Challenge Program - Hogeschool de Kempel

Challenge Program
academische opleiding
tot leraar basisonderwijs
Inleiding
Hogeschool de Kempel
“mensen verbinden
die leren een warm hart
toedragen”
2
Hogeschool de Kempel is een zelfstandige hogeschool
met één studierichting: een bacheloropleiding tot leraar
basisonderwijs. De Kempel heeft ongeveer 760 studenten
en 80 personeelsleden.
De Kempel is een opleiding die verbindt, dat wil zeggen de
interactie bevordert tussen en met lerenden. Opleiden is
immers geen eenrichtingsverkeer. Wij geloven in het
positieve (leer)effect van verbinding tussen mensen
onderling en tussen mens en wereld, geïnspireerd door de
christelijke traditie. Deze overtuiging wordt
geconcretiseerd en gepraktiseerd in een gedegen
opleiding waar studenten een goed theoretisch fundament
aangeboden krijgen en deze (leren) verbinden met de
beroepspraktijk.
Studenten worden verbonden met elkaar en met
‘meerwetende’ (vak)experts binnen en buiten De Kempel.
Experts die kennis hebben van het onderwijs van vandaag
en morgen. Experts die ook zicht hebben op de
ontwikkeling van student(en) en dit proces kunnen
begeleiden.
De Kempel als opleiding ‘doet er toe!’ en is de verbindende
factor in de ontwikkeling van student tot startbekwaam
leraar basisonderwijs.
Challenge Program Hogeschool de Kempel 3
Waarom?
Naast de reguliere vierjarige opleiding tot leraar
basisonderwijs biedt De Kempel vanaf 2009 het
Challenge Program, als academische variant, op de
voltijdopleiding aan. Studenten met een vwovooropleiding en goede havisten die méér kunnen,
méér willen en een uitdaging niet uit de weg gaan
kunnen, na het succesvol doorlopen van een
selectieprocedure, deelnemen aan deze academische
opleiding tot leraar basisonderwijs.
ONTPLOOIINGSKANSEN
Challenge program
een academische
opleiding tot leraar
basisonderwijs
Met het Challenge Program wil De Kempel
ontplooiingskansen bieden aan talentvolle student in de
beroepspraktijk. Hiermee sluit De Kempel aan op
ambities zoals geformuleerd in de kwaliteitsagenda
Krachtig meesterschap, het beleidsdocument Kwaliteit
als opdracht en op de Lerarenagenda 2013-2020: de
leraar maakt het verschil. In deze documenten wordt
aangegeven dat het investeren in excellent onderwijs
loont. Door te investeren in talenten kan tegemoet
worden gekomen aan de behoefte van studenten aan
meer uitdaging (in het hbo voelt meer dan 50% van de
studenten zich niet uitgedaagd) en aan het doorbreken
van ‘de zesjescultuur’ die kenmerkend is voor het
studiegedrag onder Nederlandse studenten, in
vergelijking met studenten in andere EU-landen. Met
het besteden van aandacht aan meer differentiatie en
diversiteit in de opleiding wordt beoogd een grotere
kweekvijver aan te boren en de kwaliteit van het
onderwijs te versterken.
REGIONALE BEHOEFTE
Er is een maatschappelijke behoefte aan leraren die nu,
en in de toekomst, gericht zijn op het voortdurend
onderzoeken en ontwikkelen van het onderwijs en het
onderwijzen ten behoeve van de leerlingen, op klas- en
schoolniveau. Deze behoefte wordt ook geuit door
schoolbestuurders die zitting hebben in de
Veldcommissie Schoolbesturen van De Kempel. Deze
bestuurders geven aan dat studenten die deelnemen
aan het Challenge Program iets extra’s moeten
meebrengen waar ze in hun scholen met smart op
zitten te wachten. Natuurlijk moeten de afgestudeerden
van het Challenge Program goed onderwijs kunnen
verzorgen. Maar als extra verwacht men een
innovatieve, ondernemende kwaliteitsbewuste
professional (een ‘kenniswerker’) die kennis heeft van
onderwijs en de organisatie daarvan (nationaal en
internationaal), kennis heeft van en ervaring heeft
opgedaan met veranderingsprocessen, evidence based
praktijken toepast in zijn onderwijs en onderzoekt.
ONDERWIJSINNOVATIE
Voor Hogeschool de Kempel biedt het Challenge
Program tenslotte ook kansen om onderzoek te doen
naar vernieuwende vormen van onderwijs en
begeleiding. Dit doordat nieuw onderwijsaanbod nieuwe
didactieken, en methodieken in dit programma kunnen
worden ontwikkeld en uitgevoerd. Succesvolle
onderdelen kunnen vervolgens geïmplementeerd
worden in het reguliere opleidingsprogramma,
waardoor ook dit regulier programma profiteert van het
Challenge Program1. In dit kader kan gedacht worden
1 Eijl, P. van, Wolfensberger, M.V.C., Schreve-Brinkman, L. & Pilot, A.
4
aan ervaringsgegevens met betrekking tot de selectie
van studenten (zodat optimaal kan worden aangesloten
bij mogelijkheden en behoeften), het borgen van de
kennisbases en het werken met (onderzoeks)
methodieken die recht doen aan het academische
karakter van de opleiding.
(2007). Honours, tool for promoting excellence. Utrecht: IVLOS.
Challenge Program Hogeschool de Kempel 5
6
Challenge Program Hogeschool de Kempel 7
Hoe?
Om meer academici voor de klas te krijgen, zijn er
drie typen nieuwe opleidingsroutes gestart1,
waaronder de zogenoemde academische pabo’s .
Binnen de ‘academische pabo’ wordt een
geselecteerde groep studenten opgeleid tot leraar
basisonderwijs met academische vaardigheden. De
Kempel kiest bewust voor een integratie van de pabo
en een wo-bacheloropleiding.
Jij realiseert [jouw]
toekomstdromen
De meeste academische pabo’s bestaan uit een bidiplomeringstraject van een universitaire bachelor
(bijvoorbeeld Onderwijskunde of Pedagogiek) en een
lerarenopleiding basisonderwijs (hbo). De vormgeving
als een bi-diplomeringstraject betekent dat de
eindtermen van beide opleidingen behaald moeten
worden. Dit brengt als nadeel met zich mee dat het
onderwijsprogramma beperkte interne samenhang
kent en er logistieke problemen zijn bij de onderwijsen examenplanning.
In het eindrapport van de monitor Krachtig
Meesterschap vraagt de inspectie bij deze vorm van
opleiden aandacht voor de borging van het eindniveau
in relatie tot de studielast. Daarnaast is het, volgens de
inspectie, de moeite waard te onderzoeken of dit traject
versterkt kan worden door de pabo en de wo-bachelor
1 Een tweede route is de inrichting van educatieve minoren, waarbij
bachelorstudenten in het wo een onderwijsbevoegdheid verwerven
voor de theoretische leerweg van het vmbo en de eerste drie jaar van
havo/vwo (beperkte tweedegraadsbevoegdheid). De derde route
betreft initiatieven en projecten uitgevoerd voor excellente studenten,
waaronder het traject ‘Eerst de Klas’. (Eindrapport monitor Krachtig
Meesterschap)
te integreren in één opleiding, om zo de academische
scholing toe te spitsen op de beroepspraktijk.
Het vernieuwde Challenge Program (afbeelding 1) biedt
de aantrekkelijkheid van een bi-diplomeringstraject en
komt tegemoet aan de aanbeveling van de inspectie om
de pabo en wo-bacheloropleiding te integreren in één
opleiding.
Door een samenwerking met de Lerarenuniversiteit
(onderdeel van de Open Universiteit) combineert het
Challenge Program namelijk een innovatieve hboopleiding (een ‘pabo-plus’ programma) met een
uitdagend universitair programma. Aan het eind van de
vierjarige opleiding ontvangen studenten het hbodiploma leraar basisonderwijs en een ‘toegangsbewijs’
om direct te starten met de masteropleiding
Onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit.
vermogen en ondernemerschap.
Afbeelding 2: Procentuele verdeling programmaonderdelen
PABO-PLUS PROGRAMMA
SCHAKELPROGRAMMA
Het ‘pabo-plus’ programma is gericht op het
ontwikkelen en aantonen van de
startbekwaamheidseisen voor het beroep leraar
basisonderwijs en op het aantonen en ontwikkelen van
specifieke Challenge-eigenschappen als innovatief
De cursussen in de schakelprogramma’s betreffen drie
onderwerpen: Onderwijskundige en leerpsychologische
kennis, academische vaardigheden en statistische en
methodologische vaardigheden.
Afbeelding 2 geeft een procentuele verdeling weer van
Pabo
Challenge
Program
Pabo
Challenge
Program
Pabo
Challenge
Program
Pabo
Challenge
Program
WO-master
Onderwijswetenschappen
Schakelprogramma Onderwijswetenschappen
Afbeelding 1: vernieuwde Challenge Program
8
Challenge Program Hogeschool de Kempel 9
Uitgangspunten
De ‘plus’ van het Challenge Program kan worden
toegespitst op vier uitgangspunten die tot uiting komen
en worden getoetst in het CP-deel van het
onderwijsprogramma. Omdat de uitgangspunten ook
een beroep doen op de ontwikkeling van een ‘CPattitude’ wordt ook binnen het pabo- en OU-deel van
het programma aandacht besteed aan de
uitgangspunten.
Van de Challenge student wordt verwacht dat hij in
staat is om de frontlinie-fixatie te doorbreken, beschikt
over academische onderzoeksvaardigheden en
attituden, ondernemingszin toont en in staat is om
vorm te geven aan het leren in
leerwerkgemeenschappen
Hieronder worden de uitgangspunten kort toegelicht.
Deze toelichting heeft een richtinggevende functie voor
de concretisering van de uitgangspunten zoals
beschreven in de studieroutes van het programma.
DOORBREKEN FRONTLINIE-FIXATIE
Studenten die het Challenge Program volgen worden
opgeleid tot leraren basisonderwijs die in staat zijn om
de ‘frontlinie-fixatie’ te doorbreken. Vermeulen1 heeft
er op gewezen dat de gemiddelde leraar basisonderwijs
sterk vastzit in eigen beelden en de eigen school
(frontlinie-fixatie), terwijl de maatschappelijke
ontwikkelingen sterk wijzen op een verbreding van de
frontlinie en dat ook de taak/rol van de leraar daarop
moet zijn afgestemd. Een en ander dwingt tot
verdieping en verbreding bij medewerkers in het hele
onderwijsveld.
Van afgestudeerde Challenge-studenten wordt
verwacht dat zij in staat zullen zijn om de frontliniefixatie te doorbreken. Dit zowel ten aanzien van hun
eigen denken als, in stimulerende zin, ten aanzien van
het denken van collega-leraren.
Het doorbreken van de frontlinie-fixatie wordt verbeeld
1 Vermeulen, M. (2008). Presentatie Velon-congres. http://bit.
ly/1drYrD3
Fundamentele theorie
Wetenschappelijke inzichten
Gegeneraliseerde opvattingen
Onderbouwde beelden
Het beeld in mijn school
Mijn waarneming
Mijn idee
Klas
School
Bestuur
Nationaal
in afbeelding 3. De afbeelding laat zien dat de
frontlinie-fixatie doorbroken kan worden door
ervaringen (situaties, casussen) in een ‘breder
perspectief’ te plaatsen. De verbreding van het
perspectief kan worden gerealiseerd door:
• De situatie in een andere context te plaatsen.
Hierbij kan gedacht worden aan het vergelijken van
contexten van gelijke aard (in mijn klas doen we dat
zo… hoe is dat in jouw klas?) maar ook aan het
vergelijken van contexten van verschillende aard (op
onze school vinden ze de Cito-scores niet belangrijk,
hoe is dat landelijk gezien, hoe gaan andere landen
om met dit soort normeringen?).
• De situatie op een meer concreet of theoretisch
niveau te bespreken.
Van Challenge studenten wordt verwacht dat zij hun
standpunten en visies kunnen onderbouwen. Deze
onderbouwing vindt vaak plaats op basis van
praktijkervaringen en de daaruit voortkomende
praktijktheorie (onderbouwde beelden). Voor het
doorbreken van de fixatie is het echter van belang
dat studenten hun standpunten en visies ook kunnen
toetsen aan theoretische en wetenschappelijke
inzichten.
De omgekeerde beweging is ook wenselijk. Daar
waar studenten worden geconfronteerd met
theorieën of wetenschappelijke inzichten, wordt
verwacht dat zij in staat zijn om deze inzichten te
vertalen naar eigen ideeën.
Wat verwachten we?
Verwacht wordt dat Challenge studenten zelfstandig in
staat zijn om de eigen frontlinie-fixatie en die van
anderen te doorbreken door ervaringen in ‘breder
perspectief’ te plaatsen. Dit door deze ervaringen te
relateren aan andere contexten en/of door de
ervaringen op een meer theoretisch of concreet niveau
te beschouwen.
Hoe kunnen we dit bereiken?
• In het onderwijsaanbod bewust het ‘perspectief van
de student verbreden’ door te verwijzen naar het
schema. Voor studenten betekent dit dat zij ‘passief’
kennismaken met het doorbreken van de frontliniefixatie.
• Studenten uitdagen om zowel in TUB als binnen het
vakspecifiek onderwijsaanbod zelf het perspectief te
verbreden. Voor studenten betekent dit dat zij
‘actief’ hun eigen frontlinie-fixatie doorbreken.
ACADEMISCHE ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN
Studenten die deelnemen aan het Challenge Program
worden begeleid in de ontwikkeling van academische
onderzoeksvaardigheden en -attituden waardoor zij in
staat zijn om bruggen te bouwen tussen
onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk. De studenten
leren tijdens de opleiding zowel theoretisch als
praktisch relevante vraagstukken te formuleren en
deze op te lossen door het combineren van bestaande
kennis, alsmede nieuwe kennis te ontwikkelen door
middel van praktijkonderzoek.
Internationaal
Afbeelding 3: doorbreken van de frontliniefixatie
10
Challenge Program Hogeschool de Kempel 11
Het Schakelprogramma Onderwijswetenschappen richt
zich, als voorloper op de Master
Onderwijswetenschappen, op de ontwikkeling van
verdiepende onderwijskundige kennis en academische
(onderzoeks)vaardigheden. Het aanbod bestaat uit acht
modules op wetenschappelijk bachelorniveau:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Onderwijswetenschap
Leren en ontwikkeling
Filosofie
Kwantitatieve data-analyse
Psychologisch experiment
Informatievaardigheden voor wetenschappers
Psychologisch survey
Onderwijskundig onderzoek
Wat verwachten we?
Van afgestudeerde Challenge studenten wordt verwacht
dat zij beschikken over onderzoeksvaardigheden en –
attituden op WO-bachelorniveau en in staat zijn door
(het gebruik maken van) onderzoek een belangrijke
bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs.
Alleen het leren doen van onderzoek (gerichtheid op
onderzoeksvaardigheden) is dan niet voldoende. Er zal
ook aandacht uit moeten gaan naar het kunnen
interpreteren van onderzoeken en het daadwerkelijk
benutten van onderzoeksresultaten.
Verwacht wordt dat Challenge studenten beschikken
over onderzoeksvaardigheden en -attituden op WObachelorniveau waardoor zij:
• onderzoekend willen werken: de student is bereid
12
om onderzoekend te werk te gaan en beschikt
zodoende over een onderzoekende houding;
• onderzoeken kunnen lezen: de student kan
onderzoeksrapportages/literatuur lezen en
betekenis geven aan de gepresenteerde
onderzoeksresultaten;
• onderzoek doen: de student kan zijn eigen praktijk
en de onderwijspraktijk binnen zijn school
onderzoeken door een praktijkgericht onderzoek op
te zetten, uit te voeren en te beschrijven;
• onderzoek gebruiken: de student kan zijn eigen
praktijk en de onderwijspraktijk binnen zijn school
verder ontwikkelen door (eigen)
onderzoeksresultaten te gebruiken in de praktijk.
Hoe kunnen we dit bereiken?
• Ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden (aanbod
Schakelprogramma Onderwijswetenschappen en
onderzoeksactiviteiten binnen het pabo-deel van het
programma).
• Aandacht besteden aan het (leren) lezen van
onderzoek door het aanbieden van (Engelstalige)
onderzoeksrapportages als literatuur binnen het
reguliere onderwijsaanbod.
ONDERNEMINGSZIN
Ondernemingszin is het vermogen om iets teweeg te
brengen dat vernieuwend en grensverleggend is.
Ondernemers zien wat er nog niet is. Ze hebben een
neus voor kansen. Hierdoor maken ze het verschil,
brengen ze innovatie. Het gaat bijvoorbeeld over
studenten die met een voorstel op de
proppen durven komen, die signaleren dat dit of dat op
school anders zou kunnen, of in de klas een nieuw spel
lanceren.
Een ondernemende attitude wordt beschouwd als een
belangrijke competentie voor hbo-bachelors.
Laevers2 definieert het begrip ‘ondernemingszin’ als
volgt:
“Ondernemingszin is het vermogen om in een bepaalde
situatie kansen te zien en initiatieven te bedenken. Door
optimale inzet van beschikbare middelen kunnen de
nodige acties opgezet worden waardoor de
waargenomen kansen gerealiseerd worden.
Ondernemen is grenzen verleggen, iets nieuws
scheppen, iets duurzaams voortbrengen dat tot de
kwaliteit van het leven bijdraagt.”
Wat verwachten we?
Van afgestudeerde Challenge-studenten wordt
verwacht dat zij, samen met medestudenten en/of
collega’s op de stageschool, op zoek gaan naar (nieuwe)
kansen en mogelijkheden binnen het onderwijs. Door
het tonen van initiatief hebben de studenten impact op
2 Link toevoegen
hun omgeving. Studenten worden zo voorbereid op hun
toekomstige voortrekkersrol binnen de school waarin
zij komen te werken. Het verwerven van deze expertise
is een lang proces dat om voortgezette opleiding vraagt.
In het Challenge Program wordt hiervoor een
belangrijke basis gelegd.
Verwacht wordt dat de Challenge student:
• beschikt over de wilsfactor om iets te veranderen
aan de omgeving, om in actie te komen: de student
wordt gemotiveerd door het besef dat hij impact kan
hebben op de omgeving;
• beschikt over een duidelijk richtingsgevoel: de
student wordt ‘bewogen’ door interesse, sociale
bewogenheid, een persoonlijke drijfveer;
• scenario’s kan bedenken: de student beschikt over
het vermogen om plannen te realiseren die richting
geven maar ook ruimte bieden voor onzekerheid aan
aanpassing;
• afstand kan nemen: de student kan ‘even stilstaan’,
zich lostrekken uit waar hij mee bezig is om te
kijken of hij nog goed bezig is.
Hoe kunnen we dit bereiken?
• Creëren van een leeromgeving met een ‘sobere’
organisatie, beperkte maar duidelijke regels en veel
ruimte voor eigen keuzes (mogelijkheid tot creëren).
• Realiseren van een klimaat waarin experimenteren,
een eigen mening hebben en fouten maken positief
benaderd wordt.
• Studenten uitdagen om in de (beroeps)praktijk
ondernemingszin te tonen.
Challenge Program Hogeschool de Kempel 13
LEREN IN LEERWERKGEMEENSCHAPPEN
Wanneer een groep mensen, gericht op een
gemeenschappelijk doel, samen wil leren en werken
binnen een authentieke en professionele (onderwijs)
setting is er sprake van een leerwerkgemeenschap .
Vanuit individueel oogpunt is ieder primair
zelfverantwoordelijk voor het eigen leren. Leren en
ontwikkelen is ook een individuele zaak.
Niemand kan voor een ander leren. Maar om zelf te
kunnen leren zijn altijd anderen nodig. Dat betekent dat
de deelnemers van een leerwerkgemeenschap als
sociale groep mede-verantwoordelijk zijn voor elkaar
en voor elkaars leren en leren onderwijzen. Met andere
woorden: binnen een leerwerkgemeenschap staat het
gemeenschappelijk delen van belangen en concerns
gericht op werkend leren of op
leren van het werk centraal. Het samen delen van
(nieuwe) kennis door wederzijdse communicatie vormt
daarbij de kern.
Hoe kunnen we dit bereiken?
• Toepassen van werkvormen binnen de opleiding
(interventies) die het leren binnen de groep als
leerwerkgemeenschap bevorderen.
• Studenten kennis laten maken met en uitvoering
laten geven aan (vormen van) collectief
praktijkonderzoek (in de onderwijspraktijk).
• Bieden van onderwijsaanbod dat aandacht besteedt
aan het leren van (leraren die deel uitmaken van)
onderwijsorganisaties.
Wat verwachten we?
Van afgestudeerde Challenge-studenten wordt
verwacht dat zij, door het stimuleren van leren op de
werkplek en collectief leren in
leerwerkgemeenschappen, ervoor kunnen zorgen dat
scholen zich kunnen ontwikkelen en dat leraren zich
binnen de context van de school en in samenwerking
met collega’s kunnen ontwikkelen en
professionaliseren.
14
Challenge Program Hogeschool de Kempel 2013-2014 15
Wat?
Het opleidingsprogramma van Hogeschool de Kempel
kent zes leerlijnen (Bie & Kleijn, 2001) en een
profileringslijn. De leerlijnen die worden onderscheiden
zijn gebaseerd op de activiteiten en inhouden die nodig
zijn om uit te groeien tot een startbekwaam leraar
basisonderwijs (Tabel 1). Het aanbod behorende bij het
Schakelprogramma onderwijswetenschappen is als
aparte lijn toegevoegd en borgt de ontwikkeling van de
student op het WO-bachelorniveau.
LEERLIJN
ACTIVITEITEN GERICHT OP
Conceptuele leerlijn
• Kennis en inzicht
• Toepassen van kennis en inzicht
Vaardighedenleerlijn
• Oefenen en eigen maken van beroepsvaardigheden
Integrale leerlijn
•
•
•
•
Stage leerlijn
• Beheersen van competenties op handelingsniveau
• Beroepshouding
Tutorleerlijn
•
•
•
•
•
Bijzondere activiteiten
• (Beroeps)identiteit
Profileringslijn
• Schakelprogramma Onderwijswetenschappen
LESAANBOD
Doorbreek ook jouw
frontliniefixatie
16
Het eerste jaar van het Challenge Program is gericht op
het ontwikkelen van de elementaire kennisbasis als
onderdeel van het benodigde repertoire van leraar
basisonderwijs. De student komt in aanraking met de
leerinhouden en didactiek van de schoolvakken en de
principes van het onderwijzen en ontwerpen van
onderwijs. De student oriënteert zich op de doorgaande
(ontwikkelings)lijn in de basisschool.
De module ‘onderwijswetenschappen’
(Schakelprogramma Onderwijswetenschappen) draagt
bij aan een academische verdieping van deze kennis.
Aandacht wordt besteed aan leertheorieën, hogere orde
denkvaardigheden, curriculumtheorieën,
schoolorganisatie, het ontwerpen van leeromgevingen,
en evaluatie en assessment. De module ‘kwantitatieve
data-analyse’ maakt de student vertrouwd met de
belangrijkste statistische begrippen en technieken die
nodig zijn voor het kunnen begrijpen en uitvoeren van
academisch onderzoek.
(Generieke) kennis en inzicht
Toepassen van (generieke) kennis en inzicht
Samenhang tussen vakgebieden
Samenhang tussen theorie en praktijk
Oordeelsvorming
Communicatie
Leervaardigheid
Reflectie
Zelfsturing
Challenge Program Hogeschool de Kempel 17
Kenmerkend voor het tweede en derde jaar is de
structurele aandacht voor het in hoge mate leren
schakelen tussen de vaak abstracte theorie en de
concrete onderwijspraktijk. Vanuit een viertal
perspectieven (Science & Education, Culture &
Education, Special Needs & Education en Leadership &
Education) en de modules ‘Leren en ontwikkeling’ en
‘Filosofie’ wordt de verbinding met de praktijk in de
school gezocht. Het gebruikmaken van
wetenschappelijke literatuur en uitvoeren van
onderzoeksopdrachten garandeert een hbo+ niveau. Dit
niveau uit zich onder meer in de onderzoekskennis en
-vaardigheden die studenten verwerven en het
aanspreken van een abstract en analytisch denkniveau.
Modules van het schakelprogramma
Onderwijswetenschappen (‘Informatievaardigheden
voor wetenschappers’ en de onderzoekspractica
‘psychologisch experiment’ en ‘psychologisch survey’)
laten de student kennis maken met
onderzoeksmethodieken en het volledig doorlopen van
een onderzoeksproces.
CP leerjaar 1
Conceptuele leerlijn
OND
RW
NED
GES
BEW
OND
RW
NED
BVO
GL
OND
RW
NED
MUZ
AAR
CP leerjaar 2
OND
RW
NED
NTO
GL
Integrale leerlijn
Stage
Tutorlijn
Vaardigheden leerlijn
Bijzondere activiteiten
Profileringslijn
(Schakelprogramma OU)
18
Het vierde en afsluitende jaar van de studie biedt
ruimte voor profilering en geeft de student de
mogelijkheid om een actieve bijdrage te leveren aan
een schoolontwikkeling op de stageschool.
Gebruikmakend van de opgedane kennis en vaardigheid
in de eerste drie leerjaren wordt dit proces ondersteund
en gelegitimeerd door de uitvoering van een
onderwijskundig onderzoek.
RW
NED
AAR
BVO
RW
NED
GES
BEW
Science & Education
RW
NED
NTO
MUZ
RW
NED
ICT
ENG
Culture & Education
(inclusief CUCO)
RW
NED
Leadership & Education
Special Needs & Education
Leeftijdspecialisatie
Keuzeblok
Onderzoek (theoretisch deel)
Competenties op K1-niveau
Competenties op K1-niveau
Competenties op K2-niveau
Competenties op K2-niveau
TUB
TUB
TUB
TUB
TUB
TUB
Introductie
CP leerjaar 4
RW
NED
Competenties op P-niveau
ICT
Het onderwijsaanbod binnen het Challenge Program
wordt georganiseerd in dagdelen. Studenten starten op
een ochtend of middag bijvoorbeeld met een lesuur
aanbod van een docent, gaan vervolgens twee lesuren
aan de slag met een door de docent opgedragen
verwerkingsopdracht en bespreken de resultaten
tenslotte met de docent tijdens het afsluitende lesuur.
CP leerjaar 3
Competenties op P-niveau
DRA
ORGANISATIE
Onderzoek
(praktijkdeel)
Competenties
op K3-niveau
Competenties op K3-niveau
SCH
Projectdagen
Kunstweek
Projectdagen
Ardennen /
Eifeltrektocht
Projectweek
Kwantitatieve data-analyse
Informatievaardigheden
Psychologisch experiment
Onderwijswetenschap
Leren en Ontwikkeling
Onderwijskundig onderzoek
Internationale
week
BK/OO
Psychologisch survey
Filosofie
Challenge Program Hogeschool de Kempel 19
STAGE
In het eerste en tweede jaar gaat de Challenge-student
vrijwel elke week op dinsdag naar de stageschool. Ieder
semester kent daarnaast ook nog drie stageweken. Op
de werkplek werkt de student aan de ontwikkeling van
de competenties op handelingsniveau.
De student loopt stage in een basisgroep maar bezoekt
ook andere groepen in de school. Hierdoor krijgt hij de
kans om de ontwikkeling van de basisschoolleerling
aan de praktijk te toetsen.
Vanaf het tweede semester in het derde jaar gaat de
student op maandag en dinsdag naar de stageschool.
Voor de stages in de eerste drie leerjaren geldt dat de
student in aanraking komt met verschillende (leeftijds)
groepen zodat de opleiding tot breed bevoegd en
bekwaam leraar, gegarandeerd kan worden. Het
stagebureau van De Kempel zorgt voor de toekenning
van stageplaatsen.
In het afsluitende studiejaar loopt de student twee
dagen stage in een groep naar keuze, passend bij de
gekozen leeftijdspecialisatie. Daarnaast is hij één dag
per week op de school om bij te dragen aan (onderzoek
naar) de schoolontwikkeling. De student werkt aan de
ontwikkeling van de competenties op
startbekwaamniveau. Na een oriëntatieperiode neemt
hij gedurende een langere tijd de klas van de mentor
over en groeit zo uit tot een startbekwaam leraar
basisonderwijs.
20
Challenge Program Hogeschool de Kempel 21
Studiepuntenverdeling
CHALLENGE PROGRAM LEERJAAR 1
Code
Aanbod
Blok 1 I-CPOND1
Onderwijskunde
I-CPRW1
Rekenen&wiskunde
I-CPNED1
Nederlands
I-CPGES1
Geschiedenis
I-CPBEW1
Bewegingsonderwijs
V-CPSL1
Drama
OU-S13131 Data-analyse
OU-O17321 Onderwijswetenschap
S-CPSTA2
Stagelijn
T-CPTUB2
Tutorlijn
A-CPINTRO1 Introductiekamp
A-CPDEF1
Instaptoets
Blok 2 I-CPOND2
I-CPRW2
I-CPNED2
I-CPBVO2
I-CPGL2
V-CPSL2
OU-S13131
OU-O17321
S-CPSTA2
S-CPLV2
T-CPTUB2
22
Onderwijskunde
Rekenen&wiskunde
Nederlands
Beeldende vorming
G/L
ICT
Data-analyse
Onderwijswetenschap
Stagelijn
Leerverslag
Tutorlijn
CHALLENGE PROGRAM LEERJAAR 2
EC
Code
1,5 Blok 3 I-CPOND3
1,5
I-CPRW3
1,5
I-CPNED3
1,5
I-CPMUZ3
1,5
I-CPAAR3
1,0
V-CPSL3
OU-O17321
S-CPSTA4
T-CPTUB4
Aanbod
EC
Onderwijskunde
Rekenen&wiskunde
Nederlands
Muziek
Aardrijkskunde
Schrijven
Onderwijswetenschap
Stagelijn
Tutorlijn
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
1,0
4,0
1,0
1,0
1,5 Blok 4 I-CPOND4
1,5
I-CPRW4
1,5
I-CPNED4
1,5
I-CPNTO4
1,5
I-CPGL4
1,0
S-CPSTA4
4,0
S-CPLV4
T-CPTUB4
6,0
A-CPPRO3
1,0
1,0
Code
Blok 1 I-CPRW5
I-CPNED5
I-CPAAR5
I-CPBVO5
I-CPSCI6-R
I-CPSCI6-N
OU-O40311
OU-O18321
S-CPSTA6
T-CPTUB6
A-CPKUN5
Blok 2 I-CPRW6
Onderwijskunde
Rekenen&wiskunde
Nederlands
Natuuronderwijs
G/L
Stagelijn
Leerverslag
Tutorlijn
Project
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
6,0
1,0
1,0
1,0
I-CPNED6
I-CPGES6
I-CPSCI6-R
I-CPSCI6-N
I-CPBEW6
OU-O40311
OU-O18321
S-CPSTA6
S-CPLV6
T-CPTUB6
Aanbod
EC
Code
Rekenen&wiskunde
Nederlands
Aardrijkskunde
Beeldende vorming
Science & Education (RW)
Science & Education (NTO)
Informatievaardigheden
Leren en Ontwikkeling
Stagelijn
Tutorlijn
Kunstweek
1,0 Blok 3
1,0
1,5
1,5
I-CPRW7 Rekenen&wiskunde
I-CPNED7 Nederlands
I-CPNTO7 Natuuronderwijs
I-CPMUZ7 Muziek
I-CPCUL8 Culture & Education
I-CPCUCO8 Cultuurcoördinator (ICC)
I-CPCUCO8 Leren en Ontwikkeling
S-CPSTA8 Stagelijn
ST-CPTUB8 Tutorlijn
A-CPPRO7 Project
1,0
1,0
1,5
1,5
Rekenen&wiskunde
Nederlands
Geschiedenis
Science & Education (RW)
Science & Education (NTO)
Bewegingsonderwijs
Informatievaardigheden
Leren en Ontwikkeling
Stagelijn
Leerverslag
Tutorlijn
1,0 Blok 4
1,0
1,5
3,0
4,0
1,5
4,0
I-CPRW8 Rekenen&wiskunde
I-CPNED8 Nederlands
I-CPICT8 ICT
I-CPENG8 Engels
I-CPCUL8 Culture & Education
I-CPCUCO8 Cultuurcoördinator (ICC)
S-CPSTA8 Stagelijn
S-CPLV8
Leerverslag
T-CPTUB8 Tutorlijn
A-CPAE8 Ardennen - Eifel
1,0
1,0
1,0
1,0
5,0
2,0
6,0
1,0
1,0
1,0
Aanbod
EC
4,0
1,0
1,0
6,0
1,0
1,0
Challenge Program Hogeschool de Kempel 23
CHALLENGE PROGRAM LEERJAAR 3
Code
Blok 1 C-CPRW9
C-CPNED9
I-CPLEA10
OU-O34221
OU-S05271
S-CPSTA10
T-CPTUB10
Blok 2 C-CPRW10
C-CPNED10
I-CPLEA10
OU-O34221
OU-S05271
S-CPSTA10
S-CPLV10
T-CPTUB10
24
Aanbod
CHALLENGE PROGRAM LEERJAAR 4
EC
Rekenen&wiskunde
Nederlands
Leadership & Education
Onderwijskundig onderzoek
Psychologisch experiment
Stagelijn
Tutorlijn
1,0
1,0
Rekenen&wiskunde
Nederlands
Leadership & Education
Onderwijskundig onderzoek
Psychologisch experiment
Stagelijn
Leerverslag
Tutorlijn
1,0
1,0
9,0
4,0
4,0
8,0
1,0
1,0
Code
Aanbod
EC
Blok 3 I-CPSPE12
OU-S04241
S-CPSTA12
T-CPTUB12
A-CPPRO11
Special Needs & Education
Psychologisch survey
Stagelijn
Tutorlijn
Projectweek
2,0
Blok 4 I-CPSPE12
Special Needs & Education
Psychologisch survey
Stagelijn
Leerverslag
Tutorlijn
5,0
4,0
12,0
1,0
1,0
OU-S04241
S-CPSTA12
S-CPLV12
T-CPTUB12
4,0
Code
Aanbod
Blok 1 I-CPKEUZE14 Verdieping
I-CPONZ16
I-CPLFT13
OU-S37211
OU-S04241
S-CPSTA15
T-CPTUB16
Onderzoek
Leeftijdsspecialisatie
Filosofie
Psychologisch survey
Stagelijn
Tutorlijn
Blok 2 I-CPKEUZE14 Verdieping
I-CPONZ16
OU-S3721
S-CPSTA15
T-CPTUB16
A-CPINT14
A_BK/OOK14
Onderzoek
Filosofie
Stagelijn
Tutorlijn
Internationale week
G/L
EC
5,0
5,0
8,0
4,0
Code
Blok 3
Aanbod
I-CPONZ15 Onderzoek
S-CPSTA15 Stagelijn
T-CPTUB16 Tutorlijn
Blok 4 S-STA16
Stagelijn
T-CPTUB16 Tutorlijn
EC
8,0
20,0
7,0
2,0
1,0
Challenge Program Hogeschool de Kempel 25
Selectie
Alle aspirant-studenten die zich inschrijven voor een
studie tot leraar basisonderwijs aan Hogeschool de
Kempel, nemen verplicht deel aan een ‘Brede intake’.
Deelname aan deze intake levert de student een
gedegen studieadvies op. Voor vwo-ers geldt dat zij, op
basis van hun vooropleiding, het advies krijgen om deel
te nemen aan een vervolgintake, gericht op deelname
aan het Challenge Progam.
Voor havisten geldt dat zij, op basis van behaalde
resultaten op de toetsen reken- en taalvaardigheid, het
advies kunnen krijgen om deel te nemen aan een
vervolgintake, gericht op deelname een het Challenge
Program. Voor deze doelgroep worden de volgende
criteria gehanteerd voor dit advies:
gemaakt van de resulaten op de Lemo-test1 die
voorafgaand aan het gesprek door de aspirant-student
is ingevuld.
Het team van docenten dat betrokken is bij het voeren
van de individuele gesprekken voert vervolgens overleg
over de bevindingen en neemt een besluit over de
toelaatbaarheid van de aspirant-student tot het
Challenge Program.
Aanmelden via Studielink
VWO
• Havo-vooropleiding en score > 120 op RVH-toets en
score ≥ 113 op TVH-toets
• Havo-vooropleiding en score > 110 op RVH-toets en
score ≥ 120 op TVH-toets
De vervolgintake bestaat uit een informatief gedeelte,
waarin de inhoud en opbouw van het Challenge
Program wordt toegelicht en een individueel gesprek
van ongeveer 30 minuten.
Op basis van het individuele gesprek met de student
wordt een inschatting gemaakt van de mate waarin de
aspirant-student beschikt over voldoende discipline,
motivatie tot presteren, zelfvertrouwen en empatisch
vermogen, voor het succesvol kunnen doorlopen van
het programma. Voor deze inschatting wordt gebruik
26
HAVO
Brede Intake
Gesprek CP
CP
Regulier
Challenge program:
voor studenten die
houden van uitdagingen
1 De Lemo-test peilt de Leercompetenties en
Motivatiekenmerken van leerlingen of studenten. De testen
zijn onder meer geïnspireerd op de Inventaris Leerstijlen (ILS)
van Vermunt. Ook de kwaliteit en kwantiteit van de
studiemotivatie en het zelfbeeld van de lerende worden in
kaart gebracht.
Challenge Program Hogeschool de Kempel 2013-2014 27
Hogeschool de Kempel | Deurneseweg 11 | 5709 AH | Helmond | T 0492-514400 | M [email protected] | W www.kempel.nl