ELO Elektronische leeromgeving Voortgang Keuzes en stappen Met deze nieuwsbrief informeren wij u over de ontwikkelingen en resultaten rondom de implementatie van de Elektronische leeromgeving (ELO). In dit nummer leest u onder andere over de ontwikkelingen rondom digitale les- en leerstof, vakbekwaam blijven en de bijscholing van docenten en instructeurs. Dick Biesboer, projectleider ELO: “Het project heeft per 1 januari 2015 de inrichting van de ELO afgerond. Het ter beschikking stellen van de ELO wordt per regio opgepakt. Dus iedere regio bepaalt zelf wanneer er met welk type onderwijs via de ELO gewerkt gaat worden: een gefaseerde invoering dus. De samenwerking met de veiligheidsregio’s gaat goed. We zijn blij met de regio’s die voorop lopen en waarmee we de implementatie nu gaan oppakken de komende maanden.” De ontwikkelingen Digitale les- en leerstof De ELO zal voor zowel voor vakbekwaam worden als voor vakbekwaam blijven worden ingezet. Met de komst van een ELO voor de brandweer zijn de mogelijkheden voor onderwijsinnovatie ook uitgebreid. Maar wat verandert er nou? En wat merkt het veld hiervan? We leggen deze vragen voor aan Janneke Titzing, projectleider ‘Digitalisering les- en leerstof’. www.brandweernederland.nl Jaargang 1, uitgave 3 December 2014 Wat verandert er precies? Janneke Titzing: “Tot op heden bestond het onderwijs vooral uit schriftelijke voorbereiding thuis, klassikaal theorie- en praktijkonderwijs en het leren op de werkplek. Daaraan wordt met de komst van de ELO een leermogelijkheid toegevoegd: digitaal informatie verwerken, communiceren en samenwerken. Straks bestaat het brandweeronderwijs uit individuele en gezamenlijke, klassikale en digitale, formele en informele leervormen die plaatsvinden op het opleidingsinstituut, op de werkplek en thuis via de ELO (blended learning).” Wat betekent dit voor de cursist en de instructeur? “De eigen verantwoordelijkheid van de deelnemer voor het leren wordt dus nog belangrijker. Ook kan de deelnemer nog meer tijd en plaats onafhankelijk werken aan zijn eigen leertraject. Door blended learning zijn er meer mogelijkheden om de verschillende leerstijlen (lezen, luisteren, kijken, doen, onderzoeken etc.) tegemoet te komen. Daarnaast biedt het de instructeur meer ruimte om verdieping aan te brengen in bijvoorbeeld moeilijke onderwerpen en om in de praktijk meer te oefenen. In een aantal bijeenkomsten met verschillende functionarissen uit diverse regio’s in het land is het principe van blended learning besproken en verder uitgedacht. Op basis van de vele goede suggesties en ideeën uit deze bijeenkomsten wordt het ontwerp voor de leergang Manschap a nu verder uitgewerkt. Uiteraard wordt het uiteindelijke ontwerp, met de bijbehorende didactische consequenties nog uitgebreid naar alle betrokkenen gecommuniceerd.” Wanneer merkt het veld hier iets van? “Vanaf eind maart 2015 tot aan de zomerperiode voegen we gefaseerd onderwijsmiddelen voor de functie Manschap a toe aan de ELO. Hierbij kun je denken aan een e-learningmodule over brandverloop of een leertaak over een brandstof gecontroleerde kamerbrand. Alles past in het opleidingsontwerp van de betreffende leergang en sluit aan bij het principe van blended learning. Enkele onderdelen zullen ook al bruikbaar zijn binnen de huidige leergang. Vanaf medio 2015 starten we een pilot met enkele cursusgroepen Manschap a nieuwe stijl in regio’s die hiervoor in aanmerking willen komen. Daarbij wordt ook de invoering van de nieuwe manier van examineren meteen onderdeel van de pilots. Ondertussen starten we een soortgelijk ontwikkeltraject voor de functie Bevelvoerder. We streven ernaar om voor het eind van 2015 de onderwijsmiddelen voor Bevelvoerder in de ELO gereed te hebben. Wanneer vindt de implementatie plaats? In nauw overleg met de regio’s bekijken we op welk moment de betreffende opleidingsinstituten het vernieuwde onderwijsconcept en bijbehorende onderwijsmiddelen en de nieuwe wijze van examineren kunnen invoeren. We denken hierbij aan een implementatieperiode tot 2018. Het exacte moment van verplichte overgang voor de laatste regio’s zal in overleg met de regio’s alsook met de programmaraad Vakbekwaamheid en Kennis worden bepaald. Tot die tijd blijven de huidige lesmethodes voor alle functies gewoon bestaan. Vanaf 1 januari 2015 zullen de benodigde lesmethodes voor de initiële leergangen voor alle ROI’s vanuit het ontwikkelfonds worden verstrekt. Hiertoe zal het huidige bestelproces worden aangepast, de ROI’s worden hierover separaat geïnformeerd.” Voor wie verandert er wat? Doelgroep Wat verandert er in de praktijk? Deelnemers Nieuwe elektronische leeromgeving. Meer variatie in leervormen. Deelnemers verwerven theorie ook via de ELO. Mogelijkheid voor meer flexibiliteit in het opleidingstraject. Tijdens bijeenkomsten is meer tijd voor verdiepende vragen, extra ondersteuning en praktijk. Docenten en instructeurs Nieuwe elektronische leeromgeving. Docentenrol deels op en via de ELO uitvoeren. Meer zicht op individuele voortgang van deelnemers. Minder doceren, meer coachende rol. Meer tijd voor extra begeleiding en uitleg waar dit nodig is. Minder theorie tijdens bijeenkomsten, meer praktijk. Meer mogelijkheden voor interregionale samenwerking via de ELO. Onderwijs(kundig) ontwikkelaars Nieuwe elektronische leeromgeving. Mogelijkheden van blended learning vertalen naar eigen opleidingsinstituut en of de eigen regio. Meer mogelijkheden voor interregionale samenwerking via de ELO. Hebben een rol in het begeleiden van de overgangsperiode. Kunnen voor specifieke regionale behoeftes zelf een leertraject samenstellen op basis van leertaken. Leerwerkplek(begeleider) Nieuwe elektronische leeromgeving. Registratie van de uitgevoerde leerwerkplekopdrachten in de ELO. Opleidingsinstituten Nieuwe elektronische leeromgeving. Minder behoefte aan theorie-avonden, meer ruimte voor praktijkoefening. Inspelen op veranderende rol van de docent en instructeur. Verschuiving in behoefte wat betreft faciliteiten (minder theorie, meer praktijk). Meer flexibiliteit mogelijk in uitvoering opleidingen. www.brandweernederland.nl Digitale producten Vakbekwaam blijven Momenteel zijn er al verschillende elearning modules beschikbaar op de ELO, bijvoorbeeld Leider COPI, OGS, Porto gewoon en Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS). Het aanbod van digitale producten wordt constant uitgebreid. Momenteel wordt er gewerkt aan een eerste inkijk in het innovatieve Natuurbrandverspreidingsmodel, een module Veilig binnentreden, een module Moderne voertuigen en een voorproefje op de resultaten van de experimenten in Zutphen. Regionale producten delen We nodigen de regio’s uit om digitale producten waarop ze trots zijn, te delen via de ELO zodat andere regio’s hiervan ook gebruik kunnen maken. Een prachtig voorbeeld is de toepassing Groot Watertransport die onder andere Rob Adema uit de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland hebben ontwikkeld. Met deze Excel-toepassing kun je eenvoudig in beeld krijgen wat er gebeurt als de druk in een WTS-1000 of WTS-2500 systeem wordt verhoogd, als er slangleidingen worden verlengd of als bijvoorbeeld straalpijpopeningen worden vergroot. Handig om te gebruiken ter voorbereiding op een oefening of bij instructie. Over de manier waarop producten kunnen worden aangeleverd, volgt separaat informatie. Bijscholing Docenten en instructeurs Het lopende ELO-project voorziet vooral in de technische implementatie van de ELO in de veiligheidsregio’s. Echter, een gedegen onderwijskundige implementatie is een belangrijke succesfactor voor het slagen van de ELO. www.brandweernederland.nl Bij de nieuw ontwikkelde methodes wordt uiteraard een handleiding verstrekt. Daarnaast organiseert de Brandweeracademie gebruikerstrainingen en wordt advies gegeven om de veiligheidsregio’s onderwijskundig te begeleiden bij de invoering van ‘digitale leerprocessen’ en de vertaalslag hiervan naar de eigen praktijk. Ondersteuning Gebruikers van de ELO moeten in die ELO iets kunnen ontwikkelen, uitvoeren of beheren. Het gaat dan bijvoorbeeld om: 1. Technische ondersteuning. Hoe kan ik iets maken en ontwikkelen met de beschikbare software en dit plaatsen in de ELO? 2. Didactische ondersteuning voor docenten, instructeurs en oefenfunctionarissen. Hoe geef ik les binnen een blended leergang? Doelgroepen Doelgroepen voor de gebruikerstrainingen zijn: · Functioneel beheerders en key-users · Ontwikkelaars en beleidsmedewerkers · Docenten en instructeurs · Opleidingscoördinatoren, oefencoördinatoren en oefenleiders · Trajectbegeleiders en leerwerplekbegeleiders · Deelnemers Landelijk functioneel beheerder Kennismaking In oktober 2014 is Renate Reekers begonnen als landelijk functioneel beheerder van de ELO. De eerste maanden zitten er dus op. Waar heeft Reekers zich in deze periode mee beziggehouden? Reekers: ”Een belangrijk onderdeel in de afgelopen periode was natuurlijk het testen van de ELO. Inmiddels zijn al twee versies getest en komen we steeds dichterbij de acceptatiefase voordat we eind december de inrichting hebben afgerond. Daarnaast heb ik ook deelgenomen aan de overleggen van de ICT/Beheergroep en de Gebruikersgroep. Zo kon ik kennismaken met de gebruikers en de organisatie. Tijdens deze overleggen viel het mij op dat veel veiligheidsregio’s een eigen werkwijze hebben op het gebied van ICT en onderwijs. Daarom heb ik besloten per regio een ‘stand van zaken-afspraak’ te maken.” Beter beeld De veiligheidsregio’s die hebben aangegeven in het begin van het nieuwe jaar van start te gaan, worden als eerste bezocht, de overige begin 2015, aldus Reekers. “Ik heb inmiddels al aardig wat bezoeken afgelegd en ervaar deze als zeer nuttig. Zowel de vertegenwoordigers uit de veiligheidsregio als ikzelf krijgen zo een beter beeld bij wat er allemaal komt kijken om je regio klaar te maken voor de implementatie van de ELO.” Training De eerste regionaal beheerdertrainingen zijn in november 2014 gegeven, in totaal sloten hier zeven veiligheidsregio’s bij aan. Reekers: “Ik vond de deelnemers gemotiveerd en actief meedenkend. De eerstvolgende training zal rond maart 2015 plaatsvinden.” Reekers hoopt dat gebruikers binnen de veiligheidsregio’s weten dat haar afdeling altijd voor ze klaarstaat. “Na twee maanden intensief (in)werken ben ik nu klaar voor de eerste implementaties en kan ik niet wachten tot veiligheidsregio’s van start gaan en hun enthousiasme gaan delen!” Ervaringen Uit het veld Marlies Banens, onderwijskundigespecialist OTO bij Veiligheidsregio Utrecht (VRU), was een van de deelnemers aan de workshop Silverpoint. Dit is de onderwijsontwikkeltool binnen de ELO. Banens: “Bij de VRU wordt Silverpoint vanaf januari 2015 pas echt gebruikt, maar de voorbereiding op de openstelling van de ELO is alvast in gang gezet.” Editor De ELO maakt gebruik van Silverpoint ten behoeve van lesstofontwikkeling. Doel voor de VRU was een kennismaking met de mogelijkheden van Silverpoint zodat ze alvast een begin konden maken met de toepassing van de tool. Banens: “Door alvast content te ontwikkelen, wilden we ons voorbereiden op de openstelling van de ELO. Daarvoor moesten we leren werken met de editor. Met Silverpoint kun je tekst, afbeeldingen, foto’s en filmpjes invoegen, zoals in Powerpoint. Je kunt koppelingen invoegen naar websites en het is mogelijk om interactie in te bouwen door middel van vragen, extra tekst (helpfunctie), popups en testvragen. Voor iemand die veel ervaring heeft met ICT-toepassingen is Silverpoint een www.brandweernederland.nl makkelijk instrument. Maar een echte beginner heeft meer aandacht en een vervolg op de workshop nodig.” Werkgroep “Het plan was om in het najaar al content ontwikkeld te hebben voor zowel mono- als multifunctionarissen”, aldus Banens. “We hebben een ELO-werkgroep opgericht met als opdracht na te denken over blended learning, en de manier waarop wij vakbekwaam worden en blijven willen vormgeven met gebruik van de ELO. We hebben daarvoor iemand ingehuurd die ons begeleidt bij het vormgeven en implementeren van blended learning en bij het ontwerpen en ontwikkelen van elearningmodules. Ervaring opdoen We hebben nu twee bijeenkomsten gehad waarin we een herontwerp hebben gemaakt voor een bestaande cursus. Hiervoor ontwikkelen we gezamenlijk met de werkgroep een e-learningmodule en een cursusbijeenkomst. De volgende stap is om de e-learningmodule in Silverpoint vorm te geven. We doen zo zelf ervaring op en krijgen inzicht in de do’s en don’ts van blended learning. We doen niet alles zelf. Enkele modules laten we ontwikkelen: wij leveren daarvoor input en de ontwikkelaar gaat daarmee aan de slag en ontwikkelt de content in Silverpoint. Aangezien we ons nog in een beginfase bevinden als het gaat om het ontwikkelen van modules, hebben we veel baat bij de begeleiding van dit traject.” Projectplan Inmiddels heeft de VRU een projectplan voor de implementatie van de ELO, waarin de kleine stappen die ze tot nu toe hebben gezet, worden opgenomen. Banens: “Het is een boeiend en groot project, maar enorm tijdrovend. We hebben ook nog onze reguliere werkzaamheden waarmee we druk zijn. We zullen in 2015 meer mensen gaan betrekken bij de invoering van de ELO en bij het ontwikkelen van e-learning. Ambities houden we, maar we zullen ook realistisch moeten zijn.” Meer informatie Meer informatie over de ELO staat op www.brandweernederland.nl/elo. --------------------------------------------------------------------Colofon Redactie: Mariëlle van der Wijngaard en Marieke van der Horn.
© Copyright 2024 ExpyDoc