STAKEHOLDERS
Het is goed om elkaar te voeden met kennis - Koosje de Beer
Sinds 2014 is de rol van de huisarts veranderd voor patiënten met psychische problematiek. Samen
met de POH-GGZ zullen huisartsen deze patiënten vaker zelf moeten behandelen en eventueel
gericht moeten doorverwijzen met het liefst al een vrij specifieke diagnose. Een huisarts in de praktijk
vindt dit lastig in een consult van tien minuten: ”Ze kunnen mij evengoed vragen om in een kristallen
bol te kijken.”
De praktijk van huisarts Ulrich Schultz ligt in het
In de praktijk van Linda Timmer, een
centrum van het Brabantse Deurne. Het aandeel
gezondheidscentrum dat gevestigd is in
patiënten met psychische problematiek
Amsterdam Zuidoost, ligt dit percentage nog
schommelt er rond de tien procent, maar is de
beduidend hoger. “Ik schat dat aandeel wel op
laatste vijf jaar wel gegroeid volgens Schultz.
25 procent. Veel mensen hebben hun baan
“Vooral jongere mensen komen vaker langs met
verloren en dat leidt tot klachten. Mensen
levensfaseproblemen. Er worden tegenwoordig
krijgen stress door financiële problemen, maken
hoge eisen gesteld aan pubers en dat zie ik
zich zorgen omdat hun kind niet mee op
terug in de praktijk. Bij oudere mensen kan
schoolreis kan: de crisis komt in een armere wijk
eenzaamheid tot depressies leiden.”
hard aan. ”
- 3-
POH-GGZ
Dit besluit komt overeen met de trend die de
Beide huisartsen werken samen met een POH-
Landelijke Huisartsen Vereniging in haar
GGZ. In Deurne werkt deze praktijkondersteuner
ledenpeilingen signaleert, zegt Geert-Jan van
een dagdeel per week in de praktijk om de
Loenen, LHV-bestuurder en huisarts in Hengelo.
huisartsen te ontlasten. Schultz: ‘’Als huisartsen
“We merken dat huisartsen veel op zich af zien
hebben wij niet de tijd en de kennis om al deze
komen, maar ook dat huisartsen de gevolgen van
problematiek in ons spreekuur te behandelen.
de GGZ-transitie massaal oppakken, met hulp van
Een consult duurt tien tot hooguit twintig
de praktijkondersteuner GGZ. ”
minuten. Onze POH-GGZ kan een uur voor iemand
!
reserveren.”
Basis en gespecialiseerde GGZ
Ulrich Schultz zegt zelf de lichte depressies, de
Bij zwaardere stoornissen moet de huisarts
gewone rouw na een verlies en
doorverwijzen naar de basis of gespecialiseerde
levensfaseproblematiek na bijvoorbeeld een
GGZ. Na een of twee gesprekken kan Schultz
scheiding te behandelen. Ook geeft hij consult
volgens eigen zeggen redelijk inschatten of een
over eenvoudige opvoedkundige problemen. De
patiënt binnen de eigen praktijk kan worden
POH-GGZ ziet de mensen met zwaardere
behandeld of moet worden doorverwezen. Dit is
depressies en met pathologische rouw. “Als ik
volgens hem vooral een gevoelskwestie. “Wat is
merk dat ik niet de ruimte of de kennis heb om
een zware depressie waarvoor doorverwijzing
een patiënt goed te behandelen, introduceer ik de
nodig is? Dat is natuurlijk een subjectieve
POH-GGZ. Veel mensen vinden dat ook prettig
beoordeling. Er zal altijd een grijs gebied zijn
omdat zij meer tijd heeft voor een consult.”
waarbinnen de ene huisarts wel doorverwijst en
In de praktijk van Linda Timmer is deze
de andere niet.”
taakverdeling ongeveer hetzelfde. Een groot
Sinds begin dit jaar moet de huisarts bij
voordeel vindt Timmer dat zij kan terugvallen op
doorverwijzing ook een (vermoeden van) een
twee praktijkondersteuners met elk hun eigen
stoornis aangeven. “Belachelijk!” vindt Timmer.
specialisme. “Er is twee dagen per week een POH-
“Huisartsen zien mensen heel kort, vaak maar tien
GGZ bij ons in de praktijk die vooral volwassenen
minuten. Het is niet reëel om te verwachten dat
spreekt. De andere praktijkondersteuner werkt nu
wij in dat tijdbestek een inschatting maken. Wat
een halve dag per week en zij heeft juist veel
patiënten op het spreekuur vertellen is maar het
ervaring met jongeren. We gaan dit contract
topje van de ijsberg, waardoor de uiteindelijke
uitbreiden, want we merken nu al dat er
diagnose vaak anders is dan die waarmee ik
meer werk op ons afkomt door de
verwijs. Ze kunnen me evengoed vragen om in
stelselwijziging.”
een kristallen bol te kijken en dan wat te zeggen.”
!
!
!
!
Verwijsmodel
Volgens LHV-bestuurder Van Loenen is de
huisarts wel toegerust om de aard en de ernst
van psychische klachten te beoordelen.
Kijken in een
kristallen bol?
Huisartsen kunnen daarbij volgens hem uitgaan
van de wetenschappelijk onderbouwde NHG
standaarden. “Net als voorheen, maakt de huisarts
ook in het nieuwe stelsel de inschatting waar de
patiënt het beste geholpen kan worden.
Overigens hoeft de psychische stoornis, of het
vermoeden hiervan, die de huisarts in de
verwijsbrief vermeldt niet per se met een DSM-IV
code te gebeuren.”
Om de verwijzing in het nieuwe systeem van de
Wachtlijsten
GGZ te ondersteunen, is er in opdracht van het
Hoewel Schultz zeer tevreden is met de
ministerie van VWS een verwijsmodel voor
samenwerking met de GGZ-instellingen en
huisartsen ontwikkeld. Daarnaast werkt het
vrijgevestigde GGZ- praktijken in de regio, ziet hij de
Nederlands Huisartsen Genootschap aan een
bestaande wachtlijsten wel als een knelpunt. “Door
model voor huisartsen dat kan helpen bij de
de toename van het aantal mensen met een
verwijzing van patiënten naar de basis of
psychische aandoening zijn de wachttijden snel
gespecialiseerde GGZ. Van Loenen pleit ervoor dat
twee maanden en dan heeft onze praktijk nog
dit instrument door alle verzekeraars gebruikt zal
contracten afgesloten om behandelplekken open te
worden. “Het zou goed zijn als dit in de plaats
houden bij hulpverleners. Om die wachttijd te
komt van de verschillende screeningslijsten van
overbruggen blijf ik de patiënten soms zelf zien en
verzekeraars die nu de ronde doen. Hierover zijn
soms geef ik ze over aan onze POH-GGZ, maar twee
wij als LHV en NHG met Zorgverzekeraars
maanden wachttijd is eigenlijk te lang.”
Nederland in gesprek.”
Wil het nieuwe stelsel goed werken dan is het
!
volgens Van Loenen noodzakelijk dat dit soort
Bezuiniging
knelpunten snel worden opgelost. “De huisarts en
Linda Timmer maakt zich vooral zorgen over de
de praktijkondersteuner GGZ kunnen alleen hun
inperking van psychische hulp die het nieuwe
functie als poortwachter goed vervullen als de
stelsel beoogt. “Mensen die overspannen zijn,
samenwerking met en de capaciteit in de basis GGZ
mogen niet meer naar de psycholoog. Dat is niet
en gespecialiseerde GGZ voldoende is. Dat betekent
altijd werkbaar. Wat moet ik doen als ik zie dat
goede verwijsmogelijkheden, geen wachtlijsten en
iemand structureel vastloopt en het niet lukt met
korte lijnen tussen de huisarts en de psycholoog of
de meer praktische hulp die de POH-GGZ kan
de psychiater, zodat de patiënt snel en op de goede
geven? Als huisarts kies ik in dit soort gevallen voor
plek wordt behandeld.”
de patiënt en zal ik toch geneigd zijn om een
Linda Timmer kan terugvallen op de psychologen in
vermoeden van een stoornis te diagnosticeren.”
het eigen gezondheidscentrum. “Dat contact is heel
!Daarnaast merkt de huisarts in Amsterdam Zuidoost
dat de vergoeding van de psycholoog en de eigen
bijdrage een belangrijke belemmering vormen. “360
euro eigen risico is een grote drempel voor mensen
met een laag inkomen. Veel van mijn patiënten
lopen bij de voedselbank. Zij kunnen echt geen 30
euro per maand betalen.”
Volgens Schultz is de stelselverandering vooral een
administratieve kwestie. “In het
huisartseninformatiesysteem geef ik al een code
aan voor elke aandoening, nu moet ik ook een hokje
aankruisen op een formulier als ik iemand
doorverwijs.” Het komt voor dat de GGZ-behandelaar
vervolgens laat weten dat de diagnose niet
helemaal klopt. “Dan noem ik iets een angststoornis
en vinden zij het een middelzware depressie. Dat is
ook niet erg. Ik vind het juist goed om elkaar te
voeden met kennis. Mijn enige doel is dat de
patiënt goed geholpen wordt. ”
intensief, zowel informeel – we spreken elkaar bij de
koffieautomaat – als formeel wanneer we ons
patiëntenoverleg voeren. Daardoor kan ik goed
inschatten welke psycholoog bij welke patiënt past.
Dat is volgens mij ook waar we naar moeten streven
in plaats van de bureaucratie die de overheid ons
oplegt: zorg op maat die je regelt met de mensen
om je heen. ”
•
Zorgen over de jeugd-GGZ
De LHV maakt zich zorgen over de jeugd-GGZ. Het
organiseren van extra aanbod voor jeugdige patiënten is
niet voor alle huisartsenpraktijken mogelijk. Het is zeer
specifieke hulpverlening en daarom is afgesproken dat dit
niet tot het basisaanbod huisartsenzorg hoort. Of een
huisartsenpraktijk deze zorg kan bieden, is afhankelijk van
onder meer de patiëntenpopulatie, de andere vormen van
zorg die de huisarts opvangt -denk bijvoorbeeld aan
ouderenzorg-, de organisatie en de
huisvestingsmogelijkheden.
- 5-