hier - Kinderrijk

Inspectierapport
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR (BSO)
Laan Rozenburg 6
1181 ER AMSTELVEEN
Registratienummer: 334752346
Toezichthouder: GGD Amsterdam
In opdracht van: Gemeente Amstelveen
Datum inspectie: 07-04-2014
Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek
Status: definitief
Datum vaststellen inspectierapport: 14-05-2014
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
1/12
Inhoudsopgave
Het onderzoek
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Personeel en groepen
Veiligheid en gezondheid
Accommodatie en inrichting
Ouderrecht
Inspectie-items
Gegevens voorziening
Gegevens toezicht
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
2/12
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Op 7 april 2014 is er een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid
van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op basis van het risicoprofiel van de locatie zijn niet
alle kwaliteitseisen onderzocht. Het inspectieonderzoek is gericht op onderdelen van elk domein.
Beschouwing
Algemeen
KinderRijk is een organisatie met 16 locaties voor kinderdagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar in Amsterdam
en Amstelveen. Daarnaast heeft KinderRijk 13 buitenschoolse-opvanglocaties voor kinderen van 4 tot 12 jaar en
6 locaties voor de halve-dagopvang voor kinderen van 0 of 2 tot 4 jaar in Amstelveen.
Elke vestiging van KinderRijk staat onder leiding van een locatie- of clustermanager die verantwoordelijk is voor de
inzet van personeel en het opstellen en implementeren van locatiespecifiek beleid. De locatie- of clustermanager
kan in voorkomende situaties een beroep doen op de aandachtsfunctionarissen binnen KinderRijk.
De locatie
KinderRijk BSO Laan Rozenberg MdR is een kindercentrum met drie groepen. De leidinggevende geeft naast deze
locatie ook leiding aan een andere buitenschoolse-opvanglocatie van KinderRijk.
Klachtencoördinator en vertrouwenspersoon
Er is zowel een klachtencoördinator als een vertrouwenspersoon aangesteld voor de hele organisatie. De functie
van vertrouwenspersoon wordt bekleed door de bedrijfsmaatschappelijk werker. De functie van
klachtencoördinator wordt door twee personen van de afdeling Klantrelaties bekleed. Eén persoon coördineert de
klachten met betrekking tot de kinderdagverblijven en de andere persoon doet dit voor de buitenschoolse
opvang. Wanneer er een klacht binnenkomt, dient deze op een klachtenformulier geregistreerd te worden. Deze
formulieren worden verzameld door de klachtencoördinator die een overzicht bijhoudt en de klacht terugkoppelt
naar de leidinggevende van de betreffende locatie. De leidinggevende koppelt naar de coördinator terug welke
maatregelen er zijn genomen naar aanleiding van de klacht en de laatstgenoemde registreert dit. Elk kwartaal
wordt aan het managementteam een overzicht van klachten en maatregelen opgestuurd.
Oudercommissie
Er is een centrale oudercommissie (de ouderraad) actief bij KinderRijk. Deze oudercommissie krijgt
adviesaanvragen met betrekking tot het algemeen beleid voorgelegd. Daarnaast is er op de locatie KinderRijk BSO
Laan Rozenburg MdR een eigen oudercommissie actief. Deze oudercommissie heeft de centrale oudercommissie
gemandateerd voor organisatiebrede adviesaanvragen, bijvoorbeeld met betrekking tot het tarief en het
algemeen pedagogisch beleid.
De toezichthouder heeft tweemaal twee leden van de oudercommissie per e-mail proberen te contacteren, maar
er is helaas geen contact tot stand gekomen.
Advies aan college van B&W
Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in
ontvangst te nemen.
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
3/12
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De beroepskrachten waarborgen de emotionele veiligheid van de kinderen, doordat zij sensitief reageren op de
emoties van de kinderen en doordat zij de kinderen betrekken bij organisatorische bezigheden. Een kind dat zich
bezeert, wordt bijvoorbeeld direct getroost en tijdens het invullen van de presentielijst laat de beroepskracht een
kind helpen. Ook hebben zij respect voor de individiualiteit van de kinderen door hen bijvoorbeeld zelf activiteiten
te laten kiezen. De houder draagt tevens zorg voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, doordat er op
iedere groep minstens één vaste beroepskracht is ingezet. Een beroepskracht verklaart dat de kinderen conform
het wenbeleid in twee dagen kunnen wennen, indien nodig wordt de wenperiode afgestemd op de behoefte van
het kind. Daarnaast worden zorgen omtrent de ontwikkeling van de kinderen besproken in de teamvergadering en
met de ouders.
De ontwikkeling van de persoonlijke competentie van de kinderen wordt door de beroepskrachten gestimuleerd,
doordat zij uitdagende activiteiten aanbieden. Tijdens het inspectiebezoek maken bijvoorbeeld een aantal kinderen
een knuffel. Zij zijn zelf bezig met het vastspelden van de stof en de beroepskracht biedt hulp indien nodig. Ook
zijn er in de groepsruimten diverse knutselwerken uitgestald, zoals een robot die de kinderen hebben gemaakt
door onderdelen uit oude elektrische apparaten aan elkaar te solderen. Ook zijn er activiteiten die verband houden
met een thema en er wordt gewerkt met competentiediploma's, die de kinderen ontvangen als zij een bepaalde
vaardigheid onder de knie hebben.
De kinderen ontwikkelen hun sociale competenties, doordat beroepskrachten interacties tussen kinderen
stimuleren en begeleiden. Zo is er één beroepskracht met een groep kinderen aan het voetballen in de gymzaal.
De beroepskracht moedigt de kinderen aan om de bal over te spelen naar elkaar en om actief mee te doen. Bij
het buiten spelen grijpt de beroepskracht in bij een conflict tussen twee kinderen. Tevens stimuleren de
beroepskrachten de ontwikkeling van de sociale competentie door tijdens het eetmoment aandacht te hebben
voor alle kinderen en te vragen hoe hun dag is geweest. Tevens dragen de beroepskrachten actief bij aan een
positieve sfeer op de groep door het maken van grapjes met de kinderen.
De beroepskrachten dragen op verschillende momenten zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Tijdens het eetmoment moeten kinderen bijvoorbeeld eerst vragen of zij van tafel mogen. Er wordt duidelijk
uitgelegd dat kinderen mogen spelen als hun eten op is. De beroepskrachten zijn hierin consequent. Ook wordt er
een goede gezondheidspraktijk uitgedragen. Zo is er de regel dat kinderen hun schoenen uit moeten doen als ze
boven in het speelhuis gaan spelen. Tijdens het inspectiebezoek herinnert de beroepskracht een kind hieraan en
legt uit dat de vloer anders vies wordt.
Gebruikte bronnen:
- 'Pedagogische werkwijze KinderRijk Buitenschoolse opvang Laan Rozenburg MdR' (d.d. 8 augustus 2013)
- Inspectieonderzoek
- Gesprek met de beroepskrachten
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
4/12
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen werkzaam bij het
kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef bestaat uit het
personeel dat op de dag van het inspectiebezoek werkzaam was.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de cao Kinderopvang.
Beroepskracht-kind-ratio
Tijdens het inspectiebezoek werd er voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio. Op de groepen Poema's en
Dolfijnen worden er op elke groep achttien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de groep
Barracuda worden er negentien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten.
Dagelijks worden op de groepen maximaal twintig kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Er zijn
voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen; er zijn geen
vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van invalkrachten van KinderRijk.
De beroepskrachten werken op schooldagen van 14.30 tot 18.30 uur en pauzeren niet. Op schoolvrije dagen
hebben de beroepskrachten de volgende werktijden: van 8.15 tot 17.30 uur of van 8.30 tot 18.30 uur, met een
pauze van 45 minuten. Met deze werktijden wordt er redelijkerwijs voldaan aan de eisen omtrent het afwijken
van de beroepskracht-kind-ratio.
Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat er te allen tijde met ten
minste drie beroepskrachten afgesloten wordt.
Opvang in groepen
Er zijn drie basisgroepen die elk bestaan uit maximaal twintig kinderen. In de groepen Dolfijnen en Poema's
worden kinderen tussen de 4 en 8 jaar oud opgevangen. De groep Barracuda's bestaat uit kinderen tussen de 8
en 12 jaar oud. Op woensdag en vrijdag worden de groepen Dolfijnen en Poema's structureel samengevoegd. Dit
is schriftelijk vastgelegd in de pedagogische werkwijze. Elk kind behoort tot één basisgroep. De opvang vindt,
buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze basisgroepen.
Gebruikte bronnen:
- Inspectieonderzoek
- Gesprek met de beroepskrachten
- Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag
- Afschriften van diploma's
- 'Pedagogische werkwijze KinderRijk Buitenschoolse opvang Laan Rozenburg MdR' (d.d. 8 augustus 2013)
- Presentielijsten (februari en maart 2014)
- Roosters (februari en maart 2014)
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
5/12
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Voor de beroepskrachten zijn werkinstructies opgesteld waarin staat welke maatregelen op welk moment
moeten worden genomen in verband met de veiligheids- en gezondheidsrisico's. Deze werkinstructies zijn te
raadplegen in de personeelsruimte. Ook komen er thema's op het gebied van veiligheid en gezondheid terug in het
werkoverleg. Er vindt één keer per maand teamoverleg plaats en één keer per maand is er groepsoverleg.
De beroepskrachten handelen conform de werkinstructies. De kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar worden
bijvoorbeeld door de beroepskracht uit de klas opgehaald en met de oudere kinderen zijn er
zelfstandigheidscontracten waarin met de ouders is vastgelegd dat zij zeflstandig mogen buiten spelen. Tevens
vullen de beroepskrachten direct de presentielijsten in.
De beroepskrachten hanteren heldere gedragsregels en helpen de kinderen hieraan herinneren. Er is bijvoorbeeld
in één basisgroepsruimte een speelhuis met een trap. Tijdens het inspectiebezoek herinneren de beroepskrachten
de kinderen aan de regels omtrent het gebruik van het speelhuis, zoals de regel dat er maximaal vier kinderen
boven in het speelhuis mogen spelen. Tijdens het buiten spelen schiet een kind een bal steeds over het hek van de
buitenspeelruimte. Het kind komt meerdere malen om de bal vragen bij de beroepskracht omdat het de afspraak
is dat kinderen niet buiten het terrein van de butienspeelruimte komen. De beroepskracht haalt consequent zelf de
bal op en geeft deze aan het kind.
Ook wat betreft de gezondheid handelen de beroepskrachten conform de werkinstructies. Op een van de groepen
staat er een kiepraam open voor de ventilatie. De overige groepen zijn aangesloten op het ventilatiesysteem van
de school.
Meldcode kindermishandeling
Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld,
gebaseerd op de meldcode van de Brancheorganisatie Kinderopvang die voldoet aan de huidige wet- en
regelgeving. De meldcode is eigen gemaakt voor de locatie en in januari 2014 vastgesteld.
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode door middel van een jaarlijkse cursus voor de
beroepskrachten. De meldcode is voor de beroepskrachten vindbaar op intranet en in de personeelsruimte. De
beroepskrachten zijn bekend met de signalen van kindermishandeling en weten wat de eerste stap is bij een
vermoeden.
Gebruikte bronnen:
- Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (versie januari 2014)
- Inspectieonderzoek
- Gesprek met de beroepskrachten
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
6/12
Accommodatie en inrichting
Binnenspeelruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar. Het kindercentrum
beschikt over drie basisgroepsruimtes. Deze ruimtes zijn passend ingericht in overeenstemming met het aantal en
de leeftijd van de op te vangen kinderen. Zo is er voor de jongste kinderen een legohoek, een spelletjeskast en
een knutselkast waar de kinderen zelf het speelgoed uit kunnen pakken. Ook is er in de basisgroepsruimte van de
Poema's een speelhuis met zitzakken waar de kinderen kunnen ontspannen. In de basisgroepsruimte van de
Barracuda's staan verkleedkleren en diverse knutselspullen, zoals speksteen, figuurzagen of naaigerei, die de
kinderen onder begeleiding van een beroepskracht mogen gebruiken. Naast de basisgroepsruimtes is er een grote
gymzaal, een atelier en een ruimte met een pooltafel. Tevens zijn er in de hal een aantal speelhoeken.
Buitenspeelruimte
De buitenschoolse opvang beschikt over een ruime en toegankelijke aangrenzende buitenspeelruimte. Deze
ruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. Zo is er een grote
houten boot waar de kinderen op kunnen klimmen met daaromheen zand en boomstammen, voetbaldoelen en
rekstokken. Ook beschikt de buitenschoolse opvang over los buitenspeelmateriaal, zoals skeelers en ballen, die de
kinderen zelf kunnen pakken.
Gebruikte bronnen:
- Inspectieonderzoek
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
7/12
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders via de website van de locatie, waar onder andere de pedagogische werkwijze te
downloaden is. Ook worden ouders geïnformeerd door middel van een intakegesprek, een intakemap, een
tweemaandelijkse nieuwsbrief en een jaarlijks oudergesprek. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle
ouders. Tevens heeft de houder het meer recente inspectierapport van de GGD op de website geplaatst.
Ouders worden middels bovenstaande bronnen onvoldoende geïnformeerd over de beroepskracht-kind-ratio. In
de pedagogische werkwijze staat genoemd uit hoeveel kinderen de groepen maximaal bestaan en dat er
afhankelijk van de groepssamenstelling 'voldoende medewerkers' worden ingezet. Hierbij staat niet vermeld
hoeveel kinderen er maximaal worden opgevangen per beroepskracht. De houder is in de gelegenheid gesteld
deze informatie aan te passen. Op 28 april 2014 heeft de houder een aangepaste versie van het pedagogisch
beleidsplan toegestuurd, waarin de beroepskracht-kind-ratio is opgenomen.
Oudercommissie
Er is een oudercommissie ingesteld op de locatie, bestaande uit drie leden. De oudercommissie heeft de centrale
ouderraad gemandateerd.
In 2014 zijn er twee nieuwe leden toegetreden tot de oudercommissie. De leidinggevende heeft tijdens een
vergadering met de oudercommissie het welbevinden van de kinderen naar aanleiding van de observaties
besproken. Daarnaast zijn de pedagogische werkwijze en een verbeterplan van de vestiging met de
oudercommissie besproken waarmee de oudercommissie akkoord is gegaan. De leidinggevende verklaart in een
telefoongesprek dat inmiddels ook de risico-invenatrisaties veiligheid en gezondheid met de oudercommissie zijn
besproken, waarbij de oudercommissie de gelegenheid tot het geven van adviezen is gesteld.
Gebruikte bronnen:
- 'Pedagogische werkwijze KinderRijk Buitenschoolse opvang Laan Rozenburg MdR' (versie 8 augustus 2013)
- 'Pedagogische werkwijze KinderRijk Buitenschoolse opvang Laan Rozenburg MdR' (verise 28 april 2014)
- Website www.kinderrijk.nl
- Notulen vergadering met de oudercommissie (d.d. 26 november 2013)
- Telefoongesprek met de leidinggevende (d.d. 25 april 2014)
- Inspectieonderzoek
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
8/12
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke
competentie te komen.
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale
competentie te komen.
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in
het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de
werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de
werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO
Kinderopvang is opgenomen.
Beroepskracht-kind-ratio
A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de
rekentool op www.rijksoverheid.nl.
OF
B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder
beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is.
Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten
ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na
16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor
dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken
van de beroepskracht-kind-ratio.
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het
basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Of
B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het
basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Indien een kind in een andere basisgroep dan de vaste basisgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer
dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode.
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden
genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de
maatregelen.
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
9/12
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde
risico-inventarisatie veiligheid.
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden
genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de
maatregelen.
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde
risico-inventarisatie gezondheid.
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen.
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting
Binnenspeelruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen
kinderen.
Buitenspeelruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst
op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het
inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
Oudercommissie
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met
betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen.
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
10/12
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Vestigingsnummer
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse opvang
:
:
:
:
:
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR
000000000000
http://www.kinderrijk.nl/
60
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcde en plaats
KvK nummer
Website
:
:
:
:
:
KinderRijk Buitenschoolse Opvang B.V.
Bovenkerkerweg 4
1185 XE AMSTELVEEN
34321115
www.kinderrijk.nl
:
:
:
:
:
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Postbus 2200
1000 CE AMSTERDAM
020 555 55 75
Mw. E.A. Leyen, MSc.
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Postadres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam
Postadres
Postcode en plaats
: Gemeente Amstelveen
: Postbus 4
: 1180 BA AMSTELVEEN
Planning
Datum inspectiebezoek
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststellen inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
07-04-2014
29-04-2014
14-05-2014
14-05-2014
22-05-2014
: 22-05-2014
:
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
11/12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.
KinderRijk BSO Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek 07-04-2014
12/12