Rekenkamer Wageningen Aan: voorzitter en leden van de gemeenteraad Wageningen, 29 januari 2014 Onderwerp: rapport "Wat is goed voor de wijk?" ; evaluatie wijkgericht werken gemeente Wageningen Geachte heer, mevrouw, De Rekenkamer Wageningen heeft de afgelopen maanden door I&O Research een onderzoek uit laten voeren naar het wijkgericht werken in Wageningen. De Rekenkamer is blij met het onderzoeksrapport; het geeft een goed beeld van de lokale invulling van het wijkgericht werken. De ervaringen die in kaart zijn gebracht kunnen van pas komen bij ontwikkelingen in het sociale domein . Het rapport van de Rekenkamer, met daarin opgenomen het onderzoeksrapport van I&O, de bestuurlijke reactie van het College van burgemeester en wethouders en het nawoord van de Rekenkamer bieden wij u bij deze aan. Aanbieding aan en behandeling door de huidige gemeenteraad vinden wij van belang vanwege de actuele discussie m.b.t. de 3 decentralisaties (en de invulling van de zgn. "participatiesamenleving") en de nieuwe college-onderhandelingen. Hopelijk kan het onderzoek daar een bijdrage aan leveren. De Rekenkamer is blij met de reactie van het College dat de belangrijkste aanbeveling zal worden overgenomen en het rapport moet worden meegenomen bij de vorming van een nieuw College. Het is aan de leden van de (huidige) gemeenteraad om afspraken te maken over de te maken keuzes en de daarvoor benodigde termijn. Het is aan de nieuwe gemeenteraad om er voor te waken dat het onderzoek een rol kan spelen bij de voornemens op dit terrein. In de inleiding van het onderzoeksrapport wordt vermeld dat er drie niveaus zijn waarop WGW resultaten kan boeken: 1. het bevorderen van de betrokkenheid van burgers bij de leefomgeving, 2. coproductie van burgers, gemeente en maatschappelijke partners en 3. het realiseren van beleidsprogramma’s. De algemene conclusie is dat er in Wageningen op de eerste twee niveaus weliswaar resultaten worden geboekt, maar dat daarbij sprake is van versnippering en er vraagtekens kunnen worden gezet bij de doelmatigheid en met name doeltreffendheid. Op het derde niveau worden nauwelijks aantoonbare resultaten behaald. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn gelegen in een gebrek aan kaderstelling en focus en daarmee sturing. Daarnaast is de samenwerking met de maatschappelijke partners niet optimaal en het WGW is nog onvoldoende vraaggericht. Naast de verbeterslagen die hierin kunnen worden gemaakt ligt het voor de hand om een politieke afweging te maken of deze uitkomsten passen bij de ambitie die Wageningen heeft bij het WGW. Daarbij is het mede van belang om stil te staan bij de lessen uit de ´periode´ wijkgericht werken met het oog op de huidige en komende uitwerking van de decentralisaties in het sociale domein. De belangrijkste aanbeveling heeft betrekking op het maken van een heldere keuze voor de toekomst van het WGW. "Maak een heldere bestuurlijke keuze voor het al dan niet continueren van het WGW. Baseer de keuze op een afwegingsproces waarbij ook inwoners en maatschappelijke partners kunnen inspreken. Dan kan wijkgericht werken een goed instrument zijn voor een evenwichtige verhouding tussen burgers en overheid" Stel -indien besloten wordt verder te gaan- op hoofdlijnen bestuurlijke kaders voor het WGW vast m.b.t. tot de strekking van het WGW. De onderzoekers hebben hun werk goed kunnen verrichten dankzij de zeer bereidwillige medewerking van zowel de ambtelijke organisatie, de fracties, het College alsook de maatschappelijke partners. Onderzoeken van de Rekenkamer zijn gericht op het leveren van een bijdrage aan mogelijke verbeteringen. In het rapport is aandacht voor zaken die goed gaan en voor kritiekpunten. Deze kritiekpunten zijn de basis voor de aanbevolen verbeteringen. Alleen indien deze rapportage zo wordt opgevat dan heeft de Rekenkamer haar doel bereikt. Hoogachtend Mr. A.H. Teeuw Voorzitter Rekenkamer Wageningen i.a.a. college De Verordening Rekenkamer geeft aan dat de raad de rapporten van de Rekenkamer binnen een redelijke termijn na openbaarmaking bespreekt.
© Copyright 2024 ExpyDoc