Verpleegkunde KHLim gaat voor excelle met nieuwe Leerzorgcentra

6
Verpleegkunde KHLim gaat
met nieuwe Leerzorgcentra
De opleiding Verpleegkunde van de KHLim kreeg net als alle
opleidingen verpleegkunde in Vlaanderen het voorbije jaar
bezoek van een visitatiecommissie. Een panel van experten
uit Nederland en Vlaanderen gaan na in hoeverre de opleiding
voldoet aan alle vereisten. Deze visitatie was voor de KHLim
extra belangrijk omdat de hogeschool zelf het panel had verzocht
om haar inspanningen op het vlak van onderwijsinnovatie te
beoordelen. Geen enkele andere hogeschool durfde dit aan.
De KHLim ontwikkelde samen met de Associatie KU Leuven een voortgangstoets.
Aan de hand van deze elektronische
databank van 5000 vragen en antwoorden
kunnen
studenten verpleegkunde en
vroedkunde zelf
hun voortgang
controleren.
Een andere belangrijke pijler van onderwijsinnovatie is
het Leerzorgcentrum (LZC): een afdeling
in een zorgvoorziening waar zorgen en
leren centraal staan en op elkaar worden
afgestemd. Een LZC wordt gevormd door
een samenwerkingsverband tussen een
onderwijspartner en een werkveldpartner.
Jo Gommers (Ziekenhuis Oost-Limburg,
ZOL) en Frieda
Corstjens
(KHLim) zijn de
grondleggers
van het idee
leerzorgcentrum.
“Je wordt zoveel
beter voorbereid op het
werkveld dan op een
gewone stage.”
Hoe werkt een Leerzorgcentrum
in de praktijk?
Voor
de
studenten
in
hun
derde
opleidingsfase telt de stageperiode
minimum acht weken. De student wordt
gekoppeld aan een stagecoach die het
volledige leerproces volgt. Daarnaast
is er een lector van de hogeschool
die deeltijds werkt op de afdeling als
leerzorgspecialist. De leerzorgspecialist
begeleidt stagecoaches en studenten
in het opnemen van nieuwe rollen. Een
belangrijk persoon die niet mag vergeten
worden is de hoofdverpleegkundige.
Zij staat in voor de organisatie en
coördinatie van het LZC. Samen zorgen
ze voor een krachtige leeromgeving.
Waar komt de idee vandaan?
Het leerzorgcentrum biedt een antwoord
op een aantal belangrijke uitdagingen.
Eén reden is dat vandaag – nog meer
dan vroeger het geval was – het organiseren en coördineren van de zorg een
erg belangrijke competentie is voor een
bachelor in de verpleegkunde. Binnen
een leerzorgcentrum wordt extra aandacht besteed aan het ontwikkelen van
deze competentie. De focus ligt niet alleen op technische vaardigheden en het
verwerven van de nodige kennis, maar
ook op de totaalzorg van één of meerdere patiënten.
Daarnaast is er ook een kloof
tussen theorie en praktijk op vlak van
implementatie van evidence based
kennis. Een LZC moet hier ook een
faciliterende rol spelen. Leren op school
en in het werkveld zouden één groot
continuüm moeten vormen.
Heeft een stage op een Leerzorgcentrum een meerwaarde?
Absoluut, zowel voor de studenten als
voor de docenten. Beginnende verpleeg-
Studenten Verpleegkunde en
Vroedkunde krijgen in september
2015 gloednieuwe campus
voor excellent
De KHLim bouwt samen met HBO verpleegkunde Genk en ZOL
aan LiZa: de Limburgse Zorgacademie. Vanaf september 2015
zullen de 1200 studenten de lessen volgen op hun gloednieuwe campus. Frieda Corstjens: “Belangrijk hierbij is dat we niet
alleen een schoolgebouw op de campus van het ZOL bouwen
maar ook inhoudelijk sterk werken aan samenwerking. Het leerzorgcentrum is daar maar één voorbeeld van. Ook rond klinische
inhoudelijke zorgaspecten is het de bedoeling om in de toekomst
meer samen te werken. Zo denken we aan de opstart van leernetwerken en de ontwikkeling van e-learning. Maar we willen ook
het hele professionaliseringbeleid op mekaar afstemmen.”
kundigen geven vaak aan dat ze zich nog niet klaar voelen
voor de job. Ze hebben een langere inwerkperiode nodig.
Daarnaast merken we dat de huidige stages momenteel te
weinig gericht zijn op praktische en organisatorische competenties. Stage lopen op een LZC komt hier aan tegemoet,
het gaat hier dus over de ‘fit for practice’ van de student.
Daarnaast is de taak van de stagebegeleider vanuit de
hogeschool in evolutie. In een LZC pikken we dit mee op. De
“ Nu was de stage 10 weken en
had ik echt de kans om zelf de
leiding te nemen over de zorg.”
focus ligt niet langer alleen op het onderwijs en de klinische
expertise. Meer en meer stellen we wetenschappelijke
competenties voorop. Bovendien wordt verwacht dat
lectoren zich specialiseren in een klinisch domein van
verpleegkunde of vroedkunde en dat ze hun expertise
inzetten voor maatschappelijke dienstverlening. De formule
van de gedeelde aanstelling is een stap om ‘clinical
credibility’ op te bouwen: deze mensen staan met één been
in de praktijk en met het andere been in de opleiding. Er
is als het ware een beweging van medewerkers vanuit de
hogeschool naar het werkveld ingezet.
Je hebt het over onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Mag ik dan stellen dat een LZC een
middel is om deze 3 componenten met elkaar
te verbinden?
Inderdaad. Zorgnet Vlaanderen heeft hierover een heel
mooie publicatie gemaakt: ‘De passie van een driehoeksverhouding’. Zij stellen dat een betere afstemming tussen onderwijs, onderzoek en het werkveld voor de verpleegkunde
nodig is. Een leerzorgcentrum integreert die doelstellingen.
Het zou dan ook goed zijn mochten we in Vlaanderen dit
concept als voorbeeld naar voor kunnen schuiven. Via een
onderzoeksproject van de Associatie KU Leuven werden de
voordelen voor studenten alvast duidelijk aangetoond. n
Marjoly Sintobin en Erik De Winter
Vanaf september 2015 verhuizen de studenten Verpleegkunde en
Vroedkunde van Hasselt naar deze nieuwe campus naast het ZOL in Genk.
Opleidingen Verpleegkunde
gevisiteerd
In maart ontstond er wat deining over de bacheloropleidingen
verpleegkunde in Vlaanderen. Die zouden niet geaccrediteerd
worden omdat volgens Europese normen er 2300 uren stage
voorzien moeten worden en dit in Vlaanderen slechts net
iets meer dan de helft is. Toon Martens, algemeen directeur
van de KHLim-KHLeuven en voorzitter van de Vlaamse
Hogescholenraad nuanceert: “Het gekke is dat de meeste
opleidingen Verpleegkunde een goede visitatie achter de rug
hebben. In se scheelt er dus niets aan onze opleidingen. Er is
inhoudelijk geen reden voor een studieverlenging, behalve dan die
“domme” Europese regel, die overigens niets te maken heeft met
de bevordering van de kwaliteit van het gezondheidsonderwijs.”
Het overleg met de overheid is nog gaande, maar het dreigt een
financiële discussie te worden. Een verlenging van de studieduur
van 3 naar 3,5 jaar betekent een meerkost van 6 miljoen euro
voor de Vlaamse overheid. “We willen daarom overleg plegen
met de verschillende overheden en het werkveld in een task force
die oplossingen voor de verschillende problemen zou moeten
voorstellen,” aldus nog Toon Martens. n
Jo Gommers is verpleegkundig paramedisch directeur van het
Ziekenhuis Oost-Limburg. Frieda Corstjens is docente Verpleegkunde aan de KHLim.
7