Persbericht, 8 februari 2014 Groot taboe en onderschat probleem Mishandeling van ouders door hun kinderen komt vaker voor dan gedacht. Zo blijkt uit een verkennend onderzoek van TNO en Movisie. Ouders die bang zijn voor hun kind komen daar niet snel mee naar buiten. Zij schamen zich en voelen zich schuldig. Daarom vraagt deze problematiek om een specifieke aanpak. Hulpverleners en Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG) trekken aan de bel. Aanleiding voor het onderzoek was dat de SHG’s steeds meer met deze problematiek worden geconfronteerd zonder dat er een goede aanpak voor bestaat. Met de gegevens over achtergronden van de problematiek zoals die nu verzameld zijn, komt zo’n aanpak dichterbij. Duizenden meldingen jaarlijks Bij de SHG’s komen jaarlijks ten minste 2.000 meldingen van oudermishandeling binnen (niet te verwarren met ouderenmishandeling). Een deel daarvan is ook gemeld bij de politie. Van alle 95.000 incidenten van huiselijk geweld die in 2012 gemeld werden bij de politie, betrof 10% (9500) geweld van jongeren tegen hun ouders. De werkelijke omvang van dit geweld is in Nederland niet bekend. Waarschijnlijk is dit groter omdat de meldingen het topje van de ijsberg zijn. Inwonende jongens en alleenstaande moeders Het algemene beeld dat uit de wetenschappelijke literatuur en het onderzoek naar voren komt, is dat plegers van oudermishandeling vooral inwonende jongens vanaf 14/15 jaar zijn, en dat de mishandeling veelal is gericht op alleenstaande moeders. Het komt voor in gezinnen uit alle lagen van de bevolking. In het onderzoek bij de SHG’s speelt in 60% van de gevallen het geweld langer dan een jaar. Slachtoffers zijn vaak de gescheiden, biologische moeders. Ouders maken melding van onder meer: ernstige lichamelijke mishandeling, brandstichting, manipuleren, schelden, dreigen met geweld, wapens of zelfmoord. Vaak was er dan sprake van meervoudige problemen zoals gedragsproblemen, verslaving, psychiatrische problemen en schulden. Preventie en aanbevelingen Vaak begint oudermishandeling met toenemend verbaal geweld tussen het 12e en 14e jaar. De onderzoekers pleiten daarom voor vroegsignalering bij de start van de pubertijd. Dat kan bijvoorbeeld in het contactmoment met tweedeklassers (voortgezet onderwijs) van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). De groep 18 tot 23-jarigen, die buiten de jeugdzorg vallen en weinig eigen (woon)voorzieningen hebben, verdient ook extra aandacht. In Nederland zijn geen preventieprogramma’s die specifiek gericht zijn op bewustwording, of op vroegsignalering van oudermishandeling. Specifieke hulpprogramma’s voor deze groep ontbreken eveneens, hoewel systeemgerichte programma’s als Multisysteem Therapie (MST) en ‘Geweldloos Verzet’ goed kunnen aansluiten op de hulpvraag van ouders en jongeren. Verder zou het onderwerp aan de orde moeten komen in landelijke publiekscampagnes en zouden de SHG’s, beroepskrachten in de jeugdzorg, GGZ en het onderwijs specifiekere kennis moeten verwerven in het signaleren en omgaan met oudermishandeling. Het onderzoek Movisie en TNO verkenden de aard en omvang van oudermishandeling en aanknopingspunten voor preventie en hulp om aanbevelingen te kunnen doen voor een specifieke aanpak. Naast een uitgebreide internationale literatuurstudie is anoniem geregistreerd door de SHG’s. De meldingen die bij ongeveer de helft van de SHG’s binnenkwamen gedurende drie maanden (249 cases) zijn geanalyseerd. Daarnaast belegden de onderzoekers focusgroepen en hebben ze bij professionals en ouders interviews afgenomen om informatie over preventie en hulp te verzamelen. Het onderzoek is mogelijk gemaakt door een bijdrage van Stichting Kinderpostzegels Nederland. Het rapport 'Huiselijk geweld door kinderen en jongeren tegen hun ouders' is te downloaden op www.movisie.nl en www.tno.nl. Bij het rapport is ook een folder verschenen met de belangrijkste resultaten en aanbevelingen. Meer informatie Movisie - Jandirk Veenstra 06 107 208 40 [email protected] TNO – Maarten Lörtzer 06 204 207 32 [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc