COMPACTE MESTVERSPREIDER HANDLEIDING

COMPACTE MESTVERSPREIDER
MODEL MX25, MX50G & MX80G
WIELAANDRIJVING
Model MX50P & MX80P
AFTAKASAANDRIJVING
HANDLEIDING
GEDRUKT IN CANADA
VERSIE: MAART 2008
STUKNUMMER: Z97021
WALLENSTEIN
COMPACTE MESTVERSPREIDER
GARANTIE
Dit product is gegarandeerd vrij van materiaal- en afwerkingsgebreken bij normaal gebruik en onderhoud en dit voor
een periode van één (1) jaar vanaf de datum van aankoop, wanneer het wordt gebruikt en onderhouden conform de
onderhouds- en gebruiksvoorschriften verschaft bij deze machine. Deze garantie dekt geenszins schade voortvloeiend uit
verkeerd gebruik of nalatigheid.
Onder geen enkel beding zal de fabrikant aansprakelijk zijn voor gelijk welke gevolgschade of kosten van welke aard
ook, met inbegrip van winstderving. De fabrikant is onder geen enkel beding aansprakelijk m.b.t. sleepvoertuigen van welke
aard dan ook. De fabrikant is niet aansprakelijk voor het onderhoud van het product.
Deze garantie geldt enkel voor de oorspronkelijke koper en is niet overdraagbaar. De garantie vervalt wanneer
iemand anders dan een Bevoegd Servicecenter van Wallenstein heeft geprobeerd herstellingen uit te voeren.
Indien er een probleem ontstaat met betrekking tot een product, contacteer dan de lokale dealer bij wie u de machine
kocht. Enkel bevoegde dealers van Wallenstein zijn bevoegd om herstellingen aan het product uit te voeren of om de
vervanging van defecte onderdelen uit te voeren. Dit gebeurt zonder kosten en binnen een redelijke tijdspanne na ontvangst
van het product. De machine of de onderdelen worden op kosten van de klant teruggestuurd naar het bevoegde Servicecenter.
Schade tijdens het transport wordt niet gedekt door de garantie. Gelieve het originele aankoopbewijs bij elke claim te voegen
(maak een kopie van het bewijs voor uw eigen administratie).
De verantwoordelijkheid van de verdeler inzake de garantie is beperkt tot het herstellen van het product en/of het
vervangen van onderdelen. De koper kan hierop een beroep doen in plaats van andere rechtsmiddelen, met inbegrip van
gevolgkosten en onkosten. Er zijn geen andere uitdrukkelijke of impliciete garanties dan deze die in dit document worden
vermeld. Voor het adres van dichtst bijzijnde Erkende Service Centre gelieve de fabrikant te contacteren:
EMB MAnufacturing Inc
4144 Boomer Line
St Clemens, Ontario
N0B 2M0 Canada
Tel.: 519-699-9283
Fax: 519-699-4146
DE AANSPRAAK OP GARANTIE VERVALT INGEVAL VAN NIET-REGISTRATIE
WALLENSTEIN
COMPACTE MESTVERSPREIDER
REGISTRATIE I.V.M. GARANTIE & INSPECTIERAPPORT
REGISTRATIE I.V.M. GARANTIE (a.u.b. in drukletters invullen)
Dit formulier moet door de dealer worden ingevuld en zowel door de dealer als door de klant worden
ondertekend op het moment van de levering.
Naam van de klant
Naam van de dealer
Adres
Adres
Stad, Staat/Provincie, Code
Stad, Staat/Provincie, Code
Telefoonnummer (
Telefoonnummer (
)
)
Naam van de contactpersoon
Model
Serienummer
Leveringsdatum
DEALERINSPECTIERAPPORT
VEILIGHEID
____ Oliepeil in tandwielkast controleren
____ Transportketting beweegt vrij
____ Bevestigingen aangedraaid
____ Machine smeren
____ Bandendruk controleren
____ Borgpen door trekstang geplaatst
____ Controleren of de koppeling van de
transportketting vrij beweegt
____ Controleren of de kloppers vrij draaien
____ Veiligheidsketting aan trekhaak
____ Alle stickers aangebracht
____ Afdek- en beschermkappen aangebracht
____ Gebruiks- en veiligheidsvoorschriften lezen
Ik heb de koper grondig geïnformeerd over de bovenvermelde apparatuur door o.a. de volgende
punten te bespreken: de inhoud van de handleiding, zorg voor apparatuur, aanpassingen, veilige
werking en het toepasselijke garantiebeleid.
Datum
Handtekening van de vertegenwoordiger
Ik heb de bovenvermelde apparatuur en handleiding in ontvangst genomen en werd grondig
geïnformeerd over de zorg, aanpassingen, veilige werking en het toepasselijke garantiebeleid.
Datum
Handtekening van de eigenaar
PLAATS VAN HET SERIENUMMER
Geef uw dealer altijd het serienummer van uw Wallenstein Compacte Mestverspreider wanneer u
onderdelen bestelt, service of andere informatie aanvraagt.
Het plaatje met het serienummer bevindt zich op de aangeduide plaats. Noteer de nummers op de
daartoe voorziene plaatsen om ze gemakkelijk te kunnen terugvinden.
PLAATS VAN HET SERIENUMMER
Modelnummer ____________________________________________________
Serienummer _____________________________________________
Inhoudstafel
Garantie
Inspectierapport
Plaats van het serienummer
1
Inleiding
2
Veiligheid
2.1
Algemene veiligheid
2.2
Machineveiligheidsvoorschriften
2.3
Veiligheidsopleiding
2.4
Veiligheidsplaatjes
2.5
Voorbereiding
2.6
Onderhoudsveiligheid
2.7
Bedrijfsveiligheid
2.8
Opslagveiligheid
2.9
Transportveiligheid
2.10 Aanmeldingsformulier
3
Plaats van de veiligheidsplaatjes
4
Gebruik
4.1
Aan de nieuwe operator of eigenaar
4.2
Machineonderdelen
4.3
Eerste gebruik
4.4
Checklist voor het gebruik
4.5
Bedieningselementen
4.6
4.7
4.8
4.9
4.10
5
5.1
5.1.1
5.1.2
5.1.3
5.1.4
5.2
5.2.1
5.2.2
5.2.3
6
7
7.1
7.2
Montage
Aankoppelen/loskoppelen
Gebruik op het terrein
Transport
Opslag
Service en onderhoud
Service
Vloeistoffen en smeermiddelen
Smering
Onderhoudsintervallen
Onderhoudsschema
Onderhoud
Aandrijflijn onderhouden
Aandrijfriem aanspannen en uitlijnen
Transportbandketting aanspannen
Probleemoplossing
Specificaties
Mechanisch
Draaimoment
1 INLEIDING
Gefeliciteerd met uw keuze voor een Wallenstein Compacte Mestverspreider. Deze machine werd
ontworpen en geproduceerd om in de behoeften van veeleisende veehouderijbedrijven te voorzien.
Met het oog op een veilige, efficiënte en probleemloze werking van uw Compacte Mestverspreider van
Wallenstein moeten u en al wie de mestverspreider zal gebruiken of onderhouden de informatie over
veiligheid, gebruik, onderhoud en probleemoplossing uit deze handleiding lezen en begrijpen.
Deze handleiding heeft betrekking op de Wallenstein Compacte Mestverspreider model MX25,
MX50G & MX80G (wielaandrijving) en model MX50P & MX80P (aftakasaandrijving). Gebruik de
inhoudstafel of index als leidraad om de nodige informatie terug te vinden.
Bewaar deze handleiding om ze later te kunnen raadplegen en ze aan nieuwe gebruikers of eigenaars
te bezorgen. Bel uw Wallenstein dealer of verdeler als u hulp, informatie of extra exemplaren van een
handleiding nodig heeft.
RICHTINGAANDUIDINGEN – De richtingen links, rechts, vooruit en achteruit die in deze handleiding
worden vermeld, gelden wanneer men in de bestuurderstoel zit en in de rijrichting kijkt.
2 VEILIGHEID
VEILIGHEIDSSYMBOOL
Dit veiligheidssymbool betekent
OPGELET! LET OP!
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID!
Het veiligheidssymbool wijst op belangrijke
veiligheidsboodschappen op de Wallenstein
Compacte Mestverspreider en in de handleiding.
Als u dit symbool ziet, hou dan rekening met de
mogelijkheid van lichamelijke letsels of
overlijden. Neem de voorschriften uit de
veiligheids-boodschap in acht.
Waarom is VEILIGHEID belangrijk voor u?
3 hoofdredenen
Ongevallen kunnen letsels en
overlijden tot gevolg hebben
Ongevallen kosten geld
Ongevallen zijn te vermijden
SIGNAALWOORDEN:
Let op het gebruik van de signaalwoorden
GEVAAR, WAARSCHUWING en OPGELET in
de veiligheidsboodschappen. Het gepaste
signaalwoord voor elke boodschap werd gekozen
op basis van de volgende richtlijnen:
GEVAAR – Wijst op een onmiddellijk
gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt
vermeden, tot een overlijden of ernstige letsels
zal leiden. Dit signaalwoord mag enkel worden
gebruikt voor de meest extreme situaties die zich
doorgaans voordoen bij machineonderdelen die
niet kunnen worden afgeschermd, om functionele
redenen.
WAARSCHUWING – Wijst op een mogelijk
gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt
vermeden, tot een overlijden of ernstige letsels
zou kunnen leiden; het gaat o.a. gevaren
waaraan men wordt blootgesteld wanneer
afdekkappen worden verwijderd. Dit kan ook
betrekking hebben op onveilige praktijken.
OPGELET – Wijst op een mogelijk gevaarlijke
situatie die, indien ze niet wordt vermeden, tot
lichte of matige letsels kunnen leiden. Dit kan ook
betrekking hebben op onveilige praktijken.
Als u nog vragen heeft die niet in deze handleiding worden beantwoord, als u extra exemplaren wenst
of als de handleiding beschadigd is, contacteer dan uw dealer of Wallenstein, 4144 Boomer Line, St.
Clements, Ontario, N0B 2M0. Telefoonnummer (519) 699-9283 of faxnummer (519) 699-4146.
VEILIGHEID
2.1 ALGEMENE VEILIGHEID
U bent verantwoordelijk voor de VEILIGE
werking en het onderhoud van uw Wallenstein
Compacte Mestverspreider. U moet ervoor
zorgen dat u en al wie de mestverspreider gaat
gebruiken, onderhouden of errond zal werken,
vertrouwd is met de gebruiks- en onderhoudsprocedures en daarmee verband houdende
VEILIGHEIDSINFORMATIE uit deze
handleiding. In deze handleiding vindt u een
stapsgewijs overzicht van uw werkdag en alle
goede veiligheidspraktijken die u in acht moet
nemen wanneer u met de mestverspreider werkt.
Vergeet niet, U bent verantwoordelijk voor de
veiligheid. Goede veiligheidspraktijken
beschermen niet alleen u, maar ook de mensen
rondom u. Maak van deze praktijken een
essentieel onderdeel van uw
veiligheidsprogramma. Zorg ervoor dat
IEDEREEN die de machine gebruikt, vertrouwd
is met de aanbevolen gebruiks- en
onderhoudsprocedures en altijd de
veiligheidsvoorzorgen in acht neemt. De meeste
ongevallen zijn te voorkomen. Riskeer geen
letsels of overlijden door goede
veiligheidspraktijken te negeren.
• Eigenaars van een compacte mestverspreider
moeten gebruikers of medewerkers gebruiksinstructies geven alvorens hen met de machine
te laten werken en minstens elk jaar daarna.
• De belangrijkste veiligheidsvoorziening van
deze machine is een VEILIGE gebruiker. De
gebruiker moet ALLE veiligheids- en
gebruiksvoorschriften uit de handleiding lezen,
begrijpen en in acht nemen. De meeste
ongevallen zijn te voorkomen.
• Iemand die niet alle gebruiks- en veiligheidsvoorschriften heeft gelezen en begrepen, mag
niet met de machine werken. Een niet-opgeleide
gebruiker stelt zichzelf en omstaanders bloot aan
mogelijke ernstige letsels of overlijden.
• Pas de apparatuur op geen enkele manier aan.
Elke ongeoorloofde aanpassing kan de werking
en/of veiligheid schaden en de levensduur van
de machine beïnvloeden.
• Denk aan VEILIGHEID! Werk veilig!
1. Lees en begrijp de handleiding en
alle veilig-heidsboodschappen
alvorens de mestverspreider te
gebruiken, te onderhouden, aan te
passen of schoon te maken.
2. Zorg ervoor dat een EHBO-kit
voorhanden is indien nodig en dat
men weet hoe die moet worden
gebruikt.
3. Zorg ervoor dat een brandblusser
voorhanden is indien nodig en dat men
weet hoe die moet worden gebruikt.
4. Laat niemand meerijden op de
machine.
5. Draag de gepaste
beschermingsmiddelen.
Deze lijst omvat, maar is
niet beperkt tot:
- een veiligheidshelm
- veiligheidsschoenen met
antislipzool
- een veiligheidsbril of
gelaatsscherm
- zware handschoenen
- regenkledij
- oorbeschermers
- ademhalingsapparaat of filtermasker
6. Plaats alle afdekkappen en maak ze
goed vast alvorens te beginnen.
7. Draag gepaste oorbeschermers als u
lange tijd wordt blootgesteld aan lawaai.
8. Schakel de machine uit, stop en leg
de motor stil, trek de sleutel uit het
contact en stop hem in uw zak, zet de parkeerrem op en
wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens
onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren
of blokkeringen te verwijderen.
9. Zorg ervoor dat zich geen mensen, vooral kleine
kinderen, in de omgeving bevinden alvorens de machine
te gebruiken.
10. Neem de veiligheidsinformatie jaarlijks door met al
het personeel dat de mestverspreider zal gebruiken of
onderhouden.
2.2 MACHINEVEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
1. De veiligheid van de gebruiker en
omstaanders is een van de grootste
bekommernissen bij het ontwerp en de
ontwikkeling van machines. Ieder jaar doen zich
echter tal van ongevallen voor die te vermijden
waren als men enkele seconden had nagedacht
en voorzichtiger was omgegaan met de
apparatuur. U, de gebruiker, kunt tal van
ongevallen vermijden door de volgende
voorzorgen uit dit hoofdstuk in acht te nemen.
Om lichamelijke letsels of overlijden te
voorkomen moet u de volgende voorzorgen in
acht nemen en al wie met u of voor u werkt ertoe
aanzetten om ze in acht te nemen.
2. Voor een beter zicht kunnen sommige foto’s of
illustraties in deze handleiding een onderdeel
tonen waarvan de beschermkap is verwijderd. De
machine mag echter nooit in die toestand worden
gebruikt. Alle beschermkappen moeten op hun
plaats blijven zitten. Als een beschermkap moet
worden verwijderd, moet die worden
teruggeplaatst alvorens de machine te gebruiken.
3. Vervang alle onleesbare of ontbrekende
veiligheidsplaatjes of instructieplaatjes. De plaats
van dergelijke veiligheidsplaatjes wordt
aangegeven in deze handleiding.
4. Gebruik nooit alcoholische dranken of
geneesmiddelen die nadelig zijn voor de
alertheid of coördinatie wanneer u de machine
gebruikt. Raadpleeg uw arts indien u
geneesmiddelen op voorschrift inneemt.
5. Jonge kinderen mogen in geen geval met
deze machine werken. Personen mogen de
machine pas gebruiken of monteren indien ze
deze handleiding hebben gelezen en de
werking en veiligheidsvoorschriften grondig
begrijpen. Neem de veiligheidsinstructies
jaarlijks door met alle gebruikers.
6. Deze machine is gevaarlijk voor kinderen en
personen die niet vertrouwd zijn met de werking
ervan. De gebruiker moet een verantwoordelijke,
goed opgeleide en fysiek capabele persoon zijn
die vertrouwd is met machines en opgeleid is in
het gebruik van deze apparatuur. Als ouderen
meewerken, moet rekening worden gehouden
met hun fysieke beperkingen.
7. Overschrijd nooit de grenzen van een
onderdeel. Als er twijfel is of de machine een
taak aankan of veilig aankan, PROBEER HET
DAN NIET.
8. Pas de machine niet aan. Elke ongeoorloofde
aanpassing kan tot ernstige letsels of een
overlijden leiden en kan de werking en
levensduur van de machine schaden.
9. Naast het ontwerp en de configuratie van deze
machine, waaronder de veiligheidsplaatjes en
veiligheidsvoorzieningen, zijn de gevarenbeperking en ongevallenpreventie afhankelijk van
het bewustzijn, de zorg, voorzichtigheid en goede
opleiding van personeel dat betrokken is bij de
werking, het transport, het onderhoud en de
opslag van de machine. Zie ook de veiligheidsboodschappen en gebruiksvoorschriften in elk
van de betreffende hoofdstukken van de motoren machinehandleidingen. Let goed op de
veiligheidsplaatjes op het sleepvoertuig en de
machine.
2.3 VEILIGHEIDSOPLEIDING
2.4 VEILIGHEIDSPLAATJES
1. Veiligheid is een van de grootste
bekommernissen bij het ontwerp en de fabricage
van onze producten. Jammer genoeg kunnen al
onze inspanningen op het vlak van
machineveiligheid teniet worden gedaan door
één enkele onvoorzichtigheid van een gebruiker
of omstaander.
1. Zorg dat de veiligheidsplaatjes altijd proper en
leesbaar zijn.
2. Naast het ontwerp en de configuratie van deze
machine zijn de gevarenbeperking en
ongevallenpreventie afhankelijk van het
bewustzijn, de zorg, voorzichtigheid en goede
opleiding van personeel dat betrokken is bij de
werking, het transport, het onderhoud en de
opslag van de machine.
3. "De beste
veiligheidsvoorziening is
een goed geïnformeerde,
voorzichtige gebruiker" wordt wel eens gezegd,
We willen dat u zo’n gebruiker bent. De gebruiker
moet ALLE veiligheids- en gebruiksvoorschriften
uit de handleiding lezen, begrijpen en in acht
nemen. Ongevallen zijn te vermijden.
4. Werken met apparatuur waarmee men niet
vertrouwd is, kan tot letsels leiden. Lees deze
handleiding alvorens de machine te monteren
of gebruiken, om uzelf ermee vertrouwd te
maken. Als deze machine door iemand
anders dan uzelf wordt gebruikt, geleend of
gehuurd, moet de eigenaar zich ervan
vergewissen dat de gebruiker, vóór hij de
machine gebruikt:
a. de gebruikshandleidingen leest en begrijpt.
2. Vervang ontbrekende of onleesbare
veiligheidsplaatjes.
3. Vervangen onderdelen met een veiligheidsplaatje erop moeten het huidige veiligheidsplaatje
tonen.
4. Veiligheidsplaatjes uit hoofdstuk 3 hebben
allemaal een stuknummer. Gebruik dit
stuknummer wanneer u vervangonderdelen
bestelt.
5. Veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw
bevoegde verdeler, de onderdelenafdeling van
de dealer of de fabriek.
Hoe veiligheidsplaatjes aanbrengen:
• Zorg ervoor dat de plaats waar u ze wil
aanbrengen proper en droog is.
• Zorg ervoor dat de temperatuur boven de 10°C
ligt.
• Bepaal de precieze plaats alvorens het papier
aan de achterzijde te verwijderen.
• Verwijder het kleinste deel van het papier aan
de achterzijde.
• Houd het plaatje op de gewenste plaats en druk
voorzichtig het kleinste klevende deel aan.
b. is opgeleid in het veilige en correcte
gebruik.
• Verwijder de rest van het papier en strijk
voorzichtig de rest van het plaatje glad tot het op
zijn plaats zit.
5. Ken de bedieningselementen en weet hoe u
het sleepvoertuig, de motor en de machine snel
kunt stoppen in een noodgeval. Lees deze
handleiding en de handleiding van de motor.
• Kleine luchtbellen kunnen met een naald
worden doorprikt en gladgestreken met een
stukje achterpapier.
6. Leid alle nieuwe medewerkers op en neem de
instructies regelmatig door met uw huidige
medewerkers. Zorg ervoor dat enkel een goed
opgeleide en fysiek capabele persoon de
machine zal gebruiken. Iemand die de gebruiksen veiligheidsvoorschriften niet heeft gelezen en
begrepen, mag de machine niet gebruiken. Een
niet-opgeleide gebruiker stelt zichzelf en
omstaanders bloot aan mogelijke ernstige letsels
of overlijden. Als ouderen meewerken, moet
rekening worden gehouden met hun fysieke
beperkingen.
2.5 VOORBEREIDING
2.6 ONDERHOUDSVEILIGHEID
1. Gebruik de machine nooit alvorens u deze
handleiding en alle veiligheidsboodschappen op
de veiligheidsplaatjes op de machine volledig
heeft gelezen en begrepen.
1. Goed onderhoud is uw verantwoordelijkheid. Slecht
onderhoud is om problemen vragen.
2. Persoonlijke
beschermingsmiddele
n, waaronder een
veiligheidshelm,
veiligheidsbril,
veiligheidsschoenen
en handschoenen,
zijn aangeraden bij
het assembleren, plaatsen, gebruiken,
aanpassen, onderhouden, herstellen,
verwijderen, schoonmaken of verplaatsen van de
machine. Vermijd lang haar, loszittende kledij of
juwelen in de buurt van de machine.
3. LANGDURIGE
BLOOTSTELLING AAN
LAWAAI KAN TOT
PERMANENT
GEHOORVERLIES LEIDEN!
Elektrisch gereedschap, al dan
niet met accessoires erop gemonteerd, kan vaak
zo luid zijn dat het tot permanent, gedeeltelijk
gehoorverlies kan leiden. Het is aangeraden om
altijd gehoorbescherming te dragen als het
lawaai in de onmiddellijke omgeving van de
gebruiker meer dan 80 db bedraagt. Langdurige
blootstelling aan lawaai van meer dan 85 db kan
tot ernstig gehoorverlies leiden. Langdurige
blootstelling aan lawaai van meer dan 90 db in
de onmiddellijke omgeving van de gebruiker kan
tot permanent, totaal gehoorverlies leiden.
N.B.: Gehoorverlies als gevolg van lawaai (van
tractoren, kettingzagen, radio’s en andere
gelijkaardige bronnen dichtbij het oor heeft een
levenslang cumulatief effect, zonder kans op
natuurlijk herstel.
4. Verwijder stenen, takken of verborgen
obstakels die op de werkplek liggen en gegrepen
kunnen worden. Zo vermijdt u letsels of schade.
5. Gebruik de machine enkel in daglicht of bij
goed kunstlicht.
6. Zorg ervoor dat de machine correct opgesteld,
afgesteld en in goed werkende staat is.
7. Zorg ervoor dat alle veiligheidsschermen en
veiligheidsplaatjes op de juiste plaats zitten en in
goede staat zijn.
2. Pas goede
werkplaatspraktijken toe.
- Hou de onderhoudszone
proper en droog.
- Zorg ervoor dat stopcontacten
en elektrisch
gereedschap goed geaard
zijn.
- Gebruik de gepaste verlichting
voor het werk in
kwestie.
3. Zorg voor voldoende ventilatie. Laat de motor van
het sleepvoertuig nooit draaien in een gesloten
gebouw. De uitlaatgassen kunnen tot verstikking
leiden.
4. Alvorens aan de machine te werken moet u de motor
stilleggen, de parkeerrem opzetten en wachten tot alle
bewegende onderdelen stilstaan.
5. Werk nooit onder apparatuur tenzij die goed
geïmmobiliseerd is.
6. Gebruik altijd persoonlijke beschermings-middelen
zoals oog-, hand- en oorbeschermers, wanneer u
service of onderhoud uitvoert.
7. Als vervangonderdelen nodig zijn voor periodiek
onderhoud en service, moeten originele
fabrieksonderdelen worden gebruikt om de machine
weer volgens de originele specificaties te doen werken.
De fabrikant zal niet verantwoordelijk zijn voor letsels of
schade als gevolg van het gebruik van nietgoedgekeurde onderdelen en/of accessoires.
8. Een brandblusser en
EHBO-kit moeten
voorhanden zijn wanneer
onderhoud aan de
machine wordt uitgevoerd.
9. Draai periodiek alle bouten, moeren en schroeven
vast en controleer of alle elektrische en
brandstofverbindingen goed vastzitten, om ervoor te
zorgen dat de machine veilig is.
10. Bij onderhoud of service moet u ervoor zorgen dat
alle veiligheidsschermen en –voorzieningen op hun
plaats zitten alvorens de machine in gebruik te nemen.
2.7 BEDRIJFSVEILIGHEID
1. Vergeet niet: het is belangrijk dat u de
veiligheidsplaatjes op de compacte
mestverspreider leest en in acht neemt. Maak
veiligheidsplaatjes die moeilijk te lezen of te
begrijpen zijn, schoon of vervang ze, met het oog
op uw veiligheid en die van anderen. U, de
gebruiker, bent verantwoordelijk voor het veilige
gebruik van deze machine.
2. Alles met bewegende onderdelen kan gevaar
opleveren. Er gaat niets boven een voorzichtige,
veiligheidsgerichte gebruiker die mogelijke
gevaren herkent en redelijke veiligheidspraktijken
toepast. De fabrikant heeft deze mestverspreider
ontworpen om te worden gebruikt met alle
veiligheidsvoorzieningen correct gemonteerd, om
de kans op ongevallen tot het minimum te
beperken. Lees deze handleiding om na te gaan
of alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn.
3. Sluit en maak alle afdekkappen en
beschermkappen vast alvorens de machine te
starten en te gebruiken.
4. Lees en begrijp de handleiding alvorens de
machine te starten. Neem elk jaar de
veiligheidsvoorschriften door.
5. Persoonlijke beschermingsmiddelen,
waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril,
veiligheidsschoenen en handschoenen, zijn
aangeraden bij het assembleren, plaatsen,
gebruiken, aanpassen, onderhouden, herstellen,
verwijderen, schoonmaken of verplaatsen van de
machine. Vermijd lang haar, loszittende kledij of
juwelen in de buurt van bewegende onderdelen.
10. Laad de mestverspreider niet tenzij hij aan de
tractor is vastgemaakt.
11. Laat het achterschot (optioneel) zakken
alvorens de mestverspreider te laden; zo blijft de
mest op zijn plaats.
12. Gebruik nooit alcoholische dranken of
geneesmiddelen die nadelig zijn voor de
alertheid of coördinatie wanneer u de machine
gebruikt. Raadpleeg uw arts indien u
geneesmiddelen op voorschrift inneemt.
13. Laat niemand meerijden op de machine. Er is
geen enkele veilige plek voor passagiers.
14. Laat kinderen of onbevoegden nooit met of
rond deze machine werken.
15. Hou de werkplek proper en vrij van afval om
struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen
grond.
16. Hou alle omstaanders minstens 6 m uit de
buurt wanneer de mestverspreider wordt geladen
of gelost of wanneer de motor draait.
17. Overschrijd de hijs- of laadcapaciteit niet.
18. Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens
transport. Maak een veiligheidsketting vast onder
de trekhaak van de aanhangwagen als die wordt
getrokken.
6. Hou lichaamsdelen uit de buurt van
bewegende onderdelen die gevaar kunnen
opleveren tijdens het assembleren, plaatsen,
gebruiken, onderhouden, herstellen of
verplaatsen.
7. Schakel de machine uit, stop en leg de motor
stil, trek de sleutel uit het contact en stop hem in
uw zak, zet de parkeerrem op en wacht tot alle
bewegende onderdelen stilstaan alvorens
onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te
voeren.
8. Hou de handen uit de buurt van de kloppers
terwijl ze werken.
9. Laat de machine niet draaien in een gesloten
gebouw om verstikking door uitlaatgassen te
vermijden.
2.8 OPSLAGVEILIGHEID
2.9 TRANSPORTVEILIGHEID
1. Bewaar de machine uit de buurt van
menselijke activiteiten.
2. Laat geen kinderen spelen op of rond de
opgeslagen machine.
3. Bewaar de machine op een droge, effen
plaats. Ondersteun het frame met planken, indien
nodig.
1. Leef alle nationale, provinciale en lokale
wetten in verband met de veiligheid en het
transport van machines op openbare wegen na.
2. Controleer of alle lichten, reflectoren en
andere verlichtingsvoorzieningen gemonteerd en
in goed werkende staat zijn.
3. Overschrijd een veilige rijsnelheid niet.
Vertraag op ruw terrein en in bochten.
4. Schakel de transport- en klopperaandrijvingen
altijd uit alvorens de machine te vervoeren.
5. Zorg ervoor dat de machine goed is
vastgemaakt aan de tractor en dat een borgpen
door de trekstang zit. Maak altijd een
veiligheidsketting vast tussen de trekhaak en de
tractor.
6. Drink niet als u moeten rijden.
7. Wees een veilige en hoffelijke chauffeur. Geef
altijd voorrang aan tegenliggers in alle
omstandigheden, zoals smalle bruggen,
kruispunten, enz. Let op het verkeer als u bij
kruispunten werkt of de weg oversteekt.
8. Laat niemand meerijden op de machine.
2.10 AANMELDINGSFORMULIER
Wallenstein voldoet aan de algemene veiligheidsnormen van de American Society of Agricultural &
Biological Engineers (ASABE) en de Occupational Safety & Health Administration (OSHA). Al wie de
mestverspreider gebruikt en/of onderhoudt, moet ALLE veiligheids-, gebruiks- en onderhoudsinformatie uit deze handleiding lezen en goed begrijpen.
Gebruik deze mestverspreider niet en laat niemand deze mestverspreider gebruiken tot die informatie
werd doorgenomen. Neem jaarlijks deze informatie door voor het seizoen van start gaat.
Maak van deze periodieke evaluaties in verband met VEILIGHEID en GEBRUIK een standaardpraktijk
voor al uw apparatuur. Een niet-opgeleide gebruiker mag niet met deze machine werken.
Het aanmeldingsformulier dient als bewijs dat alle personeelsleden die met de machine zullen werken,
de informatie uit de handleiding hebben gelezen en begrepen en zijn opgeleid in het gebruik van de
apparatuur.
DATUM
AANMELDINGSFORMULIER
HANDTEKENING VAN WERKNEMER
HANDTEKENING VAN WERKGEVER
3 PLAATS VAN DE VEILIGHEIDSPLAATJES
De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande
illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende
veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die
locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken.
• Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG!
DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of
onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden
aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer.
De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande
illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende
veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die
locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken.
• Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG!
DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of
onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden
aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer.
De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande
illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende
veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die
locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken.
• Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG!
DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of
onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden
aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer.
De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande
illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende
veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die
locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken.
• Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG!
DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of
onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden
aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer.
De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande
illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende
veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die
locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken.
• Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG!
DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of
onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden
aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer.
De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande
illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende
veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die
locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken.
• Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG!
DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of
onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden
aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer.
4 GEBRUIK
BEDRIJFSVEILIGHEID
- Gelieve de gebruiksaanwijzing te lezen en te
begrijpen vooraleer van start te gaan.
Neem elk jaar de veiligheidsinstructies door.
- Laat de machine nooit draaien in een gesloten
gebouw om verstikking door de uitlaatgassen te
vermijden.
- Schakel de machine uit, stop en leg de motor
stil, zet de parkeerrem op, trek de sleutel uit het
contact en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud,
aanpassingen of herstellingen uit te voeren.
- Laad de laadbak pas nadat de mestverspreider
aan de tractor werd gekoppeld.
- Hou de werkplek proper en vrij van afval om
struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen
grond.
- Sluit en beveilig alle beschermingen en kappen
alvorens de machine te starten en te gebruiken.
- Hou handen, voeten, haar en kleding weg van
de bewegende delen. Draag nooit losse kleding
in de nabijheid van de machine.
- Laat geen kinderen, dieren of onbevoegde
mensen toe in de werkzone.
- Laat het achterschot (optioneel) zakken
alvorens de mestverspreider te laden; zo blijft
de mest op zijn plaats.
- Draag altijd PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) zoals een veiligheidsbril en sterke
handschoenen bij het gebruiken van de
machine.
- Plaats de handen niet in de kloppers wanneer
de machine draait.
- Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens het
transport. Maak een veiligheidsketting vast
onder de trekhaak van de aanhangwagen als
die wordt getrokken.
4.1 AAN DE NIEUWE OPERATOR OF EIGENAAR
De compacte mestverspreiders van Wallenstein
zijn ontworpen om het mest van de ene naar de
andere plaats te transporteren en het over het
veld te verspreiden.
De eigenaar of gebruiker moet deze
handleiding lezen en alle andere gebruikers
opleiden alvorens ze met de machine mogen
werken. Neem alle veiligheidsvoorschriften
in acht. Veiligheid belangt iedereen aan.
Volg de aanbevolen procedures met het oog
op een veilige werkomgeving voor de
gebruiker, omstaanders en werkplek. Nietopgeleide gebruikers mogen niet met de
machine werken.
Volg strikt de aanbevolen procedures met het
oog op een veilige werkomgeving voor de
gebruiker, omstaanders en werkplek. Nietopgeleide gebruikers mogen niet met de
machine werken.
Tal van functies van deze machine zijn het
resultaat van suggesties van klanten zoals u.
Lees deze handleiding zorgvuldig om te weten
hoe u veilig met de mestverspreider kunt werken
en hoe u de machine kunt instellen om er
maximaal voordeel uit te halen. Door de
gebruiksvoorschriften in acht te nemen, samen
met een goed onderhoudsprogramma, zal uw
compacte mestverspreider nog jaren lang dienst
doen, zonder enig probleem.
4.2 MACHINEONDERDELEN
De compacte mestverspreider van Wallenstein is
een lichte trailer, ontwikkeld om mest of elk ander
materiaal te bevatten, te vervoeren en te
verspreiden. Een set kloppers in het achterstel
verspreidt het materiaal over het veld.
Modellen met aftakas of met wielaandrijving zijn
beschikbaar.
De aandrijfkracht via de aftakas wordt
overgebracht langs de linkerkant van het frame
teneinde de kloppers en het lossysteem met
kettingen aan te drijven.
Het systeem met wielaandrijving bevindt zich aan
de linkerkant van het frame en drijft zowel de
kloppers alsook het lossysteem met kettingen
aan.
A Laadbak
B Dissel
C Bediening van de wielaandrijving
D Transportbandsysteem
E Systeem met wielaandrijving
F Kloppers
G Achterschot (optioneel)
H Aftakas
J Voorriemaandrijving
K Langsaandrijving
L Ketting van de transportband
FIG. 1 HOOFDONDERDELEN
4.3 EERSTE GEBRUIK
Hoewel er geen gebruiksbeperkingen zijn
wanneer de compacte mestverspreider voor de
eerste keer wordt gebruikt, is het aangeraden
om de volgende mechanische onderdelen te
controleren:
A. Na 1 uur werken:
1. Controleer of het transportband- en
aandrijvingssysteem vrij bewegen.
2. Controleer of het klopper- en aandrijvingssysteem vrij bewegen.
3. Draai alle bevestigingsmiddelen en ijzerbeslag
aan.
4. Controleer het oliepeil van de tandwielkast
(modellen met aftakas). Vul bij indien nodig.
5. Controleer of er geen materiaal vastzit.
Verwijder al het vastzittende materiaal alvorens
het werk te hervatten.
6. Controleer de bandendruk. Pomp de banden
op, indien nodig.
B. Na 10 uur werken:
1. Herhaal stap 1 tot en met 6 hierboven.
(Deel A)
2. Ga naar het schema voor normaal onderhoud
in het hoofdstuk Onderhoud.
4.4 CHECKLIST VÓÓR HET
GEBRUIK
Voor een efficiënte en veilige werking van de
compacte mestverspreider van Wallenstein moet
elke gebruiker de gebruiksprocedures en alle
daarmee verband houdende
veiligheidsvoorschriften uit dit hoofdstuk lezen en
begrijpen. Een checklist vóór het gebruik is
voorzien voor de gebruiker. Het is belangrijk voor
uw persoonlijke veiligheid en voor de goede
mechanische staat dat deze checklist wordt
gevolgd.
Alvorens u met de mestverspreider begint te
werken en elke keer daarna moeten de volgende
elementen worden gecontroleerd:
1. Smeer de machine volgens het schema in het
hoofdstuk Onderhoud.
2. Controleer of het transportband- en
aandrijvingssysteem vrij bewegen.
3. Controleer of het klopper- en aandrijvingssysteem vrij bewegen.
4. Draai alle bevestigingsmiddelen en ijzerbeslag
aan.
5. Controleer het oliepeil van de tandwielkast. Vul
bij indien nodig (enkel modellen met aftakas).
6. Controleer of er geen materiaal vastzit.
Verwijder al het vastzittende materiaal alvorens
het werk te hervatten.
7. Controleer de bandendruk. Pomp de banden
op, indien nodig.
8. Zorg ervoor dat alle bescherm- en
afdekkappen op hun plaats zitten, dat ze goed
vast zitten en naar behoren werken.
4.5 BEDIENINGSELEMENTEN
Alvorens het werk aan te vatten, moeten alle
gebruikers zich vertrouwd maken met de
plaats en de werking van de
bedieningselementen.
1. Bediening van de aftakas
Gelieve de handleiding van de tractor te
raadplegen voor informatie over het bedienen
van de aftakas.
2. Transportbandaandrijving
De mestverspreider is uitgerust met een
hendel aan de rechterkant van de bak die in 4
standen te zetten is:
A. OFF
B. Vlug
C. Medium
D. Traag
WAARSCHUWING!
De machine wordt louter ter illustratie
afgebeeld met de afdekkap verwijderd of
geopend. Gebruik de machine niet zonder
afdekkap of met een open kap.
FIG. 2 TRANSPORTBANDAANDRIJVING
3. Met wielaandrijving
Het model met wielaandrijving is ontwikkeld
met een hendel aan de voorzijde die in 2
standen te zetten is. Hij activeert of
deactiveert het aandrijvingssysteem van de
machine. Duw de hendel omlaag om de
pendelasgeleider te verwijderen van tussen
de aandrijvingsketting en het kettingwiel om
de machine aan te drijven. Duw de hendel
omhoog om de pendelasgeleider in de stand
tussen de ketting en het kettingwiel te zetten
om te voorkomen dat het kettingwiel de
mestverspreider aandrijft.
WAARSCHUWING!
De machine wordt louter ter illustratie
afgebeeld met de afdekkap verwijderd of
geopend. Gebruik de machine niet zonder
afdekkap of met een open kap.
FIG. 3 WIELAANDRIJVING
4.6 MONTAGE
De mestverspreider verlaat de
fabriek gedeeltelijk ontmanteld om
het transport ervan te
vergemakkelijken. Gelieve dit
onderdeel te raadplegen voor de
montage indien uw model/ machine
enige montage vereist.
4.6.1 AFTAKASAANDRIJVING
(enkel voor
modellen op aftakas)
De aandrijflijn voor de aftak wordt in
de laadbak geplaatst gedurende het
transport om het risico op
beschadiging te beperken. Volg deze
procedure om de aandrijflijn aan te
sluiten:
1. Verwijder alle omstaanders,
vooral kleine kinderen.
2. Haal de aandrijflijn uit de
machine en leg ze opzij.
3. Hef de beschermkap over de
ingangsas op.
4. Controleer de tekening op de
kap en draai de as zo dat het
niet trekkend gedeelte aan
de mestverspreider kan
worden gekoppeld.
5. Druk de borgpen neer in het
juk en schuif het juk over de
ingangsas van de
mestverspreider.
6. Ontgrendel de borgpen
wanneer het juk over de as
schuift. De pen zal dan op
zijn plaats vallen.
7. Trek aan het juk om te
controleren of de borgpen
goed in de groef zit.
8. Laat de beschermkap
zakken om het ingangsjuk te
bedekken.
Fig. 4 AFTAKASAANDRIJVING
4.6.2 STOFUITVALSYSTEEM
(optioneel)
Een optioneel ‘stofuitvalsysteem’ is
beschikbaar en kan worden gemonteerd aan
de achterkant van het frame om de
hoeveelheid klein materiaal te beperken dat
uit de laadbak valt en dat niet door de
kloppers wordt verstrooid. Volg deze
procedure om het optionele stofuitvalsysteem
te installeren:
1. Verwijder alle omstaanders, vooral
kleine kinderen.
2. Als de mestverspreider werd
gebruikt, maak de machine dan
grondig schoon met een
hogedrukreiniger.
3. Verplaats de machine naar een
propere open plaats.
4. Installeer de uitvalgeleiders aan de
onderkant van elke zijde.
5. Schuif het uitvalkader tussen de
montagegaatjes en gebruik de
scharnierbouten om het geheel vast
te zetten.
6. Span de bouten met het juiste draaimoment aan.
7. Beweeg het uitvalsysteem over de
hele breedte om zeker te zijn dat er
geen obstakels zijn en zet het geheel
vast met de verankeringspen.
Fig. 5 STOFUITVALSYSTEEM
4.7
AANKOPPELEN/LOSKOPPELEN
De compacte mestverspreider dient zich steeds
op een vlakke en droge plaats te bevinden die
vrij is van puin of andere vreemde voorwerpen.
Volg deze procedure om de machine aan de
tractor te koppelen:
1. Verwijder alle omstaanders (vooral
kleine kinderen) uit de werkzone.
2. Zorg voor voldoende ruimte en speling
om de machine op een veilige manier
aan te koppelen.
3. Rij de tractor langzaam achteruit tot de
trekhaak en trekstang op één lijn liggen.
4. Gebruik de krik om de dissel op de juiste
hoogte te brengen.
5. Rij de tractor achteruit tot de gaten op
één lijn liggen.
6. Stop de motor van de tractor, zet de
parkeerrem op, trek de sleutel uit het
contact en wacht tot alle bewegende
onderdelen stilstaan alvorens van de
tractor te stappen.
Fig. 6 TREKSTANGPEN BORGRING
7. Plaats de trekstangpen en de borgring.
8. Maak voorzichtig de veiligheidsketting
vast aan de trekstangkooi om
onverwacht loskomen te vermijden.
9. Bevestig de aftakas (enkel bij
aftakasmodellen).
a. Duw de borgpen naar beneden in
het juk, plaats de groeven op één lijn
en schuif het juk op de tractor.
b. Laat de kraag los en controleer of de
borgpen goed is vastgeklikt.
Opmerking
Zorg ervoor dat het telescopische gedeelte van
de as geolied en stofvrij is.
Fig. 7 AFTAKAS
10. Plaats de trekhaak in de ingetrokken
stand
a. Klap de krik in.
b. Haal de pen uit de krik.
c.
Draai 90° en stop de pen er terug
in.
11. Voer de procedure in omgekeerde
volgorde uit om de mestverspreider
los te koppelen.
Opmerking
Plaats planken onder de krik, trekhaak
en banden indien nodig.
Fig. 8 OPGEKLAPTE KRIK
4.8 GEBRUIK OP HET TERREIN
BEDRIJFSVEILIGHEID
- Gelieve de gebruiksaanwijzing te lezen en te
begrijpen vooraleer van start te gaan.
Neem elk jaar de veiligheidsinstructies door.
- Laat de machine nooit draaien in een gesloten
gebouw om verstikking door de uitlaatgassen te
vermijden.
- Schakel de machine uit, stop en leg de motor
stil, zet de parkeerrem op, trek de sleutel uit het
contact en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren.
- Laad de laadbak pas nadat de mestverspreider
aan de tractor werd gekoppeld.
- Hou de werkplek proper en vrij van afval om
struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen
grond.
- Sluit en beveilig alle beschermingen en kappen
alvorens de machine te starten en te gebruiken.
- Hou handen, voeten, haar en kleding weg van
de bewegende delen. Draag nooit losse kleding
in de nabijheid van de machine.
- Laat geen kinderen, dieren of onbevoegde
mensen toe in de werkzone.
Hoewel de compacte mestverspreider
makkelijk te gebruiken is, moet elke gebruiker
dit hoofdstuk lezen om zich vertrouwd te
maken met de gedetailleerde veiligheids- en
gebruiks-procedures. Om de machine voor te
bereiden moet de volgende procedure
worden toegepast:
1. Verwijder omstaanders, vooral kleine
kinderen.
FIG. 9 MACHINES
- Laat het achterschot (optioneel) zakken
alvorens de mestverspreider te laden; zo blijft
de mest op zijn plaats.
- Draag altijd PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) zoals een veiligheidsbril en sterke
handschoenen bij het gebruiken van de
machine.
- Plaats de handen niet in de kloppers wanneer
de machine draait.
- Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens het
transport. Maak een veiligheidsketting vast
onder de trekhaak van de aanhangwagen als
die wordt getrokken.
2. Zie en gebruik de checklist vóór het gebruik
(hoofdstuk 4.4).
3. Koppel de machine aan de tractor (hoofdstuk 4.7)
4. Verplaats de mestverspreider naar de laadzone.
5. Laden
a. Parkeer de mestverspreider
naast de laadzone.
Belangrijk
Laad de mestverspreider niet alvorens hij aan
de tractor is gekoppeld. Een geladen
machine heeft een erg zwaar disselgewicht.
Daardoor zal het moeilijk zijn om hem aan
een tractor te koppelen.
b. Zet het laadsysteem naast
de mestverspreider en laat
het zakken tot het zich net
boven het frame bevindt.
c.
Fig. 10 GELADEN (kenmerkend)
Laat het achterschot (indien
aanwezig) zakken.
d. Plaats de mest/het materiaal
in de mestverspreider.
e. Herhaal de laadactie tot de
mestverspreider is gevuld.
6. Transport naar het veld (zie punt 4.8).
7. Aanpassing aan de spreidingszone op het
veld.
8. Lossen d.m.v. wielaandrijving:
a. Zet de snelheid van de
transport-bandketting op
traag, medium of vlug.
b. Schakel de wielaandrijving
in.
c.
Zet het achterschot (indien
aanwezig) omhoog.
d. Rij over de spreidingszone
tot de laadbak leeg is.
WAARSCHUWING!
De machine wordt louter ter illustratie
afgebeeld met de afdekkap verwijderd of
geopend. Gebruik de machine niet zonder
afdekkap of met een open kap.
Fig. 11 LOSSEN VAN MODEL MET
WIELAANDRIJVING
9. Lossen van aftakasmodel:
a. Zet de snelheid van de
transport-bandketting op traag,
medium of vlug.
b. Zet het achterschot
(indien aanwezig) omhoog.
c. Stel de motorsnelheid in
op een laag stationaire toerental.
d. Activeer traag de
koppeling van de aftakas en
begin te lossen.
e. Schakel het
transmissiesysteem in en rij over
het veld.
f. Verhoog de
motorsnelheid naar gemiddeld of
hoog in functie van het veld en
de losomstandigheden.
10. Stoppen:
a. Verminder de
motorsnelheid en duw de
koppeling in om ervoor
te zorgen dat het model
met wiel-aandrijving niet
meer vooruit rijdt.
Schakel de
wielaandrijving uit.
b. Verminder de
motorsnelheid, schakel
de aftakaskoppeling uit
en zorg ervoor dat de
machine niet meer
vooruit rijdt.
11. Noodstop
Zet alle bedieningssystemen in neutraal
of schakel ze uit en stop de motor bij een
noodgeval. Los het probleem op alvorens
het werk te hervatten.
Fig. 12 LOSSEN VAN AFTAKASMODEL
12. Op het veld
De beste resultaten worden verkregen
wanneer de tractor tegen de wind in rijdt; zo
wordt vermeden dat er materiaal op de
bestuurder terecht komt. Door de rijsnelheid
en de motor-/ aftakassnelheid te verlagen,
wordt het risico op spatten op de bestuurder
verkleind.
13. Grondsnelheid
De mestverspreider kan een snelheid van 4,5
tot 9 km/u halen bij het verspreiden. Kies de
grondsnelheid op basis van het terrein en van
de gewenste lossnelheid. Over het algemeen
verkrijgt men de beste resultaten wanneer de
grondsnelheid wordt verlaagd naarmate de
machine leger wordt; zo wordt spatten
beperkt.
Fig.13 WERKEN OP HET VELD
14. Aftakassnelheid
Hoewel de verspreider 540 TPM kan halen, is
het aangewezen om hem aan een lagere
snelheid te laten draaien. Een gemiddelde
snelheid van 250 tot 350 TPM kan de klus
klaren. Een snelheid van 540 TPM verhoogt
enkel het spatten.
15. Achterschot
Een optioneel achterschot is verkrijgbaar om
in het frame te plaatsen. Dit voorkomt dat de
mest uit de kloppers lekt tijdens het laden.
Laat het achterschot neer alvorens te laden en
zet het omhoog alvorens u begint te lossen.
Het achterschot kan nodig zijn wanneer zand
of zaagsel worden gebruikt als strooisel. Geen
enkele van deze materialen is vast en mest
kan lijken op slik. Als dat het geval is, zal de
mest tijdens het laden al uit de kloppers
lekken. Het achterschot houdt in zo’n geval de
mest tegen.
Fig.14 ACHTERSCHOT (kenmerkend)
16. Laadprocedure
Het is aanbevolen om de
mestverspreider eerst aan de voorkant
te laden. Dit zal extra gewicht leggen
op de trekstang en de machine
stabiliteit geven. Zet altijd de
parkeerrem op of gebruik remblokken
aan beide zijden van de tractor-banden
om te voorkomen dat de machine wegrolt tijdens het laden op een schuin
oppervlak.
Fig. 15 GELADEN
17. Corrosiewerende kenmerken
a. Mest is heel bijtend. De
mestverspreider is afgewerkt
met een poedercoating die
bijzonder goed bestand is tegen
corrosie. Inspecteer regelmatig
de machine en herstel alle
deuken en krassen om roest
tegen te gaan.
b. Maak de machine regelmatig
schoon met een hogedrukreiniger om alle resten te
verwijderen. Door elk restje kan
bijtend materiaal aan de
machine blijven kleven. Dat
werkt roest in de hand. Een
propere machine werkt beter en
heeft een langere levensduur.
c.
Breng regelmatig een laag
zware olie aan op de
transportband-ketting om roest
tegen te gaan. Als het blote
metaal van de
transportbandketting niet wordt
beschermd door een laag van
olie, zal het vlug roesten. Door
het roesten zullen de
koppelingen vastlopen en het
tenslotte begeven. Het oliën zal
de levensduur van de ketting
verlengen.
Fig. 16 TRANSPORTBANDKETTING
18. Gebruikstips
a. Controleer altijd of de mestverspreider goed aan de tractor is
gekoppeld d.m.v. een borgring
door de trekstangpen en een
veiligheidsketting rond de trekstangkooi.
Fig. 17 GELADEN
b. Het is aangeraden om tijdens het
lossen tegen de wind in te rijden
om zo spatten op de bestuurder te
beperken.
c.
Gebruik de mestverspreider niet
wanneer er zich omstaanders
binnen een zone van 30 m
bevinden, en dit om spatten te
vermijden.
d. Plaats remblokken voor en achter
de tractorbanden bij het laden op
een oneffen terrein om te
vermijden dat de mestver-spreider
wegrolt tijdens het laden.
Fig. 18 LEDIGEN
e. Vertraag wanneer de mestverspreider bijna leeg is om het
spatten te verminderen.
f.
Gebruik het ‘stofuitvalsysteem’
aan de achterkant van het frame
als de mest veel kleine deeltjes
bevat. Dit garandeert een nog
gelijkmatigere spreiding.
Fig. 19 STOFUITVALSYSTEEM
4.9 TRANSPORT
TRANSPORTVEILIGHEID
- Respecteer de plaatselijke wetten en voorschriften die de veiligheid op de autowegen en
het transport van machines op openbare wegen
regelen.
- Zorg ervoor dat de machine goed is vastgemaakt aan de tractor en dat een borgpen door de
trekstang zit. Maak altijd een veiligheidsketting
vast tussen de trekhaak en de tractor.
- Zorg ervoor dat alle lichten en reflectoren die
nodig zijn volgens de verkeersregels op hun
plaats zitten, dat ze proper zijn en werken
- Drink nooit tijdens het besturen.
- Overschrijd nooit een veilige rijsnelheid.
Vertraag bij ruwe verkeersomstandigheden en
in bochten.
- Schakel de transportband- en klopperaandrijvingen altijd uit alvorens de machine te
vervoeren.
- Wees een hoffelijke en veilige bestuurder.
Verleen altijd en in elke situatie voorrang aan het
verkeer in tegengestelde richting, o.a. bij nauwe
bruggen, kruispunten, etc. Let op het verkeer
wanneer er wordt gewerkt naast of bij het
oversteken van straten.
- Laat geen passagiers op de machine toe.
Als u de machine wil
vervoeren, moet u deze
instructies lezen en in acht
nemen:
1. Verwijder omstaanders
uit de buurt, vooral kleine
kinderen.
2. Controleer of alle nodige
lichten en reflectoren die
door de verkeersinstanties
worden vereist, op hun
plaats zitten, of ze proper
zijn en werken.
3. Zorg ervoor dat de
machine goed is
vastgemaakt aan het
sleepvoertuig met een
mechanische borgpen door
de trekstangpen. Gebruik
altijd een veiligheidsketting.
4. Laat niemand meerijden op de machine.
5. Overschrijd nooit een veilige rijsnelheid.
Vertraag bij ruwe verkeersomstandigheden en
in bochten.
6. Drink niet als u moet rijden.
Fig. 20 TRANSPORTCONFIGURATIE
4.10 OPSLAG
OPSLAGVEILIGHEID
• Bewaar de machine uit de buurt van menselijke
activiteiten.
• Laat geen kinderen spelen op of rond de
opgeslagen machine.
4.10.1 DE MACHINE OPSLAAN
Als het seizoen voorbij is of als de machine een
tijdlang niet zal worden gebruikt, moet u alle
belangrijke systemen van de compacte mestverspreider volledig inspecteren. Vervang of herstel
versleten of beschadigde onderdelen om
onnodige stilstand bij het begin van volgend
seizoen te vermijden.
• Bewaar de machine op een droge, effen plaats.
Ondersteun het frame met planken, indien nodig.
6. De machine wordt best binnen opgeslagen.
Als dat niet mogelijk is, dek ze dan af met een
waterdicht zeil en maak het zeil stevig vast.
7. Berg de machine op in een zone waar geen
mensen werken.
8.Laat niet toe dat kinderen spelen op of rond de
opgeborgen machine.
Volg deze procedure alvorens de machine op te
slaan:
1. Verwijder al het materiaal uit de machine.
2. Was de machine grondig met een hogedrukreiniger of tuinslang om al het vuil, modder of
afval te verwijderen.
3. Controleer alle draaiende onderdelen op
vastzittend materiaal. Verwijder vastzittend
materiaal.
4. Breng olie, vet of een roestwerend middel aan
op de transport- en rolkettingen om roest of
corrosie te vermijden.
4.10.2 DE MACHINE UIT DE
OPSLAG HALEN
Volg deze procedure als u de machine uit opslag
haalt:
1. Verwijder het zeil, als de machine werd
afgedekt.
2. Lees en volg de checklist vóór het gebruik.
5. Werk alle lakschade en krassen bij om roest te
voorkomen.
Fig. 21 OPGESLAGEN
5 SERVICE EN ONDERHOUD
ONDERHOUDSVEILIGHEID
• Goed onderhoud is uw verantwoordelijkheid.
Slecht onderhoud is om problemen vragen.
• Pas goede werkplaatspraktijken toe.
- Hou de onderhoudszone proper en droog.
- Zorg ervoor dat stopcontacten en elektrisch
gereedschap goed geaard zijn.
- Gebruik de gepaste verlichting voor het werk in
kwestie.
• Zorg voor voldoende ventilatie. Laat de motor
van het sleepvoertuig nooit draaien in een
gesloten gebouw. De uitlaatgassen kunnen tot
verstikking leiden.
• Alvorens aan de machine te werken moet u de
motor stilleggen, de parkeerrem opzetten en de
brandstofklep sluiten.
5.1 SERVICE
5.1.1 VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN
1. Vet:
Gebruik een SAE multifunctioneel vet voor hoge
temperaturen dat goed presteert onder extreme
druk. Een SAE multifunctioneel vet op basis van
lithium is ook aanvaardbaar.
2. Smeermiddelen opslaan:
Uw machine kan enkel met een maximaal
rendement werken als propere smeermiddelen
worden gebruikt. Gebruik propere recipiënten
voor alle smeermiddelen. Bewaar ze op een
plaats die vrij is van stof, vocht en andere
verontreinigende stoffen.
5.1.2 SMERING
• Werk nooit onder apparatuur tenzij die goed
geïmmobiliseerd is.
• Gebruik altijd persoonlijke beschermingsmiddelen zoals oog-, hand- en oorbeschermers,
wanneer u service of onderhoud uitvoert.
• Als vervangonderdelen nodig zijn voor periodiek
onderhoud en service, moeten originele fabrieksonderdelen worden gebruikt om de machine
weer volgens de originele specificaties te doen
werken. De fabrikant zal niet verantwoordelijk zijn
voor letsels of schade als gevolg van het gebruik
van niet-goedgekeurde onderdelen en/of
accessoires.
• Een brandblusser en EHBO-kit moeten voorhanden zijn wanneer onderhoud aan de machine
wordt uitgevoerd.
• Draai periodiek alle bouten, moeren en
schroeven vast en controleer of alle elektrische
en brandstofverbindingen goed vastzitten, om
ervoor te zorgen dat de machine veilig is.
• Bij onderhoud of service moet u ervoor zorgen
dat alle veiligheidsschermen en -voorzieningen
op hun plaats zitten alvorens de machine in
gebruik te nemen.
Gebruik de daartoe voorziene onderhoudschecklist om alle gepland onderhoud bij te
houden.
1. Gebruik een smeerpistool voor alle smeerwerken.
2. Veeg smeernippels met een propere doek af
alvorens te smeren, om vuil erin te vermijden.
3. Vervang en herstel kapotte smeernippels
onmiddellijk.
4. Als smeernippels verstopt zijn, demonteer ze
dan en maak ze grondig schoon. Maak ook de
smeerkanalen schoon. Vervang smeernippels
indien nodig.
5.1.3 ONDERHOUDSINTERVALLEN
Het aanbevolen onderhoudsinterval is gebaseerd
op normale werkomstandigheden. Zware of
ongebruikelijke omstandigheden kunnen een
frequentere smering of olieverversing vereisen.
Om de 25 uur of maandelijks
1. Smeer de aftakasaandrijving.
Fig. 22 AFTAKASAANDRIJVING
Om de 100 uur of om de 4 maand
1. Smeer het telescopisch onderdeel van de
aftakas.
WAARSCHUWING!
De machine wordt louter ter illustratie
afgebeeld met de afdekkap verwijderd of
geopend. Gebruik de machine niet zonder
afdekkap of met een open kap.
Fig.23 TELESCOPISCH GEDEELTE
Om de 25 uur of maandelijks
2. Smeer het aandrijfsysteem van het
aftakasmodel.
a. Drijfas
b. Lengteas aan de voorkant
c. Lengteas aan de achterkant
3. Smeer de kussenbloklagers van de
aandrijfas.
Fig.24 DRIJFASSYSTEEM
Fig.25 LAGERS AANDRIJFAS
Om de 25 uur of maandelijks
4. Breng vet of zware olie aan op het
mechanisme van de palwielnaaf
Fig. 26 MECHANISME VAN DE PALWIELNAAF
Om de 25 uur of maandelijks
5. Breng vet of zware olie aan op de
transportbandketting.
Fig. 27 TRANSPORTBANDKETTING
(kenmerkend)
6. Breng vet of zware olie aan op de
rollenkettingen
a. Transportbandaandrijving
b. Wielaandrijving
WAARSCHUWING
De machine wordt louter ter illustratie
afgebeeld met de afdekkap verwijderd of
geopend. Gebruik de machine niet zonder
afdekkap of met een open kap.
Fig. 28 ROLLENKETTINGEN
Om de 100 uur of om de 4 maanden
1. Smeer het telescopische gedeelte van de
aftakas.
WAARSCHUWING
De machine wordt louter ter illustratie
afgebeeld met de afdekkap verwijderd of
geopend. Gebruik de machine niet zonder
afdekkap of met een open kap.
2. Controleer de riemspanning van het aftakmodel
3. Controleer de spanning van de transportbandketting. Die zou 150 tot 200 mm moeten doorzakken.
Fig. 29 TELESCOPISCH ONDERDEEL
Fig. 30 RIEMSPANNING
Fig. 31 SPANNING VAN DE TRANSPORTBANDKETTING
Jaarlijks
1. Controleer de toestand van de afdichtflap
vooraan aan het frame. Vervang ze als de
zijkanten of de bodem niet worden afgesloten.
Fig. 32 AFDICHTKLEP
2. Maak de machine schoon.
Fig. 33 MACHINE
5.1.4 ONDERHOUDSSCHEMA
Zie het hoofdstuk Smering en Onderhoud voor informatie over het onderhoud. Kopieer deze pagina
om de onderhoudsbeurten te noteren.
Actiecode
C Controleren
Uren / Uitgevoerd door
Onderhoud
Om de 25 uur of maandelijks
S
Aftakasaandrijving
S
Drijfassysteem
S
Aandrijfas lagerblok
S
Mechanisme van
palwielnaaf
S
Transportbandketting
S
Rollenkettingen
S
Om de 100 uur of
om de 4 maanden
Telescopisch gedeelte
van aftakas
C
Riemspanning van
aftakasmodel
C
Spanning van
transportbandketting
Jaarlijks
C
Afdichtflap
RE
Machine
RE Reinigen
S Smeren
5.2 ONDERHOUD
Een zorgvuldig service- en onderhoudsprogramma voor uw machine garandeert een
jarenlange, probleemvrije werking.
5.2.1 AANDRIJFLIJN
ONDERHOUDEN
De aandrijflijn voor de aftakas is zo ontworpen
dat ze in- en uit kan schuiven; de lengte kan dus
veranderen naargelang van het werkbereik van
de machine. De onderdelen worden beschermd
door een buis, die meedraait met de werkende
onderdelen. De aandrijflijn moet gemakkelijk in
en uit kunnen schuiven en de buis moet
gemakkelijk rond de as kunnen draaien. Een
jaarlijkse demontage, reiniging en smering is
aangeraden om ervoor te zorgen dat alle
onderdelen werken zoals het hoort. Volg deze
procedure om de aandrijflijn te onderhouden:
1. Verwijder de aandrijflijn uit de machine.
2. Haal de aandrijflijn uit elkaar.
3. Gebruik een schroevendraaier voor de
schroeven aan elke kant. Er zijn 2 schroeven
per bescherming.
4. Trek de as uit de plastic buis.
5. Gebruik een oplosmiddel om de mannelijke
en vrouwelijke delen van de telescopische
uiteinden schoon te maken.
6. Smeer een beetje vet op beide uiteinden.
7. Gebruik een oplosmiddel om de groeven te
reinigen aan elk uiteinde waar de schroeven
zitten. Reinig ook elk uiteinde.
8. Smeer een beetje vet op elke groef.
9. Steek de as weer in zijn bescherming en
breng de schroeven op een lijn met de gaten.
10. Steek de schroeven in de gaten tot in de
groef.
11. Draai elke schroef vast om de bescherming
aan de as vast te maken.
12. Controleer of elke bescherming vrij rond de
as draait.
13. Monteer de aandrijflijn.
14. Controleer of de aandrijflijn gemakkelijk in
en uit schuift.
15. Vervang onderdelen die versleten of
beschadigd zijn.
16. Monteer de aandrijflijn op de machine.
Fig. 34 ONDERDELEN VAN DE
AANDRIJFLIJN
5.2.2 AANDRIJFRIEM AANSPANNEN EN UITLIJNEN
Een V-riem brengt het rotatievermogen over op
de kloppers. Hij moet altijd de juiste spanning
hebben en de poelies moeten goed uitgelijnd
zijn met het oog op de verwachte prestaties en
levensduur.
Volg deze stappen om de spanning en uitlijning
te controleren:
1. Zorg ervoor dat omstaanders uit de buurt
zijn, vooral kleine kinderen.
2. Schakel de machine uit, stop de motor, stop
de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle
bewegende onderdelen stilstaan.
3. Verwijder de riembeschermer.
4. Druk in het midden op de riem. Om goed
aangespannen te zijn moet de riem ongeveer
25 mm doorbuigen als er een kracht van 5 kg
op wordt uitgeoefend.
BELANGRIJK
De riem mag niet slippen als de verspreider
wordt gebruikt.
5. De riemspanning aanpassen:
a. Maak de montagebouten van de de
ingangsbehuizing los.
b. Gebruik de positioneringsbout om de
behuizing te verplaatsen.
c. Controleer en lijn de poelie uit.
d. Draai de montagebouten van de behuizing
vast volgens het opgegeven draaimoment.
6. De riem vervangen:
a. Zet de ingangsbehuizing in de meest losse
stand.
b. Vervang de riem.
c. Lijn de poelie uit.
d. Gebruik de positioneringsbout om de riemspanning in te stellen.
e. Draai de montagebouten van de behuizing
vast volgens het opgegeven draaimoment
f. De eerste 10 uur moet u de riemspanning
vaak controleren en, indien nodig, bijregelen.
Fig. 35 RIEMAANDRIJVING
WAARSCHUWING
De machine wordt louter ter illustratie
afgebeeld zonder afdekkap of rotorkap.
Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap.
5.2.3 TRANSPORTBANDKETTING
AANSPANNEN
Een transportbandketting wordt gebruikt
om mest naar de kloppers over te brengen
en zo te verspreiden. Ze moet regelmatig
worden geolied en juist worden
aangespannen met het oog op de
verwachte levensduur. Volg deze
procedure om de transportbandketting te
onderhouden:
Fig. 36 TRANSPORTBANDKETTING
1. Zet alle bedieningselementen in
neutraal en stop de motor.
2. Stop de motor, zet de parkeerrem
op, trek de sleutel uit het contact
en wacht tot alle bewegende delen
stilstaan.
3. Gebruik een hogedrukreiniger om
de mestverspreider te reinigen.
4. Breng een olielaag aan op de
ketting binnenin de laadbak.
5. Laat de machine draaien of
verplaats ze naar voren om zo de
ketting die zich aan de onderkant
bevindt naar boven te brengen.
6. Breng olie aan op het gedeelte van
de ketting dat nog niet werd
geolied.
Fig.37 KETTINGSPANNING
7. Controleer de kettingspanning. De
ketting moet 150 – 200 mm onder
het kader doorzakken om de juiste
afregeling te hebben.
8. Gebruik de stelbouten van de
lagers ter hoogte van de voorste
arm om de juiste spanning van de
ketting te bekomen.
a. Maak de contramoer los.
b. Gebruik de stelbout om de
spanning te regelen.
c.
Span de stelbout aan met het
gepaste draaimoment.
Fig. 38 AANPASSING VAN DE
KETTING
6 PROBLEEMOPLOSSING
De compacte mestverspreider van Wallenstein is ontwikkeld om mest te vervoeren naar het veld en
om die te verspreiden. Het is een eenvoudig en betrouwbaar systeem dat minimaal onderhoud vereist.
Hieronder vindt u de meeste problemen, oorzaken en oplossingen voor problemen die zich kunnen
voordoen.
Als u een probleem ondervindt dat moeilijk op te lossen is, zelfs nadat u dit hoofdstuk heeft gelezen,
contacteer dan uw lokale verdeler of dealer. Hou deze handleiding voor de mestverspreider en het
serienummer bij de hand.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -Klopper draait niet
Niet geactiveerd
Activeer de aftakas
Riemaandrijving is los
Pas de riemaandrijving aan of
vervang die
Wielaandrijving niet geactiveerd
Activeer de wielaandrijving
------------------------------------------------------------------------------------------------------------ ------------------------Transportbandketting
beweegt niet
Niet geactiveerd
Activeer transportbandketting
Schakel gesprongen kettingwiel
Pas de kettingspanning aan
7.
SPECIFICATIES
7.1
Mechanisch
Aandrijfsysteem
Wielaandrijving
Wiel/aftakasaandrijving
Wiel/aftakasaandrijving
Capaciteit
Totale lengte
Breedte
Laadhoogte
Grootste breedte
laadbak
Breedte laadbak
Hoogte
Lengte
Aantal kloppers
Disselgewicht
Staander
880 liter
9,9 ft
48 in
29 in
34 in
1760 liter
13 ft
57 in
35,5 in
42 in
2816 liter
14 ft
63 in
37 in
48 in
26 in
15 in
72 in
8
34 lbs
optioneel
32 in
17 in
89 in
10
50 lbs
standaard
38 in
20 in
102 in
10
56 lbs
standaard
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDEREN ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING
7.2 DRAAIMOMENT
DRAAIMOMENT CONTROLEREN
De onderstaande tabellen tonen de correcte draaimomenten voor diverse bouten en bevestigingsschroeven. Draai alle bouten vast volgens het in de tabel opgegeven draaimoment, tenzij anders
vermeld. Controleer periodiek of de bouten goed vastgedraaid zijn, aan de hand van de tabel met
draaimomenten. Vervang bouten door bouten van dezelfde sterkte.
ENGELSE DRAAIMOMENTEN
Bout
diameter
“A”
1/4”
5/16”
3/8”
7/16”
1/2”
9/16”
5/8”
3/4”
7/8”
1”
SAE 2
(N.m)
(lb-ft)
Draaimoment *
SAE 5
(N.m)
(lb-ft)
SAE 8
(N.m)
(lb-ft)
8
13
27
41
61
95
128
225
230
345
12
25
45
72
110
155
215
390
570
850
17
36
63
100
155
220
305
540
880
1320
6
10
20
30
45
60
95
165
170
225
9
19
33
53
80
115
160
290
420
630
12
27
45
75
115
165
220
400
650
970
METRISCHE DRAAIMOMENTEN
Draaimoment *
Bout
8,8
10,9
diameter (N.m)
(lb-ft) (N.m)
(lb-ft)
“A”
M3
0,5
0,4
1,8
1,3
M4
3
2,2
4,5
3,3
M5
6
4
9
7
M6
10
7
15
11
M8
25
18
35
26
M10
50
37
70
52
M12
90
66
125
92
M14
140
103
200
48
M16
225
166
310
229
M20
435
321
610
450
M24
750
553
1050
774
M30
1495
1103
2100
1550
M36
2600
1917
3675
2710
De bovenvermelde draaimomenten gelden voor niet-ingesmeerde of niet-geoliede schroefdraden en
koppen, tenzij anders vermeld. Bouten of bevestigingsschroeven mogen dus niet worden ingesmeerd
of geolied tenzij anders vermeld in deze handleiding. Als borgingselementen worden gebruikt, moet
het draaimoment met 5% worden verhoogd.
* Draaimomenten voor bouten en bevestigingsschroeven blijken uit de kopmarkeringen.
INDEX