Verslag - Gemeente Nijmegen

Verslag vergadering (149O)
Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen
Verslag vergadering 24 januari 2014
Aanwezig:
A. van Ruth (voorzitter Rekenkamer)
M. van Dam (lid Rekenkamer)
J. Smink (secretaris Rekenkamer)
H. Schraven
Afwezig met afmelding:
X
Afwezig zonder
X
afmelding:
De heer Schraven heeft een idee voor onderzoek door de Rekenkamer aangeleverd. Kort
samengevat gaat het erom dat de gemeenten Nijmegen en Groesbeek (maar ook de provincie
Gelderland en de Europese Unie) geld steken in de visualisatie (en meer) van een romeins
aquaduct, waarvan het maar zeer de vraag is of dit daar ooit heeft gelegen. De heer Schraven heeft
aangegeven dat er één scriptie is waar men zich op baseert, terwijl uit die scriptie nu juist niet
geconcludeerd kan worden dat er een romeins aquaduct heeft gelegen op de plaats waar dit
vermoed werd (scriptie was bij de vergaderstukken gevoegd (openbaar; beschikbaar op
www.nijmegen.nl/rekenkamer/vergaderingen), evenals de reflectie van de heer Schraven op de
aanpak van het onderzoek en de getrokken conclusies). De heer Schraven heeft een vergelijking
getrokken met de gang van zaken rond een mikwe (joods ritueel badhuis) in Venlo (voor de inhoud
daarvan wordt ook verwezen naar de vergaderstukken (openbaar)).
De heer Schraven heeft het kwalijk genoemd dat gemeenschapsgeld is en wordt gestoken in het
visualiseren van iets waarvan tot op heden niet vaststaat of het bestaan heeft (op die plek). Verder
heeft hij aangegeven dat de aanwijzing als archeologisch monument beperkingen voor bewoners
met zich meebrengt. Om te voorkomen dat er nog meer geld wordt uitgegeven aan dit vermoedde
romeinse aquaduct, heeft hij zich met een verzoek om onderzoek tot de Rekenkamer gewend. Dat
onderzoek zou zich kunnen richten op de gehanteerde methodologie en op basis daarvan te trekken
conclusies in de scriptie waarop men zich baseert, maar ook op de aannames die daarin gedaan zijn.
Kijkend naar romeinse werken over de watervoorziening, ligt de vermoedde ligging van het
aquaduct niet voor de hand. Een insteek van het onderzoek kan ook zijn om na te gaan waar de
Verslag vergadering (149O)
Vervolgvel
1
gemeente Nijmegen zich op gebaseerd heeft bij het besluit om het romeinse aquaduct te
visualiseren.
De Rekenkamer heeft aangegeven extra stukken te verzamelen en zich te beraden op het verzoek.
Zij zal enerzijds afwegen of zij al dan niet een onderzoek zal doen, en zo ja wanneer dat onderzoek
dan zou moeten plaatsvinden. Is het nodig dat op korte termijn te doen en moeten geplande
onderzoeken voor 2014 daarvoor aangepast worden of wijken, of kan zo’n onderzoek in 2015
worden uitgevoerd?
De secretaris houdt de heer Schraven op de hoogte.
De voorzitter
De secretaris
A.G.P. van Ruth
J.J. Smink