COMPACTE MESTVERSPREIDER MODEL MX25, MX50G & MX80G WIELAANDRIJVING Model MX50P & MX80P AFTAKASAANDRIJVING HANDLEIDING GEDRUKT IN CANADA VERSIE: MAART 2008 STUKNUMMER: Z97021 WALLENSTEIN COMPACTE MESTVERSPREIDER GARANTIE Dit product is gegarandeerd vrij van materiaal- en afwerkingsgebreken bij normaal gebruik en onderhoud en dit voor een periode van één (1) jaar vanaf de datum van aankoop, wanneer het wordt gebruikt en onderhouden conform de onderhouds- en gebruiksvoorschriften verschaft bij deze machine. Deze garantie dekt geenszins schade voortvloeiend uit verkeerd gebruik of nalatigheid. Onder geen enkel beding zal de fabrikant aansprakelijk zijn voor gelijk welke gevolgschade of kosten van welke aard ook, met inbegrip van winstderving. De fabrikant is onder geen enkel beding aansprakelijk m.b.t. sleepvoertuigen van welke aard dan ook. De fabrikant is niet aansprakelijk voor het onderhoud van het product. Deze garantie geldt enkel voor de oorspronkelijke koper en is niet overdraagbaar. De garantie vervalt wanneer iemand anders dan een Bevoegd Servicecenter van Wallenstein heeft geprobeerd herstellingen uit te voeren. Indien er een probleem ontstaat met betrekking tot een product, contacteer dan de lokale dealer bij wie u de machine kocht. Enkel bevoegde dealers van Wallenstein zijn bevoegd om herstellingen aan het product uit te voeren of om de vervanging van defecte onderdelen uit te voeren. Dit gebeurt zonder kosten en binnen een redelijke tijdspanne na ontvangst van het product. De machine of de onderdelen worden op kosten van de klant teruggestuurd naar het bevoegde Servicecenter. Schade tijdens het transport wordt niet gedekt door de garantie. Gelieve het originele aankoopbewijs bij elke claim te voegen (maak een kopie van het bewijs voor uw eigen administratie). De verantwoordelijkheid van de verdeler inzake de garantie is beperkt tot het herstellen van het product en/of het vervangen van onderdelen. De koper kan hierop een beroep doen in plaats van andere rechtsmiddelen, met inbegrip van gevolgkosten en onkosten. Er zijn geen andere uitdrukkelijke of impliciete garanties dan deze die in dit document worden vermeld. Voor het adres van dichtst bijzijnde Erkende Service Centre gelieve de fabrikant te contacteren: EMB MAnufacturing Inc 4144 Boomer Line St Clemens, Ontario N0B 2M0 Canada Tel.: 519-699-9283 Fax: 519-699-4146 DE AANSPRAAK OP GARANTIE VERVALT INGEVAL VAN NIET-REGISTRATIE WALLENSTEIN COMPACTE MESTVERSPREIDER REGISTRATIE I.V.M. GARANTIE & INSPECTIERAPPORT REGISTRATIE I.V.M. GARANTIE (a.u.b. in drukletters invullen) Dit formulier moet door de dealer worden ingevuld en zowel door de dealer als door de klant worden ondertekend op het moment van de levering. Naam van de klant Naam van de dealer Adres Adres Stad, Staat/Provincie, Code Stad, Staat/Provincie, Code Telefoonnummer ( Telefoonnummer ( ) ) Naam van de contactpersoon Model Serienummer Leveringsdatum DEALERINSPECTIERAPPORT VEILIGHEID ____ Oliepeil in tandwielkast controleren ____ Transportketting beweegt vrij ____ Bevestigingen aangedraaid ____ Machine smeren ____ Bandendruk controleren ____ Borgpen door trekstang geplaatst ____ Controleren of de koppeling van de transportketting vrij beweegt ____ Controleren of de kloppers vrij draaien ____ Veiligheidsketting aan trekhaak ____ Alle stickers aangebracht ____ Afdek- en beschermkappen aangebracht ____ Gebruiks- en veiligheidsvoorschriften lezen Ik heb de koper grondig geïnformeerd over de bovenvermelde apparatuur door o.a. de volgende punten te bespreken: de inhoud van de handleiding, zorg voor apparatuur, aanpassingen, veilige werking en het toepasselijke garantiebeleid. Datum Handtekening van de vertegenwoordiger Ik heb de bovenvermelde apparatuur en handleiding in ontvangst genomen en werd grondig geïnformeerd over de zorg, aanpassingen, veilige werking en het toepasselijke garantiebeleid. Datum Handtekening van de eigenaar PLAATS VAN HET SERIENUMMER Geef uw dealer altijd het serienummer van uw Wallenstein Compacte Mestverspreider wanneer u onderdelen bestelt, service of andere informatie aanvraagt. Het plaatje met het serienummer bevindt zich op de aangeduide plaats. Noteer de nummers op de daartoe voorziene plaatsen om ze gemakkelijk te kunnen terugvinden. PLAATS VAN HET SERIENUMMER Modelnummer ____________________________________________________ Serienummer _____________________________________________ Inhoudstafel Garantie Inspectierapport Plaats van het serienummer 1 Inleiding 2 Veiligheid 2.1 Algemene veiligheid 2.2 Machineveiligheidsvoorschriften 2.3 Veiligheidsopleiding 2.4 Veiligheidsplaatjes 2.5 Voorbereiding 2.6 Onderhoudsveiligheid 2.7 Bedrijfsveiligheid 2.8 Opslagveiligheid 2.9 Transportveiligheid 2.10 Aanmeldingsformulier 3 Plaats van de veiligheidsplaatjes 4 Gebruik 4.1 Aan de nieuwe operator of eigenaar 4.2 Machineonderdelen 4.3 Eerste gebruik 4.4 Checklist voor het gebruik 4.5 Bedieningselementen 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 6 7 7.1 7.2 Montage Aankoppelen/loskoppelen Gebruik op het terrein Transport Opslag Service en onderhoud Service Vloeistoffen en smeermiddelen Smering Onderhoudsintervallen Onderhoudsschema Onderhoud Aandrijflijn onderhouden Aandrijfriem aanspannen en uitlijnen Transportbandketting aanspannen Probleemoplossing Specificaties Mechanisch Draaimoment 1 INLEIDING Gefeliciteerd met uw keuze voor een Wallenstein Compacte Mestverspreider. Deze machine werd ontworpen en geproduceerd om in de behoeften van veeleisende veehouderijbedrijven te voorzien. Met het oog op een veilige, efficiënte en probleemloze werking van uw Compacte Mestverspreider van Wallenstein moeten u en al wie de mestverspreider zal gebruiken of onderhouden de informatie over veiligheid, gebruik, onderhoud en probleemoplossing uit deze handleiding lezen en begrijpen. Deze handleiding heeft betrekking op de Wallenstein Compacte Mestverspreider model MX25, MX50G & MX80G (wielaandrijving) en model MX50P & MX80P (aftakasaandrijving). Gebruik de inhoudstafel of index als leidraad om de nodige informatie terug te vinden. Bewaar deze handleiding om ze later te kunnen raadplegen en ze aan nieuwe gebruikers of eigenaars te bezorgen. Bel uw Wallenstein dealer of verdeler als u hulp, informatie of extra exemplaren van een handleiding nodig heeft. RICHTINGAANDUIDINGEN – De richtingen links, rechts, vooruit en achteruit die in deze handleiding worden vermeld, gelden wanneer men in de bestuurderstoel zit en in de rijrichting kijkt. 2 VEILIGHEID VEILIGHEIDSSYMBOOL Dit veiligheidssymbool betekent OPGELET! LET OP! BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID! Het veiligheidssymbool wijst op belangrijke veiligheidsboodschappen op de Wallenstein Compacte Mestverspreider en in de handleiding. Als u dit symbool ziet, hou dan rekening met de mogelijkheid van lichamelijke letsels of overlijden. Neem de voorschriften uit de veiligheids-boodschap in acht. Waarom is VEILIGHEID belangrijk voor u? 3 hoofdredenen Ongevallen kunnen letsels en overlijden tot gevolg hebben Ongevallen kosten geld Ongevallen zijn te vermijden SIGNAALWOORDEN: Let op het gebruik van de signaalwoorden GEVAAR, WAARSCHUWING en OPGELET in de veiligheidsboodschappen. Het gepaste signaalwoord voor elke boodschap werd gekozen op basis van de volgende richtlijnen: GEVAAR – Wijst op een onmiddellijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, tot een overlijden of ernstige letsels zal leiden. Dit signaalwoord mag enkel worden gebruikt voor de meest extreme situaties die zich doorgaans voordoen bij machineonderdelen die niet kunnen worden afgeschermd, om functionele redenen. WAARSCHUWING – Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, tot een overlijden of ernstige letsels zou kunnen leiden; het gaat o.a. gevaren waaraan men wordt blootgesteld wanneer afdekkappen worden verwijderd. Dit kan ook betrekking hebben op onveilige praktijken. OPGELET – Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, tot lichte of matige letsels kunnen leiden. Dit kan ook betrekking hebben op onveilige praktijken. Als u nog vragen heeft die niet in deze handleiding worden beantwoord, als u extra exemplaren wenst of als de handleiding beschadigd is, contacteer dan uw dealer of Wallenstein, 4144 Boomer Line, St. Clements, Ontario, N0B 2M0. Telefoonnummer (519) 699-9283 of faxnummer (519) 699-4146. VEILIGHEID 2.1 ALGEMENE VEILIGHEID U bent verantwoordelijk voor de VEILIGE werking en het onderhoud van uw Wallenstein Compacte Mestverspreider. U moet ervoor zorgen dat u en al wie de mestverspreider gaat gebruiken, onderhouden of errond zal werken, vertrouwd is met de gebruiks- en onderhoudsprocedures en daarmee verband houdende VEILIGHEIDSINFORMATIE uit deze handleiding. In deze handleiding vindt u een stapsgewijs overzicht van uw werkdag en alle goede veiligheidspraktijken die u in acht moet nemen wanneer u met de mestverspreider werkt. Vergeet niet, U bent verantwoordelijk voor de veiligheid. Goede veiligheidspraktijken beschermen niet alleen u, maar ook de mensen rondom u. Maak van deze praktijken een essentieel onderdeel van uw veiligheidsprogramma. Zorg ervoor dat IEDEREEN die de machine gebruikt, vertrouwd is met de aanbevolen gebruiks- en onderhoudsprocedures en altijd de veiligheidsvoorzorgen in acht neemt. De meeste ongevallen zijn te voorkomen. Riskeer geen letsels of overlijden door goede veiligheidspraktijken te negeren. • Eigenaars van een compacte mestverspreider moeten gebruikers of medewerkers gebruiksinstructies geven alvorens hen met de machine te laten werken en minstens elk jaar daarna. • De belangrijkste veiligheidsvoorziening van deze machine is een VEILIGE gebruiker. De gebruiker moet ALLE veiligheids- en gebruiksvoorschriften uit de handleiding lezen, begrijpen en in acht nemen. De meeste ongevallen zijn te voorkomen. • Iemand die niet alle gebruiks- en veiligheidsvoorschriften heeft gelezen en begrepen, mag niet met de machine werken. Een niet-opgeleide gebruiker stelt zichzelf en omstaanders bloot aan mogelijke ernstige letsels of overlijden. • Pas de apparatuur op geen enkele manier aan. Elke ongeoorloofde aanpassing kan de werking en/of veiligheid schaden en de levensduur van de machine beïnvloeden. • Denk aan VEILIGHEID! Werk veilig! 1. Lees en begrijp de handleiding en alle veilig-heidsboodschappen alvorens de mestverspreider te gebruiken, te onderhouden, aan te passen of schoon te maken. 2. Zorg ervoor dat een EHBO-kit voorhanden is indien nodig en dat men weet hoe die moet worden gebruikt. 3. Zorg ervoor dat een brandblusser voorhanden is indien nodig en dat men weet hoe die moet worden gebruikt. 4. Laat niemand meerijden op de machine. 5. Draag de gepaste beschermingsmiddelen. Deze lijst omvat, maar is niet beperkt tot: - een veiligheidshelm - veiligheidsschoenen met antislipzool - een veiligheidsbril of gelaatsscherm - zware handschoenen - regenkledij - oorbeschermers - ademhalingsapparaat of filtermasker 6. Plaats alle afdekkappen en maak ze goed vast alvorens te beginnen. 7. Draag gepaste oorbeschermers als u lange tijd wordt blootgesteld aan lawaai. 8. Schakel de machine uit, stop en leg de motor stil, trek de sleutel uit het contact en stop hem in uw zak, zet de parkeerrem op en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren of blokkeringen te verwijderen. 9. Zorg ervoor dat zich geen mensen, vooral kleine kinderen, in de omgeving bevinden alvorens de machine te gebruiken. 10. Neem de veiligheidsinformatie jaarlijks door met al het personeel dat de mestverspreider zal gebruiken of onderhouden. 2.2 MACHINEVEILIGHEIDSRICHTLIJNEN 1. De veiligheid van de gebruiker en omstaanders is een van de grootste bekommernissen bij het ontwerp en de ontwikkeling van machines. Ieder jaar doen zich echter tal van ongevallen voor die te vermijden waren als men enkele seconden had nagedacht en voorzichtiger was omgegaan met de apparatuur. U, de gebruiker, kunt tal van ongevallen vermijden door de volgende voorzorgen uit dit hoofdstuk in acht te nemen. Om lichamelijke letsels of overlijden te voorkomen moet u de volgende voorzorgen in acht nemen en al wie met u of voor u werkt ertoe aanzetten om ze in acht te nemen. 2. Voor een beter zicht kunnen sommige foto’s of illustraties in deze handleiding een onderdeel tonen waarvan de beschermkap is verwijderd. De machine mag echter nooit in die toestand worden gebruikt. Alle beschermkappen moeten op hun plaats blijven zitten. Als een beschermkap moet worden verwijderd, moet die worden teruggeplaatst alvorens de machine te gebruiken. 3. Vervang alle onleesbare of ontbrekende veiligheidsplaatjes of instructieplaatjes. De plaats van dergelijke veiligheidsplaatjes wordt aangegeven in deze handleiding. 4. Gebruik nooit alcoholische dranken of geneesmiddelen die nadelig zijn voor de alertheid of coördinatie wanneer u de machine gebruikt. Raadpleeg uw arts indien u geneesmiddelen op voorschrift inneemt. 5. Jonge kinderen mogen in geen geval met deze machine werken. Personen mogen de machine pas gebruiken of monteren indien ze deze handleiding hebben gelezen en de werking en veiligheidsvoorschriften grondig begrijpen. Neem de veiligheidsinstructies jaarlijks door met alle gebruikers. 6. Deze machine is gevaarlijk voor kinderen en personen die niet vertrouwd zijn met de werking ervan. De gebruiker moet een verantwoordelijke, goed opgeleide en fysiek capabele persoon zijn die vertrouwd is met machines en opgeleid is in het gebruik van deze apparatuur. Als ouderen meewerken, moet rekening worden gehouden met hun fysieke beperkingen. 7. Overschrijd nooit de grenzen van een onderdeel. Als er twijfel is of de machine een taak aankan of veilig aankan, PROBEER HET DAN NIET. 8. Pas de machine niet aan. Elke ongeoorloofde aanpassing kan tot ernstige letsels of een overlijden leiden en kan de werking en levensduur van de machine schaden. 9. Naast het ontwerp en de configuratie van deze machine, waaronder de veiligheidsplaatjes en veiligheidsvoorzieningen, zijn de gevarenbeperking en ongevallenpreventie afhankelijk van het bewustzijn, de zorg, voorzichtigheid en goede opleiding van personeel dat betrokken is bij de werking, het transport, het onderhoud en de opslag van de machine. Zie ook de veiligheidsboodschappen en gebruiksvoorschriften in elk van de betreffende hoofdstukken van de motoren machinehandleidingen. Let goed op de veiligheidsplaatjes op het sleepvoertuig en de machine. 2.3 VEILIGHEIDSOPLEIDING 2.4 VEILIGHEIDSPLAATJES 1. Veiligheid is een van de grootste bekommernissen bij het ontwerp en de fabricage van onze producten. Jammer genoeg kunnen al onze inspanningen op het vlak van machineveiligheid teniet worden gedaan door één enkele onvoorzichtigheid van een gebruiker of omstaander. 1. Zorg dat de veiligheidsplaatjes altijd proper en leesbaar zijn. 2. Naast het ontwerp en de configuratie van deze machine zijn de gevarenbeperking en ongevallenpreventie afhankelijk van het bewustzijn, de zorg, voorzichtigheid en goede opleiding van personeel dat betrokken is bij de werking, het transport, het onderhoud en de opslag van de machine. 3. "De beste veiligheidsvoorziening is een goed geïnformeerde, voorzichtige gebruiker" wordt wel eens gezegd, We willen dat u zo’n gebruiker bent. De gebruiker moet ALLE veiligheids- en gebruiksvoorschriften uit de handleiding lezen, begrijpen en in acht nemen. Ongevallen zijn te vermijden. 4. Werken met apparatuur waarmee men niet vertrouwd is, kan tot letsels leiden. Lees deze handleiding alvorens de machine te monteren of gebruiken, om uzelf ermee vertrouwd te maken. Als deze machine door iemand anders dan uzelf wordt gebruikt, geleend of gehuurd, moet de eigenaar zich ervan vergewissen dat de gebruiker, vóór hij de machine gebruikt: a. de gebruikshandleidingen leest en begrijpt. 2. Vervang ontbrekende of onleesbare veiligheidsplaatjes. 3. Vervangen onderdelen met een veiligheidsplaatje erop moeten het huidige veiligheidsplaatje tonen. 4. Veiligheidsplaatjes uit hoofdstuk 3 hebben allemaal een stuknummer. Gebruik dit stuknummer wanneer u vervangonderdelen bestelt. 5. Veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde verdeler, de onderdelenafdeling van de dealer of de fabriek. Hoe veiligheidsplaatjes aanbrengen: • Zorg ervoor dat de plaats waar u ze wil aanbrengen proper en droog is. • Zorg ervoor dat de temperatuur boven de 10°C ligt. • Bepaal de precieze plaats alvorens het papier aan de achterzijde te verwijderen. • Verwijder het kleinste deel van het papier aan de achterzijde. • Houd het plaatje op de gewenste plaats en druk voorzichtig het kleinste klevende deel aan. b. is opgeleid in het veilige en correcte gebruik. • Verwijder de rest van het papier en strijk voorzichtig de rest van het plaatje glad tot het op zijn plaats zit. 5. Ken de bedieningselementen en weet hoe u het sleepvoertuig, de motor en de machine snel kunt stoppen in een noodgeval. Lees deze handleiding en de handleiding van de motor. • Kleine luchtbellen kunnen met een naald worden doorprikt en gladgestreken met een stukje achterpapier. 6. Leid alle nieuwe medewerkers op en neem de instructies regelmatig door met uw huidige medewerkers. Zorg ervoor dat enkel een goed opgeleide en fysiek capabele persoon de machine zal gebruiken. Iemand die de gebruiksen veiligheidsvoorschriften niet heeft gelezen en begrepen, mag de machine niet gebruiken. Een niet-opgeleide gebruiker stelt zichzelf en omstaanders bloot aan mogelijke ernstige letsels of overlijden. Als ouderen meewerken, moet rekening worden gehouden met hun fysieke beperkingen. 2.5 VOORBEREIDING 2.6 ONDERHOUDSVEILIGHEID 1. Gebruik de machine nooit alvorens u deze handleiding en alle veiligheidsboodschappen op de veiligheidsplaatjes op de machine volledig heeft gelezen en begrepen. 1. Goed onderhoud is uw verantwoordelijkheid. Slecht onderhoud is om problemen vragen. 2. Persoonlijke beschermingsmiddele n, waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en handschoenen, zijn aangeraden bij het assembleren, plaatsen, gebruiken, aanpassen, onderhouden, herstellen, verwijderen, schoonmaken of verplaatsen van de machine. Vermijd lang haar, loszittende kledij of juwelen in de buurt van de machine. 3. LANGDURIGE BLOOTSTELLING AAN LAWAAI KAN TOT PERMANENT GEHOORVERLIES LEIDEN! Elektrisch gereedschap, al dan niet met accessoires erop gemonteerd, kan vaak zo luid zijn dat het tot permanent, gedeeltelijk gehoorverlies kan leiden. Het is aangeraden om altijd gehoorbescherming te dragen als het lawaai in de onmiddellijke omgeving van de gebruiker meer dan 80 db bedraagt. Langdurige blootstelling aan lawaai van meer dan 85 db kan tot ernstig gehoorverlies leiden. Langdurige blootstelling aan lawaai van meer dan 90 db in de onmiddellijke omgeving van de gebruiker kan tot permanent, totaal gehoorverlies leiden. N.B.: Gehoorverlies als gevolg van lawaai (van tractoren, kettingzagen, radio’s en andere gelijkaardige bronnen dichtbij het oor heeft een levenslang cumulatief effect, zonder kans op natuurlijk herstel. 4. Verwijder stenen, takken of verborgen obstakels die op de werkplek liggen en gegrepen kunnen worden. Zo vermijdt u letsels of schade. 5. Gebruik de machine enkel in daglicht of bij goed kunstlicht. 6. Zorg ervoor dat de machine correct opgesteld, afgesteld en in goed werkende staat is. 7. Zorg ervoor dat alle veiligheidsschermen en veiligheidsplaatjes op de juiste plaats zitten en in goede staat zijn. 2. Pas goede werkplaatspraktijken toe. - Hou de onderhoudszone proper en droog. - Zorg ervoor dat stopcontacten en elektrisch gereedschap goed geaard zijn. - Gebruik de gepaste verlichting voor het werk in kwestie. 3. Zorg voor voldoende ventilatie. Laat de motor van het sleepvoertuig nooit draaien in een gesloten gebouw. De uitlaatgassen kunnen tot verstikking leiden. 4. Alvorens aan de machine te werken moet u de motor stilleggen, de parkeerrem opzetten en wachten tot alle bewegende onderdelen stilstaan. 5. Werk nooit onder apparatuur tenzij die goed geïmmobiliseerd is. 6. Gebruik altijd persoonlijke beschermings-middelen zoals oog-, hand- en oorbeschermers, wanneer u service of onderhoud uitvoert. 7. Als vervangonderdelen nodig zijn voor periodiek onderhoud en service, moeten originele fabrieksonderdelen worden gebruikt om de machine weer volgens de originele specificaties te doen werken. De fabrikant zal niet verantwoordelijk zijn voor letsels of schade als gevolg van het gebruik van nietgoedgekeurde onderdelen en/of accessoires. 8. Een brandblusser en EHBO-kit moeten voorhanden zijn wanneer onderhoud aan de machine wordt uitgevoerd. 9. Draai periodiek alle bouten, moeren en schroeven vast en controleer of alle elektrische en brandstofverbindingen goed vastzitten, om ervoor te zorgen dat de machine veilig is. 10. Bij onderhoud of service moet u ervoor zorgen dat alle veiligheidsschermen en –voorzieningen op hun plaats zitten alvorens de machine in gebruik te nemen. 2.7 BEDRIJFSVEILIGHEID 1. Vergeet niet: het is belangrijk dat u de veiligheidsplaatjes op de compacte mestverspreider leest en in acht neemt. Maak veiligheidsplaatjes die moeilijk te lezen of te begrijpen zijn, schoon of vervang ze, met het oog op uw veiligheid en die van anderen. U, de gebruiker, bent verantwoordelijk voor het veilige gebruik van deze machine. 2. Alles met bewegende onderdelen kan gevaar opleveren. Er gaat niets boven een voorzichtige, veiligheidsgerichte gebruiker die mogelijke gevaren herkent en redelijke veiligheidspraktijken toepast. De fabrikant heeft deze mestverspreider ontworpen om te worden gebruikt met alle veiligheidsvoorzieningen correct gemonteerd, om de kans op ongevallen tot het minimum te beperken. Lees deze handleiding om na te gaan of alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn. 3. Sluit en maak alle afdekkappen en beschermkappen vast alvorens de machine te starten en te gebruiken. 4. Lees en begrijp de handleiding alvorens de machine te starten. Neem elk jaar de veiligheidsvoorschriften door. 5. Persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en handschoenen, zijn aangeraden bij het assembleren, plaatsen, gebruiken, aanpassen, onderhouden, herstellen, verwijderen, schoonmaken of verplaatsen van de machine. Vermijd lang haar, loszittende kledij of juwelen in de buurt van bewegende onderdelen. 10. Laad de mestverspreider niet tenzij hij aan de tractor is vastgemaakt. 11. Laat het achterschot (optioneel) zakken alvorens de mestverspreider te laden; zo blijft de mest op zijn plaats. 12. Gebruik nooit alcoholische dranken of geneesmiddelen die nadelig zijn voor de alertheid of coördinatie wanneer u de machine gebruikt. Raadpleeg uw arts indien u geneesmiddelen op voorschrift inneemt. 13. Laat niemand meerijden op de machine. Er is geen enkele veilige plek voor passagiers. 14. Laat kinderen of onbevoegden nooit met of rond deze machine werken. 15. Hou de werkplek proper en vrij van afval om struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen grond. 16. Hou alle omstaanders minstens 6 m uit de buurt wanneer de mestverspreider wordt geladen of gelost of wanneer de motor draait. 17. Overschrijd de hijs- of laadcapaciteit niet. 18. Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens transport. Maak een veiligheidsketting vast onder de trekhaak van de aanhangwagen als die wordt getrokken. 6. Hou lichaamsdelen uit de buurt van bewegende onderdelen die gevaar kunnen opleveren tijdens het assembleren, plaatsen, gebruiken, onderhouden, herstellen of verplaatsen. 7. Schakel de machine uit, stop en leg de motor stil, trek de sleutel uit het contact en stop hem in uw zak, zet de parkeerrem op en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren. 8. Hou de handen uit de buurt van de kloppers terwijl ze werken. 9. Laat de machine niet draaien in een gesloten gebouw om verstikking door uitlaatgassen te vermijden. 2.8 OPSLAGVEILIGHEID 2.9 TRANSPORTVEILIGHEID 1. Bewaar de machine uit de buurt van menselijke activiteiten. 2. Laat geen kinderen spelen op of rond de opgeslagen machine. 3. Bewaar de machine op een droge, effen plaats. Ondersteun het frame met planken, indien nodig. 1. Leef alle nationale, provinciale en lokale wetten in verband met de veiligheid en het transport van machines op openbare wegen na. 2. Controleer of alle lichten, reflectoren en andere verlichtingsvoorzieningen gemonteerd en in goed werkende staat zijn. 3. Overschrijd een veilige rijsnelheid niet. Vertraag op ruw terrein en in bochten. 4. Schakel de transport- en klopperaandrijvingen altijd uit alvorens de machine te vervoeren. 5. Zorg ervoor dat de machine goed is vastgemaakt aan de tractor en dat een borgpen door de trekstang zit. Maak altijd een veiligheidsketting vast tussen de trekhaak en de tractor. 6. Drink niet als u moeten rijden. 7. Wees een veilige en hoffelijke chauffeur. Geef altijd voorrang aan tegenliggers in alle omstandigheden, zoals smalle bruggen, kruispunten, enz. Let op het verkeer als u bij kruispunten werkt of de weg oversteekt. 8. Laat niemand meerijden op de machine. 2.10 AANMELDINGSFORMULIER Wallenstein voldoet aan de algemene veiligheidsnormen van de American Society of Agricultural & Biological Engineers (ASABE) en de Occupational Safety & Health Administration (OSHA). Al wie de mestverspreider gebruikt en/of onderhoudt, moet ALLE veiligheids-, gebruiks- en onderhoudsinformatie uit deze handleiding lezen en goed begrijpen. Gebruik deze mestverspreider niet en laat niemand deze mestverspreider gebruiken tot die informatie werd doorgenomen. Neem jaarlijks deze informatie door voor het seizoen van start gaat. Maak van deze periodieke evaluaties in verband met VEILIGHEID en GEBRUIK een standaardpraktijk voor al uw apparatuur. Een niet-opgeleide gebruiker mag niet met deze machine werken. Het aanmeldingsformulier dient als bewijs dat alle personeelsleden die met de machine zullen werken, de informatie uit de handleiding hebben gelezen en begrepen en zijn opgeleid in het gebruik van de apparatuur. DATUM AANMELDINGSFORMULIER HANDTEKENING VAN WERKNEMER HANDTEKENING VAN WERKGEVER 3 PLAATS VAN DE VEILIGHEIDSPLAATJES De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken. • Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG! DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer. De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken. • Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG! DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer. De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken. • Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG! DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer. De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken. • Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG! DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer. De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken. • Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG! DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer. De soorten veiligheidsplaatjes en de plaats daarvan op de machine worden in de onderstaande illustraties aangegeven. Omwille van de veiligheid moet u zich vertrouwd maken met de verschillende veiligheidsplaatjes, het soort waarschuwing en de locatie, of bepaalde functie in verband met die locatie, waarin u aan VEILIGHEID moet denken. • Denk aan VEILIGHEID! Werk VEILIG! DENK ERAAN – Als een veiligheidsplaatje is beschadigd, verwijderd, onleesbaar is geworden of onderdelen werden vervangen zonder een veiligheidsplaatje, moeten nieuwe plaatjes worden aangebracht. Nieuwe veiligheidsplaatjes zijn te verkrijgen bij uw bevoegde dealer. 4 GEBRUIK BEDRIJFSVEILIGHEID - Gelieve de gebruiksaanwijzing te lezen en te begrijpen vooraleer van start te gaan. Neem elk jaar de veiligheidsinstructies door. - Laat de machine nooit draaien in een gesloten gebouw om verstikking door de uitlaatgassen te vermijden. - Schakel de machine uit, stop en leg de motor stil, zet de parkeerrem op, trek de sleutel uit het contact en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren. - Laad de laadbak pas nadat de mestverspreider aan de tractor werd gekoppeld. - Hou de werkplek proper en vrij van afval om struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen grond. - Sluit en beveilig alle beschermingen en kappen alvorens de machine te starten en te gebruiken. - Hou handen, voeten, haar en kleding weg van de bewegende delen. Draag nooit losse kleding in de nabijheid van de machine. - Laat geen kinderen, dieren of onbevoegde mensen toe in de werkzone. - Laat het achterschot (optioneel) zakken alvorens de mestverspreider te laden; zo blijft de mest op zijn plaats. - Draag altijd PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) zoals een veiligheidsbril en sterke handschoenen bij het gebruiken van de machine. - Plaats de handen niet in de kloppers wanneer de machine draait. - Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens het transport. Maak een veiligheidsketting vast onder de trekhaak van de aanhangwagen als die wordt getrokken. 4.1 AAN DE NIEUWE OPERATOR OF EIGENAAR De compacte mestverspreiders van Wallenstein zijn ontworpen om het mest van de ene naar de andere plaats te transporteren en het over het veld te verspreiden. De eigenaar of gebruiker moet deze handleiding lezen en alle andere gebruikers opleiden alvorens ze met de machine mogen werken. Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht. Veiligheid belangt iedereen aan. Volg de aanbevolen procedures met het oog op een veilige werkomgeving voor de gebruiker, omstaanders en werkplek. Nietopgeleide gebruikers mogen niet met de machine werken. Volg strikt de aanbevolen procedures met het oog op een veilige werkomgeving voor de gebruiker, omstaanders en werkplek. Nietopgeleide gebruikers mogen niet met de machine werken. Tal van functies van deze machine zijn het resultaat van suggesties van klanten zoals u. Lees deze handleiding zorgvuldig om te weten hoe u veilig met de mestverspreider kunt werken en hoe u de machine kunt instellen om er maximaal voordeel uit te halen. Door de gebruiksvoorschriften in acht te nemen, samen met een goed onderhoudsprogramma, zal uw compacte mestverspreider nog jaren lang dienst doen, zonder enig probleem. 4.2 MACHINEONDERDELEN De compacte mestverspreider van Wallenstein is een lichte trailer, ontwikkeld om mest of elk ander materiaal te bevatten, te vervoeren en te verspreiden. Een set kloppers in het achterstel verspreidt het materiaal over het veld. Modellen met aftakas of met wielaandrijving zijn beschikbaar. De aandrijfkracht via de aftakas wordt overgebracht langs de linkerkant van het frame teneinde de kloppers en het lossysteem met kettingen aan te drijven. Het systeem met wielaandrijving bevindt zich aan de linkerkant van het frame en drijft zowel de kloppers alsook het lossysteem met kettingen aan. A Laadbak B Dissel C Bediening van de wielaandrijving D Transportbandsysteem E Systeem met wielaandrijving F Kloppers G Achterschot (optioneel) H Aftakas J Voorriemaandrijving K Langsaandrijving L Ketting van de transportband FIG. 1 HOOFDONDERDELEN 4.3 EERSTE GEBRUIK Hoewel er geen gebruiksbeperkingen zijn wanneer de compacte mestverspreider voor de eerste keer wordt gebruikt, is het aangeraden om de volgende mechanische onderdelen te controleren: A. Na 1 uur werken: 1. Controleer of het transportband- en aandrijvingssysteem vrij bewegen. 2. Controleer of het klopper- en aandrijvingssysteem vrij bewegen. 3. Draai alle bevestigingsmiddelen en ijzerbeslag aan. 4. Controleer het oliepeil van de tandwielkast (modellen met aftakas). Vul bij indien nodig. 5. Controleer of er geen materiaal vastzit. Verwijder al het vastzittende materiaal alvorens het werk te hervatten. 6. Controleer de bandendruk. Pomp de banden op, indien nodig. B. Na 10 uur werken: 1. Herhaal stap 1 tot en met 6 hierboven. (Deel A) 2. Ga naar het schema voor normaal onderhoud in het hoofdstuk Onderhoud. 4.4 CHECKLIST VÓÓR HET GEBRUIK Voor een efficiënte en veilige werking van de compacte mestverspreider van Wallenstein moet elke gebruiker de gebruiksprocedures en alle daarmee verband houdende veiligheidsvoorschriften uit dit hoofdstuk lezen en begrijpen. Een checklist vóór het gebruik is voorzien voor de gebruiker. Het is belangrijk voor uw persoonlijke veiligheid en voor de goede mechanische staat dat deze checklist wordt gevolgd. Alvorens u met de mestverspreider begint te werken en elke keer daarna moeten de volgende elementen worden gecontroleerd: 1. Smeer de machine volgens het schema in het hoofdstuk Onderhoud. 2. Controleer of het transportband- en aandrijvingssysteem vrij bewegen. 3. Controleer of het klopper- en aandrijvingssysteem vrij bewegen. 4. Draai alle bevestigingsmiddelen en ijzerbeslag aan. 5. Controleer het oliepeil van de tandwielkast. Vul bij indien nodig (enkel modellen met aftakas). 6. Controleer of er geen materiaal vastzit. Verwijder al het vastzittende materiaal alvorens het werk te hervatten. 7. Controleer de bandendruk. Pomp de banden op, indien nodig. 8. Zorg ervoor dat alle bescherm- en afdekkappen op hun plaats zitten, dat ze goed vast zitten en naar behoren werken. 4.5 BEDIENINGSELEMENTEN Alvorens het werk aan te vatten, moeten alle gebruikers zich vertrouwd maken met de plaats en de werking van de bedieningselementen. 1. Bediening van de aftakas Gelieve de handleiding van de tractor te raadplegen voor informatie over het bedienen van de aftakas. 2. Transportbandaandrijving De mestverspreider is uitgerust met een hendel aan de rechterkant van de bak die in 4 standen te zetten is: A. OFF B. Vlug C. Medium D. Traag WAARSCHUWING! De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld met de afdekkap verwijderd of geopend. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap. FIG. 2 TRANSPORTBANDAANDRIJVING 3. Met wielaandrijving Het model met wielaandrijving is ontwikkeld met een hendel aan de voorzijde die in 2 standen te zetten is. Hij activeert of deactiveert het aandrijvingssysteem van de machine. Duw de hendel omlaag om de pendelasgeleider te verwijderen van tussen de aandrijvingsketting en het kettingwiel om de machine aan te drijven. Duw de hendel omhoog om de pendelasgeleider in de stand tussen de ketting en het kettingwiel te zetten om te voorkomen dat het kettingwiel de mestverspreider aandrijft. WAARSCHUWING! De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld met de afdekkap verwijderd of geopend. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap. FIG. 3 WIELAANDRIJVING 4.6 MONTAGE De mestverspreider verlaat de fabriek gedeeltelijk ontmanteld om het transport ervan te vergemakkelijken. Gelieve dit onderdeel te raadplegen voor de montage indien uw model/ machine enige montage vereist. 4.6.1 AFTAKASAANDRIJVING (enkel voor modellen op aftakas) De aandrijflijn voor de aftak wordt in de laadbak geplaatst gedurende het transport om het risico op beschadiging te beperken. Volg deze procedure om de aandrijflijn aan te sluiten: 1. Verwijder alle omstaanders, vooral kleine kinderen. 2. Haal de aandrijflijn uit de machine en leg ze opzij. 3. Hef de beschermkap over de ingangsas op. 4. Controleer de tekening op de kap en draai de as zo dat het niet trekkend gedeelte aan de mestverspreider kan worden gekoppeld. 5. Druk de borgpen neer in het juk en schuif het juk over de ingangsas van de mestverspreider. 6. Ontgrendel de borgpen wanneer het juk over de as schuift. De pen zal dan op zijn plaats vallen. 7. Trek aan het juk om te controleren of de borgpen goed in de groef zit. 8. Laat de beschermkap zakken om het ingangsjuk te bedekken. Fig. 4 AFTAKASAANDRIJVING 4.6.2 STOFUITVALSYSTEEM (optioneel) Een optioneel ‘stofuitvalsysteem’ is beschikbaar en kan worden gemonteerd aan de achterkant van het frame om de hoeveelheid klein materiaal te beperken dat uit de laadbak valt en dat niet door de kloppers wordt verstrooid. Volg deze procedure om het optionele stofuitvalsysteem te installeren: 1. Verwijder alle omstaanders, vooral kleine kinderen. 2. Als de mestverspreider werd gebruikt, maak de machine dan grondig schoon met een hogedrukreiniger. 3. Verplaats de machine naar een propere open plaats. 4. Installeer de uitvalgeleiders aan de onderkant van elke zijde. 5. Schuif het uitvalkader tussen de montagegaatjes en gebruik de scharnierbouten om het geheel vast te zetten. 6. Span de bouten met het juiste draaimoment aan. 7. Beweeg het uitvalsysteem over de hele breedte om zeker te zijn dat er geen obstakels zijn en zet het geheel vast met de verankeringspen. Fig. 5 STOFUITVALSYSTEEM 4.7 AANKOPPELEN/LOSKOPPELEN De compacte mestverspreider dient zich steeds op een vlakke en droge plaats te bevinden die vrij is van puin of andere vreemde voorwerpen. Volg deze procedure om de machine aan de tractor te koppelen: 1. Verwijder alle omstaanders (vooral kleine kinderen) uit de werkzone. 2. Zorg voor voldoende ruimte en speling om de machine op een veilige manier aan te koppelen. 3. Rij de tractor langzaam achteruit tot de trekhaak en trekstang op één lijn liggen. 4. Gebruik de krik om de dissel op de juiste hoogte te brengen. 5. Rij de tractor achteruit tot de gaten op één lijn liggen. 6. Stop de motor van de tractor, zet de parkeerrem op, trek de sleutel uit het contact en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens van de tractor te stappen. Fig. 6 TREKSTANGPEN BORGRING 7. Plaats de trekstangpen en de borgring. 8. Maak voorzichtig de veiligheidsketting vast aan de trekstangkooi om onverwacht loskomen te vermijden. 9. Bevestig de aftakas (enkel bij aftakasmodellen). a. Duw de borgpen naar beneden in het juk, plaats de groeven op één lijn en schuif het juk op de tractor. b. Laat de kraag los en controleer of de borgpen goed is vastgeklikt. Opmerking Zorg ervoor dat het telescopische gedeelte van de as geolied en stofvrij is. Fig. 7 AFTAKAS 10. Plaats de trekhaak in de ingetrokken stand a. Klap de krik in. b. Haal de pen uit de krik. c. Draai 90° en stop de pen er terug in. 11. Voer de procedure in omgekeerde volgorde uit om de mestverspreider los te koppelen. Opmerking Plaats planken onder de krik, trekhaak en banden indien nodig. Fig. 8 OPGEKLAPTE KRIK 4.8 GEBRUIK OP HET TERREIN BEDRIJFSVEILIGHEID - Gelieve de gebruiksaanwijzing te lezen en te begrijpen vooraleer van start te gaan. Neem elk jaar de veiligheidsinstructies door. - Laat de machine nooit draaien in een gesloten gebouw om verstikking door de uitlaatgassen te vermijden. - Schakel de machine uit, stop en leg de motor stil, zet de parkeerrem op, trek de sleutel uit het contact en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan alvorens onderhoud, aanpassingen of herstellingen uit te voeren. - Laad de laadbak pas nadat de mestverspreider aan de tractor werd gekoppeld. - Hou de werkplek proper en vrij van afval om struikelen te voorkomen. Werk enkel op effen grond. - Sluit en beveilig alle beschermingen en kappen alvorens de machine te starten en te gebruiken. - Hou handen, voeten, haar en kleding weg van de bewegende delen. Draag nooit losse kleding in de nabijheid van de machine. - Laat geen kinderen, dieren of onbevoegde mensen toe in de werkzone. Hoewel de compacte mestverspreider makkelijk te gebruiken is, moet elke gebruiker dit hoofdstuk lezen om zich vertrouwd te maken met de gedetailleerde veiligheids- en gebruiks-procedures. Om de machine voor te bereiden moet de volgende procedure worden toegepast: 1. Verwijder omstaanders, vooral kleine kinderen. FIG. 9 MACHINES - Laat het achterschot (optioneel) zakken alvorens de mestverspreider te laden; zo blijft de mest op zijn plaats. - Draag altijd PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) zoals een veiligheidsbril en sterke handschoenen bij het gebruiken van de machine. - Plaats de handen niet in de kloppers wanneer de machine draait. - Overschrijd de veilige rijsnelheid niet tijdens het transport. Maak een veiligheidsketting vast onder de trekhaak van de aanhangwagen als die wordt getrokken. 2. Zie en gebruik de checklist vóór het gebruik (hoofdstuk 4.4). 3. Koppel de machine aan de tractor (hoofdstuk 4.7) 4. Verplaats de mestverspreider naar de laadzone. 5. Laden a. Parkeer de mestverspreider naast de laadzone. Belangrijk Laad de mestverspreider niet alvorens hij aan de tractor is gekoppeld. Een geladen machine heeft een erg zwaar disselgewicht. Daardoor zal het moeilijk zijn om hem aan een tractor te koppelen. b. Zet het laadsysteem naast de mestverspreider en laat het zakken tot het zich net boven het frame bevindt. c. Fig. 10 GELADEN (kenmerkend) Laat het achterschot (indien aanwezig) zakken. d. Plaats de mest/het materiaal in de mestverspreider. e. Herhaal de laadactie tot de mestverspreider is gevuld. 6. Transport naar het veld (zie punt 4.8). 7. Aanpassing aan de spreidingszone op het veld. 8. Lossen d.m.v. wielaandrijving: a. Zet de snelheid van de transport-bandketting op traag, medium of vlug. b. Schakel de wielaandrijving in. c. Zet het achterschot (indien aanwezig) omhoog. d. Rij over de spreidingszone tot de laadbak leeg is. WAARSCHUWING! De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld met de afdekkap verwijderd of geopend. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap. Fig. 11 LOSSEN VAN MODEL MET WIELAANDRIJVING 9. Lossen van aftakasmodel: a. Zet de snelheid van de transport-bandketting op traag, medium of vlug. b. Zet het achterschot (indien aanwezig) omhoog. c. Stel de motorsnelheid in op een laag stationaire toerental. d. Activeer traag de koppeling van de aftakas en begin te lossen. e. Schakel het transmissiesysteem in en rij over het veld. f. Verhoog de motorsnelheid naar gemiddeld of hoog in functie van het veld en de losomstandigheden. 10. Stoppen: a. Verminder de motorsnelheid en duw de koppeling in om ervoor te zorgen dat het model met wiel-aandrijving niet meer vooruit rijdt. Schakel de wielaandrijving uit. b. Verminder de motorsnelheid, schakel de aftakaskoppeling uit en zorg ervoor dat de machine niet meer vooruit rijdt. 11. Noodstop Zet alle bedieningssystemen in neutraal of schakel ze uit en stop de motor bij een noodgeval. Los het probleem op alvorens het werk te hervatten. Fig. 12 LOSSEN VAN AFTAKASMODEL 12. Op het veld De beste resultaten worden verkregen wanneer de tractor tegen de wind in rijdt; zo wordt vermeden dat er materiaal op de bestuurder terecht komt. Door de rijsnelheid en de motor-/ aftakassnelheid te verlagen, wordt het risico op spatten op de bestuurder verkleind. 13. Grondsnelheid De mestverspreider kan een snelheid van 4,5 tot 9 km/u halen bij het verspreiden. Kies de grondsnelheid op basis van het terrein en van de gewenste lossnelheid. Over het algemeen verkrijgt men de beste resultaten wanneer de grondsnelheid wordt verlaagd naarmate de machine leger wordt; zo wordt spatten beperkt. Fig.13 WERKEN OP HET VELD 14. Aftakassnelheid Hoewel de verspreider 540 TPM kan halen, is het aangewezen om hem aan een lagere snelheid te laten draaien. Een gemiddelde snelheid van 250 tot 350 TPM kan de klus klaren. Een snelheid van 540 TPM verhoogt enkel het spatten. 15. Achterschot Een optioneel achterschot is verkrijgbaar om in het frame te plaatsen. Dit voorkomt dat de mest uit de kloppers lekt tijdens het laden. Laat het achterschot neer alvorens te laden en zet het omhoog alvorens u begint te lossen. Het achterschot kan nodig zijn wanneer zand of zaagsel worden gebruikt als strooisel. Geen enkele van deze materialen is vast en mest kan lijken op slik. Als dat het geval is, zal de mest tijdens het laden al uit de kloppers lekken. Het achterschot houdt in zo’n geval de mest tegen. Fig.14 ACHTERSCHOT (kenmerkend) 16. Laadprocedure Het is aanbevolen om de mestverspreider eerst aan de voorkant te laden. Dit zal extra gewicht leggen op de trekstang en de machine stabiliteit geven. Zet altijd de parkeerrem op of gebruik remblokken aan beide zijden van de tractor-banden om te voorkomen dat de machine wegrolt tijdens het laden op een schuin oppervlak. Fig. 15 GELADEN 17. Corrosiewerende kenmerken a. Mest is heel bijtend. De mestverspreider is afgewerkt met een poedercoating die bijzonder goed bestand is tegen corrosie. Inspecteer regelmatig de machine en herstel alle deuken en krassen om roest tegen te gaan. b. Maak de machine regelmatig schoon met een hogedrukreiniger om alle resten te verwijderen. Door elk restje kan bijtend materiaal aan de machine blijven kleven. Dat werkt roest in de hand. Een propere machine werkt beter en heeft een langere levensduur. c. Breng regelmatig een laag zware olie aan op de transportband-ketting om roest tegen te gaan. Als het blote metaal van de transportbandketting niet wordt beschermd door een laag van olie, zal het vlug roesten. Door het roesten zullen de koppelingen vastlopen en het tenslotte begeven. Het oliën zal de levensduur van de ketting verlengen. Fig. 16 TRANSPORTBANDKETTING 18. Gebruikstips a. Controleer altijd of de mestverspreider goed aan de tractor is gekoppeld d.m.v. een borgring door de trekstangpen en een veiligheidsketting rond de trekstangkooi. Fig. 17 GELADEN b. Het is aangeraden om tijdens het lossen tegen de wind in te rijden om zo spatten op de bestuurder te beperken. c. Gebruik de mestverspreider niet wanneer er zich omstaanders binnen een zone van 30 m bevinden, en dit om spatten te vermijden. d. Plaats remblokken voor en achter de tractorbanden bij het laden op een oneffen terrein om te vermijden dat de mestver-spreider wegrolt tijdens het laden. Fig. 18 LEDIGEN e. Vertraag wanneer de mestverspreider bijna leeg is om het spatten te verminderen. f. Gebruik het ‘stofuitvalsysteem’ aan de achterkant van het frame als de mest veel kleine deeltjes bevat. Dit garandeert een nog gelijkmatigere spreiding. Fig. 19 STOFUITVALSYSTEEM 4.9 TRANSPORT TRANSPORTVEILIGHEID - Respecteer de plaatselijke wetten en voorschriften die de veiligheid op de autowegen en het transport van machines op openbare wegen regelen. - Zorg ervoor dat de machine goed is vastgemaakt aan de tractor en dat een borgpen door de trekstang zit. Maak altijd een veiligheidsketting vast tussen de trekhaak en de tractor. - Zorg ervoor dat alle lichten en reflectoren die nodig zijn volgens de verkeersregels op hun plaats zitten, dat ze proper zijn en werken - Drink nooit tijdens het besturen. - Overschrijd nooit een veilige rijsnelheid. Vertraag bij ruwe verkeersomstandigheden en in bochten. - Schakel de transportband- en klopperaandrijvingen altijd uit alvorens de machine te vervoeren. - Wees een hoffelijke en veilige bestuurder. Verleen altijd en in elke situatie voorrang aan het verkeer in tegengestelde richting, o.a. bij nauwe bruggen, kruispunten, etc. Let op het verkeer wanneer er wordt gewerkt naast of bij het oversteken van straten. - Laat geen passagiers op de machine toe. Als u de machine wil vervoeren, moet u deze instructies lezen en in acht nemen: 1. Verwijder omstaanders uit de buurt, vooral kleine kinderen. 2. Controleer of alle nodige lichten en reflectoren die door de verkeersinstanties worden vereist, op hun plaats zitten, of ze proper zijn en werken. 3. Zorg ervoor dat de machine goed is vastgemaakt aan het sleepvoertuig met een mechanische borgpen door de trekstangpen. Gebruik altijd een veiligheidsketting. 4. Laat niemand meerijden op de machine. 5. Overschrijd nooit een veilige rijsnelheid. Vertraag bij ruwe verkeersomstandigheden en in bochten. 6. Drink niet als u moet rijden. Fig. 20 TRANSPORTCONFIGURATIE 4.10 OPSLAG OPSLAGVEILIGHEID • Bewaar de machine uit de buurt van menselijke activiteiten. • Laat geen kinderen spelen op of rond de opgeslagen machine. 4.10.1 DE MACHINE OPSLAAN Als het seizoen voorbij is of als de machine een tijdlang niet zal worden gebruikt, moet u alle belangrijke systemen van de compacte mestverspreider volledig inspecteren. Vervang of herstel versleten of beschadigde onderdelen om onnodige stilstand bij het begin van volgend seizoen te vermijden. • Bewaar de machine op een droge, effen plaats. Ondersteun het frame met planken, indien nodig. 6. De machine wordt best binnen opgeslagen. Als dat niet mogelijk is, dek ze dan af met een waterdicht zeil en maak het zeil stevig vast. 7. Berg de machine op in een zone waar geen mensen werken. 8.Laat niet toe dat kinderen spelen op of rond de opgeborgen machine. Volg deze procedure alvorens de machine op te slaan: 1. Verwijder al het materiaal uit de machine. 2. Was de machine grondig met een hogedrukreiniger of tuinslang om al het vuil, modder of afval te verwijderen. 3. Controleer alle draaiende onderdelen op vastzittend materiaal. Verwijder vastzittend materiaal. 4. Breng olie, vet of een roestwerend middel aan op de transport- en rolkettingen om roest of corrosie te vermijden. 4.10.2 DE MACHINE UIT DE OPSLAG HALEN Volg deze procedure als u de machine uit opslag haalt: 1. Verwijder het zeil, als de machine werd afgedekt. 2. Lees en volg de checklist vóór het gebruik. 5. Werk alle lakschade en krassen bij om roest te voorkomen. Fig. 21 OPGESLAGEN 5 SERVICE EN ONDERHOUD ONDERHOUDSVEILIGHEID • Goed onderhoud is uw verantwoordelijkheid. Slecht onderhoud is om problemen vragen. • Pas goede werkplaatspraktijken toe. - Hou de onderhoudszone proper en droog. - Zorg ervoor dat stopcontacten en elektrisch gereedschap goed geaard zijn. - Gebruik de gepaste verlichting voor het werk in kwestie. • Zorg voor voldoende ventilatie. Laat de motor van het sleepvoertuig nooit draaien in een gesloten gebouw. De uitlaatgassen kunnen tot verstikking leiden. • Alvorens aan de machine te werken moet u de motor stilleggen, de parkeerrem opzetten en de brandstofklep sluiten. 5.1 SERVICE 5.1.1 VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN 1. Vet: Gebruik een SAE multifunctioneel vet voor hoge temperaturen dat goed presteert onder extreme druk. Een SAE multifunctioneel vet op basis van lithium is ook aanvaardbaar. 2. Smeermiddelen opslaan: Uw machine kan enkel met een maximaal rendement werken als propere smeermiddelen worden gebruikt. Gebruik propere recipiënten voor alle smeermiddelen. Bewaar ze op een plaats die vrij is van stof, vocht en andere verontreinigende stoffen. 5.1.2 SMERING • Werk nooit onder apparatuur tenzij die goed geïmmobiliseerd is. • Gebruik altijd persoonlijke beschermingsmiddelen zoals oog-, hand- en oorbeschermers, wanneer u service of onderhoud uitvoert. • Als vervangonderdelen nodig zijn voor periodiek onderhoud en service, moeten originele fabrieksonderdelen worden gebruikt om de machine weer volgens de originele specificaties te doen werken. De fabrikant zal niet verantwoordelijk zijn voor letsels of schade als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen en/of accessoires. • Een brandblusser en EHBO-kit moeten voorhanden zijn wanneer onderhoud aan de machine wordt uitgevoerd. • Draai periodiek alle bouten, moeren en schroeven vast en controleer of alle elektrische en brandstofverbindingen goed vastzitten, om ervoor te zorgen dat de machine veilig is. • Bij onderhoud of service moet u ervoor zorgen dat alle veiligheidsschermen en -voorzieningen op hun plaats zitten alvorens de machine in gebruik te nemen. Gebruik de daartoe voorziene onderhoudschecklist om alle gepland onderhoud bij te houden. 1. Gebruik een smeerpistool voor alle smeerwerken. 2. Veeg smeernippels met een propere doek af alvorens te smeren, om vuil erin te vermijden. 3. Vervang en herstel kapotte smeernippels onmiddellijk. 4. Als smeernippels verstopt zijn, demonteer ze dan en maak ze grondig schoon. Maak ook de smeerkanalen schoon. Vervang smeernippels indien nodig. 5.1.3 ONDERHOUDSINTERVALLEN Het aanbevolen onderhoudsinterval is gebaseerd op normale werkomstandigheden. Zware of ongebruikelijke omstandigheden kunnen een frequentere smering of olieverversing vereisen. Om de 25 uur of maandelijks 1. Smeer de aftakasaandrijving. Fig. 22 AFTAKASAANDRIJVING Om de 100 uur of om de 4 maand 1. Smeer het telescopisch onderdeel van de aftakas. WAARSCHUWING! De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld met de afdekkap verwijderd of geopend. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap. Fig.23 TELESCOPISCH GEDEELTE Om de 25 uur of maandelijks 2. Smeer het aandrijfsysteem van het aftakasmodel. a. Drijfas b. Lengteas aan de voorkant c. Lengteas aan de achterkant 3. Smeer de kussenbloklagers van de aandrijfas. Fig.24 DRIJFASSYSTEEM Fig.25 LAGERS AANDRIJFAS Om de 25 uur of maandelijks 4. Breng vet of zware olie aan op het mechanisme van de palwielnaaf Fig. 26 MECHANISME VAN DE PALWIELNAAF Om de 25 uur of maandelijks 5. Breng vet of zware olie aan op de transportbandketting. Fig. 27 TRANSPORTBANDKETTING (kenmerkend) 6. Breng vet of zware olie aan op de rollenkettingen a. Transportbandaandrijving b. Wielaandrijving WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld met de afdekkap verwijderd of geopend. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap. Fig. 28 ROLLENKETTINGEN Om de 100 uur of om de 4 maanden 1. Smeer het telescopische gedeelte van de aftakas. WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld met de afdekkap verwijderd of geopend. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap. 2. Controleer de riemspanning van het aftakmodel 3. Controleer de spanning van de transportbandketting. Die zou 150 tot 200 mm moeten doorzakken. Fig. 29 TELESCOPISCH ONDERDEEL Fig. 30 RIEMSPANNING Fig. 31 SPANNING VAN DE TRANSPORTBANDKETTING Jaarlijks 1. Controleer de toestand van de afdichtflap vooraan aan het frame. Vervang ze als de zijkanten of de bodem niet worden afgesloten. Fig. 32 AFDICHTKLEP 2. Maak de machine schoon. Fig. 33 MACHINE 5.1.4 ONDERHOUDSSCHEMA Zie het hoofdstuk Smering en Onderhoud voor informatie over het onderhoud. Kopieer deze pagina om de onderhoudsbeurten te noteren. Actiecode C Controleren Uren / Uitgevoerd door Onderhoud Om de 25 uur of maandelijks S Aftakasaandrijving S Drijfassysteem S Aandrijfas lagerblok S Mechanisme van palwielnaaf S Transportbandketting S Rollenkettingen S Om de 100 uur of om de 4 maanden Telescopisch gedeelte van aftakas C Riemspanning van aftakasmodel C Spanning van transportbandketting Jaarlijks C Afdichtflap RE Machine RE Reinigen S Smeren 5.2 ONDERHOUD Een zorgvuldig service- en onderhoudsprogramma voor uw machine garandeert een jarenlange, probleemvrije werking. 5.2.1 AANDRIJFLIJN ONDERHOUDEN De aandrijflijn voor de aftakas is zo ontworpen dat ze in- en uit kan schuiven; de lengte kan dus veranderen naargelang van het werkbereik van de machine. De onderdelen worden beschermd door een buis, die meedraait met de werkende onderdelen. De aandrijflijn moet gemakkelijk in en uit kunnen schuiven en de buis moet gemakkelijk rond de as kunnen draaien. Een jaarlijkse demontage, reiniging en smering is aangeraden om ervoor te zorgen dat alle onderdelen werken zoals het hoort. Volg deze procedure om de aandrijflijn te onderhouden: 1. Verwijder de aandrijflijn uit de machine. 2. Haal de aandrijflijn uit elkaar. 3. Gebruik een schroevendraaier voor de schroeven aan elke kant. Er zijn 2 schroeven per bescherming. 4. Trek de as uit de plastic buis. 5. Gebruik een oplosmiddel om de mannelijke en vrouwelijke delen van de telescopische uiteinden schoon te maken. 6. Smeer een beetje vet op beide uiteinden. 7. Gebruik een oplosmiddel om de groeven te reinigen aan elk uiteinde waar de schroeven zitten. Reinig ook elk uiteinde. 8. Smeer een beetje vet op elke groef. 9. Steek de as weer in zijn bescherming en breng de schroeven op een lijn met de gaten. 10. Steek de schroeven in de gaten tot in de groef. 11. Draai elke schroef vast om de bescherming aan de as vast te maken. 12. Controleer of elke bescherming vrij rond de as draait. 13. Monteer de aandrijflijn. 14. Controleer of de aandrijflijn gemakkelijk in en uit schuift. 15. Vervang onderdelen die versleten of beschadigd zijn. 16. Monteer de aandrijflijn op de machine. Fig. 34 ONDERDELEN VAN DE AANDRIJFLIJN 5.2.2 AANDRIJFRIEM AANSPANNEN EN UITLIJNEN Een V-riem brengt het rotatievermogen over op de kloppers. Hij moet altijd de juiste spanning hebben en de poelies moeten goed uitgelijnd zijn met het oog op de verwachte prestaties en levensduur. Volg deze stappen om de spanning en uitlijning te controleren: 1. Zorg ervoor dat omstaanders uit de buurt zijn, vooral kleine kinderen. 2. Schakel de machine uit, stop de motor, stop de contactsleutel in uw zak en wacht tot alle bewegende onderdelen stilstaan. 3. Verwijder de riembeschermer. 4. Druk in het midden op de riem. Om goed aangespannen te zijn moet de riem ongeveer 25 mm doorbuigen als er een kracht van 5 kg op wordt uitgeoefend. BELANGRIJK De riem mag niet slippen als de verspreider wordt gebruikt. 5. De riemspanning aanpassen: a. Maak de montagebouten van de de ingangsbehuizing los. b. Gebruik de positioneringsbout om de behuizing te verplaatsen. c. Controleer en lijn de poelie uit. d. Draai de montagebouten van de behuizing vast volgens het opgegeven draaimoment. 6. De riem vervangen: a. Zet de ingangsbehuizing in de meest losse stand. b. Vervang de riem. c. Lijn de poelie uit. d. Gebruik de positioneringsbout om de riemspanning in te stellen. e. Draai de montagebouten van de behuizing vast volgens het opgegeven draaimoment f. De eerste 10 uur moet u de riemspanning vaak controleren en, indien nodig, bijregelen. Fig. 35 RIEMAANDRIJVING WAARSCHUWING De machine wordt louter ter illustratie afgebeeld zonder afdekkap of rotorkap. Gebruik de machine niet zonder afdekkap of met een open kap. 5.2.3 TRANSPORTBANDKETTING AANSPANNEN Een transportbandketting wordt gebruikt om mest naar de kloppers over te brengen en zo te verspreiden. Ze moet regelmatig worden geolied en juist worden aangespannen met het oog op de verwachte levensduur. Volg deze procedure om de transportbandketting te onderhouden: Fig. 36 TRANSPORTBANDKETTING 1. Zet alle bedieningselementen in neutraal en stop de motor. 2. Stop de motor, zet de parkeerrem op, trek de sleutel uit het contact en wacht tot alle bewegende delen stilstaan. 3. Gebruik een hogedrukreiniger om de mestverspreider te reinigen. 4. Breng een olielaag aan op de ketting binnenin de laadbak. 5. Laat de machine draaien of verplaats ze naar voren om zo de ketting die zich aan de onderkant bevindt naar boven te brengen. 6. Breng olie aan op het gedeelte van de ketting dat nog niet werd geolied. Fig.37 KETTINGSPANNING 7. Controleer de kettingspanning. De ketting moet 150 – 200 mm onder het kader doorzakken om de juiste afregeling te hebben. 8. Gebruik de stelbouten van de lagers ter hoogte van de voorste arm om de juiste spanning van de ketting te bekomen. a. Maak de contramoer los. b. Gebruik de stelbout om de spanning te regelen. c. Span de stelbout aan met het gepaste draaimoment. Fig. 38 AANPASSING VAN DE KETTING 6 PROBLEEMOPLOSSING De compacte mestverspreider van Wallenstein is ontwikkeld om mest te vervoeren naar het veld en om die te verspreiden. Het is een eenvoudig en betrouwbaar systeem dat minimaal onderhoud vereist. Hieronder vindt u de meeste problemen, oorzaken en oplossingen voor problemen die zich kunnen voordoen. Als u een probleem ondervindt dat moeilijk op te lossen is, zelfs nadat u dit hoofdstuk heeft gelezen, contacteer dan uw lokale verdeler of dealer. Hou deze handleiding voor de mestverspreider en het serienummer bij de hand. Probleem Oorzaak Oplossing ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -Klopper draait niet Niet geactiveerd Activeer de aftakas Riemaandrijving is los Pas de riemaandrijving aan of vervang die Wielaandrijving niet geactiveerd Activeer de wielaandrijving ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ ------------------------Transportbandketting beweegt niet Niet geactiveerd Activeer transportbandketting Schakel gesprongen kettingwiel Pas de kettingspanning aan 7. SPECIFICATIES 7.1 Mechanisch Aandrijfsysteem Wielaandrijving Wiel/aftakasaandrijving Wiel/aftakasaandrijving Capaciteit Totale lengte Breedte Laadhoogte Grootste breedte laadbak Breedte laadbak Hoogte Lengte Aantal kloppers Disselgewicht Staander 880 liter 9,9 ft 48 in 29 in 34 in 1760 liter 13 ft 57 in 35,5 in 42 in 2816 liter 14 ft 63 in 37 in 48 in 26 in 15 in 72 in 8 34 lbs optioneel 32 in 17 in 89 in 10 50 lbs standaard 38 in 20 in 102 in 10 56 lbs standaard SPECIFICATIES KUNNEN VERANDEREN ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING 7.2 DRAAIMOMENT DRAAIMOMENT CONTROLEREN De onderstaande tabellen tonen de correcte draaimomenten voor diverse bouten en bevestigingsschroeven. Draai alle bouten vast volgens het in de tabel opgegeven draaimoment, tenzij anders vermeld. Controleer periodiek of de bouten goed vastgedraaid zijn, aan de hand van de tabel met draaimomenten. Vervang bouten door bouten van dezelfde sterkte. ENGELSE DRAAIMOMENTEN Bout diameter “A” 1/4” 5/16” 3/8” 7/16” 1/2” 9/16” 5/8” 3/4” 7/8” 1” SAE 2 (N.m) (lb-ft) Draaimoment * SAE 5 (N.m) (lb-ft) SAE 8 (N.m) (lb-ft) 8 13 27 41 61 95 128 225 230 345 12 25 45 72 110 155 215 390 570 850 17 36 63 100 155 220 305 540 880 1320 6 10 20 30 45 60 95 165 170 225 9 19 33 53 80 115 160 290 420 630 12 27 45 75 115 165 220 400 650 970 METRISCHE DRAAIMOMENTEN Draaimoment * Bout 8,8 10,9 diameter (N.m) (lb-ft) (N.m) (lb-ft) “A” M3 0,5 0,4 1,8 1,3 M4 3 2,2 4,5 3,3 M5 6 4 9 7 M6 10 7 15 11 M8 25 18 35 26 M10 50 37 70 52 M12 90 66 125 92 M14 140 103 200 48 M16 225 166 310 229 M20 435 321 610 450 M24 750 553 1050 774 M30 1495 1103 2100 1550 M36 2600 1917 3675 2710 De bovenvermelde draaimomenten gelden voor niet-ingesmeerde of niet-geoliede schroefdraden en koppen, tenzij anders vermeld. Bouten of bevestigingsschroeven mogen dus niet worden ingesmeerd of geolied tenzij anders vermeld in deze handleiding. Als borgingselementen worden gebruikt, moet het draaimoment met 5% worden verhoogd. * Draaimomenten voor bouten en bevestigingsschroeven blijken uit de kopmarkeringen. INDEX
© Copyright 2025 ExpyDoc