Snakes - Welzijn Leusden

Door: Adinda Alewijn
Wat is motorische ontwikkeling?
De motorische ontwikkeling wordt vaak onderverdeeld in:
-grove motoriek
lopen, zwemmen een bal schieten
-fijne motoriek
hiervoor heb je meer aandacht/concentratie nodig.
Voorbeelden: knippen, schrijven, speld oppakken
De grove en fijne motoriek zijn nauw met elkaar verbonden.
Kinderen moeten vaak bepaalde basisvoorwaarden beheersen,
voordat zij toe zijn aan bepaalde taken binnen de fijne motoriek.
Evenwicht is bijvoorbeeld een belangrijke voorwaarde om netjes
te kunnen schrijven.
De ontwikkeling van de motoriek wordt naast de genetische aanleg
ook bepaald door de mate waarin het kind door de omgeving
gestimuleerd wordt.
Motorische mijlpalen
De leeftijdsperiode van 2 t/m 13 jaar is een belangrijke periode voor het
Ontwikkelen van de fundamentele- en elementaire motorische vaardigheden.
Fundamentele motorische vaardigheden:
Evenwicht, coördinatie en oog-handcoördinatie.
Eigenlijk heb je dit nodig voor alle sport- en spelvaardigheden.
Elementaire motorische vaardigheden:
Deze zijn onder te verdelen in 8 vaardigheidsgebieden:
-stilstaan
-balanceren in beweging
-springen-kracht
-springen-coördinatie
-klimmen
-koprol
-gooien/mikken
-stuiten/vangen
Leeftijd:
Vaardigheden:
4 jaar
-
3 sec. op 1 been staan
3 keer hinkelen
3 keer met 2 benen naar voren springen
durft een koprol
6 keer een ballon hooghouden
30cm verspringen
over een bank lopen met pionnen
5 jaar
-
10 sec. op 1 been staan(met wiebelen)
10 keer hinkelen
huppelen afwisselend links/rechts
2,5 meter klimmen in wandrek
rechte koprol maken
grote bal laten vallen en weer vangen
een naar de borst gegooide val vangen
Leeftijd:
Vaardigheden:
6 jaar
- 10 sec. op 1 been staan (stabiel)
- over een balk lopen van 10 cm
- fietsen
- 10 keer op het niet voorkeursbeen
hinkelen
- 10 ski-sprongen maken over een lijn
(zijwaarts springen, heen en weer)
- alternerend omhoog en naar beneden
klimmen in het wandrek
- 15 keer met de bal stuiten met de
voorkeurshand
- naast het lichaam gegooide bal vangen
7 jaar
- 30 sec. op 1 been staan (met wiebelen)
- over een balk lopen van 7 cm
- met 11 keer hinkelen, 9 mtr overbruggen
- wisselsprongen maken over een lijn
- koprol op een verhoogd vlak
- 15 keer met niet voorkeurshand stuiten
- naar het lichaam gegooide tennisbal
vangen (3 mtr)
Leeftijd:
9 jaar
Vaardigheden:
- 30sec.op 1 been staan (stabiel)
- over een balk lopen met ½ draai
- met 9 keer hinkelen, 9 mtr
overbruggen
- in ritme huppelen en in de
handen klappen
- koprol op verhoogd vlak (60cm)
- meer dan 9 mtr gooien (klein
voorwerp)
- dribbelen (stuiten en looppas)
- naast het lichaam gegooide
tennisbal vangen (3 mtr)
Signalen van problemen in de motorische ontwikkeling:
Het is niet altijd makkelijk om een motorische achterstand te
herkennen. Signalen kunnen namelijk heel verschillend zijn of niet direct
gekoppeld worden aan de motoriek.
Schrijfproblemen, concentratieproblemen, rusteloosheid en vermoeidheid
kunnen namelijk ook duiden op een achterstand in de motorische ontwikkeling.
Enkelen signalen kunnen zijn:
•
•
•
•
•
•
het kind is onhandig (vallen,stoten, dingen omstoten)
het kind beweegt houterig
het kind heeft geen plezier in bewegen
het kind heeft veel angst in bewegingssituaties
het kind overschat of onderschat zichzelf bij bewegingstaken.
Het kind heeft te weinig of te veel spierkracht
Vaardigheden 4-6 jaar Uiterste leeftijd
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Het kind kan nog niet alternerend traplopen (benen per tree afwisselen).
(4 jaar)
Het kind is erg angstig in bewegingssituaties zoals klimmen op klimrek.
(4 jaar)
Het kind snapt het verschil tussen links en rechts niet. (4,5 jaar)
Het kind heeft veel moeite bij gebruik van mes en vork, knoeit veel.
(4,5 jaar)
Het kind heeft geen goed begrip van lengte, breedte, hoogte en afstand.
(5 jaar)
Het kind overschat zijn eigen mogelijkheden (daardoor ongelukjes). (5 jaar)
Het kind kan niet langer dan drie seconden op 1 been staan en valt om
wanneer het over een streep moet lopen. (5 jaar)
Het kind kan bij rennen niet stoppen op commando van iemand anders.
(5 jaar)
Het kind kan geen knopen dichtmaken en/of veters strikken. (5 jaar)
Het kind heeft een slecht tijdsbesef. (5,5 jaar)
Het kind kan niet hurken of meer dan drie keer hinkelen. (5,5 jaar)
Het kind kan vaak de weg naar huis niet goed vinden (6 jaar)
Het kind heeft moeite met fietsen, rolschaatsen, koprol maken. (6 jaar)
Het kind heeft geen plezier en onttrekt zich aan de gymles. (6 jaar)
Is die koprol dan echt zo belangrijk?
Vaak speelt bij ‘rollen’ de emotionele factor (angst voor over de kop
gaan) en oriëntatieverlies een grote rol. Veel kinderen hebben hiervoor
een grote angst. De drempel kan zo hoog worden dat het aanleren niet
meer mogelijk is.
Het is niet leuk voor de kinderen om er elke les weer mee
geconfronteerd te worden dat ze iets niet kunnen. Ook in het
voortgezet onderwijs zullen kinderen te maken krijgen met vormen van
over de kop gaan (tipsalto, maar ook duikelen in rek en ringen!).
Naast het feit dat kinderen op veel scholen ook afgerekend worden
(cijfer) voor hun vaardigheden, kunnen kinderen ook sociaalemotioneel hinder ondervinden van het niet beheersen van de
koprol. Kinderen worden namelijk ook snel in een gymles door
leeftijdsgenootjes afgerekend op hun motorische bekwaamheid,
waardoor er een minderwaardigheidsgevoel kan ontstaan.
Door kinderen vanaf 3/4 jaar te laten kennismaken met het rollen in
leuke situaties kun je een latere escalatie voorkomen.
Waarom Snakes, een aparte groep?
De naam Snakes is er op gebaseerd dat slangen zich heel soepel
voortbewegen. Het is de bedoeling dat de kinderen dat ook gaan doen!
De lessen die ik ga geven die zijn gericht op diverse sporten. We doen dus niet
alleen de “gewone” gym onderdelen maar we laten de kinderen kennis maken
met diverse sporten en spelen.
We gaan voetballen, hockeyen, badmintonnen, honkbal, streetdance noem het
maar op! Geen enkele les zal hetzelfde zijn.
Mijn voornaamste doel is de kinderen aan het bewegen te krijgen en wat ze
moeilijk vinden toch te leren. Het is een uitdaging om iemand zijn vertrouwen
te winnen zodat ik hem/haar dat kan laten doen wat hij/zij moeilijk vindt.
Ik stimuleer dat bij de jongste deelnemers door diploma’s te geven.
Teleurstellingen zijn er niet want er is overal een diploma voor te geven!
In de les leren de kinderen dat ze om moeten gaan met regels. Er worden
alleen maar complimenten aan elkaar gegeven en iedereen is gelijk. Om iets
te bereiken zul je door moeten zetten.
Voor kinderen die enigszins faalangstig zijn kan deze groep een heel postitief
effect hebben. Ze kunnen op hun eigen niveau werken en de kinderen die op
de groep zitten zullen altijd postitief reageren.
Vaak zie je een persoonsverandering gebeuren omdat de complimenten voor
veel zelfvertrouwen zorgt.
Het gaat erom dat de kinderen veel & gezellig bewegen. Ze komen lekker in
hun vel te zitten en kunnen hun hoofd even leegmaken.
MENS SANA IN CORPORE SANO
(een gezonde geest in een gezond lichaam!)