Mag 382 – Joodse Identitieit

De wereld zoals wij deze niet kenden:
Europese politiek
Joodse identiteit
en de lessen uit Tsedaka
Alexander Zanzer
We naderen de Europese verkiezingen en daarom is dit een goed moment om even stil te
staan bij de wensen van sommigen om het Europese federaal model verder uit te bouwen
en van anderen om meer macht te geven aan de afzonderlijke lidstaten. Kennis is de eerste
stap naar participatie. Moet de Europese integratie verdedigt worden en welk effect heeft
het op het Europees Jodendom? Is optimisme over Europa gerechtvaardigd?
Werd de Nobelprijs voor de vrede toegekend voor wat is gerealiseerd of als aanmoediging
om desintegratie tegen te gaan?
E
lke analyse begint en eindigt met de
economie. Indien de economie niet
goed draait en de burgers ontevreden
zijn, komen alle hoge idealen op de achtergrond. Zo is ook het geval met Europa. In
deze context kunnen Europese economen
leren van weldadigheidsorganisaties. Politici
en economen proberen de economie te stimuleren met vrij ingewikkelde mechanismen
door vooral de banken gratis geld te geven
en verwonderen zich over de lage consumptie die gepaard gaat met hoge spaarquota.
Elke weldadigheidsorganisatie weet via haar
eigen fundraising-ervaring dat bijdragen niet
afhangen van de relatieve rijkdom van de
gever, maar van zijn continue inkomen. Dit
kan men terugbrengen op de religieuze praktijk die voorschrijft dat 10% van het inkomen moet besteed worden aan weldadigheid
(Tsedaka). Er wordt niet gesproken van het
bezit van de gever, enkel van zijn beschikbare
inkomen.
Centrale Magazine - 6
“De realiteit is dat
er een zekere
paniekgevoel
ontstaat bij de
Europese politici
naar aanleiding
van de opkomende
verkiezingen.
Peilingen geven
aan dat eurosceptische partijen
zelfs een
meerderheid
kunnen halen.”
Misschien moet de Nobelprijs voor economie naar de religieuze geleerden gaan. Indien de burger niet over een hoger beschikbaar inkomen beschikt, zal hij ook niet meer
uitgeven wat ook zijn spaartegoeden mogen
zijn. Wanneer spaartegoeden worden aangesproken spreekt men van verarming, niet
van stimuleren van de economie. De directe
manier om het inkomen op te krikken is uiteraard de belastingen op de lonen te verlagen. Europa kan dit moeilijk bewerkstelligen
gezien het Europees apparaat zelf een fortuin
kost. Hierdoor focust de EU zich op andere
problemen die vrij ver staan van de dagelijkse bezigheden van de gewone burger.
De realiteit is dat er een zekere paniekgevoel ontstaat bij de Europese politici naar
aanleiding van de opkomende verkiezingen.
Peilingen geven aan dat euro-sceptische partijen zelfs een meerderheid kunnen halen. Er
wordt tevens een kleine opkomst verwacht
in landen waar de stemplicht niet bestaat.
De lage opkomst is uiteraard negatief voor
de democratie en versterkt de gevolgen van
populisme. Extreem rechtse en extreem
linkse partijen voelen zich uitstekend thuis
in zulke omstandigheden. Het Europees
project loopt het risico een groot vraagteken
te worden met existentiële proporties. De
belangrijkste reden daarvoor is dat niemand
een duidelijke visie geeft voor de toekomst.
De fundamenten van de aard van het
Europees project zijn onduidelijk.
De eurocraten –de ambtenaren van de
Europese Unie- hebben de binding met de
bevolking verloren en scheppen de indruk
op een andere planeet te wonen. Dit is in
ieder geval de perceptie die gepropageerd
wordt door eurosceptici. Een Engels lid van
het Europees Parlement, Godfrey Bloom,
gebruikte in zijn toespraak de uitspraken
van de Amerikaanse filosoof Murray Rothbard die de “staat een instituut van diefstal”
noemde en belastingen “een systeem waarbij politici en ambtenaren geld stelen van
de bevolking om uit te geven op de meest
schandelijke manier”. Rothbard beschouwde
dat de Europese instellingen geen uitzondering hierop vormen. Hij vroeg zich af hoe de
ambtenaren van de EU “ernstig blijven wanneer ze over belastingontduiking spreken”.
Volgens hem “ontduikt de Europese Commissie en de gehele Europese ambtenarij belastingen”. Hij benadrukte dat de Europese
politici en ambtenaren geen belastingen
betalen zoals de burgers van hun landen. Er
is voor hun sprake van “samengestelde belastingschaden” en veel andere middelen om
gewoon geen normale belastingen te moeten
betalen. Hij noemde het Europees apparaat
de grootste belastingontduikers van Europa.
De zaken die deze euroscepticus aanhaalt
zijn moeilijk te verwerpen. Een budget van
142 miljard euro spreekt boekdelen. Discussies aangaande institutionele zaken spreken
de gemiddelde en zelfs gevorderde Europeaan weinig aan. De burgers voelen niet
dat ze deel uitmaken van debatten over de
machtsverhoudingen tussen het Europees
Parlement en de Europese Commissie of de
onnoemelijk vele organen en instellingen
die deel uitmaken van de goedbetaalde Europese bureaucratie. Consensus is de manier
waarop beslissingen worden genomen en
het gevoel is gegroeid dat middelmatige
“Europese economen
leren van weldadigheidsorganisaties.
Politici en economen
proberen de economie
te stimuleren met vrij
ingewikkelde mechanismen door vooral
de banken gratis geld
te geven en verwonderen zich over de
lage consumptie die
gepaard gaat met
hoge spaarquota.
Elke weldadigheidsorganisatie weet via
haar eigen fundraising-ervaring dat
bijdragen niet afhangen van de relatieve
rijkdom van de
gever, maar van zijn
continue inkomen.”
compromissen worden opgelegd zonder een
echt democratisch debat.
Het gevoel van een ver van ons, ondemocratisch Europa ondergraaft de fundamenten van de Europese eenmaking.
Europese leiders missen “status”. Woody Allen heeft gezegd dat hij geen lid wil worden
van een club die hem zou aanvaarden. Alle
vergelijkingen ten zijde genomen, het grote
verwijt van eurosceptici is dat Europese
leiders worden gekozen omwille van hun
limieten en niet dankzij hun verdiensten.
Toen Jack Delors hoofd werd van de Europese Commissie, was hij vrij onbekend.
Hetzelfde kan gezegd worden van Barroso.
De indruk wordt snel gegeven dat nationale
leiders in Berlijn, Parijs of Londen geen rivalen dulden op de internationale diplomatieke
scène. Deze nationale leiders willen altijd de
eerste viool spelen in ontmoetingen met de
Russische, Chinese of Amerikaanse Presidenten.
Het verschil tussen de economisch succesvolle Noorden van Europa en het verarmende Zuid-Europa is duidelijk. Zowel
Duitsland als Griekenland symboliseren dit
verschil. Frankrijk, één van de belangrijkste
Europese landen, besefte plots dat het niet
langer speelde in dezelfde liga als Duitsland
en ziet haar economie afschuiven naar het
zuiden.
Frankrijk en Duitsland werken niet langer
als gelijken en kunnen daarom ook niet een
eengemaakte visie van Europa opleggen aan
de andere landen.
Duitsland kon altijd rekenen op haar economische status die complementair was aan de
nucleaire capaciteit en de permanente zitplaats van Frankrijk in de Verenigde Naties.
Centrale Magazine - 7
Het verenigd Duitsland voerde meer hervormingen uit die zich vertaalden in economisch succes. Maar sinds François Mitterrand kon geen enkele Franse president zich
een gelijke noemen van een Duitse bondskanselier. Het charisma en het zelfvertrouwen van Angela Merkel heeft geen evenknie
in Europa. De Duitse visie wordt door vele
Europeanen gesteund. Het is de overtuiging dat men niet langer wil betalen voor
landen die boven hun mogelijkheden leven.
Dit alles maakt het moeilijk om een federale
Europese unie te steunen en toch, dit is van
essentieel belang voor een gemeenschappelijke toekomst. In het begin van de twintigste
eeuw vertegenwoordigde Europa 20% van
de wereldbevolking. Nu is het maar 6.5%
indien men zelfs Rusland zou meetellen. Europa wordt ouder en krimpt.
De andere continenten deinen uit met een
duizelingwekkend ritme. De drie grootste
landen na 2020 worden India, China en Nigeria. Geen enkele Europese metropool kan
zich vergelijken met de opkomende hoofdsteden in Azië. Wij, de Europeanen, zijn gewoonweg te klein om zich niet te verenigen.
Europa moet consolideren om een sterkere
handelspositie te creëren tegenover de opkomende economieën met een veel grotere
bevolkingsgroei.
Centrale Magazine - 8
De internationaal diplomatieke omstandigheden veranderen zienderogen.
De Verenigde Staten bewegen zich verder
weg van onze realiteit, het Midden-Oosten
komt dichter dan velen zouden willen en de
Russische Federatie is opnieuw een
problematische grootmacht geworden.
De Verenigde Staten hebben averij gelopen
in twee buitenlandse avonturen: Irak en Afghanistan. De VS kijken dus wantrouwend
naar elk nieuw mogelijk buitenlands avontuur. De economie in de VS is nog steeds
dynamisch, maar het politiek systeem leidt
naar paralysie. Yoshihiro Francis Fukuyama,
een Amerikaanse politicoloog, socioloog en
filosoof verklaarde dat in de VS, de democratie in vetocratie is veranderd. Daarbij zijn de
VS overtuigd dat ze de buitenwereld minder
nodig hebben. De focus op schaliegas versterkt deze isolationistische gedachtegang.
Ze rekenen erop dat na 2020 ze niet langer
afhankelijk zullen worden van olie en gas
uit het Midden-Oosten. Dit is de grootste
strategische verandering op het politiek en
militair wereldtoneel. De VS is tevens ervan
overtuigd dat de toekomst in Azië ligt en de
problemen in het Midden-Oosten. Europa
is gewoonweg aan het verdwijnen uit hun
politieke agenda.
“De VS is tevens
ervan overtuigd
dat de toekomst
in Azië ligt en de
problemen in het
Midden-Oosten.
Europa is gewoonweg aan het verdwijnen uit hun
politieke agenda.“
Volgens demografen zal in 2050 het
Spaans de eerste voertaal in de VS worden. Het etnische internationalisme die
de VS verbond met Europa verdwijnt
met deze demografische verschuivingen.
De veiligheidsparaplu die de Europeanen het gevoel gaf dat ze zich geen zorgen hoeven te maken over buitenlandse
agressie, verdwijnt ook. Europa blijft in
een gevaarlijke wereld achter zonder een
coherent verdedigingsmechanisme.
Europa ligt dicht bij het MiddenOosten en is dan ook geconfronteerd
met een revolutionair proces. Het is gemakkelijk een datum te geven wanneer
de revolutie begonnen is en onmogelijk
haar einde te voorspellen. Iedereen weet
dat de evolutie in Frankrijk in 1789 begonnen is, maar de discussie over haar
einde gaat door. Was het een eeuw later
toen de Fransen eindelijk de republiek
aanvaarden of gaat het door tot vandaag
waar de Franse president revolutionaire
ideeën nog altijd probeert te verenigen
met de economische realiteit van vandaag hetgeen heel vanzelfsprekend door
de Franse bevolking kwalijk wordt genomen. De gebeurtenissen in de Arabische landen zijn een combinatie van
de Franse revolutie en de specificiteit
van de religieuze oorlogen waar de allianties aan het schiften zijn.
De Israëlische ambassadeur bij de
Verenigde Naties heeft mij gezegd dat
de huidige omstandigheden hun gelijke nooit hadden. Vroeger beweerden
de opposanten van Israël dat het enige
wat vrede in de weg stond het IsraëlischPalestijns conflict was. Het is voor elke
objectieve toeschouwer nu duidelijk dat
dat conflict een veel kleinere rol speelt
in de gebeurtenissen in het MiddenOosten. In de Verenigde Naties ziet de
Israëlische ambassadeur taferelen van
Arabische diplomaten die elkaar grof
beschuldigen en waarvan sommigen
toenadering en veel meer begrip tonen
voor de Israëlische positie. De dominantie van Iran wordt gevreesd door zowel
Saoedi-Arabië als Bahrein om enkel van
de twee meest uitgesproken opposanten
te spreken. Sjiieten en Soennieten bevechten elkaar zoals de katholieken en
protestanten op het einde van de 16de
en het begin van de 17de eeuw in
Europa, maar dan in een complex revolutionair kader waarbij het Westen de
keuze krijgt de kant te kiezen tussen
dictaturen wiens onmenselijk gezicht ze
vroeger niet schenen te zien en religieuze
fanatici wiens machtsovername een
bedreiging vormt voor het thuisfront.
Een terugblik op de Amerikaanse hulp
aan de Taliban tijdens de Russische invasie in de jaren ‘80 in Afghanistan die
uiteindelijk leidde tot 11 september
2001 is een vergelijking waard. In al
deze omstandigheden moeten wij vaststellen dat een verenigd Europa nog
steeds velen doet dromen. De revolutionaire oprispingen in Oekraïne bewijzen dit alhoewel het land geconfronteerd wordt met de zware keuze tussen
de economische huidige realiteit en een
droombeeld van vrijheid, nationalisme
en welvaart. Catherine Ashton die triomfantelijk in Kiev rondwandelt en
zich de hand laat kussen door de leider
van de nazistische partij “Svoboda” doet
wel nadenken welke idealen Europa
nastreeft.
Al deze politieke veranderingen verwarren tevens de Joodse gemeenschap(pen)
in Europa. Wij zijn gevangen tussen het
antisemitisme van extreem rechts in OostEuropa en een nieuwe versie daarvan in
West-Europa waar extreem-linkse populisten de steeds groeiende moslim- stemmen
proberen te paaien met een verwrongen
vorm van antisemitisme die ze het antizionisme noemen om politieke correctheid
te omzeilen en haat van de medemens
maatschappelijk aanvaardbaar te maken.
Politici vergeten soms dat Joodse stemmen verder kunnen reiken dan hun aantal. Het aantal Nobelprijzen uitgereikt
aan Joodse burgers spreekt voor zich.
De euforie rond de eerste Belgische
Nobelprijs voor fysica kent ongekende
hoogtes en de politici proberen er munt
uit te slaan door tegelijkertijd Englert’s
Joodse herkomst te vergeten.
Europolitici vergeten tevens de JoodsChristelijke waarden en erfenis waarop
de Europese droom gebouwd is.
Eurocraten zouden beter een lange termijn visie ontwikkelen in plaats van
korte termijn acties te ondermijnen.
Maar het is een vaststaand feit dat het
politiek geheugen enkel reilt tot de volgende verkiezingen en wist systematisch
het verleden. De bevolking stemt voor
een visie die ze aanspreekt en moet
genoegdoening nemen met een realiteit
die ze teleurstelt.
Vele Joden vragen zich af of ze hun lot
moeten binden met een verloren continent. Vele Joodse gemeenschappen zoals die van Frankrijk en België zien hun
meest beloftevolle personaliteiten en
jongeren vertrekken. Hele klassen van
Joodse scholen zoeken hun toekomst
buiten hun geboorteland.
De Joodse Gemeenschap in Europa is
te klein om politiek haar rechten te beschermen. Maar ook Europa is te klein
en te zwak om zich internationaal te
laten gelden. Europa heeft nood aan
Joodse diversiteit als motor van innovatie en het Jodendom heeft behoefte
aan een Europees ideaal als barrière
tegen het antisemitisme. Het antisemitisme zit in de Europese genen en is ontstaan op dit continent waar het ook haar
meest afschuwelijke gezicht liet zien. De
mobiliteit van het Joodse volk ligt in
sterk contrast met het immobilisme van
Europa. Deze tegenstrijdigheden zijn
juist complementair en het ligt aan Europa om ze structureel samen te voegen.
De Europese Unie geeft nood aan een
gezant tegen het antisemitisme zoals dit
al in de Verenigde Staten het geval is.
Toch verkiezen de Europese autoriteiten
de fout telkens te verschuiven binnen
het labyrint van instellingen waarvan
niemand meer juist de bevoegdheden
kent.
De toekomst van het Jodendom in Europa is dus ontegensprekelijk verwrongen
met de toekomst van Europese eenmaking. Slaagt Europa erin zich internationaal te profileren met een duidelijke
visie gebaseerd op haar Joods-Christelijk
erfgoed, dan heeft Europa een toekomst
en kan dan ook de Joodse Gemeenschap
meebouwen aan een nieuw continent
waarin ze zich volwaardig burger voelen.
Centrale Magazine - 9