Rapport commissie systematiek vergoedingsnormen

Mededeling aan het AB
Van
Dagelijks Bestuur
Onderwerp
Rapport commissie systematiek vergoedingsnormen
Agendapuntnr.
3.1
Corsanr.
AB-vergadering
porten/2014.09378
10-9-2014
FPC
Samenvatting
Door het WBL is een onafhankelijke deskundigencommissie ingesteld, die tot taak had het WBL van advies
te dienen over de door het Algemeen Bestuur te nemen beslissing over de ‘Systematiek vergoedingsnormen’
bij de aanleg en instandhouding van de leidingen.
De opdracht van de commissie was te onderzoeken:

Of de vergoedingen welke het WBL hanteert met betrekking tot het vestigen van opstalrechten, het
gebruik van tijdelijke werkterreinen, alsmede de vergoedingen voor gewassenschade al dan niet
marktconform zijn. Dit in relatie tot de uitgangspunten in het kader van de Onteigeningswet; namelijk
100% schadeloosstelling.

Of er juridische beperkingen zijn welke van het toepassen van de door het WBL gehanteerde
vergoedingssystematiek van het samenwerkingsverband in de weg staan. In dit kader wordt
verwezen naar de uitspraak d.d. 12 juni 2013 van de rechtbank Noord Nederland, zaaknummer
AWB LEE 12/2005.
Voor de volledige inhoud van de beschrijving van de opdracht wordt verwezen naar de bijlage 1 van het
uitgebrachte adviesrapport van de deskundigencommissie.
De deskundigencommissie komt tot de volgende aanbevelingen:
-
De door LTO-Nederland en Gasunie gehanteerde vergoedingsnormen voor de aanleg van kabels en
leidingen zijn toonaangevend geworden, mede omdat deze zijn overgenomen door TenneT en veel
andere leidingleggers en organisaties die gronden van agrariërs (tijdelijk) in gebruik hebben. Deze
normen kunnen bij eigenaren en gebruikers mitsdien rekenen op een groot draagvlak en worden
-
beschouwd als “de norm” en daarmee als marktconform.
In de vergoedingsnormen van LTO-Nederland en Gasunie zijn aspecten begrepen die niet of in mindere
mate zijn gestoeld op schade. Het uitgangspunt bij toepassing van de Belemmeringenwet Privaatrecht is
-
echter gebaseerd op een volledige schadeloosstelling. Alle schade dient mitsdien te worden vergoed.
De toepassing van een vergoedingssystematiek op basis van maatwerk sluit het meest aan bij de
-
vergoeding van de volledige schadeloosstelling op basis van de Belemmeringenwet Privaatrecht.
De vergoeding voor het vestigen van het zakelijk recht ziet de commissie bij voorkeur meer gericht op
-
maatwerk.
In de vergoedingssystematiek van LTO-Nederland en Gasunie lopen enkele bijkomende vergoedingen,
zoals de gebruikersvergoeding voor de werkstrook en de forfaitaire vergoeding voor de gewassenschade
in het tweede en daaropvolgende jaar, naar het oordeel van de commissieleden Van Heesbeen en Van
1
der Vleuten geheel uit het spoor van een redelijke vergoeding. Uit het rekenvoorbeeld is bijvoorbeeld
gebleken dat de omvang van de werkstrook in relatie tot de daadwerkelijk te belasten strook omvangrijk
kan zijn, waardoor de schadeloosstelling geen enkele relatie heeft met het systeem waarop de juridische
grondslag is gebaseerd.
-
Er bestaan volgens de commissieleden Van Heesbeen en Van der Vleuten risico’s op (ongeoorloofde)
staatssteun en het “weggroeien” van de vergoeding uit de werkelijke schade ten gevolge van het betalen
van een vergoeding voor het bereiken van minnelijke overeenstemming.
-
Het WBL vervult zowel een publieke als een private functie, waardoor zij als organisatie ook rekening
dient te houden met een toetsing door de bestuursrechter in het geval van gedoogplichten welke op
grond van de Waterwet worden opgelegd.
Gelet op bovenstaande samenvatting doet de commissie de aanbeveling aan het WBL om geen eigen
vergoedingsnormen te ontwikkelen, maar in samenwerking te zoeken naar een passende
vergoedingssystematiek, bijvoorbeeld in de Unie van Waterschappen of met andere – vergelijkbare –
leidingleggers, om draagvlak en uniformiteit te creëren.
In het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur is afgesproken dat de beide bestuursvoorzitter en de directeur
WBL de deskundigencommissie uitnodigen voor een toelichting op hun bevindingen en aanbevelingen, zoals
beschreven in het door hen uitgebrachte rapport.
De bijeenkomst heeft op 3 juli jongstleden plaatsgevonden.
Als vervolg op deze bijeenkomst is afgesproken dat er een vervolgonderzoek wordt uitgevoerd waarvan de
resultaten aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd om te komen tot een duidelijk en afgewogen
besluit over de toe te passen vergoedingsnormen.
Het vervolgonderzoek, dat thans loopt, is toegespitst op:

Het inzichtelijk maken van de overeenkomsten en of verschillen in de toepassing van
vergoedingennormen door WRO, WPM en WBL. Algemeen uitgangspunt is dat alle 3 de
organisaties dezelfde vergoedingennormen in casu een en hetzelfde beleid hanteren.

Inzicht in het verschil in vergoedingen bij toepassing van de vergoedingennormen van LTONederland en Gasunie over de periode 2010-2014 in de gevallen waarin door WBL een vergoeding
is toegekend.

Limburg staat voor een grote investering in de bouw van dijken. Onderzocht wordt wat het financiële
verschil is tussen de toepassing van de vergoedingnormen van LTO-Nederland respectievelijk de
Gasunie.

Inzicht verkrijgen wanneer welke bestuurlijke besluiten genomen zijn met betrekking tot het
toepassen van welke vergoedingennormen.
Bij brief van 5 augustus 2014 is door de LLTB aangedrongen om tot besluitvorming te komen en de
zogenaamde Gasunie-systematiek toe te passen. Voor de volledigheid is de betreffende brief van de LLTB
bijgevoegd.
In het DB van 21-8-2014 is afgestemd dat de commissie op korte termijn voor meer duidelijkheid moet
zorgen, waarbij tijdens het AB van 10 september de concrete voortgang wordt ingebracht. Benadrukt is dat
het van belang is om snel met besluitvorming op dit punt te komen.
Tevens is afgesproken dat bij het onderzoek door de commissie een vergelijking met de keuze bij de andere
waterschappen wordt meegenomen. Parallel aan het afronden van dit traject, wordt een brief gericht aan de
unie van waterschappen met het verzoek om te komen tot uniformering van de te hanteren
vergoedingsnormen door alle waterschappen.
De ingekomen brief van de LLTB over dit onderwerp wordt beantwoord door WBL
2