Uitgave MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 09/2001 Handboek 0918 2977 / NL SEW-EURODRIVE Inhoudsopgave 1 Belangrijke aanwijzingen....................................................................................... 4 2 Systeembeschrijving ............................................................................................. 6 2.1 Twee soorten tussenkringkoppeling............................................................... 6 3 Ontwerp................................................................................................................... 8 3.1 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat ............................. 8 3.2 Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat ................................ 11 4 Installatie............................................................................................................... 15 4.1 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat ........................... 15 4.2 Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat ................................ 17 MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 3 1 1 Belangrijke aanwijzingen Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen Let u beslist op de in deze handleiding opgenomen veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen! Dreigend gevaar door stroom. Mogelijke gevolgen: dood of zeer zwaar letsel. Dreigend gevaar. Mogelijke gevolgen: dood of zeer zwaar letsel. Gevaarlijke situatie. Mogelijke gevolgen: lichte of onbeduidende verwondingen. Schadelijke situatie. Mogelijke gevolgen: beschadiging van het apparaat en van de omgeving. Gebruikertips en nuttige informatie. Het inachtnemen van de handleiding is de voorwaarde voor een storingsvrij bedrijf en het honoreren van eventuele garantieaanspraken. Leest u daarom eerst de handleiding, voordat u met de het apparaat gaat werken! De handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor de service en behoort daarom in de buurt van de het apparaat te worden bewaard. Toepassing conform de voorschriften De applicatieregelaars MOVIDRIVE® zijn apparaten voor industriële en bedrijfsinstallaties voor het aandrijven van asynchrone draaistroommotoren met kortsluitrotor of permanent bekrachtigde synchrone draaistroommotoren. Deze motoren moeten geschikt zijn voor het werken in combinatie met een frequentieregelaar, andere belastingen mogen niet op de apparaten worden aangesloten. De applicatieregelaars MOVIDRIVE® zijn apparaten, die bedoeld zijn voor de stationaire montage in schakelkasten. Alle gegevens m.b.t. de technische specificaties en de toegestane condities op de plaats van opstelling moeten onvoorwaardelijk in acht genomen worden. De inbedrijfstelling (conformeren aan de voorschriften) is niet toegestaan, voordat is vastgesteld, dat de machine aan de EMC-Richtlijn 89/336/EG voldoet en de conformiteit van het eindproduct met de machinerichtlijn 89/392/EG vast staat (EN 60204 in acht nemen). 4 MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 1 Toepassingsgebied Afdanken Als er niet uitdrukkelijk in is voorzien, is het volgende verboden: • de toepassing in explosiegevaarlijke omgevingen • de toepassing op plaatsen met schadelijke oliën, zuren, gassen, dampen, stoffen, stralingen enz. • het gebruik in niet-stationaire toepassingen, waarbij mechanische slinger- en stootbelastingen optreden, die de eisen van de EN 50178 te boven gaan Houdt u de geldende voorschriften in acht: afdanken al naargelang de aard en bestaande voorschriften bv. als: • elektronica-afval (printen) • kunststof (behuizingen) • blik • koper enz. MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 5 2 Twee soorten tussenkringkoppeling 2 Systeembeschrijving De MOVIDRIVE®-applicatieregelaars kunnen via de gelijkspanningstussenkring met elkaar gekoppeld worden. Op deze manier kunnen de regelaars generatorische energie met elkaar uitwisselen. Daardoor wordt minder elektrische energie door de remweerstanden in warmte omgezet. Afgezien van de energiebesparing zijn er minder remweerstanden in de schakeling nodig. In de regel moet alleen het grootste apparaat in de schakeling met een remweerstand worden uitgerust. 2.1 Twee soorten tussenkringkoppeling Er wordt in principe onderscheid gemaakt tussen twee soorten tussenkringkoppeling: 1. Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat MOVIDRIVE® MDR60A. 2. Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat MOVIDRIVE® MDR60A. 1. Zonder netterugvoedingsapparaat Zonder netterugvoedingsapparaat MOVIDRIVE® MDR60A mogen alleen twee MOVIDRIVE®-applicatieregelaars via de tussenkring met elkaar gekoppeld worden. De tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat kan op de volgende manieren worden aangesloten: • Opstelling A: beide regelaars worden op de netspanning aangesloten. • Opstelling B: alleen één van beide regelaars wordt op de netspanning aangesloten. Opstelling A 3 x 380...500 VAC ND... ND... A NF... NF... BW... Afbeelding 1: Opstelling A 6 05242AXX MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling Twee soorten tussenkringkoppeling 2 Opstelling B 3 x 380...500 VAC ND... B NF... BW... Afbeelding 2: Opstelling B 2. Met netterugvoedingsapparaat 05243AXX Met netterugvoedingsapparaat MOVIDRIVE® MDR60A mogen meer dan twee MOVIDRIVE®-applicatieregelaars via de tussenkring aan elkaar gekoppeld worden. Het toelaatbare aantal regelaars moet aan de hand van de ontwerpaanwijzingen vastgesteld worden. MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 7 3 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat 3 Ontwerp 3.1 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat Zonder netterugvoedingsapparaat MOVIDRIVE® MDR60A mogen alleen twee MOVIDRIVE®-applicatieregelaars via de tussenkring met elkaar gekoppeld worden. De tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat kan op de volgende manieren worden aangesloten: Opstelling A • Opstelling A: beide regelaars worden op de netspanning aangesloten. • Opstelling B: alleen één van beide regelaars wordt op de netspanning aangesloten. Bij opstelling A worden beide regelaars via een gemeenschappelijke elektromagnetische schakelaar en een gemeenschappelijke beveiliging op de netspanning aangesloten. De volgende regelaarcombinaties zijn in de opstelling A toegestaan: 1e MOVIDRIVE® 2e MOVIDRIVE® naar keuze: 0055-5A3-4 0055-5A3-4 - - - 0075-5A3-4 0055-5A3-4 0075-5A3-4 - - 0110-5A3-4 0055-5A3-4 0075-5A3-4 0110-5A3-4 - 0150-503-4 0075-5A3-4 0110-5A3-4 0150-503-4 - 0220-503-4 0110-5A3-4 0150-503-4 0220-503-4 - 0300-503-4 0150-503-4 0220-503-4 0300-503-4 - 0370-503-4 0220-503-4 0300-503-4 0370-503-4 - 0450-503-4 0220-503-4 0300-503-4 0370-503-4 0450-503-4 0550-503-4 0300-503-4 0370-503-4 0450-503-4 0550-503-4 0750-503-4 0370-503-4 0450-503-4 0550-503-4 0750-503-4 Met MOVIDRIVE® bouwgrootte 1 (0015-5A3-4 … 0040-5A3-4) is de tussenkringkoppeling volgens opstelling A niet geoorloofd! Ontwerpaanwijzingen Let op de volgende ontwerpaanwijzingen: Beide MOVIDRIVE®-applicatieregelaars moeten met een daarvoor geschikte netsmoorspoel ND... worden uitgerust. De volgende tabel geeft het overzicht van regelaars en netsmoorspoelen weer: • bouwgrootte 2 3 4 5 8 MOVIDRIVE® netsmoorspoel type artikelnummer 0055-5A3-4 ... 0110-5A3-4 ND030-023 827 151 8 0150-503-4 ND045-013 826 013 3 0220-503-4 / 0300-503-4 ND085-013 826 014 1 0370-503-4 ND085-013 826 014 1 0450-503-4 ND1503 825 548 2 0550-503-4 / 0750-503-4 ND1503 825 548 2 MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 3 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat Opstelling B • Zouden de beide regelaars niet gemeenschappelijk, maar afzonderlijk worden beveiligd, dan moeten beide beveiligingstoestellen alle fasen gemeenschappelijk uitschakelen. Als dat niet het geval is, kan een van beide regelaars defect raken. • De grootste MOVIDRIVE® moet uitgerust zijn met een remweerstand, die ruimschoots voldoende gedimensioneerd is. Let voor de selectie van de juiste remweerstand op de aanwijzingen in het systeemhandboek MOVIDRIVE® (→ hoofdstuk “Ontwerp”). • Op de tussenkring staat hoge gelijkspanning (tot 900 V). Gebruik voor de tussenkringkoppeling een kabel, die voor deze hoge gelijkspanning geschikt is, met getwiste aders. Wij adviseren voor de tussenkringkoppeling de geprefabriceerde kabel van SEW te gebruiken (→ “Geprefabriceerde kabel voor tussenkringkoppeling” op blz. 14). • De lengte van de tussenkringkoppeling mag maximaal 2 m (6.6 ft) bedragen. Een beveiliging van de tussenkringkoppeling kan achterwege blijven, als het kortsluitgevaar tot een minimum beperkt is en de kabel niet in de buurt van brandbaar materiaal wordt gelegd. • Let voor de eventuele beveiliging van de tussenkring of van de motorkabels op de land- en installatiespecifiekevoorschriften. Bij opstelling B wordt slechts één van de beide regelaars, de grootste, op de netspanning aangesloten. De volgende regelaarcombinaties zijn in de opstelling B toegestaan: 1e MOVIDRIVE® Ontwerpaanwijzingen 2e MOVIDRIVE® naar keuze 0055-5A3-4 0015-5A3-4 ... 0040-5A3-4 0075-5A3-4 0015-5A3-4 ... 0040-5A3-4 0110-5A3-4 0015-5A3-4 ... 0055-5A3-4 0150-503-4 0015-5A3-4 ... 0075-5A3-4 0220-503-4 0015-5A3-4 ... 0110-5A3-4 0300-503-4 0015-5A3-4 ... 0150-503-4 0370-503-4 0015-5A3-4 ... 0150-503-4 0450-503-4 0015-5A3-4 ... 0220-503-4 0550-503-4 0015-5A3-4 ... 0300-503-4 0750-503-4 0015-5A3-4 ... 0370-503-4 Let op de volgende ontwerpaanwijzingen: De MOVIDRIVE®-applicatieregelaar die op de netspanning is aangesloten, moet met een daarvoor geschikte netsmoorspoel worden uitgerust. De volgende tabel geeft het overzicht van regelaars en netsmoorspoelen weer: • bouwgrootte 2 3 4 5 MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling MOVIDRIVE® netsmoorspoel type artikelnummer 0055-5A3-4 ... 0110-5A3-4 ND030-023 827 151 8 0150-503-4 ND045-013 826 013 3 0220-503-4 / 0300-503-4 ND085-013 826 014 1 0370-503-4 ND085-013 826 014 1 0450-503-4 ND1503 825 548 2 0550-503-4 / 0750-503-4 ND1503 825 548 2 9 3 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat Draaddoorsnede tussenkringkoppeling • De grootste MOVIDRIVE® moet uitgerust zijn met een remweerstand, die ruimschoots voldoende gedimensioneerd is. Let voor de selectie van de juiste remweerstand op de aanwijzingen in het systeemhandboek MOVIDRIVE® (→ hoofdstuk “Projectering”). • Op de tussenkring staat hoge gelijkspanning (tot 900 V). Gebruik voor de tussenkringkoppeling een kabel, die voor deze hoge gelijkspanning geschikt is, met getwiste aders. Wij adviseren voor de tussenkringkoppeling de geprefabriceerde kabel van SEW te gebruiken (→ “Geprefabriceerde kabel voor tussenkringkoppeling” op blz. 14). • De lengte van de tussenkringkoppeling mag maximaal 2 m (6.6 ft) bedragen. Een beveiliging van de tussenkringkoppeling kan achterwege blijven, als het kortsluitgevaar tot een minimum beperkt is en de kabel niet in de buurt van brandbaar materiaal wordt gelegd. • Let voor de eventuele beveiliging van de tussenkring of van de motorkabels op de land- en installatiespecifiekevoorschriften. • De som van de maximumstromen moet kleiner of gelijk zijn aan de maximumstroom (= 150% Inom) van de eerste MOVIDRIVE®. • De som van de continue uitgangsstromen moet kleiner zijn dan of gelijk aan de continue uitgangsstroom (VFC: 125% Inom; CFC en SERVO: 100% Inom) van de eerste MOVIDRIVE®. Voor de draaddoorsnede de maximaal mogelijke doorsnede van de apparaatklemmen van de kleinste regelaar aanhouden. De volgende tabel geeft deze doorsnede van de apparaatklemmen van het vermogensdeel van de MOVIDRIVE®-applicatieregelaars weer: MOVIDRIVE® 0015 0022 Doorsnede van de apparaatklemmen van het vermogensdeel MOVIDRIVE® Bouwgrootte Doorsnede van de apparaatklemmen van het vermogensdeel Voorbeeld 10 0030 0040 0055 0075 0110 1 2 Scheidingsklemmen 4 mm2 (AWG10) adereindhulzen DIN 46228 Combi-schroef M4 met klembeugel 4 mm2 (AWG10) adereindhulzen DIN 46228 6 mm2 (AWG10) perskabelschoen DIN 46234 Bouwgrootte 0150 0220 0300 3 Combi-schroef M6 met schijf max. 25 mm2 (AWG4) perskabelschoen DIN 46234 0370 0450 4 0550 0750 5 Bout M10 met moer max. 70 mm2 (AWG2/0) perskabelschoen DIN 46235 Er worden een MOVIDRIVE® MDF60A0220 en een MOVIDRIVE® MDF60A0110 via de tussenkring met elkaar gekoppeld. De doorsnede van de apparaatklemmen van de kleinste regelaar bedraagt 6 mm2 (AWG10). Er moet dus een kabel met 6 mm2 (AWG10) doorsnede en perskabelschoenen gebruikt worden. MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat 3.2 3 Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat Er mogen meer dan twee MOVIDRIVE®-applicatieregelaars via de tussenkring met elkaar gekoppeld worden. Het toelaatbare aantal regelaars hangt af van de som van de uitgangsvermogens van de regelaars en een systeem van puntentoekenning. Ontwerpaanwijzingen Let u op de volgende ontwerpaanwijzingen: • De tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat is alleen met 400/500 V-apparatuur (…-5_3) mogelijk, niet met 230 V-apparatuur. • Alleen het netterugvoedingsapparaat mag op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De via de tussenkring aangesloten regelaars mogen zelf niet op de netspanning worden aangesloten. • Controleer de specificaties van de netspanning. Let hierbij beslist op de ontwerpaanwijzingen in het handboek Netterugvoedingsapparaat MDR60A (→ hoofdstuk “Specificaties netspanning”). • Het netterugvoedingsapparaat moet uitgerust zijn met een netsmoorspoel. – Voor MDR60A0370 de netsmoorspoel ND085-013. – Voor MDR60A0750 de netsmoorspoel ND200-0033. • SEW adviseert om de qua vermogen grootste regelaar in de opstelling met een remweerstand uit te rusten. Let bij de selectie van de juiste remweerstand op de ontwerpaanwijzingen in het handboek Netterugvoedingsapparaat MDR60A (→ hoofdstuk “Bepaling van een optionele remweerstand”). • Sluit de regelaars stervormig aan op het netterugvoedingsapparaat. Gebruik een railsysteem als er te weinig tussenkringklemmen op het netterugvoedingsapparaat aanwezig zijn. • Op de tussenkring staat hoge gelijkspanning (tot 900 V). Gebruik voor de tussenkringkoppelingen kabels, die voor deze hoge gelijkspanning geschikt zijn, met getwiste aders. Wij adviseren voor de tussenkringkoppeling de geprefabriceerde kabel van SEW te gebruiken (→ “Geprefabriceerde kabel voor tussenkringkoppeling” op bladzijde 14). • De lengte van de tussenkringkoppeling mag maximaal 5 m (16.5 ft) bedragen. Let er op, de lengte van de tussenkringkoppeling zo kort mogelijk te houden. • Let voor de eventuele beveiliging van de tussenkring of van de motorkabels op de land- en installatiespecifiekevoorschriften. • Worden er meer dan zes MOVIDRIVE®-applicatieregelaars via de tussenkring gekoppeld, dan moet bij elk apparaat met de bouwgrootte 1 (0015-5A3 … 0040-5A3) en bouwgrootte 2 (0055-5A3 … 0110-5A3) in de opstelling een DCD12A dempingsmodule op de klem X4:8 (+UZ) worden aangesloten. • Het momentaan geleverde uitgangsvermogen van alle aangesloten regelaars mag niet meer bedragen dan 150% van het nominale vermogen van het netterugvoedingsapparaat. • Gebaseerd op een systeem van puntentoekenning mag slechts een bepaald aantal punten op een netterugvoedingsapparaat worden aangesloten, en wel: – maximaal 12 punten op een MOVIDRIVE® MDR60A0370 – maximaal 45 punten op een MOVIDRIVE® MDR60A0750 Aan de MOVIDRIVE®-applicatieregelaars wordt in relatie met de bouwgrootte een bepaald aantal punten toegekend, en wel: • • • • • bouwgrootte 1 (0015-5A3 … 0040-5A3) bouwgrootte 2 (0055-5A3 … 0110-5A3) bouwgrootte 3 (0150-503 … 0300-503) bouwgrootte 4 (0370-503 … 0450-503) bouwgrootte 5 (0550-503 … 0750-503) MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 1 punt 2 punten 4 punten 8 punten 15 punten 11 3 Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat Voorbeeldberekening toekenningspunten Op een netterugvoedingsapparaat MOVIDRIVE® MDR60A0370 kunnen de volgende MOVIDRIVE®-applicatieregelaars worden aangesloten: • 6 x MOVIDRIVE® MDF60A0040 (bouwgrootte 1) 6 x 1 = 6 punten • 1 x MOVIDRIVE® MDF60A0075 (bouwgrootte 2) 1 x 2 = 2 punten • 1 x MOVIDRIVE® MDF60A0150 (bouwgrootte 3) 1 x 4 = 4 punten som toegestane maximum = 12 punten = 12 punten Het maximum aantal toekenningspunten wordt niet overschreden, de combinatie is toegestaan. Het nominale vermogen van het netterugvoedingsapparaat MOVIDRIVE® MDR60A0370 is Pnom = 37 kW. De som van de momentaan geleverde uitgangsvermogens van de aangesloten regelaars mag 150% x Pnom = 55,5 kW niet overschrijden In dit voorbeeld bestaat de opstelling uit meer dan zes regelaars. Daarom moeten alle MOVIDRIVE®-applicatieregelaars van de bouwgrootten 1 en 2 (0015-5A3 …0110-5A3) uitgerust worden met de DCD12A dempingsmodule. 12 MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat Beveiligingen en voedingskabel 3 Bij de beveiliging en de bepaling van de doorsnede van de bedrading moeten principieel de land- en installatiespecifiekevoorschriften in acht genomen worden. Typen beveiliging F11/F12/F13 in de voeding: Geschikt voor de beveiliging van de voedingskabels zijn: a) smeltveiligheden van de bedrijfsklassen gL, gG b) installatie-automaten met de karakteristieken B,C Tussenkringkoppeling en tussenkringbeveiligingen Tussenkringkoppeling: De lengte van de leiding mag maximaal 5 m (16,5 ft) zijn. Onder de volgende voorwaarden kan de beveiliging in de tussenkring achterwege blijven: • De tussenkringkoppeling is beveiligd door de beveiliging aan de netzijde van het netterugvoedingsapparaat. Let er op dat in de tussenkring de 1,25-voudige netstroom vloeit. Hier is een tussenkringkoppeling met de maximaal toelaatbare aansluitdoorsnede van de aangesloten apparatuur zinvol ( → ” Draaddoorsnede tussenkringkoppeling” op bladzijde 10). • De lengte van de leiding bedraagt maximaal 3 m (10 ft), het kortsluitgevaar is tot een minimum beperkt en de leiding is niet in de buurt van brandbaar materiaal aangelegd. De tussenkringkoppeling moet in ieder geval zo kort mogelijk gehouden worden. Tussenkringbeveiligingen F21 … F26: De tussenkringbeveiliging moet afgestemd worden op het beveiligen van de leiding van de tussenkringkoppeling. In elk van beide leidingen, +UZ en -UZ, moet een beveiliging opgenomen worden. De beveiligingen moeten 500 VDC kunnen onderbreken. Let er op dat in de tussenkring de 1,25-voudige netstroom vloeit. MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 13 3 Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat Geprefabriceerde kabel voor tussenkringkoppeling SEW geeft het dringende advies om de hieronder genoemde kabelsets te gebruiken. Deze kabelsets zijn geschikt voor de betreffende spanning en zijn bovendien gekenmerkt met kleuren. Dit is noodzakelijk, omdat verwisseling van de polen en aardsluiting de aangesloten apparaten beschadigen. De kabel begrenst door zijn lengte de tussenkringkoppeling tot op de toelaatbare lengte van 5 meter (16.5 ft), waarbij voor de aansluiting van verschillende apparaten deze door de klant ook kunnen worden ingekort. De kabelschoenen voor de aansluiting op het netterugvoedingsapparaat en op één regelaar worden met het kabelset bijgeleverd. Voor de aansluiting van overige regelaars moeten in de handel verkrijgbare kabelschoenen gebruikt worden. De regelaars moeten dan stervormig op het netterugvoedingsapparaat worden aangesloten. type kabelset DCP12A DCP13A DCP15A artikelnummer 814 567 9 814 250 5 814 251 3 0015 ... 0110 0150 ... 0300 0370 ... 0750 voor de aansluiting van MOVIDRIVE® De kabelsets bestaan uit de volgende onderdelen: 14 DCP12A DCP13A DCP15A 1 stuks 1-aderige PVC-kabel H07V-K kleur zwart, 4 mm2 (AWG10), l = 5 m (16.5 ft) 1 stuks 1-aderige PVC-kabel H07V-K kleur zwart, 25 mm2 (AWG4), l = 5 m (16.5 ft) 1 stuks 1-aderige PVC-kabel H07V-K kleur zwart, 50 mm2 (AWG0), l = 5 m (16.5 ft) 1 stuks 1-aderige PVC-kabel H07V-K kleur rood, 4 mm2 (AWG10), l = 5 m (16.5 ft) 1 stuks 1-aderige PVC-kabel H07V-K kleur rood, 25 mm2 (AWG4), l = 5 m (16.5 ft) 1 stuks 1-aderige PVC-kabel H07V-K kleur rood, 50 mm2 (AWG0), l = 5 m (16.5 ft) 2 stuks ringkabelschoenen DIN46234 4-6 2 stuks ringkabelschoenen DIN46234 6-6 4 stuks ringkabelschoenen DIN46234 6-25 2 adereindhulzen DIN46228 E 4-12 2 stuks perskabelschoenen DIN46235 10-25 4 stuks perskabelschoenen DIN46235 10-50 MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 4 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat 4 Installatie 4.1 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat Schakeling A L1 L2 L3 PE K11 (AC-3) U1 V1 W1 U1 V1 W1 ND... ND... U2 V2 W2 U2 V2 W2 L1 L2 L3 netfilter NF... L1' L2' L3' L1 L2 L3 netfilter NF... L1' L2' L3' tussenkringkoppeling max. 2 m (6.6 ft) X1: 1 2 3 L1 L2 L3 X4: 7 8 -UZ +UZ PE 1e MOVIDRIVE ® X2: U V W 4 5 6 X1: X3: +R -R PE 8 9 1 2 3 L1 L2 L3 X4: 7 8 -UZ +UZ PE Een onjuiste tussenkringkoppeling 2e MOVIDRIVE® (verwisseling van polen, aardsluiting) leidt tot beschadiging U V W +R -R PE X2: X3: van de aangesloten apparatuur! 4 5 6 8 9 F16 grijpt in op K11 BW... M 3-fasen Afbeelding 3: Tussenkringkoppeling bij schakeling A MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling M 3- fasen 02207BNL 15 4 Tussenkringkoppeling zonder netterugvoedingsapparaat Schakeling B L1 L2 L3 PE K11 (AC-3) U1 V1 W1 ND... U2 V2 W2 L1 L2 L3 netfilter NF... L1' L2' L3' tussenkringkoppeling max. 2 m (6.6 ft) X1: 1 2 3 L1 L2 L3 X4: 7 8 -UZ +UZ PE 1e MOVIDRIVE® X2: U V W 4 5 6 X3: +R -R PE 8 9 X1: 1 2 3 X4: 7 8 L1 L2 L3 -UZ +UZ PE Een onjuiste tussenkringkoppeling 2e MOVIDRIVE® (verwisseling van polen, aardsluiting) leidt tot beschadiging U V W +R -R PE van de aangesloten apparatuur! X2: X3: 4 5 6 8 9 F16 grijpt in op K11 BW... M 3-fasen Afbeelding 4: Tussenkringkoppeling bij schakeling B 16 M 3- fasen 02208BNL MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 4 Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat 4.2 Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat L1 L2 L3 PE F11 K11 (AC3) Een onjuiste tussenkringkoppeling (verwisseling van polen, aardsluiting) leidt tot beschadiging van de aangesloten apparatuur! L1 L2 L3 NF... L1' L2' L3' L1 L2 L3 L1' L2' L3' ND... De aansluitingen voor de netspanning mogen niet worden aangesloten! 3 L2 L3 X1: 8 7 -U +U PE Z Z X4: X1: 1 PE L1 2 3 X3: 1 L2 L3 PE 3 2 5 4 DGND PE L1 2 DGND + 24 Vuitgang 1 Bedrijfsgereed max. 5 m (16.5 ft) F12 F13 + 24 V TRIP rood: MDR niet gereed geel: MDR gereed MOVIDRIVE® MOVIDRIVE® MDR X2: PE U 4 V 5 X3: +R -R W 6 8 9 PE -U +U -U +U -U +U -U +U PE X2: F25 Z Z Z Z Z Z Z Z PE 7a 8a 7b 8b 7c 8c 7d 8d bk rd rd bk rd bk F26 rd bk Aansluiting van overige regelaars. Indien noodzakelijk, een railsysteem toepassen. BW... l F16 grijpt in op K11 Afbeelding 5: Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 03626BNL 17 4 Tussenkringkoppeling met netterugvoedingsapparaat Worden er meer dan zes MOVIDRIVE®-applicatieregelaars via de tussenkring met elkaar gekoppeld, dan moet bij elk apparaat van de bouwgrootte 1 (0015-5A3 … 00405A3) en bouwgrootte 2 (0055-5A3 … 0110-5A3) in de opstelling een DCD12A dempingsmodule op X4:8 (+UZ) worden aangesloten. -UZ +UZ DCD12A X1: 쵰 1 2 3 L1 L2 L3 ® X4: 7 8 쵰 -UZ +UZ PE MOVIDRIVE 0015-5A3 ... 0110-5A3 X2: 쵰 U V W 4 5 6 X3: +R -R PE 8 9 쵰 03621BXX Afbeelding 6: DCD12A dempingsmodule aansluiten 18 MOVIDRIVE® tussenkringkoppeling 10/2000 SEW-EURODRIVE GmbH & Co · P.O. Box 3023 · D-76642 Bruchsal/Germany · Phone +49-7251-75-0 Fax +49-7251-75-1970 · http://www.sew-eurodrive.com · [email protected]
© Copyright 2025 ExpyDoc