[In de kop: Filmmakers doen oproep aan de mediawoordvoerders]

Amsterdam 28 mei 2014
Betreft: oproep tv-makers tbv hoorzitting 4 juni a.s. over de toekomst van de NPO
Geachte mediawoordvoerders,
De door de Tweede Kamer aangenomen motie Verhoeven (17 oktober 2013) onderstreept het belang dat u hecht
aan de totstandkoming van media-aanbod van bijzondere Nederlandse culturele producties. U verzoekt daarin de
regering zorg te dragen voor borging van middelen en een solide regeling.
Namens de scenarioschrijvers en regisseurs spreken wij, het Netwerk Scenarioschrijvers en de Dutch Directors
Guild, onze oprechte zorg uit over de op handen zijnde opheffing van het Mediafonds en het voornemen om de
taken en het budget binnen de structuur van de NPO onder te brengen. Talentontwikkeling, innovatie en de
ontwikkeling van kwalitatief bijzondere dramaproducties en documentaires, kwetsbare genres en
experimenteel/innovatief werk vragen om serieuze waarborgen om de middelen en de uitgangspunten van het
Mediafonds overeind te houden.
Het onlangs gepresenteerde advies van de Raad voor Cultuur, De tijd staat open, gaat volgens ons wat te
gemakkelijk voorbij aan de implicaties van deze voorgenomen verschuiving. De expertise en de procedures die
bij het Mediafonds zijn ontwikkeld om uit de vele plannen bijzondere producties te selecteren, om talent te
kunnen onderscheiden en de juiste voorwaarden te creëren om talent tot bloei te laten komen, zijn niet zonder
meer over te zetten naar de NPO. Anders dan een cultuurfonds, is de NPO een semi-marktpartij die toch in eerste
instantie selecteert op publieksbereik. Terwijl in alle andere sectoren van cultuur ‘kwaliteit’ en ‘diversiteit’ de
belangrijkste maatstaven zijn. Wereldwijd blijkt dat populaire programma’s en trends in den beginne ontstaan
zijn door eigenwijze, originele en innovatieve initiatieven van tv-makers die juist niét met de heersende
publieksstroom mee roeiden. Het is dit (risicovolle) fenomeen dat gestimuleerd dient te worden om het algehele
televisie-aanbod voortdurend te blijven verversen en verfrissen.
Op verzoek van de NPO heeft de heer mr A. Stoop advies uitgebracht over hoe de NPO de geoormerkte €16,6
miljoen op zodanige wijze kan inzetten dat de ontwikkeling en productie van hoogwaardig drama en
documentaires en de talentontwikkeling kan worden geborgd. Dat advies is verspreid onder de titel “Hoe de
Nederlandse Publieke Omroep de ontwikkeling en productie van hoogwaardig drama en documentaire kan
borgen”. In dat advies wordt een werkwijze uiteengezet voor de toekomstige verdeling van het huidige
Mediafondsbudget, die allerminst geruststelt. Sterker nog, het roept de wezenlijke vragen op:
(1) Transparantie is een kwaliteit, waar de NPO nog het nodige aan kan verbeteren. Uit het genoemde advies
wordt niet duidelijk of het onderbrengen van de taak van het Mediafonds bij de NPO zo ver gaat dat er een
nieuwe rechtspersoon (stichting) wordt opgericht. Duidelijkheid ontbreekt ook over de taken, bevoegdheden en
werkwijze van het NPO-bestuur zoals de Governance Code Cultuur voorschrijft.
(2) Onduidelijk is ook de juridische vorm voor de advies- en besluitvorming over de ingezonden aanvragen. Een
nieuw te vormen rechtspersoon - als dat al de bedoeling is - zonder wettelijke verankering of publiekrechtelijke
bevoegdheden kan niet worden aangemerkt als bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb). De mogelijkheid om bezwaar en beroep aan te tekenen over beslissingen over aanvragen, die momenteel
bij alle cultuurfondsen wettelijk (Awb) is geborgd, en waar met regelmaat en vaak met succes door makers
gebruik van wordt gemaakt, zou dan vervallen. Daarmee zouden de filmmakers anders worden behandeld dan
alle andere makers die bij cultuurfondsen kunnen aanvragen. Ook is de vraag wie er dan toezicht houdt op de
beoordeling- en besluitvorming binnen dit met een speciaal doel geoormerkte budget bij de NPO?
(3) Onduidelijk is daarnaast de onafhankelijkheid van de aanvraagprocedure. De netmanager, of welke naam
deze poortwachter ook zal krijgen in de toekomst, heeft de zeggenschap welke series of documentaires worden
uitgezonden. Krijgt in de nieuwe constructie de netmanager een voorafgaande toets ten aanzien van de
ingediende aanvragen en heeft hij daarbij dus een zeeffunctie voordat de beoordeling van start gaat? Of komt de
netmanager pas aan bod als het NPO-bestuur een besluit heeft genomen over de aanvragen, wat zou stroken met
het uitgangspunt dat als algemeen aanvaard geldt in de cultuursector? De onafhankelijkheid van de beoordeling
van de aanvragen is in het advies van de heer Stoop niet afdoende gewaarborgd.
Kortom, het Netwerk Scenarioschrijvers en de DDG roepen u op te bewaken dat de onafhankelijkheid van de
toekenningen gewaarborgd blijft en dat nieuwe, bijzondere plannen van filmmakers beoordeeld worden op hun
eigen kwaliteit en niet eerst de zeef van publieksbereik moeten overleven, zoals alle andere producties van de
NPO. Het publiek wil ook verrast en uitgedaagd worden. En ons publiek bestel moet daarop kunnen inspelen. De
scenarioschrijvers en regisseurs bepleiten om niet in te zetten op het vergroten van bureaucratie, het creëren van
nieuwe regelgeving, het opnieuw verwerven van de nodige kennis en expertise van bijzondere dramaproducties,
documentairs, talentwikkeling en innovatie en het optuigen van een nieuw zelfstandig bestuursorgaan (ZBO).
We verzoeken u te kiezen voor de simpelste weg - en het kan alsnog - door het Mediafonds onder te brengen bij
het Filmfonds, met name voor wat betreft de ontwikkeling van drama, documentaire en andere (nieuwe)
mediaproducties.
Op 4 juni a.s. vindt de besloten hoorzitting plaats naar aanleiding van het recente advies van de Raad voor
Cultuur over een toekomstbestendige publieke omroep. Hoewel de mediaboodschap waarmee het advies werd
gelanceerd, namelijk dat inhoud en makers centraal staan, is juist dát paradoxaal genoeg het onderwerp dat
nauwelijks aandacht in het advies krijgt. Wij zijn ons ervan bewust dat het advies van de Raad over veel meer
gaat dan over wat de makers het meest na aan het hart ligt: de programma’s, in al hun diversiteit. De makers zijn
niet uitgenodigd voor deelname aan de hoorzitting, maar willen u wel oproepen hun zorg én hun visie over dat
wat uiteindelijk op vele miljoenen televisieschermen en tablets te zien zal zijn, mee te laten wegen in uw
discussie.
Jean van de Velde,
Voorzitter Netwerk Scenarioschrijvers
Martijn Winkler,
Voorzitter DDG