Download - Ars Aequi

strafrecht
Criminologie
AAK20106487
Henk van de Bunt
De criminologie in Nederland is een actuele wetenschap.
Wie kennisneemt van recente proefschriften, oraties en
themanummers van de belangrijkste Nederlandse tijdschriften, zoals het Tijdschrift voor Criminologie en Justitiële verkenningen, zal dit zonder meer beamen. Voor de
internationale criminologie geldt hetzelfde. Belangrijke internationale criminaliteitsproblemen, zoals mensenhandel
en financieel-economische criminaliteit, staan hoog op de
criminologische onderzoekagenda. In dit Katern beperk ik
mij tot de bespreking van enkele recente Nederlandstalige
publicaties over actuele criminologische onderwerpen.
In de eerste plaats moet worden gewezen op een studie over fraude. Vorig jaar verscheen bij uitgeverij Kercke­
bosch een omvangrijk boek over beleggingsfraude. Het is
geschreven door Frans Roest, die verbonden is aan het
Functioneel Parket. Onder de veelzeggende titel Beleggen
in gebakken lucht beschrijft Roest gedetailleerd de modus
operandi van beleggingsfraude en bovendien maakt hij ook
een psychologisch profiel op van de zwendelaar. Roest baseert zich voornamelijk op de dossiers van strafzaken en
op rechterlijke vonnissen die over deze zaken zijn geveld.
Roest maakt duidelijk dat beleggingsfraudeurs er lustig
op los liegen, bijna op het pathologische af. Maar hij waagt
het niet om duidelijke conclusies te trekken over het psy-
Katern 115 6487
chologisch profiel van deze personen. In zijn boek wordt
veel casuïstiek behandeld, onder meer komt de in Nederland bekende Van den Berg en de wereldbekende Bernie
Madoff ter sprake. Beiden waren succesvolle beleggingsfraudeurs, zij konden jarenlang hun op zichzelf eenvoudige
truc verheimelijken. Dit roept de vraag op of zij erg goed
waren in liegen en bedriegen of dat de omgeving erg goedgelovig was.
In het januarinummer van het Tijdschrift voor criminologie (2010/1) wordt deze intrigerende vraag door ondergetekende behandeld. In het artikel ‘De stilte rondom
Madoff’ probeer ik een verklaring te geven voor het lange
voortbestaan van Madoff’s leugen. Geconcludeerd wordt
dat Madoff weliswaar een meester was in de misleiding,
maar dat zijn succes toch vooral verklaard kan worden
uit de goedgelovigheid van zijn sociale omgeving. Zolang
het goed ging had niemand er belang bij om ten aanzien
van Madoff’s handelswijzen kritische vragen te stellen.
Dat gold niet alleen voor klanten van hem, maar ook voor
werknemers uit zijn bedrijf en toezichthouders. Hoewel
het succes van Madoff als ‘belegger’ te mooi was om waar
te zijn, heeft bijna niemand een kritisch geluid laten horen. Voor sommigen, die wel op de hoogte waren of op de
hoogte hadden moeten zijn, gold een andere belemmering
om te spreken: de waarheid was te pijnlijk om naar buiten
te brengen. Op dit punt speelt hetzelfde mechanisme als
jarenlang in de Katholieke Kerk heeft gegolden ten aanzien van het seksueel misbruik.
In het themanummer van Justitiële verkenningen over
de Kredietcrisis (2009/6) worden in enkele bijdragen interessante achtergronden geschetst bij de grote financiële fraudes en schandalen. De vraag is ook of het financieel
toezicht op banken en andere financiële instellingen moet
worden versterkt. Een aanrader is de bijdrage van Willem Wolters (emeritus hoogleraar economische antropologie) die heel precies uitlegt hoe banken aanvankelijk door
middel van risicomijdende producten (de zgn. derivaten)
gepoogd hebben om te gaan met de financiële risico’s in
een onzekere wereld, maar uiteindelijk verstrikt raakten
in het onduidelijke karakter ervan. Zij wisten uiteindelijk
niet meer wat de reële basis was van de waarde van deze
verhandelde producten.
Iets geheel anders. Onlangs werd de oratie gepubliceerd
van Marion van San (bijzonder hoogleraar criminologie
te Utrecht) over De aantrekkingskracht van ‘gevaarlijke’
mannen. Van San bespreekt de rol van vrouwen in de criminaliteit en meer specifiek de rol van Curaçaose moeders
in de opvoeding van hun ‘gevaarlijke’ zonen. Wat betreft
het eerste schetst zij dat in de criminologische literatuur
lange tijd wat laatdunkend over de positie van vrouwen is
geschreven. Zij zouden nauwelijks op de hoogte zijn van de
criminaliteit die hun mannen pleegden. Maar uit haar eigen onderzoekervaringen en die van haar anderen komt
een ander beeld naar voren. Vrouwen zouden in toenemende mate een actieve rol spelen in de drugsbusiness en
steeds meer op de voorgrond treden. Veel belangrijker nog
is de rol die Curaçaose moeders spelen: zij leggen in de op-
6488 Katern 115
strafrecht
voeding als het ware de basis voor toekomstige generaties van criminelen. Moeders profiteren mee van de scharreltjes van hun ‘gevaarlijke’ zonen en hebben er baat bij
dat hun zonen (bij afwezig van de vader in het gezin) hun
mannetje kunnen staan en de rest van het gezin zo nodig
beschermen. Volgens Van San moet deze ‘vicieuze cirkel’
doorbroken worden door de moeders langdurig te ondersteunen in de opvoeding van hun zoons. Geen gemakkelijke opgave, te meer daar de moeders volgens de hoogleraar zelf ook ambivalenties vertonen omdat hun zoons met
hun illegale activiteiten ook bijdragen aan het gezinsinkomen. Daarom stelt Van San voor dat de moeders langdurig worden begeleid op het gebied van scholing en werk,
zodat zij zelf voldoende legaal inkomen kunnen verwerven. Het komt naar mijn mening een beetje naïef over. Het
is zeer de vraag of met scholing en werk het hoofd geboden kan worden aan de ellendige sociaal-economische problemen waarmee deze vrouwen al generaties lang te kampen hebben.
In de criminologie wordt echter steeds minder betekenis toegekend aan deze sociaal-economische achtergronden van
delinquent gedrag. In een recente oratie Criminaliteitspreventie: beleid en technologie wordt door Marianne Junger (hoogleraar maatschappelijke veiligheid Universiteit
Twente) gepleit voor de ontwikkeling van een nieuw vakgebied ‘crime science’. Het gaat hierbij om het in kaart brengen van de rol die de fysieke en de sociale omgeving spelen
in het voortbrengen van criminaliteit. Het gaat er simpelweg om te ontdekken hoe de gelegenheidsstructuur voor bijvoorbeeld horecaoverlast, vandalisme of woninginbraken kan
worden veranderd zodat daders meer nadelen dan voordelen
ondervinden van delictgedrag. Zo blijkt het introduceren van
stuursloten in auto’s tot een grote reductie van het aantal autodiefstallen te hebben geleid. Deze ‘situationele’ aanpak negeert de dieperliggende oorzaken en neemt de aloude volkswijsheid dat de gelegenheid de dief maakt wel erg serieus.