst is vanuit de prehistorie en de oorsprong van de mens in de hersenen verankerd. Onze hersenen hebben geleerd om snel en adequaat om te gaan met informatie uit de omgeving. Als ik, levend in de prehistorie, een geluid in de struiken hoor moet ik meteen weten of dat mijn lunch is of dat ik de lunch ben. Heb ik daar teveel tijd voor nodig dan ben ik niet in staat om te overleven. Deze basale vaardigheid is ons nog steeds aangeboren. Nog steeds Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 10 hebben we onmiddellijk en op basis van weinig informatie een oordeel klaar. Het is van belang je daarvan bewust te zijn en je eigen oordelen kritisch te beschouwen. Deze vaardigheid komt ons goed van pas bij snelle veranderingen of situaties waarin we snel moeten beslissen. Voor onze hersenen is het veel lastiger om adequaat te reageren op geleidelijke verandering en subtiele verschillen. We weten rationeel dat het slecht is om het milieu te vervuilen maar we doen er niets (weinig?) tegen, onder andere omdat de hersenen dit niet zien als directe levensbedreigende situaties. In het onderwijs kunnen we samen leren adequaat om te gaan met deze, op de lange termijn, zeer bedreigende situaties. We moeten leren omgaan met geleidelijke veranderingen en subtiele verschillen. School is de plaats om dat van jongs af aan te leren. Kinderen hebben behoefte aan betekenisvol leren. Als het leren niet betekenisvol is, zal het geleerde niet in het lange termijn geheugen vastgelegd worden. Kinderen hebben via het internet de beschikking over alle mogelijke informatie. Kunnen we hen leren daar op een goede manier mee om te gaan? Wat in het traditionele onderwijs betekenisvolle leersituaties waren zijn dat nu niet meer. Kinderen leren om te gaan met de wereld door daadwerkelijk om te gaan met de wereld. School kan dat op een veilige manier realiseren. Hiervoor is het noodzakelijk dat kinderen leren goed samen te werken. Het geheel is meer dan de som der delen. We hebben elkaar nodig en hoe beter we dat al jong beseffen, hoe meer verbindingen in de hersenen ontstaan om samenwerken ook mogelijk te maken. In het samenwerken creëren we samen wie we willen zijn. In de kwaliteit van de samenwerking ontwikkelen we ook de basis voor de culturele identiteit van onze samenleving. Essentie van onderwijs Essentie van onderwijs is: Begrijpen waar de leerling staat in zijn ontwikkeling en waar deze behoefte aan heeft. De kwaliteit van de leerling-­‐leerkracht-­‐interactie is hierin cruciaal. Om dit goed te kunnen moet de leerkracht verbonden zijn met zijn eigen innerlijke kompas. Interne verbondenheid is een noodzakelijke voorwaarde voor externe verbinding. Dan pas kan er sprake zijn van ZIN-­‐geving. Van het besef dat je als mens bijdraagt aan iets groters dan jezelf. Daarin schuilt ook het belang van het onderwijs voor het realiseren van een duurzame samenleving. Snappen dat de wereld waarin wij leven alleen een duurzame toekomst kan hebben als wij onze kinderen op een andere manier ontwikkelen. Onze hersenen zien wat we denken en het denken wordt gevormd door wat we al weten. Als we vinden dat het logisch is dat de ontwikkeling van een product leidt tot het onoverkomelijke afval zullen we nooit iets ontwerpen waar geen afval uit voortkomt. Het Cradle to Grave principe leidt tot het in stand blijven van afval als lastig maar niet te voorkomen bijproduct van economische groei. Wat als we het principe van Cradle to Cradle hanteren en een product pas een goed product is als er geen afval aan vast zit? Als we van dergelijke denkwijzen uit willen gaan zullen we daar mee moeten beginnen als de hersenen er nog het meest gevoelig voor zijn: zo jong mogelijk! Hier ligt de basis voor de samenhang tussen C2C en Duurzaam Leren. Willen we in de toekomst vanuit samenhang leren denken zal dat van jongs af aan geleerd moeten worden. Beide concepten hanteren het cyclisch denken als belangrijk uitgangspunt. C2C richt zich vooral op producten en productprocessen, Duurzaam Leren voegt daar de sociale factor aan toe: wat als we alle menselijk potentieel kunnen gebruiken en niet meer verloren laten gaan? Welke samenleving willen we over 15 jaar zien? Hoe kunnen we in de architectuur van het proces de ontwikkelingen die ertoe doen vanuit samenhang bij elkaar brengen zodat we realiseren wat we werkelijk willen? Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 11 3 Wat levert het op? “Dat grote mensen belangstelling hebben voor ons. Dat we ertoe doen” Yasin 12 jaar. Opbrengsten voor kinderen Het onderwijs helpt kinderen kennis op te bouwen in de verwachting dat kinderen van deze kennis gebruik maken om inzicht te ontwikkelen in problemen, zodat ze oplossingen kunnen bedenken. Deze aanname is gebaseerd op het idee dat je kennis nodig hebt om een probleem op te lossen. Wat als deze aanname niet blijkt te kloppen? Onze aanname – zoals uitgewerkt in het draaiboek en de toolkit duurzaam leren -­‐ is gebaseerd op het idee dat kinderen allereerst een probleem nodig hebben om te leren een probleem op te lossen. In het worstelen met het probleem ontwikkelen kinderen inzicht en wordt kennis betekenisvol naarmate de oplossing dichterbij komt. Met kleuters kun je natuurlijk aan andere problemen werken dan bij adolescenten. De manier van werken is wel overeenkomstig. Kinderen ontwikkelen meer eigenwaarde naarmate ze meer ervaring opbouwen in het oplossen van problemen. Elk kind moet het leren wel zelf doen maar niet alleen. Kinderen leren van en met elkaar waardoor verschillen tussen hen betekenisvol worden. Een betekenisvol probleem heeft altijd een verbinding met de kerndoelen. Het is goed om de leerlijnen in beeld te houden en te begrijpen hoe leerontwikkeling ten aanzien van de leerstof opgebouwd is. Het is echter geen keurslijf meer. Kinderen leren creatief te denken. Het onderwijs is er nu op gericht om kinderen te leren welke de bestaande oplossingen beschikbaar zijn voor problemen. Ze staan in het antwoordenboek. In ons project duurzaam leren van de toekomst gaat het erom dat kinderen door een methodische manier van werken gestimuleerd worden om hun creatieve brein zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Dit kan niet door voorbedachte oplossingen te memoriseren, maar wel door elk nieuw onbekend probleem te verbinden met de ervaring dat alle voorgaande problemen opgelost konden worden door methodisch te werken aan het probleem. Vaak zien we een probleem als een berg en dat kan verlammend werken. Het gaat er om de berg te zien als een “10.000 stappenplan” wat begint met een eerste stap. Door bewust te werken vanuit waarden, ontwikkelen kinderen onbewust eigen waarden die op enig moment ingezet gaan worden. De waarden zoals die in dit proces door scholen gebruikt worden zijn: -­‐ zorg goed voor jezelf; -­‐ zorg goed voor de ander; -­‐ zorg goed voor deze plek. Elk probleem wordt vanuit deze waarden aangepakt. Gedurende het proces en aan het einde wordt intensief gereflecteerd op de handelingen en de effecten ten aanzien van deze waarden: waar is het ons gelukt om vanuit deze waarden te werken en waar niet? Zo wordt niet alleen intensief gewerkt aan de kwaliteit van het probleem oplossend vermogen maar ook aan de kwaliteit van reflectie. Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 12 Opbrengsten: -­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
kennis komt voort uit inzicht en inzicht is de opbrengst van (be)geleid worstelen met een betekenisvol probleem; waarden worden verinnerlijkt en krijgen de functie van een kompas bij het tegemoet treden van een probleem; kinderen ontwikkelen een groot vermogen tot creatief denken; kinderen leren anders kijken, denken en handelen; kinderen ontwikkelen zelfvertrouwen en eigenwaarde door het werken met betekenisvolle problemen; kinderen leren reflecteren; kinderen ontwikkelen zich tot “systems citizens” (burgerschap); Opbrengsten voor volwassenen Als je een volwassene vraagt hoe ze naar kinderen kijken dan hoor je steevast het antwoord dat ze het heel belangrijk vinden dat kinderen gelukkig kunnen worden. Ook volwassenen zonder kinderen kunnen zich verplaatsen in de ouder en van harte meevoelen in dit perspectief. Toch worden kinderen in het schoolse systeem pas serieus genomen nadat ze van school af zijn en gaan deelnemen aan de wereld van de volwassenen. Kinderen en volwassenen verschillen in enkele opzichten zeer van elkaar. Het rationele brein, de frontaalkwab, is pas volledig ontwikkeld rond de leeftijd van 20-­‐25 jaar. Dit betekent dat jongeren nog onvoldoende in staat zijn om te plannen en de gevolgen van hun acties te overzien. Het gaat erom dat ze in staat gesteld worden om een keuze te maken en dan te reflecteren op die keuze met behulp van waarden. Op deze manier worden waarden concreet en een middel om door de leerstof te komen. Voordeel voor de kinderen is dat ze nog meer in staat zijn om te werken vanuit hun emotionele brein. Jongeren maken intuïtief een keuze en lopen daarna tegen de consequenties aan. Volwassenen maken hun keuzen veel meer op basis van een aantal rationele overwegingen. Opbrengsten: -­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
het nog meer bewust op de agenda plaatsen van duurzaamheid; verdieping en verbreding van het draagvlak voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en maatschappelijk verantwoord leven; het bedrijf krijgt van kinderen een ander, een verfrissend perspectief op het duurzaamheidsdilemma; een prikkel om vanuit verschillende perspectieven naar de organisatie te kijken; het advies van kinderen heeft aanvullende waarde; dialoog tussen alle betrokkenen; out of box denken; de organisatie wordt een spiegel voorgehouden; inzicht in de manier van kijken, denken en handelen van de toekomstige medewerker; Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 13 Opbrengsten voor de wereld, nu en later, dichtbij en ver weg. De kinderen zijn de professionals, arbeiders, politici en leidinggevenden van de toekomst. Door met kinderen in een veilige omgeving te werken aan betekenisvolle dilemma’s en problemen, leren ze dat ze problemen kunnen oplossen. Later, als ze groot zijn maken ze gebruik van deze diepliggende ervaringen. Door het gebruik van de tools van systeemdenken, leren kinderen dat de acties van nu gevolgen hebben op de korte én lange termijn en dat ze gevolgen hebben dichtbij én veraf. Het gaat er om welke waarden ze daarbij bewust en onbewust willen inzetten. We werken bewust vanuit deze waarden zodat ze ook meer gaan leven. Logboek van een kind: Britt, 9 jaar groep 6 22 augustus: Vandaag kwam juf Marijke naar me toe. Ze vroeg aan mij of ik samen met Luuk bij een vergadering wilde zijn van een paar kinderen, meesters en juffrouws en de directeur. Het gaat over hoe we met elkaar beter voor de wereld kunnen zorgen. Omdat ik vorig jaar een spreekbeurt heb gehouden over het WNF, dacht de juf dat dit wel iets voor mij zou zijn. Het lijkt me heel leuk om mee te doen. De juf zei dat ik thuis even door moest geven dat ik donderdagmiddag dan wat later thuis ben. 24 augustus: Wat ingewikkeld. Ik weet niet of ik dit nog leuk vind. Het gesprek ging over waarom we als school het belangrijk vinden dat we nadenken over dat het goed gaat met de wereld. Meester Gert, dat is onze directeur, vroeg aan ons of we wisten wat het woord duurzaamheid betekent. Ik had daar nog nooit van gehoord, maar dacht dat het te maken had met iets dat duur is. Maar duurzaam betekent eigenlijk dat je iets lang kunt gebruiken. Dat kunnen spullen zijn, zoals bijvoorbeeld de grote boodschappentassen die mama altijd gebruikt, maar ook de wereld. Met elkaar moeten we goed voor de wereld zorgen. Op school verzamelen we batterijen, staat er vaak een container voor het oud papier, in alle groepen staat een groene bak voor GFT afval. Meester Nico vertelde dat we dus best al wel veel doen aan recyclen. En dat bedrijven dit veel minder doen. De juffen en meesters bij ons op school weten dat wij, kinderen, vaak andere ideeën hebben dan de volwassen mensen en dat het daarom zo belangrijk is om bedrijven te helpen om duurzamer te werken. De bedoeling is dat we met school gaan samenwerken met een bedrijf om met elkaar na te denken hoe we nog beter kunnen zorgen voor de wereld, zodat we er nog lang gebruik van kunnen maken. Meester Gert gaat een stukje voor de nieuwsbrief hier over schrijven, want misschien is er wel een van de ouders die en bedrijf heeft, die met ons wil samenwerken. Ik weet eigenlijk niet zo goed waarom ik er nou bij was, maar misschien komt dat nog wel. We hebben afgesproken dat juf Marijke ons vertelt wanneer we weer bij elkaar komen. Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 14 10 september: Vandaag was er weer een vergadering. Was leuk! We heten nu de denktank. Nel, de moeder van Annabel, was er ook. Die ken ik wel want die heeft wel eens wat gekookt voor ons toen opa en oma 40 jaar getrouwd waren. Ik heb samen met Luuk een filmpje gemaakt. Was vet cool! Nel vertelde dat ze nog vaak eten weggooit en waarschijnlijk niet altijd de juiste spullen gebruikt en dat ze daarbij geholpen wil worden door ons. Juf Marijke vertelde dat we met de kinderen die bij e vergadering waren een keer in de week samen met juf Marijke aan de slag gaan met de vragen van Nel. 17 september Vandaag mochten we ons filmpje aan de hele school laten zien. De ouders waren ook uitgenodigd en er waren er best veel. Nel was er ook. Een paar kinderen hebben uitgelegd wat we gaan doen met de denktank en waarom. Alle kinderen mochten vragen stellen aan ons of Nel. Dat heet een debat. Volgende week gaan we met de denktank op Nel haar werk kijken. Gaaf! Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 15 4 Hoe verder? De in dit boekje geschetste uitgangspunten zijn uitgewerkt in een concreet project waarin een school samen met een bedrijf samenwerkt aan reële duurzaamheidsvraagstukken. De aanpak van dit project is beschreven in het “draaiboek en toolbox duurzaam leren van de toekomst” . De geschetste aanpak is ontwikkeld op basis van een samenwerking tussen de Missing Chapter Foundation (MCF) en de Stichting Duurzaam Leren, op basis van opgedane ervaringen in een pilot-­‐
traject. MCF is in 2009 opgericht door Laurentien van Oranje. Doel is om besluitvormers te prikkelen tot anders denken rondom duurzaamheidsvraagstukken, door hen in contact te brengen met de verfrissende ideeën en scherpe vragen van de jonge generatie. MCF brengt dialoog tot stand tussen besluitvormers, kinderen, jongeren en jonge professionals. MCF is daarmee een unieke ‘connector’ van generaties. De Raad van Kinderen is dan ook één van haar kerninitiatieven. De Stichting Duurzaam Leren is in 2005 opgericht door Nico van der Meer, Guus Geisen, Jan Jutten en Tijn Nuyens met als doel om systeemdenken binnen elke school in Nederland een vast plaats te geven. De Stichting faciliteert duurzame veranderingen in scholen en organisaties en verbindt concepten van de 21e eeuw aan de praktijk van alledag. Duurzaam Leren staat voor duurzaamheid in de betekenis van: Blijvend/betekenisvol: datgene wat iemand leert, heeft persoonlijke betekenis, Verantwoordelijkheid: zich verantwoordelijk voelen voor de samenleving van nu en die van morgen: Duurzaamheid in de betekenis van onderlinge verbondenheid: Het besef dat we allemaal deel uitmaken van één samenhangend systeem. MCF richt zich vooral op grote bedrijven, Duurzaam Leren maakt de aanpak voor kleinere bedrijven en scholen toegankelijk. Indien als school en/of bedrijf op basis van bovenstaande concreet aan de slag wilt met duurzaamheid, neem dan contact op met de stichting duurzaam leren via [email protected] of via [email protected] Iedere organisatie, school en klas en ieder kind is anders – met eigen dilemma’s, vragen en oplossingen. Op basis van het “draaiboek en toobox duurzaam leren van de toekomst” maken we graag in een gesprek – samen met u -­‐ een aanpak op maat. In het draaiboek vindt u een uiteenzetting van de verschillende stappen van het proces, maar ook een bundeling van tips en ideeën die o.a. uit eerdere trajecten zijn voortgekomen. Dat maakt ieder traject uniek, juist ook de kinderen zelf komen met verrassende suggesties. Laat u inspireren, om vervolgens vol energie zelf aan de slag te gaan. Veel succes en plezier en zien uit naar de samenwerking! Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 16 Referenties en contacten Literatuur: Therorie U – Otto Scharmer Five Minds for the Future – Howard Gardner Lezing: Waardengedreven onderwijs – Tex Gunning (AKZO) Film: Change Paradigm – Sir Ken Robinson (you tube) Contactgegevens Stichting Duurzaam Leren Stichting Duurzaam Leren Laan van Meerdervoort 802 2564 AR Den Haag tel: 0174-­‐441333 www.duurzaamleren.org Nico van der Meer [email protected] Tijn Nuyens [email protected] Guus Geisen [email protected] Boekje “duurzaam leren van de toekomst” -­‐ wat bedrijven en scholen van elkaar kunnen leren. 17