De wereld zoals wij deze niet kenden: Europese politiek Joodse identiteit en de lessen uit Tsedaka Alexander Zanzer We naderen de Europese verkiezingen en daarom is dit een goed moment om even stil te staan bij de wensen van sommigen om het Europese federaal model verder uit te bouwen en van anderen om meer macht te geven aan de afzonderlijke lidstaten. Kennis is de eerste stap naar participatie. Moet de Europese integratie verdedigt worden en welk effect heeft het op het Europees Jodendom? Is optimisme over Europa gerechtvaardigd? Werd de Nobelprijs voor de vrede toegekend voor wat is gerealiseerd of als aanmoediging om desintegratie tegen te gaan? E lke analyse begint en eindigt met de economie. Indien de economie niet goed draait en de burgers ontevreden zijn, komen alle hoge idealen op de achtergrond. Zo is ook het geval met Europa. In deze context kunnen Europese economen leren van weldadigheidsorganisaties. Politici en economen proberen de economie te stimuleren met vrij ingewikkelde mechanismen door vooral de banken gratis geld te geven en verwonderen zich over de lage consumptie die gepaard gaat met hoge spaarquota. Elke weldadigheidsorganisatie weet via haar eigen fundraising-ervaring dat bijdragen niet afhangen van de relatieve rijkdom van de gever, maar van zijn continue inkomen. Dit kan men terugbrengen op de religieuze praktijk die voorschrijft dat 10% van het inkomen moet besteed worden aan weldadigheid (Tsedaka). Er wordt niet gesproken van het bezit van de gever, enkel van zijn beschikbare inkomen. Centrale Magazine - 6 “De realiteit is dat er een zekere paniekgevoel ontstaat bij de Europese politici naar aanleiding van de opkomende verkiezingen. Peilingen geven aan dat eurosceptische partijen zelfs een meerderheid kunnen halen.” Misschien moet de Nobelprijs voor economie naar de religieuze geleerden gaan. Indien de burger niet over een hoger beschikbaar inkomen beschikt, zal hij ook niet meer uitgeven wat ook zijn spaartegoeden mogen zijn. Wanneer spaartegoeden worden aangesproken spreekt men van verarming, niet van stimuleren van de economie. De directe manier om het inkomen op te krikken is uiteraard de belastingen op de lonen te verlagen. Europa kan dit moeilijk bewerkstelligen gezien het Europees apparaat zelf een fortuin kost. Hierdoor focust de EU zich op andere problemen die vrij ver staan van de dagelijkse bezigheden van de gewone burger. De realiteit is dat er een zekere paniekgevoel ontstaat bij de Europese politici naar aanleiding van de opkomende verkiezingen. Peilingen geven aan dat euro-sceptische partijen zelfs een meerderheid kunnen halen. Er wordt tevens een kleine opkomst verwacht in landen waar de stemplicht niet bestaat. De lage opkomst is uiteraard negatief voor de democratie en versterkt de gevolgen van populisme. Extreem rechtse en extreem linkse partijen voelen zich uitstekend thuis in zulke omstandigheden. Het Europees project loopt het risico een groot vraagteken te worden met existentiële proporties. De belangrijkste reden daarvoor is dat niemand een duidelijke visie geeft voor de toekomst. De fundamenten van de aard van het Europees project zijn onduidelijk. De eurocraten –de ambtenaren van de Europese Unie- hebben de binding met de bevolking verloren en scheppen de indruk op een andere planeet te wonen. Dit is in ieder geval de perceptie die gepropageerd wordt door eurosceptici. Een Engels lid van het Europees Parlement, Godfrey Bloom, gebruikte in zijn toespraak de uitspraken van de Amerikaanse filosoof Murray Rothbard die de “staat een instituut van diefstal” noemde en belastingen “een systeem waarbij politici en ambtenaren geld stelen van de bevolking om uit te geven op de meest schandelijke manier”. Rothbard beschouwde dat de Europese instellingen geen uitzondering hierop vormen. Hij vroeg zich af hoe de ambtenaren van de EU “ernstig blijven wanneer ze over belastingontduiking spreken”. Volgens hem “ontduikt de Europese Commissie en de gehele Europese ambtenarij belastingen”. Hij benadrukte dat de Europese politici en ambtenaren geen belastingen betalen zoals de burgers van hun landen. Er is voor hun sprake van “samengestelde belastingschaden” en veel andere middelen om gewoon geen normale belastingen te moeten betalen. Hij noemde het Europees apparaat de grootste belastingontduikers van Europa. De zaken die deze euroscepticus aanhaalt zijn moeilijk te verwerpen. Een budget van 142 miljard euro spreekt boekdelen. Discussies aangaande institutionele zaken spreken de gemiddelde en zelfs gevorderde Europeaan weinig aan. De burgers voelen niet dat ze deel uitmaken van debatten over de machtsverhoudingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie of de onnoemelijk vele organen en instellingen die deel uitmaken van de goedbetaalde Europese bureaucratie. Consensus is de manier waarop beslissingen worden genomen en het gevoel is gegroeid dat middelmatige “Europese economen leren van weldadigheidsorganisaties. Politici en economen proberen de economie te stimuleren met vrij ingewikkelde mechanismen door vooral de banken gratis geld te geven en verwonderen zich over de lage consumptie die gepaard gaat met hoge spaarquota. Elke weldadigheidsorganisatie weet via haar eigen fundraising-ervaring dat bijdragen niet afhangen van de relatieve rijkdom van de gever, maar van zijn continue inkomen.” compromissen worden opgelegd zonder een echt democratisch debat. Het gevoel van een ver van ons, ondemocratisch Europa ondergraaft de fundamenten van de Europese eenmaking. Europese leiders missen “status”. Woody Allen heeft gezegd dat hij geen lid wil worden van een club die hem zou aanvaarden. Alle vergelijkingen ten zijde genomen, het grote verwijt van eurosceptici is dat Europese leiders worden gekozen omwille van hun limieten en niet dankzij hun verdiensten. Toen Jack Delors hoofd werd van de Europese Commissie, was hij vrij onbekend. Hetzelfde kan gezegd worden van Barroso. De indruk wordt snel gegeven dat nationale leiders in Berlijn, Parijs of Londen geen rivalen dulden op de internationale diplomatieke scène. Deze nationale leiders willen altijd de eerste viool spelen in ontmoetingen met de Russische, Chinese of Amerikaanse Presidenten. Het verschil tussen de economisch succesvolle Noorden van Europa en het verarmende Zuid-Europa is duidelijk. Zowel Duitsland als Griekenland symboliseren dit verschil. Frankrijk, één van de belangrijkste Europese landen, besefte plots dat het niet langer speelde in dezelfde liga als Duitsland en ziet haar economie afschuiven naar het zuiden. Frankrijk en Duitsland werken niet langer als gelijken en kunnen daarom ook niet een eengemaakte visie van Europa opleggen aan de andere landen. Duitsland kon altijd rekenen op haar economische status die complementair was aan de nucleaire capaciteit en de permanente zitplaats van Frankrijk in de Verenigde Naties. Centrale Magazine - 7 Het verenigd Duitsland voerde meer hervormingen uit die zich vertaalden in economisch succes. Maar sinds François Mitterrand kon geen enkele Franse president zich een gelijke noemen van een Duitse bondskanselier. Het charisma en het zelfvertrouwen van Angela Merkel heeft geen evenknie in Europa. De Duitse visie wordt door vele Europeanen gesteund. Het is de overtuiging dat men niet langer wil betalen voor landen die boven hun mogelijkheden leven. Dit alles maakt het moeilijk om een federale Europese unie te steunen en toch, dit is van essentieel belang voor een gemeenschappelijke toekomst. In het begin van de twintigste eeuw vertegenwoordigde Europa 20% van de wereldbevolking. Nu is het maar 6.5% indien men zelfs Rusland zou meetellen. Europa wordt ouder en krimpt. De andere continenten deinen uit met een duizelingwekkend ritme. De drie grootste landen na 2020 worden India, China en Nigeria. Geen enkele Europese metropool kan zich vergelijken met de opkomende hoofdsteden in Azië. Wij, de Europeanen, zijn gewoonweg te klein om zich niet te verenigen. Europa moet consolideren om een sterkere handelspositie te creëren tegenover de opkomende economieën met een veel grotere bevolkingsgroei. Centrale Magazine - 8 De internationaal diplomatieke omstandigheden veranderen zienderogen. De Verenigde Staten bewegen zich verder weg van onze realiteit, het Midden-Oosten komt dichter dan velen zouden willen en de Russische Federatie is opnieuw een problematische grootmacht geworden. De Verenigde Staten hebben averij gelopen in twee buitenlandse avonturen: Irak en Afghanistan. De VS kijken dus wantrouwend naar elk nieuw mogelijk buitenlands avontuur. De economie in de VS is nog steeds dynamisch, maar het politiek systeem leidt naar paralysie. Yoshihiro Francis Fukuyama, een Amerikaanse politicoloog, socioloog en filosoof verklaarde dat in de VS, de democratie in vetocratie is veranderd. Daarbij zijn de VS overtuigd dat ze de buitenwereld minder nodig hebben. De focus op schaliegas versterkt deze isolationistische gedachtegang. Ze rekenen erop dat na 2020 ze niet langer afhankelijk zullen worden van olie en gas uit het Midden-Oosten. Dit is de grootste strategische verandering op het politiek en militair wereldtoneel. De VS is tevens ervan overtuigd dat de toekomst in Azië ligt en de problemen in het Midden-Oosten. Europa is gewoonweg aan het verdwijnen uit hun politieke agenda. “De VS is tevens ervan overtuigd dat de toekomst in Azië ligt en de problemen in het Midden-Oosten. Europa is gewoonweg aan het verdwijnen uit hun politieke agenda.“ Volgens demografen zal in 2050 het Spaans de eerste voertaal in de VS worden. Het etnische internationalisme die de VS verbond met Europa verdwijnt met deze demografische verschuivingen. De veiligheidsparaplu die de Europeanen het gevoel gaf dat ze zich geen zorgen hoeven te maken over buitenlandse agressie, verdwijnt ook. Europa blijft in een gevaarlijke wereld achter zonder een coherent verdedigingsmechanisme. Europa ligt dicht bij het MiddenOosten en is dan ook geconfronteerd met een revolutionair proces. Het is gemakkelijk een datum te geven wanneer de revolutie begonnen is en onmogelijk haar einde te voorspellen. Iedereen weet dat de evolutie in Frankrijk in 1789 begonnen is, maar de discussie over haar einde gaat door. Was het een eeuw later toen de Fransen eindelijk de republiek aanvaarden of gaat het door tot vandaag waar de Franse president revolutionaire ideeën nog altijd probeert te verenigen met de economische realiteit van vandaag hetgeen heel vanzelfsprekend door de Franse bevolking kwalijk wordt genomen. De gebeurtenissen in de Arabische landen zijn een combinatie van de Franse revolutie en de specificiteit van de religieuze oorlogen waar de allianties aan het schiften zijn. De Israëlische ambassadeur bij de Verenigde Naties heeft mij gezegd dat de huidige omstandigheden hun gelijke nooit hadden. Vroeger beweerden de opposanten van Israël dat het enige wat vrede in de weg stond het IsraëlischPalestijns conflict was. Het is voor elke objectieve toeschouwer nu duidelijk dat dat conflict een veel kleinere rol speelt in de gebeurtenissen in het MiddenOosten. In de Verenigde Naties ziet de Israëlische ambassadeur taferelen van Arabische diplomaten die elkaar grof beschuldigen en waarvan sommigen toenadering en veel meer begrip tonen voor de Israëlische positie. De dominantie van Iran wordt gevreesd door zowel Saoedi-Arabië als Bahrein om enkel van de twee meest uitgesproken opposanten te spreken. Sjiieten en Soennieten bevechten elkaar zoals de katholieken en protestanten op het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw in Europa, maar dan in een complex revolutionair kader waarbij het Westen de keuze krijgt de kant te kiezen tussen dictaturen wiens onmenselijk gezicht ze vroeger niet schenen te zien en religieuze fanatici wiens machtsovername een bedreiging vormt voor het thuisfront. Een terugblik op de Amerikaanse hulp aan de Taliban tijdens de Russische invasie in de jaren ‘80 in Afghanistan die uiteindelijk leidde tot 11 september 2001 is een vergelijking waard. In al deze omstandigheden moeten wij vaststellen dat een verenigd Europa nog steeds velen doet dromen. De revolutionaire oprispingen in Oekraïne bewijzen dit alhoewel het land geconfronteerd wordt met de zware keuze tussen de economische huidige realiteit en een droombeeld van vrijheid, nationalisme en welvaart. Catherine Ashton die triomfantelijk in Kiev rondwandelt en zich de hand laat kussen door de leider van de nazistische partij “Svoboda” doet wel nadenken welke idealen Europa nastreeft. Al deze politieke veranderingen verwarren tevens de Joodse gemeenschap(pen) in Europa. Wij zijn gevangen tussen het antisemitisme van extreem rechts in OostEuropa en een nieuwe versie daarvan in West-Europa waar extreem-linkse populisten de steeds groeiende moslim- stemmen proberen te paaien met een verwrongen vorm van antisemitisme die ze het antizionisme noemen om politieke correctheid te omzeilen en haat van de medemens maatschappelijk aanvaardbaar te maken. Politici vergeten soms dat Joodse stemmen verder kunnen reiken dan hun aantal. Het aantal Nobelprijzen uitgereikt aan Joodse burgers spreekt voor zich. De euforie rond de eerste Belgische Nobelprijs voor fysica kent ongekende hoogtes en de politici proberen er munt uit te slaan door tegelijkertijd Englert’s Joodse herkomst te vergeten. Europolitici vergeten tevens de JoodsChristelijke waarden en erfenis waarop de Europese droom gebouwd is. Eurocraten zouden beter een lange termijn visie ontwikkelen in plaats van korte termijn acties te ondermijnen. Maar het is een vaststaand feit dat het politiek geheugen enkel reilt tot de volgende verkiezingen en wist systematisch het verleden. De bevolking stemt voor een visie die ze aanspreekt en moet genoegdoening nemen met een realiteit die ze teleurstelt. Vele Joden vragen zich af of ze hun lot moeten binden met een verloren continent. Vele Joodse gemeenschappen zoals die van Frankrijk en België zien hun meest beloftevolle personaliteiten en jongeren vertrekken. Hele klassen van Joodse scholen zoeken hun toekomst buiten hun geboorteland. De Joodse Gemeenschap in Europa is te klein om politiek haar rechten te beschermen. Maar ook Europa is te klein en te zwak om zich internationaal te laten gelden. Europa heeft nood aan Joodse diversiteit als motor van innovatie en het Jodendom heeft behoefte aan een Europees ideaal als barrière tegen het antisemitisme. Het antisemitisme zit in de Europese genen en is ontstaan op dit continent waar het ook haar meest afschuwelijke gezicht liet zien. De mobiliteit van het Joodse volk ligt in sterk contrast met het immobilisme van Europa. Deze tegenstrijdigheden zijn juist complementair en het ligt aan Europa om ze structureel samen te voegen. De Europese Unie geeft nood aan een gezant tegen het antisemitisme zoals dit al in de Verenigde Staten het geval is. Toch verkiezen de Europese autoriteiten de fout telkens te verschuiven binnen het labyrint van instellingen waarvan niemand meer juist de bevoegdheden kent. De toekomst van het Jodendom in Europa is dus ontegensprekelijk verwrongen met de toekomst van Europese eenmaking. Slaagt Europa erin zich internationaal te profileren met een duidelijke visie gebaseerd op haar Joods-Christelijk erfgoed, dan heeft Europa een toekomst en kan dan ook de Joodse Gemeenschap meebouwen aan een nieuw continent waarin ze zich volwaardig burger voelen. Centrale Magazine - 9
© Copyright 2024 ExpyDoc