Lees hier het e-zine Jeugd

uit de praktijk
1 JEUGD Oktober 2014
d
g
u
e
J
nummer
oktober 2
3
014
❸ Kinderdienstencentra: het effect van de
Jeugdwet en Wet langdurige zorg
In dit e-zine:
❹ Actueel:
9
Extra overgangsrecht Wlz
voor 10.000 cliënten
❺ Wat betekent het extra overgangsrecht voor
gemeenten en zorgaanbieders?
AGENDA
❻ Uit de praktijk:
Kind en jeugd in
beweging bij Radar
❽ Kind in beeld:
Elk stapje vooruit is een overwinning voor Esila
i
❾ Toolbox en agenda
i
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
d
g
u
e
J
Nummer
Oktober 2
INHOUD
3
014
COLOFON
Uitgever
Jeugd ‘Van AWBZ naar Jeugdwet’ is
een e-zine van de Vereniging
Gehandicaptenzorg Nederland (VGN)
over de transitie van de jeugdzorg.
Het is bedoeld voor aanbieders in de
gehandicaptenzorg en gemeenten.
Deze editie gaat over jeugdhulp in
kinderdienstencentra.
Redactie: Maartje van der Rijt,
Jan Visscher, Dianne van der Veen,
Inge Wichink Kruit
Fotografie:
Uit de praktijk: Ons Tweede Thuis
Kind in beeld: Adriaan Backer
❸ Kinderdienstencentra: Het effect
van de Jeugwet en de Wlz
❹ Extra overgangsrecht in Wlz voor 10.000 cliënten
overgangsrecht voor
gemeenten en zorgaanbieders?
Kind
in beeld
Uit de
praktijk:
9
Vormgeving: Mariël Lam, Den Bosch
AGENDA
Contact: [email protected]
❻ Kind en jeugd in beweging bij Radar
❼ Elk stapje vooruit is een
overwinning voor Esila
ABONNEMENT
Klik hier voor een gratis abonnement
en hier om u af te melden.
❺ Wat betekent het extra Oudlaan 4
3515 GA Utrecht
Postbus 413
3500 AK Utrecht
❾ Toolbox & Agenda
3 JEUGD Oktober 2014
Kennismaken met
Kinderdienstencentra:
Het effect van de
Jeugdwet en Wlz
Zo’n 140 gespecialiseerde kinderdienstencentra (KDC’s) en hun cliënten,
kinderen met een achterstand in hun ontwikkeling, een verstandelijke of
meervoudige beperking, krijgen in 2015 met verschillende nieuwe
stelsels te maken. Een deel van de zorg voor deze kinderen valt per 1
januari 2015 onder de Jeugdwet. De Wlz is er voor de meest kwetsbare
jeugdigen tot 18 jaar met meervoudige beperkingen of een (zeer)
ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.
Onderzoeksbureau Andersson Elffers
Felix (AEF) heeft in opdracht van het
Transitiebureau Jeugd, en in samenwerking met de VGN, een impactanalyse KDC’s uitgevoerd. De centrale
vraag is of continuïteit van zorg in 2015
en de specifieke kennis en expertisefunctie van KDC’s voor de toekomst is
geborgd.
deeld. Echter, voor bestaande cliënten
is niet de prestatie leidend, maar de
indicatie. Daardoor valt zorg die volgens de tabel aan de Jeugdwet is
toebedeeld in sommige gevallen onder
een van de andere wetten, of andersom.
Ook blijkt uit de rapportage dat de
KDC’s zich zorgen maken over de
Jeugdwet of Wlz?
financieringsmogelijkheden voor exDe signalen die in het rapport van de
tramurale zorg binnen de Wlz. Eerder
analyse worden beschreven, zijn heruitten Ieder(in) en VGN in een brandkenbaar voor de VGN. Een belangrijk
brief deze zorg al aan de staatssecresignaal dat de KDC’s afgeven, is de
taris. Inmiddels is het overgangsrecht
onduidelijkheid over de toegang tot de van deze ‘vergeten groep’ uitgebreid.
Wlz. In de praktijk werken KDC’s met
Staatssecretaris van Rijn heeft hierde tabel met prestatiecodes die eerder over op 9 oktober een brief naar de
dit jaar is gepubliceerd. Per code is in
Kamer gestuurd. (Lees meer op
deze tabel aangegeven of de code aan
pagina 4 van deze nieuwsbrief.)
de Wlz of aan de Jeugdwet is toege-
Actueel
Toeleiding tot diagnostiek en
vroegbehandeling
Een belangrijk signaal en punt van
zorg in de rapportage vindt de VGN
ook dat meer dan de helft van de
KDC’s aangeeft dat zij nog helemaal
niet weten hoe de toeleiding georganiseerd gaat worden. Dit terwijl het hier
om een groep kinderen gaat waarvan
de problematiek soms beperkt kan
blijven als de kinderen zo vroeg mogelijk in beeld zijn. Een aantal KDC’s
beantwoordt de vraag of ze duidelijkheid hebben over de toeleiding wel
bevestigend, maar geeft daarbij wel
aan dat nog niet bekend is hoe de
praktische vertaling er op 1 januari
2015 uit gaat zien. De komende maanden moeten nog flinke stappen worden
gezet om daadwerkelijk te realiseren
dat de kinderen, voor wie dat nodig is,
snel en via korte lijnen naar diagnostiek en vroegbehandeling worden
toegeleid.
vanuit de Jeugdwet. Pas wanneer het
ontwikkelingsperspectief van deze
kinderen helder is en duidelijk is dat
ze blijvend zijn aangewezen op ‘permanent toezicht of op 24-uurszorg in de
nabijheid’ krijgen zij toegang tot de
Wlz. Zowel de invoering van de Wlz als
de Jeugdwet zijn daarom van grote
invloed op de KDC’s. Op de korte termijn is duidelijkheid nodig, zowel over
de toedeling van kinderen aan de
Jeugdwet of Wlz als over de beschikbare budgetten. Die duidelijkheid is
ook nodig om vervolgens de toekomstvisie van KDC’s verder door te kunnen
ontwikkelen en de specifieke kennis en
expertise van KDC’s voor een kwetsbare groep kinderen voor de verdere
toekomst te borgen.
Impact van de Jeugdwet
De conclusie dat de impact van de
Jeugdwet op de infrastructuur van de
KDC’s beperkt is, deelt de VGN niet.
Want een deel van de behandeling die
KDC’s bieden voor kinderen met een
ontwikkelingsachterstand of een verstandelijke beperking gaat vanaf 1
januari 2015 naar de Jeugdwet. Daarnaast starten ook nieuwe kinderen die Lees hier het volledige rapport ‘Kinvanaf die datum instromen op een KDC derdienstencentra: Het effect van de
Jeugdwet en de Wlz’. 
i
Inhoudsopgave
Actueel
4 JEUGD Oktober 2014
Extra overgangsrecht in Wlz voor
10.000 cliënten
De VGN is blij met de oplossing van staatssecretaris Van Rijn voor de
‘vergeten groep’ kinderen en volwassenen die thuis wonen en veel zorg
en ondersteuning nodig hebben. Sinds de zomer pleitte de VGN, samen
met Ieder(in), ervoor om deze kwetsbare groep direct toegang te geven
tot de Wet langdurige zorg (Wlz). Eerder maakte Van Rijn al bekend dat
4.000 mensen die thuis intensieve zorg en toezicht nodig hebben per 1
januari 2015 in de Wlz kunnen stromen. Op 7 oktober jl. werd duidelijk
dat ook de overige 10.000 cliënten, waaronder iedereen met een indicatie voor kortdurend verblijf, een beroep op de Wlz kunnen doen.
Een kwetsbare groep kinderen en
volwassenen die met veel extra zorg
en ondersteuning van ouders, familie
en zorgaanbieders met een extramurale indicatie thuis wonen, werd in de
zomerperiode onterecht niet meegenomen door zorgkantoren bij de inkoop
voor de nieuwe Wet langdurige zorg.
Ieder(in) en VGN trokken in de zomer
aan de bel en drongen bij staatssecretaris Van Rijn aan op een snelle oplossing voor deze vergeten groep.
Onvoldoende in beeld
Van Rijn had eerder al toegezegd dat
de Wlz voor deze mensen het passende stelsel was, maar de groep was niet
voldoende in beeld. Het CIZ, de NZa en
ZN hadden allemaal stukjes van de
puzzel, maar geen van deze partijen
nam de regie om deze bij elkaar te
leggen. Hierdoor bleef voor veel kinderen, (jong)volwassenen, hun ouders/
familie, maar ook voor inkopende
partijen zoals de gemeenten en zorgaanbieders lang onduidelijk op welk
stelsel ze straks een beroep konden
doen. Op 9 september kwam Van Rijn
met een oplossing om 4.000 cliënten
toe te laten tot de Wlz. De VGN vond
dat ook de groep van 10.000 in de Wlz
moest komen.
Extra overgangsregeling
Na intensief overleg met de VGN,
Ieder(in), VNG, Per Saldo, VCSA, ZN en
CIZ heeft Van Rijn een brief naar de
Kamer gestuurd met daarin een over-
gangsregeling die aansluit bij de brede
oplossing die Ieder(in) en de VGN in de
brandbrief voorstelden. Zo krijgt iedereen die op dit moment een indicatie
heeft voor kortdurend verblijf in 2015
toegang tot de Wlz. Dit geldt ook voor
thuiswonende volwassenen die een
beroep doen op thuisbeademing. Tot
slot kunnen thuiswonende mensen
met een lichamelijke beperking die nu
meer dan 25 uur persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding krijgen, een beroep doen op de nieuwe
overgangsregeling.
cliënten, maar is daarmee mogelijk
minder nauwkeurig. Dit kan betekenen
dat een aantal mensen straks onterecht een beroep doet op de Wlz. Het
toegangsticket voor de Wlz is daarom
een jaar geldig. In 2015 volgt alsnog
een individuele beoordeling van het
CIZ op basis van de nieuwe toegangsdrempel van de Wlz. 
Klik hier voor de brief van staatssecretaris van Rijn aan de Kamer over het
extra overgangsrecht Wlz voor 10.000
cliënten.
Herbeoordeling in 2015
De gekozen oplossing voor de totale
groep van 14.000 mensen zorgt enerzijds voor duidelijkheid voor individuele
i
Inhoudsopgave
Actueel
5 JEUGD Oktober 2014
Wat betekent het extra overgangsrecht
voor gemeenten en zorgaanbieders?
Nu zo’n 14.000 cliënten gebruik kunnen maken van
het extra overgangsrecht, spelen de praktische
vragen: wie kan er precies gebruikmaken van het
speciale overgangsrecht Wlz, hoe worden cliënten
geïnformeerd en welke gevolgen heeft het besluit
voor gemeenten en aanbieders?
Meer informatie vindt u via de
volgende links:
•Brief van staatssecretaris van Rijn naar de Kamer over
extra overgangsrecht Wlz voor 10.000 cliënten
•Informatie voor cliënten over het Wlz overgangsrecht
•Nieuwsbericht VNG over gevolgen voor gemeenten van
‘Besluit Wlz-indiceerbaren’
•Nieuwsbericht VGN over het extra overgangsrecht Wlz
voor zorgaanbieders
•Nieuwsbericht VGN over wat het extra Wlz-overgangs-
recht betekent voor ‘groep 3b’ voor zorgaanbieders
met KDC’s
i
Inhoudsopgave
6 JEUGD Oktober 2014
Uit de praktijk
Uit de
praktijk:
Kind en Jeugd
in beweging bij
Radar
Kennis en expertise delen
met alle betrokkenen
Meer zorg in de eigen buurt of wijk.
Een grotere betrokkenheid van ouders en het netwerk van het kind.
Betere aansluiting met het reguliere
onderwijs, algemene voorzieningen
en omgeving. Zo schetst Armand
Winthagen, hoofd Kinderbehandelcentrum (KBC) ’t Knoevelhöfke, de
toekomstige zorg voor kinderen met
een verstandelijke beperking. Radar,
een zorgorganisatie in de regio ZuidLimburg, heeft de beweging naar die
toekomst ingezet.
Armand legt uit: “Er gaat veel veranderen in de zorg voor kind en jeugd
en als Radar bereiden we ons daarop
voor. De wetgeving verandert per
1 januari 2015, maar de beweging
komt vooral voort uit onze eigen missie en visie.” Hij schetst een bestaande
situatie. “Een kind komt vijf dagen per
week met een busje naar het KBC,
krijgt hier behandeling en begeleiding
en gaat aan het einde van de dag weer
naar huis. Het kind is een groot deel
van de dag weg van huis en mist daardoor vaak de aansluiting met zijn ‘gewone’ omgeving. Dat is eigenlijk erg
onlogisch en voor het kind niet altijd
prettig. Daarom kijken we nu bewuster
naar de mogelijkheden in de eigen
omgeving. Bij team Individuele Gezondheidszorg (behandeling en begeleiding thuis) gebeurt dat al veelvuldig,
maar in het KBC is nog veel winst te
behalen.”
Overstap verkleinen
Voorbeelden dat het kan, zijn er al.
Armand noemt het voorbeeld van Leo.
“Leo krijgt ondersteuning van een
begeleidster van het KBC in de peuterspeelzaal in zijn eigen woonplaats. Het
mes snijdt aan twee kanten. Leo blijft
in zijn eigen omgeving, heeft hier
speelkameraadjes en de overstap naar
school is straks waarschijnlijk een
stuk makkelijker. De begeleiders in
peuterspeelzaal leren bovendien stapje voor stapje hoe om te gaan met een
kind met een beperking. Deze kennis
kunnen ze straks ook bij andere kinderen gebruiken. Dat heeft een belangrijke preventieve functie.
Armand Winthagen: “Ook KLIN© (Kinderen Leren Initiatieven Nemen in
i
Communicatie) laat zien hoe we de
overstap naar het (speciaal) basisonderwijs zo klein mogelijk kunnen maken. Het KLIN©-atelier bevindt zich
sinds 2012 in de Catharinaschool in
Heerlen. De eerste groep is nu ‘afgezwaaid’ naar het Speciaal Onderwijs,
de meesten op de Catharinaschool. We
merken dat de overstap een stuk beter
gaat; kinderen kennen het gebouw en
de klas, leerkrachten van de Catharinaschool zijn bekend omdat ze hebben
meegedraaid in KLIN©. Ook op de St.
Jan Baptist zijn we dit schooljaar gestart met een groep kinderen. Daar
zullen de eerste kinderen in augustus
uitstromen. Radar is tevens in gesprek
met andere ketenpartners, o.a. SBO
(Speciaal Basisonderwijs Landgraaf,
Inhoudsopgave
Uit de praktijk
7 JEUGD Oktober 2014
Kerkrade en Brunssum) om ook hier
een betere aansluiting te realiseren.
Bijvoorbeeld door methoden en structuren beter op elkaar aan te laten
sluiten. Zo kunnen kinderen wellicht
eerder instromen, waardoor onnodige
achterstand wordt voorkomen.”
een cursus of een themaochtend.
Radar doet dit vanuit haar missie en
visie, maar de nieuwe wetgeving legt
ook een grotere betrokkenheid van
ouders op. De overheid stapt af van het
‘recht op zorg’ en gaat uit van het compenseren van de ondersteuning die
ouders of het netwerk niet kunnen
“Bij partners in de reguliere kinderop- bieden. Om dat te laten slagen is goevang probeert Radar aansluiting te
de samenwerking met en afstemming
vinden om samen te kijken in hoeverre tussen alle betrokkenen noodzakelijk.
het mogelijk is om kinderen te laten
Daarmee vermijden we dat verschilparticiperen in voorzieningen in hun
lende zorgprofessionals langs elkaar
eigen buurt of wijk. Samenwerking
werken. In plaats daarvan komen we
met andere zorgprofessionals is estot een passend ondersteuningsplan
sentieel om daar het maximale uit te
dat past bij de behoefte van het kind
halen.”
en zijn gezin: één gezin, één plan.”
kinderen met een ernstige meervoudige beperking of met een zeer laag
Elkaar versterken
Kennis delen
ontwikkelingsniveau en/of complex
Armand geeft aan dat er een grotere
“De rol van Radar verandert,” beseft
gedrag. Daarnaast stel ik me voor dat
betrokkenheid van ouders en het netArmand. “We zullen veel meer gaan
sommige kinderen hier een korte
werk van het kind wordt verwacht.
inzetten op het delen van onze kennis
periode van drie tot zes maanden zijn
“Dat begint klein. Drie jaar geleden
en expertise met ouders, vrijwilligers, waarin we ze met al onze expertise
zijn we in het KBC begonnen ouders
scholen, algemene voorzieningen en
kunnen observeren en vervolgens
uit te nodigen voor het Multidisciplipartners in de zorg. Voorliggende
adviseren waar het kind met welke
naire Overleg (MDO) over hun kind.
voorzieningen worden op die manier
ondersteuning het beste terecht kan.
Ouders krijgen daardoor veel meer de beter voorbereid op het omgaan met
In die zin wordt het KBC een kennisgelegenheid om aan te geven wat ze
kinderen met een beperking. Dat is
en expertisecentrum.”
belangrijk vinden en wat de ondervooral nodig voor scholen, want zij
steuningsbehoefte is. Ook hier draait
hebben vanaf 1 augustus 2014 een
Kansen
het om betere aansluiting tussen KBC zorgplicht (wet Passend Onderwijs) en “De verandering betekent dat van onze
en thuis. Je moet elkaar versterken.
zijn vanaf dat moment verantwoordemedewerkers andere vaardigheden
Structuren en methoden die we binnen lijk om elk kind een goede onderwijsworden verwacht,” zegt Armand. “Ze
Radar gebruiken, ook thuis inzetten.
plek te bieden.
zorgen niet meer voor de kinderen,
Daarvan kan het kind alleen maar
Ik zie de rol van Radar in het ondermaar geven ouders en professionals
profiteren. Maar die kennis en expersteunen van de professionals en hen
van algemene voorzieningen de handtise kunnen we ook delen met mensen toerusten voor deze nieuwe taak. Het
vatten en middelen om ervoor te zorbuiten de voorzieningen van Radar,
KBC zal er na de wetswijzigingen
gen dat het kind de juiste ondersteubijvoorbeeld door het aanbieden van
waarschijnlijk vooral nog zijn voor
ning krijgt. Dat betekent dat ze kennis
i
moeten kunnen overdragen, zelfstandig werken en ondernemerschap
tonen. Ze worden meer en meer de
coach van ouders en mede-opvoeders
van het kind.”
Armand ziet de verandering als een
mooie uitdaging. “Ik ben ervan overtuigd dat we met veel kinderen echt
de mogelijkheid hebben om hen veel
dichter bij huis te ondersteunen. Zo
bied je kinderen de kans om op jonge
leeftijd te integreren in de buurt. Het
zal soms met vallen en opstaan zijn,
maar door samen met ouders, het
netwerk en ketenpartners te streven
naar wat het beste is voor het kind,
kunnen we het kind zich optimaal
laten ontwikkelen. In die zin bieden
de veranderingen in de zorg echt
kansen!”. 
Bron: Relatiemagazine Echo van
Radar.
Inhoudsopgave
uit
Kind
de in
praktijk
beeld
8 JEUGD Oktober 2014
Elk stapje vooruit is
een overwinning voor Esila
Een poppetje om te zien. Een vredig,
kwetsbaar kindje, maar met een duidelijke eigen wil. Esila (3) speelt
graag met haar speelgoed en verkeert
vaak in haar eigen wereld. Contact
maken vindt ze moeilijk: ze heeft
autisme en een ontwikkelingsachterstand. Maar sinds ze vier dagen per
week naar de vroegbehandelgroep
van Ipse de Bruggen gaat, boekt ze
vooruitgang. Ze eet zelf, maakt meer
contact en zet zelfs stapjes. Haar
ouders hebben eindelijk een plek
gevonden waar Esila zich kan ontwikkelen. “We willen eruit halen wat erin
zit.”
Kind in beeld
Voornaam: Esila
Leeftijd: 3 jaar
Beperking:
ontwikkelingsachterstand en
autisme
Zorg en ondersteuning:
Esila is vier dagen per week bij de vroegbehandelgroep in een
kinderdienstencentrum (KDC) van Ipse de Bruggen
vroeg te starten, krijgen kinderen de
beste kans om zich zoveel mogelijk te
ontplooien. Begeleiders, fysiotherapeuten, logopedisten, ergotherapeut,
spelagoog, teamarts en gedragskundigen bieden de zorg en ondersteuning
die nodig is. Senior-begeleidster Irma:
“We helpen kinderen zich op verschillende gebieden zoveel mogelijk te
ontwikkelen. Toen Esila bij ons kwam,
was eten bijvoorbeeld heel moeilijk.
Nu zit ze tussen de middag echt te
smullen van haar boterham met een
dikke laag pasta.”
Eerst oogcontact maken
Esila loopt nog niet zelfstandig, maar
“Toen we wisten dat Esila een ontwik- inmiddels zet ze wel stapjes achter
haar poppenwagen. Ook maakt ze
kelingsachterstand had, zijn we een
meer contact. “Daar werken we heel
plek voor haar gaan zoeken waar ze
bewust aan”, vertelt Irma. “Ze glijdt
zoveel mogelijk kan leren”, vertelt
bijvoorbeeld graag van een schuine
Aynur, de moeder van Esila. “Sinds
plank af. Maar ze mag pas glijden als
augustus 2012 gaat Esila naar de
ze ons even heeft aangekeken. We
vroegbehandelgroep van een kinderknijpen pas weer in de clownsneus
dienstencentrum (KDC) van Ipse de
met een piepje als ze oogcontact heeft
Bruggen.”
gemaakt. Het lukt niet altijd, maar zo
proberen we steeds een ingang bij
Vroegbehandeling
haar te vinden. Ons specialisme is het
In het kinderdienstencentrum werkt
gedetailleerd kijken naar mogelijke
een multidisciplinair team aan de
ontwikkeling van kinderen van twee tot ontwikkelingsstapjes. Vanuit de verschillende disciplines wordt naar elk
en met achttien jaar, in vijf groepen.
kind gekeken en op basis daarvan
Bij de groep vroegbehandeling gaan
observatie, diagnostiek en werken aan maken we een plan op maat, met
concrete doelen. Onze communicatie is
de ontwikkeling hand in hand. Door
Bekijk het filmpje over Esila
i
afgestemd op wat het kind nodig heeft,
we hebben een heldere structuur en
vaste routines voor activiteiten. Dat
zorgt voor een veilig gevoel. Ook besteden we veel aandacht aan het prikkelen van de zintuigen.”
Het totaalplaatje
Aynur is blij met de vroegbehandelgroep. “De begeleiders doen hun werk
met liefde”, zegt ze. “Dat voelt Esila
ook, ze is daar op haar gemak. Bovendien zien we resultaat: ze wil nu op
schoot zitten, vrij staan gaat steeds
beter, ze eet zelf met een vork. Bovendien kijken ze op het KDC naar het
totaalplaatje: naar het fysieke, het psychische én naar het gezin. Ze betrekken mij overal bij en zien het als het
niet goed met mij gaat. Esila heeft
periodes dat ze heel slecht slaapt. Een
tijd geleden sliep ik maar twee uur per
nacht en werkte ik fulltime. Irma zag
dat ik uitgeput was en gaf dat aan bij
onze begeleider van het Centrum
Autisme. Zij zijn het gesprek met me
aangegaan en daarna ben ik een dag
minder gaan werken. Dat geeft rust.”
Sterker
Aynur: “Doordat ik nauw betrokken
word bij Esila’s ontwikkeling, sta ik
sterker in mijn schoenen. Ik probeer
thuis op dezelfde manier met haar om
te gaan als ze op het KDC doen. Dat
versterkt elkaar. Ik hoop dat Esila
uiteindelijk zelfredzaam wordt. Of het
gaat lukken weet ik niet, maar ze ontwikkelt zich in elk geval. Al gaat het
langzaam, ze gaat wel vooruit.” 
Inhoudsopgave
Toolbox
en praktijk
agenda
uit de
9 JEUGD Oktober 2014
Toolbox
In de toolbox vindt u onder andere
handreikingen en factsheets die u
kunnen ondersteunen bij de transitie jeugdzorg.
De kopjes zijn linkjes naar extra
informatie.
9
AGENDA
Agenda
In de agenda vindt u een selectie van
activiteiten georganiseerd over de
jeugdzorg die belangrijk zijn om te
weten of waarvoor u zich kunt aanmelden.
De kopjes zijn linkjes naar extra
informatie.
Afspraken over een aantal vormen van
specialistische jeugdhulp
Staatssecretarissen Martin van Rijn
(VWS) en Fred Teeven (VenJ), gemeenten en de branches hebben na intensief bestuurlijk overleg over een aantal vormen van specialistische
jeugdhulp een serie afspraken gemaakt. De afspraken richten zich voor
de gehandicaptenzorg op de bovenregionale specialistische behandeling
voor jongeren met een licht verstandelijk beperking (ZZP LVG 4 en 5).
Gegevensoverdracht Jeugd
Per 1 januari 2015 worden gemeenten
verantwoordelijk voor alle jeugdhulp in
het kader van de Jeugdwet. Jongeren
van wie de zorg doorloopt van 2014
naar 2015 blijven nog maximaal één
jaar recht houden op de zorg die zij
ontvangen. Dat geldt ook voor jongeren die op 31 december 2014 op een
wachtlijst voor jeugdzorg staan. Om
ervoor te zorgen dat gemeenten de
continuïteit van de zorg voor deze
jeugd kunnen garanderen, ontvangen
zij in het najaar van 2014 informatie
over deze cliënten: de gegevensoverdracht jeugd.
Hoeverandertmijnzorg.nl is online
Het ministerie van VWS heeft samen
met cliënten en professionals in de
zorg de website www.hoeverandertmijnzorg.nl gemaakt. De website geeft
cliënten zo eenvoudig mogelijk uitleg
over de overgang van AWBZ naar
Wmo, Zorgverzekeringswet, Jeugdwet
en Wet langdurige zorg in 2015. De
veranderingen kunnen bij cliënten
vragen oproepen zoals: Houd ik mijn
recht op zorg? Moet ik meer gaan
betalen? Houd ik dezelfde zorgverlener? Deze website legt uit welke rechten cliënten hebben bij de overgang
naar de nieuwe zorg.
29
oktober
18
november
26
november
29 oktober
Informatiebijeenkomsten
Kwaliteitskader Jeugd
Op 1 januari 2015 wordt de Jeugdwet
ingevoerd. In de Jeugdwet zijn
kwaliteitseisen voor zowel gemeenten
als aanbieders van jeugdhulp opgenomen. Een nieuwe eis voor de
gehandicaptenzorg is de invoering van
de ‘norm van verantwoorde werktoedeling’. Het Kwaliteitskader Jeugd
biedt een leidraad om deze norm toe
te passen in de praktijk. Vanaf 29
oktober worden informatiebijeenkomsten georganiseerd voor jeugdhulpaanbieders, cliënten en gemeenten over dit nieuwe kwaliteitskader.
18 november Communicatie
netwerkbijeenkomst
‘Samen voor de cliënt’
Op 1 januari 2015 zijn de taken op
gebied van werk, zorg en jeugd overgedragen van het Rijk naar de gemeente. Inwoners en vooral cliënten
moeten over de veranderingen geinformeerd worden. Hoe kunnen
gemeenten en zorgaanbieders hierin
optrekken? Wat zijn de dilemma’s voor
de komende periode?
Communicatieprofessionals uit de zorg
(ActiZ, GGZ Nederland, Jeugdzorg
Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) en gemeenten gaan
hierover op 18 november met elkaar in
gesprek.
i
26 november
De betekenis van de
transities in het Jeugdstelsel voor onderwijs en zorg voor jeugd met een beperking
De invoering van Passend Onderwijs,
Jeugdwet, Wet Langdurige Zorg, Participatiewet en Wmo leiden tot grote
veranderingen in de regelgeving voor
onderwijs en zorg voor jeugdigen met
een beperking. De VGN en LECSO organiseren hierover een informatiebijeenkomst voor instellingen in de gehandicaptenzorg en voor samenwerkingsverbanden Passend onderwijs..
Inhoudsopgave