1. Verantwoording en korte terugblik op de stage Juzt: PaljasPlus en

1. Verantwoording en korte terugblik op de stage
Juzt: PaljasPlus en Keinder diagnostisch centrum
1.1. Instelling en afdeling
In dit evaluatieverslag zal ik mijn 10 maanden durende stage bij Juzt evalueren. Mijn stage bestond uit
twee delen. Tijdens het eerste deel, het behandeldeel, liep ik stage bij de afdeling PaljasPlus van Juzt
(gesloten jeugdzorg). Op deze afdeling wordt residentiële behandeling geboden aan kinderen en
jongeren die bescherming nodig hebben tegen zichzelf of tegen anderen. Deze jongeren verblijven
binnen de gesloten jeugdzorg zodat voorkomen kan worden dat zij zich aan de zorg ontrekken of hieraan
onttrokken worden. Een kinderrechter bepaalt of een kind of jongere aan deze criteria voldoet en geeft,
wanneer dit het geval is, een machtiging gesloten jeugdzorg af.
Tijdens dit deel van mijn stage was mijn stagebegeleidster de behandelcoördinator van groep
Terra en Atlas. Op elk van deze groepen verbleven 8 tot 9 jongeren van 12 jaar of ouder. De
behandelcoördinator is verantwoordelijk voor het schrijven van het hulpverleningsplan voor deze
jongeren, het stellen en evalueren van doelen, het coördineren van de behandeling en training, het
bewaken van de veiligheid van jongeren en de maatschappij en het aansturen van het team van
pedagogisch medewerkers dat de jongeren dagelijks begeleid.
Tijdens het tweede deel van mijn stage, het diagnostiekdeel, liep ik stage bij Keinder
diagnostisch centrum. Binnen Keinder werkt Juzt samen met Bijzonder Jeugdwerk Brabant om
diagnostiek te realiseren voor kinderen en jongeren in Noord-Brabant. Een groot deel van het onderzoek
dat Keinder uitvoert, bestaat uit observatiediagnostiek en diagnostiek ten behoeve van een machtiging
gesloten plaatsing. Bij observatiediagnostiek wordt observatie gecombineerd met diagnostiek om advies
ten aanzien van behandeling te kunnen geven. Dit gebeurt veelal bij kinderen en jongeren die onder
behandeling zijn bij Juzt en Bijzonder Jeugdwerk Brabant. Bij diagnostiek ten behoeve van een
machtiging gesloten jeugdzorg beoordeelt een gedragswetenschapper of de door Bureau Jeugdzorg
geïndiceerde gesloten jeugdzorg ook daadwerkelijk noodzakelijk is.
Het tweede deel van mijn stage kreeg ik een stagebegeleidster toegewezen die de functie van
psychodiagnosticus uitoefent. De psychodiagnosticus is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren,
documenteren en verklaren van psychodiagnostisch onderzoek bij kinderen en jongeren.
1.2. Aansluiting stage bij opleiding en belang toekomstig functioneren
Het behandeldeel van mijn stage sloot goed aan bij de mastertrack Forensische
ontwikkelingspsychologie en orthopedagogiek behorende tot de master Kinder- en Jeugdpsychologie.
Binnen deze stage kreeg ik inderdaad te maken met jongeren met ernstige gedragsproblemen die hulp
krijgen in een gedwongen kader. Ook tijdens mijn stage bij Keinder kreeg ik met deze doelgroep te
maken. Een deel van de onderzoeken waar ik aan meewerkte of zelf uitvoerde vond plaats bij jongeren
die binnen de gesloten jeugdzorg verbleven. Een ander deel van de onderzoeken vond echter plaats bij
totaal andere doelgroepen. Hieronder vielen kinderen die binnen een leef- of behandelgroep van Juzt
verbleven, kinderen die in een pleeggezin verbleven of kinderen die behandeling kregen binnen het
Multidisciplinair KinderDagcentrum (MKD) van Juzt. De leeftijden varieerden van 2 jaar tot en met 17
jaar. De combinatie van mijn behandelstage en diagnostiekstage heeft er dus voor gezorgd dat ik met
een hele brede doelgroep te maken kreeg. De stage sloot zodoende goed aan bij de door mij gekozen
mastertrack en het bredere kader van kinder- en jeugdpsychologie. Het belang hiervan voor mijn
toekomstig functioneren als kinder- en jeugdpsycholoog is dat ik kennis heb opgedaan van verschillende
doelgroepen en leeftijden en van een brede sociale kaart. Hierdoor is het de toekomst makkelijker om de
plaats van een bepaalde hulpvorm in de context van de algehele sociale kaart te zien.
1.3. Stagewerkzaamheden en mate van zelfstandigheid
Tijdens mijn behandelstage liep ik allereerst mee met de behandelcoördinator. Ik ging met haar
mee naar vergaderingen, gesprekken en besprekingen en keek mee met de werkzaamheden zoals het
schrijven van hulpverleningsplannen en het uitwerken van gesprekken. Ook bestudeerde ik de dossiers
van de jongeren van Atlas en Terra en liep ik een aantal dagen mee met de groepsleiding. Zo leerde ik
jongeren en groepsleiding kennen, kreeg ik een inkijkje in het werk van de groepsleiding en kwam ik te
weten wat de 'gesloten groep' voor jongeren betekent. Ook leerde ik vragenlijsten in te vullen over
jongeren met betrekking tot hun problematiek en veiligheid.
Tijdens de tweede fase van mijn stage kreeg ik een actievere rol. Ik notuleerde bij vergaderingen
en besprekingen en verwerkte de notulen in verslagen. Ook maakte ik hulpverleningsplannen en had ik
tijdens de teamvergaderingen meer input over zaken met betrekking tot de behandeling van de jongeren.
Ik deed aanvragen voor trainingen en therapieën en verzamelde voorinformatie voor het diagnostische
onderzoek bij een jongere.
Tijdens de derde fase van mijn behandelstage ging ik zelfstandiger aan de slag. Ik deed
psychodiagnostisch onderzoek bij een jongere en maakte hier een verslag van. Met betrekking tot deze
jongere nam ik ook de taken van de behandelcoördinator over: ik regelde en voerde de gesprekken,
onderhield contacten met ouders en Bureau Jeugdzorg en ging mee naar therapieafspraken buiten het
terrein. Daarnaast voerde ik, in het bijzijn van mijn stagebegeleidster, de kennismakingsgesprekken met
nieuwe jongeren, hun ouders en eventuele voogd/gezinsvoogd. Op basis hiervan schreef ik zelfstandig
de hulpverleningsplannen. Ook voerde ik behandelgesprekken (dialooggesprekken) met jongeren en hun
ouders die de sterke en verbeterpunten van de jongere op verschillende gebieden in kaart brachten.
Daarnaast voerde ik gesprekken met jongeren met betrekking tot hun doelen en privileges. Tot slot was
mijn aandeel tijdens de teamvergaderingen groter en gaf ik groepsleiding mijn visie over de behandeling
van jongeren.
De vierde fase van mijn stage bestond uit mijn diagnostiekstage bij Keinder diagnostisch
centrum. Deze fase van mijn stage had een duidelijke opbouw. Eerst liep ik mee met een aantal
onderzoeken en bekeek ik hoe de onderzoekers testen afnamen, observeerden en rapporteerden. Ook
leerde ik het testmateriaal kennen door te oefenen en testen te scoren en uit te werken. Hierna werd ik
bijonderzoeker van een onderzoek, onder toezicht van mijn stagebegeleidster. De taak van de
bijonderzoeker is het voeren van gesprekken met derden zoals leerkrachten, therapeuten en
gezinsbegeleiders, het afnemen van een aantal tests bij een kind en deze uitwerken en scoren, het
observeren van het kind, het feedback geven op de verslaglegging door de hoofdonderzoeker en het
bijwonen van overleggen over de betreffende onderzoekscasus. Hierna kreeg ik opnieuw een
bijonderzoek toegewezen, ditmaal niet meer onder toezicht van mijn stagebegeleidster. Vervolgens
werkte ik, onder toezicht, aan mijn eerste hoofdonderzoek waarin ik voorinformatie verzamelde, contact
onderhield met Bureau Jeugdzorg, ouders en zorginstellingen, een intakegesprek en verdiepend gesprek
voerde met ouders, een planning voor het onderzoek maakte, testen afnam bij een kind, deze scoorde en
rapporteerde, overleggen over de onderzoekscasus leidde, verantwoordelijk was voor het
onderzoeksverslag en het adviesgesprek met ouders leidde. Na dit hoofdonderzoek onder toezicht
voerde ik zelfstandig een hoofdonderzoek uit als afsluiting van mijn diagnostiekstage.
1.4. Betekenis en relevantie
Stage lopen binnen de gesloten jeugdzorg biedt de mogelijkheid om kennis te maken met
verschillende vormen van problematiek en verschillende stoornissen. Vaak is er bij de jongeren een
combinatie van internaliserende en sterke externaliserende problematiek aanwezig. Het was voor mij
een uitgelezen kans om zowel kennis op te doen over internaliserende problemen, externaliserende
problemen en het verband tussen die twee. Deze brede kennis kan van pas komen in mijn toekomstige
werk als kinder- en jeugdpsycholoog.
Zoals eerder gezegd was mijn eerste stagebegeleidster behandelcoördinator. Zoals de
functienaam wellicht al aangeeft komen de behandelcoördinator, en diens stagiaire, in aanraking met
veel verschillende hulpverleners. Zo is er contact met therapeuten, trainers, voogden, gezinsvoogden en
ouderbegeleiders. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik mij binnen mijn stage een beeld heb kunnen vormen
van de werkzaamheden van al deze functiegroepen en heb kunnen bepalen of deze functies mijn
interesse hebben.
Het diagnostiekdeel van mijn stage was een welkome aanvulling op het behandeldeel. Niet alleen
kwam ik aanraking met een andere functiegroep, die van psychodiagnostici, maar ook kwam ik in
aanraking met andere leeftijdsgroepen dan tijdens mijn behandelstage. Het onderzoek doen bij jonge
kinderen met uiteenlopende problematiek heeft mij een breder beeld en bredere kennis gegeven dan mijn
behandelstage alleen had kunnen doen. Ook heeft het gezorgd voor meer inzicht in het ontstaan van
problematiek naast de opgedane kennis over de behandeling van problematiek. Samengevat heeft mijn
stage voor een brede, solide basis gezorgd, waar ik in mijn toekomstige werk uit kan putten en die ik
verder kan gaan verdiepen.
1.5. Toekomst
Deze stage heeft voor mij bevestigd dat de doelgroep van jongeren met ernstige
gedragsproblemen mijn voorkeur heeft. Werken met deze doelgroep in zowel een residentieel als
ambulant kader spreekt mij erg aan. Ik heb gemerkt dat het coördineren van een behandeling niet de
functie is die het meest bij mij past. Het aansturen van een team past niet goed bij mijn karakter. Het
primair werken met de jongeren en hun ouders spreekt mij meer aan. In mijn toekomstige werk zou ik
dan ook graag intensief met een klein groepje jongeren, of individueel met een jongere, aan de slag
willen. De verdieping die dit biedt, past beter bij mij als persoon en professional.