Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld Oktober 2014 Ouderschap Dubbel taboe: kinderen die hun ouders mishandelen “Hulpverleners zijn geneigd het kind als slachtoffer te zien” Somajeh Ghaeminia voor Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld Geweld van kinderen tegen hun ouders is een relatief onbekend verschijnsel in Nederland. Verkennend onderzoek van TNO en Movisie schetst een schrijnend en omvangrijk probleem. ‘Dat agressie bij kinderen voortkomt uit kindermishandeling of pedagogische onmacht van de ouders, is een misvatting.’ e Tot zijn 12 was Harry een lief kind, dat het goed deed op school. Maar als jonge puber begon hij met deuren te smijten, zo hard dat hij zijn moeder eens een gebroken arm sloeg. Daar hield het niet bij op. Harry schold, sloeg en dreigde zijn moeder met kokend water te overgieten. In een woede-uitbarsting duwde hij haar van de trap, waarbij ze een aantal ribben brak. Onbekend maar groeiend probleem Deze casus komt uit het onderzoek dat TNO en Movisie (met steun van Stichting Kinderpostzegels Nederland) deden naar de aard en omvang van oudermishandeling in Nederland. Geweld van kinderen tegen hun ouders – niet te verwarren met ouderenmishandeling – is een relatief onbekende vorm van huiselijk geweld. Wel signaleren de Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG) een toename van het aantal hulpvragen. Het gaat dan om ernstig en structureel psychisch, fysiek en seksueel geweld van kinderen tegen hun ouders, en om financiële uitbuiting en terreur. Schokkende cijfers Onderzoeksters Annemiek Goes (Movisie) en Remy Vink (TNO) hebben oudermishandeling in Nederland onder de loep genomen en internationaal onderzoek over dit onderwerp bestudeerd, waarbij zij op schokkende cijfers stuitten. Zo zegt 11% tot 20% van de ouders in de VS slachtoffer te zijn geweest van fysiek geweld door hun eigen kind(eren). De Nederlandse SHG krijgen jaarlijks ten minste 2.000 meldingen van oudermishandeling binnen. In 2011 werd naar schatting 11% van de huisverboden opgelegd aan jongeren van 18 tot 23 jaar. ‘Dat is een ondergrens’, stelt Vink. ‘Ouders die melding of aangifte doen staat het water flink aan de lippen. Alleen al in de politieregistratie van 2012 telden we 9.500 incidenten waarbij sprake was van geweld tegen eigen ouders. Het werkelijke aantal slachtoffers moet veel hoger zijn.’ Goes vult aan: ‘Een SHG stelde vast dat dit het op een na grootste probleem binnen huiselijk geweld aan het worden is, na ex-partnergeweld.’ Dit artikel is verschenen in Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld: www.augeomagazine.nl Artikelen mogen worden overgenomen met toestemming van de redactie. Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld Oktober 2014 Ouderschap Pedagogische onmacht? Opvallend is dat oudermishandeling – in de definitie van Vink en Goes zijn de plegers kinderen tussen de 12 en 23 jaar – vooral wordt gepleegd door jongens tegen hun (veelal alleenstaande, blanke) moeders, en dat het vanaf het veertiende levensjaar snel toeneemt. Kinderen die zelf zijn mishandeld, misbruikt of getuige zijn geweest van partnergeweld hebben een groter risico op mishandeling van hun ouders. Ook kinderen uit gescheiden gezinnen lopen meer risico. Toch is het volgens Vink en Goes een grote misvatting te denken dat er altijd of zelfs meestal een relatie bestaat tussen kindermishandeling en oudermishandeling, of dat oudermishandeling het gevolg is van pedagogische onmacht. ‘Dat is absoluut te kort door de bocht’, zegt Vink. Ineens agressief Kijken we naar de groepen waarin oudermishandeling voorkomt, dan zien we verschillende, complexe factoren. Zo onderscheidt zich een groep kinderen bij wie rond de puberteit psychiatrische stoornissen ontluiken. Veel ouders worden overvallen door die nieuwe agressie. Een moeder vertelde: “Ze zeggen dat ik grenzen moet stellen. Maar het stellen van die grenzen triggert mijn zoon juist agressief te worden.”’ ‘Ouders kunnen prima opvoeders zijn tot een bepaalde fase’, zegt Goes. ‘Soms kan het je ontglippen. Rond de puberteit kunnen zich allerlei problemen voordoen waardoor ouders minder vat op hun kind hebben.’ Kind, dus slachtoffer Ook hulpverleners hebben niet altijd grip op de situatie. Zij zijn nogal eens geneigd het kind als slachtoffer te zien en een tekortschietende opvoeding als verklaring aan te dragen. Met schrijnende situaties als gevolg, zeggen Vink en Goes. ‘In ons onderzoek spraken we een moeder van een meisje met een borderlinestoornis. Zij schreeuwde van de daken dat ze thuis mishandeld werd. De hulpverlening is daar serieus op ingegaan: het kind is uit huis geplaatst en opgenomen in een residentiële opvang.’ ‘Na verloop van tijd kwam echter aan het licht dat het meisje daar misbruikt is – wat haar een nieuw trauma bezorgde – maar ook dat zij thuis niet door haar ouders mishandeld werd, zoals zij beweerde. Behalve onder het lijden van haar dochter, heeft de moeder ernstig geleden onder de valse beschuldigingen.’ Doorbreek het taboe Natuurlijk zijn mishandelende kinderen niet alleen pleger, maar ook slachtoffer, benadrukken de onderzoekers. Ouders die slachtoffer zijn van hun eigen kind, worstelen daarom met een dubbel taboe. De sleutel tot preventie en aanpak ligt volgens Goes en Vink bij het doorbreken van dat taboe. Dit artikel is verschenen in Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld: www.augeomagazine.nl Artikelen mogen worden overgenomen met toestemming van de redactie. Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld Oktober 2014 Ouderschap De onderzoekers dringen aan op een overheidscampagne waarin aandacht wordt gevraagd voor deze vorm van huiselijk geweld. Goes: ‘Bewustwording is heel hard nodig. Veel ouders die op internet zoeken naar hulp kunnen die niet vinden. Daarom moeten ook de instanties – denk aan Bureau Jeugdzorg, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, de Steunpunten Huiselijk Geweld en straks de wijkteams –in hun communicatie duidelijk maken dat ze ook hulp bieden bij geweld tegen ouders.’ Luister en vraag Bewustwording is ook nodig in de hulpverlening, zegt Vink. ‘Professionals moeten rekening houden met het verschijnsel oudermishandeling. Uit gesprekken die we met slachtoffers gevoerd hebben, blijkt dat zij zich vaak niet gehoord voelden bij hulpverleners, dat zij werden aangesproken op verstoorde gezagsverhoudingen. Alsof je die zomaar even herstelt en dan door kan. Belangrijk is dat hulpverleners naast ouders blijven staan en hen erkennen. Alleen dan is het probleem op te lossen.’ Ook bij Zorg Advies Teams (ZAT) op scholen zou er in veel gevallen eerder een belletje mogen rinkelen. Goes: ‘Plotselinge gedragsveranderingen bij een kind, bijvoorbeeld veelvuldig schoolverzuim, moeten reden zijn om in gesprek te gaan, met álle gezinsleden. Begin een open gesprek: wij maken ons zorgen, wat is er aan de hand, hoe gaat het thuis? Zorg dat je een goed beeld krijgt van wat zich voordoet in het gezin, breng problemen in kaart en maak daarop een plan van aanpak.’ Meteen een melding doen moet niet het doel zijn, benadrukt Goes. ‘Dat is ook niet het idee van de meldcode. Die stelt dat elke professional in onderwijs, zorg en welzijn in staat moet zijn te signaleren en te helpen. Als dat echt niet lukt, kun je hulp inroepen en melding doen bij het SHG. In sommige gevallen is tijdelijke uithuisplaatsing de enige oplossing. Maar veel vaker kan dat voorkomen worden door in te grijpen voordat de boel escaleert.’ Vragen naar agressie Het taboe doorbreken, erover praten en hulp inschakelen als je voelt dat het de verkeerde kant op gaat, zo kan beginnend huiselijk geweld tegen ouders mogelijk gekeerd worden. Dat geweld begint veelal tussen het 12e en 14e jaar van het kind - de leeftijdsfase waarin jongeren een consult bij jeugdgezondheidszorg hebben. Een belangrijke aanbeveling is dan ook om in de vragenlijst die de schoolarts of verpleegkundige aan alle tweedeklassers voorlegt een aantal vragen op te nemen over agressie in het gezin, tegen de eigen ouders, broers en zussen. e Goes: ‘Hulp inschakelen na het 16 jaar is vaak problematisch, omdat van jongeren vanaf die leeftijd medewerking vereist is. Willen ze niet, dan houdt het op. Een huisverbod is het enige dat rest, als ze achttien jaar zijn althans. Begin dus op tijd.’ Toch aangifte doen ‘In het begin dek je het toe met de mantel der liefde, uit compensatie voor het ontbreken van een vader’, vertelt de moeder van Harry. ‘Maar als hij dreigt met “Als ik terugkom, snij ik je strot door”, houdt het op. Mensen hebben schroom om aangifte te doen, maar je móet. Pas daarna gebeurt er wat. Vrijwillig zou Harry niet op zoek gaan naar hulp. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een Dit artikel is verschenen in Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld: www.augeomagazine.nl Artikelen mogen worden overgenomen met toestemming van de redactie. Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld Oktober 2014 Ouderschap uithuisplaatsing kunnen regelen. Gelukkig was Harry nog geen 18. Was hij dat wel, dan had ik mij uit de ouderlijke macht laten ontzetten, om te voorkomen dat er doden zouden vallen.’ Oudergeweld: ken de signalen en risicofactoren: • • • • • • • • • • • De biologische ouders zijn gescheiden. De jongere heeft ervaring met huiselijk geweld (was bijvoorbeeld getuige van partnergeweld, kindermishandeling). De jongere heeft een lage frustratietolerantie en gering aanpassingsvermogen. Oppositionele gedragsproblemen. Een psychiatrische aandoening. Alcohol- en drugsgebruik. Opvoedstijlen die te weinig eisen stellen/te veel toestaan, te beschermend of te rigide zijn. Ontbreken van onderlinge betrokkenheid binnen het gezin en het gevoel ‘ertoe te doen’. Invloed van sociale omgeving of ontbreken van sociaal netwerk. Verstoorde opvattingen over genderrollen en geweld. Probleemgedrag op school, (langdurig) verzuim en gepest worden. Belangrijkste aanbevelingen: • • • • • • • • • Formuleer een eenduidige Nederlandse definitie, zodat oudermishandeling te registreren, te onderzoeken en aan te pakken is. Ouders, kinderen, jongeren en professionals kunnen dan woorden geven aan deze vorm van huiselijk geweld en daardoor gehoord en geholpen worden. Neem deze vorm van huiselijk geweld expliciet mee in een volgend bevolkingsonderzoek naar huiselijk geweld. Onderzoek de effectiviteit van diverse hulpprogramma’s. Agendeer het onderwerp oudermishandeling en neem het mee in landelijke publiekscampagnes over huiselijk geweld. Wees alert bij extreme agressie aan het begin van de pubertijd. Agressie en geweld moeten expliciet aan de orde komen in het contactmoment van de jeugdgezondheidszorg met tweedeklassers in het voortgezet onderwijs. Neem ouders serieus, werk met hen samen. Verwijs zo nodig naar hulp voor henzelf. Extra aandacht is nodig voor woonvoorzieningen voor plegers van 18 tot 23 jaar. Vergeet broertjes en zusjes en hun veiligheid niet. Uit het rapport ‘Huiselijk geweld door kinderen en jongeren tegen hun ouders’, verkennend onderzoek door Movisie en TNO, januari 2014 (https://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/Rapport-Huiselijk-geweld-door-kinderenjongeren-tegen-ouders%20%5bMOV-2046952-1.0%5d.pdf) Dit artikel is verschenen in Tijdschrift over kindermishandeling en huiselijk geweld: www.augeomagazine.nl Artikelen mogen worden overgenomen met toestemming van de redactie.
© Copyright 2024 ExpyDoc